iVEM
KUNST EN KENNIS,
RECHTSZAKEN.
GEMENGD NIEUWS.
ELCK WAT WILS.
TREKJES
VERKEER EN POSTERIJEN.
Sneltreinverbinding
sAmsterd amM unster
Een opera-gebouw te A'dam.
De Vogels.
UIT BOEK EN BLAD.
s
Inhoudsopgaven van
tijdschriften.
HANDEL EN NIJVERHEID.
De invoer in Duitschland.
Brandstichting te Hilversum.
NA DE STORMRAMP.
No. 419.
G. N.
MAGERE GEESTIGHEID.
Wat er in de Haagsche 'Gemeenteraads
zitting van 23 September verhandeld is, weet
ik niet, maar de redactie van de „Nieuwe
Courant" springt zoowat uit haar vel van
kwaadheid. Naar buiten uit laat ze dat echter
niet zoo blijken en nu probeert zij, om er een
aardigheidje van te maken.
Maar als een gediplomeerd zuurpruimer
voor een keer eens moppen wil tappen, dan
zijn ze er meestal naar en zoo vergaat het
ook deze redactie
„Wij zijn ,als geen volk ter wereld, een
volk van beginselen, van godsdienstige
beginselen, en wij kunnen zelfs niet tim
meren of smeden of verven of behangen,
of er moet „gebeginseld" worden.. Maar,
tooals we zeiden in den aanvang we zijn
nog niet waar we zijn moeten. We zijn nog
lang niet verdeeld genoeg. Nog waart, vaak
onzichtbaar voor het oog, de besmetting
der ketterij om de argelooze katholieke be
volking onzer stad. Zit zij niet in één tram
met de ongelukkige nakomelingen van
hen, die eens afvallig werden van de Kerk
Loopt zij niet in dezelfde straten, ademt
zij niet dezelfde lucht in, als de Protes
tanten, de Joden, de godsdienstige onge-
loovigen en ongodsdienstige ongeloovigen?
Welk een gevaar
O glimlach niet. Van alle zijden be
springt het den argeloozen Roomsch-ka-
tholiek. Op het kantoor van den ontvanger
der belastingen, met den opnemer van den
gasmeter, door den controleur van de elec-
uriciteit, op de wagens der gemeenterei
niging en door de buizen onzer waterlei
ding, onder de truffelslagen van onze
stratehleggers en bij het zwierig rond
zwaaien van onze acrobatische lantaarn
opstekers-te-fiets kan de ketterij tot hem
gebracht worden."
Zóó gaat het dan nog een poosje voort
zonder dat we eigenlijk aan de weet komen
welk gruwelstuk er toch wel tijdens die zit
ting bekend is geworden. Ik ben er eerlijk
gezegd ook niet zoo nieuwsgierig naar,
anders was er wellicht een middel geweest
om mijn kennis dienaangaar.de wat te vér-
grooten.
Maar genoemd blad, hetwelk in nogal nau
we relatie staat met de groot-ondernemers
deed wellicht verstandiger een dergelijke
geestigheid maar achterwege te laten.
Vooral op sociaal terrein mag het voor die
splitsing wel wat meer eerbied hebben, dan
het nu aan den dag legt. En het bedenke
daarbij, dat de scheiding niet is, zooals zij
het geliefd voor te stellen Roomsch en niet
Roomsch, maar socialistisch én niet socia
listisch, aan beide zijden naar de beginselen
onderverdeeld.
Nu zij het bij voorbaat toegegeven, dat er
niet zöó'n groot verschil is in het streven van
die verschillende groepen waar het betreft
eischen tot positieverbetering waar het
betreft al die misstanden, door de overheer-
sching van de liberale gedachte over ons ge
bracht, weg te nemen waar het gaat een ge
zonde ontwikkeling van ons bedrijfsleven
te bevorderen, in dien zin dat ook de mede
producent de arbeider daarin de nood
zakelijke medezeggenschap verkrijgt.
Tot zoover zijn de verschillen vaak niet zoo
héél groot. Het wordt echter anders wanneer
men niet uitsluitend aan de oppervlakte blijft
staan, maar tot het wezen der dingen tracht
door te dringen, wént dan bemerkt men al
spoedig welke diepgaande verschillen er
tusschen die beide deelen van de arbeiders
beweging bestaan. Zelfs de Nieuwe Courant
zou dan tot de ontdekking komen, dat er
nog wel eenig verschil is waar te nemen tus
schen hen die een socialistische en hen die
een Christelijke Maatschappij-ordening na
streven.
Op de eerste plaats dus, trekt dit deftige
orgaan en niet alleen op sociaal terrein
de scheidingslijn verkeerd en daarnaast kon
het bedenken, dat er hëel wat meer reden is
tot erkentelijkheid dan tot de droevig-zure
geestigheid,waartoe het zich nu laat verleiden
Juist door die scheidingslijn is het moge
lijk om hetgeen de Nieuwe Courant en haar
volgelingen bedorven hebben, weer te her
stellen en de geesten die zij hebben opgeroe
pen te bezweren, i
Indien zij zoover gekomen is, om dat te
begrijpen, dan zal wellicht ook betel- tot haar
doordringen welk groot belang er in gelegen
is, ook op ander terrein het beginsel zuiver
te houden.
