De geheimzinnige bende EVENTJES LACHEN sSjp^s. Jè JMETIGD^ IJgfllBJWS Bsnnenlandsch Nieuws. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad. Dinsdag 29 September 1925 Nadere bijzonderheden omtrent het zinken van den duikboot S 51. De overstroomingen in China worden ernstiger. Onder de radioberichten: Het internationale steden-congres gisteren te Parijs geopend. Wijziging in de Poolsche politiek ten opzichte van Rusland? Maarschalk Lyautey heeft ontslag gevraagd. Gem. buitenl. berichten, GEEN OPHEFFING VAN HET BAGNO VAN GUYANA. KERK EN SCHOOL. Professor Veraart. Pater Dr. Th. v. d. Meer f. FEUILLETON. Barthou over Frankrijks schulden. Het Internationale Steden- congres te Parijs. Het Duitsch-Russische Handelsverdrag. Een catastrofe in het Ruhr- gebied. De quaestie van Mosoel. De reis van Ts jits jerin naar Warschau. De oorlog in Marokko. De ramp van de duikboot S5I. Commandeur in de Orde van den H. Gregorius den Groote. Nationaliteitsbewijzen voor motorrijtuigen. .SpKfe.x - Geen misdrijf. Het typhusgevaar langs de grens. De Fransch-Amerikaan- sche onderhandelingen. Naar te Parijs ontvangen mededeelingen tou men het over de cijfers wel eens wórden, al is men het nog nietFrankrijk zal wat op komen in zijn aanbod van 25 millioen dollar gedurende de eerste jaren en misschien wel tot 35 gaan, welk bedrag dan met geleide- ijke verhoogingen in tien jaar tot 100 mil lioen zou stijgen. Aangezien de Amerikanen van de oorspronkelijk geëischte 150 millioen per jaar reeds afgekomen schijnen te zijn tot 120, lijkt deze kloof niet onoverbrug baar. De groote moeilijkheid blijft echter de wensch van herziening van het verdrag, in dien Frankrijk (als gevolg van de niet-uit- voering door Duitschland van het plan- Dawes, al wordt dit er niet bij gezegd) in zoodanige omstandigheden mocht geraken, dat het zijn betalingen niet kan voortzetten. Men houdt daaraan van Franschen kant hardnekkig vast, terwijl de Amerikanen er niets van willen weten en tegenwerpen, dat Frankrijk dan ook moet aannemen meer te gaan betalen als het bij geval eens in veel betere omstandigheden komen mocht. Boven dien zegt Mellon, dat een dergelijke bepaling in een contract een onding is en dat het duidelijk is, dat Frankrijk niet kan voort gaan, indien het failliet gaat. In dergelijke gevallen wordt altijd een speciale regeling getroffen. Volgens berichten uit Washington hoopt men Woensdag definitief te weten of over eenstemming al dan niet mogelijk is. In het eerste geval heeft men Donderdag nog voor de uitwerking der details. In ieder geval lijkt Caillaux besloten Vrijdag den terugtocht te aanvaarden, omdat hij niet langer van het ministerie van financiën af wezig kan blijven. De „Petit Parisien" meldt uit Washing ton, dat de Fransche gedelegeerden staan op een eventueele herziening der Fransche be talingscapaciteit voor het geval Duitschland in gebreke zou blijven. De „Matin" meldt uit Washington, dat Caillaux aan Mellon verzekerde, dat er geenerlei betaling aan En geland zou worden gedaan en geenerlei rege ling met Engeland zou worden gesloten zon der een identieke betaling aan, en regeling met, de V. S. Nopens de cijfers der annuïtei ten naderen de beide standpunten elkaar, maar er is nog geen overeenstemming ten aan zien van de bepaling der eventueele herzie ning waarop Caillaux krachtig aandringt. De officieele besprekingen inzake de Fran sche schulden aan Amerika zijn gedurende het „week-end" gestaakt. Eiken dag worden déjeuners gegeven, in de hoop, dat een basis voor een overeenkomst zal worden gevonden door niet-officieele besprekingen. Na een „tea" van Caillaux met Winston, den secre taris der Amerikaansche commissie heerschte er weer wat meer optimisme. De jongste revolutionnairè bewegingen in Portugal. Een telegram uit Lissabon meldt, dat de rechtbank alle gedetineerden in verband met de revolutionaire beweging van 18 April heeft vrijgesproken. Eenigen hunner blijven echter in de gevangenis om berecht te worden wegens deelneming aan de beweging van 19 Juli. De scheepvaartstaking in Zuid-Afrika. Wederom