w
De geheimzinnige bende
UIT DE PERS
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Woensdag 16 September 1925
DE PERS EN DE TROONREDE.
De geallieerde regeeringen verwachten behalve Streseman nog en-
Kelen voorname leden van het Kabinet bij de a.s. conferentie- De Fran-
sche regeering neemt maatregelen tot regeling der prijzen en beperking
van de duurte. Massa-arrestatie van Chineezen in New-York.
Onder de radio-berichten: Voorbarig optimisme in Frankrijk omtrent
de financieele onderhandelingen met de Ver. Staten. Heftige debatten
op het soc. democratisch congres in Heidelberg. Een aanslag op den
attaché van het Italiaansche gezantschap in Luxemburg mislukt. 102
Communisten-arrestaties door de po itie te kome-
Gem. buitenl. berichten.
EEN INCIDENT VOOR HET
VATICAAN.
De onderhandelingen tusschen
Frankrijk en Amerika.
Het congres der Duitsche
soc.-dem. partij.
De uitnoodiging aan
Duitschland overhandigd.
De werkloosheid in Engeland.
Een mislukte aanslag op den
attaché van het Italiaansche
gezanischap.
Arrestaties van communisten
in Italië.
De onrust in Syrië.
LEGER EN VLOOT.
T egenspraak.
RECHTSZAKEN.
Ingeslapen overwegwachter.
KERK EN SCHOOL
Afscheidsfeest in het Missiehuis
te Steil.
FEUILLETON.
„D e T ij d" nqemt de Troonrede een
program van geleidelijke ontwikkeling, maar
het blad heeft toch een drietal punten ge
mist, welke z.i. in de komende parlementaire
periode niet aan de aandacht der regeering
mogen ontsnappen:
In de eerste plaats is het ons opgevallen,
dat alleen van „handhaving" der financieele
gelijkstelling op schoolgebied wordt ge
sproken. Moet men daaruit afleiden, dat de
nieuwe minister van Onderwijs de meening
is toegedaan, als zou de financieele gelijk
stelling reeds geheel zijn doorgevoerd en
men derhalve met „handhaving" er van kan
volstaan? Het moge ons, voor zoover noo-
dig, vergund zijn, de aandacht van minister
Rutgers er op te vestigen, dat er aan de
doorvoering van de financieele .gelijkstelling
nog heel wat te doen is.
Het blad verbaast zich er vooral over, dat
de nieuwe regeering, zoo weinig tot de vele
belanghebbenden bij handel en nijverheid
heeft te zeggen.
Dat een rechtsch Kabinet, waarin men den
leider en een zijner voornaamste medewer
kers aan het departement van Handel en
Nijverheid vrij en onbesmet van het liberalis
me: „laisser faire, laisser passer" waande
bij de publicatie van het regeeringsprogram,
den indruk wekt, dat op het terrein der
handelspolitiek de regeering met de handen
in de schoot zal blijven zitten, terwijl men
in het buitenland, door nationaal egoisme
verblind, niets onbeproefd laat om onze in
dustrie van de wereldmarkt en zelfs van
haar eigen binnenlandsch terrein te verdrin
gen zal bij velen, die van deze bewinds
lieden altbons een ernstige pog'ng tot het
organiseerer en leiden van een actieve wel-
vaartspcütiek hadden verwacld, een grie
vende teleurstelling wekken Moge de Re
geering de maatregelen tot uitbreiding der
werkgelegenheid, welke zij zegt te over
wegen, zóó ruim opvatten dat de bes rij
ding van de werkloosheid ten slotte haar
culminatiepunt vinde in een krachtige be
vordering van den bloei onzer nationale in
dustrie
Ten slotte zegt het blad, dat een uitdruk
kelijke verzekering, dat de vervulling van
de zedelijke roeping jegens de Overzeesche
gewesten in de eerste plaats medebrengt, dat
de belemmering van de vrijheid der geloofs
verkondiging, welke in art 123 van het In
disch regeerio.gsreglement ligt, met bekwa
men spoed zal worden weggenomen, den
Katholieken .in Nederland en Indië voor het
nieuwe kabinet ietwat geestdriftiger zou
hebben gestemd.
..Bevrediging van alle belangstelling en
nieuwsgierigheid, biedt de Troonrede niet.
Hoe dieper men m dit staatsstuk doordringt,
des te meer vragen rijzen," meent de
.Maasbod e".
Des te meer betefkenis krijgen die enkele"
uitlatingen, waar niet alles aan gissing van
den lezer wordt overgelaten. Aan die pas
sages mogen wij dan ook wel alle waarde
hechten.
Van dit groote kaliber is allereerst de ver
klaring, dat gevaar voor de financieele ont
wrichting als afgewend kan worden be
schouwd. Met andere woorden, dit gevaar
'kan niet mèer, zooals in de laatste twee ia-
ren, het eenig richtsnoer leveren. Die con
clusie ligt voor het grijpen én het keerpunt
in het regeerbeleid is daarmee gemerkt.
Zonder spoor blijft het vorige bezuinigings
beleid niet. Als men niet op besnoeiing en
inkrimping blijft zinnen, dan zal de over
heidsdienst óver de geheele linie, vooral na
den druk, die voorafging, onhoudbaar weer
uitzetten.
