De geheimzinnige bende De sluisbouwwerken te IJmuiden. Binnenfandsch Nieuws Rheumatiek Sanapirin NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Vierde Blad Zaterdag 19 September Een bezoek aan het millioenwerk. De Schutkolkmu- ren staan reeds grootendeels. Het werk van het bin- nensluishoofd. De bouw van een betonstorttoren. Ingezonden mededeelingen a 60 cents per regel. Het terrein waar de. betonpalen gemaakt worden. Er liggen reeds dui zenden palen in voorraad. De binnenzijde der groote sluizen. De kas waar de sluisdeur in wordt geschoven. De werkzaamheden aan de band-zij-kolk. De groote betontoren in aanbouw Tuberculose-bestrijding. Minister Rutgers naar Parijs. Eerste Kamer en Troonrede. St. Joseph-Retraitehuis te Zenderen (O.) Baron Wittert van Hoogland. UIT ONZE OOST. Zijn dochtertje levend begraven. VERKEER EN POSTERIJEN. Ziekenwagentjes aan de stations. FINANCIËN. De Wit Co.'s Dekenfabrieken. KERK EN SCHOOL. Fraude bij examens. RECHTSZAKEN, UIT DEN OMTREK. CASTRICUM- FEUILLETON. -K fc* L Over het algemeen zit een journalist niet lauw in verlegenheid, maar thans, ik moet Aet bekennen, na mijn bezoek aan de sluis- werken te IJmuiden, ben ik tóch werkelijk een weinig bevreesd mijn „Waterman" ter hand te nemen, want ik vrees met grooten vreeze, dat mijn pen niet in staat zal zijn den lezer een juisten indruk te geven van het geweldig groote kunstwerk, dat daar aan den rand der Noordzee, door de technici der 20ste eeuw wordt gewrocht. De lezer zal mijveroorloven, dat ik mij beperk, tot datgene wat reeds tot stand kwam, want reeds eerder hebben wij uit voerige beschouwingen gegeven over dezen grootschen arbeid, zoodat geacht mag wor den, dat een ieder zoo ten naastenbij zal weten, hoe in 1928 de grootste sluis der we reld er uit zal zien. Dat is trouwens iets wat momenteel van minder belang is. Voor zoover wij als lee- ken daarover kunnen oordeelen, zijn wij er van overtuigd, dat, als straks dit grootsche werk is voltooid en ieders bewondering zal wekken, men zich er toch hoegenaamd geen idee van zal kunnen vormen, wat er aan is voorafgegaan, 't Is daarom zoo interessant, om de wording van dit kunstwerk te mogen gadeslaan. nieurs, daalden we af en begonnen de be zichtiging van het kunstwerk, waarbij ons alle gewenschte inlichtingen werden ver schaft. De schutskalkmuren staan reeds grooten deels, ze moeten alleen nog viér méter hoo- ger worden en eenige meters langer. We troffen het eigenlijk niet al te best. Zooals men begrijpen zal, bestaat dit enor me werk uit verschillende deelen en zoo was men thans juist aan een overgang. Aan een gedaan werk werden juist de puntjes op de i gezet, terwijl men voor het nieuw te beginnen gedeelte de voorbereidingen aan het treffen was. Daargelaten, de uitgravingen die op ver schillende plaatsen van het buiten toela tingskanaal door excavateurs plaats hebben, concentreert de arbeid zich momenteel op het binnen sluishoofd. De excavateurs, die in werking zijn, verwerken elk pl.m. 1000 M3 aard per dag. In het geheel moet 20 mil- lioen M3 aard worden weggegraven. Dit zand wordt vervoerd naar Amsterdam, waar het dienst doet voor de ophooging van terreinen voor woningbouw, een gelukkige bijkomsti ge omstandigheid, want hierdoor is men be langrijk voordeeliger van het aard af, dan Negentienhonderd acht en twintig! Ons nageslacht zal het leeren uit de Va- derlandsche geschiedenis: ,,De opening van de nieuwe sluis te IJmuiden, de