w De geheimzinnige bende UIT DE PERS NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Woensdag 16 September 1925 DE PERS EN DE TROONREDE. De geallieerde regeeringen verwachten behalve Streseman nog en- Kelen voorname leden van het Kabinet bij de a.s. conferentie- De Fran- sche regeering neemt maatregelen tot regeling der prijzen en beperking van de duurte. Massa-arrestatie van Chineezen in New-York. Onder de radio-berichten: Voorbarig optimisme in Frankrijk omtrent de financieele onderhandelingen met de Ver. Staten. Heftige debatten op het soc. democratisch congres in Heidelberg. Een aanslag op den attaché van het Italiaansche gezantschap in Luxemburg mislukt. 102 Communisten-arrestaties door de po itie te kome- Gem. buitenl. berichten. EEN INCIDENT VOOR HET VATICAAN. De onderhandelingen tusschen Frankrijk en Amerika. Het congres der Duitsche soc.-dem. partij. De uitnoodiging aan Duitschland overhandigd. De werkloosheid in Engeland. Een mislukte aanslag op den attaché van het Italiaansche gezanischap. Arrestaties van communisten in Italië. De onrust in Syrië. LEGER EN VLOOT. T egenspraak. RECHTSZAKEN. Ingeslapen overwegwachter. KERK EN SCHOOL Afscheidsfeest in het Missiehuis te Steil. FEUILLETON. „D e T ij d" nqemt de Troonrede een program van geleidelijke ontwikkeling, maar het blad heeft toch een drietal punten ge mist, welke z.i. in de komende parlementaire periode niet aan de aandacht der regeering mogen ontsnappen: In de eerste plaats is het ons opgevallen, dat alleen van „handhaving" der financieele gelijkstelling op schoolgebied wordt ge sproken. Moet men daaruit afleiden, dat de nieuwe minister van Onderwijs de meening is toegedaan, als zou de financieele gelijk stelling reeds geheel zijn doorgevoerd en men derhalve met „handhaving" er van kan volstaan? Het moge ons, voor zoover noo- dig, vergund zijn, de aandacht van minister Rutgers er op te vestigen, dat er aan de doorvoering van de financieele .gelijkstelling nog heel wat te doen is. Het blad verbaast zich er vooral over, dat de nieuwe regeering, zoo weinig tot de vele belanghebbenden bij handel en nijverheid heeft te zeggen. Dat een rechtsch Kabinet, waarin men den leider en een zijner voornaamste medewer kers aan het departement van Handel en Nijverheid vrij en onbesmet van het liberalis me: „laisser faire, laisser passer" waande bij de publicatie van het regeeringsprogram, den indruk wekt, dat op het terrein der handelspolitiek de regeering met de handen in de schoot zal blijven zitten, terwijl men in het buitenland, door nationaal egoisme verblind, niets onbeproefd laat om onze in dustrie van de wereldmarkt en zelfs van haar eigen binnenlandsch terrein te verdrin gen zal bij velen, die van deze bewinds lieden altbons een ernstige pog'ng tot het organiseerer en leiden van een actieve wel- vaartspcütiek hadden verwacld, een grie vende teleurstelling wekken Moge de Re geering de maatregelen tot uitbreiding der werkgelegenheid, welke zij zegt te over wegen, zóó ruim opvatten dat de bes rij ding van de werkloosheid ten slotte haar culminatiepunt vinde in een krachtige be vordering van den bloei onzer nationale in dustrie Ten slotte zegt het blad, dat een uitdruk kelijke verzekering, dat de vervulling van de zedelijke roeping jegens de Overzeesche gewesten in de eerste plaats medebrengt, dat de belemmering van de vrijheid der geloofs verkondiging, welke in art 123 van het In disch regeerio.gsreglement ligt, met bekwa men spoed zal worden weggenomen, den Katholieken .in Nederland en Indië voor het nieuwe kabinet ietwat geestdriftiger zou hebben gestemd. ..Bevrediging van alle belangstelling en nieuwsgierigheid, biedt de Troonrede niet. Hoe dieper men m dit staatsstuk doordringt, des te meer vragen rijzen," meent de .Maasbod e". Des te meer betefkenis krijgen die enkele" uitlatingen, waar niet alles aan gissing van den lezer wordt overgelaten. Aan die pas sages mogen wij dan ook wel alle waarde hechten. Van dit groote kaliber is allereerst de ver klaring, dat gevaar voor de financieele ont wrichting als afgewend kan worden be schouwd. Met andere woorden, dit gevaar 'kan niet mèer, zooals in de laatste twee ia- ren, het eenig richtsnoer leveren. Die con clusie ligt voor het grijpen én het keerpunt in het regeerbeleid is daarmee gemerkt. Zonder spoor blijft het vorige bezuinigings beleid niet. Als men niet op besnoeiing en inkrimping blijft zinnen, dan