iVEM KUNST EN KENNIS, RECHTSZAKEN. GEMENGD NIEUWS. ELCK WAT WILS. TREKJES VERKEER EN POSTERIJEN. Sneltreinverbinding sAmsterd amM unster Een opera-gebouw te A'dam. De Vogels. UIT BOEK EN BLAD. s Inhoudsopgaven van tijdschriften. HANDEL EN NIJVERHEID. De invoer in Duitschland. Brandstichting te Hilversum. NA DE STORMRAMP. No. 419. G. N. MAGERE GEESTIGHEID. Wat er in de Haagsche 'Gemeenteraads zitting van 23 September verhandeld is, weet ik niet, maar de redactie van de „Nieuwe Courant" springt zoowat uit haar vel van kwaadheid. Naar buiten uit laat ze dat echter niet zoo blijken en nu probeert zij, om er een aardigheidje van te maken. Maar als een gediplomeerd zuurpruimer voor een keer eens moppen wil tappen, dan zijn ze er meestal naar en zoo vergaat het ook deze redactie „Wij zijn ,als geen volk ter wereld, een volk van beginselen, van godsdienstige beginselen, en wij kunnen zelfs niet tim meren of smeden of verven of behangen, of er moet „gebeginseld" worden.. Maar, tooals we zeiden in den aanvang we zijn nog niet waar we zijn moeten. We zijn nog lang niet verdeeld genoeg. Nog waart, vaak onzichtbaar voor het oog, de besmetting der ketterij om de argelooze katholieke be volking onzer stad. Zit zij niet in één tram met de ongelukkige nakomelingen van hen, die eens afvallig werden van de Kerk Loopt zij niet in dezelfde straten, ademt zij niet dezelfde lucht in, als de Protes tanten, de Joden, de godsdienstige onge- loovigen en ongodsdienstige ongeloovigen? Welk een gevaar O glimlach niet. Van alle zijden be springt het den argeloozen Roomsch-ka- tholiek. Op het kantoor van den ontvanger der belastingen, met den opnemer van den gasmeter, door den controleur van de elec- uriciteit, op de wagens der gemeenterei niging en door de buizen onzer waterlei ding, onder de truffelslagen van onze stratehleggers en bij het zwierig rond zwaaien van onze acrobatische lantaarn opstekers-te-fiets kan de ketterij tot hem gebracht worden." Zóó gaat het dan nog een poosje voort zonder dat we eigenlijk aan de weet komen welk gruwelstuk er toch wel tijdens die zit ting bekend is geworden. Ik ben er eerlijk gezegd ook niet zoo nieuwsgierig naar, anders was er wellicht een middel geweest om mijn kennis dienaangaar.de wat te vér- grooten. Maar genoemd blad, hetwelk in nogal nau we relatie staat met de groot-ondernemers deed wellicht verstandiger een dergelijke geestigheid maar achterwege te laten. Vooral op sociaal terrein mag het voor die splitsing wel wat meer eerbied hebben, dan het nu aan den dag legt. En het bedenke daarbij, dat de scheiding niet is, zooals zij het geliefd voor te stellen Roomsch en niet Roomsch, maar socialistisch én niet socia listisch, aan beide zijden naar de beginselen onderverdeeld. Nu zij het bij voorbaat toegegeven, dat er niet zöó'n groot verschil is in het streven van die verschillende groepen waar het betreft eischen tot positieverbetering waar het betreft al die misstanden, door de overheer- sching van de liberale gedachte over ons ge bracht, weg te nemen waar het gaat een ge zonde ontwikkeling van ons bedrijfsleven te bevorderen, in dien zin dat ook de mede producent de arbeider daarin de nood zakelijke medezeggenschap verkrijgt. Tot zoover zijn de verschillen vaak niet zoo héél groot. Het wordt echter anders wanneer men niet uitsluitend aan de oppervlakte blijft staan, maar tot het wezen der dingen tracht door te dringen, wént dan bemerkt men al spoedig welke diepgaande verschillen er tusschen die beide deelen van de arbeiders beweging bestaan. Zelfs de Nieuwe Courant zou dan tot de ontdekking komen, dat er nog wel eenig verschil is waar te nemen tus schen hen die een socialistische en hen die een Christelijke Maatschappij-ordening na streven. Op de eerste plaats dus, trekt dit deftige orgaan en niet alleen op sociaal terrein de scheidingslijn verkeerd en daarnaast kon het bedenken, dat er hëel wat meer reden is tot erkentelijkheid dan tot de droevig-zure geestigheid,waartoe het zich nu laat verleiden Juist door die scheidingslijn is het moge lijk om hetgeen de Nieuwe Courant en haar volgelingen bedorven hebben, weer te her stellen en de geesten die zij hebben opgeroe pen te bezweren, i Indien zij zoover