Zoo blijft de bezuiniging meespreken Zij
beeft echter niet meer uitsluitend net woord.
Er zal ook aan de noodige voorzieningen
worden gewerkt, mits deze geen omvangrijke
wegens dë omzichtige inkleeding der re
de, mogen wij op dit woord grooten nadruk
leggen uitgaven eischen.
Van Colijn richt zich onmiddellijk de blik
op Kooien
„Ten aanzien van de Woningwet gaat de
grootscheepsche woningbouw met rijksgeld
naar den achtergrond om plaats te maken
voor bevordering van den particulieren bouw
Doortrekken van de lijn der Arbeidswet, zeg
toepassing op kantoorpersoneel, op de trans
portbedrijven, zien wij het eerste jaar niet.
Dat- laat sich uit de woordkeus, de afwach
tende houding ten aanzien van de economi
sche ontwikkeling, voldoende afleiden.
Beter is dan ook, met het onmogelijke niet
te paaien en alleen toe te zeggen wat door
voerbaar zal zijn. Dit geeft wederom aan drie
toezeggingen groot relief.
Regeling van het collectieve contract zal
worden bevorderd. Hier staat de regeering
voer de mogelijkheid min of meer spoedig
hervormend werk van beteekenis te verrich
ten. En dat de zoogenaamde bicdendverkla-
ring in de wet zal worden gelegd, mag men
wel aannemen.
Invoering der Ziektewet is geboden, zegt
de Troonrede. Deze woorden la'en geen
twijfel over, of de Minister wil de in het
Staatsblad staande Ziektewet van den on-
verge'elijken'Talma niet langer doodc letter
laten. Maar zooveel is ook wel als commu
nis opinio gekristalliseerd, dat de ambtelij
ke uitvoering, waarop Talma aanlegde, niet
mag praedomineeren. Talma trouwens heeft
zelf reeds ruimte gelaten vcor particuliere
kassen, maar hij miste het geloof aan de
technische, praktische uitvoerbaarheid.
De „Maasbode" eindigt haar beschouwing
met de eindconclusie:
„Roekeloosheid iigt in deze eerste regee-
ringsdaad niet. Opening van zaken behoefde
echter nog geen onvoorzichtigheid te zijn.
Kloek beleid werd algemeen verwacht en de
Regeering beschaamt die verwachting wel
niet, maar geeft met deze Troonrede cp
haar voornemens niet den vollen kiik."
„De Residentiebode" schrijft
dat de eerste daad van het nieuwe ministe
rie een gunstigen indruk maakt en dat de
Troonrede een belangrijk stuk werk is.
Van het geboden program, zegt het blad,
dat het zeker de lijnen bevat, die, doorge
trokken, zooals te verwachten is, straks be
vrediging voor heel het volk zullen bren
gen. „Althans voor dat gedeelte, hetwelk be
seft, in welk moeilijk tijdsgewricht wij le
ven en dat ook de bekwaamste ministers
vooral in zulke tijden geen paradijs op aar
de kunnen scheppen. Öns volk mag, gezien
de landen rondom, toch al reeds tevreden
zijn met zijn bevoorrechting.
Ten slotte, drie punten zijn er, die voor
al degenen zullen kunnen geruststellen, die
den laatsten tijd dq toekomst donker inza-
gen.
Blijft de financieele toestand zich gunstig
ontwikkelen, dan zal in overweging genomen
worden, de belasting te verlagen en tevens
de salarissen weer wat op peil te brengen;
dit laatste toch lezen we in den term: „ver
zachting van enkele der in de laatste -jaren
genomen maatregelen."
Ten tweede doet de toezegging omtrent
„verlaging van de militaire uitgaven" goed
aan, vfeoral nu ze ree#s dadelijk gepaard
gaat met samensmelting van Marine en Oor
log. Het is dus ernst, ook „Oorlog zal be
zuinigen, zooVer als met verdediging onzer
onafhankelijkheid te rijmen is; en dat is héél
wat!
En eindelijk worden reeds weer verschei
dene sociale maatregelen aangekondigd, zoo
dat hier wel duidelijk blijkt, dat Colijn's
woorden daaromtrent al te zwart gekleurd
zijn door de tegenstanders".
Treinontsporing in Ierland.
In den afgeloopen nacht is een poging ge
daan om den trein van Londonderry naar
Burtonport te doen ontsporen. Een zwaar
zoorwerp werd in een scherpe bocht van e
ails gelegd. Slechts de locomotief en de
>erste wagen ontspoorden. Ongelukken kwa
men niet voor.
Sir John Jordan f.
Sir John Jordan, die lange jaren Britsch
gezant te Peking is geweest en als één van
de grootste autoriteiten in Chineesche za
ken in Groot-Britannië bekend stond, is
Maandag terwijl hij een vergadering van de
„China Association" te Londen presideerde,
ziek geworden en overleden. Hij was 74 jaar
oud. Van de 44 jaren, die hij in het Verre
Oosten heeft doorgebracht, bracht hij er 36 in
in China door, Den laatsten tijd was hij lid
van den Volkenbondscommissie van ad
vies inzake het opiumvraagstuk en de laatste
paar weken had hij gezaghebbende brieven
geschreven, nopens den tegenwoordigen toe
stand in China.