zal de over heidsdienst óver de geheele linie, vooral na den druk, die voorafging, onhoudbaar weer uitzetten. Zoo blijft de bezuiniging meespreken Zij beeft echter niet meer uitsluitend net woord. Er zal ook aan de noodige voorzieningen worden gewerkt, mits deze geen omvangrijke wegens dë omzichtige inkleeding der re de, mogen wij op dit woord grooten nadruk leggen uitgaven eischen. Van Colijn richt zich onmiddellijk de blik op Kooien „Ten aanzien van de Woningwet gaat de grootscheepsche woningbouw met rijksgeld naar den achtergrond om plaats te maken voor bevordering van den particulieren bouw Doortrekken van de lijn der Arbeidswet, zeg toepassing op kantoorpersoneel, op de trans portbedrijven, zien wij het eerste jaar niet. Dat- laat sich uit de woordkeus, de afwach tende houding ten aanzien van de economi sche ontwikkeling, voldoende afleiden. Beter is dan ook, met het onmogelijke niet te paaien en alleen toe te zeggen wat door voerbaar zal zijn. Dit geeft wederom aan drie toezeggingen groot relief. Regeling van het collectieve contract zal worden bevorderd. Hier staat de regeering voer de mogelijkheid min of meer spoedig hervormend werk van beteekenis te verrich ten. En dat de zoogenaamde bicdendverkla- ring in de wet zal worden gelegd, mag men wel aannemen. Invoering der Ziektewet is geboden, zegt de Troonrede. Deze woorden la'en geen twijfel over, of de Minister wil de in het Staatsblad staande Ziektewet van den on- verge'elijken'Talma niet langer doodc letter laten. Maar zooveel is ook wel als commu nis opinio gekristalliseerd, dat de ambtelij ke uitvoering, waarop Talma aanlegde, niet mag praedomineeren. Talma trouwens heeft zelf reeds ruimte gelaten vcor particuliere kassen, maar hij miste het geloof aan de technische, praktische uitvoerbaarheid. De „Maasbode" eindigt haar beschouwing met de eindconclusie: „Roekeloosheid iigt in deze eerste regee- ringsdaad niet. Opening van zaken behoefde echter nog geen onvoorzichtigheid te zijn. Kloek beleid werd algemeen verwacht en de Regeering beschaamt die verwachting wel niet, maar geeft met deze Troonrede cp haar voornemens niet den vollen kiik." „De Residentiebode" schrijft dat de eerste daad van het nieuwe ministe rie een gunstigen indruk maakt en dat de Troonrede een belangrijk stuk werk is. Van het geboden program, zegt het blad, dat het zeker de lijnen bevat, die, doorge trokken, zooals te verwachten is, straks be vrediging voor heel het volk zullen bren gen. „Althans voor dat gedeelte, hetwelk be seft, in welk moeilijk tijdsgewricht wij le ven en dat ook de bekwaamste ministers vooral in zulke tijden geen paradijs op aar de kunnen scheppen. Öns volk mag, gezien de landen rondom, toch al reeds tevreden zijn met zijn bevoorrechting. Ten slotte, drie punten zijn er, die voor al degenen zullen kunnen geruststellen, die den laatsten tijd dq toekomst donker inza- gen. Blijft de financieele toestand zich gunstig ontwikkelen, dan zal in overweging genomen worden, de belasting te verlagen en tevens de salarissen weer wat op peil te brengen; dit laatste toch lezen we in den term: „ver zachting van enkele der in de laatste -jaren genomen maatregelen." Ten tweede doet de toezegging omtrent „verlaging van de militaire uitgaven" goed aan, vfeoral nu ze ree#s dadelijk gepaard gaat met samensmelting van Marine en Oor log. Het is dus ernst, ook „Oorlog zal be zuinigen, zooVer als met verdediging onzer onafhankelijkheid te rijmen is; en dat is héél wat! En eindelijk worden reeds weer verschei dene sociale maatregelen aangekondigd, zoo dat hier wel duidelijk blijkt, dat Colijn's woorden daaromtrent al te zwart gekleurd zijn door de tegenstanders". Treinontsporing in Ierland. In den afgeloopen nacht is een poging ge daan om den trein van Londonderry naar Burtonport te doen ontsporen. Een zwaar zoorwerp werd in een scherpe bocht van e ails gelegd. Slechts de locomotief en de >erste wagen ontspoorden. Ongelukken kwa men niet voor. Sir John Jordan f. Sir John Jordan, die lange jaren Britsch gezant te Peking is geweest en als één van de grootste autoriteiten in Chineesche za ken in Groot-Britannië bekend stond, is Maandag terwijl hij een vergadering van de „China Association" te Londen presideerde, ziek geworden en overleden. Hij was 74 jaar oud. Van de 44 jaren, die hij in het Verre Oosten heeft doorgebracht, bracht hij er 36 in in China door, Den laatsten tijd was hij lid van