UTTÈW
EVENTJES LACHEN.
BRIEVEN UT FRANKRIJK
Gravin Francisca.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Woensdag 21 October 1925
Het feest van den koning Christus
Verschillende internationale persstemmen over de overeenkomsten
van Locarno. De Völkische pers tegen Streseman.
Onder de radio-berichten: Geestdriftige ontvangst van Chamberlain te
Londen van Locarno. Een nieuw Fransch offensief in Marokko.
Gem. buitenl. berichten.
De overeenkomsten
van Locarno.
Chamberlains
terugkeer.
De salarisactie der
Duitsche bankinstellingen.
Besprekingen
te Berlijn.
De oorlog -in Marokko.
De opstand in Syri'e.
Vereeniging Volkenbond
en vrede.
FEUILLETON.
Het was tijdens ons verblijf te Oxford dat
wij uitvoerig van gedachten mochten wisselen
met graaf de Noaillat, president van de
„Societé du Regne social de Jésus-Christ",
over den liturgischen feestdag, die door Z.H.
den Paus bij de sluitingsplechtigheden van
het H. Jaar zal worden ingesteld en toege
wijd aan Jezus Christus, koning van geheel
de Maatschappij.
Hij sprak ons over de voorbereidende
werkzaamheden, waaraan hij zoo onvermoeid
deel heeft genomen en die thans bekroond
zullen worden door den uitspraak des Pau
sen.
Zwijgen was ons toen nog opgelegd over
de heuchelijke tijding die binnenkort kon
worden verwacht.
Thans is zeker het oogenblik goed geko
zen, iets mede te deelen over deze beweging,
waarvan graaf de Noaillat en niet minder zijn
hoogstverdienstelijke gade, sedert lange ja
ren de vurige en ijverige propagandisten zijn.
Zij dateert reeds uit een ver-verleden.
De Z.Eerw. Pater Duron, S. J., Baron de
Sarachaga, stichter van de „Societé du Reg
ne Social de Jesus-Christ" te Paray-le-Monirl,
en Mej. Tamister, aan wie de internationale
Eucharistische Congressen haar oorsprong
hebben te danken, verkondigden kort na
1870 de noodzakelijkheid, de rechten van
Jezus Christus te erkennen, niet alleen over
de zielen, maar ook over de burgerlijke en
tijdelijke maatschappij.
In 1898 schrijft Mej. Tamister: Het Socia
le Rijk van Jezus Christus, dat was ons doel
bij den aanvang der Eucharistische congres
sen, maar toenmaals konden wij het niet
openlijk verklaren.
In 1873 vond voor de eerste maal de toe
wijding van Frankrijk aan het „Allerheiligste
Hart" plaats, in een groote vergadering van
katholieke afgevaardigden uit heel het
land.
Enkele maanden later doet Garcia Moreno,
getroffen door dit Fransche voorbeeld, bij
een wet Ecuador uitroepen als „Republiek
van het H. Hart."
Meerdere landen hebben sedert dien dat
schoone voorbeeld gevolgd.
De stem des Pausen weerklinkt 1 Novem
ber 1885 uit Rome.
Paus Leio XIII toont aan in zijn bewonde
renswaardige Encycliek „Immortale Dei",
welk heil de Kerk in het verleden heeft be
wezen aan de maatschappij, den vrede en
de welvaart, toen de maatschappij nog ge
heel van Christus' leer was doortrokken. Se
dert maatschappelijke instellingen en wetten
niet langer meer berusten op de evangelische
beginselen, is het Rijk van Christus op aarde
niet meer erkend.
De souvereiniteit Gods, zegt deze Paus,
wordt stilzwijgend voorbijgegaan alsof God
niet bestaat en zich niet bezig houdt met de
menschelijke samenleving.
In 1896 organiseert kardinaal Sarto, d
latere Paus Pius X, een congres om de rech
ten van Jezus-Christus op de maatschappij
in herinnering te brengen.
En zoo gaat de gedachte naar een openlij
ke erkenning van Christus koningschap
steeds meer en meer voorwaarts.
In 1899 erkent Paus Leo XIII, in zijn
Encycliek „Annum Sacrum"; het koning
schap van Christus liefde over het mensche-
lijk geslacht en wijdt dit openbaar aan het
H. Hart toe.
Alle volken, heidenen en christenen wor
den geplaatst onder den scepter van Gods
Zoon. Jezus Christus, zegt hij, is de Prins
en de Meester van allen. Zijn Rijk strekt zich
niet alleen uit over de naties die den katho
lieken godsdienst belijden.
