É-VEM
3
iMEMóD
gfllEUWS
ELCK WAT WILS.
TREKJES
Droevig ongeval.
Kerkdiefstal te NieUw-Namen.
BOBBED HAIR.
DE ERVARINGEN VAN EEN KAPPER.
Door rioolgassen bedwelmd.
Inbraak in een school.
Veel geschreeuw'en
Een eigenaardige wedstrijd.
Twee personen te water
gesprongen.
De roodvonk in het kinderkamp
te Didam.
Een eigenwijze le luitenant
getroefd
No. 420.
ZOO JE ZE HEBBEN WIL, ZOO ZIJN
ZE.
Ziezoo, 't is nu voor elkaar. Die tiendui
zenden arbeiders vooral in N.-Brabant,
maar óók elders die smachtend uitzagen
naar het oogenblik, dat zij bij de socialisti
sche Vakbeweging mochten ingelijfd worden,
kunnen nu terecht.
Zij wisten het al lang, dat hun belangen
bij de „R.K. Besturen van vakvereenigingen"
niet veilig waren ze zijn daarom ook uit die
R.K. organisaties gegaan doch om zoo maar
naar die socialistische bonden, met hun
pracht besturen over te gaan, dat zouden zij
wel willen, maar daaraan zit héél wat vast.
Je kan dan je plichten als katholiek niet meer
waarnemen en nog veel anders wat in de knel
komt. Dat hield hen tot heden nog terug.
Maar nu kan daaraan voor goed een einde
worden gemaakt. Mijnheer C. v.d. Pol legt
ons dat in „Het Volk van 5 October heel
netjes uit de doeken
„Dat de Nóord-Brabantsche makkers 't
toch eindelijk begrijpen Bisschoppen
en priest" rs zijn precies als alle andere
regenten zoo je ze hebben wil, zoo zijn
ze.Tegen den stroom kunnen ze nooit op."
En dat -wordt niet zoo zonder meer neer
geschreven, doch 't bewijs is er bij 1 Vroeger
mocht geen enkel Tilburgsch fabrikant de
Nieuwe Rotterdammer lezen of eerst moest
dé Deken of Pastoor het blad hebben nage
zien, desnoods met schaar en Oost-Indische
inkt het hebben bewerkt, ^n kom daar nu
eens om. De Pastoor is nu agent van de Te
legraaf of Nieuwe Rotterdammer, althans,
last heb-je voor geen cent meer.
Van deze ^n soortgelijke rimram, hangt
het geheele artikel aan elkaar en uit glles
blijkt, dat mijnheer v.d. Pol noch van de R.K.
arbeiders, noch van de R.K. arbeidersbewe
ging ooit iets begrepen heeft en van kerke
lijke aangelegenheden nog minder.
Die schaar en Oost-Indische inkt mogen
als aardigheidje niet slecht gevonden zijn,
indien v.d. Pol maar even verder wilde zien
dan zijn neus lang is, zou hij toch wel iets
anders aan de weet komen dan wat hij die
arme Volk-lezers nu wil wijsmaken.
Hij kan van ons het vólle pond krijgen
We willen toegeven, dat er R.K. personen
zijn, waaronder ook arbeiders, die het met
hun godsdienstige en maatschappelijke plich
ten niet zoo nauw nemen we willen toege
ven dat er inderdaad tien duizenden katho
lieken zijn die zeer tot onze schande en
schade nog maar steeds buiten onze or
ganisaties blijven en het terrein vrij laten
voor socialistische of liberalistische propa
ganda.
Aan hun passieve houding moet het voor
een groot gedeelte worden geweten, dat niet
meer werd bereikt en dat onze beginselen
nog niet die toepassing vinden welke wij
gaarne zouden wenschen.
We hebben dat alles te erkennen, maar
daaraan behoeft mijnheer v.d. Pol nog niet
het argument te ontleenen, dat de R.K. ar
beiders voor een groot gedeelte verlanjfènd
uitzien naar het oogenblik dat zij door socia
listische organisaties kunnen worden opge
nomen. Want zóó is hef niet't zijn gewoon
kortzichtige menschen die zichzelf, hun huis-
genooten, en middellijk ook ons allen, aan
groote gevaren blootstellen omdat zij niet
oëgrijpen kunnen of willen wat Christelijke
solidariteit hen voor plichten oplegt.
Er mankeert bij onp dus nog heelwat,
maar v.d. Pol doet verstandig eerst maar eens
:n eigen huis aan de schoonmaak te beginnen.
Want ook da ér valt heel wat op te knappenl
De S.D.A.P. klaagt, dat er nog zooveel
mannen van het N.V.V. buiten de „partij
staan het N.V.V. klaagt dat er nog zooveel
S.D.A.P'ers zijn, die naast de toch zoo keu
rig bestuurde vakorganisaties staan beiden
klagen ze om het hardst, dat er nog zoovelen
zijn, die met hun geld de liberale en vooral
de „Neutrale" pers steunen en smeeken hun
volgelingen toch af te zien van die verderfe
lijke gewoonte, waardoor zij aan hun vijan
den de kracht verschaffen om zichzelf te be
strijden.
Onze Bisschoppen zouden het bijna niet
hartroerender kunnen doen, dan de socialis
tische Overheden.
Maar dat nog eens daargelaten. Het is niet
alleen het R.K. Werkliedenverbond, en het
Christelijk Vakverbond, dat in ledental ach
teruitging. Het N.V.V. heeft ook knap zijn
portie gekregen en is ook het laatste kwarc-
taal zij het in. mindere mate dan het R.K.
Werkliedenverbond nog achteruit geboerd.
