De geheimzinnige bende
De sluisbouwwerken te IJmuiden.
Binnenfandsch Nieuws
Rheumatiek
Sanapirin
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Vierde Blad Zaterdag 19 September
Een bezoek aan het millioenwerk. De Schutkolkmu-
ren staan reeds grootendeels. Het werk van het bin-
nensluishoofd. De bouw van een betonstorttoren.
Ingezonden mededeelingen
a 60 cents per regel.
Het terrein waar de. betonpalen gemaakt worden. Er liggen reeds dui
zenden palen in voorraad.
De binnenzijde der groote sluizen.
De kas waar de sluisdeur in wordt geschoven.
De werkzaamheden aan de band-zij-kolk. De groote betontoren in aanbouw
Tuberculose-bestrijding.
Minister Rutgers naar Parijs.
Eerste Kamer en Troonrede.
St. Joseph-Retraitehuis te
Zenderen (O.)
Baron Wittert van Hoogland.
UIT ONZE OOST.
Zijn dochtertje levend
begraven.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Ziekenwagentjes aan de
stations.
FINANCIËN.
De Wit Co.'s Dekenfabrieken.
KERK EN SCHOOL.
Fraude bij examens.
RECHTSZAKEN,
UIT DEN OMTREK.
CASTRICUM-
FEUILLETON.
-K fc*
L
Over het algemeen zit een journalist niet
lauw in verlegenheid, maar thans, ik moet
Aet bekennen, na mijn bezoek aan de sluis-
werken te IJmuiden, ben ik tóch werkelijk
een weinig bevreesd mijn „Waterman" ter
hand te nemen, want ik vrees met grooten
vreeze, dat mijn pen niet in staat zal zijn
den lezer een juisten indruk te geven van
het geweldig groote kunstwerk, dat daar aan
den rand der Noordzee, door de technici
der 20ste eeuw wordt gewrocht.
De lezer zal mijveroorloven, dat ik mij
beperk, tot datgene wat reeds tot stand
kwam, want reeds eerder hebben wij uit
voerige beschouwingen gegeven over dezen
grootschen arbeid, zoodat geacht mag wor
den, dat een ieder zoo ten naastenbij zal
weten, hoe in 1928 de grootste sluis der we
reld er uit zal zien.
Dat is trouwens iets wat momenteel van
minder belang is. Voor zoover wij als lee-
ken daarover kunnen oordeelen, zijn wij er
van overtuigd, dat, als straks dit grootsche
werk is voltooid en ieders bewondering zal
wekken, men zich er toch hoegenaamd geen
idee van zal kunnen vormen, wat er aan is
voorafgegaan, 't Is daarom zoo interessant,
om de wording van dit kunstwerk te mogen
gadeslaan.
nieurs, daalden we af en begonnen de be
zichtiging van het kunstwerk, waarbij ons
alle gewenschte inlichtingen werden ver
schaft.
De schutskalkmuren staan reeds grooten
deels, ze moeten alleen nog viér méter hoo-
ger worden en eenige meters langer.
We troffen het eigenlijk niet al te best.
Zooals men begrijpen zal, bestaat dit enor
me werk uit verschillende deelen en zoo
was men thans juist aan een overgang. Aan
een gedaan werk werden juist de puntjes
op de i gezet, terwijl men voor het nieuw te
beginnen gedeelte de voorbereidingen aan
het treffen was.
Daargelaten, de uitgravingen die op ver
schillende plaatsen van het buiten toela
tingskanaal door excavateurs plaats hebben,
concentreert de arbeid zich momenteel op
het binnen sluishoofd. De excavateurs, die
in werking zijn, verwerken elk pl.m. 1000 M3
aard per dag. In het geheel moet 20 mil-
lioen M3 aard worden weggegraven. Dit zand
wordt vervoerd naar Amsterdam, waar het
dienst doet voor de ophooging van terreinen
voor woningbouw, een gelukkige bijkomsti
ge omstandigheid, want hierdoor is men be
langrijk voordeeliger van het aard af, dan
Negentienhonderd acht en twintig!
Ons nageslacht zal het leeren uit de Va-
derlandsche geschiedenis: ,,De opening van
de nieuwe sluis te IJmuiden, de grootste
der wereld."