gekomen is, om dat te begrijpen, dan zal wellicht ook betel- tot haar doordringen welk groot belang er in gelegen is, ook op ander terrein het beginsel zuiver te houden. Wanneer de revolutionaire geest op onzen bodem niet groeien wii dan ligt dat heusch niet aan het doorzicht van de Nieuwe Cou rant c.s. maar dan.heeft zij dat te danken aan hen die zij nu met haar wrang-zure geestig heid, tracht te treffen. A. J. L DETRUC. In „het Volk" van 30 September vond ik den brief van den Metaalbond afgedrukt vergezeld van een klein commentaar. De brief zelf bevat weinig nieuws. Er wordt in bevestigd dat de 48-urige werkweek in principe gehandhaafd blijft en verder een regeling voor overwerk. Voor overwerk (bo ven 48 uur) zal 10%, voor nachtwerk (van 125 uur) 50% en voor Zondagsarbeid 100% extra loon worden gegeven. De beslissing daarover is bij de betrokken organisaties en ik zou er dus stellig niets over schrijven, indien „Het Volk" de. paaltjes al niet aanstonds had uitgezet. „Nieuws brengt-deze brief niethij formu leert alleen wat reeds was toegezegd. Hij legt de „principieele" 48-urige werkweek vast en regelt voor alle leden van den Metaal- bond het te betaler, minimum overgelegd- percentage. De confessioneele organisaties zullen daar misschien lekker mee zijn en een en ander als een overwinning rondbazuinen. De moderne organisatie zal zich door dezen schijn echter niet van, de wijs laten brengen. Wat wel blijkt uit wat Danz in ons hoofdar tikel uiteenzet." 't Is dus alweer het oude liedje de con- fessioneelen zullen er blij mee zijn zullen 't zelfs als een overwinning uit bazuinen, maar onze pientere „moderne" organisatie die laat zich niet lijmen en als 't straks zoo ver is dan weten de „Volkslezers" al, dat zij dat aan die halzige confessioneelen te danken hebben. Ik begrijp dat gepeuter niet. Er moet toch een aannemelijke reden zijn om te veronder stellen dat de „confessioneelen" er blij mee zijn en indien die "reden er is dan is zij er óók voor de Modernen. Is er geen reden voor de Modernen dan is zij er ook niet voor de overige organisaties, want aan dat betere doorzicht van de „Mo derne" organisatie gelooft geen sterveling. En ik moet me al heel sterk vergissen als dit niet als aankondiging van de gewone truc is te beschouwen. De truc, waarmede deze of gene weinig ontwikkelde arbeider om den tuin geleid kan worden maar dan tevens de truc, die aan de geheele arbeidersbeweging steeds groote schade bracht en ook ditmaal slechts nadeel kan oproepen. Op den duur moeten de 'arbeiders wel kop schuw worden van de organisatie wanneer hen telkens maar wordt voorgekauwd, dat zij in vredesnaam maar moeten berusten, want dat die kerkelijke maffers zich geluk kig gevoelen met zoo'n dcode musch en zich daarmede laten afschepen, hetgeen de groote krachtige, moderne organisatie nu wel dwingt om óók het hoofd ia de schoot te leg gen. Het is een gemakkelijke zij het dan voor de beweging hoogst schadelijke manier van zaken behandelen. Zelf de vermoorde onschuld spelen en gelijktijdig van het verkregene profiteeren. 't Wordt hoog tijd, dat de R.K. Metaal bewerkers van die truc eens wat meer nota nemen en op die halfslachtigheid van die organisatie het eenige antwoord geven wat er te geven is n.l. hun eigen organisatie ver sterken en het vertrouwen in eigen leiding vergrooten. Als het waar is vrat Dar.z voorspelt n.l, dat als weerslag op het besluit van den Me taalbond een tijdperk van onrust voor de me taal-industrie aanbreekt, dan zal (Jat toch ook slechts gaan, indien de confessioneelen daar aan medewerken. Maar-wat de toekomst ook zal brengen in elk geval zal de versterking van ónze R.K. Organisatie het beste middel zijn om de lei ders van de moderne organisatie te dwingen tegenover hun mannen te zeggen waar 't op staat en niet achter anderen weg te kruipen. De houding van den heer Danz wordt nog onbegrijpelijker wannéér men zijn artikel in het tijdschrift „Medezeggenschap" legt naast zijn artikel in „Het Volt". In bedoeld tijdschrift (Juni-aflevering) schrijft hij over medezeggenschap Als er een zaak is, die, door overleg en medewerking van alle betrokkenen dient tot stand te komen,' dan is het deze maar dat gaat moeilijk samen met de