grootste der wereld." In 1928, als uit alle werelddeelen men- schen zullen optrekken ter Olympiade naar. Amsterdam, als dus vele vreemden zich op Nederlandschen bodem zullen bevinden, dan zal in IJmuiden de grootste sluis der we reld in gebruik worden genomen. Mogen we er niet dankbaar voor zijn, dat deze gebeurtenissen samenvallen? Zullen we er niet trots op mogen zijn, dat het kleine Nederlandje onder getuige van zoovele bui tenlanders, de grootste sluis ter wereld in gebruik gaat nemen? Laten we hopen, dat Gods zegen op dit werk moge rusten en men zonder tegenspoed kan voortgaan, opdat inderdaad in 1928 de kroon op het werk kan worden gezet. \Fe vroegen dan verlof aan de directie van den sluisbouw, om het werk eens te mogen bezichtigen, teneinde onze lezers met den stand van zaken op de hoogte te bren gen, Zonder eenig aarzelen werd ons ver zoek ingewilligd en vergezeld van een foto graaf begaven we ons naar IJmuiden, waar we in gezelschap van den hoofdingenieur, den heer J, A. Ringers, per motorboot het kanaal overvoeren en aldus het terrein der sluiswerken bereikten. Allereerst bezochten we de directiekeet, die gebouwd is boven de schutkalkmuren. Van hieruit kregen we dus al dadelijk eeni- gen indruk van den kolossalen omvang van het werk. Na een uiteenzetting op de tee- keningen, ons gegeven door één der inge- wanneer men het b.v. in zee had moeten storten. Aan het binnensluishoofd wordt één sluis deur aangebracht, terwijl aan het buiten- sluishoofd, tvfee deuren worden gemaakt, waarvan een als reserve deur dienst doet. Zooals men weet, wordt hier een voldeur- systeem toegepast. Een enorm ijzeren ge vaarte, 53 M. lang en 20 M. hoog en 8 M. breed, sluit het hoofd over de volle wijdte af en kan worden geschoven in een z.g.n deurkas. Aan het buitensluishoofd komen dus twee kassen. Deze kassen zijn van grooteren om vang dan die aan het -binnensluishoofd. Ze kunnen tevens als dok dienst doen. Is de sluisdeur defect, dan wordt ze in de kas ge schoven. Deze kan worden afgesloten, leeg gepompt en aldus kan de reparatie ter plaatse geschieden. Is de deur aan het bin nensluishoofd ernstig defect, dan kan deze deur worden verwisseld met de reserve deur en wordt de defecte deur naar de re serve kas gebracht, waar men de herstelling kan verrichten. Het in- en uitlaten van het water geschiedt niet dopr de deuren, doch buiten om door de riolen, die ongeveer 7 M. hoog en 3 M. wijd zijn. Men. kan daar dus gemakkelijk in rondwandelen. 't Is haast ongelooflijk te zien, hoeveel materiaal er noodig is, voor het werk aan het binnensluishoofd. Het geheple terrein waar straks het binnen-toelatings-kanaal zal komen, doet dienst als werk- en opslag terrein. Er ligt ongeveer een 4000 ton aan ronde ijzeren staven, en aan betonpalen, die ter plaatse worden gefabriceerd, liggen er ongeveer een 3000 gereed. Deze hebben een lengte van 6 tot 16 Meter. Een klein gedeelte van het binnenleidings kanaal is reeds gereed. Hier is de aanleg steiger, waar al het benoodigde materiaal wordt aangevoerd. Het benoodigde ijzer wordt deels met de hand gebogen en deels geschiedt dit met behulp van biAgmacti'r.cs, want een menschenhand vermag niet een s-.aafje" ijzer van 50 m.M. dikte, te bui gen. Deze staafjes hebben een dusdanigen omvang, dat zes man tegelijk ze moeten ver plaatsen. Hoe overigens het vervaardigen van de betonpalen geschiedt, kunnen we veilig ach terwege laten, daar dit bekend ge%oeg ge acht mag