Wanneer de revolutionaire geest op onzen
bodem niet groeien wii dan ligt dat heusch
niet aan het doorzicht van de Nieuwe Cou
rant c.s. maar dan.heeft zij dat te danken aan
hen die zij nu met haar wrang-zure geestig
heid, tracht te treffen.
A. J. L
DETRUC.
In „het Volk" van 30 September vond ik
den brief van den Metaalbond afgedrukt
vergezeld van een klein commentaar.
De brief zelf bevat weinig nieuws. Er
wordt in bevestigd dat de 48-urige werkweek
in principe gehandhaafd blijft en verder een
regeling voor overwerk. Voor overwerk (bo
ven 48 uur) zal 10%, voor nachtwerk (van
125 uur) 50% en voor Zondagsarbeid
100% extra loon worden gegeven.
De beslissing daarover is bij de betrokken
organisaties en ik zou er dus stellig niets over
schrijven, indien „Het Volk" de. paaltjes al
niet aanstonds had uitgezet.
„Nieuws brengt-deze brief niethij formu
leert alleen wat reeds was toegezegd. Hij legt
de „principieele" 48-urige werkweek vast
en regelt voor alle leden van den Metaal-
bond het te betaler, minimum overgelegd-
percentage. De confessioneele organisaties
zullen daar misschien lekker mee zijn en een
en ander als een overwinning rondbazuinen.
De moderne organisatie zal zich door dezen
schijn echter niet van, de wijs laten brengen.
Wat wel blijkt uit wat Danz in ons hoofdar
tikel uiteenzet."
't Is dus alweer het oude liedje de con-
fessioneelen zullen er blij mee zijn zullen
't zelfs als een overwinning uit bazuinen,
maar onze pientere „moderne" organisatie
die laat zich niet lijmen en als 't straks zoo
ver is dan weten de „Volkslezers" al, dat zij
dat aan die halzige confessioneelen te danken
hebben.
Ik begrijp dat gepeuter niet. Er moet toch
een aannemelijke reden zijn om te veronder
stellen dat de „confessioneelen" er blij mee
zijn en indien die "reden er is dan is zij er óók
voor de Modernen.
Is er geen reden voor de Modernen dan is
zij er ook niet voor de overige organisaties,
want aan dat betere doorzicht van de „Mo
derne" organisatie gelooft geen sterveling.
En ik moet me al heel sterk vergissen als
dit niet als aankondiging van de gewone truc
is te beschouwen. De truc, waarmede deze
of gene weinig ontwikkelde arbeider om den
tuin geleid kan worden maar dan tevens de
truc, die aan de geheele arbeidersbeweging
steeds groote schade bracht en ook ditmaal
slechts nadeel kan oproepen.
Op den duur moeten de 'arbeiders wel kop
schuw worden van de organisatie wanneer
hen telkens maar wordt voorgekauwd, dat
zij in vredesnaam maar moeten berusten,
want dat die kerkelijke maffers zich geluk
kig gevoelen met zoo'n dcode musch en zich
daarmede laten afschepen, hetgeen de groote
krachtige, moderne organisatie nu wel
dwingt om óók het hoofd ia de schoot te leg
gen.
Het is een gemakkelijke zij het dan voor
de beweging hoogst schadelijke manier
van zaken behandelen.
Zelf de vermoorde onschuld spelen en
gelijktijdig van het verkregene profiteeren.
't Wordt hoog tijd, dat de R.K. Metaal
bewerkers van die truc eens wat meer nota
nemen en op die halfslachtigheid van die
organisatie het eenige antwoord geven wat
er te geven is n.l. hun eigen organisatie ver
sterken en het vertrouwen in eigen leiding
vergrooten.
Als het waar is vrat Dar.z voorspelt n.l,
dat als weerslag op het besluit van den Me
taalbond een tijdperk van onrust voor de me
taal-industrie aanbreekt, dan zal (Jat toch ook
slechts gaan, indien de confessioneelen daar
aan medewerken.
Maar-wat de toekomst ook zal brengen
in elk geval zal de versterking van ónze R.K.
Organisatie het beste middel zijn om de lei
ders van de moderne organisatie te dwingen
tegenover hun mannen te zeggen waar 't op
staat en niet achter anderen weg te kruipen.
De houding van den heer Danz wordt nog
onbegrijpelijker wannéér men zijn artikel
in het tijdschrift „Medezeggenschap" legt
naast zijn artikel in „Het Volt".
In bedoeld tijdschrift (Juni-aflevering)
schrijft hij over medezeggenschap Als er
een zaak is, die, door overleg en medewerking
van alle betrokkenen dient tot stand te komen,'
dan is het deze maar dat gaat moeilijk samen
met de taktiek om anderen de schuld te ge
ven van wat onvermijdelijk moet gedragen
worden en dus eigen verantwoordelijkheid
op anderen af te wentelen.
A.J.L
SPOORMANNEN.
Het „Rechte Spoor" maakt melding van
de laatste wijzigingen welke door de Direc
tie van de Nederl. Spoorwegen in de looncij-
fers zijn aangebracht en zegt daarvan
„Alles bijeen genomen, blijft het zoowat
bij het oude.