taktiek om anderen de schuld te ge ven van wat onvermijdelijk moet gedragen worden en dus eigen verantwoordelijkheid op anderen af te wentelen. A.J.L SPOORMANNEN. Het „Rechte Spoor" maakt melding van de laatste wijzigingen welke door de Direc tie van de Nederl. Spoorwegen in de looncij- fers zijn aangebracht en zegt daarvan „Alles bijeen genomen, blijft het zoowat bij het oude. Dit is in de tegenwoordige omstandighe den niet zonder beteekenis, en wij zeggen niet te veel, als wij beweren, dat de actie van de samenwerkende 'organisaties N.V. St. Raphael en P.C.B. tot bereiking van dit re sultaat veel heeft bijgedragen. Wij houden 't er voor, dat onze organisatie tiiet voor zoo'n heel moeilijke vraag is ge plaatst of zij de nieuwe regeling al of niet zal aanvaarden Veler wenschen zijn niet bevredigd, de verwachtingen van sommigen moesten op teleurstellingen uitloopen, maar alle omstandigheden in aanmerking geno men, meenen wij, dat het eindresultaat, het ontwerp- loonregeling zooals het thans voor ons ligt, niet, dan met groot risico, verwor pen kan worden. Ons H.B. zal, der traditie getrouw, de kwestie nauwkeurig onderzoeken,, en met een goed gefundeerd advies bij de organi satie komen." ZWAKKE PLAATSEN IN ONS STELSEL VAN KINDERBESCHERMING.' In het jonaste nummer van het Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming is van de hand van mr. J. O verwater, den secretaris van Voogdij raad Amsterdam II, het eerste deel eener verhandeling pver bovenstaand onderwerp opgenomen. „Twintig jaar," zegt de schrijver, „zal het binnenkort geleden zijn, dat de civiele kinderwetten in werking traden, dat de Voogdijraden hun werk aanvingen. Oude instellingen verjongden zich, tal van nieuwe instellingen tot bescherming der verwaar loosde jeugd werden opgericht en duizenden 1 kinderen konden aan hun slechte omgeving worden onttrokken om een betere bestem ming tegemoet te gaan. Een golf van en thousiasme ging toen door ons land. Wij moeten het particulier initiatief dank baar zijn, voor wat sindsdien tot stand ge bracht werd, zoowel als voor hetgeen nog dagelijks wordt gedaan. Evenwel, naar schrijver overtuiging moet de vraag gesteld worden, of het particulier initiatief onder de huidige omstandigheden nog ten-volle berekend is voor zijn taak. Met name hapert het met de toepassing van de ontzetting en ontheffing. Het gaat zoo ijse„ lijk stroef met het vinden Van plaatsen voor onze kinderen; men is om verschillende re denen en daar zijn, zeer geldige onder zoo weinig vlot met het aanvaarden van nieuwe voogdijen. De schrijver somt dan een heele reeks van beperkende bepalingen op; welke door instellingen met betrekking tot de aanvaar ding van voogdijen worden -gesteld en ver- olgd, „En dan die ontstellende groep van ziekelijke of gebrekkige kinderen, geestelijk of lichamelijk! 'Hier schiet het apparaat van de ontzetting en de ontheffing eerst recht te kort." Door dit alles hapert het raderwerk van dezen tak van kinderbescherming in benau wende mate, Het duurt maanden en maan den alvorens 'n ontzettingszaak kan worden afgewerkt en dan krijgt men tenslotte nog alleen-voogdij over .leverbare" kinderen. De ziekelijke en achterlijke kinderen hebben toch evenzeer hulp noodig, maar die hulp is er niet, tenzij men de voorloopige toever trouwing gaat toepassen ver buiten de be doeling van de wet. Een onberaden toepassing van de ontzet ting en de ontheffing behoeft men van den Voogdijraad werkelijk niet te vreezen. Kan de uiterste maatregel vermeden worden, door patronaat, of gezinsvoogdij, men zal niets liever zien, doch dat men niet kan helpen daar, waar hulp voor het kind ge boden is, dat is een toestand, die spoedige voorziening vraagt. Dat zijn wij verschuldigd aan het belang onzer samenleving; dat zijn wij verschuldigd aan hén, die ons de Kinder wetten gaven en wier idealen ook onzen arbeid nog beheerschen! EMIGRATIE NAAR CANADA. Voor degenen, welke er over denken het volgend jaar naar Canada te emigreeren, is thans de tijd aangebroken om voorbereidin gen te maken, teneinde in de maand April 1926 daarheen te kunnen, vertrekken. Voor emigratie naar dit land komen alleen zij in aanmerking, die op de hoogte zijn van landbouwwerkzaamheden, in