worden. Op da hoedanigheid van het beton wordt voortdurend controle gehouden. Daartoe worden op ongeregelde tijden kleine kubus vormige blokken gemaakt, die onder een persmachine worSen geplaatst, om aldus na te gaan bij welken druk de blokken e«rst bezwijken. Er was een heele begraafplaats van blokken,, die aldus den vuurproef had den moeten doorstaan. We komen dan terug op het werk van het binnensluishoofd. Teneinde de eigenlijke werkzaamheden te kunnen aanvangen, is 't noodig geweest, een damwand te slaan. Door daar binnen te ontgraven, wordt een kuip verkregen, waar men ongestoord aan den arbeid kan gaan. De -.wanden worden gevormd door ijzeren planken, die een lengte hebben van 26 M., en een gewicht van 1600 K.G. Deze plan-, ken sluiten in elkaar, en worden aldus twee aan twee in ,den grond gedreven. Hiervoor was het noodig, de heistelling, die reeds 24 M. hoog was, met 8 M. te ver- hoogen. Met het slaan van dezen damwand is men nu gereed gekomen. De ijzeren plan ken werden eerst ingespoten en dan nage- heid. Dit laatste duurt thans nog dag en nacht voort. Bij iederen val van het heiblok zakte de plank van 1-3 m.M. Deze put is dus aangebracht op de plaats waar het binnensluishoofd met de deurkas komen zal. Tusschen beiden heeft' men geschrevene m beeld zal verduidelijken, eveneens een dam geslagen, om aldus aan de kas' vast te kunnen voorfcwerken. In de kuip voor de kas en ook straks in die voor het hoofd worden de vooraf gereed ge maakte betonnen palen geslagen. Er zijn reeds drie rijen geplaatst. Boven op deze palen wordt een betonnen vloer gelegd met een dikte van ongeveer 2Y: M. Hierop komt de deur te rusten. Voor het te verrichten betonwerk aan het binnensluishoofd, is men thans bezig een be ton storttoren te bouwen. Deze toren, die momenteel reeds 42 M. hoog is, krijgt een hoogte van 80 M., dus juist zoo hoog als de toren van de Groote Kmrk te Haarlem. Vanuit de z.g.n. koppers wordt het meng sel voor het beton in afgepaste hoeveelhe den op een transportband geplaatst en ver voerd naar één der twee betonmolens aan den voet van den toren. Hieruit komt 't in een tweetal liftbakken en wordt daarmee boven in den toren gebracht. Van hier uit Wbrdt 't gedeponeerd in een goot, die naar beneden leidt en door een bijzondere con structie naar alle richtingen kan draaien. Aldus kan men vanuit den toren het geheele terrein van beton voorzien. Men krijgt hier door een constante toevoer van beton. Deze toevoer zal dag en nacht doorgaan, tot een werk-onderdeel gereed is. Ongeveer over 4 weken zal men gereed zijn en den toren in werking kunnen stellen. Het eerste werk zal dan zijn het leggen van een vloer in de deurkas. Als 't werk gereed is, zal de ijzeren dam wand gedeeltelijk moeten verdwijnen. Dit zal geschieden door middel van een autoge- nische vlam, die den ijzeren wand zal weg branden. Voor het oogenblik zijn we aan het einde van onze beschouwing. We hopen, dat de di rectie van den sluisbouw ons nog vele ma len in de gelegenheid zal stellen om de wor ding van het kunstwerk te aanschouwen. We zullen dan onze lezers op de hoogte hou den, terwijl onze onverschrokken fotograaf, die na heel wat halsbrekende toeren, ook nu weer een aantal fraaie opnamen nam, het C. A. ZETTEN HET NAJAARSSEIZOEN IN Nu September weer in het land is, begint ieder uit te zien naar kleeding voor herfst en winter. Met frisschen moed hebben C. A. zich uitgerust tot hervatting van den strijd tegen