Dit is in de tegenwoordige omstandighe
den niet zonder beteekenis, en wij zeggen
niet te veel, als wij beweren, dat de actie van
de samenwerkende 'organisaties N.V. St.
Raphael en P.C.B. tot bereiking van dit re
sultaat veel heeft bijgedragen.
Wij houden 't er voor, dat onze organisatie
tiiet voor zoo'n heel moeilijke vraag is ge
plaatst of zij de nieuwe regeling al of niet
zal aanvaarden Veler wenschen zijn niet
bevredigd, de verwachtingen van sommigen
moesten op teleurstellingen uitloopen, maar
alle omstandigheden in aanmerking geno
men, meenen wij, dat het eindresultaat, het
ontwerp- loonregeling zooals het thans voor
ons ligt, niet, dan met groot risico, verwor
pen kan worden.
Ons H.B. zal, der traditie getrouw, de
kwestie nauwkeurig onderzoeken,, en met
een goed gefundeerd advies bij de organi
satie komen."
ZWAKKE PLAATSEN IN ONS STELSEL
VAN KINDERBESCHERMING.'
In het jonaste nummer van het Tijdschrift
voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en
Kinderbescherming is van de hand van mr.
J. O verwater, den secretaris van Voogdij
raad Amsterdam II, het eerste deel eener
verhandeling pver bovenstaand onderwerp
opgenomen. „Twintig jaar," zegt de schrijver,
„zal het binnenkort geleden zijn, dat de
civiele kinderwetten in werking traden, dat
de Voogdijraden hun werk aanvingen. Oude
instellingen verjongden zich, tal van nieuwe
instellingen tot bescherming der verwaar
loosde jeugd werden opgericht en duizenden 1
kinderen konden aan hun slechte omgeving
worden onttrokken om een betere bestem
ming tegemoet te gaan. Een golf van en
thousiasme ging toen door ons land.
Wij moeten het particulier initiatief dank
baar zijn, voor wat sindsdien tot stand ge
bracht werd, zoowel als voor hetgeen nog
dagelijks wordt gedaan.
Evenwel, naar schrijver overtuiging moet
de vraag gesteld worden, of het particulier
initiatief onder de huidige omstandigheden
nog ten-volle berekend is voor zijn taak. Met
name hapert het met de toepassing van de
ontzetting en ontheffing. Het gaat zoo ijse„
lijk stroef met het vinden Van plaatsen voor
onze kinderen; men is om verschillende re
denen en daar zijn, zeer geldige onder
zoo weinig vlot met het aanvaarden van
nieuwe voogdijen.
De schrijver somt dan een heele reeks
van beperkende bepalingen op; welke door
instellingen met betrekking tot de aanvaar
ding van voogdijen worden -gesteld en ver-
olgd, „En dan die ontstellende groep van
ziekelijke of gebrekkige kinderen, geestelijk
of lichamelijk! 'Hier schiet het apparaat van
de ontzetting en de ontheffing eerst recht te
kort."
Door dit alles hapert het raderwerk van
dezen tak van kinderbescherming in benau
wende mate, Het duurt maanden en maan
den alvorens 'n ontzettingszaak kan worden
afgewerkt en dan krijgt men tenslotte nog
alleen-voogdij over .leverbare" kinderen. De
ziekelijke en achterlijke kinderen hebben
toch evenzeer hulp noodig, maar die hulp
is er niet, tenzij men de voorloopige toever
trouwing gaat toepassen ver buiten de be
doeling van de wet.
Een onberaden toepassing van de ontzet
ting en de ontheffing behoeft men van den
Voogdijraad werkelijk niet te vreezen. Kan
de uiterste maatregel vermeden worden,
door patronaat, of gezinsvoogdij, men zal
niets liever zien, doch dat men niet kan
helpen daar, waar hulp voor het kind ge
boden is, dat is een toestand, die spoedige
voorziening vraagt. Dat zijn wij verschuldigd
aan het belang onzer samenleving; dat zijn
wij verschuldigd aan hén, die ons de Kinder
wetten gaven en wier idealen ook onzen
arbeid nog beheerschen!
EMIGRATIE NAAR CANADA.
Voor degenen, welke er over denken het
volgend jaar naar Canada te emigreeren, is
thans de tijd aangebroken om voorbereidin
gen te maken, teneinde in de maand April
1926 daarheen te kunnen, vertrekken.
Voor emigratie naar dit land komen alleen
zij in aanmerking, die op de hoogte zijn van
landbouwwerkzaamheden, in het bijzonder
die goed kunnen melken en met paarden en
landbouwmachines kunnen omgaan. Zij moe
ten een goede gezondheid genieten en bereid
en in staat zijn hard te werken en vaak lange
dagen te maken.
De Emigratie Centrale Holland te 's-Gra-
venhage, een instelling, welke onder toe
zicht staat van de Nederlandsche Regeering
helpt bij alle voorbereidende maatregelen, re
gelt de passage tot de plaats van bestemming
en zorgt voor de plaatsing op'n boerderij door
eigen inspecteurs. Zij werkt samen met de
Nederlandsche Vereeniging „Landverhui
zing," die de geschiktheid van hen, die wen
schen te emigreeren, overweegt. Alleen zij,
die door dfe Nederlandsche Vereeniging
„Landverhuizing" voor emigratie geschikt
Zijn bevonden, komen voor plaatsing door
de Emigratie Ceptrale Holland in aanmerking..