In 1928, als uit alle werelddeelen men-
schen zullen optrekken ter Olympiade naar.
Amsterdam, als dus vele vreemden zich op
Nederlandschen bodem zullen bevinden, dan
zal in IJmuiden de grootste sluis der we
reld in gebruik worden genomen.
Mogen we er niet dankbaar voor zijn, dat
deze gebeurtenissen samenvallen? Zullen we
er niet trots op mogen zijn, dat het kleine
Nederlandje onder getuige van zoovele bui
tenlanders, de grootste sluis ter wereld in
gebruik gaat nemen?
Laten we hopen, dat Gods zegen op dit
werk moge rusten en men zonder tegenspoed
kan voortgaan, opdat inderdaad in 1928 de
kroon op het werk kan worden gezet.
\Fe vroegen dan verlof aan de directie
van den sluisbouw, om het werk eens te
mogen bezichtigen, teneinde onze lezers met
den stand van zaken op de hoogte te bren
gen, Zonder eenig aarzelen werd ons ver
zoek ingewilligd en vergezeld van een foto
graaf begaven we ons naar IJmuiden, waar
we in gezelschap van den hoofdingenieur,
den heer J, A. Ringers, per motorboot het
kanaal overvoeren en aldus het terrein der
sluiswerken bereikten.
Allereerst bezochten we de directiekeet,
die gebouwd is boven de schutkalkmuren.
Van hieruit kregen we dus al dadelijk eeni-
gen indruk van den kolossalen omvang van
het werk. Na een uiteenzetting op de tee-
keningen, ons gegeven door één der inge-
wanneer men het b.v. in zee had moeten
storten.
Aan het binnensluishoofd wordt één sluis
deur aangebracht, terwijl aan het buiten-
sluishoofd, tvfee deuren worden gemaakt,
waarvan een als reserve deur dienst doet.
Zooals men weet, wordt hier een voldeur-
systeem toegepast. Een enorm ijzeren ge
vaarte, 53 M. lang en 20 M. hoog en 8 M.
breed, sluit het hoofd over de volle wijdte
af en kan worden geschoven in een z.g.n
deurkas.
Aan het buitensluishoofd komen dus twee
kassen. Deze kassen zijn van grooteren om
vang dan die aan het -binnensluishoofd. Ze
kunnen tevens als dok dienst doen. Is de
sluisdeur defect, dan wordt ze in de kas ge
schoven. Deze kan worden afgesloten, leeg
gepompt en aldus kan de reparatie ter
plaatse geschieden. Is de deur aan het bin
nensluishoofd ernstig defect, dan kan deze
deur worden verwisseld met de reserve
deur en wordt de defecte deur naar de re
serve kas gebracht, waar men de herstelling
kan verrichten. Het in- en uitlaten van het
water geschiedt niet dopr de deuren, doch
buiten om door de riolen, die ongeveer 7 M.
hoog en 3 M. wijd zijn. Men. kan daar dus
gemakkelijk in rondwandelen.
't Is haast ongelooflijk te zien, hoeveel
materiaal er noodig is, voor het werk aan
het binnensluishoofd. Het geheple terrein
waar straks het binnen-toelatings-kanaal
zal komen, doet dienst als werk- en opslag
terrein. Er ligt ongeveer een 4000 ton aan
ronde ijzeren staven, en aan betonpalen, die
ter plaatse worden gefabriceerd, liggen er
ongeveer een 3000 gereed. Deze hebben een
lengte van 6 tot 16 Meter.
Een klein gedeelte van het binnenleidings
kanaal is reeds gereed. Hier is de aanleg
steiger, waar al het benoodigde materiaal
wordt aangevoerd. Het benoodigde ijzer
wordt deels met de hand gebogen en deels
geschiedt dit met behulp van biAgmacti'r.cs,
want een menschenhand vermag niet een
s-.aafje" ijzer van 50 m.M. dikte, te bui
gen. Deze staafjes hebben een dusdanigen
omvang, dat zes man tegelijk ze moeten ver
plaatsen.
Hoe overigens het vervaardigen van de
betonpalen geschiedt, kunnen we veilig ach
terwege laten, daar dit bekend ge%oeg ge
acht mag worden.