dure kleeding. Hoe meer C. A het publiek aanbieden, hoe meer het publiek van hen verwacht. Op hun beuft zijn C. A. niet tevreden wanneer zij aan die verwach tingen slechts voldoen: zij zijn vastbesloten dit seizoen weer verre te overtreffen wat zij in vorige jaren reeds tot stand hebben gebracht. Nauwelijks is de nieuwe mode uitgekomen, of C. A. bieden het meest aantrekkelijke in schier eindelooze variaties van modellen, kleuren en garneeringen. Zóó groot is de sorteering van hunne enorme voorraden, dat ieder precies kan kiezen wat haar of zijp persoonlijken smaak het best past. Dat alleen maakt het koopen bij C. A. reeds tot een genoegen, maar de prijzen zijn zoo verbluffend laag, dat men hier inderdaad mag spreken van een for- meelen oorlog tegen dure kleeding. Overal waar C. A. zich vestigen, worden zij ver welkomd als de kampioenen der besparing op kleeding voor het heele gezin. Geen won der dus, dat het succes van C. A. met den dag groeit, want Behalve dat zij altijd ri'k gesorteèrd en verreweg het laagst in prijs zijn, kunnen hun goederen Ook in kwa liteit gemakkelijk wedijveren met wat elders tegen veel hoogere prijzen wordt geboden. Wij gaan dus wederom een seizoen tege moet, waarin de leuze „C, A. is toch voor deeliger, ook voor Heerenkleeding" steeds meer veld zal winnen. Een ton meer op de begrooiting. In de Arbeidsbegrooting wordt voorge steld, de post „subsidie" tot bestrijding -van de tuberculose en grantie van rente en af lossing voor de vereeniging „Herwonnen Levenskracht" en de vereeniging „Het Lim- burgsche Groene Kruis" ten behoeve van een leening van die vereenigingen bij de Rijkspostspaarbank en van een leening bij de Rijksverzekeringsbank voor de oprich ting van een nood-sanatorium voor tuber culoselijders en van een leening van de ver eeniging „Zonnegloren" bij het Algemeen Burgerlijk Pensio--Honds" met 100.090 te verhoogen. aangezien verbooging onvermij delijk is geworden om den strijd tegen deze volksziekte te blijven voeren. Naar verluidt, is de Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Rut gers, voornemens den 2en October e.k., vergezeld door den heer Visser, chef van Kunsten en Wetenschappen de afdeeling van het Departement een bezoek te bren gen aan de Tentoonstelling van Decora tieve Kunst te Parijs. Den Minister zou in de Nederlandsche af deeling der tentoonstelling een thee worden aangeboden. Het wederantwoord van de Koningin. De Koningin heeft op het adres van de Eerste Kamer," ter beantwoording van de troonrede, aan den voorzitter der Eerste Kamer het volgende wederantwoord gezon- Ik verzoek aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal mijn dank over te brengen voor haar adres van antwoord. Aangenaam is mij die waardeering, waarmede zij de toezegging ontvangen heeft, dat belangrijke wetsontwerpen ter overweging zullen wor den voorgelegd. Met voldoening ontving ik opnieuw de verzekering, dat ik kan rekenen op de voll toewijding van de Kamer bij de behartiging van de gewichtige belangen welke haar zijn toevertrouwd." treit, naar ae „Tel." verneemt, slechts fe- ten van zeer weinig belang. Bij de voortzet ting van de examens op 7 Juli is deze klacht door gecommitteerden reeds onderzocht. Naar „De Grondwet" met zekerheid ver neemt, zal binnen zeer korten tijd de aanbe steding plaats hebben van het St. Joseph- Retraitenhuis te Zenderen (O.), welke stich ting is opgedragen aan den WelEerw. Pater Philippona C.s.s.R. te Roosendaal. H.H. WIJDINGEN. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft Vrijdag-avond 18 September in de kapel van het Groot-Seminarie te Warmond de Tonsuur toegediend aan de volgende Eerw. Heeren: W. A. Berding; W. E. Blok» P. E. J. Bot telier; A. Th. Brouwer; J. R. v. Dael; J. Dekker; J. C. M. Franse; W. P. M. Haring; J H. v. d. Hoek; P. J. Jong; J. B. Kars- kens; A. M. v. Nobelen; H. A. A. Rouw; C. de Ruyter; A. C. Schaaper; P. C. J. Stammeyer; N. Sfeur; J. H. L. v. Straelen; H. J. P. Tabink; M. H. v. d. Togt; J. Veer man en Th. v. Vugt. Zaterdag en Zondag d. a. v. de vier klei nere Wijdingen aan bovengenoemde Hee ren, alsmede Zaterdag de H. Wijding van het Diaconaat aan de volgende Eerwaard» Heeren W. E. Bende; W. A. F. Bokelohj J. J. Boon, Th. Buis, J. J. Eeken; G, P. M. Holtkarap; A. Hooyshuir; B. J. v. Houten; H, J. J. v. Hussen; C. G. Kempen; C. Ko ning; J. J. Kooy; S. Ligthart; J. C. v. d. Meer; C. P. G. Persoon; N. G. Pronk; N. G. de Rooy; J. P. M. de Sain; H. W. van Schie; C. C. Standemeyer; E. Stolwijk; A. A. Trouwborst; J. Th. de Wit en W. N. Zijlstra. Dinsdag a.s. zal Mgr. geen audiëntie ver* leenen. Naar de Resb. verneemt, heeft het Eer ste Kamerlid, dr. E. B. F. F. baron Wit tert van Hoogland, die Donderdagavond voor de bijeenkomst der Interparlementaire Unie naar Amerika is vertrokken, vóór zijn vertrek te kennen gegeven, dat hij waar schijnlijk niet meer als lid van den Haag- schen gemeenteraad zou terugkeeren. Een nadere verklaring hieromtrent heeft hij niet gegeven. Wel loopen er geruchten, dat het niet uitgesloten is, dat de heer Wittert naar de diplomatie zou overgaan. Om zich op zijn vrouw te wrejeen! De veldpolitie van Sleman heeft in sa menwerking met den regent aldaar licht kunnen brengen in een miscfaad, zoo gru welijk, dat die alle grenzen van de mensche- lijke verbeelding overschrijdt, scirijft„Mat." In Karanggedeh woont namelijk een in lander, dien men ervan verdacht eenige da gen geleden zijn tweejarig dochtertje levend begraven te hebben. Nader aan den tand gevoeld door bestuur en politie, erkende de man zijn gruweldaad gepleegd te hebben en wees zelfs de plaats aan, waar hij het ongelukkige kind onder den grond gestopt had. Men toog naar de aangeduide plek en vond inderdaad in een plantgeul van een der riettuinen onder een dun laagje aarde, het stoffelijk overschot van het meisje. De ontaarde vader deelde op de hem ge stelde vraag, welke motieven hem gedreven zouden kunnen hebben om zich zoo beest achtig te gedragen, mede, dat hij wraak wil de nemen op zijne vrouw, van wie Hij ge scheiden leefde. Commentaar op een dergelijke mentali teit behoeft waarlijk niet geleverd te worden. Op verzoek van de Nederlandsche Spool- wegen heeft het Nederlandsche Roode Kruis ziekenwagentjes geplaatst aan de sta tions Bergen op Zoom en Goes, in verband met de aldaar plaats gehad hebbende stations uitbreidingen. Failliet verklaard. Donderdag is door de arrondissements rechtbank te Helmond het faillissement uit gesproken van De Wit Co.'s dekenfa- briek aldaar met benoeming van mr. W. N. J. M. Smit tot rechter-commissaris en van mr. G. Coovels tot curator. Bij deze in 1913 opgerichte onderneming heeft het publiek belang door de uitstaande 5 le hypothecaire obligatieleening van 1917 groot f 600.000. Ultimo '24 stond nog f390.000 dezer obligatieleening uit. Sinds 1921 zijn geen jaarverslagen van deze maat schappij verschenen, terwijl uit de