zijn twee stoomschepen uitge varen. Er wordt thans nog één mailboot door de staking opgehouden. De oorlog in Marokko. Teneinde het aanstaande offensief in overeenstemming met het Fransch-Spgansche plan te kunnen beginnen worden de Fran sche troepen in compacte massa's bijeenge bracht, welke beschikken over krachtig en talrijk zwaar en licht geschut, veel cavalerie en een groot aantal vliegtuigen. Dezer dagen is de letter uitgeloot, die, zoo als wij reeds hebben meegedeeld, moet aan wijzen welke soldaten der lichting 1925 van het Fransche leger naar Noord-Afrika zullen gezonden worden. Die noodlottige letter was de M alle jongelieden, die thans hun diensttijd van 18 maanden volbrengen en wier naam me; een M of een der volgende letters begint, zullen naa; Afrika worden ge bonden tot het maximum van het benoodigde ntal manschappen bereikt is. Een uitzon dering zal o.a. worden gemaakt voor ge huwden en weduwnaars met kinderen, voor degenen, wier vader of wier twee broeders voor Frankrijk gestorven zijn, voor oudste zoons van weduwen en voor de oudste van voile weezen. „Central News" meldde Zaterdag uit Ma drid „Generaal Primo de Rivera verspreidt een communiqué, waarin de verovering van Ajdir op Zaterdagmorgen gemeld wordt. Tot dusver zijn er van eenigen anderen kant geenerlei berichten over dit belangrijke suc ces ingekomen, maar aan de juistheid wordt niet getwijfeld." Op het oogenblik bevindt zich een En- gelsch correspondent in het hoofdkwartier der Riffijnen, zoodat aan de eenzijdigheid van den berichtendienst nu wel een eind zal komen. De correspondent is de heer Cheean, dezelfde die eenigen tijd geleden de vredes voorwaarden van Abd-el-Krim aan generaal Primo de Rivera heeft overgebracht, benevens de tegenvoorwaarden van laatstgenoemde, die daarop door Abd-el-Krim van de hand zijn gewezen. De correspondent geeft bijzonderheden over den stand van zaken. Volgens hem is de stemming in het hoofdkwartier der Rif fijnen gunstig. Hij vertelt, dat door de ge combineerde Fransche en Spaansche vloten, die Zaterdag Wad Lau en Tgizas gebom bardeerd hebben, in het geheel 4 menschen zijn gedood en dat door een Spaansch bom bardement van Ajdir op Vrijdag slechts 3 menschen zijn gedood, waarvan er twee Spaansche gevangenen waren. De ramp van duikboot S. 51. Een destroyer meldt radiografisch Een duiker deelt mede, dat de duikboot op haar kiel rust. Alle pogingen om met de bemanning in verbinding te komen zijn vruchteloos ge bleven. Er bevindt zich een groot gat aan bakboord nabij den uitkijktoren. Men hoopt, dat enkele leden der bemanning nog in leven zijn in de^waterdichte kamers. De drie door de „City of Rome" geredde leden der equipage gaan goed vooruit Het stoomschip komt heden te Boston aan. Later wordt geseind De „City of Rome" is in Boston aangeko men. Drie overlevenden van de bemanning der duikboot liepen in lakens gehuld de loopplank af. De politie hield de menigte op een afstand. De passagiers zeggen dat de nacht helder was toen de schepen met elkaar in botsing kwamen, dat het stoomschip tien knoopen per uur liep eii dat de duikboot, die gedeeltelijk onder water lag, de „City of Rome" aan stuurboord in schuinsche rich ting naderde. Een aantal passagiers bevond zich aan dek, doch slechts weinigen hunner Zagen de duikboot naderen. De eerste be kendmaking van het gevaar waren drie stooten op de stoomfluit van het schip. Kapitein Diahl, van de „City of Rome", zegt in een verklaring aan de pers Wij be merkten de duikboot aan stuurboordsboeg toen zij al vlak bij was. Ik liet onmiddellijk de machines omzetten. De duikboot ver volgde echter met volle vaart haar weg en een seconde later kwamen wij met elkaar in bot sing, waarbij wij haar halverwege tusschen voorsteven en stuurmanspost troffen. De Duikboot zonk binnen de minuut. Wij had den een boot uitgezet in zes of zeven minu ten. De drie mannen, die wij hebben ge red, was alles, wat wij zagen. De matroos Lira, de laatste der drie geredden, raakte bij het zinken van de duikboot verward in de draadlooze antenne, doch maakte