den Volkenbondscommissie van ad vies inzake het opiumvraagstuk en de laatste paar weken had hij gezaghebbende brieven geschreven, nopens den tegenwoordigen toe stand in China. De conferentie met Stre seman. De diplomatieke correspondent van de „Daily Telegraph" meldt dat hier met het- oog op den binnenlandschen politieken toe- stmd van Duitschland dfe geallieerde regee ringen Stresemann niet als eenig gedele geerde van Duitschland verwachten en%r ook niets tegen zouden hebben, wanneer hij door Rijkskanselier Luther en van een an der voornaam lid van 't kabinet vergezeld zou worden, omdat anders de onderhande lingen met hem weinig praktische beteekenis zouden hebben wanneer de Duitsche Rijks dag ze naderhand niet zou ratificeeren. De verschillende confe renties. De „Matin schrijft dat Briand niet voor nemens is onmiddellijk weer naar Genève terug te keeren. Hij zal hedenmiddag een conferentie met Skrzynski, den Poolschen minister van buitenlardsche zaken, hebben. Bevestigd wordt dat er twee parallel loo- pende conferenties in Zwitserland bijeen zul len komen één voor het ten uitvoer bren gen van het Rijnpact, een andere, die zich bezig zal houden met de arbitrageverdragen met Duitschland, Polen en Tsjecho Slowa kije. Telkenmale dat de Fransche vertegen woordigers het noodig zullen oordeelen, zal Benesj en Skrzynski aan de algemeene be sprekingen deelnemen. Met betrekking tot de a.s. conferenties van ministers van buitenlandsche zaken zullen Briand en Chamberlain hun besprekingen met Berlijn in den loop der week langs diplo- matieken weg voortzetten, teneinde een on aangename verrassing op het oogenblik van de opening der onderhandelingen te voor komen. Men gelooft niet dat Berlijn moei lijkheden zal opwerpen, temeer daar Cham berlain volkomen met Briand en Skrzynski accoord gaat, dat gemeenschappelijke onder handelingen noodig zijn. De uitnoodiging aan Stre seman. Naar de Duitsche draadlooze dienst meldt, heeft de Fransche gezant minister Strese mann gemeld, dat hij hem gisterenmiddag heeft bezocht om hem de uitnoodiging voor een conferentie van ministers van buitenland sche zaken te overhandigen. Regeling van de levensmidde- lenprijzen in Frankrijk. Painlevé en de ministers van Justitie, Bin- nenlandsche Zaken, Openbare Werken, Handel, en Landbouw onderzochten een Zeker aantal maatregelen, die er op be rekend zijn den handel in levensmiddelen te regelen en de strekking hebben de duurte van het leven te beperken. De moeilijkheden van het kabinet Painlevé. Nu de zomervacanties haar einde naderen begint ook het politieke leven weer te ont waken. En in Frankrijk, waar het omver werpen van ministeries soms den schijn heeft tot een soort sport te worden, vraagt men zich aanstonds af hoe lang het kabinet-Pain- levé „het nog houden zal." De vraag is of Painlevé nog voldoenden steun heeft aan het centrum en de rechterzijde nu de socialis ten zich eenigermate teruggetrokken heb ben en zich hun vrijhied van bewegen voorbehouden, of dat de oude linksche meer derheid opnieuw kan worden gevormd. De Kamer zal pas in October bijeenko men, ondanks het verzoek der socialisten om haar onverwijld bijeen te roepen, doch de beraadslaging over de begrooting van het volgend jaar in de financieele Kamercom missie wordt als een soort van voorstel be schouwd. De uitgaven voor het komende jaar worden op 36.039 miliioen' francs bere kend, de opbrengst der belasting op 32.539 miliioen, hetgeen dus op een deficiet van 3.500 miliioen wijst. Men weet dat de belas tingen, welke minister'Caillaux voornemens is voor te stellen, o.a. het volgende omvat- tem 20 verhooging der vermogensbelas ting, 15 verhooging van de belasting op industrieele 'of handelswinst, 10 verhoo ging van de belasting op salarissen boven de 16.000 francs of 26.000 frs. in geval van gehuwde mannen met gezinnen. Opmerkelijk is dat Caillaux nog een bij zondere bron van inkomsten hoopt te vin den in het belasten van de rijkdommen, die door.... misbruiken bij den wederopbouw der verwoeste gebieden zijn verworven. Intusschen maakt de financieele commissie die zich naar Washington zal bageven om te onderhandelen over de fundeering der Fran sche schuld, zich gereed om te vertrekken. Gisteren heeft Caillaux de heeren ontvangen de heer Parmentier, die reeds in 1922 door Poincaré was belast met een missie naar de Ver. Staten, gaf een uiteenzetting van de door hem toen gevoerde