De conferentie met Stre
seman.
De diplomatieke correspondent van de
„Daily Telegraph" meldt dat hier met het-
oog op den binnenlandschen politieken toe-
stmd van Duitschland dfe geallieerde regee
ringen Stresemann niet als eenig gedele
geerde van Duitschland verwachten en%r
ook niets tegen zouden hebben, wanneer hij
door Rijkskanselier Luther en van een an
der voornaam lid van 't kabinet vergezeld
zou worden, omdat anders de onderhande
lingen met hem weinig praktische beteekenis
zouden hebben wanneer de Duitsche Rijks
dag ze naderhand niet zou ratificeeren.
De verschillende confe
renties.
De „Matin schrijft dat Briand niet voor
nemens is onmiddellijk weer naar Genève
terug te keeren. Hij zal hedenmiddag een
conferentie met Skrzynski, den Poolschen
minister van buitenlardsche zaken, hebben.
Bevestigd wordt dat er twee parallel loo-
pende conferenties in Zwitserland bijeen zul
len komen één voor het ten uitvoer bren
gen van het Rijnpact, een andere, die zich
bezig zal houden met de arbitrageverdragen
met Duitschland, Polen en Tsjecho Slowa
kije. Telkenmale dat de Fransche vertegen
woordigers het noodig zullen oordeelen, zal
Benesj en Skrzynski aan de algemeene be
sprekingen deelnemen.
Met betrekking tot de a.s. conferenties van
ministers van buitenlandsche zaken zullen
Briand en Chamberlain hun besprekingen
met Berlijn in den loop der week langs diplo-
matieken weg voortzetten, teneinde een on
aangename verrassing op het oogenblik van
de opening der onderhandelingen te voor
komen. Men gelooft niet dat Berlijn moei
lijkheden zal opwerpen, temeer daar Cham
berlain volkomen met Briand en Skrzynski
accoord gaat, dat gemeenschappelijke onder
handelingen noodig zijn.
De uitnoodiging aan Stre
seman.
Naar de Duitsche draadlooze dienst meldt,
heeft de Fransche gezant minister Strese
mann gemeld, dat hij hem gisterenmiddag
heeft bezocht om hem de uitnoodiging voor
een conferentie van ministers van buitenland
sche zaken te overhandigen.
Regeling van de levensmidde-
lenprijzen in Frankrijk.
Painlevé en de ministers van Justitie, Bin-
nenlandsche Zaken, Openbare Werken,
Handel, en Landbouw onderzochten een
Zeker aantal maatregelen, die er op be
rekend zijn den handel in levensmiddelen
te regelen en de strekking hebben de duurte
van het leven te beperken.
De moeilijkheden van het
kabinet Painlevé.
Nu de zomervacanties haar einde naderen
begint ook het politieke leven weer te ont
waken. En in Frankrijk, waar het omver
werpen van ministeries soms den schijn heeft
tot een soort sport te worden, vraagt men
zich aanstonds af hoe lang het kabinet-Pain-
levé „het nog houden zal." De vraag is of
Painlevé nog voldoenden steun heeft aan het
centrum en de rechterzijde nu de socialis
ten zich eenigermate teruggetrokken heb
ben en zich hun vrijhied van bewegen
voorbehouden, of dat de oude linksche meer
derheid opnieuw kan worden gevormd.
De Kamer zal pas in October bijeenko
men, ondanks het verzoek der socialisten
om haar onverwijld bijeen te roepen, doch
de beraadslaging over de begrooting van het
volgend jaar in de financieele Kamercom
missie wordt als een soort van voorstel be
schouwd. De uitgaven voor het komende
jaar worden op 36.039 miliioen' francs bere
kend, de opbrengst der belasting op 32.539
miliioen, hetgeen dus op een deficiet van
3.500 miliioen wijst. Men weet dat de belas
tingen, welke minister'Caillaux voornemens
is voor te stellen, o.a. het volgende omvat-
tem 20 verhooging der vermogensbelas
ting, 15 verhooging van de belasting op
industrieele 'of handelswinst, 10 verhoo
ging van de belasting op salarissen boven de
16.000 francs of 26.000 frs. in geval van
gehuwde mannen met gezinnen.
Opmerkelijk is dat Caillaux nog een bij
zondere bron van inkomsten hoopt te vin
den in het belasten van de rijkdommen, die
door.... misbruiken bij den wederopbouw
der verwoeste gebieden zijn verworven.
Intusschen maakt de financieele commissie
die zich naar Washington zal bageven om te
onderhandelen over de fundeering der Fran
sche schuld, zich gereed om te vertrekken.
Gisteren heeft Caillaux de heeren ontvangen
de heer Parmentier, die reeds in 1922 door
Poincaré was belast met een missie naar de
Ver. Staten, gaf een uiteenzetting van de
door hem toen gevoerde onderhandelingen.
De kwestie van Mosoel.
De Britsche regeering ontving bericht, dat
de Turken de Christen-dorpen in het vilayet
MoSoel omsingelen en de bewoners in noor
delijke richting verdrijven.
