*£4 J[
w
Kleine kinderfouten.
De booze schoonmoeder.
Gravin Francisca.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Biad Vrijdag 16 October 1925
Avondmantels.
Eiken dag een draadje
Recepten.
FEUILLETON
Practische wenken.
PATRONEN NAAR MAAT.
zpVrouwem-
Als alle moeders verstandig waren, wat i Als een kind wat breekt b.v., wat Omgooit
lou er dan veel minder kinderverdrie zijn; j of beschadigt, stuif dan niet dadelijk op.
*k bedoel niet 't verdriet om een bezeerde j Het moet nog leeren voorzichtig met breck-
knie of een verloren appel, maar het echte bare dingen om te gaan, niet wild te loopen
kinderverdriet, dat pijn doet. of te spelen in een kamer met goede meu-
Zooveel kinderverdriet kon voorkomen bels, en als het een ongeluk heeft gehad,
berden, als vader en moeder verstandiger i moet het bij u durven komen. Dat zal het
*'aren en daar moeder de eerste jaren het I niet, als het voor een klein ongeluk een
firootste deel heeft in de opvoeding harer j groote straf krijgt, dan verbergt het zijn
kinderen, hangt het meeste van moeder af. j ongelukjes of geeft een ander de schuld.
Moeder moet beginnen met zich te oefenen Ge moet niet vergeten, er behoort moed
zelfbeheersching en in onuitputtelijk ge. toe voor een kind. om met de scherven van
duld. Als men kinderen heeft op te voe
den, dan begint men eerst recht met zich
ïelf en als men voelt hoe dikwijls men te
een vaasje, waar gij van hield, bij u te komen.
Waardeer dan dien moed en al laat ge het
kind voelen, dat het verlies u verdriet doet,
I -- -y wi"VV uinrvijio UJC.U VV I w.»», v««v "vv vutvo U v Cl UI IC I UUCI,
kort schiet, dan is men al een beetje op het prijs het dan ook, dat het 't u heeft gezegd,
goede pad. j Er draaien zooveel groote menschen om
En dan moet moeder flink zijn, weten de waarheid heen, waarschijnlijk omdat zij
[Jvat zij wil en voet bij stuk houden. i als kind zich al door draaien uit de moei.
J De kleine menschjes hebben de grooten Hjkheid hebben gered.
zoo gauw in de gaten, van een zwak Met het zeggen van de waarheid, kunt ge
•ogenblik trekken zij gauw partij en als de kinderen zoo helpen door ze er telkens
®oeder week wordt bij elke huilbui, nu,
dan staan haar nog heel wat huilbuien te
■Vachten.
Het is een middel, waarmee de kleintjes
op te wijzen, dat er Eén is, die alles ziet.
Door ze diep te doordringen van de Alom
tegenwoordigheid van God, en ze te leeren
aat wat vader en moeder niet zien en niet
de grooten dwingen, die huilbuien. ,.Moes, hooren kunnen, toch altijd door O L. H.
Uiag ik nog een koekje?" vraagt een lief wordt gezien en gehoord. Het zal hen ook
stemmetje. „Nog een koekje, en je hebt er in hun later leven van kwaad terughouden,
al één gehad,' zegt moeder een beetje wei- i Het jokkentje, „neen, dat heb ik niet ge-
«elend, „koekjes zijn niet goed voor kin- daan, komt zoo gauw over kinderlippen en
deren." „Hè, moes," zeurt het stemmetje als het eenmaal gezegd is is de bekentenis
door, „ééntje maar." Het heeft allang de aar- zooveel moeilijker
zeling bij moeder bemerkt en als het nu
•naar volhoudt, krijgt het zijn koekje wel, des-
Beheersch u daarom als ge ze ondervraagt,
doe het niet driftig of boos, zoodat ze als
foods ni"ar even huilen, dan lukt het ze- het ware de straf" al voelen aankomen 'bij
Ker, want er is visite en dan is moeder hun bekentenis, maar ondervraag zc kalm,
zoodat ze voor den dag durven komen met
bang voor het huilen! Bang voor het hui.