onderhandelingen. De kwestie van Mosoel. De Britsche regeering ontving bericht, dat de Turken de Christen-dorpen in het vilayet MoSoel omsingelen en de bewoners in noor delijke richting verdrijven. De Britsche minister van Koloniën, Ame- ry, heeft dit ter kennis van den Raad van den Volkenbond gebracht. De fascisten en de mede zeggenschap der arbeiders in de fabrieken. Een communique van het secretariaat dei- fascistische corporaties zegt, dat een bijeen komst van vertegenwoordigers van corpora ties en industrieelen eindigde in een overeen komst strekkende tot afschaffing van de so cialistische en communistische arbeiders commissies in de fabrieken, tot instelling van arbeidscontracten in werkplaatsen, waar zij niet bestaan, terwijl het vraagstuk der loonen onderworpen blijft aan een herziening van de bestaande arbeidscontracten, of aan het sluiten van nieuwe contracten. DE STRIJD DER WAHABIETEN. Een telegram uit Kaïro meldt, dat volgens de Syrische bladen de Wahabieten op vreed zame wijze Medina zijn binnengedrongen. Het bericht hieromtrent is door Ibn Saoed draadloos uit Medina verzonden. De Chineezenmoorden te New York. Zooals wij hebben gemeld, zijn de Ameri- kaansche autoriteiten voornemens met krach tige hand een eind te maken aan de steeds weer herhaalde schiet- en steekpartijen der te New York wonende Chineezen. Met het oog daarop werden Zaterdag in de Chinee sche stad aldaar meer dan 200 Chineezen aangehouden, van wie, zooals uit een onder zoek bleek, niet minder dan 100 de laatste drie dagen waren aangekomen, blijkbaar aangeworven door de Chineesche genoot schappen der Tongs met het oog op een her vatting der vijandelijkheden. Dbarvan wer den er 68 naar Ellis-eiland overgebracht om door de immigratie-autoriteiten te worden ondervraagd. Naar men weet zullen alle Chineezen, die op onwettige wijze de Ver. Staten zijn binnengekomen, worden gede porteerd. Het onderzoek van En- gelsche immigranten. Slechts drie van 506 emigranten, die hier met het stoomschip „California" uit Glas gow aankomen, worden voor onderzoek op Elliseiland vastgehouden. Dit wordt be schouwd als een goede demonstratie van de doeltreffendheid van het thans in werking getreden plan om immigranten-in-spé te onderzoeken vóór zij naar de Vereenigde Staten vertrekken. DE ONTVLUCHTE EGYPTISCHE PRINS. Prins Ahmed Seif-ed-Din, de zwager van koning Foead van Egypte, die zooals men weet eind Augustus uit een zenuwgesticht te Ticehurst, bij Hastings, is ontsnapt en dien men reeds inTurkije waande, is inFrank- rijk, het laatste te Brunoy, een klein plaatsje op 25 km. van Parijs, gesignaleerd, waar hij, naar men vermoedt, nog steeds vertoeft Volgens de verklaringen van een van zijn twee verzorgers, die uit Ticehurst- met hem medereisden, is hij met een pleizierboot naar Boulogne gegaan, vanwaar hij den 2den Sep tember den avondsneltrein naar Parijs nam, waar hij aan het Gare du Nord werd opge wacht door vier personen, o.w. de Italiaan sche advocaat Falloni, een oude dame, naar men vermoedt Seif's moeder, en een Turk- sche notable, Ibrahim Feridoen pasja. Den volgenden ochtend vertrok hij, vermomd als eene vrouw en zwaar gesluierd, in gezelschap van zijn twee verzorgers en de vier anderen, naar Brunoy, bij Fontainebleau, waar hij zijn intrek nam in het Hotel de la Pyramide; doch van te voren, op een veilig plekje in het Sennartbosch, had hij zijn vermomming weer afgelegd en zijn gewone kleederdracht aan genomen. De heer Bousseley, de eigenaar van het hotel, bemerkte dat de vreemde gas ten groote belangstelling aan den dag legden voor de Engelsche couranten en kwam daar door op de gedachte, dat hij met den ver misten prins te doen had. Toen de prins aan het diner zat, vroeg de heer Bousseley hem dan ook op den man af „Is u niet prins Ahmed Seif-ed-Din", waarop de prins ant woordde „Dat hebt u goed geraden." Lang bleef 's prinsen aanwezigheid in het hotel geen geheim. Vrijdagmorgen vervoegde zich een inspecteur van de Parijsche veilig heidspolitie aan het hotel om den prins te spreken, met wien hij een langdurig onder houd had. Den middag van denzelfden dag reisde de prins in dezelfde groote limousine, waarmede hij gekomen was, af. Hij is zoo doende juist door de vingers van vijf Engel sche detectives gesnapt, daar dezen precies een uur na zijn vertrek te Brunoy arriveerden. Waar de prins thans vertoeft, is niet be kend, maar vermoedt wordt dat hij zich nog