Op da hoedanigheid van het beton wordt
voortdurend controle gehouden. Daartoe
worden op ongeregelde tijden kleine kubus
vormige blokken gemaakt, die onder een
persmachine worSen geplaatst, om aldus na
te gaan bij welken druk de blokken e«rst
bezwijken. Er was een heele begraafplaats
van blokken,, die aldus den vuurproef had
den moeten doorstaan.
We komen dan terug op het werk van
het binnensluishoofd. Teneinde de eigenlijke
werkzaamheden te kunnen aanvangen, is 't
noodig geweest, een damwand te slaan.
Door daar binnen te ontgraven, wordt een
kuip verkregen, waar men ongestoord aan
den arbeid kan gaan.
De -.wanden worden gevormd door ijzeren
planken, die een lengte hebben van 26 M.,
en een gewicht van 1600 K.G. Deze plan-,
ken sluiten in elkaar, en worden aldus twee
aan twee in ,den grond gedreven.
Hiervoor was het noodig, de heistelling,
die reeds 24 M. hoog was, met 8 M. te ver-
hoogen. Met het slaan van dezen damwand
is men nu gereed gekomen. De ijzeren plan
ken werden eerst ingespoten en dan nage-
heid. Dit laatste duurt thans nog dag en
nacht voort. Bij iederen val van het heiblok
zakte de plank van 1-3 m.M.
Deze put is dus aangebracht op de plaats
waar het binnensluishoofd met de deurkas
komen zal. Tusschen beiden heeft' men geschrevene m beeld zal verduidelijken,
eveneens een dam geslagen, om aldus aan
de kas' vast te kunnen voorfcwerken. In de
kuip voor de kas en ook straks in die voor
het hoofd worden de vooraf gereed ge
maakte betonnen palen geslagen. Er zijn
reeds drie rijen geplaatst. Boven op deze
palen wordt een betonnen vloer gelegd met
een dikte van ongeveer 2Y: M. Hierop komt
de deur te rusten.
Voor het te verrichten betonwerk aan het
binnensluishoofd, is men thans bezig een be
ton storttoren te bouwen. Deze toren, die
momenteel reeds 42 M. hoog is, krijgt een
hoogte van 80 M., dus juist zoo hoog als de
toren van de Groote Kmrk te Haarlem.
Vanuit de z.g.n. koppers wordt het meng
sel voor het beton in afgepaste hoeveelhe
den op een transportband geplaatst en ver
voerd naar één der twee betonmolens aan
den voet van den toren. Hieruit komt 't in
een tweetal liftbakken en wordt daarmee
boven in den toren gebracht. Van hier uit
Wbrdt 't gedeponeerd in een goot, die naar
beneden leidt en door een bijzondere con
structie naar alle richtingen kan draaien.
Aldus kan men vanuit den toren het geheele
terrein van beton voorzien. Men krijgt hier
door een constante toevoer van beton. Deze
toevoer zal dag en nacht doorgaan, tot een
werk-onderdeel gereed is. Ongeveer over 4
weken zal men gereed zijn en den toren in
werking kunnen stellen. Het eerste werk zal
dan zijn het leggen van een vloer in de
deurkas.
Als 't werk gereed is, zal de ijzeren dam
wand gedeeltelijk moeten verdwijnen. Dit
zal geschieden door middel van een autoge-
nische vlam, die den ijzeren wand zal weg
branden.
Voor het oogenblik zijn we aan het einde
van onze beschouwing. We hopen, dat de di
rectie van den sluisbouw ons nog vele ma
len in de gelegenheid zal stellen om de wor
ding van het kunstwerk te aanschouwen. We
zullen dan onze lezers op de hoogte hou
den, terwijl onze onverschrokken fotograaf,
die na heel wat halsbrekende toeren, ook
nu weer een aantal fraaie opnamen nam, het
C. A.
ZETTEN HET NAJAARSSEIZOEN IN
Nu September weer in het land is, begint
ieder uit te zien naar kleeding voor herfst en
winter. Met frisschen moed hebben C. A.
zich uitgerust tot hervatting van den strijd
tegen dure kleeding. Hoe meer C. A het
publiek aanbieden, hoe meer het publiek van
hen verwacht. Op hun beuft zijn C. A.