Voor de reis met inbegrip van 25 lan
dingsgeld, dathet eigendom van den emi
grant blijft, benevens voeding gedurende de
spoorfeis in Canada en diverse kleine kosten
onderweg, is per volwassen persoon ca;
f 450.noodig. Bij gehuwden is het noodig,
dat de man eerst eenigen tijd, in den regel
een jaar, alleen vooruit gaat, teneinde met de
werkwijze en toestanden op de hoogte te
komen. Is men ingeburgerd en heeft men een
goede plaats gekregen, of begint men een
eigen bedrijf, dan is het tijd vrouw en kin
deren over te laten komen.
Het aanvangsloon bedraagt 20 tot 30
verbinding van Rotterdam met het Roerge
bied weer zijn hersteld.
per maand, boven kost en inwoning
Vóór alles is het noodig, dat men zooveel
mogelijk, op de hoogte is van de Engelsche
taal. Bij aankomst in het nieuwe land staat
men dan niet zoo hulpeloos en de loonen
Zijn dan tevens hooger, daar men ook voor
den patroon meer waard is. Dit geldt in
even sterke mate voor de vrouwen en ook
voor de kinderen, welke-jden leeftijd bereikt
hebben, waaróp zij meeverdienen.
Men meldt uit Enschedé
Woensdag was het 50 jaar geleden, dat
de spoorlijn Enschedé-Münster werd ge
opend.
Zeer toevallig is het, dat, naar wij ver
nemen, nu eindelijk besloten is, bij de in
werkingtreding van de winterdienstregeling
voor het eerst na den oorlog, de oude snel-
treindienst Amsterdam Munster Dort
mund weer in te voeren, waardoor dus de
thans jubileerende spoorlijn weer aanmerkelijk
aan beteekenis zal winnen.
Ook Enschedé en andere, aan deze lijn lig
gende gemeenten zijn bij dit besluit ten zeer
ste gebaat, hetgeen blijken moge uit het feit,
dat reeds vóór eenige maanden door de be
sturen van enkele dezer gemeenten een ge
meenschappelijke poging er werd gedaan om
den dienst weer hersteld te krijgen.
Met ingang van 4 October zal nu de mid
dagsneltrein (3.45 uit Amsterdam, 2.51 uit
Den Haag), welke 6.52 te Enschedé aan
komt, direct doorgaan naar Munster, ter
wijl de ochtend-sneltrein van 6.46 uit En
schedé (aank. A'dam 9.47, Den Haag 10.55,
Rotterdam 10.45) voortaan uit Münster ver
trekt.
Waar de treinen in Münster onmiddellijk
aansluiting hebben met Dortmund, zal dus de
Het bestuur der Wagnervereeniging zendt
het volgende communiqué
De plannen der Wagnervereeniging om
tot een modern geoutilleerd Opera-gebouw
te Amsterdam te geraken, waaromtrent
reeds vroeger voorloopige mededeelingen
zijn gedaan, hebben in de laatste maanden
vasteren vorm aangenomen.
Nadat de technische eischen der tooneel-
en orkestruimte door de professoren Roller
en Linnebach, resp» te Weenen en Mün-
chen schematisch zijn vastgelegd, zijn de
besprekingen over het architectonisch ge
deelte geopend, teneinde aldus een volledig
en becijferd project te verkrijgen.
In verband hiermede heeft de Wagner
vereeniging eene jury benoemd, welke een
zestal architecten aangewezen heeft, die bin
nenkort zullen worden uitgenoodigd tot het
vervaardigen van een voorloopig schetsplan.
De jury bestaat uit de heeren dr. H. P.
Berlage, voorzitter, Ir. A. R. Hulshoff, P.
Vorkink, alsmede voor de Wagnerver
eeniging uit de heeren J. C. Bunge, M.
van Notten en dr. Paul Cronheim, welke
laatstgenoemde als secretaris der jury. zal op
treden.
De ramen der uit te noodigen architecten
zullen nader worden bekend gemaakt.
Ter gelegenheid van het Nederlandsch
Muziekfeest te Utrecht zal op 17 October
aldaar een enkele voorstelling worden gege
ven van Aritsophanes' komedie „De Vo
gels", met de muziek van Alphons Diepen-
brock, uit te voeren door het Utrechtsch
Stedelijk Orkest, onder leiding van Evert
Cornelis en met medewerking van Louis
van Tulder, die tevens de rol van vogel
„Hop" zal vervullen. De vertooning zaj wor
den gegeven door een groep Amsterdamsche
oud-studenten en gymnasiasten onder lei
ding van Balthazar Verhagen, terwijl voor
deze voorstelling nieuwe decors en vogel
maskers zijn ontworpen en uitgevoerd
door Willem Deering.
Naar wij thans vernemen, bestaat er groo
te kans, dat deze geheele voorstelling op 6
November a.s. in den Stadschouwburg te
Amsterdam herhaald zal worden.
DE ROZENKRANS, geïllustreerd maand-
schrift voor Maria-vereering 47e jrg. no. 10.