Als dan het uittreden van leden bij de
Katholieken het gevolg is van een niet vol
doende behartiging hunner belangen, wat
is dan de oorzaak dat het N.V.V. zooveel
tienduizenden leden verloor
Ligt dat ook aan de onbenulligheid van
die leiders Ik zou dat niet gaarne zoomaar
zeggen, hoewel er heel wat meer aanleiding
voor zou zijn, als voor de bewering van den
heer v.d. Pol
De geweldige blunder verleden jaar dooi
Stenhuis bij het beëindigen van het Textiel-
conflict geslagen, kan ondanks alle pogingen
om hem onder humbug te bedekken, aan
niemand die van vakvereenigingstaktiek wat
verstaat, Zijn ontgaan de sommatie van den
Modernen Mijnwerkersbond zoo pas tot
onzen Christelijken Mijnwerkersbond ge
richt en door collega Stins zoo fijntjes afge
wezen, is niet anders dan wat Don Quichot-
terie de houding van den Modernen Me-
taalbewerkersbond inzake de overwerkver-
gunningen dreigt al eenzelfde karakter aan
te nemen.
't Zou dus nog niet zoo erg onaannemelijk
schijnen, wanneer wij' het ledenverlies van
het N.V.V. zouden wijten aan de houding
door sommigen zijner leiders aangenomen,
maar we zullen dat niet doen en alleen aan
den heer v.d. Pol den vriendschappelijken
raad geven zie jij nu maar eerst al de leden
van „de partij" tot het N.V.V. te brengen,
waarschuw vooral tegen het lezen yan libe
rale en neutrale bladen, dan hebt ge voorloo-
pig werk genoeg. En als er dan nog R.K.
arbeiders zijn, die nog kortzichtig genoeg
zijn om niet te begrijpen, dat zij, door naast
onze arbeidersbeweging te blijven, practisch
de aanleidende oorzaak zijn van de opge
blazenheid der socialistische vakbeweging,
dan zullen wij in dien tusschentijd trachten
om hen aan het verstand te brengen dat er
voor een R.K. persoon geen onthouding mo
gelijk is.
Want niet-R.K. georganiseerd zijn be-
teekent niet zich nergens mee bemoeien,
maar beteekent practisch, dat men óf het
veld vrij laat voor het met vernieuwde kracht-
opdringend liberalisme óf voor het socialis
me, waarmede we tenslotte evengoed ten
gronde gaan.
Als mijnheer v.d. Pol dien raad van mij
wil aannemen, dan hebben we voorloopig
aan twee kanten werk genoeg zonder dat
we elkaar voor de beenen behoeven te loopen
en 't moet toch ook voor hem heel wat aange
namer zijn zoo'n zelfbewust „rood" zieltje
voor de socialistische Vakbeweging te win
nen, dan zoo'n halfbakken Roomsche, die
dus nog niet eens benul heeft van datgene
waar het werkelijk om gaat.
A.J.L.
VAN „ABNORMALE" MENSCHEN.
„Cegedisco" het officieele orgaan van de
Centrale gedistilleerd Commissie en uiteraard
dus de spreekbuis van het georganiseerde
drankkapitaal, probeert in het nummer van
29 September j.l. ons een indruk t e geven
van de resoluties dei; Internationale Con
ferentie tegen het alcoholisme onlangs te
Genève gehouden. En dat gaat er van langs.
Reeds eerder heb ik er op gewezen, dat
genoemd orgaan er een, laten we maar zeg
gen heel zonderlinge beschouwingswijze op
na houdt maar zooals het er nu aan gaat
staan is toch wel wat èl te grof. En ik kan
me niet voorstellen, dat er menschen zijn,
die dan ook voor een dergelijke wijze van
voorlichting, nog een greintje respect kun
nen hebben.
Ziehier een stukje uit het „betoog", dat
dan stellig dienen moet om een indruk be
treffende die conferentie te vestigen
„Interessant is dat plan voor een door den
Volkerenbond in te stellen studie-bureau
voor het alcoholvraagstuk en de sociale be-
teekenis van het alcohol-kapitaal. Een aar
dige aanwijzing, hoe fantasten van velerlei
schakeering den Volkerenbond beschouwen
als jaagpaard voor hun schuit.
Hoe gevaarlijk die fantasten zijn, hoe ze
reeds au serieux genomen worden, hoe ze
doordringen en tot macht komen weten wij
Nederlanders het best.
Een Ruys de Beerenbrouck, die een des
eerste onder hen is, werd n. b. Minister
president en is president der Tweede Ka
mer, wordt straks voorzitter der R. K. Staats
partij.
Een Rutgers is nu Minister van Onder
wijs.
Vijf en twintig jaren geleden zou het feit,
dat iemand strijdbaar geheelonthouder was
beschouwd zijn als zulk een bewijs van on
evenwichtigheid, dat zoo iemand geen post
van verantwoordelijkheid kon bekleeden.
Dat gevoel is echter afgestompt. Men aan
vaardt hen als gelijkwaardigen.
Niet alleen voor onze bedrijven is dat een
gevaar. Voor de geheele maatschappij is dat
rampzalig, want het bewijst, dat men min
der voorzichtig, minder kieskeurig is bij de
bezetting van die posten met groote verant
woordelijkheid.
Maar het is wonder, dat deze fantasten zelf,
steeds minder weerstand ontmoetend, nu
ook steeds vermeteler worden, en zelfs be
peinzen den Volkerenbond in te' spannen
Wat zoo'n Studie-bureau van den Vol
kerenbond beteekent, als het er eenmaal is,
heeft men kunnen zien aan het Internatio
naal Arbeidsbureau. Het beteekentbe
staande moeilijkheden opblazen tot kwesties
van reusachtigen omvang en nieuwe moei
lijkheden uitvinden.