Het was in dat zelfde jaar, dat kardinaal
Sarto zijn bede toevoegde aan die van meer
dere kardinalen en ongeveer 35 Bisschop
pen om de H. Stoel te vragen, een feestdag
in te stellen over geheel de wereld, om het
weldoed koningschap van Christus over de'
Maatschappij plechtig te vieren.
De Congregatie der Relin gat geen ge
volg aan dit verzoek, wijl te veel Bisschop
pen zich hadden onthouden, met name de
Faansche prelaten. Op het Eucharistisch
congres te Lourdes in 1914 werd hetzelfde
verlangen naar een bijzonderen feestdag we
derom geuit
Maar de groote oorlog belette er direct ge
volg aan te geven. Eerst in 1920 werd op
nieuw een verzoek tot de H. Stoel gericht en
wel tot Z. H. Paus Benedictus XV, die op het
de meest gunstige wijze ontvangt en aanmoe
digt voort te gaan met de propaganda voor
dit doel over geheel de wereld.
Het was op de schouders van Graaf de
Noaillat dat de taak kwam te rusten adhe
siebetuigingen te verkrijgen. De moeite en
de arbeid die hij zich daarbij heeft getroost,
zijn ontzaggelijk grootgeweest.IJverigen steun
heeft hij, zoowel als Madame de Noaillat
daarbij ondervonden van de priesters der So-
citeit van Jezus.
Den 16 Januari 1924 deed de tegenwoor
dige Paus, bij monde van kardinaal Laurenti,
den president Noaillat een drieledig advies
toekomen waarvan de vervulling noodig zou
zijn om een officieelen feestdag van Christus
koningschap over de maatschappij in te stel
len.
Indien thns werkelijk deze feestdag door
den Souvereinen Opperpriester te Rome zal
worden uitgeroepen, dan mogen wij daar de
gevolgtrekking uit maken, dat de voorbe
reidende arbeid op de meest voortreffelijke
wijze is geschied.
Meer dan 500 kardinalen en Bisschoppen
hebben hun instemming betuigd en duizen
den en duizenden Katholieken hebben hun
handteekening geschonken aan het verzoek
schrift tot dien feestdag te komen.
Het is geen nieuwe boodschap die aan de
wereld wordt gebracht. Christus zelf heeft
het reeds aan Pilatus gezegd „Ik ben Ko
ning".
Maar de wereld heelt zijn koningschap
over de volken meer en meer versmaad en
gemeend buiten Christus den vrede te kunr.
nen herstellen. Heeft met eeïi Volkenbond
Rome verre gehouden van zijn bemoeiingen.
Een der hoofden van het Groot-Oosten heeft
eens gezegd en geheel de ongeloovige wereld
zegt het hem nog steeds na „Wij willen dat
de godsdienst een privaat zaak blijve. Iedere
invloed daarvan op het publieke leven, op de
school, in het algemeen op de levensorganen
der Maatschappij, moet verboden worden en
onderdrukt." Geen schooner antwoord hierop
dan de openlijke erkenning van Christus zal
worden gevierd, houdt opnieuw de bevesti
ging in van de woorden eens door Hem ge
sproken tot de H. Margaretha Maria „Ik
zal regeeren, ondanks den satan en ondanks
allen, die zich tegen mijn koningschap zullen
verzetten."
Parijs, 14 October 1925.
Mr. P. v. S.
IDuitsehland eenlge van zijn mandaten zal
overnemen 1
Ook de Poolsche minister van buitenland-
sche zaken Skrzynski heeft dadelijk na te
rugkeer uit Locarno aan den mnisterraad
verslag gedaan, welk verslag naar het P.T.
A. uit Warschau meldt, door den raad met
algemeene stemmen is goedgekeurd.
Verwacht wordt, dat de minister dezer
dagen in de volksvertegenwoordiging over
Locarno het woord zal voeren.
In officieele kringen is duidelijk een nei
ging paar den optimistischen kant merk
baar, naar de „Times" uit de Poolsche
hoofdstad verneemt, waar men in de resul
taten van Locarno een groote triumf van
de Engelsche vredelievende diplomatie ziet.
Dit officieele standpunt verschilt echter
ten zeerste van dat in andere kringen, waar
men vaak de meening hoort uiten, dat het
resultaat van Locarno een ernstigen slag voor
Polen beteek^nt. Duitschland heeft gewei
gerd de oostelijke grenzen te erkennen,
zoo wordt betoogd, en daardoor is een vroe
ger niet bestaand moreel verschil ontstaan
in de oogen van de wereld tusschen Duitsch
land 's oostelijke en westelijke grenzen.