'en, kom moeder, wees wijzer, als ze huilen
omdat ze dwingen, zet ze dan eenvoudig
buiten de kamer en neem er niet verder
notitie van, ge zult eens zien hoe gauw de
jgooze bui zakt en er een beschaamd kindje
ie kamer binnenkomt, maar dan ook niet
troosten of toch een koekje toestoppen.
Kinderen zijn kleine egoisten, ze willen
graag alles hebben; het beste middel daar
tegen is een groot gezin en zoo ge dat n t
hebt, ze veel met andere kinderen laten
hun fout.
En vooral probeer als moeder al die klei
ne voorvalletjes van den dag zelf in orde
te maken. Verstop u niet achter vader, door
altijd te zeggen, ik zal het we! aan vader
vertellen en vader zal je vanvond wel trak-
teeren. Gelooft ge dat het prettig is voor
uw man, thuis altijd voor boeman te moeten
spelen, 's-avonds als de dagtaak achter den
rug is, thuis altijd strafpredikaties te moeten
uitdeelen. Dat wil niet zeggen, dat ge vader
spelen; ze moeten dan wel leeren deelen, overal buiten moet houden. Integendeel va-
nun beurt laten voorbijgaan, kunnen niet der moet wel degelijk deel hebben in de op-
•Itijd winnen, niet altijd de baas zijn. j voeding, maar niet alleen in het straffen.
Waf zijn er niet een kinderen, die niet I Straf niet door te slaan of te stompen,
tegen verhezen kunnen, ze kunnen dat met - want dat is een teeken, dat ge zelf driftig
helpen, maar gij kunt ze wel helpen het te j 2ijt. Heeft een van uw bengels een flinke
overwinnen, door ze veel spellet,es te laten straf verdiend, geef hem dan een flink pak
«pelen met meer anderen, ze met te ont- j voor zijn broek, zoo dat het indruk maakt
hien en ze te leeren de teleurstelling te j en bij een uitzondering blijft. Bederf uw
Cy raf»en- kind niet, met wat ge niet van plan zijt te
Leer ze ook vooral immer de waarheid volvoeren want dan zal het u heel gauw
te zeggen, daarvoor moet ge hun kleine niet meer gelooven.
fouten en ongelukken m>t te zwaar aanre- j Nog eens, wees flink, blü1 uzelf gelijk en
kenen. Kinderen, die voor kleinigheden 1 weet u zelf te beheerschen, dan leerl ge
streng gestraft worden, worden achterhou- het ook aan uw kinderen
dend.
No. 279. We zien hier afgebeeld een een-
voudige winterjapon van donkerbruine
kasha. Het bovengedeelte van dit model
i heeft den gewonen rechten vorm en vormt
j een geheel met den rok, met dien verstande,
I dat er in de taille een breede bind is t',s-
schengevoegd over het grootste gedeelte
vaif het voorpand, zoodat de rug dus volko
men recht valt en geen onderbreking ver
toont, In de linkerzijde van hel voorpand
van den rok, 10 c.M. onder den tailleband
is een groep plissé aangebracht ter breedte
van ongeveer 20 c.M. De mouwen zijn nauw
sluitend en hebben van onderen een omslag
je van beige crepe-de chine en verder twee
bruint knoopjes. Op dezelfde wijze heeft de
hals een omslagje eveneens met crepe de
chjne gevoerd. Éen kleine split met knoop
jes zorgt voor voldoende opening. Beige
kousen en donkerbruine schoenen. Patroon
1.35.
No. 280. Een aardige tuniek-japon voor
den namiddag. Zij bestaat uie een gewone
i nauwe rechte rok van zwarte satin grena-
dine en een tuniek van zalm-kleurige satijn
jaquard. Het lijfje van deze laatste is recht
en nauw, terwijl het rokgedeelte klokkend
gemaakt moet worden. De taille wordt ge
garneerd met een breede ceintuur van de
zwarte stof van den rok en eveneens heeft
de halsopening hiervan een wat smallere
omboording. Het onderste gedeelte der
mouw bestaat uit een strook bijpassende
zijden voile, zakvormig eindigend en ten
slotte met fijne plooitjes bevestigd op een
polsbandje van zware satijn. Draag rose
kousen en zwarte schoenen bij deze japon.