De Britsche minister van Koloniën, Ame-
ry, heeft dit ter kennis van den Raad van den
Volkenbond gebracht.
De fascisten en de mede
zeggenschap der arbeiders
in de fabrieken.
Een communique van het secretariaat dei-
fascistische corporaties zegt, dat een bijeen
komst van vertegenwoordigers van corpora
ties en industrieelen eindigde in een overeen
komst strekkende tot afschaffing van de so
cialistische en communistische arbeiders
commissies in de fabrieken, tot instelling van
arbeidscontracten in werkplaatsen, waar zij
niet bestaan, terwijl het vraagstuk der loonen
onderworpen blijft aan een herziening van
de bestaande arbeidscontracten, of aan het
sluiten van nieuwe contracten.
DE STRIJD DER WAHABIETEN.
Een telegram uit Kaïro meldt, dat volgens
de Syrische bladen de Wahabieten op vreed
zame wijze Medina zijn binnengedrongen.
Het bericht hieromtrent is door Ibn Saoed
draadloos uit Medina verzonden.
De Chineezenmoorden te
New York.
Zooals wij hebben gemeld, zijn de Ameri-
kaansche autoriteiten voornemens met krach
tige hand een eind te maken aan de steeds
weer herhaalde schiet- en steekpartijen der
te New York wonende Chineezen. Met het
oog daarop werden Zaterdag in de Chinee
sche stad aldaar meer dan 200 Chineezen
aangehouden, van wie, zooals uit een onder
zoek bleek, niet minder dan 100 de laatste
drie dagen waren aangekomen, blijkbaar
aangeworven door de Chineesche genoot
schappen der Tongs met het oog op een her
vatting der vijandelijkheden. Dbarvan wer
den er 68 naar Ellis-eiland overgebracht om
door de immigratie-autoriteiten te worden
ondervraagd. Naar men weet zullen alle
Chineezen, die op onwettige wijze de Ver.
Staten zijn binnengekomen, worden gede
porteerd.
Het onderzoek van En-
gelsche immigranten.
Slechts drie van 506 emigranten, die hier
met het stoomschip „California" uit Glas
gow aankomen, worden voor onderzoek op
Elliseiland vastgehouden. Dit wordt be
schouwd als een goede demonstratie van de
doeltreffendheid van het thans in werking
getreden plan om immigranten-in-spé te
onderzoeken vóór zij naar de Vereenigde
Staten vertrekken.
DE ONTVLUCHTE EGYPTISCHE
PRINS.
Prins Ahmed Seif-ed-Din, de zwager van
koning Foead van Egypte, die zooals men
weet eind Augustus uit een zenuwgesticht
te Ticehurst, bij Hastings, is ontsnapt en
dien men reeds inTurkije waande, is inFrank-
rijk, het laatste te Brunoy, een klein plaatsje
op 25 km. van Parijs, gesignaleerd, waar hij,
naar men vermoedt, nog steeds vertoeft
Volgens de verklaringen van een van zijn
twee verzorgers, die uit Ticehurst- met hem
medereisden, is hij met een pleizierboot naar
Boulogne gegaan, vanwaar hij den 2den Sep
tember den avondsneltrein naar Parijs nam,
waar hij aan het Gare du Nord werd opge
wacht door vier personen, o.w. de Italiaan
sche advocaat Falloni, een oude dame, naar
men vermoedt Seif's moeder, en een Turk-
sche notable, Ibrahim Feridoen pasja. Den
volgenden ochtend vertrok hij, vermomd als
eene vrouw en zwaar gesluierd, in gezelschap
van zijn twee verzorgers en de vier anderen,
naar Brunoy, bij Fontainebleau, waar hij
zijn intrek nam in het Hotel de la Pyramide;
doch van te voren, op een veilig plekje in het
Sennartbosch, had hij zijn vermomming weer
afgelegd en zijn gewone kleederdracht aan
genomen. De heer Bousseley, de eigenaar
van het hotel, bemerkte dat de vreemde gas
ten groote belangstelling aan den dag legden
voor de Engelsche couranten en kwam daar
door op de gedachte, dat hij met den ver
misten prins te doen had. Toen de prins aan
het diner zat, vroeg de heer Bousseley hem
dan ook op den man af „Is u niet prins
Ahmed Seif-ed-Din", waarop de prins ant
woordde „Dat hebt u goed geraden."
Lang bleef 's prinsen aanwezigheid in het
hotel geen geheim. Vrijdagmorgen vervoegde
zich een inspecteur van de Parijsche veilig
heidspolitie aan het hotel om den prins te
spreken, met wien hij een langdurig onder
houd had. Den middag van denzelfden dag
reisde de prins in dezelfde groote limousine,
waarmede hij gekomen was, af. Hij is zoo
doende juist door de vingers van vijf Engel
sche detectives gesnapt, daar dezen precies
een uur na zijn vertrek te Brunoy arriveerden.
Waar de prins thans vertoeft, is niet be
kend, maar vermoedt wordt dat hij zich nog
steeds op een der plaatsen van het dichte Sen
nartbosch ophoudt. De Engelsche detectives
doen daar tenminste nog ijverige nasporingen
naar hem.