zich nog bijtijds los. Lira verklaart, dat de commandant van de duikboot één dergenen was, die door het instroomen van water na de aanvaring uit den stuurmanspost naar buiten werd ge stuwd. De arrestatie van socia listen in Tokio. Het blad „Jiji" meldt, dat de politie heeft ontdekt, dat de arbeidersdelegatie der Sov jet alvorens naar Japan te komen aan de Ja- pansche socialisten 1.300.000 jen (ongeveer f 150.000) heeft overgemaakt. De politie be vestigt noch ontkent dit bericht. Het meeren- deel dergenen die gedurende het bezoek der delegatie zijn gearresteerd, is weder op vrije voeten gesteld, doch in afwachting van een ander onderzoek, worden nog een aantal lei ders vastgehouden. De overstroomingen in China. Tengevolge van het verder instorten van den voornaamsten zuidelijken dijk van de Gele Rivier, stroomt deze thans ongebreideld naar het zuiden, waar zij wellicht via het Groote Kanaal de Yangtse zal bereiken. Met eenigen ophef is verleden jaar de op heffing aangekondigd van het bagno van Guyana. Men is echter na de eerste geest drift over het denkbeeld aan het studeeren gegaan en daarbij tot de conclusie gekomen dat het bagno niet kon worden opgeheven zonder wijziging van het strafwetboek en dat het mogelijk was in afwachting der wetswijziging in het strafstelsel in Guyana verbeteringen aan te brengen waardoor aan de opgelegde straffen haar weerzinwekkend karakter wordt ontnomen, den veroordeel den de mogelijkheid wordt geboden hun leven te beteren en den vrijgelatenen, die in de kolonie moeten blijven wonen, om een nieuw leven te beginnen. De minister van koloniën, Hessem en de minister van justitie, Steeg, hebben de noodige besluiten in die richting genomen. In het kort komt het hierop neer, dat de veroordeelden, tusschen hun veroordeeling en hun inscheping niet meer in een onge- wenschte omgeving zullen vertoeven, dat hun in Guyana geen buitensporig strenge disciplinaire straffen worden opgelegd, dat aan het bestuur der strafinrichting het mid del wordt geboden de vrijgelatenen, die in de kolonie moeten blijven, te helpen weer een nuttige plaats in de maatschappij te bekleeden en dat er voor de dwangarbeiders een prikkel tot werken wordt geschapen door een spaarduitje voor hen bijeen te brengen, ter verbetering van hun lot tijdens hun straf en voor hun vestiging wanneer zij vrijgelaten zijn. Voorts wordt er een patro naatscomité voor de vrijgelatenen ingesteld. HOTELDIEVEN AAN HET WERK. De Berlijnsche bladen maken melding van twee opzienbarende hoteldiefstallen, wel ke met buitengewone behendigheid en bru taliteit zijn uitgevoerd. In het eene geval wisten de dieven, ter wijl de betrokken gasten in hun zitkamer wa ren, waar zij zonder het te weten door de in brekers werden opgesloten, zich meester te maken van alle kostbaarheden in de goed- gesloten koffers. Bij het tweede geval was de buit echter nog veel grooter. Een juweelenhandelaar was met een groote collectie kostbare steer.en enz. in een Ber- lijnsch hotel afgestapt en had zijn koffer aan de directie ter bewaring gegeven. De dieven moeten hiervan geweten hebben op tot dusver onverklaarbare wijze hebben zij den koffer met inhoud, ter waarde van ruim 25000 M., doen verdwijnen. In beide gevallen zijn deze specialisten on bemerkt ontkomen, zonder eenig spoor na te laten. HAMBURGSCHE HAVENDIEF STALLEN. Sinds eenigen tijd hebben in de Hamburg- sche haven diefstallen op groote schaal plaats, waarbij de daders blijkbaar zeer stelselmatig te werk gingen. 