Patroon 1.35.
No. 281. Een eenvoudige avondjapon voor
kleine partijen en intieme diners. Als stof
wende men aan een lichte pastel-blauwe
crepe de chine. Het lijfje wordt met een
kleinen overslag gemaakt, die juist over het
midden der borst xalt. Merkwaardig is het
verloop van den taillenaad wienens linker
helft van vorm niet tegen de rechter aan-
sluit maar een goed stuk lager valt, zoodat
het linker voorpand langer geknipt behoort
te worden dan het rechter. De zoom van
het overslaande voorpand is met de hals
opening, afgezet met een breede basis van
bijpassen glanzend satijn; deze biais zet zich
tevens voort langs den taillenaad, zoodanig
dat de onderrand er juist een halve centi
meter los overheen valt. De rok die recht
van vorm is wordt gegarneerd met een
strook oud-goudkant, ruim geplooid aange
bracht en bevestigd in den taillenaad. Kou-
sqn licht rose en schoenen blauw brocaat.
Patroon 1.67f».
No. 282. Een elegant mantelcostuum van
bruine velours de laine. De rok is op een
lijfje gezet van witte crepe de chine (ronde
halsopming mouwen nauw tot op de pol
sen), De mantel is een recht driekwart mo
del met mouwen die iets wijder worden
op de polsen. De zoom van het overslaande
voorpand is gegarneerd met een gebrodeer-
de biais. van bijpassend bruine zijde die ter
hoogte der taille een driehoekig aanhangsel
heeft. Eenzelfde biais, doch ball zoo lang
als de vorige, daalt vanaf den rechter schou
der De mantel heeft een staanden kraag die
van buiten gegarneerd is met beverbont;
hetzelfde bont zien we als garneering der
mouwen. Sluiting op zes knoopen: drie on
der en drie boven. Hoed dónker bruin vilt,
kousen beige en schoenen zwart: Patroon
1.67 MS.
■No. 283. Een lange mantel van donkei
pastel-paars fluweel. Het is recht en
goed aansluitend tot de taille maar valt
vandaar blokkend benedenwaarts. Men kan
dezen vorm krijgen door geeren of wel
door het inzetten van driehoekige puntvor
men. Van voren heeft de mantel een ruimen
overslag een lange revers en sluiting op één
enkelen knoop. De garneering bestaat uit
opossumbont. Voor de voeriug neemt men
een lila, gebloemde satijn. Een hoed van
bijpassend paars fluweel; beige kousen en
zwarte schoenen. Patroon 1.35.
Hef fs wel eigenaardig, in elk geval geeft
bet te denken, dat ovzr de geheele wereld,
op welken trap van beschaving de volke
ren ook staan, de schoonmoeder een bijzon
der slechte reputatie bezit.
Daar, waar ontwikkeling en beschaving
log maar weinig zijn doorgedrongen, is de
verhouding tusschen schoonmoeder en
schoonzoon of schoondochter zóó gespan-
ten, dat bij sommige volksstammen beiden
elkaar nooit meer ontmoeten, als het hu
welijk voltrokken is,
„Schoonmoeder en schoondochter zijn als
onweer en hagelslag", zegt een Engelsch
spreekwoord.
De grootste vrees voor de booze schoon
mama koestert wel de Albanees. Hij deins;
er zelfs voor terug in de bifUrt van zijn
schoonmoeder te wonen, gedachtig aan hel
oude vaderlandsche spreekwoord: „Een
schoonmoeder naast de deur is als een stier
bij een rooden lap."
Vol respect jegens de moeder van hun
vrouw zijn de kaffers. Niet alleen blijven
zij hun schoonmoeder levenslang zooveel
mogelijk uit den weg, maar de echte Kaffer
DE INVAL.