De geheele loop van de .onderhandelin
gen te Locarno wordt door de on tevredenen
aangevoerd als bewijs, dat Polen gedwongen
werd een tweede vicol te spelen en dat alle
concessies voor Duitschland waren.
In die lijn zal dan ook de aanval in de
volksvertegenwoordiging gedaan worden.
Sommige leden van de oppositie achten
graaf Skrzynski verantwoordelijk voor het
gebeurde anderen verklaren, dat zijn han
den waren gebonden en dat dit resultaat
voor Polen van te voren vaststond, zoodat
dit het bekte doet door zich bij de zaak nee'
te leggen zonder verder tijd te verknoeien
en alle daadkracht te wijden aan de toekomst.
Ofschoon er waarschijnlijk menig hartig
woordje zal vallen, zal de volksvertegen
woordiging ten slotte de verantwoordelijk
heid niet durven aanvaarden van een ver
werping der te Locarno bereikte resultaten.
De ove»ccnkoinstcn van
Locarno.
Briand verklaarde aan de bladen, dat het
■Werk van Locarno aan de wereld groote
verlichting zou brengen en zette uiteen,
dat het aan de conferentie van ambassadeurs
stond, om de quaestie van Keulen te be
handelen.
De „Petit Parisien" constateert, dat de
tekst der overeenkomsten wel het optimisme
der onderhandelaars bevestigt, wier taak
mogelijk werd gemaakt dank zij de nauwe
Fransch-Engelsche entente.
Het „Journal," dat zich in denzelfden
geest uitlaat, zegt, dat de menigte, door
Briand en Chamberlain toe te Juichen, de
wedergeboorte ratificeerde van de entente
cordiale, welke nog noodiger zal zijn, om de
politiek van Locarno te ontwikkelen.
De „Gaulois" verklaart, dat het experi
ment van Locarno slagen zal of niet, al
naarmate Duitschland al of niet zal blijven
op den weg, dien het is opgegaan. In ieder
geval is dit bereikt, dat de versterkte entente
cordiale opnieuw de grondslag wordt voor
het Etiropeesch evenwicht.
In een telegram aan dr. Benesj in ant
woord op diens mededeelingen over het
resultaat van Locarno, brengt de president
van de Tsjecho Slowaaksche regeering warme
hulde aan de verdiensten van den heer
Chamberlain, in het belang van de gemeen
schappelijke zaak.
De verschillende Tsjechische en Duitsche
bladen begroeten de uitkomsten van Locarno
met voldoening en wijzen op het belang
ervan voor den vrede in de toekomst.
De „Narodni Listy" merkt op, dat, indien
Engeland Duitschland weer in het concern
van Europa heeft binnengeleid, het ver
plicht is, de Duitsche belangen te behartigen
en Duitschland's eerzucht van zijn grenzen
af te leiden, d.w.z. dat Duitschland niet
naa^ expansie moet streven ten koste van
zijn buren. Wil Engeland, zoo vraagt de
schrijver,Duitschland eenige van zijn vroegere
kolonies teruggeven of voorstellen, dat
De loonstrijd in Duitsch
land.
De werkgevers in de kali-industrie heb
ben de arbitrale beslissing, waarbij aan de
arbeiders een loonsverhooging van 5%
werd toegekend, verworpen.
Een Völkische moordcam-
pagne tegen Stresemann.
De VölH"-he pers is een heftige campagne
begonnen tegen dr. Stresemann. De „Völki
sche Beob-xiiter" schrijft, dat een bittere
strijd gestreden moet worden tegen de over
eenkomst van Locarno en voegt er aan toe
„Een man in Stresemann's pon'ie, die zulk
een Pact teekende met Frankrijk, moet af
gemaakt worden als een hond.
De Vorwats", die in dit verband herin
nert aan den moord op Rathenau, schrijft
dat buitengev/one voorzorgsmaatregelen ge
nomen dienen te worden.
De nat. conferentie der
Fransche communistische
partij.
Te Ivry, een communistische gemeente, is
Zondag de nationale conferentie der Fran
sche communistische partij geopend. Het
doet eenigszins vreemd aan, te lezen, dat op
voorstel van den voorzitter besloten werd de
conferentie onder het eere-voorzitterschap
te plaatsen van den onlangs doodgeschoten
communist Sabatier, „als slachtoffer gevallen
van het fascisme en van het linkerblok", als
mede van de gevangen communisten van alle
landen.