Het vorstelijk jacht „Nimetoellah" van
den ex-Khedive Abbas Hilmi is in den Bos
porus aangekomen. Een hardnekkig be
richt zegt, dat de vermiste Egyptische prins
Seif-ed-Din zich aan boord van het jacht
bevindt. Het bericht wordt echter niet be
vestigd, doch het blad „Ikdam" meldt defi
nitief dat de prins gisteren van de van Triëst
komende „Remo", een stoomschip van de
Lloyd, als vrouw vermomd is geland. De
autoriteiten verklaren dat hun niets bekend
is van deze aankomst.
DE IDENTITEITSBEWIJZEN VOOR
VREEMDELINGEN IN FRANKRIJK.
Het Staatsblad publiceert een besluit, vol
gens hetwelk elke vreemdeling ouder dan
vijftien jaar, die langer dan twee maanden
in Frankrijk verblijf houdt, binnen twee da
gen na aankomst zich van een identiteitsbe
wijs moet voorzien.
Draadloos wordt gemeld dat er Zondag
voor de bronzen poort van het Vatikaan een
incident plaats had, door dat een uit omtrent
100 personen bestaande delegatie van het
Congres van geallieerde deelnemers aan den
Wereldoorlog, bij den Paus wilde worden
toegelaten zonder dat vooraf een audiëntie
was verleend. Zij werden door de Zwitser-
sche garde teruggewezen.
VAN VEERTIG PRiJSVISSCHERS
EN EEN ONAANZIENLIJK BLIEKJE.
De „Westminster Gazette" vertelt het vol
gende vermakelijke verhaal van veertig hen
gelaars, die 's morgens vroeg te Coalville, in
Leicester, waren uitgetogen om gelflx elk
jaar naar een begeerlijken prijs te dingen.
De veertig groote prijsvisschers, aldus het
verhaal, verzamelden zich bij een grooten
plas in de nabijheid van Coalville. Zij haal
den de gebruikelijke groote voorraden vlie
gen voor den dag, evenals de raadselachtige
groote kruiken, waarin verfrissching kan
hebben gezeten of ook wel niet.
De kansen werden met het onder henge
laars gewoonlijk heerschende optimisme be
sproken.
Verscheidene van de veertig visschers wa
ren reeds, naar men kon opmerken, bezig
met het maken van gebaren ter voorbereiding
van de verhalen, die zij hun vrienden zou
den doen.
Laarna gingen ae veertig visschers zitten
en bleven twee uren achtereen hengelen.
Het einde van den hengelwedstrijd werd
verkondigd de jury kwam naar voren met
weegschalen, berekend voor het gewicht van
de grootste visch, die ooit werd gevangen.
Slechts één visch echter werd in de weeg
schaal gedepóneerd een bliekje, ter lengte
van 3 54 c-m-
Doch het kreeg den eersten prijs, en een
specialen prijs, omdat het de zwaarste visch
was, die werd gevangen omdat er geen
andere waren.
De veertig prijsvisschers zijn thans op zoek
naar twee kleine jongens, die den vorigen dag,
met twee stukken touw en twee omgebogen
spelden, 34 groote visschen ophaalden.
Verschillende Parijsche bladen hebben
zich npgal verheugd over de berichten uit
Washington, volgens welke de Amerikaan-
sche regeering zich bij de komende onder
handelingen mét de missie van Caillaux al
zeer schappelijk toonen zou. Volgens de
„New York Herald" zou zij zich tevreden
stellen met stortingen van anderhalf pro
cent, zoodat de betalingen weinig of geen
invloed zouden uitoefenen op Frankrijks fi
nancieele positie. Het is echter de vraag, of
men zich hier zoodoende niet wat vroeg blij
maakt aangezien immers de betalingsper
centages steeds zullen moeten toenemen,
evenals dit voor de Engelsche schuld het
geval is, terwijl men bovendien te Washing
ton het plan schijnt te hebben, bepaalde
eischen te stellen omtrent een vermindering
van de Fransche bewapeningen en verdere
compressie van de uitgaven; hetgeen dus
niet in het begin wordt betaald zal toch
later moeten worden ingehaald. Men zal
goed doen, alle berichten aangaande de per
centages voorloopig met zekere reserve te
aanvaarden, want alles hangt af van het
verloop van de onderhandelingen, die Cail
laux gaat voeren en die zoowel eep finan
cieel als politiek karakter zullen dragen.
Op het congre van de sociaal-democra
tische partij te Heidelberg, is het gisteren
heet toegegaan. De oppositie opende het
offensief tegen het partijbestuur, maar over
het algemeen was de critiek op de leiding
weinig zakelijk. De meeste radicale woord
voerders gingen zich te buiten aan demago
gisch geschetter, zoodat het later Scheide-
mann en Heilmann niet al te moeilijk viel,
de aanvallen te pareeren. De voornaamste
grief van de sprekers der oppositie was, dat
de sociaal-democratische partij jaren lang
met de burgerlijke partijen had samenge
werkt en ook thans weer onmiddellijk be
reid zou zijn, een coalitie met de democra
ten en het centrum aan te gaan. Speciaal
het centrum moest het ernstig ontgelden.