Mevrouw de Bruin (op hetzelfde moment, dat de trein binnenkomt); „Je weet toch
«eker, dat je de voordeur gesloten hebt, Willem?"
vermijdt het zelfs, den naam der gehate en
gevreesde vrouw uit te spreken. Om den
zwarten schoonzoon niet bloot te stellen
aan de booze blikken van „mevrouw de
schoonmoeder", hebben de negers aan de
Habun-rivier er een zware geldboete op ge
zet deze dame ook maar aan te wijzen of'
toe te spreken. Een wettelijke bepaling ver
biedt hetzelfde aan de schoonzoons in So-
maliland. Om deze heeren echter nog meer
afdoende te beschermen tegen de booze
blikken van schoonmama, mogen zij zich
nooit aan deze vrouw vertoonen. Doen zij
het wel, dan halen zij daardoor de min
achting van hun medeburgers op den bals.
De gewoonte om schoonmama uit den weg
te blijven, bestaat trouwens ook in een
groot gedeelte van Noord-Afrika en bij de
Bogo's spreekt de getrouwde man nooit den
naam van dit familielid uit. „Als je van den
duivel spreekt, staat hij op den drempel,'
denken ze waarschijnlijk.
In Wadaï is de omgang tusschen een der
echtgenooten en diens schoonouders ten
stfengste verboden.
En in Amerika bij de Rangueles-India-
nen van Argentinië mogen schoonouders en
aangetrouwde kinderen niet met elkaar pra
ten of elkaar aanraken. Als hooge uitzonde
ring wordf het de schoonmoeder toege
staan, jaren nadat haar dochter getrouwd
is, met den man der jonge vrouw te spre
ken, mits zij dan met den rug naar hem
toegekeerd staat of door een heg van hem
gescheiden is. Onder de Indianenstammen
van Noord-Amerika is het alleen bij de
Dakota's de Assinneboins en Omaha s ge
oorloofd, dat moeder en schoonzoon elkaar
mogen aankijken en een gesprek samen voe
ren.
Dergelijke gebruiken bestaan, volgens An-
dré, ook in Australië, speciaal Victoria en
•West-Australië.
Ik wilde u nó'g eens binnenleiden in een
groot modemagazijn, met vele verdiepingen
waar liften u in een minimum van tijd
heenbrengen en vele aardige verkoopstertjes
de wenschen van uw lippen lezen; waar
keurig en hocgst-modern gekleede manne
quins u laten zien, 'wat er al zoo voor
nieuws is onder de zon.
Heden wil ik u een paar avondmantels
toonen, die het bewonderen zeker waard
zijn, al zijn er onder, waar wij misschien
nog wel even over zullen twisten, daar deze
veel tegenstrijdige meeningen ontlokken.
Doch., over den smaak valt immers niet te
twisten en ik wil u aanstonds vertellen
welke avondmantels ik bedoel.
Het zijn die van gouddoorweven stoffen
welke veelal gedragen worden bij avond
toiletten, waaraan goudkant prijkt. Deze
avondmantels, met hun effect van schitte
rende overdadigheid zijn dikwijls gegarneerd
met bont in donkere tinten bruin, waardoor
het hel-goude, hard-metaalkleurige wel iets
wordt verzacht. Toch doen deze mantels
v/at pijnlijk aan de oogen.
Ik hoorde uitroepen van ongeveinsde be
wondering, toen avondrobes en -mantels van
genoemde goudstoffen getoond werden.
Maar eerlijk gezegd, was mijn bewondering
zeer verdeeld.
Qua luxe kleedingstuk waaraan veel ar
beid' en kosten zijn besteed, kon ik het
roemen, maar qua kleedingstuk, waaraan de
moderne vrouw haar voorkeur geeft, op
weiks blinkende goud-schittering zij verzot
•s, kon ik geen instemming ermede betui-
gen.
Alle overdaad schaadt. En deze overdaad,
veroorzaakt door de zucht naar het blin
kende en hel-melaalkleurige, doet zij niet
eenigszins denken aan het heidensche, het
onbeschaafde? Niet waar, negers en onbe
schaafde Oosterlingen leggen een sterke nei
ging aan den dag tot alles wat glimt en
schittert?