Maar het beteekent voor de lieden der „be
weging" zich uitleven op grooten voet op
kosten der volkeren. Zooals nu allerlei ar-1
beidersleiders in Genève met hooge salaris
sen hun actie voeren in een door een „rechts
positie" gewaarborgde functie, zoo zullen
we straks hetzelfde voor de drankbestrijders
beleven als wij er niet tijdig bij zijn om
der wereld de oogen te openen voor dat drei
gende gevaar.
De driestheid, de overmoedigheid der in
Genève congresseerende dames en heeren
blijkt ook wel zeer sterk uit de zesde para
graaf van deze eerste resolutie waarin met
bedekte termen, maar duidelijk genoeg,
voorkeurs promotie wordt gevraagd voor
beambten geheel-onthouders.
Als die wensch zou zegevieren, zat er
spoedig geen normaal mensch meer op eenige
plaats van beteekenis.
En helaas daarvoor zouden er abnor-
malen genoeg te vinden zijn."
We krijgen op dat fraais nog minstens één
vervolg-artikel, maar daarin kan de grofheid
welke hierin tot uitdrukking komt, niet meer
te niet worden gedaan.
De wijze waarop Cegedisco meent over
dergelijke belangrijke onderwerpen en voor
aanstaande personen te mogen spreken, moge
haar genre zijn we zijn gelukkig niet ver
plicht om er bewondering voor te gevoelen.
Ook de bestrijding van de drinkgewoonte
en in het algemeen de bestrijding van het
alcoholisme is en blijft menschenwerk; zoo
dat ook daaraan wel weer gebreken zullen
kleven maar al aanvaarden we, dat deze of
gene in zijn ijver eens wat meer zegt dan
wetenschappelijk te be\*ijzen is, we mogen
nooit vergeten dat'de actie als zoodanig ge
dreven wordt door liefde tot den evenmensch
en daarom staat zij, reeds uit dien hoofde,
duizendmaal hooger dan de plompe ?c*ie'
voor eigen standje welke er van „Cegedisco'
c,s. uitgaat.
En 't zonderlingste bijna schreef ik
vermakelijkste is wel, dat die redactie ge
lóóft dat anderen abnormaal en zij zelf nor
maal is
Zoodat ik tenslotte tot geen ander inzicht
kan komen, dan dat men in Geneve heel goed
werk heeft verricht. Had 't „Cegedisco" geen
pijn gedaan, dan zou zij niet zoo piepen. Ze
is letterlijk de kluts kwijt.
En dat zal er niet beter op worden wan
neer zij even nota wil nemen van wat de
„Kruisbanier" van 1 October kan mede-
deelen omtrent de innerlijke kracht van So-
briëtas.
„Inderdaad is sedert 1914 het ledental cn-
zer Kruisverbonden van 35228 geleidelijk
tot 19762 gedaald.
Om dit echter goed te verstaan, moet in
aanmerking worden genomen, dat dit totaal
cijfer de drie klassen van drankbestrijders
omvat.
De gespecificeerde stand is als volgt De
Paulisten zijn sinds 1914 gedaald van 7186
tot 1055 de Afschaffers, of gelijk ze prac
tisch altijd genoemd worden de Kruisver-
bonders, van 23466 tot 14100. De Geheel
onthouders echter zijn met 200 gestegen.
Maar wij hebben ook een vrouwelijke
drankbestrijding. Daar is, wel is waar, ook
achteruitgang, doch gelukkig van veel min
der beteekenis. Het gezamenlijk ledental
onzer Mariavereenigingen bedroeg in het
zelfde jaar (1914) 44679, en thans 39810.
De Afschafsters gingen terug van 38186 tot
34165, en de Geheelonthoudsters van 6311
tot 5645.
Wij hebben bovendien een Jeugdorgani
satie. En hier valt in elk opzicht zeer groo
ten vooruitgang te constateeren. De St. An-
navereenigingen, welke er in 1914 waren
met 23512 gezinnen èn 71888 kinderen, zijn
vermeerderd tot 24746 gezinnen en 74602
kinderen.
Onze Jongensbonden hadden in 1914 een
ledental van 3313, thans 8601 en in onze
Meisjesbonden was in 1914 het aantal ge
heelonthouders 3871 tegenwoordig 11308.'
Wanneer we het bovenstaande goed na
gaan, dan blijkt daaruit, dat onze R. K
Drankbestrijding, ondanks tijdelijken terug
slag die men in de na-oorlogsche jaren
overal heeft nog op volle kracht is.
Vooral de mooie cijfers der jeugdorgani
satie geven een beeld van den vruchtbaren
arbeid op dat terrein verricht.
„Cegedisco" zou zeggen helaas, er blijken
nog meer „abnormale" menschen te zijn,
dan ik verwacht had. Maar dat behoeft óns
niet te spijten.
gevers voor de C.A.O. niets gevoelen ligt
voor de hand, omdat zoowel de grondge
dachte als de praktijk van de C.A.O. even
zeer in gaat tegen de liberale als de socialis
tische gedachte.
Hieruit is zeer wel te verklaren, dat men
in dien hoek dan ook bitter weinig gevoelt
voor de verbindendverklaring.
We behoeven daar dus niet vreemd van
op te zien. Maar we mogen toch wel vragen
dat men argumenten aanvoert en ons niet
met een „boeman" van streek wil brengen,
zooals Mr. Cort, v.d. Linden in „de Werk
gever" tracht té doen.