niet tevreden wanneer zij aan die verwach
tingen slechts voldoen: zij zijn vastbesloten
dit seizoen weer verre te overtreffen wat
zij in vorige jaren reeds tot stand hebben
gebracht. Nauwelijks is de nieuwe mode
uitgekomen, of C. A. bieden het meest
aantrekkelijke in schier eindelooze variaties
van modellen, kleuren en garneeringen. Zóó
groot is de sorteering van hunne enorme
voorraden, dat ieder precies kan kiezen wat
haar of zijp persoonlijken smaak het best
past. Dat alleen maakt het koopen bij
C. A. reeds tot een genoegen, maar de
prijzen zijn zoo verbluffend laag, dat men
hier inderdaad mag spreken van een for-
meelen oorlog tegen dure kleeding. Overal
waar C. A. zich vestigen, worden zij ver
welkomd als de kampioenen der besparing
op kleeding voor het heele gezin. Geen won
der dus, dat het succes van C. A. met
den dag groeit, want Behalve dat zij altijd
ri'k gesorteèrd en verreweg het laagst in
prijs zijn, kunnen hun goederen Ook in kwa
liteit gemakkelijk wedijveren met wat elders
tegen veel hoogere prijzen wordt geboden.
Wij gaan dus wederom een seizoen tege
moet, waarin de leuze „C, A. is toch voor
deeliger, ook voor Heerenkleeding" steeds
meer veld zal winnen.
Een ton meer op de begrooiting.
In de Arbeidsbegrooting wordt voorge
steld, de post „subsidie" tot bestrijding -van
de tuberculose en grantie van rente en af
lossing voor de vereeniging „Herwonnen
Levenskracht" en de vereeniging „Het Lim-
burgsche Groene Kruis" ten behoeve van
een leening van die vereenigingen bij de
Rijkspostspaarbank en van een leening bij
de Rijksverzekeringsbank voor de oprich
ting van een nood-sanatorium voor tuber
culoselijders en van een leening van de ver
eeniging „Zonnegloren" bij het Algemeen
Burgerlijk Pensio--Honds" met 100.090 te
verhoogen. aangezien verbooging onvermij
delijk is geworden om den strijd tegen deze
volksziekte te blijven voeren.
Naar verluidt, is de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Rut
gers, voornemens den 2en October e.k.,
vergezeld door den heer Visser, chef van
Kunsten en Wetenschappen
de afdeeling
van het Departement een bezoek te bren
gen aan de Tentoonstelling van Decora
tieve Kunst te Parijs.
Den Minister zou in de Nederlandsche af
deeling der tentoonstelling een thee worden
aangeboden.
Het wederantwoord van de Koningin.
De Koningin heeft op het adres van de
Eerste Kamer," ter beantwoording van de
troonrede, aan den voorzitter der Eerste
Kamer het volgende wederantwoord gezon-
Ik verzoek aan de Eerste Kamer der
Staten-Generaal mijn dank over te brengen
voor haar adres van antwoord. Aangenaam
is mij die waardeering, waarmede zij de
toezegging ontvangen heeft, dat belangrijke
wetsontwerpen ter overweging zullen wor
den voorgelegd.
Met voldoening ontving ik opnieuw de
verzekering, dat ik kan rekenen op de voll
toewijding van de Kamer bij de behartiging
van de gewichtige belangen welke haar zijn
toevertrouwd."
treit, naar ae „Tel." verneemt, slechts fe-
ten van zeer weinig belang. Bij de voortzet
ting van de examens op 7 Juli is deze klacht
door gecommitteerden reeds onderzocht.
Naar „De Grondwet" met zekerheid ver
neemt, zal binnen zeer korten tijd de aanbe
steding plaats hebben van het St. Joseph-
Retraitenhuis te Zenderen (O.), welke stich
ting is opgedragen aan den WelEerw. Pater
Philippona C.s.s.R. te Roosendaal.
H.H. WIJDINGEN.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
Vrijdag-avond 18 September in de kapel
van het Groot-Seminarie te Warmond de
Tonsuur toegediend aan de volgende Eerw.