het bijzonder die goed kunnen melken en met paarden en landbouwmachines kunnen omgaan. Zij moe ten een goede gezondheid genieten en bereid en in staat zijn hard te werken en vaak lange dagen te maken. De Emigratie Centrale Holland te 's-Gra- venhage, een instelling, welke onder toe zicht staat van de Nederlandsche Regeering helpt bij alle voorbereidende maatregelen, re gelt de passage tot de plaats van bestemming en zorgt voor de plaatsing op'n boerderij door eigen inspecteurs. Zij werkt samen met de Nederlandsche Vereeniging „Landverhui zing," die de geschiktheid van hen, die wen schen te emigreeren, overweegt. Alleen zij, die door dfe Nederlandsche Vereeniging „Landverhuizing" voor emigratie geschikt Zijn bevonden, komen voor plaatsing door de Emigratie Ceptrale Holland in aanmerking.. Voor de reis met inbegrip van 25 lan dingsgeld, dathet eigendom van den emi grant blijft, benevens voeding gedurende de spoorfeis in Canada en diverse kleine kosten onderweg, is per volwassen persoon ca; f 450.noodig. Bij gehuwden is het noodig, dat de man eerst eenigen tijd, in den regel een jaar, alleen vooruit gaat, teneinde met de werkwijze en toestanden op de hoogte te komen. Is men ingeburgerd en heeft men een goede plaats gekregen, of begint men een eigen bedrijf, dan is het tijd vrouw en kin deren over te laten komen. Het aanvangsloon bedraagt 20 tot 30 verbinding van Rotterdam met het Roerge bied weer zijn hersteld. per maand, boven kost en inwoning Vóór alles is het noodig, dat men zooveel mogelijk, op de hoogte is van de Engelsche taal. Bij aankomst in het nieuwe land staat men dan niet zoo hulpeloos en de loonen Zijn dan tevens hooger, daar men ook voor den patroon meer waard is. Dit geldt in even sterke mate voor de vrouwen en ook voor de kinderen, welke-jden leeftijd bereikt hebben, waaróp zij meeverdienen. Men meldt uit Enschedé Woensdag was het 50 jaar geleden, dat de spoorlijn Enschedé-Münster werd ge opend. Zeer toevallig is het, dat, naar wij ver nemen, nu eindelijk besloten is, bij de in werkingtreding van de winterdienstregeling voor het eerst na den oorlog, de oude snel- treindienst Amsterdam Munster Dort mund weer in te voeren, waardoor dus de thans jubileerende spoorlijn weer aanmerkelijk aan beteekenis zal winnen. Ook Enschedé en andere, aan deze lijn lig gende gemeenten zijn bij dit besluit ten zeer ste gebaat, hetgeen blijken moge uit het feit, dat reeds vóór eenige maanden door de be sturen van enkele dezer gemeenten een ge meenschappelijke poging er werd gedaan om den dienst weer hersteld te krijgen. Met ingang van 4 October zal nu de mid dagsneltrein (3.45 uit Amsterdam, 2.51 uit Den Haag), welke 6.52 te Enschedé aan komt, direct doorgaan naar Munster, ter wijl de ochtend-sneltrein van 6.46 uit En schedé (aank. A'dam 9.47, Den Haag 10.55, Rotterdam 10.45) voortaan uit Münster ver trekt. Waar de treinen in Münster onmiddellijk aansluiting hebben met Dortmund, zal dus de Het bestuur der Wagnervereeniging zendt het volgende communiqué De plannen der Wagnervereeniging om tot een modern geoutilleerd Opera-gebouw te Amsterdam te geraken, waaromtrent reeds vroeger voorloopige mededeelingen zijn gedaan, hebben in de laatste maanden vasteren vorm aangenomen. Nadat de technische eischen der tooneel- en orkestruimte door de professoren Roller en Linnebach, resp» te Weenen en Mün- chen schematisch zijn vastgelegd, zijn de besprekingen over het architectonisch ge deelte geopend, teneinde aldus een volledig en becijferd project te verkrijgen. In verband hiermede heeft de Wagner vereeniging eene jury benoemd, welke een zestal architecten aangewezen heeft, die bin nenkort zullen worden uitgenoodigd tot het vervaardigen van een voorloopig schetsplan. De jury bestaat uit de heeren dr. H. P. Berlage, voorzitter, Ir. A. R. Hulshoff, P. Vorkink, alsmede voor de Wagnerver eeniging uit de heeren J. C. Bunge, M. van Notten en dr. Paul Cronheim, welke laatstgenoemde als secretaris der jury. zal op treden. De ramen der uit te noodigen architecten zullen nader worden bekend gemaakt. Ter gelegenheid van het Nederlandsch Muziekfeest te Utrecht zal op 17 October aldaar een enkele voorstelling worden gege ven van Aritsophanes' komedie „De Vo gels", met de muziek van Alphons Diepen- brock, uit te voeren door het Utrechtsch Stedelijk Orkest, onder leiding van Evert Cornelis en met medewerking van Louis van Tulder, die tevens de rol van vogel „Hop" zal vervullen. De vertooning zaj wor den gegeven door een groep Amsterdamsche oud-studenten en gymnasiasten onder lei ding van Balthazar Verhagen, terwijl voor deze voorstelling nieuwe decors en vogel maskers zijn ontworpen en uitgevoerd door Willem Deering. Naar wij thans vernemen, bestaat er groo te kans, dat deze geheele voorstelling op 6 November a.s. in den Stadschouwburg te Amsterdam herhaald zal worden. DE ROZENKRANS, geïllustreerd maand- schrift voor Maria-vereering 47e jrg. no. 10. Inhoud: Het Rozenkransgebed; Madonna met Kind (plaat); De H. Ludovicus Bertran- d|us; Andreas Hofer en de Rozenkrans; De H. Geheimen van den Rozenkrans IX; „Als kleine kinderen"; Ons klooster te Langen- boom; Het kostbaar le'ven van S. Thomas van Aquino XVI én XVII; verschijningen van Pius X; Ordenieuws; Vragenbus, HET SCHILD, Apologetisch maandblad, Jaarg. 7, no. 4. Inhoud: Fr. Andreas Metz: Iloe, Dominee Nils Beskom oordeelt over de R. K. Kerk, II; A, E. Boers: Beteekenis van den priester voor niet-Katholieken, II; Piet Kasteel; Katholicisme en Pausschap, I; Op dgq> lUitkijk; (VragenWs; Boekbespreking; Correspondentie. R. K. ZIEKENVERPLEGING, Jaarg. 16, no. 10. Inhoud: Mededeelingen van het hoofdbestuur; Najaars-Retraite; Administra tie Orgaan; Aan de bezoeksters van de Alg. Vergadering, gehouden te Breda; Missie- nieuws uit Finland; Correspondentie. 3- Maandelijkseh Overzicht Informatie-Buraux; Ingekomen giften voor ons „de Sonnaville Rusthuis"; Nog eens „de Sonnaville Rust huis"; Een napraatje; Aan de leden der Haagsche afdeeling; Thabor-Retraite 7-10 Augustus 1925; Vraag en antwoord; Eucha ristisch Triduum in Den Haag; Eucharistisch Triditum voor Zieken; Verpleging van den Zuigeling; Algemeene indrukken van het In tern, Congres voor Verpleëgsers te Helsing- fors; Beschrijving van mijn verblijf in de „Ëcole de Puericulture" in Parijs; Rheuma- tisme in de jeugd; Sint Melania-Werk; Ju bileum „Het Groene Kruis"; Vacante plaatsen; Advertentiën. ST. CLAVERBOND. Jaarg. 37, afl, 8. In houd; Een herinnering aan de catacomben door Br Ivo B, D, O. O.; Berichten uit Am- barawa en Mendoet, door een Zuster Fran ciscanes; Afscheid aan de Missionarissen bij hun vertrek naar Java, door L. A, Rood S.J.; Pelgrimstocht naar Mekka I; de heilige stad Mekka, door H. Caminade S. J.; Heb ben de Javanen een literatuur?, door A. Djajasepoetra S.J.; Missiearbeid der Zusters Franciscanessen van Heijthuijsen; De Ja vaan en de vfer windstreken, door een be woner van het Ignatius-college te Jogja karta; Merkwaardige doopsels, door A. dé Kuyper S.J.; Ingekomen giften. Platen; Pinksteren 1925 té Ambarawa; Onze toekomstige R. K. Javaansche onder wijzeréssen; Drie Jezuïeten-novicen welke September 1.1. naar Java vertrokken; De twee eerste professoren van den cursus der wijsbegeerte in September 1925 geopend te Jogjakarta; Javaansch-Hollandsch noviciaat der Zusters Franciscanessen té Semarang. HET PATRONAAT. 21e Jaarg., no. 9. In houd: 1. Naar de a.s. Jaarvergaderingen; 2. Onderwijs aan de met-leerplichtige jeugd; 3. Voor de Maandelijksche Conferentie, 4. Op leiding R. K. Jeugdleiders; 5. Boekaankon digingen. 6. JJit de Sportbeweging; 7, Practische propaganda; 8 Uit het organisatie-leven; 9. Internationale Jeugdorganisatie; 10. Vergoe ding van reiskosten voor de jaarvergaderin gen. R. K, STUDIEBELANGEN, Tijdschrift voor R. K, Middelbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs, uitg. Fa. Gebr. v. d. Burgt, Helmond. Inhoud; 1. Ledenlijst St. Bonaventura 2. De H. Petrus Canisius, be vorderaar van het Katholiek Onderwijs, H. Wijffels; 3, De derde R. K, Paedagogische week (Vervolg), H. Pröpper; 4 Meisjesop stellen, W. Hillen;5. Boekbesprekingen,, Tijdschrift voor R.