appreciatie der obligaties ter beurze wel afgeleid mag worden dat de toestand sinds geruimen tijd verre van rooskleurig was. Naar verluidt heeft de maatschappij een niet onaanzienlijke bankschuld bij de Unie- bank voor Nederland en Koloniën. De aanklacht, wegens fraude bij de eind examens, die tegen dr. Cordewener, rector van het stedelijk gymnasium te 's-Bosch, is ingediend (dit is geschied door den heer H. van Alfen, leeraar aan dat gymnasium), be- DE MOORD OP DEN OVERWEG WACHTER TE GIESSEN—NIEUWKERK Levenslange gevangenisstraf geëischt. Tegen beide beklaagden T. en K., be schuldigd van den moord op den overweg wachter Jacob de Jong te Giessen-Nieuw- kerk, is door het O. M. van de Rechtbank te Dordrecht, levenslange gevangenisstraf geëischt. Gevatte Koude, Influenza. Kies- en Aangezichtspijn. verdrijft men door de genezende en pijnstillende werking Buisje 75 ct. (Mijnhardt) Burgelijke Stand. Geboren Catha' rina, d. v. J. Dam en M. Groot; Catharina, d. v. Fr. Hollenberg en J. Metselaar. Overleden Gerrit Kas, 80 jaar te Amster dam en Guurtje Kuijper, 79 jaar te Castri- cum. Aanhouding. Door de Rijks- en Gemeentepolitie werd een man aangehouden, waarvan aanhouding én voorgeleiding werd verzocht door den Commissaris van politie te Wormerveer wegens verduistering. Bij zijn aanhouding gaf hij een valschen naam, doch al spoedig viel hij door de mand toen hij inzag, dat ontkennen niet hielp. Ook de politie van Beverwijk en Apeldoorn had klachten ontvangen wegens verduis tering enz. Nog denzelfden middag werd hij overgebracht naar Wormerveer en aldaar in arrest gesteld. Kermis. De kermis behoort weer tot het verleden. In tegenstelling met andere jaren was het aantal tenten en kramen en vermakelijkheden grooter. Het bezoek was echter niet evenredig daaraan, zoodat van ruim zaken doen niet kan worden gesproken- Ook de café's hadden een niet zoo talrijk bezoek als vorige jaren. De politie had geen zware taak, alhoewel enkele kleine ruzietjes niet konden worden voorkomen. De bioscoop had in tegenstelling met ande re inrichtingen telken, male een goed bezette tent, waaraan het mooie program niet vreemd zal zijn geweest. Woensdagavond na afloop van de kermis werd uit den winkel van den rijwielhandelaar Gorter, terwijl deze op den weg stond te praten, door een Egmonder een rijwiel ontvreemd nadat hem vooraf was gezegd, dat geen rijwiel voor verhuring disponibel was. Terstond na de ontdekking van den diefstal werd de vermoedelijke dief per auto achtervolgd en mocht het gelukken dezen onder Egmond binnen te achterhalen. Door de politie werd hij toen voor alle zeker heid in arrest gesteld, om hem te verhooren. Electrisch melken. Op Donderdag 24 September a.s. zal op de van Tienhove Hoeve te Bakkum, bewoond door den heer P. Beentjes, een demonstratie gegeven wor den met een electrische melkmachine. De demonstratie zal worden gehouden des na middags drie uur. Gevonden en verloren voorwerpen. Gevonden 2 rijwielbelastingplaatjes; een rijwiel; en een pet; terwijl hedenmiddag een bankbiljet van f 200 werd gevonden, waarvan de eigenaar spoedig kwam opdagen. 