Besloten werd een telegram te zenden aan
de Hongaarsche regeering om de onmiddel
lijke invrijheidstelling van Rakosi c.s. te
eischen. Op de mairie werd in de pauze de
eerewijn rondgediend.
In een rapport van Semard over den in
ternationalen politieken toestand werd o.m.
gezegd dat alle feiten het standpunt bevesti
gen, aanvaard door het 5e congres en de jong
ste zitting van het uitgebreide Executieve der
communistische internationale, dat de de-
mocratisch-pacifistische periode geëindigd
is. Sprekend over het pact van Locarno
noemde deze communistische woordvoerder
dit geen vredespact, maar een echt oorlogs
pad, waardoor geen der imperialistische te
genstellingen is opgelost en dat blijkbaar ge
richt is tegen het Rusland der arbeiders en
boeren. In verband met dit in de oogen der
communisten bestaande gevaar voor sovjet-
Rusland vroeg Semard zich af, wat men te
Locarno achter de schermen aan de Duit-
schers beloofd heeft
Het bondgenootschap der
Engelsche vakvereenigm-
gen.
Den 5en November zullen de vertegen
woordigers van de verschillende vakbonden,
die betrokken zijn bij het voorgestelde bond
genootschap, te Londen in conferentie bij
eenkomen tot het behandelen van voorge
stelde wijzigingen in de overeenkomst, waar
bij de verplichtingen van de leden van het
bondgenootschap, mijnwerkers, transport
arbeiders, metaalbewerkers en spoorweg
arbeiders, worden geregeld. Verwacht wordt,
dat op deze conferentie het bondgenootschap,
zij het ook niet in den oorspronkelijken vorm
tot stand zal komen.
Geruststellende woorden
van Churchill.
In een rede te Chingford verklaarde Chur
chill, dat, ofschoon er vele redenen tot be
zorgdheid ten aanzign van den binnenland-
schen toestand bestonden, er absoluut geen
grond was voor de paniekverwekkende pes
simistische en alarmeerende uitlatingen-
Wij gelooven, aldus spr., dat de dingen
beter worden en niet slechter, niet alleen in
Eng eland'maar in de geheele wereld. Het
Pact van Locarno was niet alleen de eenige
mogelijke waarborg voor de handhaving van
den vrede, maar het was de heraut van nog
uitgebreider associaties, welke mogelijk zijn
tusschen de staten van Europa en de we
reld.
Militaire actie in Soma-
liland.
De „Epoca" -meldt, dat de gouverneur van
ïtaliaansch Somaüland is overgegaan tot de'
militaire bezetting der centrale zone van het
sultanaat van Obbia en van het kustgebie
der Midjarten. Deze operatie wordt gemo
tiveerd door de noodzakelijkheid een eind te
maken aan den toestand, voortvloeiende uit
het bestaan van het sultanaat Obbia en dat
der Midjarten en van het autonome gebied
Nogal in de door de Italianen beheerschte
zone en door de noodzakelijkheid om de
noordelijke zone van Somaliland aan de
grenzen van Abessynië rechtstreeks te be
waken.
Het Vaticaan in retraite.
Van 29 Nov. tot 5 Dec. zullen alle audiën
ties en recepties in het Vaticaan worden ge
staakt. Gedurende dien tijd zullen de paus
en zijn prelaten in retraite gaan.
Het gerucht loopt, dat mgr. Gasparri,
apostolisch nuntius in Brazilië, zou worden
benoemd tot opvolger van mgr. Ceretti,
nuntius te Parijs, die binnenkort kardinaal
wordt.
Coolidge en de ontwapening
Uit New York wordt aan de „Daily
Telegraph" gemeld, dat de eerste telegrafische
berichten, die meldden dat Coolidge van
plan was, een ontwapeningsconferentie bijeen
te roepen, op zijn minst genomen, sterk
gekleurd waren. Coolidge is voornemens, de
vertegenwoordigers van Europa niet naar
Washington uit te noodigen, zoolang het
vooruitzicht bestaat, dat Europz onder de
auspiciën van den Volkenbond bijeenkomt
om over een beperking van de bewapening
ce landte beraadslagen. De berichten uit
Europa wijzen er op, dat Frankrijk het niet
aangenaam zou vinden, wanneer de Ver-
eenigde Staten de leiding zou nemen bij
„et samenroepen van een ontwapenings
conferentie. Men is in Amerika dan ook van
meening, dat de Amerikanen zeer tevreden
zouden zijn, wanneer de Europeesche staten
onder elkaar tot ontwapeningsbesluiten kwa
men, ook wanneer Amerika volkomen buiten
spel zou worden gelaten en Europa meer
tot de gedachte van een Vereenigde Staten
van Europa zou overhellen.