-K. Ouders en Opvoe ders, 7e jaarg. no. 18. Uitgave van het Ned. Boekhuis, Tilburg. Inhoud: Algemeene be schouwingen over oudergezag en ouderplicht (Slot). Twee die één moeten zijn! II, Noo 19. Inhoud: Kleine waarheden. Sexueele Vorlichting. IKruisweg. Be schouwingen over Kinderlectuur. IV. Waarvoor een uitvoerverbod gehand haafd blijft. De afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, Bezuidenhout 30, 's-Gravenhage, waar tevens nog meer volledige gegevens zijn te verkrijgen vestigt de aandacht op het volgende Bij besluit van 16 September j.l. zijn, met enkele uitzonderingen, de thans nog in Duitschland bestaande invoerverboden met ingang van 1 October ingetrokken. Voor een beperkt aantal artikelen blijft echter een uit voerverbod gehandhaafd- Van deze artikelen kunnen wordén ge noemd likeuren, cognac, spiritualiën, spiri tus, wijn, steenkolen, anthraciet, cokes, bruinkolen, turf, loodwit, loodmer.ie, kalk- stikstof, morfine, codeïne, films ruwe alumi nium. Verder zijn uitsluitend ten opzichte van Zwitserland en Frankrijk behalve de reeds genoemde invoerverboden ook nog ver#, boden gehandhaafd voor onderstaande arti kelen,, te weten Vóór Zwitserland margarine plantaardige talk'voor menscheüjk gebruik, margarine kaas, kunstvet, celluloid, portland- cement voor 'Frankrijk onaangemaakte verf (niet voor den detailverkoop bestemd), aniline en oude teerkleurstoffen, alizarin, natuurlijke en kunstmatige indigo. De Vierde Kamer der Amsterdamsche Rechtbank deed Donderdag uitspraak in de zaak tegen den 68-jarigen J, M. Molmans, van beroep sfucadoor, die, in zeer armoedige omstandigheden verkeerende, opzettelijk brand had gesticht in een villa te Hilversum. De rechtbank veroordeelde bekl. tot 'een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaar delijk met. een proeftijd van 3 jaar onder voorwaarde, dat M. zich onder toezicht stelt van de R.K. Reclasseerings Vereeniging te Utrecht; Het O.M. Mr. van Thiel, had 6 maanden onvoorwaardelijk geëischt. RECHTERLIJKE UITSPRAAK VOOR DEN HANDEL VAN BETEEKENIS. Tusschen medeborgen eener zelfde schuld beslaat geen contractueels band op groud van art. 18S1, B„ W. •v Uitspraak van 'den Hoogen Raad. Wanneer verschillende personen, voor éénzelfde schuld, borg staan is dat op zich zelf niet voldoende om tusschen hen, onderling een contraotueele band aan te nemen. Van'toepasselijkheid der artt. 1374 en 1375, die o.m. inhoudèn, dat overeen komsten te goeder trouw moeten worden uitgevoejd en dat overeenkomsten naast hun uitdrukkelijken inhoud ook verbinden tot al Wat naar haar aard door de billijk heid en het gebruik wordt gevorderd, is dan ook geen sprake. Met deze uitspraak vernietigde de Hooge Raad een vonnis van de Rechtbank te Maastricht, door hel Hof te 's-Hertogenbosch bekrachtigd. Waar dit laatste in H. B. van 11 April 1925 is behandeld, komen we nu nog eens op deze zaak terug. Een stoom-steenfabriek i stond in reke ning-courant-verhouding met een bank. Voor schulden uit deze rekening-courant- verhouditig voortkomende, stelden zich zes personen borg. Bij een aan de bank gericht schrijven van 28 Febr. 1921, zegde één dezer #es zijn borgtocht op. Het passief bedroeg op dien datum - bijna 120,000. In Oct. 1922 werd de Stoom-steenfabriek failjiet verklaard. Het nadeelig saldo van het rekening-cou rant bedroeg toen ruim 66.000. Twee der borgen betaalden dit bedrag en zochten nu verhaal op de overige borgen. Dit was hun goed recht, want art, 1881 B.W. zegt: In dien verscheidene personen zich tot borgen hebben gesteld van denzelfjcn schuldenaar en ter zake van dezelfde schuld, heeft de .borg, die de schuld heeft voldaan in het ge val bij No. 1 van het vorig artikel voorzien (dat is het geval, dat de borg tot betaling in rechten vervolgd wordt), als ook wan neer de schuldenaar is verklaard in staat van faillissement, zijn verhaal op de overige borgen, ieder voor zijn aandeel. Welke was nu echter de positie van den borg, die per 18 Febr. 1921 zijn borgtocht had beëindigd? Voor de schuld die er tot of dien datum bestond bleef hij natuurlijk mee aansprakelijk. Er was echter sinds 28 Febr. V921 een gfooter bedrag dan dat der schuld op 28 Febr, in het credit geboekt en dus was die schuld verdwenen. Voor pos ten na 28 Febr, in het debet geboekt stond hij niet meer borg en dus weigerde hij de ruim 11,000 te voldoen, die de beide, bor gen, die betaald hadden, van hem vorder» den. De rechtbank te Maastricht wees evenwel de vordering der beide borgen toe. Het punt in quaestie