22. „Neen," weersprak lord Nibblington, „dat volgt daaruit volstrekt niet. We kun nen niet aannemen, dat die schilderes hier toevallig rondzwierf, we kunnen even min gelooven, daf gistermorgen, toen het arme meisje ontvoerd werd, die dame weer toevallig hier voorbij reed met een jong meisje. Neen, dat jonge meisje is uw beschermelinge, daar aan kan geen twijfel bestaan." „Maar daarmede is niet de tegenstrij digheid opgelost, waar ik u op wees. Of wilt gij veronderstellen, daf die dame niet met de Broeders des Verderfs in betrek kin zou staan." „Geenszins, ik durf zelfs veronderstel len, dat die dame ons nader bekend is." „Gij meent?" „Ik meen. dat zij degene is, die reeds vaker ons pad gekruist heeft, de dame aan wie ik mijn leven te danken heb door hef tegengift, dat zij ons bezorgde. Zij die u waarschuwde en later in den trein ons het briefje deed toekomen om ons te be wegen niet ten Sens uit fe stappen." „Ik heb daaraan ook gedacht. Evenwel tot heden heeft die dame althans met ons medegewerkt, ons geholpen. En dus zou zij ons juist fegenwerken. Hoe is dat te ver klaren." „Ik weet het niet, maar de veronderstel ling, die ik maakte, lijkt mij de minst on waarschijnlijke, ik weet geen betere, hoe wel ik toegeef, daf er zoo zeer veel raad selachtigs overblijft." „Maar ik meende vroeger dat wij de hulp, die wij van de onbekende dame ont vingen, juist te danken hadden hieraan, dat wij het stomme meisje hielden uit de han den van de Broeders des Verderfs „Daf is wel zoo goed als zeker. „Maar als dat door u zoo goed als zeker geacht wordt, hoe kunt gij dan meenen, dat diezelfde onbekende thans het meisje weer in handen van de schurken zou overleve ren." 4 „Dat meen ik ook niet. Neen ik vermoed eerder, dat zij op eigen gelegenheid hef meisje meegenomen heeft. Het arme kkind scheen met haar bevriend, anders zou het zoo gewillig niet zijn meegegaan." „Maar het was onder onze bescherming veilig, waarom behoefde zij het dan te vervoeren." „Gij vergeet, vriend," anfwoordde lord Nibblington, „dat zij het meisje te ontdek ken wist. Wat is nu waarschijnlijker dan te veronderstellen, dat ook de Broeders er achfer gekomen zijn, dat het meisje hier vertoefde. Kon zij het niet ontvoerd heb ben, juist om te beletten, dat dit door de schurken zou geschieden. „Inderdaad," zeide de Tournel getroffen, dat is een scherpzinnige redeneering, zoo ver had ik nog niet doorgedacht, het kan goed zijn, zooals gij zegt." Men was de tuin van het klooster weder binnengetreden. De overste had gezorgd, dat de heeren een stevig ontbijf klaar von den staan en zij waardeerden deze ëas*7 vrijheid zeer, want in hun ijver^ hadden zij dien morgen nog niets gebruikt." „Laat ons eerst eten," zeide lord iNib- blington dpgewekt, „wij moefen onze krachten sparen, er blijft ons nog veel te doen." Na het ontbijt keerden kzij naar Kennes terug en natuurlijker wijs overlegden zij onderweg, wat hen fe doen stond. „Hm," zeide-de Tournel, het zal ons bij zonder moeilijk vallen de twee dames op te sporen. Bij het kloosfer wer den zij natuurlijk opgemerkt, maar natuur lijk zoodra zij op den grooten <veg kwamen heeft niemand 'meer op haar gelet. Zij zijn, naar wij mogen opmaken uif hetgeen de boeren ons vertelden, naar Rennes ëere- den en ze kunnen reeds lang naar Parijs vertrokken zijn. Men kan met evenveel succes zoeken naar een speld in een hooi berg." „Gij hebt gelijk, wij kunnen terloops in- formeeren naar de fietsende dames, doch ik geloof evenmin, als gij, dat het succes, om haar thans te vinden, groot zal zijn. „Wij zullen dus niet lang hier blijven en, onze onmachf erkennen." „Ho, ho, nu zijt ge ondankbaar Me dunkt, dat wij zeer veel ontdekt hebben dat ons verheugen kan en dat we omtrent het lot van het gevluchfe meisje ons niet zeer ongerust behoeven te