De scheepvaartstaking in
Australië.
De verplichte conferentie tusschen reeders
en zeelieden is mislukt, daar laatstgenoemden
vasthielden aan hun besluit, daaraanniet
deel te nemen, zoolang zich nog stakers in
de gevangenis bevinden.
De dreigende burgeroorlog
in China.
Bericht is ontvangen van schermutselin
gen, die hebben plaats gehad tusschen de
troepen van Tsjang Tso Lin en een brigade
der troepen uit Tsjekiang bij Tsjinkiang op
150 mijlen ten Westen van Sjanghai. Tsjang
Tso Lins troepen zullen niet, zooals vroeger
gemeld, naar Hinchau terugkeeren, doch
concentreeren zich te Poèkaw op den noor
delijken oever van de Jangtse. De civiele
gouverneur van Sjangtoeng zou met verster-
kingstroepen op weg naar Poekaw zijn.
Verwacht wordt dat Woe Pei foe te Han-
kau zal verklaren, dat hij de functie van op
perbevelhebber van de centrale provincies
op zich neemt en dat een bondgenootschap
is gevormd tusschen Kiangsoe, Tsjekiang,
Anhoei, Hoepei, Kiangsi en Foekien. Hij
heeft zich definitief tegenover Peking en
Moekden gesteld en het doel van het bond
genootschap is, het z.g. constitutioneele par
lement te herstellen.
Een afdeeling troepen van Moekden, die
Maandag de Jangtse overstak, werd door
soldaten uit Kiangsoe ontwapend en terug
gestuurd.
In tegenstelling met velé andore berich
ten uit China meldt de correspondent van
de „Daily Telegraph" te Tokio, dat men in
goedingelichte kringen te Tokio van mee
ning is, dat uit de uitdaging van de centrale
Chineesche regeering geen directe vijande
lijkheden zullen voortvloeien. Men gelooft,
dat de tegen Peking verzamelde strijdkrach
ten zich met een onbloedige demonstratie
tevreden zullen stellen, alleen om te toonen,
dat de internationale conferentie waardeloos
is, wanneer zij zonder het mandaat van een
meerderheid van het volk tot stand komt.
Aan de „Times" wordt intusschen uit
China gemeld, dat de troepen uit Tsjekiang
hun snellen opmarsch naar Nangking voort
zetten en dat Sjinkiang hun in handen is
gevallen.
DE GRAFSTEEN VOOR EBERT.
Het „Berl. Tag." schrijft De rijksregee-
ring en de weduwe van rijkspresident Ebert
waren indertijd overeengekomen, dat de
steen op het graf van Ebert op den grond
wetsdag zou worden onthuld. De steen was
toen echter niet klaar en de onthulling werd
uitgesteld tot den soc.-dem. partijdag te
Heidelberg. Ook toen was de steen echter
nog niet gereed. Mevr. Ebert, die zich reeds
naar Heidelberg had begeven wachtte ,er
eenige weken te vergeefs. Men achtte het te
Berlijn blijkbaar niet noodig haar te berich
ten, dat de onthulling andermaal was uitge
steld. Nadat zij weder naar Berlijn was te
ruggekeerd, las zij eenigfe weken later in een
Heidelbergsch plaatselijk blad, dat de ont
hulling middelerwijl in alle stilte had plaats
gehad.
Het „B. T." keurt het gebeurde scherp af
en spreekt van een groot gemis aan takt te
genover de weduwe van Ebert.
EEN MINISTER VOOR HET BEZETTE
GEBIED.
Na de verbanning van den rijkscommissa
ris voor het bezette gebied in het jaar 1923,
werd zijn staf overgebracht naar Berlijn en
toegevoegd aan het rijksministerie voor het
bezette gebied, ondergebracht bij het depar
tement van justitie. In verband met de te
verwachten wijzigingen in het bestuursregi-
me in het Rijnland, zal nu waarschijnlijk spoe
dig een zelfstandig minister voor de bezette
gebieden worden aangewezen. Reeds dezen
zomer is er sprake van geweest een lid van
het eentrum met deze functie te bekleeden, J
in welk verband de candidatuur van den heer
Guerard gesteld is. Thans wordt echter de
naam van een ander Rijnlandsche centrum
afgevaardigde genoemd, n.l. de geestelijke
dr. Kaas."