Inhoud: Het Rozenkransgebed; Madonna
met Kind (plaat); De H. Ludovicus Bertran-
d|us; Andreas Hofer en de Rozenkrans; De
H. Geheimen van den Rozenkrans IX; „Als
kleine kinderen"; Ons klooster te Langen-
boom; Het kostbaar le'ven van S. Thomas
van Aquino XVI én XVII; verschijningen
van Pius X; Ordenieuws; Vragenbus,
HET SCHILD, Apologetisch maandblad,
Jaarg. 7, no. 4. Inhoud: Fr. Andreas Metz:
Iloe, Dominee Nils Beskom oordeelt over de
R. K. Kerk, II; A, E. Boers: Beteekenis van
den priester voor niet-Katholieken, II; Piet
Kasteel; Katholicisme en Pausschap, I; Op
dgq> lUitkijk; (VragenWs; Boekbespreking;
Correspondentie.
R. K. ZIEKENVERPLEGING, Jaarg. 16,
no. 10. Inhoud: Mededeelingen van het
hoofdbestuur; Najaars-Retraite; Administra
tie Orgaan; Aan de bezoeksters van de Alg.
Vergadering, gehouden te Breda; Missie-
nieuws uit Finland; Correspondentie. 3-
Maandelijkseh Overzicht Informatie-Buraux;
Ingekomen giften voor ons „de Sonnaville
Rusthuis"; Nog eens „de Sonnaville Rust
huis"; Een napraatje; Aan de leden der
Haagsche afdeeling; Thabor-Retraite 7-10
Augustus 1925; Vraag en antwoord; Eucha
ristisch Triduum in Den Haag; Eucharistisch
Triditum voor Zieken; Verpleging van den
Zuigeling; Algemeene indrukken van het In
tern, Congres voor Verpleëgsers te Helsing-
fors; Beschrijving van mijn verblijf in de
„Ëcole de Puericulture" in Parijs; Rheuma-
tisme in de jeugd; Sint Melania-Werk; Ju
bileum „Het Groene Kruis"; Vacante
plaatsen; Advertentiën.
ST. CLAVERBOND. Jaarg. 37, afl, 8. In
houd; Een herinnering aan de catacomben
door Br Ivo B, D, O. O.; Berichten uit Am-
barawa en Mendoet, door een Zuster Fran
ciscanes; Afscheid aan de Missionarissen bij
hun vertrek naar Java, door L. A, Rood
S.J.; Pelgrimstocht naar Mekka I; de heilige
stad Mekka, door H. Caminade S. J.; Heb
ben de Javanen een literatuur?, door A.
Djajasepoetra S.J.; Missiearbeid der Zusters
Franciscanessen van Heijthuijsen; De Ja
vaan en de vfer windstreken, door een be
woner van het Ignatius-college te Jogja
karta; Merkwaardige doopsels, door A. dé
Kuyper S.J.; Ingekomen giften.
Platen; Pinksteren 1925 té Ambarawa;
Onze toekomstige R. K. Javaansche onder
wijzeréssen; Drie Jezuïeten-novicen welke
September 1.1. naar Java vertrokken; De
twee eerste professoren van den cursus der
wijsbegeerte in September 1925 geopend te
Jogjakarta; Javaansch-Hollandsch noviciaat
der Zusters Franciscanessen té Semarang.
HET PATRONAAT. 21e Jaarg., no. 9. In
houd: 1. Naar de a.s. Jaarvergaderingen; 2.
Onderwijs aan de met-leerplichtige jeugd; 3.
Voor de Maandelijksche Conferentie, 4. Op
leiding R. K. Jeugdleiders; 5. Boekaankon
digingen.
6. JJit de Sportbeweging; 7, Practische
propaganda; 8 Uit het organisatie-leven; 9.
Internationale Jeugdorganisatie; 10. Vergoe
ding van reiskosten voor de jaarvergaderin
gen.
R. K, STUDIEBELANGEN, Tijdschrift
voor R. K, Middelbaar en Voorbereidend
Hooger Onderwijs, uitg. Fa. Gebr. v. d.
Burgt, Helmond. Inhoud; 1. Ledenlijst St.
Bonaventura 2. De H. Petrus Canisius, be
vorderaar van het Katholiek Onderwijs, H.
Wijffels; 3, De derde R. K, Paedagogische
week (Vervolg), H. Pröpper; 4 Meisjesop
stellen, W. Hillen;5. Boekbesprekingen,,
Tijdschrift voor R.-K. Ouders en Opvoe
ders, 7e jaarg. no. 18. Uitgave van het Ned.
Boekhuis, Tilburg. Inhoud: Algemeene be
schouwingen over oudergezag en ouderplicht
(Slot). Twee die één moeten zijn! II,
Noo 19. Inhoud: Kleine waarheden.
Sexueele Vorlichting. IKruisweg. Be
schouwingen over Kinderlectuur. IV.
Waarvoor een uitvoerverbod gehand
haafd blijft.