'Na langdurige pogingen is het de recherche met behulp van het spoor- wegbestuur gelukt de dieven op het spoor te komen. Het is gebleken, dat er een wijd vertakte bende bestond van expeditieknech ten, kooplieden en arbeiders benevens helers uit alle mogelijke beroepen. Niet minder dan 440 daders en medeplichtigen zijn ach tereenvolgens gearresteerd. Op handige wij ze werden kisten en balen opengebroken, van hun inhoud beroofd en met briketten en andere voorwerpen weer gevuld. Verder heeft de politie niet minder dan 60 roofholen ontdekt. Bij het thans geëindigde proces wees de ambtenaar van hét O. M. in zijn requisitoir o. a. op de schade, welke niet alleen den be langhebbenden, maar ook het aanzien van Hamburg en geheel Duitschland berokkend is. De vonnissen loopen van drie jaar gevan genisstraf, 15 maanden tuchthuis tot 50 M. boete. RUMOERIGE GEMEENTERAADS VERKIEZINGEN. Bij onlusten ter gelegenheid van de ge meenteraadsverkiezingen in Vera Cruz (Mexi co) werd één persoon gedood en werden vijftig gewond. Troepen herstelden de orde. Vele socialisten werden gearresteerd. DE HONGEROPROEREN. Draadloos wordt uit Bagdad gemeld, dat de hongeroproeren te Teheran voortduren, ofschoon de regeering maatregelen neemt om de gemoederen te kalmeeren. Vernomen wordt dat de regeering van Irak aan die van Perzië groote voorraden graan heeft aange boden. Hoogstwaarschijnlijk wordt dit aan bod aanvaard. De Tijd meldt, dat de mogelijkheid be staat dat prof. mr. J. A. Veraart bij zijn lid maatschap van de Tweede Kamer ook zijn collegas aan de Technische Hoogeschool zal kunnen blijven geven. Zondag is in het ziekenhuis „Calvariën- berg" te Maastricht in den ouderdom van 32 jaren overleden de ZeerEerw. Zeergel. Pater dr. Theogonius v. d. Meer O.F.M. 30 Toen zij te Sens zouden uitstappen, wist ik, dat zij in den val zouden loopen en dat heb ik willén voorkomen. Waarom? Wel ik zou het niet gedaan hebben, indien het plan bestaan had hen te dooden, hoeveel verplichting ik ook jegens hen gevoelde,, ik wist, dat zij gevangen gehouden zouden worden en men hen dwingen wilde de ver blijfplaats mijner zusjer te noemen. Ik vreesde, dat zij dus den kapitein toch in handen zou vallen en dat wilde ik voor komen. Ik waarschuwde hen dus, maar zij sloegen mijn waarschuwing in den wind, dus aan. mij ligt het toch niet, dat de plannen van den kapitein mislukten." „Gij hebt ze willen doen mislukken en dat is genoeg. Hij werkt de plannen van onzen bond tegen en dat is verraad. Hebt gij niet zoo goed als wij den eed van ons bondgenootschap gezworen?" „Hij is een verrader,'* riepen eenige stem men. „En al beweert hij hét tegendeel, wij mo ffen gelooven, dat hij die edellieden ook nog °P andere wijze hielp," meende een der mannen. „Zoo is het broeders," sprak de kapitein, „zooder hem, ik ben er van overtuigd, zouden onze vijanden reeds lang onschade lijk gemaakt zijn, nu bedreigen zij ons ieder oogenblik. Wie verzekert ons, dat hij niet met nieuwe verradersplannen omloopt." „Hij is des doods schuldig," riep weer degene, die Gianni het eerst een verrader noemde. „Daarover wil ik de beraadslagingen openen," zeide de markies met een beves tigende hoofdknik. „Onze veiligheid eischt, dat wij elkaar volstrekt kunnen vertrouwen,' sprak de ander opnieuw. „En als ik sterf, Pietro," zoo klonk het uit Gianni's mond, „zoudt gij dc luitenant worden van de bende. Eischt gij daarom mijn dood." „Ik zou in ieder geval in die hoedanigheid beter mijn plicht doen dan .gij," luidde het driftige antwoord, „ik zou onzen kapitein niet tegenwerken en onze zaak niet ver raden." Gianni maakte een beweging, alsof hij zich op Pietro wilde werpen, maar eenige anderen grepen hem vast. Gianni draaide zich om ten einde zich los te worstelen en de Linar zag nu zijn gezicht, waarop het volle lamplicht viel. Dat gezicht had hij eer gezien, op een portret. Een seconde bedacht hij zich, juist dat was de broeder van signora Chiarina. Hij lag evenals zijn beide makkers nog steeds op den vloer, maar richtte zich nu eenigszins op, voelende, dat men hem aan raakte. Signora Chiarina bukte zich naast hem. „Denk aan uw belofte", fluisterde zij, „gij zult immers trachten mijn broeder te redden." „Wij houden ons gereed," fluisterde de Linar terug. Hij lette nu weder op hetgeen in de zaal beneden voorvielen. Het scheen, dat zich een verdediger voor Gianni had opgedaan. „Kapitein," zoo klonk het, „ik wilde graag iets in het midden brengen. Geloof mij, geen sympathie voor onze vijanden be zielt mij. ik ben dien nacht, toen wij u ver voerden, door een der ketellappers bijna ge wurgd, nog vertoont mijn hals de lidteeke- nen