Heeren:
W. A. Berding; W. E. Blok» P. E. J. Bot
telier; A. Th. Brouwer; J. R. v. Dael; J.
Dekker; J. C. M. Franse; W. P. M. Haring;
J H. v. d. Hoek; P. J. Jong; J. B. Kars-
kens; A. M. v. Nobelen; H. A. A. Rouw;
C. de Ruyter; A. C. Schaaper; P. C. J.
Stammeyer; N. Sfeur; J. H. L. v. Straelen;
H. J. P. Tabink; M. H. v. d. Togt; J. Veer
man en Th. v. Vugt.
Zaterdag en Zondag d. a. v. de vier klei
nere Wijdingen aan bovengenoemde Hee
ren, alsmede Zaterdag de H. Wijding van
het Diaconaat aan de volgende Eerwaard»
Heeren W. E. Bende; W. A. F. Bokelohj
J. J. Boon, Th. Buis, J. J. Eeken; G, P. M.
Holtkarap; A. Hooyshuir; B. J. v. Houten;
H, J. J. v. Hussen; C. G. Kempen; C. Ko
ning; J. J. Kooy; S. Ligthart; J. C. v. d.
Meer; C. P. G. Persoon; N. G. Pronk; N.
G. de Rooy; J. P. M. de Sain; H. W. van
Schie; C. C. Standemeyer; E. Stolwijk; A.
A. Trouwborst; J. Th. de Wit en W. N.
Zijlstra.
Dinsdag a.s. zal Mgr. geen audiëntie ver*
leenen.
Naar de Resb. verneemt, heeft het Eer
ste Kamerlid, dr. E. B. F. F. baron Wit
tert van Hoogland, die Donderdagavond
voor de bijeenkomst der Interparlementaire
Unie naar Amerika is vertrokken, vóór zijn
vertrek te kennen gegeven, dat hij waar
schijnlijk niet meer als lid van den Haag-
schen gemeenteraad zou terugkeeren. Een
nadere verklaring hieromtrent heeft hij niet
gegeven. Wel loopen er geruchten, dat het
niet uitgesloten is, dat de heer Wittert naar
de diplomatie zou overgaan.
Om zich op zijn vrouw te wrejeen!
De veldpolitie van Sleman heeft in sa
menwerking met den regent aldaar licht
kunnen brengen in een miscfaad, zoo gru
welijk, dat die alle grenzen van de mensche-
lijke verbeelding overschrijdt, scirijft„Mat."
In Karanggedeh woont namelijk een in
lander, dien men ervan verdacht eenige da
gen geleden zijn tweejarig dochtertje levend
begraven te hebben.
Nader aan den tand gevoeld door bestuur
en politie, erkende de man zijn gruweldaad
gepleegd te hebben en wees zelfs de plaats
aan, waar hij het ongelukkige kind onder
den grond gestopt had.
Men toog naar de aangeduide plek en
vond inderdaad in een plantgeul van een der
riettuinen onder een dun laagje aarde, het
stoffelijk overschot van het meisje.
De ontaarde vader deelde op de hem ge
stelde vraag, welke motieven hem gedreven
zouden kunnen hebben om zich zoo beest
achtig te gedragen, mede, dat hij wraak wil
de nemen op zijne vrouw, van wie Hij ge
scheiden leefde.
Commentaar op een dergelijke mentali
teit behoeft waarlijk niet geleverd te worden.
Op verzoek van de Nederlandsche Spool-
wegen heeft het Nederlandsche Roode
Kruis ziekenwagentjes geplaatst aan de sta
tions Bergen op Zoom en Goes, in verband
met de aldaar plaats gehad hebbende stations
uitbreidingen.
Failliet verklaard.
Donderdag is door de arrondissements
rechtbank te Helmond het faillissement uit
gesproken van De Wit Co.'s dekenfa-
briek aldaar met benoeming van mr. W. N.
J. M. Smit tot rechter-commissaris en van
mr. G. Coovels tot curator.
Bij deze in 1913 opgerichte onderneming
heeft het publiek belang door de uitstaande
5 le hypothecaire obligatieleening van
1917 groot f 600.000. Ultimo '24 stond nog
f390.000 dezer obligatieleening uit. Sinds
1921 zijn geen jaarverslagen van deze maat
schappij verschenen, terwijl uit de appreciatie
der obligaties ter beurze wel afgeleid mag
worden dat de toestand sinds geruimen tijd
verre van rooskleurig was.