Sprekend over het ontwerp verbindend
verklaring, waar hij niets van hebben moet,
begint hij met een verklaring van Troelstra
uit te spelen, als bewijs, dat we m?t de ver
bindendverklaring op weg zijn naar het so
cialisme.
„De strekking is voqr een deel van onze
bevolking overduidelijk het zal dit ont
werp steunen als den eersten stap op den
weg der socialisatie, een eersten voorpost
veroverd in den strijd tegen het Z.g. kapi
talisme. Troelstra duidde hier op toen
hij zijn partij genooten zijn politieke na
latenschap aldus kenschetste „De strijd
van de democratie is nu gekomen op het
punt, dat ze moet doordringen in het be
drijfsleven. Wat we thans bezig zijn te
doen is de aantasting van het kapitalisme in
zijn kern. De arbeidersklasse moet nu het
algemeen kiesrecht en haar andere machts
middelen gebruiken direct in het front
tegen het kapitalisme. Zoover zijn wij ge
komen, dat nu elke stap het karakter draagt
van den eindstrijd voor het socialisme.".
Dat lijkt me nu toch geen werk voor een
bestudeerd man. Indien dat ons menschjes
van den kouden grond overkomt, zou 't er
misschien nog mee door kunnen, maar van
zóó iemand, die zich bovendien geroepen
acht de werkgevers van voorlichting te die
nen, m gen we toch verwachten, dat hij niet
met een gezegde van deze of gene zelfs
niet van Troelstra komt aandragen, maar
aantoont den logischen gang van het be
drijfsleven v< de verbinddendverklaring
naar de soci s ie.
Daar ben i_ en wellicht meerderpn met
mij toch wel nieuwsgierig naar, hoe Cort.
v.d. Linden dat zal klaarspelen. Doet hij
dat niet, dan moest hij dien socialistischen
„boeman" ook maar opbergen.
Wat de socialisten vroeger op grond van
hun beginsel nalieten, dat doen ze thans met
veel plezier op grond van hetzelfde beginsel.
Dus daar hebben we niets aan.
A.J.L.
HERWONNEN LEVENSKRACHT.
MAANDBERICHT OVER SEPTEM
BER 1925.
Voor rekening van „Herwonnen Levens
kracht" werden uitgezonden Naar het
sanatorium „Berg en Bosch" te Apeldoorn s
1 Sept. 1 kind van èen lid uit Schiedam.
2 1 kind uit Amsterdam.
29 1 vrouw van een lid uit Nijmegen.
Naar het Herstellingsoord „Maria Atixi-
liatrix" te Venlo 21 Sept. 1 kind van een
lid uit Rotterdam.
Deze ontleenden huüne rechten als volgt
2 als aangesloten bij den Nederl. R. K.
Grafischen Bond, 2 als aangesloten bij den
Nederl. R. K. Metaalbewerkersbond.
Op 30 September 1925 waren 77 patiënten
in behandeling.
J. TH. v. d. LAAN,
Secretaris.
WERKLOOSHEID.
Volgens de gegevens van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling waren in de week van 7 tot 12
September 1925 van de 268792 tegen werk
loosheid verzekerde personen, 16301 geheel
en 4783 gedeeltelijk werkloos.
Het percentage "is dus resp. 6.6. en 1.9
tegen 6.9 en 2.1 in de overeenkomstige week
van 1924.
A. J. L.
GEEN „BOEMAN" NOODIG.
De Collectieve Arbeidsovereenkomst
(C.A.O.) wordt in R.K. kringen vrij alge
meen als een te waardeeren instelling be
schouwd. Zelfs zóó, dat zij destijds als grond
slag diende voor onze Bedrjjfsraden.
Dat is niets vreemds, want het sluiten van
C.A.O. ligt heel in de lijn van wat wij Katho
lieken voorstaan, terwijl het in wezen gaat te
gen de Klassenstrijd-gedachte. Het is dan
ook heel natuurlijk, dat de socialisten er
aanvankelijk niets van moesten hebben en
de Communisten loopen er thans nog niet
hoog mee weg.
Tactische lui als de socialisten ongetwij
feld zijn, hebben zij al betrekkelijk spoedig
hun verzet tegen deze instelling die men
toch niet kon tegengaan opgegeven en
thans zijn zij voorstanders, onder 't motief
dat het Collectief Contract een nuttig instru
ment is in den klassenstrijd.
Dat de liberale en liberaal-gezinde werk-
Woensdagmiddag reed de heer M. met
twee door een disselboom verbonden wa
gens over den straatweg BorculoHengelo.
Twee kinderen van B. V. te Borne hadden
plaats genomen op den disselboom. Een der
kleinen, een 8-jarig ventje, viel er af met
het noodlottig gevolg, dat de wielen van den
achtersten wagen over z'n borst gingen. In
levensgevaarlijken toestand werd het jonge
tje in een nabijstaand huis gedragen, waar
dr. Eekman, uit Borne, hulp verleende.
Te Nieuw-Namen (Zeeuwsch-Vlaandereu)
is naar de verneemt, ingebroken :n
de sacristie der kerk, waar al de kasten
zijn doorsnuffeld, doch de dief of dieven
schijnen getracht te hebben in de kerk
door te dringen.
Het is blijkbaar alleen te doen geweest
om geldswaarden, wijl het overige onaan
geroerd werd gelaten. In een der kasten
van de sacristie bevond zich een bedrag der
schaalcollecte van nagenoeg 30. Dit be
drag is ontvreemd. Ook bevond zich daar 'n
doosje met oneconsacreerde hosties. Dit
doosje werd door de)n( inbreker(s) geopend
en op de credens van de sacristie geplaatst.