steeds op een der plaatsen van het dichte Sen nartbosch ophoudt. De Engelsche detectives doen daar tenminste nog ijverige nasporingen naar hem. Het vorstelijk jacht „Nimetoellah" van den ex-Khedive Abbas Hilmi is in den Bos porus aangekomen. Een hardnekkig be richt zegt, dat de vermiste Egyptische prins Seif-ed-Din zich aan boord van het jacht bevindt. Het bericht wordt echter niet be vestigd, doch het blad „Ikdam" meldt defi nitief dat de prins gisteren van de van Triëst komende „Remo", een stoomschip van de Lloyd, als vrouw vermomd is geland. De autoriteiten verklaren dat hun niets bekend is van deze aankomst. DE IDENTITEITSBEWIJZEN VOOR VREEMDELINGEN IN FRANKRIJK. Het Staatsblad publiceert een besluit, vol gens hetwelk elke vreemdeling ouder dan vijftien jaar, die langer dan twee maanden in Frankrijk verblijf houdt, binnen twee da gen na aankomst zich van een identiteitsbe wijs moet voorzien. Draadloos wordt gemeld dat er Zondag voor de bronzen poort van het Vatikaan een incident plaats had, door dat een uit omtrent 100 personen bestaande delegatie van het Congres van geallieerde deelnemers aan den Wereldoorlog, bij den Paus wilde worden toegelaten zonder dat vooraf een audiëntie was verleend. Zij werden door de Zwitser- sche garde teruggewezen. VAN VEERTIG PRiJSVISSCHERS EN EEN ONAANZIENLIJK BLIEKJE. De „Westminster Gazette" vertelt het vol gende vermakelijke verhaal van veertig hen gelaars, die 's morgens vroeg te Coalville, in Leicester, waren uitgetogen om gelflx elk jaar naar een begeerlijken prijs te dingen. De veertig groote prijsvisschers, aldus het verhaal, verzamelden zich bij een grooten plas in de nabijheid van Coalville. Zij haal den de gebruikelijke groote voorraden vlie gen voor den dag, evenals de raadselachtige groote kruiken, waarin verfrissching kan hebben gezeten of ook wel niet. De kansen werden met het onder henge laars gewoonlijk heerschende optimisme be sproken. Verscheidene van de veertig visschers wa ren reeds, naar men kon opmerken, bezig met het maken van gebaren ter voorbereiding van de verhalen, die zij hun vrienden zou den doen. Laarna gingen ae veertig visschers zitten en bleven twee uren achtereen hengelen. Het einde van den hengelwedstrijd werd verkondigd de jury kwam naar voren met weegschalen, berekend voor het gewicht van de grootste visch, die ooit werd gevangen. Slechts één visch echter werd in de weeg schaal gedepóneerd een bliekje, ter lengte van 3 54 c-m- Doch het kreeg den eersten prijs, en een specialen prijs, omdat het de zwaarste visch was, die werd gevangen omdat er geen andere waren. De veertig prijsvisschers zijn thans op zoek naar twee kleine jongens, die den vorigen dag, met twee stukken touw en twee omgebogen spelden, 34 groote visschen ophaalden. Verschillende Parijsche bladen hebben zich npgal verheugd over de berichten uit Washington, volgens welke de Amerikaan- sche regeering zich bij de komende onder handelingen mét de missie van Caillaux al zeer schappelijk toonen zou. Volgens de „New York Herald" zou zij zich tevreden stellen met stortingen van anderhalf pro cent, zoodat de betalingen weinig of geen invloed zouden uitoefenen op Frankrijks fi nancieele positie. Het is echter de vraag, of men zich hier zoodoende niet wat vroeg blij maakt aangezien immers de betalingsper centages steeds zullen moeten toenemen, evenals dit voor de Engelsche schuld het geval is, terwijl men bovendien te Washing ton het plan schijnt te hebben, bepaalde eischen te stellen omtrent een vermindering van de Fransche bewapeningen en verdere compressie van de uitgaven; hetgeen dus niet in het begin wordt betaald zal toch later moeten worden ingehaald. Men zal goed doen, alle berichten aangaande de per centages voorloopig met zekere reserve te aanvaarden, want alles hangt af van het verloop van de onderhandelingen, die Cail laux gaat voeren en die zoowel eep finan cieel als politiek karakter zullen dragen. Op het congre van de sociaal-democra tische partij te Heidelberg, is het gisteren heet toegegaan. De oppositie opende het offensief tegen het partijbestuur, maar over het algemeen was de critiek op de leiding weinig zakelijk. De meeste radicale woord voerders gingen zich te buiten aan demago gisch geschetter, zoodat het later Scheide- mann en Heilmann niet al te moeilijk viel, de aanvallen te pareeren. De voornaamste grief van de sprekers der oppositie was, dat de sociaal-democratische