Een mat-blauwe avondmantel in cape-
vorm, waarvan de breede kraag ruim was
aangezet, viel meer in miin smaak. Er wa
ren smalle wit zijden biesjes langs de arins-
openingen! Mosgroen en korenblauw er,
tango-kleurige mantels van gewerkt fluweel
waren prachtig.
Een kwart dozijn eierwarmers tegelijk op
't programma dezen keer. Drie van die klei
ne, leuke mutsjes, die in een verloren oogen
blikje van waardelooze wolrestjes gemaakt
worden en die, als ze in elkaar zijn ge
prutst, niet alleen van grqot nut zijn, maar
ook een aardig, vroolijk tintje geven aan
ontbijt- of koffietafel.
Laat ons van 't rijtje af beginnen.
Hierna haakt men 4 maal 1 toer vasten met
gele en 1 toer stokjes met roode wol. Daar
bij wordt in de eerste 3 toer 1 stokje ge
meerderd op 24 stokjes verder gewerkt.
Bovenaan komen gele siersteken en een
lusje van kettingsteken.
Het volgende eiermutsje wordt gemaakt
van fijne witte gedraaide wol. Het eerste
toer beslaat uit 12 vasten 2e toer uit 20
vasen, 3e toer uit 24 vasten, 4e toer uit 28
vasten.
Zonder te meerderen volgt nu 1 toer wit,
1 loer oranje, 2 maal 1 t<jer wit, 1 toer
oranje en tenslote 1 toer wit.
GROENTENRESTEN MET
AARDAPPELEN.
Noodig: Ongeveer 1 pond groenferesten
op 1 lA pond overgebleven aardappelen,
ongeveer twee theekopjes overgebleven
jus.
Bereiding: leg onder in de pan de over
gebleven aardappelen met zooveel magere
jus of wat water, dat ze halverwege be
dekt zijn. Leg daarop de groente en wat
overgebleven vet van de jus
Laaf alles samen langzaam door en doot
warm worden (ongeveer Vi uur) en stamp
het dan met een houten lepel door elkaar.
Voeg er naar verkiezing wat nootmus
kaat of peper bij en als 't noodig is, waf
zout. en
Deze smakelijke sfampot kan bereid
worden met de verschillende koolsoorten,
koolrapen, 'knollen, andijvie, ingemaakte
snijboonen, princesseboonen, wortelen,
uien, prei, seiderijknol.
De eerste eierwarmer, van "zandkleurige
wol, wordt bovenaan begonnen door 10 ket
tingsteken te verwerken tot een kringetje.
In den daaropvolgenden eersten toer wordt
steeds de achterste lus gebruikt.
2e toer; 5 maal 2 vasten in 1 steek
Tot het 6e toer wordt steeds op dezelfde
plaats gemeerderd; daarna moet zonder te
meerderen worden voortgewerkt. Als het
warmertje hoog genoeg is, wordt het bin
nenste buiten gekeerd en de hardgroene
versiering aangebracht.
Het tweede exemplaar haakt men van
roode én gele wol. In 3 foef vasten van
roode wol moet zooveel gemeerderd wor
den, dat het 3e toer uit 21 vasten bestaat.
Bovenaan worden met oranje wol enkele
siersteekjes en een lustjc'van kettingsteken
gewerkt.
Wie voor 't geheeie gezin eierwarmertjes
gaat haken, krijgt het aardigste effect, als
zij wol kiest in de kleuren van servies of
dekservet. Ook kan men, als de voorraad
wol toereikend is, een bijpassende teacosy
maken, 't Is dan enkel zaak, op vergroote
schaal te werken.
Rood licht moet een bijzondere uitwerking
hebben op vliegen, enz. Zij schijnen het niet
te kunnen verdragen. Het schijnt dus ge
raden, licht, dat men in de slaapkamer ge
bruikt, met een rood glas te voorzien.