Alles wijst er op, dat hier geen inbreker van
beroep aan het werk is geweest.
Het door een speurhond aangewezen spoor
loopt in de richting van de Belgische grens.
Naar men vermoedt hebben kermisgasten
uit een der Belgische grensdorpen hun slag
willen slaan.
Herhaalde malen is al beweerd, dat de
bobbed-hair-mode al aan haar einde was ge
komen, maar telkens blijkt er niets van aan
te zijn, al weten de kappers, die de „chic"
bedienen in de groote steden, wel genoeg va
riatie te brengen in de methodes van knip
pen, dat de dameshoofden een dankbaar ob
ject van geld verdienen blijven.
Een dier kappers in Berlijn heeft onlangs
aan een journalist allerlei merkwaardighe
den onthuld uit zijn practijk van Bubenkopf-
knippen. In zijn salon snoeien de bedienden
eiken dag gemiddeld 50 vrouwelijke haar-
bezittingen., Wel een bewijs, dat die mode
nog niet verdwijnt. Er gaat vaak een lange
zielestrijd vooraf, eer een dame besluit zich
aan de nieuwe mode te onderwerpen. Ver
schillende loopen eerst wel een jaar lang met
die gedachte rond en als ze dan eindelijk in
de kappersalon komen, onttrekken ze zich
vaak op het laatste nippertje nog aan de op-
peratie, hetzij omdat hun de moed ontzinkt,
hetzij omdat de chef-kapper het afraadt, om
dat het haar minder goed zal staan. Maar
dezen komen meestal weer terug.
En dan gebeurt het gewichtige feit dik
wijls onder het loozen van zenuwachtige
Zuchten en het storten van tranen.
De echtgenooten zijn meestal sterke te
genstanders van de metamorphose hunner
vrouwen. Een collega van den kapper, die
hier aan 't woord is, had eens in de woning
van een rijken klant de vrouw des huizes van
den langen haartooi ontdaan, toen de man
in de kamer verscheen, een revolver voor
den dag haalde en woedend uitriep „Als je
m'n vrouw niet dadelijk weer het haar als
vroeger opmaakt, kom je hier niet levend
vandaan Deze dame moest haar haar ook
weer laten aangroeien maar dit is een uit
zondering bijna alle echtgenooten geven
hun vroegere standpunt op, als ze voor het
voldongen feit staan meestal vinden ze later
zelfs, dat het uiterlijk van hun levensgezel
lin erop is verbeterd.
De meeste dames laten de operaties 's mor
gens uitvoeren den avond te voren hebben
ze dan meestal de toestemming van hun
egaas afgesmeekt, hebben 's nachts van angst
en opwinding niet geslapen, en gaan den
volgenden morgen zoo vroeg mogelijk op
pad, om hun mannen de gelegenheid te ont
nemen, bij het middagmaal de toestemming
weer in te trekken.
Er kwamen eens twee vriendinnen in den
salon, waarvan ér een het haar kort wilde
hebben, maar nog altijd niet goed durfde
vanwege Haar man.
„O, doe dan net als ik," zei de ander, „toen
ik voor het eerst met kort haar thuis kwam.
en'mijn man in verontwaardiging wilde uit
barsten. Zeg hem, dat je al een week lang
met kort haar hebt rondgeloopén en dat het
heelemaal niet te pas komt, dat niet eens be
merkt te hebben. Het werd een groóte scène
maar den volgenden dag bracht hij een prach
tig verzoeningscadeau mee."
Deze weinig stichtelijke raad werd opge
volgd en alles verliep juist volgens program
Bijna alle vrouwen brengen voor het groote
oogenblik zusters, moeders, tantes of vrienr
dinneri mee bij pas-getrouwde jongelieden
komt ook 'de echtgenoot wel. eens mee.
Onlangs waren bij den zegsman van den
journalist een grootmoeder, moeder en kind
(16 jaar oud) verschenen, die alle drie het haar
lieten korten.
Een andef dame was na anderhalf jaar van
besluiteloosheid eindelijk tot de haar-opcratie
gekomen, maar tijdens het knippen viel ze in
onmacht en moest in een auto naar huis wor
den gebracht.
Men ziet, dat het vraagstuk „kort of lang
haar" wel verschrikkelijk gewichtig wordt
opgenomen in de dameswereld van Berlijn.
Als men nu aan de werkelijk-gewichtige din
gen des levens ook maar op z'n minst even
veel aandacht besteedde
Dinsdagmorgen zijn, naar de „Arnh, Crt,"
meldt, drie gemeentewerklieden aan den
Vosdijk te Arnhem begonnen met het
schoonmaken van het riool in den weg. Eén
hunner daalde daartoe in het riool af, maar
de achtergeblevenen bemerkten spoedig, dat
hun afgedaalde kameraad geen levensteeken
meer gaf. Een tweede werkman ging daarop
in den rioolkoker, maar keerde niet terug.
De derde, die daarop een onderzoek naar
het lot van zijn voorgangers instelde, vond
beiden in bewusteloozen toestand in het
riool, blijkbaar bedwelmd door de daarin
verzamelde gassen. Hij slaagde er met be
hulp van een touw in om beiden uit het
riool op den weg te brengen. Zij kwamen
spoedig weer bij kennis. Eén hunner bleek
in staat om loopende naar zijn woning te
gaan, de tweede, die het langst in het riool
had vertoefd, werd per rijtuig naar het ge
meente-ziekenhuis vervoerd om daar, met
het oog op mogelijke gevqlgen van rioolgas-
bedwelming, gedurende erikele dagen in ob
servatie te blijven
Te Barneveld is Dinsdagnacht in de Prin
ses Julianaschool ingebroken. Uit een geslo
ten kast is een bedrag van circa 200 ge
stolen.