De afdeeling Handel en Nijverheid van
het Departement van Arbeid, Handel en
Nijverheid, Bezuidenhout 30, 's-Gravenhage,
waar tevens nog meer volledige gegevens zijn
te verkrijgen vestigt de aandacht op het
volgende
Bij besluit van 16 September j.l. zijn, met
enkele uitzonderingen, de thans nog in
Duitschland bestaande invoerverboden met
ingang van 1 October ingetrokken. Voor een
beperkt aantal artikelen blijft echter een uit
voerverbod gehandhaafd-
Van deze artikelen kunnen wordén ge
noemd likeuren, cognac, spiritualiën, spiri
tus, wijn, steenkolen, anthraciet, cokes,
bruinkolen, turf, loodwit, loodmer.ie, kalk-
stikstof, morfine, codeïne, films ruwe alumi
nium.
Verder zijn uitsluitend ten opzichte van
Zwitserland en Frankrijk behalve de reeds
genoemde invoerverboden ook nog ver#,
boden gehandhaafd voor onderstaande arti
kelen,, te weten Vóór Zwitserland margarine
plantaardige talk'voor menscheüjk gebruik,
margarine kaas, kunstvet, celluloid, portland-
cement
voor 'Frankrijk onaangemaakte verf (niet
voor den detailverkoop bestemd), aniline en
oude teerkleurstoffen, alizarin, natuurlijke
en kunstmatige indigo.
De Vierde Kamer der Amsterdamsche
Rechtbank deed Donderdag uitspraak in
de zaak tegen den 68-jarigen J, M. Molmans,
van beroep sfucadoor, die, in zeer armoedige
omstandigheden verkeerende, opzettelijk
brand had gesticht in een villa te Hilversum.
De rechtbank veroordeelde bekl. tot 'een
gevangenisstraf van 3 maanden voorwaar
delijk met. een proeftijd van 3 jaar onder
voorwaarde, dat M. zich onder toezicht stelt
van de R.K. Reclasseerings Vereeniging te
Utrecht; Het O.M. Mr. van Thiel, had
6 maanden onvoorwaardelijk geëischt.
RECHTERLIJKE UITSPRAAK VOOR DEN
HANDEL VAN BETEEKENIS.
Tusschen medeborgen eener zelfde schuld
beslaat geen contractueels band op groud
van art. 18S1, B„ W.
•v Uitspraak van 'den Hoogen Raad.
Wanneer verschillende personen, voor
éénzelfde schuld, borg staan is dat op
zich zelf niet voldoende om tusschen hen,
onderling een contraotueele band aan te
nemen. Van'toepasselijkheid der artt. 1374
en 1375, die o.m. inhoudèn, dat overeen
komsten te goeder trouw moeten worden
uitgevoejd en dat overeenkomsten naast
hun uitdrukkelijken inhoud ook verbinden
tot al Wat naar haar aard door de billijk
heid en het gebruik wordt gevorderd, is
dan ook geen sprake. Met deze uitspraak
vernietigde de Hooge Raad een vonnis
van de Rechtbank te Maastricht, door hel
Hof te 's-Hertogenbosch bekrachtigd.
Waar dit laatste in H. B. van 11 April
1925 is behandeld, komen we nu nog eens
op deze zaak terug.
Een stoom-steenfabriek i stond in reke
ning-courant-verhouding met een bank.
Voor schulden uit deze rekening-courant-
verhouditig voortkomende, stelden zich zes
personen borg.
Bij een aan de bank gericht schrijven van
28 Febr. 1921, zegde één dezer #es zijn
borgtocht op. Het passief bedroeg op dien
datum - bijna 120,000. In Oct. 1922 werd
de Stoom-steenfabriek failjiet verklaard.
Het nadeelig saldo van het rekening-cou
rant bedroeg toen ruim 66.000. Twee der
borgen betaalden dit bedrag en zochten nu
verhaal op de overige borgen. Dit was hun
goed recht, want art, 1881 B.W. zegt: In
dien verscheidene personen zich tot borgen
hebben gesteld van denzelfjcn schuldenaar
en ter zake van dezelfde schuld, heeft de
.borg, die de schuld heeft voldaan in het ge
val bij No. 1 van het vorig artikel voorzien
(dat is het geval, dat de borg tot betaling
in rechten vervolgd wordt), als ook wan
neer de schuldenaar is verklaard in staat
van faillissement, zijn verhaal op de overige
borgen, ieder voor zijn aandeel.
Welke was nu echter de positie van den
borg, die per 18 Febr. 1921 zijn borgtocht
had beëindigd? Voor de schuld die er tot
of dien datum bestond bleef hij natuurlijk
mee aansprakelijk. Er was echter sinds 28
Febr. V921 een gfooter bedrag dan dat der
schuld op 28 Febr, in het credit geboekt
en dus was die schuld verdwenen. Voor pos
ten na 28 Febr, in het debet geboekt stond
hij niet meer borg en dus weigerde hij de
ruim 11,000 te voldoen, die de beide, bor
gen, die betaald hadden, van hem vorder»
den.