maken." „Het is waar, maar wij zijn dan toch het spoor van de misdadigers kwijt." „Ik meende, dat wij hier juist eene schoone gelegenheid hadden lien op het sj. oor te komen." „Ik begrijp u niet." „Luister. De dame, die het kind ont voerd heeft, moet zij zijn, die ons altijd nog heeft geholpen. Zij is dus een vijandin van de schurken, die wij vervolgen, en toonde zich onze vriendin. Ook zij was bevriend met het stomme meisje, want dif blijkt uit alles. Als zij nu dit meisje ontvoert, dan kan het niet zijn om haar tegen ons te be schermen, doch om haar uit de macht der Broeders fe houden. Daaruit besluit ik, dat zij wist of vermoeden kon, dat de Broeders weder de hand op het jonge meisje leggen gingen. Gij weet zoo goed als ik. hoe voortreffelijk die onbekende steeds op de hoogte bleek te zijn van de plannen der schurken. Als zij dus gemeend heeft het meisje voor hen te moeten be veiligen. dan is dif vast op goeden grond geschied. Hieruitvolgt, dat de Broeders, die niet kunnen weten, dat het meisje ge vlucht is, pogen zullen zich van haar mees ter te maken. Daarom stel ik voor hier eenige dagen te blijven, om af te wachten, waf er gebeurt. Wij kunnen het meisje he laas voor hun aanslagen niet beveiligen op dit oogenblik, maar wij kunnen op deze manier nog eens trachten met de Broeders in aanraking te komen. Dat is toch ons doel, niet waar". „Zeker," riep de Tournel met drift, „en liefst in zeer onzachte aanraking ook, zoo daf het hen heugen zal. O, ik haak naar het oogenblik, dat we de schurken in onze macht zullen krijgen en dat we alle gehei men hebben opgelost, die ons ons omrin- l'e"lk ben niet minder verlangend dan gij, doch laten wij met overleg te werk gaan en niet de geringste kans verzuimen, cue voor ons van eenig belang zijn kan. Zij vroegen onderweg nog bij eenige landlieden of die zich een tweetal fietsende dames herinnerden maar de een had ze ge zien, een ander niet en een derde beweer de, dat hij drie dames op den weg had zien rijden. De quaestie was dat de dames per fiets op den straatweg volsfrekt niet zeld- waren wat het volgen van het spoor zaam van het ontvluchte stomme meisje zeer moeilijk of liever tamelijk wel onmogelijk ""üc beide vrienden staakfen dit onder zoek dan ook al spoedig, zij gingen zich liever inspannen om de Broeders des Ver derfs te ontdekken. Daarvoor moest het klooster bewaakt worden, wat zij inder daad met veel geduld en overleg deden. Zij hielden de bewaking langer dan acht dagen vol en nu eens als een paar veld- arbeiders gekleed, dan weer als toeristen, die de landstreek bezochfen, zorgden ze ervoor, dat men het klooster niet onbe merkt kon naderen of bespieden, laat staan een aanslag kem plegen op iemand binnen de muren. En zoo'n aanslag verwachtten zij toch, want de Broeders zouden zich van het sfomme meisje willen meester maken en volgens de redeneering van lord Nib blington konden zij niet weten, dat het meisje daar niet meer vertoefde. Evenwel hun geduld werd op zeer zwa- ren proef gesteld en fen slotte toch niet beloond, want tien dagen, nadat zij met de bewaking begonnen waren, gebeurde er iets onverwachts. Zij zwierven in den om trek van het klooster rond, toen zij daar iemand zagen aankomen wandelen, die hen in de verte reeds zeer bekend voorkwam. „Hef is de Linar", riep Nibblington op gewonden, „hij komt ons -opzoeken, ha, misschien is hij gelukkiger geweest dan (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9