partij jaren lang met de burgerlijke partijen had samenge werkt en ook thans weer onmiddellijk be reid zou zijn, een coalitie met de democra ten en het centrum aan te gaan. Speciaal het centrum moest het ernstig ontgelden. Het had, aldus werd betoogd, door zijn sa mengaan met de Duitsch-nationalen, het volk verraden en andermaal getoond, dat 't een volkomen onbetrouwbare bondgenoot is Een overtuigd republikein kon met het centrum evenmin samenwerken als met de communisten. De verkiezing van Hinden burg tot rijks-president was een blamage ge weest, maar zou een Marx gekozen zijn, dan was de blamage niet minder groot ge weest De affaire Barmat was niet alleen een kwaadwillige opzet van de reactionaire pers, maar wel degelijk hebben sociaal-de mocratische leiders zich door den millio- nair Barmat de oogen laten uitsteken. Gisterenmiddag heeft de Fransche gezant minister Stresemann het aangekondigde me morandum van de Fransche regeering over handigd. De tekst wordt morgenochtend ge publiceerd. Naar de bladen vernemen wordt in het stuk alleen vastgesteld, dat het volgens de meening van de geallieerde regeeringen ge- wenscht schijnt, thans een ministersconfe rentie te doen plaats hebben. Een plaats wordt niet genoemd. Wat het tijdstip be treft, achten de geallieerde regeeringen einde September of begin October geschikt. Zij verwachten hef antwoord van Duitsch land. Dit antwoord zal eerst worden gege ven, nadat het Duitsche kabinet zich met de materieele auaestie zal hebben bezig gehouden. Voor Maandag is een minister raad bijeengeroepen. Eerst daarna zal iets meer over de materieele en formeele quaestie meegedeeld kunnen worden. Het aantal werkloozen bedraagt deze week 1.345.500, of 8802 minder dan de vo rige weck. Van onbekende zijde zijn op den atfaché van het Italiaansche gezantschap in Luxem burg verscheiden schoten gelost, die echter geen doel troffen. Er moet hier sprake zijn van een communistisch-anarchistischen aan slag. De politie deed, naar uit Rome wordt ge seind,. in de omliggende plaatsen tallooze huiszoekingen bij communisten en arrestees de 102 personen. In een hevig gevecht tusschen een Fran sche troepenafdeeling en een duizendtal Arabieren sneuvelden een Fransch kapi tein en veertien Arabieren. Verder werden eenige kapiteins gewond. De Amerikaan- sche financieele missie, die op weg is naar Perzië, ontsnapte nauwelijks aan den dood. Het gevecht had op 80 mijl afstand van Damascus plaats en duurde meer dan een Inzake het bericht van „Het Centrum' omtrent a.s. zeer ingrijpende bezuinigings voorstellen door den nieuwen minister vatl Oorlog, welk bericht door ons werd over genomen, verneemt de „Msb. van zeer bevoegde zijde, dat het van allen grond ont bloot is. De overwegwachter P. R. te Bussum heeft voor den kantonrechter te Hilversum te recht gestaan wegens het in den nacht van 23 op 24 Mei niet behoorlijk afsluiten van den overweg aan de Brinklaan te Bussum, toen een trein naderde, terwijl hij was be last met de bediening der afsluitboomen aan dien overweg. Een auto van R., uit Hil- j versum, was bijna ender den trein geraakt, j doch door een handige maoeuvre van den J chauffeur werd erger voorkomen. Toen de trein gepasseerd was, hebben R en zijn chauffeur in het donkere wAihthuis- ie gekeken en R. slapende aangetroffen. Nadat hij was gewekt, beweerde hij, dat ef geen trein gepasseerd was. Beklaagde erkende het hem ten laste ge legde. Voor zijn nalatigheid is hij reeds disciplinair gestraft door het inhouden van een halven dag loon, welke straf de kan tonrechter laag vond voor zulk een ernstig feit. Deze vond het onverantwoordelijk van de spoorwegmaatschappij en merkte op. dat de toestander aan de overwegen te Bus sum allerschandelijkst zijn. Eisch 100 boete of 2 weken hechteni» Zondag 13 September was in hel moeder huis der Missionarissen van het Goddelijk Woord het afscheidsfeest voor de vertrek kende missionarissen, tevens de sluiting der jubileumfeesten. 