De rechtbank te Maastricht wees evenwel
de vordering der beide borgen toe. Het punt
in quaestie daarbij was dat aan de overige
borgen geen kennis was gegeven van het
feit, dat één der borgen zijn borgtocht had
opgezegd. Het „medeborg zijn" ter zake van
éénzelfde schuld bracht mee dat men bij het
opzeggen van zijn borgtocht, daarvan aan
zijn medeborgen kennis gaf, wier verplich
tingen daardoor immers zwaarder werden
en die zich met het oog daarop, misschien
ernstig af zouden vragen, of zij nu toch nog
langer hun crediet-borgstelling ongewijzigd
zouden doen voortduren. Verzuimde men
deze kennisgeving teverrichten, dan bleef
men wel geen borg meer, maar bleef toch
tegenover de vroegere medeborgen aan
sprakelijk. Deze verplichting tot kennisge
ving stond niet in art. 1881 B.W., maar
vloeide voort uit art. 1374 B.W. en art. 1375
B.W., waar in het algemeen gezegd wordt,
dat men zich als contractant normaal-fat
soenlijk heeft te gedragen.
Het Hof was het met de rechtbank ge
heel eens. Beide college's namen dus aan
dat er tusschen medeborgen ter zake van
éénzelfde schuld een contractueele band be
stond, waarop de regels der goede trouw
toepasselijk waren.
Op dit punt sneuvelden het vonnis der
rechtbank en het arrest van het Hof. De
Hooge Raad stelde, en zeer terecht, vast,
dat in art, 1881 B.W. slechts sprake is van
een recht van verhaal, dat de wet geeft aan
den borg, die betaald hééft tegen zijn mede
borgen. Van een band vóór. die betaling is
geen sprake.
De Hooge Raad deed het foutieve in de
beslissing van rechtbank en Hof nog sterker
uitkomen door er op te 'wijzen, dat de be
slissing van deze colleges ook zou moeten
worden aanvaard in een geval, waarin ver
schillende personen absoluut niet van el-
kaars medeborg zijn afwisten, want art. 1881
laat dat geheel in het midden en stelt alleen,
dat verschillende personen zich tot borgen
van éénzelfde schuld hebben gesteld. Hoe
kan men nu op art. 1881 B.W. een verplich
ting tot kennisgeving gronden, wanneer een
borg mogelijk van het bestaan van een me
deborg niets afweet. Dat is inderdaad een
dwaze consequentie. Wij teekenden dan ook
reeds in H, B. van 11 April 1925 bij 'net
arrest van het Hof aan, dat men toch zeker
zou moeten aanvullen, dat de borgen van
elkanders borgstelling afweten^
Het resultaat voor deze procedure was,
dat de beide borgen zich hun vordering
tegen de gewezen medeborg ten slotte toch
nog ontzegd zagen.
We willen niet eindigen zonder even te
blijven stil staan bij de bedenking, die mis
schien bij sommige lezers zal oprijzen.
Wanneer de medeborgeh van eikaars
borgstelling afweten en b.v. op één na allen
hun borgstelling opzeggen, is het dan niet
gruwelijk onbillijk, wanneer die één ten
slotte voor alles opdraait. En tot dat ge
volg kan de uitspraak van den Hoogen
Raad leiden.
Er is hierop maar één antwoord n.l. dat
het karakter van een borgstelling juist deze
onaangename mogelijkheid meebrengt. Wie
zeker van zijn verhaal op medeborgen wil
•zijn, kan zich met deze verbinden, dat men
.niet zonder eikaars voorkennis de borgstel
ling zal mogen opzeggen.
Wat de beide borgen wel hadden kunnen
prObeereh, was geweest een beroep op de
goede trouw tegen de aanspraken der bank.
Met deze bestond een overeenkomst, n.l.
de borgstelling, en wanneer ze hadden kun
nen bewijzen, dat de bank wist, dat zij bei
den borg waren geworden in de weten
schap, dat er vier bepaalde andere personen
mëdéborgèn' waren, dhn bad tegen de bank
.kubnên Worden aangevoerd, dat de góede
trouw meebracht, dat zij hen beide had ge
waarschuwd, dat één der medeborgen zijn
borgstelling had opgezegd; dat de bank dus
haar aanspraken met 1/6 diende te vermin
deren.
Of dit beroep zou zijn opgegaan durven
we niet verzekeren. De groote vraag zou zijn
geweest of uitvoering te goeder trouw van
een onder genoemde omstandigheden ge
sloten overeenkomst van borgstelling vpor
den schuldeischer een dergelijke verplich
ting (n.l. tot kennisgeving van de opzegging
door één der medeborgen] meebrengt.
(Handelsbelangen.)
Zesde verantwoording van het Ned. R. K,
HuisvestingsOComit
Door het Provinciaal Comité werd recht
streeks ontvangen
Collecte Eethen f 656, Made f 537.47, Bla-
del f 27.20, Asten f 975.72, Steuncomité
Langenboom f 707.50, Oploo nog f 14.69 1L,
Hoeven f 12.50.
Tot dusver is in totaal ontvangen
f 321.519,78.
Volgens de aanwijzingen der schenkers
is hiervan bestemd voor de slachtoffers in
het Bisdom Den Bosch f 7781.42, voor Bor-
culo c.s. f 7147.56(4, voor allé geteisterde
streken f 73210.17, voor speciale doeleinden
f 1667, voor de slachtoffers in Noord-Bra
bant f 231.713.62 (4-
Op heden is dit laatste bedrag in zijn
geheel aan het Provinciaal Comité toege
zonden, terwijl de overige gelden zijn af
gedragen aan het Nationaal Steuncomité
voor de aangewezen doeleinden, terwijl een
padr giften rechtstreeks aan de verhielde
adressen zijn verzonden.