daarvan. Ik zal gelukkig zijn, als wij ons op die kerels kunnen wreken. Maar Gianni was lang onze luitenant, als zoodanig heeft hij u steeds gesteund, gij hebt hem uw rechterhand genoemd. Ik wil zijn gedrag niet goedkeuren, maar bedenk, hij stoorde uw plannen niet om eigen voordeel, doch ter wille van zijn zuster. Als ik een zuster had, nu ik erken, dat ik haar ook liever niet in ons bondgenootschap opgenomen zag. „Ha, gij keurt zijn verraad goed." „Dat zij verre, maar mij dunkt er Is alle reden voor verzachtende omstandigheden. Ik zou niet voor de doodstraf stemmen, als Gianni op andere wijze onschadelijk te maken is." Eenige der mannen gaven hun instemming met het gesprokene te kennen. Bij de openingszitting van den algemee nen raad heeft Barthou een rede gehouden,, waarin hij o.m. verklaarde, dat Frankrijk zich in financieel opzicht zal herstellen en dat zijn toestand op economisch gebied, die het beste doet verwachten, sfeeds be ter zal worden. Het mag echter niet worden verpletterd door de schulden, aangegaan in hef gemeenschappelijk belang voor een oorlog, die in hoofdzaak werd gevoerd op zijn gebied, dat tot slagveld werd, vernield en geplunderd is en waar over de wereld vrijheid werd beslist. Wij loochenen onze schulden niet, Frankrijk behoort niet tot degenen, die failliet gaan om zich fe ver rijken. Maar welk een bespotting, welk een onrechtvaardigheid, welk een ondankbaar heid, indiih geen rekening wordt gehouden om van de verwoestingen niet te spre ken met de moeilijkheden en vertragin gen ondervonden bij hef incassecren onzer eigen vorderingen, welke van conferentie tot conferentie, van concessie tot conces sie, een aanzienlijke vermindering hebben ondergaan. Gisterenmorgen is in het stadhuis te Pa rijs hef Internationaal Stedencongres ge opend, dat het vorige jaar te Amsterdam werd gehouden. Aan het congres nemen afgevaardigden van ruim driehonderd ste den, gelegen in 35 verschillende landen over de geheele wereld deel. Voor Nederland zijn aanwezig de heer De Vlugt, burgemees ter van Amsterdam, met de wethouders dr. Vos en Wibaut, laatstgenoemde voorzitter van den Internationalen Sfedenbond, de heeren Wijtema, burgemeester van Rotter dam, Ter Pelkwijk, gemeente-secretaris van Den Haag, De Monchy, burgemeester van Arnhem; Reimer, burgemeester van Hilver sum;. Dyckmecsler, burgemeester van Zut- fen en Koelma, gemeente-secretaris van Alkmaar. Het Kamerlid Drooglever For- tuyn treedt als rapporteur voor het vraag stuk der gemeentelijke grondpolifiek op. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten is behafve door den onder-voorzitter, den heer Wibaut, door de beide directeuren Jonker en Klein vertegenwoordigd. In de openingszitting werd hef welkom uitgesproken door Guillaumin, den voorzit ter van den Parijschen gemeenteraad; Bourju, prefect van de Seine, Schrameck, minister van binnenlandsche zaken, De heer Wibaut zetfe- als voorzitter van den In ternationalen Stedenbond, doel, werkwijze en beteekenis daarvan uiteen. Verder voer den nog diverse afgevaardigden van de groote steden van verschillende landen het woord. De heer Jonker bood namens Ne derland een krans van eikenloof aan, waar aan als hulde voor de gastvrouw de Parij- sche stadskleuren waren gehecht. Guillau min dankte in een gloedvolle rede, waar in hij verklaarde in deze eikenbladeren het symbool te zien van den geduldigen arbeid en de toekomstige krachtige ontwikkeling van den Bond, en de hoop uitsprak, daf zich daaraa^ ook de olijftak van ddn vrede zou hechten, dien alle deelnemers als het ideale doel nastreven. Naar wij vernemen zijn de door enkele bladen gepubliceerde berichten, als zou men bij de Duitsch-Russische economische onderhandelingen, welke spoedig zouden eindigen, tot overeenstemming zijn gekomen nopens een door Duitschland aan Rusland voor den aankoop van landbouwmachines, niet juist. Tusschen Duitsche handelskringen en Russische vertegenwoordigers worden cre- dietonderhandelingen gevoerd, doch de rijksregeering is daarbij niet betrokken. Omtrent het verloop dezer