Het had, aldus werd betoogd, door zijn sa
mengaan met de Duitsch-nationalen, het
volk verraden en andermaal getoond, dat 't
een volkomen onbetrouwbare bondgenoot
is Een overtuigd republikein kon met het
centrum evenmin samenwerken als met de
communisten. De verkiezing van Hinden
burg tot rijks-president was een blamage ge
weest, maar zou een Marx gekozen zijn,
dan was de blamage niet minder groot ge
weest
De affaire Barmat was niet alleen een
kwaadwillige opzet van de reactionaire
pers, maar wel degelijk hebben sociaal-de
mocratische leiders zich door den millio-
nair Barmat de oogen laten uitsteken.
Gisterenmiddag heeft de Fransche gezant
minister Stresemann het aangekondigde me
morandum van de Fransche regeering over
handigd. De tekst wordt morgenochtend ge
publiceerd.
Naar de bladen vernemen wordt in het
stuk alleen vastgesteld, dat het volgens de
meening van de geallieerde regeeringen ge-
wenscht schijnt, thans een ministersconfe
rentie te doen plaats hebben. Een plaats
wordt niet genoemd. Wat het tijdstip be
treft, achten de geallieerde regeeringen
einde September of begin October geschikt.
Zij verwachten hef antwoord van Duitsch
land. Dit antwoord zal eerst worden gege
ven, nadat het Duitsche kabinet zich met
de materieele auaestie zal hebben bezig
gehouden. Voor Maandag is een minister
raad bijeengeroepen. Eerst daarna zal iets
meer over de materieele en formeele
quaestie meegedeeld kunnen worden.
Het aantal werkloozen bedraagt deze
week 1.345.500, of 8802 minder dan de vo
rige weck.
Van onbekende zijde zijn op den atfaché
van het Italiaansche gezantschap in Luxem
burg verscheiden schoten gelost, die echter
geen doel troffen. Er moet hier sprake zijn
van een communistisch-anarchistischen aan
slag.
De politie deed, naar uit Rome wordt ge
seind,. in de omliggende plaatsen tallooze
huiszoekingen bij communisten en arrestees
de 102 personen.
In een hevig gevecht tusschen een Fran
sche troepenafdeeling en een duizendtal
Arabieren sneuvelden een Fransch kapi
tein en veertien Arabieren. Verder werden
eenige kapiteins gewond. De Amerikaan-
sche financieele missie, die op weg is naar
Perzië, ontsnapte nauwelijks aan den dood.
Het gevecht had op 80 mijl afstand van
Damascus plaats en duurde meer dan een
Inzake het bericht van „Het Centrum'
omtrent a.s. zeer ingrijpende bezuinigings
voorstellen door den nieuwen minister vatl
Oorlog, welk bericht door ons werd over
genomen, verneemt de „Msb. van zeer
bevoegde zijde, dat het van allen grond ont
bloot is.
De overwegwachter P. R. te Bussum heeft
voor den kantonrechter te Hilversum te
recht gestaan wegens het in den nacht van
23 op 24 Mei niet behoorlijk afsluiten van
den overweg aan de Brinklaan te Bussum,
toen een trein naderde, terwijl hij was be
last met de bediening der afsluitboomen
aan dien overweg. Een auto van R., uit Hil-
j versum, was bijna ender den trein geraakt,
j doch door een handige maoeuvre van den
J chauffeur werd erger voorkomen.
Toen de trein gepasseerd was, hebben R
en zijn chauffeur in het donkere wAihthuis-
ie gekeken en R. slapende aangetroffen.
Nadat hij was gewekt, beweerde hij, dat ef
geen trein gepasseerd was.
Beklaagde erkende het hem ten laste ge
legde. Voor zijn nalatigheid is hij reeds
disciplinair gestraft door het inhouden van
een halven dag loon, welke straf de kan
tonrechter laag vond voor zulk een ernstig
feit. Deze vond het onverantwoordelijk van
de spoorwegmaatschappij en merkte op. dat
de toestander aan de overwegen te Bus
sum allerschandelijkst zijn.
Eisch 100 boete of 2 weken hechteni»
Zondag 13 September was in hel moeder
huis der Missionarissen van het Goddelijk
Woord het afscheidsfeest voor de vertrek
kende missionarissen, tevens de sluiting der
jubileumfeesten.
29 Missionarissen ontvingen uit de hand
van Mgr. Dr Scheifes, wijbisschop van
Munster, het missiekruis. In treffende be
woordingen sprak Z. D. H. over de betee
kenis van het kruis voor den missionaris.
Terwijl nu de missionarissen neerknielden
om het missiekruis te ontvangen, zong het
koor der studenten op ontroerende wijze
„Quam specioci." (Hop schoon zijn de voe
ten van hen, die den vrede verkondigen).