Inktvlekken op een geooliiste tafel of een
ander meubelstuk verwijdert men met een
beetje azijn vermengd mei een weinig
methyl-alcohoi.
Papieren patronen op maat gemaakt, kur.
nen besteld worden onder toezending of bij
voeging van het bepaalde bedrag plus 15 ct
porto, aan het Comptoir der Patrons, Molen
straat 48 B, Den Haag. De maten op te ge
ven volgens onderstaande teekening.
Catharina, met haar hartelijk, zoo spoedig
l°t medelijden geneigd karakter, trad op die
Vrcuw toe.
..Wat scheelt u, beste vrouw?" vroeg ze.
z'jt ge soms ziek?"
Maar de vrouw zag het meisje met vijan
dige blikken aan.
En terwijl ze met de rechterhand naar het
"eerenhuis wees, zei ze
>>Dat alles is dus aan die Diamantos-drup-
Pels verdiendHet is een schande. En gij
JJtoest u schamen, zulke prachtige kleeren te
^agen, wanneer gij die daaraan te danken
hebt."
Verschrikt week Catharina in den tuin te-
*hg. Ze meende, dat het een krankzinnige
(Vas» die tot haar had gesproken.
Haastig sloot ze de huisdeur achter zich
°e. Zonder nog naar die vrouw om te zien.
Tegen hare huisgenooten sprak ze geen
*°ord over dat geval.
2e hechtte er verder geen gewicht aan.
Waarom zou ze hare moeder ook met zulke
?Waze praat lastig vallen en ergeren.»
Maar waarom was hare moeder toch zoo
weinig bemind vroeg het jonge meisje zich
af.
Wat kan toch de reden daaivan zijn
Hare moeder deed toch zoo onnoemelijk'
veel goed. Veel meer dan andere vrouwen in
de wereld, die bijna verafgood werden.
Maar Catharina wist nog niet, dat de we
reld van nie nand houdt, die gewoon is zijn
eigen weg te gaan.
Het portret van zulke personen wordt in
de dagbladen afgedrukt, misschien richt men
er zelfs een standbeeld voor op, wanneer zij
gestorven zijn, maar zij worden met steenen
geworpen, wanneer zij ook maar een enkele
van die fouten begaan, die bij anderen als
iets gewoons worden beschouwd.
Gravin Francisca van Hollenstein dfeed in
derdaad zeer veel goed.
Dat kon door niemand worden tegenge
sproken.
Zij was presidente van verschillende lief
dadige vereenigingen.
Ze had zelfs een asyl voor verlaten kinde
ren gesticht. En in het verborgene bracht ze
hulp aan armen en zieken.
Het was als 't ware, alsof ze aan armen
en.zieken recht gaf op hare hulp, en alsof
ze zich als hun schuldenares beschouwde.
En haar ijver op dit gebied was even groot
als in andere oozichte.ru
Maar toch werd ze algemeen als gevoel
loos beschouwd. Ja, sommigen beweerden
zelfs, dat ze hoogmoedig was en bovenmate
vervuld van adeltrots.
In elk geval hadden al hare weldaden iets
onpersoonlijks.
Ze deed de menschen goed, en toch waren
al die menschen haar eigenlijk onverschillig.
En ook hare dochter had instinctmatig die
koelheid en onpersoonlijkheid van hare moe
der ondervonden. Er was iets vreemds tus
schen die voorname, koele trotsche vrouw,
en haar warmgevoelend kind.
Onrustig ging gravin Francisca in hare
kamer op en neer.
Haar lang donkerkleurig gewaad sleepte
langs den grond, wat de majesteit van hare
koninklijke gestalte nog verhoogde.
Ze had de deur zorgvuldig gesloten.
Ze wilde'alleen zijn.
Het was hare gewoonte, alle onaangenaam
heden, allen strijd alleen te doorstrijden.
„Dan komt alles het best en het snelst
terecht", zoo placht ze te zeggen.
Maar vandaag ging het niet goed.
En ook niet snel.