Voor een slagerswinkel op den hoek van
den Overtoom en de Anna Vondelstraat te
Amsterdam, was het Dinsdagavond te on
geveer twaalf uur een hevige consternatie.
Wat was de oorzaak van dit oploopje?
Aëhter een winkelruit van de slagerij
stond een klein kind te huilen, Omti^nt de
motieven van dit huil-concert tastten de
vele nieuwsgierigen dien avond in het duis
ter. De slager was uit, en allerlei veront
rustende verhalen van vergeten kinderen
deden de ronde. Toevallig kwam een in<
specteur van politie voorbij, en deze hel
derde het mysterie op door een ruit in te
slaan. Het bleek toen, dat het kleine kind
het bed had verlaten en in den eenzamen
winkel angstig geworden, was gaan huilen.
Ternauwernood was door het ingrijpen
der politie het schreien van het kind eenigs-
zins tot bedaren gebracht, of achter uit
het huis klonk opnieuw een erbarmelijk ge
huil, noch harder dan dat van het kind.
Was er achter nog een vergeten kind?
De politie zou het alras ophelderen. Niet
een kind, maar de Volendamsche dienstbo
de had dit gehuil aangeheven, omdat zij
dacht dat er inbrekers waren, waartoe het
gerinkel van glas wel aanleiding had gege
ven, En nu begon het kind weer te gillen,
omdat de Volendamsche gilde. En zoo zou
het misschien doorgegaan zijn.
Gelukkig kwam nu weldra de slager thuis
en bedaarden de gemoederen en keerde ein
delijk de rust in de slagerij terug, waarop
allen zich ter ruste begayen.
Onder een groote groep bewoners der Ge -
meentewpningen te 's-Hertogenbosch had
een bèwoningswedstrijd plaats waarvoor bij
raadsbesluit f 500 aan prijzen en f 50 aan pre-
miën werd toegestaan.
Deze wedstrijd had ten doel de gezinnen die
vroeger in bekrompen huisjes en oude krot
ten woonden, en thans van flinke doelmatige
en aangenaam gelegen huizen zijn voorzien
aan te moedigen die woningen behoorlijk te
onderhouden.
De animo voor dezen wedstrijd was bui
tengewoon groot. Er werden 145 prijzen en
premies toegekend, waaronder 35 met diplo
ma.
Het diploma werd ontworpen aan de Bos
sche Kon. School voor Kunst, Techniek en
Ambacht. De uitreiking aan dé- winnaressen
huisvrouwen zal plaats hebben ten stadhuize
in tegenwoordigheid der jury, gevormd uit
dames leden van den R. K. Vrouwenbonden
van de Ned. Ver. van Huisvrouwen afdeeling
Den Bosch.
Men meldt uit Zwolle Woensdagmiddag
omstreeks 2 uur liep een zekere S. J. K. met
zijn neefje te wandelen, toen hij ter hoogte
van de Zeven Alleetjes in de gracht sprong.
De jongen volgde weldra zijn voorbeeld. 1
Beiden zouden verdronken zijn, indien niet
zekere Westerop de beide drenkelingen te
hulp was gekomen. Onmiddellijk begaf W.
zich te water, en het gelukte hem zwemmen
de beide personen naar den wal te trekken,
waar H. Kronenberg, die tot zijn middel in
het water stond, de drenkelingen overnam.
S. J. K. die in overspannen toestand ver
keerde, werd fnet zijn neefje per rijtuig naar
zijn woning vervoerd.
Ter geruststelling der ouders tengevolge
van berichten „over de roodvonk in het Kin
derkamp te Didam", verzoekt het dagelij ksch
bestuur der Centrale Commissie mede te
deelen, dat zich in haar Kinderkamp, waar
van af 1 September—13 October wederom
95 jongens zijn gehuisvest, sedert 25 Sep
tember j.l. 6 uiterst lichte gevallen van rood
vonk hebben voorgedaan bij kinderen, die
tijdig in de barak van het ziekenhuis waren
opgenomen en het daar in alle opzichten goed
maken.
In overleg met den betrokken Inspecteur
voor de Volksgezondheid werden door de
directie en den behandelenden geneesheer
de noodige maatregelen getroffen om verdere
uitbreiding te voorkomen.
37 Jongens, met vriendelijke hulp van het
Hoofdbestuur van het Roode Kruis, dat voor
uitstekende ligging zorgde, in een afzonder
lijk gebouw buiten het Kinderkamp onder
quarantaine gesteld, konden gisteren zonder
bezwaar naar huis terugkeeren de overigen
blijven, ofschoon volkomen gezond, voot alle
zekerheid nog in het Kinderkamp onder ob
servatie.
We lezen in de „Resb.":
Maandag ruim half twee stonden op den
Rijswijkscheweg bij de Wenckenbachstraat in
Den Haag 2 wielrijders-agenten toezicht te
houden op het verkeer met het oog op de
schoolkinderen
Uit de richting Rijswijk kwam op den mid.
denweg in gestrekten draf een troep huzaren
of artilleristen onder leiding van een l*Uc
luitenant.
Een der agenten wees den aanvoerder der
ruiters naar den rechter zijweg, doch de „luit'
vertikte het om het bevel van den agent of
te volgen,
„Ik heb er niets mee te maken, die keien
bennen te glad!" schetterde „luit" den agent
toe en de dienaar van den H. Hermandad
leed de nederlaag.'