HET SERVIES VOOR DEN KROON
PRINS.
Veertig Pruisische steden wilden indertijd
voor het huwelijk van den kroonprins een
tafelservies van groote waarde laten maken.
Door verschillende omstandigheden was
het bij het uitbreken van den oorlog nog
niet gereed, terwijl tijdens den krijg er in
het geheel niet aan de afwerking gedacht
kon worden. Na zijn terugkeer uit Nederland
heeft de ex-kroonprins verzocht, hem het
geschenk te overhandigen, waarop de be
trokken steden besloten, een commissie
van drie eerste burgemeesters te benoemen
en naar Oels te zenden, om met den ex-
kroonprins te onderhandelen. De „Vorwarts"
weet thans te vettellen, dat de bewoner van
het kasteel van Oels de heeren niet heeft ont
vangen en heeft laten meedeelen, dat hij op
zijn recht bleef staan. Het soc. orgaan hoopt,
,dat de commissie thans eindelijk rekening
zal houden met den wensch van de openbare
meening, die volgens het blad niet zou
dulden, dat de schenking onder de gewijzigde
omstandigheden wordt nageleefd. De huidige
particulier heeft geen recht van het Duitsche
volk een millioenengeschenk te krijgen,
oordeelt de „Vorwarts".
EEN OPZIENBAREND DOODSGEVAL
TELOS ANGELES.
Te Los Angelos heeft de plotselinge
raadselachtige dood van een der bekendste
vrouwen uit de Amerikaansche society, van
mrs. Craig Biddle, vroeger miss Laura
Whale groot opzien gebaard. Zij werd
door een dienstbode dood in haar bed aan
getroffen, terwijl een glas waaarin volgens
verklaring van een dokter formaldehyde
was geweest, op het tapijt bij haar bed werd
gevonden, dat als met een scherp zuur
was bespat. Op het lichaam werden sporen
van geweld gevonden, o.a. een kneuzing
onder den kin. Mrs. Biddle woonde te Los
Angelos met haar twee zoons, die zich thans
te New York ophouden.
EEN GROOTSPREKER.
„Den laatsten keer, dat ik je heb afge
wezen, zei-je, dat e in 't diepste water zou
springen
„Ja, maar je zult toch moeten toegeven,
dat 't niet zoo makkelijk is uit te maken
welk water 't diepste is."
HOE IE 'T MOGELIJK
Hij. De dagen worden al merkbaar
korter.
Zij. Ach ja; en de avonden al langer.
Mamaatje, ik heb zóó gedaan: ik heb
Hans mijn dranke van den dokter gege
ven, dat hij geen buikpijn zal krijgen, en
ik heb zijn pruimen opgegeten.
ZIEKE MUSSCHEN.
Een onderwijzer had zijn leerling ver
teld dat er in Karlsbad geen musschen zijn
en dat dit feit een onopgelost raadsel voor
de natuurvorschers is. Dezen zomer echter
kwam de leerling met zijn onderwijzer zijn
vader in Karlsbad bezoeken en vond daar
tot zijn verbazing musschen.
In zijne bevreemding wendde hij zich tot
zijn leermeester met de opmerking dat er
in Karlsbad toch wel musschen zijn
In 't eerst stond de man eenigszins ont
hutst, maar hij herstelde zich weldra en
zeide:
Zeker, dat zijn musschen; maar het
zijn zieke, die hier het bronwater komen
drinken!
Het verdrag van Locarno zal waarschijn
lijk omstreeks Kerstmis door alle betrokken
mogendheden zijn geratificeerd en het eerste
practische resultaat daarvan, wat Engeland
betreft, zal zijn de terugtrekking van 9000
man Britsche troepen uit de Keulsche zone,
waarvan het overgroote deel niet naar an
dere plaatsen in Duitschland zal gaan, maar
naar Engeland zal terugkeeren.
Duitschlands toetreding tot den Volken
bond zal eveneens omstreeks Kerstmis of
vroeg in het begin van het volgend jaar een
feit zijn geworden.
Chamberlain is heden te 5 uur 15 te Lon
den aangekomen, waar hij aan het station
niet alleen werd begroet door Baldwin en
tal van andere ministers, maar ook door een
vertegenwoordiger van den koning en door
de ambassadeurs van Frankrijk Italië, België
en Duitschland.-
De Britsche ambassadeur te Rome heeft
namens Chamberlain aan Mussolini mede
gedeeld, dat deze de persoonlijke aanwezig
heid van den Italiaanschen premier tijdens
het laatste stadium van de besprekingen te
Locarno zeer op prijs heeft gesteld.