daarbij was dat aan de overige borgen geen kennis was gegeven van het feit, dat één der borgen zijn borgtocht had opgezegd. Het „medeborg zijn" ter zake van éénzelfde schuld bracht mee dat men bij het opzeggen van zijn borgtocht, daarvan aan zijn medeborgen kennis gaf, wier verplich tingen daardoor immers zwaarder werden en die zich met het oog daarop, misschien ernstig af zouden vragen, of zij nu toch nog langer hun crediet-borgstelling ongewijzigd zouden doen voortduren. Verzuimde men deze kennisgeving teverrichten, dan bleef men wel geen borg meer, maar bleef toch tegenover de vroegere medeborgen aan sprakelijk. Deze verplichting tot kennisge ving stond niet in art. 1881 B.W., maar vloeide voort uit art. 1374 B.W. en art. 1375 B.W., waar in het algemeen gezegd wordt, dat men zich als contractant normaal-fat soenlijk heeft te gedragen. Het Hof was het met de rechtbank ge heel eens. Beide college's namen dus aan dat er tusschen medeborgen ter zake van éénzelfde schuld een contractueele band be stond, waarop de regels der goede trouw toepasselijk waren. Op dit punt sneuvelden het vonnis der rechtbank en het arrest van het Hof. De Hooge Raad stelde, en zeer terecht, vast, dat in art, 1881 B.W. slechts sprake is van een recht van verhaal, dat de wet geeft aan den borg, die betaald hééft tegen zijn mede borgen. Van een band vóór. die betaling is geen sprake. De Hooge Raad deed het foutieve in de beslissing van rechtbank en Hof nog sterker uitkomen door er op te 'wijzen, dat de be slissing van deze colleges ook zou moeten worden aanvaard in een geval, waarin ver schillende personen absoluut niet van el- kaars medeborg zijn afwisten, want art. 1881 laat dat geheel in het midden en stelt alleen, dat verschillende personen zich tot borgen van éénzelfde schuld hebben gesteld. Hoe kan men nu op art. 1881 B.W. een verplich ting tot kennisgeving gronden, wanneer een borg mogelijk van het bestaan van een me deborg niets afweet. Dat is inderdaad een dwaze consequentie. Wij teekenden dan ook reeds in H, B. van 11 April 1925 bij 'net arrest van het Hof aan, dat men toch zeker zou moeten aanvullen, dat de borgen van elkanders borgstelling afweten^ Het resultaat voor deze procedure was, dat de beide borgen zich hun vordering tegen de gewezen medeborg ten slotte toch nog ontzegd zagen. We willen niet eindigen zonder even te blijven stil staan bij de bedenking, die mis schien bij sommige lezers zal oprijzen. Wanneer de medeborgeh van eikaars borgstelling afweten en b.v. op één na allen hun borgstelling opzeggen, is het dan niet gruwelijk onbillijk, wanneer die één ten slotte voor alles opdraait. En tot dat ge volg kan de uitspraak van den Hoogen Raad leiden. Er is hierop maar één antwoord n.l. dat het karakter van een borgstelling juist deze onaangename mogelijkheid meebrengt. Wie zeker van zijn verhaal op medeborgen wil •zijn, kan zich met deze verbinden, dat men .niet zonder eikaars voorkennis de borgstel ling zal mogen opzeggen. Wat de beide borgen wel hadden kunnen prObeereh, was geweest een beroep op de goede trouw tegen de aanspraken der bank. Met deze bestond een overeenkomst, n.l. de borgstelling, en wanneer ze hadden kun nen bewijzen, dat de bank wist, dat zij bei den borg waren geworden in de weten schap, dat er vier bepaalde andere personen mëdéborgèn' waren, dhn bad tegen de bank .kubnên Worden aangevoerd, dat de góede trouw meebracht, dat zij hen beide had ge waarschuwd, dat één der medeborgen zijn borgstelling had opgezegd; dat de bank dus haar aanspraken met 1/6 diende te vermin deren. Of dit beroep zou zijn opgegaan durven we niet verzekeren. De groote vraag zou zijn geweest of uitvoering te goeder trouw van een onder genoemde omstandigheden ge sloten overeenkomst van borgstelling vpor den schuldeischer een dergelijke verplich ting (n.l. tot kennisgeving van de opzegging door één der medeborgen] meebrengt. (Handelsbelangen.) Zesde verantwoording van het Ned. R. K, HuisvestingsOComit Door het Provinciaal Comité werd recht streeks ontvangen Collecte Eethen f 656, Made f 537.47, Bla- del f 27.20, Asten f 975.72, Steuncomité Langenboom f 707.50, Oploo nog f 14.69 1L, Hoeven f 12.50. Tot dusver is in totaal ontvangen f 