*£4 J[ w Kleine kinderfouten. De booze schoonmoeder. Gravin Francisca. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Biad Vrijdag 16 October 1925 Avondmantels. Eiken dag een draadje Recepten. FEUILLETON Practische wenken. PATRONEN NAAR MAAT. zpVrouwem- Als alle moeders verstandig waren, wat i Als een kind wat breekt b.v., wat Omgooit lou er dan veel minder kinderverdrie zijn; j of beschadigt, stuif dan niet dadelijk op. *k bedoel niet 't verdriet om een bezeerde j Het moet nog leeren voorzichtig met breck- knie of een verloren appel, maar het echte bare dingen om te gaan, niet wild te loopen kinderverdriet, dat pijn doet. of te spelen in een kamer met goede meu- Zooveel kinderverdriet kon voorkomen bels, en als het een ongeluk heeft gehad, berden, als vader en moeder verstandiger i moet het bij u durven komen. Dat zal het *'aren en daar moeder de eerste jaren het I niet, als het voor een klein ongeluk een firootste deel heeft in de opvoeding harer j groote straf krijgt, dan verbergt het zijn kinderen, hangt het meeste van moeder af. j ongelukjes of geeft een ander de schuld. Moeder moet beginnen met zich te oefenen Ge moet niet vergeten, er behoort moed zelfbeheersching en in onuitputtelijk ge. toe voor een kind. om met de scherven van duld. Als men kinderen heeft op te voe den, dan begint men eerst recht met zich ïelf en als men voelt hoe dikwijls men te een vaasje, waar gij van hield, bij u te komen. Waardeer dan dien moed en al laat ge het kind voelen, dat het verlies u verdriet doet, I -- -y wi"VV uinrvijio UJC.U VV I w.»», v««v "vv vutvo U v Cl UI IC I UUCI, kort schiet, dan is men al een beetje op het prijs het dan ook, dat het 't u heeft gezegd, goede pad. j Er draaien zooveel groote menschen om En dan moet moeder flink zijn, weten de waarheid heen, waarschijnlijk omdat zij [Jvat zij wil en voet bij stuk houden. i als kind zich al door draaien uit de moei. J De kleine menschjes hebben de grooten Hjkheid hebben gered. zoo gauw in de gaten, van een zwak Met het zeggen van de waarheid, kunt ge •ogenblik trekken zij gauw partij en als de kinderen zoo helpen door ze er telkens ®oeder week wordt bij elke huilbui, nu, dan staan haar nog heel wat huilbuien te ■Vachten. Het is een middel, waarmee de kleintjes op te wijzen, dat er Eén is, die alles ziet. Door ze diep te doordringen van de Alom tegenwoordigheid van God, en ze te leeren aat wat vader en moeder niet zien en niet de grooten dwingen, die huilbuien. ,.Moes, hooren kunnen, toch altijd door O L. H. Uiag ik nog een koekje?" vraagt een lief wordt gezien en gehoord. Het zal hen ook stemmetje. „Nog een koekje, en je hebt er in hun later leven van kwaad terughouden, al één gehad,' zegt moeder een beetje wei- i Het jokkentje, „neen, dat heb ik niet ge- «elend, „koekjes zijn niet goed voor kin- daan, komt zoo gauw over kinderlippen en deren." „Hè, moes," zeurt het stemmetje als het eenmaal gezegd is is de bekentenis door, „ééntje maar." Het heeft allang de aar- zooveel moeilijker zeling bij moeder bemerkt en als het nu •naar volhoudt, krijgt het zijn koekje wel, des- Beheersch u daarom als ge ze ondervraagt, doe het niet driftig of boos, zoodat ze als foods ni"ar even huilen, dan lukt het ze- het ware de straf" al voelen aankomen 'bij Ker, want er is visite en dan is moeder hun bekentenis, maar ondervraag zc kalm, zoodat ze voor den dag durven komen met bang voor het huilen! Bang voor het hui. 