Naar verluidt heeft de maatschappij een
niet onaanzienlijke bankschuld bij de Unie-
bank voor Nederland en Koloniën.
De aanklacht, wegens fraude bij de eind
examens, die tegen dr. Cordewener, rector
van het stedelijk gymnasium te 's-Bosch, is
ingediend (dit is geschied door den heer H.
van Alfen, leeraar aan dat gymnasium), be-
DE MOORD OP DEN OVERWEG
WACHTER TE GIESSEN—NIEUWKERK
Levenslange gevangenisstraf geëischt.
Tegen beide beklaagden T. en K., be
schuldigd van den moord op den overweg
wachter Jacob de Jong te Giessen-Nieuw-
kerk, is door het O. M. van de Rechtbank
te Dordrecht, levenslange gevangenisstraf
geëischt.
Gevatte Koude, Influenza. Kies-
en Aangezichtspijn. verdrijft men
door de genezende en pijnstillende
werking
Buisje 75 ct.
(Mijnhardt)
Burgelijke Stand. Geboren Catha'
rina, d. v. J. Dam en M. Groot; Catharina,
d. v. Fr. Hollenberg en J. Metselaar.
Overleden Gerrit Kas, 80 jaar te Amster
dam en Guurtje Kuijper, 79 jaar te Castri-
cum.
Aanhouding. Door de Rijks- en
Gemeentepolitie werd een man aangehouden,
waarvan aanhouding én voorgeleiding werd
verzocht door den Commissaris van politie
te Wormerveer wegens verduistering.
Bij zijn aanhouding gaf hij een valschen
naam, doch al spoedig viel hij door de mand
toen hij inzag, dat ontkennen niet hielp.
Ook de politie van Beverwijk en Apeldoorn
had klachten ontvangen wegens verduis
tering enz. Nog denzelfden middag werd hij
overgebracht naar Wormerveer en aldaar
in arrest gesteld.
Kermis. De kermis behoort weer tot
het verleden. In tegenstelling met andere
jaren was het aantal tenten en kramen en
vermakelijkheden grooter. Het bezoek was
echter niet evenredig daaraan, zoodat van
ruim zaken doen niet kan worden gesproken-
Ook de café's hadden een niet zoo talrijk
bezoek als vorige jaren. De politie had geen
zware taak, alhoewel enkele kleine ruzietjes
niet konden worden voorkomen.
De bioscoop had in tegenstelling met ande
re inrichtingen telken, male een goed bezette
tent, waaraan het mooie program niet vreemd
zal zijn geweest. Woensdagavond na afloop
van de kermis werd uit den winkel van den
rijwielhandelaar Gorter, terwijl deze op den
weg stond te praten, door een Egmonder
een rijwiel ontvreemd nadat hem vooraf
was gezegd, dat geen rijwiel voor verhuring
disponibel was. Terstond na de ontdekking
van den diefstal werd de vermoedelijke dief
per auto achtervolgd en mocht het gelukken
dezen onder Egmond binnen te achterhalen.
Door de politie werd hij toen voor alle zeker
heid in arrest gesteld, om hem te verhooren.
Electrisch melken. Op Donderdag
24 September a.s. zal op de van Tienhove
Hoeve te Bakkum, bewoond door den heer
P. Beentjes, een demonstratie gegeven wor
den met een electrische melkmachine. De
demonstratie zal worden gehouden des na
middags drie uur.
Gevonden en verloren voorwerpen.
Gevonden 2 rijwielbelastingplaatjes; een
rijwiel; en een pet; terwijl hedenmiddag een
bankbiljet van f 200 werd gevonden, waarvan
de eigenaar spoedig kwam opdagen.
22.
„Neen," weersprak lord Nibblington,
„dat volgt daaruit volstrekt niet. We kun
nen niet aannemen, dat die schilderes
hier toevallig rondzwierf, we kunnen even
min gelooven, daf gistermorgen, toen het
arme meisje ontvoerd werd, die dame
weer toevallig hier voorbij reed met een
jong meisje. Neen, dat jonge meisje is uw
beschermelinge, daar aan kan geen twijfel
bestaan."