29 Missionarissen ontvingen uit de hand van Mgr. Dr Scheifes, wijbisschop van Munster, het missiekruis. In treffende be woordingen sprak Z. D. H. over de betee kenis van het kruis voor den missionaris. Terwijl nu de missionarissen neerknielden om het missiekruis te ontvangen, zong het koor der studenten op ontroerende wijze „Quam specioci." (Hop schoon zijn de voe ten van hen, die den vrede verkondigen). Om half vijf kwamen allen bijeen in de feestzaal; muziek, gezang en poëzie maak ten deze avond onvergetelijk voor de vcrw trekkende missionarissen en hun familie, Ook verschillende heeren geestelijken wa ren naar Steil gekomen om aan het af scheidsfeest van hun parochiekinderen deel te nemen: o.a. bemerkten wij op, den Z»er- ecrw. heer pastoor dr. Le Blanc uit Tilburg en pastoor Beumer uit Bussum. Twee der jonge missionarissen richtten indrukwek kende afscheidswoorden fot familieleder en medebroeders. Het maakte zichtbaar een diepen indruk toen zij hun ouders vroegen, vandaag God te danken, omdat zij een kind voor het missiewerk mogen afstaan. Ten slotte sprak de Hoogeerw. Pater Ge- neraal-superior Gier woorden van troost ei bemoediging en schetste het leven dat d« jongen missionarissen daarginds wacht. Zi vinden bij hun aankomst hun medebroeders die hen vol ongeduld verwachten en hen zullen heenhelpen over de moeilijkheden van het eerste begin. Onder de bescherming van Maria aan Gods vaderhand leven zij veilig en gelukkig en het eeuwig loon zal eenmaal hun aandeel zijn. De bisschoppelij ke zegen besloot deze feestviering. Daarmede zijn de jubelfeesten beëindigd en Steil heeft weer zijn gewoon aanzien var hedriivigheid in dienst van het missie werk. 19 „Misschien geneest zij nooit en in ieder geval kan het nog zeer lang duren, eer zij weder tot spreken in staat is „Wij zullen tot dieYi tijd ook niet rustig afwachten." zeide nu lord Nibblington. voor zij spreekt lossen wij misschien de geheimen op van de misdadigers, tot wie zij in be trekking gestaan heeft. En dan je vergeet één ding, er schuilt verraad in de misdadi- gersbende, er is daar iemand onder hen, die ons nu reeds eenige malen .waarschuwde, die door haar tijdige hulp mij het leven .-edde en wier rol in dit drama nog zeker niet is afgeloopen. Geloof me vrienden, we zullen haar nog wel ontmoeten, zij zal nog wel vaker haar bijstand bieden „Ik gaf mijn halve vermogen om te we ten, wie zij is," riep de Tournel uit, maar ook zij hult zich in een geheimzinnig waas. Maar komaan laat ons niet. langer redetwis ten over de vraag of onze kansen meer of minder schoon staan, wi^-z'in het toch hierin eens, dat wij alle krachten zullen inspan nen. Laten wij dus vaststellen wat ons te doeh staat „Goed gesproken," antwoordde dc Linar, „en als de heeren willen luisteren, zou ik graag het plan willen ontvouwen, dat mijns inziens de meeste kans van slagen biedt." „Wij zijn geheel en al aandacht." „Welnu ik wilde voorstellen, dal wij ge bruik makend van hetgeen wij tot heden ontdekt hebben, trachten het spoor van de Broeders terug te vinden En ik geloof, dat wij dit het beste zouden kunnen doen op de volgende wijze. Wij moeten ons van el kander scheiden en ieder onzen eigen weg gaan „Van elkander scheiden, riep lord Nib blington, „daar zou ik tegen zijn. „Het idee lijkt mij ook minder goed, merkte de Tournel op „Laat ik u duidelijk maken, hoe ik het bedoel,' antwoordde baron de Linar. „Het heeft zeker veel voor, indien wij bijeen blij ven, maar het heeft ongetwijfeld nog meer tegen. We maken het daardoor onze tegen standers gemakkelijker van ons doen en laten op de hoogte tc komen en ons te treffen. Want wij moeten wel in het oog houden, dat zij geen aanval van ons zullen afwachten, doch probeeren zullen ons zoo spoedig en zoo goed mogelijk onschadelijk te maken En dit zal hen moeilijker vallen, indien wij niet bijeen blijven. „Daar is veel van waar," viel lord Nib blington hem in de rede en het zal goed zijn. ais we de Broeders niet steeds op onze hie len hebben Voor onze veiligheid zou de voorgestelde maatregel goed zijn, doch het verlamt ongetwijfeld onze actie, indien'ieder op zich zelf gaat werken." „Dat ben ik geheel met u oneens, ik meen integendeel, dat wij intensiever zullen gaan werken. En mijn bedoeling is ook niet, dat wij onze nasporingen zullen doen, geheel van elkander gescheiden. Neen, maar Lat ieder van ons een spoor volgen misschien gelukt het aan één de misdadigers tc ont dekken." „Hebben deze dan zoovele sporen nage laten?" „Genoeg om ons alle drie werk te ver schaffen Laten wij eens nagaan, hoe wij te v.erk dienen te gaan Ten eerste dat hebben wij aanknoooingspunten te Séns. Er kan daar onderzocht worden, wie het huis huur de, waarin wij gevangen gehouden werden en aan wie het landgoed toebehoorde, waar de gewonde door ons is afgehaald. Natuur lijk zijn ook daar de vogels al lang gevlogen