'en, kom moeder, wees wijzer, als ze huilen omdat ze dwingen, zet ze dan eenvoudig buiten de kamer en neem er niet verder notitie van, ge zult eens zien hoe gauw de jgooze bui zakt en er een beschaamd kindje ie kamer binnenkomt, maar dan ook niet troosten of toch een koekje toestoppen. Kinderen zijn kleine egoisten, ze willen graag alles hebben; het beste middel daar tegen is een groot gezin en zoo ge dat n t hebt, ze veel met andere kinderen laten hun fout. En vooral probeer als moeder al die klei ne voorvalletjes van den dag zelf in orde te maken. Verstop u niet achter vader, door altijd te zeggen, ik zal het we! aan vader vertellen en vader zal je vanvond wel trak- teeren. Gelooft ge dat het prettig is voor uw man, thuis altijd voor boeman te moeten spelen, 's-avonds als de dagtaak achter den rug is, thuis altijd strafpredikaties te moeten uitdeelen. Dat wil niet zeggen, dat ge vader spelen; ze moeten dan wel leeren deelen, overal buiten moet houden. Integendeel va- nun beurt laten voorbijgaan, kunnen niet der moet wel degelijk deel hebben in de op- •Itijd winnen, niet altijd de baas zijn. j voeding, maar niet alleen in het straffen. Waf zijn er niet een kinderen, die niet I Straf niet door te slaan of te stompen, tegen verhezen kunnen, ze kunnen dat met - want dat is een teeken, dat ge zelf driftig helpen, maar gij kunt ze wel helpen het te j 2ijt. Heeft een van uw bengels een flinke overwinnen, door ze veel spellet,es te laten straf verdiend, geef hem dan een flink pak «pelen met meer anderen, ze met te ont- j voor zijn broek, zoo dat het indruk maakt hien en ze te leeren de teleurstelling te j en bij een uitzondering blijft. Bederf uw Cy raf»en- kind niet, met wat ge niet van plan zijt te Leer ze ook vooral immer de waarheid volvoeren want dan zal het u heel gauw te zeggen, daarvoor moet ge hun kleine niet meer gelooven. fouten en ongelukken m>t te zwaar aanre- j Nog eens, wees flink, blü1 uzelf gelijk en kenen. Kinderen, die voor kleinigheden 1 weet u zelf te beheerschen, dan leerl ge streng gestraft worden, worden achterhou- het ook aan uw kinderen dend. No. 279. We zien hier afgebeeld een een- voudige winterjapon van donkerbruine kasha. Het bovengedeelte van dit model i heeft den gewonen rechten vorm en vormt j een geheel met den rok, met dien verstande, I dat er in de taille een breede bind is t',s- schengevoegd over het grootste gedeelte vaif het voorpand, zoodat de rug dus volko men recht valt en geen onderbreking ver toont, In de linkerzijde van hel voorpand van den rok, 10 c.M. onder den tailleband is een groep plissé aangebracht ter breedte van ongeveer 20 c.M. De mouwen zijn nauw sluitend en hebben van onderen een omslag je van beige crepe-de chine en verder twee bruint knoopjes. Op dezelfde wijze heeft de hals een omslagje eveneens met crepe de chjne gevoerd. Éen kleine split met knoop jes zorgt voor voldoende opening. Beige kousen en donkerbruine schoenen. Patroon 1.35. No. 280. Een aardige tuniek-japon voor den namiddag. Zij bestaat uie een gewone i nauwe rechte rok van zwarte satin grena- dine en een tuniek van zalm-kleurige satijn jaquard. Het lijfje van deze laatste is recht en nauw, terwijl het rokgedeelte klokkend gemaakt moet worden. De taille wordt ge garneerd met een breede ceintuur van de zwarte stof van den rok en eveneens heeft de halsopening hiervan een wat smallere omboording. Het onderste gedeelte der mouw bestaat uit een strook bijpassende zijden voile, zakvormig eindigend en ten slotte met fijne plooitjes bevestigd op een polsbandje van zware satijn. Draag rose kousen en zwarte schoenen bij deze japon. Patroon 1.35. No. 281. Een eenvoudige avondjapon voor kleine partijen en intieme diners. Als stof wende men aan een lichte pastel-blauwe crepe de chine. Het lijfje wordt met een kleinen overslag gemaakt, die juist over het midden der borst xalt. Merkwaardig is het verloop van den taillenaad wienens linker helft van vorm niet tegen de rechter aan- sluit maar een goed stuk lager valt, zoodat het linker voorpand langer geknipt behoort te worden dan het rechter. De zoom van het overslaande voorpand is met de hals opening, afgezet met een breede basis van bijpassen glanzend satijn; deze biais zet zich tevens voort langs den taillenaad, zoodanig dat de onderrand er juist een halve centi meter los overheen valt. De rok die recht van vorm is wordt gegarneerd met een strook oud-goudkant, ruim geplooid aange