321.519,78. Volgens de aanwijzingen der schenkers is hiervan bestemd voor de slachtoffers in het Bisdom Den Bosch f 7781.42, voor Bor- culo c.s. f 7147.56(4, voor allé geteisterde streken f 73210.17, voor speciale doeleinden f 1667, voor de slachtoffers in Noord-Bra bant f 231.713.62 (4- Op heden is dit laatste bedrag in zijn geheel aan het Provinciaal Comité toege zonden, terwijl de overige gelden zijn af gedragen aan het Nationaal Steuncomité voor de aangewezen doeleinden, terwijl een padr giften rechtstreeks aan de verhielde adressen zijn verzonden. Aangezien nog lang niet het geld bijeen is, noodig om de geleden schade te vergoe den en de verwoestingen te herstellen, blijft het R.K. Huisvesting-Comité een beroep doen op- de liefdadigheid onzer landgenoo- ten. De publieke tribune. Volgens onze Trouwe wetten Is een rechtszaak Openbaar; Iedereen mag Daar gaan kijken. Mits niet onder Achttien jaar. Als een „fijn Sensatie-zaakje" Door de wet Behandeld wordt, Komt de rechtszaal Bijna altijd Heel wat plaatsen Nog te kort. yoor de vriendjes yan de rechters, Van suppoost of Advocaat, N ijn gereserveerde Banken Voor zoover de Ruimte 't laat. De publieke Kijk-tribune Is voor Jan en Alleman Die wordt volgepropt Met menschen Tot geen muis er Bij meer kan. Halzen-rekkend, Teen en- krommend, Ooren-spitsend Hangt men daar De beklaagde Wordt bekeken Van z'n schoenen Tot z'n haar. Uren heeft men Willen wachten, Om vooral vooraan Te staan. een Een kwartiez staan Dringen, duwen, Onj het eerst er In te gaan. Want.... er wordt Mensch veroordeeld, Die, vail heel het Mensfhendom 't Schandenierk reeds Heeft ontvangen Voor dien mensch wringt Mensch zich krom. Is het een Luguber zaakje Van een moord- of Roofpartij, Dan is 't kijkgraag, Grof publiek er Als de kippen Immer bij En geen woordje Wil men missen Van wat de Beklaagde zegt. Wat de rechters* Handig vragen, Wat door pleiter Wordt' w'eërlegd. Mannen, vrouwen, Ouden, jongen Spanning staat op Ieders blik 't Eten laat men Er voor wachten, Eerst de rechtszaak Dan de bik Oogen, ooren Fel verslinden Alles wat daar Wordt vertoond Op z'n tijd kan Men ook lachen Op z'n tijd wordt Er gehoond.... Altijd is er Bij de kijkers 'n Trouwe „tóffe jongensbent", Die dan spottend Staat te grijnzen Als beklaagde Soms bekent „Wat 'n ezel Wat 'n sloomhoofd Die doet een Bekentenis J" En zij morren Ontevreden, Dat de lol er Af nu is. 't Fijnste staan ze Te genieten Als beklaagde's „Mart'laarsbeeld" Als een wreed Verongelijkte De vermoorde Onschuld speelt. Is de advocaat Een dure, Die bekend staar In het land, Dan heeft hij de „Toffe jongens" Wis en zeker Op z'n hand. Lekker staan ze Dan te gnuiven Als ie lustig Woordenpraal* En met klem staat Te beduiden, Dat de rechtbank Heeft gefaald. Dan het and're S oórt „tribuners" De partij, waarvan Niet één t Denkt aan 't woord „Wie zonder zönd' is Werp' op hem den Eersten steen." 't „Kruisigt hem 1" Is reeds hun wachtwoord Voor ze iets Hebben gezien. Als de advocaat Gaat pleiten Wenschen z' hem Een mijl of tien 1 Als d' off'cier Zijn levenslang-eïsch Plechtig in de Rechtszaal stuwt Klinkt geklap En voetgetrappel Waar 'n rechtschapen Mensch van gruwt. Halzen-rekkerid, T eénen-kf ommen d, Ooren-spitsend Hangt men daar Als het Openbaar min'sterie Aanvangt met 't Requisitoir. Uren heeft men Graag staan wachten Om maar nummer Eén te zijn Uren staat men Te genieten Van ellend' en Zielepijn. Ha....! Er wórdt een Mensch veroordeeld Door het arme menschendom Zoo een gratis Gastvóorstelling Komt niet eiken Dag weerom Heerlijk staan z'er Bij te rillen Als een bloed'rig Mes of hemd Als bewijs Gedeponeerd wordt Alle adems Zijn beklemd 1 „O, wat vuile, Lage moord'naar Heeft die man zijn Kind gedood Voor zoo'n beestmensch, Voor zoo'n ondier Is geen enk'le Straf te groot Hoeveel laffe Kindermoord'naars, Bij wie lust gaat Boven last, Zijn er bij zop'n Rechtszaal-drama De „fatsoendelijke" gastT Hoeveel vuile Ziele-moord-naars, Die doör letter, Prent en taal, Dag aan dag Het kind vergeven, Staan daar walgend In de zaal? Als de oordeelsdag Eens daar is Staan er in de „Linkerflank" Heel wat meer van De tribune, Dan van de Beklaagdenbank

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 10