En toch ging het alleen maar om den brief
van een arm werkman, van iemand die niet
meetelt in de wereld, van iemand, die .zich
gelukkig moest rekenen, waardig te zijn be
vonden, den schoen van een lid van het oud-
grafelijk geslacht der von Hollensteins te
herstellen.
De met onhandig schrift op grof, smerig
papier geschreven brief, luidde aldus
MeVrouw de Gravin
Ik heb de Diamantos-druppels aan de
kleine Lena zorgvuldig ingegeven.
Er staat ook in de gebruiksaanwijzing,
dat die druppels voor alle ziekten goed zijn.
Maar toch is mijn kind vannacht aan diph-
teritis gestorven en het heeft zoo vreeselijk
geleden. O, als u het arme kind gezien hadt,
dan zoudt u er ook medelijden mee gehad
hebben.
Mijn haren zijn vannacht grijs geworden.
Ik weet wel, dat het Gods wil is, als er
iemand sterft maar toch zou ik u willen vra
gen zijn die Diamantos-druppels werkelijk
zoo goed Ik heb onlangs gelezen, dat zij
geen geneeskracht bezitten, en doctor Martin
was er ook altijd tegen.
Maar op uw woord, mevrouw de gravin,
wil ik.vertrouwen.
Zoudt u zoo goed willen zijn, mij al was
het ook maar met een enkel woord te ant
woorden.
Uw ongelukkige diep bedroefde dienaar
Michael Leitstock.
Schoenmaker.
Deze brief was niet de eenige van dat
soort, die gravin van Hollenstein al in den
loop der jaren had ontvangen.
En ze zou veel te doen hebben, als ze op
al die brieven acht had willen slaan, en ze
had willen beantwoorden.
Bij het doorlezen van dien korten maar
zoo treurigen brief had ze het hoofd geschud,
en vol medelijden de woorden gezegd, die al
zoo dikwijls op hare lippen waren gekomen.
„Tegen den dood is geert kruid gewassen.
Die menschen meenen, dat men hen altijd
kan helpen, maar wanneer het uur heeft ge
slagen, dat God heeft bepaald, dan kan geen
aardsch geneesmiddel meer helpen."
Ja, dat waren wel goede en verstandige
woorden, maar toch....
Vandaag konden die woorden haar niet
bevredigen.
Twijfel, onrust, groote angst kwelden het
anders zoo rustig gemoed van gravin Fran
cisca.
Maar die brief van d-en ongelukkigen va
der droeg niet alleen de schuld daaraan.
Oude herinneringen waren met groote
kracht weer bij haar ontwaakt.
Ze ging in een leuningstoel plaats nemen,
en begon na te denken.
Het was een uur van onvrijwillig gewe
tensonderzoek. Het was, alsof ze tegenover
zichzelve eene generale biecht aflei.
Als in haar stervensuur stond al het ver-
ledene, dat ze al lang vergeten had gewaand,
weer voor haar geest,
Gravin Francisca zag zichzelve weer als
jong meisje, dat nog nauwelijks het pensio
naat had verlaten, zonder vrienden, zonder
bescherming, en toch met een bewustzijn
van kracht en moed, vol vertrouwen op de
Voorzienigheid, met zuiver geweten, alles van
het leven verwachtende, voor niets bevreesd,
met onbuigzamen wil, met een sterk ver
langen naar geluk, rijkdom, en in het bezit
van eene schoonheid, die al hare verlangens
beloofde te vervullen.
Het bewustzijn, tot een voornaam adellijk
geslacht te behooren, zei haar, dat ze hooge
eischen aan het leven moest stellen.
Ze was eerzuchtig en vol adeltrots.
Zoo kwam Francisca als gouvernante in d«
familie van generaal Martin.
Haar eerste schreden op dat treurige, maar
al te dikwijls met doornen bezaaide pad wa
ren gelukkig.
'Het huisgezin van generaal Martin bestond
uit eenvoudige, geloovige personen van On
besproken gedrag hartelijkste goedheid er
zuiverste oprechtheid.
Ze namen het vreemde jonge meisje op als
een lieven gast
(Wordt vervolgd)