bracht en bevestigd in den taillenaad. Kou- sqn licht rose en schoenen blauw brocaat. Patroon 1.67f». No. 282. Een elegant mantelcostuum van bruine velours de laine. De rok is op een lijfje gezet van witte crepe de chine (ronde halsopming mouwen nauw tot op de pol sen), De mantel is een recht driekwart mo del met mouwen die iets wijder worden op de polsen. De zoom van het overslaande voorpand is gegarneerd met een gebrodeer- de biais. van bijpassend bruine zijde die ter hoogte der taille een driehoekig aanhangsel heeft. Eenzelfde biais, doch ball zoo lang als de vorige, daalt vanaf den rechter schou der De mantel heeft een staanden kraag die van buiten gegarneerd is met beverbont; hetzelfde bont zien we als garneering der mouwen. Sluiting op zes knoopen: drie on der en drie boven. Hoed dónker bruin vilt, kousen beige en schoenen zwart: Patroon 1.67 MS. ■No. 283. Een lange mantel van donkei pastel-paars fluweel. Het is recht en goed aansluitend tot de taille maar valt vandaar blokkend benedenwaarts. Men kan dezen vorm krijgen door geeren of wel door het inzetten van driehoekige puntvor men. Van voren heeft de mantel een ruimen overslag een lange revers en sluiting op één enkelen knoop. De garneering bestaat uit opossumbont. Voor de voeriug neemt men een lila, gebloemde satijn. Een hoed van bijpassend paars fluweel; beige kousen en zwarte schoenen. Patroon 1.35. Hef fs wel eigenaardig, in elk geval geeft bet te denken, dat ovzr de geheele wereld, op welken trap van beschaving de volke ren ook staan, de schoonmoeder een bijzon der slechte reputatie bezit. Daar, waar ontwikkeling en beschaving log maar weinig zijn doorgedrongen, is de verhouding tusschen schoonmoeder en schoonzoon of schoondochter zóó gespan- ten, dat bij sommige volksstammen beiden elkaar nooit meer ontmoeten, als het hu welijk voltrokken is, „Schoonmoeder en schoondochter zijn als onweer en hagelslag", zegt een Engelsch spreekwoord. De grootste vrees voor de booze schoon mama koestert wel de Albanees. Hij deins; er zelfs voor terug in de bifUrt van zijn schoonmoeder te wonen, gedachtig aan hel oude vaderlandsche spreekwoord: „Een schoonmoeder naast de deur is als een stier bij een rooden lap." Vol respect jegens de moeder van hun vrouw zijn de kaffers. Niet alleen blijven zij hun schoonmoeder levenslang zooveel mogelijk uit den weg, maar de echte Kaffer DE INVAL. Mevrouw de Bruin (op hetzelfde moment, dat de trein binnenkomt); „Je weet toch «eker, dat je de voordeur gesloten hebt, Willem?" vermijdt het zelfs, den naam der gehate en gevreesde vrouw uit te spreken. Om den zwarten schoonzoon niet bloot te stellen aan de booze blikken van „mevrouw de schoonmoeder", hebben de negers aan de Habun-rivier er een zware geldboete op ge zet deze dame ook maar aan te wijzen of' toe te spreken. Een wettelijke bepaling ver biedt hetzelfde aan de schoonzoons in So- maliland. Om deze heeren echter nog meer afdoende te beschermen tegen de booze blikken van schoonmama, mogen zij zich nooit aan deze vrouw vertoonen. Doen zij het wel, dan halen zij daardoor de min achting van hun medeburgers op den bals. De gewoonte om schoonmama uit den weg te blijven, bestaat trouwens ook in een groot gedeelte van Noord-Afrika en bij de Bogo's spreekt de getrouwde man nooit den naam van dit familielid uit. „Als je van den duivel spreekt, staat hij op den drempel,' denken ze waarschijnlijk. In Wadaï is de omgang tusschen een der echtgenooten en diens schoonouders ten stfengste verboden. En in Amerika bij de Rangueles-India- nen van Argentinië mogen schoonouders en aangetrouwde kinderen niet met elkaar pra ten of elkaar aanraken. Als hooge uitzonde ring wordf het de schoonmoeder toege staan, jaren nadat haar dochter getrouwd is, met den man der jonge vrouw te spre ken, mits zij dan met den rug naar hem toegekeerd staat of door een heg van hem gescheiden is. Onder de Indianenstammen van Noord-Amerika is het