Om half vijf kwamen allen bijeen in de
feestzaal; muziek, gezang en poëzie maak
ten deze avond onvergetelijk voor de vcrw
trekkende missionarissen en hun familie,
Ook verschillende heeren geestelijken wa
ren naar Steil gekomen om aan het af
scheidsfeest van hun parochiekinderen deel
te nemen: o.a. bemerkten wij op, den Z»er-
ecrw. heer pastoor dr. Le Blanc uit Tilburg
en pastoor Beumer uit Bussum. Twee der
jonge missionarissen richtten indrukwek
kende afscheidswoorden fot familieleder
en medebroeders. Het maakte zichtbaar een
diepen indruk toen zij hun ouders vroegen,
vandaag God te danken, omdat zij een kind
voor het missiewerk mogen afstaan.
Ten slotte sprak de Hoogeerw. Pater Ge-
neraal-superior Gier woorden van troost ei
bemoediging en schetste het leven dat d«
jongen missionarissen daarginds wacht. Zi
vinden bij hun aankomst hun medebroeders
die hen vol ongeduld verwachten en hen
zullen heenhelpen over de moeilijkheden
van het eerste begin. Onder de bescherming
van Maria aan Gods vaderhand leven zij
veilig en gelukkig en het eeuwig loon zal
eenmaal hun aandeel zijn. De bisschoppelij
ke zegen besloot deze feestviering.
Daarmede zijn de jubelfeesten beëindigd
en Steil heeft weer zijn gewoon aanzien
var hedriivigheid in dienst van het missie
werk.
19
„Misschien geneest zij nooit en in ieder
geval kan het nog zeer lang duren, eer zij
weder tot spreken in staat is
„Wij zullen tot dieYi tijd ook niet rustig
afwachten." zeide nu lord Nibblington. voor
zij spreekt lossen wij misschien de geheimen
op van de misdadigers, tot wie zij in be
trekking gestaan heeft. En dan je vergeet
één ding, er schuilt verraad in de misdadi-
gersbende, er is daar iemand onder hen, die
ons nu reeds eenige malen .waarschuwde,
die door haar tijdige hulp mij het leven
.-edde en wier rol in dit drama nog zeker
niet is afgeloopen. Geloof me vrienden, we
zullen haar nog wel ontmoeten, zij zal nog
wel vaker haar bijstand bieden
„Ik gaf mijn halve vermogen om te we
ten, wie zij is," riep de Tournel uit, maar
ook zij hult zich in een geheimzinnig waas.
Maar komaan laat ons niet. langer redetwis
ten over de vraag of onze kansen meer of
minder schoon staan, wi^-z'in het toch hierin
eens, dat wij alle krachten zullen inspan
nen. Laten wij dus vaststellen wat ons te
doeh staat
„Goed gesproken," antwoordde dc Linar,
„en als de heeren willen luisteren, zou ik
graag het plan willen ontvouwen, dat mijns
inziens de meeste kans van slagen biedt."
„Wij zijn geheel en al aandacht."
„Welnu ik wilde voorstellen, dal wij ge
bruik makend van hetgeen wij tot heden
ontdekt hebben, trachten het spoor van de
Broeders terug te vinden En ik geloof, dat
wij dit het beste zouden kunnen doen op
de volgende wijze. Wij moeten ons van el
kander scheiden en ieder onzen eigen weg
gaan
„Van elkander scheiden, riep lord Nib
blington, „daar zou ik tegen zijn.
„Het idee lijkt mij ook minder goed,
merkte de Tournel op
„Laat ik u duidelijk maken, hoe ik het
bedoel,' antwoordde baron de Linar. „Het
heeft zeker veel voor, indien wij bijeen blij
ven, maar het heeft ongetwijfeld nog meer
tegen. We maken het daardoor onze tegen
standers gemakkelijker van ons doen en
laten op de hoogte tc komen en ons te
treffen. Want wij moeten wel in het oog
houden, dat zij geen aanval van ons zullen
afwachten, doch probeeren zullen ons zoo
spoedig en zoo goed mogelijk onschadelijk
te maken En dit zal hen moeilijker vallen,
indien wij niet bijeen blijven.
„Daar is veel van waar," viel lord Nib
blington hem in de rede en het zal goed zijn.
ais we de Broeders niet steeds op onze hie
len hebben Voor onze veiligheid zou de
voorgestelde maatregel goed zijn, doch het
verlamt ongetwijfeld onze actie, indien'ieder
op zich zelf gaat werken."
„Dat ben ik geheel met u oneens, ik meen
integendeel, dat wij intensiever zullen gaan
werken. En mijn bedoeling is ook niet, dat
wij onze nasporingen zullen doen, geheel
van elkander gescheiden. Neen, maar Lat
ieder van ons een spoor volgen misschien
gelukt het aan één de misdadigers tc ont
dekken."
„Hebben deze dan zoovele sporen nage
laten?"
„Genoeg om ons alle drie werk te ver
schaffen Laten wij eens nagaan, hoe wij te
v.erk dienen te gaan Ten eerste dat hebben
wij aanknoooingspunten te Séns. Er kan
daar onderzocht worden, wie het huis huur
de, waarin wij gevangen gehouden werden
en aan wie het landgoed toebehoorde, waar
de gewonde door ons is afgehaald. Natuur
lijk zijn ook daar de vogels al lang gevlogen
maar misschien vindt men er een leiddraad,
die de opsporing der Broeders kan tenge
volge hebben Het is mijn oordeel evenwel,
dat wij het onderzoek daar gerust kunnen
overlaten aan den energieken commissaris.