besprekingen kan nog niets definitiefs worden gezegd. Uit Essen wordt geseind: De mijn Haniel is geheel onder water geloopen. De schade is, naar gemeld wordt, zeer groot. Men vreest, dat nog andere mijnen onder water zullen loopen. De Volkenbondsraad besloot den Estland- schen generaal Laidoner als zijn vertegen woordiger naar het Villajet Mosoel te zen den, teneinde een onderzoek in te stellen r.aar de Britsche en Turksche klachten over wederzijdsche inbreuken op de voorloopige grensregeling. Tsjitsjerin is te Warschau aangekomen en zeer hartelijk ontvangen. Hij schijnt zwaar ziek te zijn en is voor nemens in Duitschland of in Oosterijk een „Kur" te maken. Op uitdrukkelijke uitnoo- diging van den Poolschen minister van bui- ter.landsche zaken maakt hij de reis over Warschau. De beide ministers zullen met elkander de belangrijkste actueele proble men behandelen. Men neemt aan, dat er een wijziging in de buitenlandsche politiek van Polen op han den is. Polen zou hebben ingezien, dat het geen kans heeft om te worden uitgenoodigd tot deelneming aan de veiligheidsconferentie en het zou daarom bereid zijn. zijn agres sieve politiek tegen Rusland te staken en te trachten op economisch en politiek ge bied een toenadering tot dat land tot stand te brengen. te verleenen crediet van 100 millioen mark afdalen. Maarschalk Lyautey heeft dc Fransche regeering verzocht hem in Marokko te doen vervangen. In den raad van directeuren en chefs van dienst heeft maarschalk Lvautev de redenen van zijn verzoek om te worden vervangen uiteengezet. Hij is van oordeel dat ten ge volge van het door de jongste militaire op- raties bereikte herstel, waarbij de Fransche troepen zijn teruggebracht op de linies, die zij vóór den aanval der Riffijnen bezet hiel den en welke op sommige belangrijke pun ten zelfs zijn overschreden, het gevaar is geweken zoodal hij met het volste vertrou wen kon verzoeken de noodige rust te mo gen nemen. Uit New-York wordt gemeld, dat de ma rine-autoriteiten van meening zijn, dat zich geen overlevenden meer in de S. 51 kunnen bevinden en dat het^ kloppen, hetwelk door de bemanning van den onderzeeër N. 2 werd gehoord, een mechanische oorzaak moet hebben. Twee booten met Jhijschkranen begeven zich met kalme zee naar de plaats des on- hcils om de duikboot te lichten. Indien deze pogingen niet slagen wordt voorgesteld een vrijwilligen duiker naar de duikboot te doen Naar wij met groote voldoening vernemen, is de heer H. Wijs, te Amsterdam, reeds bekend in ons Vaderland om zijn vele cha ritatieve bemoeiingen, door Z. H, den Paus tot Commandeur in de Orde van den H. Gregorius den Groote verheven, om den krachtigen steun, dien hij in zeer moeilijke tijden te Rome verleende voor de uitgra vingen van het beroemde Apostolische Mo nument in de Catacombe van St. Sebastiaan aan de Via Appia te Rome.' In Mei 1924 sprak Z. H. Paus Pius XI tot Amerikaansche pelgrims, die Z. H. een be langrijke som overhandigden voor de uitgra vingen der Catacomben te Rome: „Het werk der uitgravingen van de Catacomben steu nen, is steunen het Roomsch Geloof! Van deze overtuiging gaf Z. H. een nieuw bewijs door den heer H. Wijs, voor zijn edelmoedigen steun aan de uitgravingen te St. Sebastiaan, de hooge onderscheiding toe te kennen, waarmee wij hem van harte ge- lukwenschen. Na 1 October niet meer geldig. De minister van Finarciën heeft kennis gegeven aan de directies der belastingen, dat hoezeer de vóór 1 Juli 1925 afgegeven na- tionaliteitsbewijzen als zoodanig op 1 Oc tober a.s. hun geldigheid verliezen en dus van genoemden datum af geen recht meer geven tot den vrijen weder-invoer van de daarin omschreven motorrijtuigen, zij echter voor de toepassing van art. 24, tweede lid en art. 25, derde lid, van het Vrijdommenbesluit ook daarna bij voortduring hun kracht be houden als bewijs van betaald of niet ver schuldigd invoerrecht. De afgifte van nieuwe bewijzen tegen in trekking van de oude kan dus op denzelfden voet als thans voortgang hebben. Naar mate langer met de aanbieding wordt gewacht, zal er echter