alleen bij de Dakota's de Assinneboins en Omaha s ge oorloofd, dat moeder en schoonzoon elkaar mogen aankijken en een gesprek samen voe ren. Dergelijke gebruiken bestaan, volgens An- dré, ook in Australië, speciaal Victoria en •West-Australië. Ik wilde u nó'g eens binnenleiden in een groot modemagazijn, met vele verdiepingen waar liften u in een minimum van tijd heenbrengen en vele aardige verkoopstertjes de wenschen van uw lippen lezen; waar keurig en hocgst-modern gekleede manne quins u laten zien, 'wat er al zoo voor nieuws is onder de zon. Heden wil ik u een paar avondmantels toonen, die het bewonderen zeker waard zijn, al zijn er onder, waar wij misschien nog wel even over zullen twisten, daar deze veel tegenstrijdige meeningen ontlokken. Doch., over den smaak valt immers niet te twisten en ik wil u aanstonds vertellen welke avondmantels ik bedoel. Het zijn die van gouddoorweven stoffen welke veelal gedragen worden bij avond toiletten, waaraan goudkant prijkt. Deze avondmantels, met hun effect van schitte rende overdadigheid zijn dikwijls gegarneerd met bont in donkere tinten bruin, waardoor het hel-goude, hard-metaalkleurige wel iets wordt verzacht. Toch doen deze mantels v/at pijnlijk aan de oogen. Ik hoorde uitroepen van ongeveinsde be wondering, toen avondrobes en -mantels van genoemde goudstoffen getoond werden. Maar eerlijk gezegd, was mijn bewondering zeer verdeeld. Qua luxe kleedingstuk waaraan veel ar beid' en kosten zijn besteed, kon ik het roemen, maar qua kleedingstuk, waaraan de moderne vrouw haar voorkeur geeft, op weiks blinkende goud-schittering zij verzot •s, kon ik geen instemming ermede betui- gen. Alle overdaad schaadt. En deze overdaad, veroorzaakt door de zucht naar het blin kende en hel-melaalkleurige, doet zij niet eenigszins denken aan het heidensche, het onbeschaafde? Niet waar, negers en onbe schaafde Oosterlingen leggen een sterke nei ging aan den dag tot alles wat glimt en schittert? Een mat-blauwe avondmantel in cape- vorm, waarvan de breede kraag ruim was aangezet, viel meer in miin smaak. Er wa ren smalle wit zijden biesjes langs de arins- openingen! Mosgroen en korenblauw er, tango-kleurige mantels van gewerkt fluweel waren prachtig. Een kwart dozijn eierwarmers tegelijk op 't programma dezen keer. Drie van die klei ne, leuke mutsjes, die in een verloren oogen blikje van waardelooze wolrestjes gemaakt worden en die, als ze in elkaar zijn ge prutst, niet alleen van grqot nut zijn, maar ook een aardig, vroolijk tintje geven aan ontbijt- of koffietafel. Laat ons van 't rijtje af beginnen. Hierna haakt men 4 maal 1 toer vasten met gele en 1 toer stokjes met roode wol. Daar bij wordt in de eerste 3 toer 1 stokje ge meerderd op 24 stokjes verder gewerkt. Bovenaan komen gele siersteken en een lusje van kettingsteken. Het volgende eiermutsje wordt gemaakt van fijne witte gedraaide wol. Het eerste toer beslaat uit 12 vasten 2e toer uit 20 vasen, 3e toer uit 24 vasten, 4e toer uit 28 vasten. Zonder te meerderen volgt nu 1 toer wit, 1 loer oranje, 2 maal 1 t<jer wit, 1 toer oranje en tenslote 1 toer wit. GROENTENRESTEN MET AARDAPPELEN. Noodig: Ongeveer 1 pond groenferesten op 1 lA pond overgebleven aardappelen, ongeveer twee theekopjes overgebleven jus. Bereiding: leg onder in de pan de over gebleven aardappelen met zooveel magere jus of wat water, dat ze halverwege be dekt zijn. Leg daarop de groente en wat overgebleven vet van de jus Laaf alles samen langzaam door en doot warm worden (ongeveer Vi uur) en stamp het dan met een houten lepel door elkaar. Voeg er naar verkiezing wat nootmus kaat of peper bij en als 't noodig is, waf zout. en Deze smakelijke sfampot kan bereid worden met de verschillende koolsoorten, koolrapen, 'knollen, andijvie, ingemaakte snijboonen, princesseboonen, wortelen, uien, prei, seiderijknol. De eerste eierwarmer, van "zandkleurige wol, wordt bovenaan begonnen door 10 ket tingsteken te verwerken tot een kringetje. In den daaropvolgenden eersten toer wordt steeds de achterste lus gebruikt. 