Aangezien nog lang niet het geld bijeen
is, noodig om de geleden schade te vergoe
den en de verwoestingen te herstellen, blijft
het R.K. Huisvesting-Comité een beroep
doen op- de liefdadigheid onzer landgenoo-
ten.
De publieke tribune.
Volgens onze
Trouwe wetten
Is een rechtszaak
Openbaar;
Iedereen mag
Daar gaan kijken.
Mits niet onder
Achttien jaar.
Als een „fijn
Sensatie-zaakje"
Door de wet
Behandeld wordt,
Komt de rechtszaal
Bijna altijd
Heel wat plaatsen
Nog te kort.
yoor de vriendjes
yan de rechters,
Van suppoost of
Advocaat,
N ijn gereserveerde
Banken
Voor zoover de
Ruimte 't laat.
De publieke
Kijk-tribune
Is voor Jan en
Alleman
Die wordt volgepropt
Met menschen
Tot geen muis er
Bij meer kan.
Halzen-rekkend,
Teen en- krommend,
Ooren-spitsend
Hangt men daar
De beklaagde
Wordt bekeken
Van z'n schoenen
Tot z'n haar.
Uren heeft men
Willen wachten,
Om vooral vooraan
Te staan.
een
Een kwartiez staan
Dringen, duwen,
Onj het eerst er
In te gaan.
Want.... er wordt
Mensch veroordeeld,
Die, vail heel het
Mensfhendom
't Schandenierk reeds
Heeft ontvangen
Voor dien mensch wringt
Mensch zich krom.
Is het een
Luguber zaakje
Van een moord- of
Roofpartij,
Dan is 't kijkgraag,
Grof publiek er
Als de kippen
Immer bij
En geen woordje
Wil men missen
Van wat de
Beklaagde zegt.
Wat de rechters*
Handig vragen,
Wat door pleiter
Wordt' w'eërlegd.
Mannen, vrouwen,
Ouden, jongen
Spanning staat op
Ieders blik
't Eten laat men
Er voor wachten,
Eerst de rechtszaak
Dan de bik
Oogen, ooren
Fel verslinden
Alles wat daar
Wordt vertoond
Op z'n tijd kan
Men ook lachen
Op z'n tijd wordt
Er gehoond....
Altijd is er
Bij de kijkers
'n Trouwe „tóffe
jongensbent",
Die dan spottend
Staat te grijnzen
Als beklaagde
Soms bekent
„Wat 'n ezel
Wat 'n sloomhoofd
Die doet een
Bekentenis J"
En zij morren
Ontevreden,
Dat de lol er
Af nu is.
't Fijnste staan ze
Te genieten
Als beklaagde's
„Mart'laarsbeeld"
Als een wreed
Verongelijkte
De vermoorde
Onschuld speelt.
Is de advocaat
Een dure,
Die bekend staar
In het land,
Dan heeft hij de
„Toffe jongens"
Wis en zeker
Op z'n hand.
Lekker staan ze
Dan te gnuiven
Als ie lustig
Woordenpraal*
En met klem staat
Te beduiden,
Dat de rechtbank
Heeft gefaald.
Dan het and're
S oórt „tribuners"
De partij, waarvan
Niet één t
Denkt aan 't woord
„Wie zonder zönd' is
Werp' op hem den
Eersten steen."
't „Kruisigt hem 1"
Is reeds hun wachtwoord
Voor ze iets
Hebben gezien.
Als de advocaat
Gaat pleiten
Wenschen z' hem
Een mijl of tien 1
Als d' off'cier
Zijn levenslang-eïsch
Plechtig in de
Rechtszaal stuwt
Klinkt geklap
En voetgetrappel
Waar 'n rechtschapen
Mensch van gruwt.
Halzen-rekkerid,
T eénen-kf ommen d,
Ooren-spitsend
Hangt men daar
Als het
Openbaar min'sterie
Aanvangt met
't Requisitoir.
Uren heeft men
Graag staan wachten
Om maar nummer
Eén te zijn
Uren staat men
Te genieten
Van ellend' en
Zielepijn.
Ha....! Er wórdt een
Mensch veroordeeld
Door het arme menschendom
Zoo een gratis
Gastvóorstelling
Komt niet eiken
Dag weerom
Heerlijk staan z'er
Bij te rillen
Als een bloed'rig
Mes of hemd
Als bewijs
Gedeponeerd wordt
Alle adems
Zijn beklemd 1
„O, wat vuile,
Lage moord'naar
Heeft die man zijn
Kind gedood
Voor zoo'n beestmensch,
Voor zoo'n ondier
Is geen enk'le
Straf te groot
Hoeveel laffe
Kindermoord'naars,
Bij wie lust gaat
Boven last,
Zijn er bij zop'n
Rechtszaal-drama
De „fatsoendelijke" gastT
Hoeveel vuile
Ziele-moord-naars,
Die doör letter,
Prent en taal,
Dag aan dag
Het kind vergeven,
Staan daar walgend
In de zaal?
Als de oordeelsdag
Eens daar is
Staan er in de
„Linkerflank"
Heel wat meer van
De tribune,
Dan van de
Beklaagdenbank