De Britsche draadlooze dienst meldt nog
over Chamberlains terugreis dat de minister
bij zijn vertrek uit Parijs door tal van auto
riteiten uitgeleide werd gedaan. Herriot de
voorzitter der Kamer, zond een in hartelijke
bewoordingen gestelden gelukwensch.
Bij zijn aankomst te Londen werd Cham
berlain door een dichte menigte opgewacht,
die hem luide toejuichte. De koning en de
Prins van Wales hadden vertegenwoordigers
gezonden om den premier te begroeten. Het
geheele kabinet en vele gezanten en autori
teiten waren aanwezig.
De rijksbond van bankdirecties heeft het
voorstel der werknemersbonden om de be
staande salarissen te herzien verworpen. De
organisaties van Duitsche bankgeëmployeer-
dèn hebben daarop den rijksminister van ar-
beid verzocht een scheidsrechter ;te benoe-
men.
Op uitnoodiging der rijksregeering kwamen
gisterenmiddag in de rijkskanselarij een
groot aantal vertegenwoordigers der bezette
gebieden bijeen. De rijkskanselier en minis
ter Stresemann gaven een overzicht van de
overeenkomsten van Locarno, meer speciaal
in verband met de gevolgen voor het Rijn
land.
De vertegenwoordigers der bezette gebie
den verklaarden nogmaals, dat het Rijnland
volstrekt niet streeft naar voordeelen ten
koste van algemeene Duitsche belangen.
Uit Fez wordt gemeld dat de Fransche
troepen gisterenmorgen vroeg een nieuw of
fensief zijn begonnen met het doel een einde
te maken aan de campagne in het district
Djebel-Messaoed en dit gebied te bezetten.
De eerste operaties hadden een gunstig ver
loop.
De opstand in de voorsteden van Damas
cus is geëindigd De notabelen hebben de
voorwaarden tot het betalen eener hooge
boete en het uitleveren van eenige duizen
den geweren aangenomen.
In het gebied der Djebel-Droezen heeft
ten Fransch detachement, dat in Zuid-Liba-
non bewakingsdiensten verricht, een bende
Droezen, dié vee stalen, in de bergen terug
gedreven.
B'
m-j
Prol. Treub heelt als president bedankt
Op de algemeene vergadering der Ver
eeniging voor Volkenbond en Vrede, die j.l.
Zaterdag in Den Haag werd gehouden,
moest bij de opening der vergadering door
het hoofdbestuur namens zijn door omstan
digheden afwezigen president, prof. mr. M.
W. F. Treub, worden medegedeeld, dat
deze, door drukke werkzaamheden daartoe
gedwongen, reeds verklaard, voor een ver
lenging van zijn mandaat als voorzitter niet
in aanmerking te willen komen.
De voorzitter wordt door het hoofdbe
stuur gekozen, treedt af in de hoofdbe
stuursvergadering onmiddellijk na de alge
meene vergadering, doch is één keer her
kiesbaar. Prof. Treub kan een zoodanige
herkiezing niet aanvaarden en stelde er
prijs op, dat daarvan reeds op de al#»-
meene vergadering mededeeling werd ge
daan. Aangezien het hoofdbestuur eerst
cenigen tijd na de algemeene vergadering
bijeenkomst, zal daarm de verkiezing van
een opvolger plaats hebben. doch reeds
thans kan namens het hoofdbestuur wor
den medegedeeld, dat stappen, die gedaan
zijn in de richting om een opvolger voor
Prof. Treub te vinden, met gunstigen uit
slag zijn bekroond.
ii
Neen 1 Catharina was haar hartewensch
geheel en al vergeten
Nog nooit had ze hare moeder in zulk
een toestand, zóó ontsteld gezien.
En ze had een gevoel, alsof hare moeder
haar evenwicht geheel had verloren.
Verward en in treurige stemming trok ze
zich terug. Ze begreep wel, dat hare moeder
iets anders scheelde dan hoofdpijn alleen.
Maar wat scheelde haar dan
Met eene treurige uitdrukking op haar
anders zoo opgewekt gelaat, trad ze de kamer
van haar vader binnen.
„Ha, Catharina, zijt gij daar 1" riep de
graaf uit, toen hij haar zag binnenkomen.
Met vaderlijken trots zag de graaf zijne
dochter aan, die ter wille van haar vader
zich inspande, haar verdriet te verzetten.