2e toer; 5 maal 2 vasten in 1 steek Tot het 6e toer wordt steeds op dezelfde plaats gemeerderd; daarna moet zonder te meerderen worden voortgewerkt. Als het warmertje hoog genoeg is, wordt het bin nenste buiten gekeerd en de hardgroene versiering aangebracht. Het tweede exemplaar haakt men van roode én gele wol. In 3 foef vasten van roode wol moet zooveel gemeerderd wor den, dat het 3e toer uit 21 vasten bestaat. Bovenaan worden met oranje wol enkele siersteekjes en een lustjc'van kettingsteken gewerkt. Wie voor 't geheeie gezin eierwarmertjes gaat haken, krijgt het aardigste effect, als zij wol kiest in de kleuren van servies of dekservet. Ook kan men, als de voorraad wol toereikend is, een bijpassende teacosy maken, 't Is dan enkel zaak, op vergroote schaal te werken. Rood licht moet een bijzondere uitwerking hebben op vliegen, enz. Zij schijnen het niet te kunnen verdragen. Het schijnt dus ge raden, licht, dat men in de slaapkamer ge bruikt, met een rood glas te voorzien. Inktvlekken op een geooliiste tafel of een ander meubelstuk verwijdert men met een beetje azijn vermengd mei een weinig methyl-alcohoi. Papieren patronen op maat gemaakt, kur. nen besteld worden onder toezending of bij voeging van het bepaalde bedrag plus 15 ct porto, aan het Comptoir der Patrons, Molen straat 48 B, Den Haag. De maten op te ge ven volgens onderstaande teekening. Catharina, met haar hartelijk, zoo spoedig l°t medelijden geneigd karakter, trad op die Vrcuw toe. ..Wat scheelt u, beste vrouw?" vroeg ze. z'jt ge soms ziek?" Maar de vrouw zag het meisje met vijan dige blikken aan. En terwijl ze met de rechterhand naar het "eerenhuis wees, zei ze >>Dat alles is dus aan die Diamantos-drup- Pels verdiendHet is een schande. En gij JJtoest u schamen, zulke prachtige kleeren te ^agen, wanneer gij die daaraan te danken hebt." Verschrikt week Catharina in den tuin te- *hg. Ze meende, dat het een krankzinnige (Vas» die tot haar had gesproken. Haastig sloot ze de huisdeur achter zich °e. Zonder nog naar die vrouw om te zien. Tegen hare huisgenooten sprak ze geen *°ord over dat geval. 2e hechtte er verder geen gewicht aan. Waarom zou ze hare moeder ook met zulke ?Waze praat lastig vallen en ergeren.» Maar waarom was hare moeder toch zoo weinig bemind vroeg het jonge meisje zich af. Wat kan toch de reden daaivan zijn Hare moeder deed toch zoo onnoemelijk' veel goed. Veel meer dan andere vrouwen in de wereld, die bijna verafgood werden. Maar Catharina wist nog niet, dat de we reld van nie nand houdt, die gewoon is zijn eigen weg te gaan. Het portret van zulke personen wordt in de dagbladen afgedrukt, misschien richt men er zelfs een standbeeld voor op, wanneer zij gestorven zijn, maar zij worden met steenen geworpen, wanneer zij ook maar een enkele van die fouten begaan, die bij anderen als iets gewoons worden beschouwd. Gravin Francisca van Hollenstein dfeed in derdaad zeer veel goed. Dat kon door niemand worden tegenge sproken. Zij was presidente van verschillende lief dadige vereenigingen. Ze had zelfs een asyl voor verlaten kinde ren gesticht. En in het verborgene bracht ze hulp aan armen en zieken. Het was als 't ware, alsof ze aan armen en.zieken recht gaf op hare hulp, en alsof ze zich als hun schuldenares beschouwde. En haar ijver op dit gebied was even groot als in andere oozichte.ru Maar toch werd ze algemeen als gevoel loos beschouwd. Ja, sommigen beweerden zelfs, dat ze hoogmoedig was en bovenmate vervuld van adeltrots. In elk geval hadden al hare weldaden iets onpersoonlijks. Ze deed de menschen goed, en toch waren al die menschen haar eigenlijk onverschillig. En ook hare dochter had instinctmatig die koelheid en onpersoonlijkheid van hare moe der ondervonden. Er was iets vreemds tus schen die voorname, koele trotsche vrouw, en haar warmgevoelend kind. Onrustig