wel des te scherper opgelet worden, dat geen fraude in het spel is. Verschillende motorrijtuigen, waarvoor de oude bewijzen nog niet tegen nieuwe inge ruild zijn, bevinden zich in het buitenland. Ter vermijding, dat hiervoor bij de eerste binnenkomst op of na 1 October a.s. zeker heid gesteld moet worden, heeft de Minister er geen bezwaar tegen, dat bij die binnen komst genoegen genomen wordt met inle vering van het oude bewijs en van een vol ledig ingevulde en onderteekende aanvrage ter verkrijging van een nieuw, indien althans aan het kantoor van binnenkomst na globale vergelijking van een en ander met het mo torrijtuig niet aan misbruik wordt gedacht. De ontvanger van het kantoor van binnen komst zal alsdan de aanvrage met het door hem in te trekken oude bewijs opzenden aan den ontvanger over de woonplaats van den houder van het rijtuig, welke laatste ont- EEN SLIMME RAKKER. C „Kijk bent u daar, meneer van Puffelen? Ik ben net bezig deze appel, die naar be- neje was komen rollen, weer aan den boom te hangen." HATELIJK. Parvenu: „Toen ik mijn zaak begon,- be zat ik niets dan mijn verstand." Vriend: „Zoo? Ben je met zóó weinig begonnen?" VOORZIEN. „Wilt u een mooi geduldspeïïetje 1coo- pen, meneer?" ^fDankje. 'k Heb een telefoon thuis." TRIOMF DER DRESSUUR. Op een kermistent staat in groote let ters: „Menscheneters!" te lezen. Verschei den menschen wagen er een kwartje entrée aan, maar hoe verbaasd zijn zij, als zij d« wilden enkel aardappelen met sla zien eten. Doch op hunne betuigingen van ontevre denheid antwoordde de baas van het spel: „Ja, dames en heeren, dat is nu juist de kunst, kannibalen aardappelen fe lee- ren eten!" vanger alvorens het'gevraagde nieuwe bewijs af te geven door belanghebbende in de ge legenheid gesteld zal worden het motor rijtuig alsnog aan de hiertoe vereischte meer nauwkeurige ambtelijke opneming te onder werpen. Wat voorts "de afgifte van bewijzen op naam aan niet-ingezetenen des Rijks betreft, deelt de Minister mede, dat deze met uitbreiding van het bepaalde bij apr. 31, tweede lid der instructie op het Vrijdommenbesluit, kan geschieden voor elk hier te lande vervaardigd motorrijtuig en voor ieder motorrijtuig, waarvoor door den houder of door een vroe- geren houder het invoerrecht is betaald of waarvoor, een oud of nieuw nationaliteits- bewijs of wel, door overgang in andere landen, een niet meer geldig bewijs op naam is ver kregen. De aanvrage kan worden ingediend bij en de afgifte kan geschieden door eiken ontvanger der invoerrechten. Deze zal dan het vroeger afgegeven nationaliteitsbewijs of bewijs op naam intrekken. Ten slotte merkt de Minister nog op, dat een motorrijtuig, waarvoor een be wij- op naam afgegeven is of kan worden, bij V r- gang of terugkeer in handen van een n.gc- zetene weder voor de afgifte van een ge woon nationaliteitsbewijs in aanmerking komt. De afgifte van een "nationaliteitsbewijs tegen inlevering van een bewijs op naam be hoort geheel op dezelfde wijze te geschieden als de inruiling van een oud tegen een nieuw model nationaliteitsbewijs. Te Delft werd Zaterdagavond de recher che gewaarschuwd, dat de 40-jarige onge huwde dame mej. enkele dagen niet haaf woning in de Hugo de Grootstraat werd ge- zien. De huisdeur werd opengebroken en of de 2e étage werd haar lijk gevonden. De ontboden geneesheer constateerde dat de dood reeds eenige dagen geleden was in getreden. Van misdrijf, waaraan aanvankelijk ge dacht werd is geen sprake. In verband met de heerschende tyhus Rheine, op korten afstand van de Nederl. grens bij Twente zijn door de Gezondheids- commissiën in alle grensgemeenten waarschu wingen aangeplakt. Uit Rheine wordt inmiddels gemeld, dat de rivier de Ems, welk eerst besmet verklaard was, thans vrij is van typhus- en paratyphus- bacillen. Ook de typus-gevallen nemen af. De laatste dagen zijn geen nieuwe gevallen voorgekomen, terwijl het aantal sterfgeval len bij 12 gebleven is. Vrijdag konden zever personen het Mathias-ziekenhuis genezer verlaten. Niettemin zijn ook reeds in Twente reeds eenige gevallen