Bij de Ingenhouszstraat kwam midden op
de snelbaan een derde agent op zijn dooie ge
mak aanwandelen. Ook hij scheen het afge
speelde tooneeltje gezien te hebben. Op 50
M. afstand zette de a'jent „te voet" zich in
„verkearspostuur": linkerarm zijwaarts ge
strekt, rechterarm omhoog en onbewegelijk
nam hij 't offensief in. De „luit" capituleerde
•en de troep draafde op den zijweg verder.
Het snelverkeer werd niet meer gehinderd,
dank zij den kranigen agent.
Buren-logica.
Juffrouw Mos begon er juist het was
^onüag en rond elf uur voormiddag over
tè denken haar vette nachtjak te verwisselen
voor 'n veelkleurige blousehaar onder-
rók te overtrekken met 'n dito bóven....
'naar spinnepootige kronkelvlechtjes te ont
doen van de half verpluisde touwtjes en ve
terbandjes, om daarna die vlechtjes te ont
vlechten £n zoo mogelijk te vervormen tot
een dragelijk kapsel.... toen ze oor-spitsend
bleef staan en haar gore nachtgelaat naar het
oipen raam wendde.
Want door die opening gonsde verwijderd
ruzie-gerucht naar binnen en juffrouw Mos
zqu juffrouw Mos niet zijd als ze zich niet
vergewiste van de oorsprong en oorzaak dezer
klanken.
Ze liert de veelkleurige blouse en bovenrok
vooralsnog over de stoel hangen, de vlechtjes,
bandjes en touwtjes in hun oude toestand,
plakte haar bovenlijf op het vensterkozijn en
bracht neus, oogên en ooren in speurdienst.
Juffrouw Mos behoorde tot de liefhebbende
buren, diet als er in de straat een paartje
trouwt, nummer een zijn met een cadeautje,
plus felicitatie, nummer laatst met bedanken
voor 't vierde advocaatje en 't vijfde taartje...,
ca als ze buiten zijn, elkaar vertellen, dat de
bruid 'n feeks is, die haar man op z'n kop zal
zitten, of de bruigom 'n leeglooper, die z'n
vrouw naar werkhuizen, spijskokerij en arm
bestuur zal drijven.... Die, als er een ge
boorte plaats heeft, moeder en kind over
laden met weldaden en hulpvaardigheids
uitingen, het nieuwe wereldburgertje een en
geltje, 'n honneponnetje, 'n beeldje vinden
en op straat staan te smoezen, dat 't kind 'n
Leelijke dingen had ze tot nu toe niet van
de familie Van Stempelen kunnen uitwroeten.
En dat stak haar, want aan iedereen moest
wat mankeeren, dat stond als 'n paal en ze
vond het tegenover haar speurreputatie niet
verantwoord, dat ze van 't leelijke nog niks
af wist.
Ze luisterde dus met dubbele interesse en
beefde van opwinding over het feit, dat ze
akelig schrieltje is en op „hem" lijkt.... enniet binnen de tw intig seconden zekerheid
dat ze magge lije, dat 't wurm niet zoo'n
stuipekop zal worden as z'n vader.... Die
alle mogelijke moeite doen, om van nieuwe
buren de intiemste -aangelegenheden uit te
visschendag en nacht bespieden wat die
nieuwe buren doen hoe laat ze thuis komen,
en of dit fatsoenlijk gebeurt, hoe ze lachen,
praten, zingen, hoe ze gekleed gaan, wat ze
verdienen, wat ze uitgeven, waar ze vandaan
komen, welk geloof ze beleiden, welke poli
tieke richting ze aanhangen, hoeveel schuld
ze hebben en of ze bij de politie en Bank van
Leening bekend staan.
En omdat de straat kort geleden was ver
rijkt met 'n nieuwe familie, waarvan ze elkaar
al 'n boekdeel hadden verteld, was juffrouw
Mos dubbel actief.
Ze hing dan uit 't raam en luisterde
Luisterde naar de schreeuwende stemmen,
die van de kant der nieuwe buren kwamen.
Dat die nieuwe buren Van Stempelen
heetten wist ze natuurlijk al van af de eerste
dag hunner komst. Ook, dat hij metselaar
was, dat zij vroeger in 'n fijstrijkerfj had ge
werkt, dat hij duiven hield, lia was van 'n
harmonie-gezelschap en dat ze drie hadden
kinderen waarvan de oudste, 'n longen, de
ambachtschool bezocht.
kreeg en geen der buren naar buiten kwam
om mee te luisteren.
Eindelijk, daar kraakte een deur.,., en
ze zag buurvrouw Klisser op de stoep komen.
„Sssst 1"
„Ah Goeie morregeLekker weertje
he
„Zeg, luister jij es...." liet juffrouw
Mos haar hoofd wat dalen „hoor jij wat
„Ja" radioot juffrouw Klisser na scher
pe luistering.... „d'r is hommeles in de
buurt't is binneshuisDat zal
wel weer bij Hein de Rooie weze."
„Nee, dat geloof ik niet, want die zal van-
moqege wel weer uit vissche zijn gegaan.
Weet je wat ik eerder denk
„Nou?"
„Bij Van Stempelen...."
„Bij de nieuwe
„Zou toch niks geen wonder weze
Weet je hoe 'n vent of ik hem nou net vin
Zoo'n stille geniepigerd, die z'n vrouw ge
moedereerd 'n pak rammel geeft en voor
be buitenwereld de schijnheilige speelt."