ging gravin Francisca in hare kamer op en neer. Haar lang donkerkleurig gewaad sleepte langs den grond, wat de majesteit van hare koninklijke gestalte nog verhoogde. Ze had de deur zorgvuldig gesloten. Ze wilde'alleen zijn. Het was hare gewoonte, alle onaangenaam heden, allen strijd alleen te doorstrijden. „Dan komt alles het best en het snelst terecht", zoo placht ze te zeggen. Maar vandaag ging het niet goed. En ook niet snel. En toch ging het alleen maar om den brief van een arm werkman, van iemand die niet meetelt in de wereld, van iemand, die .zich gelukkig moest rekenen, waardig te zijn be vonden, den schoen van een lid van het oud- grafelijk geslacht der von Hollensteins te herstellen. De met onhandig schrift op grof, smerig papier geschreven brief, luidde aldus MeVrouw de Gravin Ik heb de Diamantos-druppels aan de kleine Lena zorgvuldig ingegeven. Er staat ook in de gebruiksaanwijzing, dat die druppels voor alle ziekten goed zijn. Maar toch is mijn kind vannacht aan diph- teritis gestorven en het heeft zoo vreeselijk geleden. O, als u het arme kind gezien hadt, dan zoudt u er ook medelijden mee gehad hebben. Mijn haren zijn vannacht grijs geworden. Ik weet wel, dat het Gods wil is, als er iemand sterft maar toch zou ik u willen vra gen zijn die Diamantos-druppels werkelijk zoo goed Ik heb onlangs gelezen, dat zij geen geneeskracht bezitten, en doctor Martin was er ook altijd tegen. Maar op uw woord, mevrouw de gravin, wil ik.vertrouwen. Zoudt u zoo goed willen zijn, mij al was het ook maar met een enkel woord te ant woorden. Uw ongelukkige diep bedroefde dienaar Michael Leitstock. Schoenmaker. Deze brief was niet de eenige van dat soort, die gravin van Hollenstein al in den loop der jaren had ontvangen. En ze zou veel te doen hebben, als ze op al die brieven acht had willen slaan, en ze had willen beantwoorden. Bij het doorlezen van dien korten maar zoo treurigen brief had ze het hoofd geschud, en vol medelijden de woorden gezegd, die al zoo dikwijls op hare lippen waren gekomen. „Tegen den dood is geert kruid gewassen. Die menschen meenen, dat men hen altijd kan helpen, maar wanneer het uur heeft ge slagen, dat God heeft bepaald, dan kan geen aardsch geneesmiddel meer helpen." Ja, dat waren wel goede en verstandige woorden, maar toch.... Vandaag konden die woorden haar niet bevredigen. Twijfel, onrust, groote angst kwelden het anders zoo rustig gemoed van gravin Fran cisca. Maar die brief van d-en ongelukkigen va der droeg niet alleen de schuld daaraan. Oude herinneringen waren met groote kracht weer bij haar ontwaakt. Ze ging in een leuningstoel plaats nemen, en begon na te denken. Het was een uur van onvrijwillig gewe tensonderzoek. Het was, alsof ze tegenover zichzelve eene generale biecht aflei. Als in haar stervensuur stond al het ver- ledene, dat ze al lang vergeten had gewaand, weer voor haar geest, Gravin Francisca zag zichzelve weer als jong meisje, dat nog nauwelijks het pensio naat had verlaten, zonder vrienden, zonder bescherming, en toch met een bewustzijn van kracht en moed, vol vertrouwen op de Voorzienigheid, met zuiver geweten, alles van het leven verwachtende, voor niets bevreesd, met onbuigzamen wil, met een sterk ver langen naar geluk, rijkdom, en in het bezit van eene schoonheid, die al hare verlangens beloofde te vervullen. Het bewustzijn, tot een voornaam adellijk geslacht te behooren, zei haar, dat ze hooge eischen aan het leven moest stellen. Ze was eerzuchtig en vol adeltrots. Zoo kwam Francisca als gouvernante in d« familie van generaal Martin. Haar eerste schreden op dat treurige, maar al te dikwijls met doornen bezaaide pad wa ren gelukkig. 'Het huisgezin van generaal Martin bestond uit eenvoudige, geloovige personen van On besproken gedrag hartelijkste goedheid er zuiverste oprechtheid. Ze namen het vreemde jonge meisje op als een lieven gast (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5