„Maar daarmede is niet de tegenstrij
digheid opgelost, waar ik u op wees. Of
wilt gij veronderstellen, daf die dame niet
met de Broeders des Verderfs in betrek
kin zou staan."
„Geenszins, ik durf zelfs veronderstel
len, dat die dame ons nader bekend is."
„Gij meent?"
„Ik meen. dat zij degene is, die reeds
vaker ons pad gekruist heeft, de dame aan
wie ik mijn leven te danken heb door hef
tegengift, dat zij ons bezorgde. Zij die u
waarschuwde en later in den trein ons
het briefje deed toekomen om ons te be
wegen niet ten Sens uit fe stappen."
„Ik heb daaraan ook gedacht. Evenwel
tot heden heeft die dame althans met ons
medegewerkt, ons geholpen. En dus zou zij
ons juist fegenwerken. Hoe is dat te ver
klaren."
„Ik weet het niet, maar de veronderstel
ling, die ik maakte, lijkt mij de minst on
waarschijnlijke, ik weet geen betere, hoe
wel ik toegeef, daf er zoo zeer veel raad
selachtigs overblijft."
„Maar ik meende vroeger dat wij de
hulp, die wij van de onbekende dame ont
vingen, juist te danken hadden hieraan, dat
wij het stomme meisje hielden uit de han
den van de Broeders des Verderfs
„Daf is wel zoo goed als zeker.
„Maar als dat door u zoo goed als zeker
geacht wordt, hoe kunt gij dan meenen, dat
diezelfde onbekende thans het meisje weer
in handen van de schurken zou overleve
ren." 4
„Dat meen ik ook niet. Neen ik vermoed
eerder, dat zij op eigen gelegenheid hef
meisje meegenomen heeft. Het arme kkind
scheen met haar bevriend, anders zou het
zoo gewillig niet zijn meegegaan."
„Maar het was onder onze bescherming
veilig, waarom behoefde zij het dan te
vervoeren."
„Gij vergeet, vriend," anfwoordde lord
Nibblington, „dat zij het meisje te ontdek
ken wist. Wat is nu waarschijnlijker dan te
veronderstellen, dat ook de Broeders er
achfer gekomen zijn, dat het meisje hier
vertoefde. Kon zij het niet ontvoerd heb
ben, juist om te beletten, dat dit door de
schurken zou geschieden.
„Inderdaad," zeide de Tournel getroffen,
dat is een scherpzinnige redeneering, zoo
ver had ik nog niet doorgedacht, het kan
goed zijn, zooals gij zegt."
Men was de tuin van het klooster weder
binnengetreden. De overste had gezorgd,
dat de heeren een stevig ontbijf klaar von
den staan en zij waardeerden deze ëas*7
vrijheid zeer, want in hun ijver^ hadden zij
dien morgen nog niets gebruikt."
„Laat ons eerst eten," zeide lord iNib-
blington dpgewekt, „wij moefen onze
krachten sparen, er blijft ons nog veel te
doen."
Na het ontbijt keerden kzij naar Kennes
terug en natuurlijker wijs overlegden zij
onderweg, wat hen fe doen stond.
„Hm," zeide-de Tournel, het zal ons bij
zonder moeilijk vallen de twee dames op te
sporen. Bij het kloosfer wer
den zij natuurlijk opgemerkt, maar natuur
lijk zoodra zij op den grooten <veg kwamen
heeft niemand 'meer op haar gelet. Zij zijn,
naar wij mogen opmaken uif hetgeen de
boeren ons vertelden, naar Rennes ëere-
den en ze kunnen reeds lang naar Parijs
vertrokken zijn. Men kan met evenveel
succes zoeken naar een speld in een hooi
berg."
„Gij hebt gelijk, wij kunnen terloops in-
formeeren naar de fietsende dames, doch
ik geloof evenmin, als gij, dat het succes,
om haar thans te vinden, groot zal zijn.
„Wij zullen dus niet lang hier blijven en,
onze onmachf erkennen."