maar misschien vindt men er een leiddraad, die de opsporing der Broeders kan tenge volge hebben Het is mijn oordeel evenwel, dat wij het onderzoek daar gerust kunnen overlaten aan den energieken commissaris. Als er iets fe Sens te ontdekken valt, zal hij het zeker doen." „Dat ben ik met u eens, sprak de 1 our- nel. „Welnu, dan is het onze taak de onder zoekingen te Parijs voort te zetten. En nu kunnen wij van drie dingen gebruik maken. „Welke zijn die," vroeg de lord. „Ten eerste weten wij, dat onder de be dienden van de Tournel een verrader schuilt een handlanger van de schurken, die onzen ondergang gezworen hebben Anders toch hadden dc Broeders niet op de hoogte kun nen zijn van onze plannen, niet kunnen we ten, dat wij t^Sens wilden uitstappen Het is dus zaak nmiwkeurig tc onderzoeken, wie van de bedienden de verrader geweest is. Ontdekken wij hem dan is ons een weg geopend om achter de waarheid te komen, omtrent het geheime genootschap, dat wij vernietigen willen." „De kans is gering," zeide de graaf. „Hel is een kans, hoe gering dan ook en wij mogen zelfs de kleinste ikans niet ver smaden Maar er staan ons nog andere we gen open. Gij herinnert u misschien nog hoe bij ons wegrijden, wij van uit het raam te genover uw woning bespied werden. Van daar ook is de vergiftigde pijl afgeschoten, die u moest dooden. Welnu een nauwkeurig en voorzichtig onderzoek naar den persoon of de personen, die daar gehuisvest warén of misschien nog zijn biedt ons een tweede kans" „En derde?" „De derde hebben wij in het stomme meisje". „Gij bedoelt, dat zij zal gaan spreken?" „Dat kan nog lang duren, maar wii kun nen niettemin door haar ook voor zij ge nezen is waardevolle inlichtingen bekomen. Wjj moeten onderzoeken, wie zij is, vanwaar zij komt. met wie zij in betrekking gestaan he eft en zoo zulien wij misschien ontdekken kunnen, waarom men haar wilde ontvoeren wie de mannen waren, uit wier handen zij, de Tournel, het kind gered hebt. Het on derzoek zal moeilijk zijn, geduld en over leg vorderen, maar wij moeten en willen immers niets onbeproefd laten om one doel te bereiken". „Zeker niet," antwoordde lord Nibblinfj- ton, „gij hebt de stand van zaken mef veel juistheid uiteen 'gezet. Uw voorstel kfomt mij thans begrijpelijk voor. Gij wilt onge twijfeld dat wij naar alle drie kanten Tege lijk beproeven ons het noodige licht tc ver schaffen. „Juist en om dit te kunnen doen zou ik voorstellen, dat ieder van ons afzonderlijk in een der drie aangegeven richtingen een onderzoek instelde" „Ja," zeide de Tournel peinzend, ,tdaf zou toch de beste werkwijze kunnen zijn. Als ik mij bijvoorbeeld belastte met het onderzoek naar de afkomst, de vroegere woonplaats, enzoovoort' van het onbekende meisje. Maar neen misschien was het beter, indien ik tracht op te sporen, wie mijner bedienden een handlanger der Broeders is. „Laat Nibblington zich dan belasten met de taak, die gij eerst op u wildet nemen, dan zal ik beginnen met bet huis tegenover uw woning. Ik beken, dat ik dit gaarne zou doen, want al lijkt u die kans gering, ik heb zoo'n idee, dat daar wat Te ontdek- j ken valt." sprak baron de Linar. Deze schikking werd de beste gevonden. „Als het dan aldus besloten is," zeide de Tournel," zal ik u mijn vrienden vertellen waar het meisje verborgen is. Ik laat haar verplegen in een klooster, klein en onbe kend. dat ligt vlak buiten de stad Rennes. Tot heden heb ik dit aan niemand toever trouwd en de Broeders des Verderfs kun nen in dc verste verte niet vermoeden, waar het meisje verblijf houdt. Als gij baar bezoeken wilf Nibblington zal ik u een brief voor de overste van het gesticht medegeven. Deze is in het geheim ingewijd. Zij is een nicht van mij en bij haar wordt het ongeluk kige meisje liefderijk verpleegd'. „Zou zij nog in denzelfden toestand ver- keeren", vroeg lord Nibblington. „Zeker, miin nicht beloofde mij zoo spoe dig er eenige verbetering te constateeren viel mij daarvan bericht te zullen zenden. En dit bericht bereikte mij tot heden niet. Het zou gegeven worden door middel van een advertentie in een bepaalde courant. Dit natuurlijk omdat de Broeders die tot alles in staat zijn wel eens mijn brieven zouden kunnen onderscheppen. „Nu," zeide lord Nibblington, „laat het onderzoek naar dit meisje aan mij over. Ik zal voorzichtig zijn". De Tournel zag op zijn horloge. (Wordt vervolgd.V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5