„Nouas je 't mijn vraagt, buujvrouw,
an z'n gezicht te zien lijkt 't me geen lolli
ge snijboon voor z'n vrouw.... zoo'n echte
isegrimmige bakkes heb ie,,,, geen lachie
komt 'r over z'n gezicht heen."
„O zoo, as je 't maar weet.... Ik heb 'r
méér zoo meegemaakt hoor! Z'n femielje
mot ook niet zooveel bizonders weze...."
„O niet Hoe dat zoo
„Nou jadaar zalle we maar over zwij-
gezalle we 't nog wel eris over hebbe
Ik heb al zoo ies "gehoord, maar 'k zal d'r wel
meer van an de weet komme."
„Hoor ze 's te keer gaan Zou 'k es effe
dichterbij gaan luistere
„Nee mensch, niet doenas ze dat
merreke, dan scheie ze d'r misschien mee
uit.... 't Kan nerreges anders weze as bij
hun..v Hij zal wel niet wete, dat 't hier
Zoo'n gehoorige buurt is, anders hield de
stiekemerd z'n eige wel 'n beetje koest....
Wat kan 'n mensch z'n eige toch vergisse hè?
Zoo op 't oog zou je zeggen, wat 'n nette
luidjes
„Heb zij niet gestreke voor de mensche'?"
„Ja, da's te zegge Ze is ondergeschikte
geweest in 'n groote strijkerij.bij Bos
hoven... Weet je nog wel dat daar vroeger
zoo'n hoop wier gestole 't Benne nog es
pliesiezaken geworde"
„En was zij daar soms ook.
Juffrouw Mos haalt haar schouders op
tot aan haar ooren en' snijdt 'n gezicht van
„God zal 't weten." Dan luistert ze nog eens
en komt tot de teleurstellende ontdekking,
dat alles stil is in de buurt.
„Da's gauw afgleoopen" zegt juffrouw
Klisser.
„Dat is 't netmaar wiewêet hoelang
zijn ze al an 't bakkelijeik meende van
morgen vroeg al zoo iets te hooren.'k had
amper me ooge ope of 't was al 'n leve van
je welste in de buurt. Nou, mensch, ik ga
me eige deris opknappe.... 'k heb 't rijk
alleenme man is 'n hoekie om en me
jonges zijne naar 't voetballenplezierige
Zondag hoor
„Ook zoo 1"
Juffrouw Klisser verdwijnt in haar deur-
hol, en 't hoofd en 't bovenlijf van juffrouw
Mos doen dito in de Zondagmorgen-kamer
dufheid.
'n Uur later vertellen buurvrouwen C.
D„ E., F., G. aan buurvrouwen H., I., J.
K., L., dat er vanmorgen bij de nieuwe bu
ren in huis is gevochtendat ze de heele
ochtend al ruzie hebben gehad.... dat hij
haar 'n blauw oog heeft geslagen.... dat
de heele familie niet deugt.dat zij in de
strijkinrichting, waar ze vroeger werkte,
heeft gestolen wat los en vast was en er voor
in de kast heeft gezeten.... dat hij 'n stille
genieperd isj die z'n vrouw en kinderen
stiekum mishandeltdat
Buurvrouwen CDEFGH—I
JKL gaan 's middags met man en kin
deren wandelen en bezoeken terloops fami
lie, vrienden of kennissen, aan wie ze vertel
len, hoe 'n prachtig stelletje niéuwe buren
ze hebben gekregen.... dat ze vanmorgen
met elkaar hebben gevochten, dóórloopend
ruzie hebben, elkaar bont en blauw slaan,
dat de heele familie berucht is en dat ze al
lebei in de bajes hebben gezeten voor dief
stal.... dat...." 1
De familie, vrienden en kennissen van
buurvrouwen CDEFGHIJ
KL vertellen 's avonds onder 't praten,
kaarten, leutje drinken aan familie en ken
nissen A. B. C. tot Z., dat er in de K. straat
eene familie v. Stempelen is komen wonen
'n stelletje-, dat aldoor vecht, drinkt, steelt
en de heele buurt in opschudding brengt
en dat vanmorgen de vrouw door haar man
half dood is geslagen en dat ze zoowat om de
beurt in de gevangenis zittenen dat ze
's Maandagsmorgens hangt het hoofd met
de spinnepootige vlechtjes en bandjes, plus
bovenlijf met vuil jak van juffrouw Mos weer
uit 't raam.en de mond, met hier en da^r
'n scheeve, bruine tand, is zeer arbeidzaam.
Juffrouw Klisser staat weer op 't stoepie en
luistert naar het verloop van 'n bloederig
film-verhaal uit de bioscope.
Als juffrouw Mos 'n paar seconden adem
hapt en nieuwe spreekkracht verzamelt,
komt juffrouw Klisser er even tusschen
met 'n nuchter :„Wat 'k zeggen wil, buur
vrouw tussche twee hakiesdie ru
zie van gisteremorrege, dat was tóch bij Hein
de Rooie".
„Is 't werentig Niet bij onze nieuwe bu
ren?"
„Nee, hoordie ware geen eens thuis,
't Was bij Hein de Rooie.... die had weer
heibel met z'n vrouwNou heb 'k nota-
bene al an buurvrouw C. verteld, dat 't bij de
nieuwe buren wasAs die 't nou nog
maar niet verder heb overgekwebbeld, want
't is zoo'n kleskous
„Nou mensch, wat dan nóg? Wat dan
nóg,? Vandaag of morgen geeft ie z'n vrouw
ommers toch 'n aframmeling Daar zie ik
hem best voor an met z'n gluiperige snoet
werk."
G. N