„Ho, ho, nu zijt ge ondankbaar Me
dunkt, dat wij zeer veel ontdekt hebben
dat ons verheugen kan en dat we omtrent
het lot van het gevluchfe meisje ons niet
zeer ongerust behoeven te maken."
„Het is waar, maar wij zijn dan toch het
spoor van de misdadigers kwijt."
„Ik meende, dat wij hier juist eene
schoone gelegenheid hadden lien op het
sj. oor te komen."
„Ik begrijp u niet."
„Luister. De dame, die het kind ont
voerd heeft, moet zij zijn, die ons altijd nog
heeft geholpen. Zij is dus een vijandin van
de schurken, die wij vervolgen, en toonde
zich onze vriendin. Ook zij was bevriend
met het stomme meisje, want dif blijkt uit
alles. Als zij nu dit meisje ontvoert, dan
kan het niet zijn om haar tegen ons te be
schermen, doch om haar uit de macht der
Broeders fe houden. Daaruit besluit ik,
dat zij wist of vermoeden kon, dat de
Broeders weder de hand op het jonge
meisje leggen gingen. Gij weet zoo goed
als ik. hoe voortreffelijk die onbekende
steeds op de hoogte bleek te zijn van de
plannen der schurken. Als zij dus gemeend
heeft het meisje voor hen te moeten be
veiligen. dan is dif vast op goeden grond
geschied. Hieruitvolgt, dat de Broeders,
die niet kunnen weten, dat het meisje ge
vlucht is, pogen zullen zich van haar mees
ter te maken. Daarom stel ik voor hier
eenige dagen te blijven, om af te wachten,
waf er gebeurt. Wij kunnen het meisje he
laas voor hun aanslagen niet beveiligen op
dit oogenblik, maar wij kunnen op deze
manier nog eens trachten met de Broeders
in aanraking te komen. Dat is toch ons
doel, niet waar".
„Zeker," riep de Tournel met drift, „en
liefst in zeer onzachte aanraking ook, zoo
daf het hen heugen zal. O, ik haak naar
het oogenblik, dat we de schurken in onze
macht zullen krijgen en dat we alle gehei
men hebben opgelost, die ons ons omrin-
l'e"lk ben niet minder verlangend dan gij,
doch laten wij met overleg te werk gaan
en niet de geringste kans verzuimen, cue
voor ons van eenig belang zijn kan.
Zij vroegen onderweg nog bij eenige
landlieden of die zich een tweetal fietsende
dames herinnerden maar de een had ze ge
zien, een ander niet en een derde beweer
de, dat hij drie dames op den weg had zien
rijden. De quaestie was dat de dames per
fiets op den straatweg volsfrekt niet zeld-
waren wat het volgen van het spoor
zaam
van het ontvluchte stomme meisje zeer
moeilijk of liever tamelijk wel onmogelijk
""üc beide vrienden staakfen dit onder
zoek dan ook al spoedig, zij gingen zich
liever inspannen om de Broeders des Ver
derfs te ontdekken. Daarvoor moest het
klooster bewaakt worden, wat zij inder
daad met veel geduld en overleg deden.
Zij hielden de bewaking langer dan acht
dagen vol en nu eens als een paar veld-
arbeiders gekleed, dan weer als toeristen,
die de landstreek bezochfen, zorgden ze
ervoor, dat men het klooster niet onbe
merkt kon naderen of bespieden, laat staan
een aanslag kem plegen op iemand binnen
de muren. En zoo'n aanslag verwachtten zij
toch, want de Broeders zouden zich van
het sfomme meisje willen meester maken
en volgens de redeneering van lord Nib
blington konden zij niet weten, dat het
meisje daar niet meer vertoefde.
Evenwel hun geduld werd op zeer zwa-
ren proef gesteld en fen slotte toch niet
beloond, want tien dagen, nadat zij met
de bewaking begonnen waren, gebeurde er
iets onverwachts. Zij zwierven in den om
trek van het klooster rond, toen zij daar
iemand zagen aankomen wandelen, die hen
in de verte reeds zeer bekend voorkwam.
„Hef is de Linar", riep Nibblington op
gewonden, „hij komt ons -opzoeken, ha,
misschien is hij gelukkiger geweest dan
(Wordt vervolgd.)