geconstateerd. In d< barakken van het ziekenhuis te Hengelo zijt eenige patiënten die lijdende zijn aan typhu: opgenomen. „Gij pleegt ook verraad," riep Pietro op gewonden, „als gij den verrader voor spreekt." „Gij laat al te duidelijk uw bedeelingen kennen," antwoordde dc vorige spreker weer, „en kapitein ik protesteer tegen deze lasterlijke aantijging. Ik meen, dat wij hier in vrijheid beraadslagen. Als Pietro zijn meening zeggen mag, dan moet ik even goed de mijne kunnen uiten," „Gij hebt gelijk," antwoordde de markies, uiterst kalm en bedaard als steeds, „ik vind het mooi van u, dat gij Gianni tracht te redden, maaar vrienden ik geloof, dat het tevergeefseh zal zijn. Want neg heb ik u niet alles gezegd. Als ik uitgesproken ben, zult gij volledig kunnen oordeelen. De Broeders des Verderfs* waren tot heden on vindbaar en onkwetsbaar voor de politie. Wij hebben zeer voordeelige zaken ge maakt, maar ik ■had een onderneming op het oog, die ons millioenen op moest brengen en in één slag ons allen rijk kon maken. De zuster van Gianni zou door mijn be moeiingen huwen met een oude, rijke ban kier hier in Parijs, die zijn eigen schatten niet kent. Gij begrijpt, dat huwelijk zou niet langer geduurd hebben dan noodig was om ons het geld van den ouden man te ver zekeren. Hij zou spoedig uit den weg ge ruimd zijn. Dat plan heb ik niet kunnen verwezenlijken door den tegenstand van Gianni en zijn zusters. Ik zeg ook van zijn zusters, want Signora Chiarina was de ziel j van den tegenstand. Zij heeft Gianni tegen ons gekeerd, zij is ons, evenals hij ontrouw geworden en pleegt mede onraad aan de Broeders des Verderfs. Hedenmorgen is het tusschen ons tot een openlijke breuk ge komen. Ik had ontdekt, dat graaf De Tour nel het meisje verborgen had. dat wij zoch ten. En zij heeft het meisje op haar beurt ontvoerd. Daarom vrienden geen genade voor de verradersfamilie, die ons allen in het onge luk storten zal, als wij een oogenblik aarze len. Op dit moment misschien beraadslaagt de zuster van Gianni met de drie edel lieden en met de politie-autiriteiten, hoe wij het best gevangen genomen kunnen wor den." Deze mededeeling van het hoogste ge wicht veroorzaakte onder de vergadering groote ontroering. „Dood aan de verraders," riepen onder scheidene stemmen, „de kapitein heeft ge lijk, Gianni moet sterven." „Acht gij hem schuldig aan verraad, vroeg de markies. „Ja, ja, klonk het antwoord der meesten, slechts enkelen zwegen. „Moet hij sterven?" „Zeker?" „En terstond," voegde Pietro er bij. ,,'t Gaat er spannen," fluisterde lord Nib- blington, „de vent zal zich toch niet koel bloedig laten vermoorden, ha, hij retireert behendig naar de deur." „Hij moet sterven," herhaalde de kapi tein, „ik als uw hoofdman stel voor Gianni ter dood te veroordeelen als zijnde schuldig aan verraad van onze broederschap. Wij zullen daarover stemmen." Maar voor het tot de stemming, waarvan de uitslag jiiet twijfelachtig kon zijn, komen kon, gebeurde er iets onverwachts. Lord Nibblington had een revolver te voorschijn gehaald om hen te beduiden zich gereed te houden. „Naar beneden," fluisterde hij, wij zullen dien Gianni redden, ter wille zijner zusters. Waar is de Signora. De Signora was ver dwenen, maar eensklaps begreep men, met welk doel zij heengegaan was, want plotse ling gingen de gaslampen uit, die de zaal beneden verlichtten en bevonden de Broe ders zich in de duisternis. Een schreeuw van woede ging op, het gerucht van een worsteling deed zich hooren, dan vernam men opeens den val van een zwaar lichaam, het toeslaan van een deur en men hoorde iemand snel de trap oploopen. „Grijpt hem," brulde de markies hem achterna, „makkers, doodt den ellendeling." „Parblcu," riep de Tournel, „de kerel is hen ontsnapt, hij komt hieraan." Inderdaad was dit het geval, maar reeds volgden hem eenige anderen, die trachtten den vluchteling te grijpen. „Naar de trap," riep de Linar en reeds was hij de kamer uitgesneld en stond boven aan de trap. „Gianni, hierheen." riep hij. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9