Als er iets fe Sens te ontdekken valt, zal
hij het zeker doen."
„Dat ben ik met u eens, sprak de 1 our-
nel.
„Welnu, dan is het onze taak de onder
zoekingen te Parijs voort te zetten. En nu
kunnen wij van drie dingen gebruik maken.
„Welke zijn die," vroeg de lord.
„Ten eerste weten wij, dat onder de be
dienden van de Tournel een verrader schuilt
een handlanger van de schurken, die onzen
ondergang gezworen hebben Anders toch
hadden dc Broeders niet op de hoogte kun
nen zijn van onze plannen, niet kunnen we
ten, dat wij t^Sens wilden uitstappen Het
is dus zaak nmiwkeurig tc onderzoeken, wie
van de bedienden de verrader geweest is.
Ontdekken wij hem dan is ons een weg
geopend om achter de waarheid te komen,
omtrent het geheime genootschap, dat wij
vernietigen willen."
„De kans is gering," zeide de graaf.
„Hel is een kans, hoe gering dan ook en
wij mogen zelfs de kleinste ikans niet ver
smaden Maar er staan ons nog andere we
gen open. Gij herinnert u misschien nog hoe
bij ons wegrijden, wij van uit het raam te
genover uw woning bespied werden. Van
daar ook is de vergiftigde pijl afgeschoten,
die u moest dooden. Welnu een nauwkeurig
en voorzichtig onderzoek naar den persoon
of de personen, die daar gehuisvest warén
of misschien nog zijn biedt ons een tweede
kans"
„En derde?"
„De derde hebben wij in het stomme
meisje".
„Gij bedoelt, dat zij zal gaan spreken?"
„Dat kan nog lang duren, maar wii kun
nen niettemin door haar ook voor zij ge
nezen is waardevolle inlichtingen bekomen.
Wjj moeten onderzoeken, wie zij is, vanwaar
zij komt. met wie zij in betrekking gestaan
he eft en zoo zulien wij misschien ontdekken
kunnen, waarom men haar wilde ontvoeren
wie de mannen waren, uit wier handen zij,
de Tournel, het kind gered hebt. Het on
derzoek zal moeilijk zijn, geduld en over
leg vorderen, maar wij moeten en willen
immers niets onbeproefd laten om one
doel te bereiken".
„Zeker niet," antwoordde lord Nibblinfj-
ton, „gij hebt de stand van zaken mef veel
juistheid uiteen 'gezet. Uw voorstel kfomt
mij thans begrijpelijk voor. Gij wilt onge
twijfeld dat wij naar alle drie kanten Tege
lijk beproeven ons het noodige licht tc ver
schaffen.
„Juist en om dit te kunnen doen zou ik
voorstellen, dat ieder van ons afzonderlijk
in een der drie aangegeven richtingen een
onderzoek instelde"
„Ja," zeide de Tournel peinzend, ,tdaf
zou toch de beste werkwijze kunnen zijn.
Als ik mij bijvoorbeeld belastte met het
onderzoek naar de afkomst, de vroegere
woonplaats, enzoovoort' van het onbekende
meisje. Maar neen misschien was het beter,
indien ik tracht op te sporen, wie mijner
bedienden een handlanger der Broeders is.
„Laat Nibblington zich dan belasten met
de taak, die gij eerst op u wildet nemen,
dan zal ik beginnen met bet huis tegenover
uw woning. Ik beken, dat ik dit gaarne
zou doen, want al lijkt u die kans gering,
ik heb zoo'n idee, dat daar wat Te ontdek- j
ken valt." sprak baron de Linar.
Deze schikking werd de beste gevonden.
„Als het dan aldus besloten is," zeide de
Tournel," zal ik u mijn vrienden vertellen
waar het meisje verborgen is. Ik laat haar
verplegen in een klooster, klein en onbe
kend. dat ligt vlak buiten de stad Rennes.
Tot heden heb ik dit aan niemand toever
trouwd en de Broeders des Verderfs kun
nen in dc verste verte niet vermoeden,
waar het meisje verblijf houdt. Als gij baar
bezoeken wilf Nibblington zal ik u een
brief voor de overste van het gesticht
medegeven.
Deze is in het geheim ingewijd. Zij is een
nicht van mij en bij haar wordt het ongeluk
kige meisje liefderijk verpleegd'.
„Zou zij nog in denzelfden toestand ver-
keeren", vroeg lord Nibblington.
„Zeker, miin nicht beloofde mij zoo spoe
dig er eenige verbetering te constateeren
viel mij daarvan bericht te zullen zenden.
En dit bericht bereikte mij tot heden niet.
Het zou gegeven worden door middel van
een advertentie in een bepaalde courant.
Dit natuurlijk omdat de Broeders die tot
alles in staat zijn wel eens mijn brieven
zouden kunnen onderscheppen.
„Nu," zeide lord Nibblington, „laat het
onderzoek naar dit meisje aan mij over.
Ik zal voorzichtig zijn".
De Tournel zag op zijn horloge.
(Wordt vervolgd.V