Het deed haar zooveel genoegen, hem(weer
in zijne liefhebberijen verdiept te zien.
Maar toch verwijlden hare gedachten bij
andere dingen dan bij het muziekstuk, waar
mee haar vader nu weer bezig >vas en dat
hij aan de een of andere gravin of aan een
ander hooggeplaatst personage wilde opdra
gen
strooid naar zijne woorden.
Opeens vroeg ze
„Papa, waarom is mama toch zoo tegen
doctor Martin ingenomen Hij ziet er zoo
goedhartig zoo oprecht uit. Ik geloof, dat
het mij onmogelijk zóu zün, boos op hem
e worden."
„Gij zijt nu geen kind meer, Catharina, en
ge moogt nu wel meer weten dan mama je
vertelt. Je moeder was eerst met hem
verloofd, vóórdat ik haar kende. En ze heeft
om mijnentwille die verloving verbroken.
Bemind heeft zij geloof ik geen van ons
beiden. Het is werkelijk jammer, dat ze ver
toornd op dien man is. Als men het goed be
schouwt, kan men het hem toch eigenlijk van
uit zijn standpunt niet kwalijk nemen, dat
hij tegen de Diamantos-druppels is. En overi
gens heeft mama gelijk ik kan ook zonder
zijne hulp weer gezond worden."
Toeruhij dat gezegd had, haalde hij met
moeite adem, en het zweet kwam op zijn
voorhoofd.
„Ik- vind, dat doctor Martin ook zulk een
innemend voorkomen heeft," zoo dacht Ca
tharina hardop. „Nooit heb ik iemand ge
zien, die zulk een aangenamen indruk op mij
maakte. En weet u ook de reden, waarom
mama van hem heeft afgezien
„Dat weet ik niet, kindlief.... Zoudt ge
hem liever als vader gehad hebben vroeg
hij in een opwelling van jalousie.
Verschrikt zag Catharina hem aan.
En terwijl ze hem met groote hartelijkheid
mtaar Catharina luisterde slechts ver- omhelsde, antwoordde ze
„O, papa, hoe kunt u zóó iets van mij den
ken- En u weet immers, hoeveel ik van u
houd."
Maar toch vermengde zich met de harte
lijke liefde, die ze voor haar vader gevoelde,
een smartelijk medelijden met zijne zwak
heid, want ze had het verstandige en naden
kende jonge meisje niet moeten zijn, dat ze
werkelijk was, als ze niet begrepen had, dat
hare moeder eigenlijk alles was, wat haar va
der had moeten zijn, dat het hare moeder was,
die het geslacht der von Hollensteins weer
tot aanzien had gebracht, en dat zij het ook
was, die in huis de bevelen uitdeelde, alles
beheerde, geld verdiende, de zaken regelde,
terwijl haar papa altijd op zijne kamer met
boeken en muziek bezig was.
En toch hield Catharina veel meer van
haar vader, dan van hare doortastende, ener
gieke moeder.
Ze beminde haar vader, om zijn hartelijke
goedheid, den bijna kinderlijken eenvoud
waarmede hij door het leven ging.
Eri het meest beminde ze hem nog om de
vernederingen, die hij soms moest verduren,
wanneer men hem verwaarloosde voor zijne
energieke vrouw
Gravin Fransisca groette Catharina en
en haar partner, Luitenant Buffo Bern, en
verwijderde zich, nagestaard door de beide
jongelieden f n door anderen, die haar
koninklijke gestalte bewonderden.
„ik geloof," zei luitenant Bern, „dat zij
nog nooit zulk een koninklijken ndruk op
mij gemaakt heeft als nu, in haar rood flu-
weelen kleed met licht bont afgezet, dat er
als hermelijn uitziet," zei hij, terwijl zijne
oogen van oprechte bewondering straalden.
„Wat een fijnen smaak hebt gij toch voor
de kleinste bijzonderheden, waar het toi
letten betreft," zei Catharina lachend. „Men
zou haast denken,, dat uwe gedachten nooit
met iets anders bezig waren."
„Ja, het is waar, ik stel bijzonder belang
in toliletten," zei Buffo op vroolijken toon.
„Ik ben ook een echte Weener.... Maar
ik heb nog vergeten, mijn bewondering
uit te spreken voor uw eigen toilet. O, wat
staat het u beeldig 1 Sommige dames worden
door haar toilet geadeld, terwijl weer anderen
haar toilet adelen."
„Foei, Buffo Dat is vleierij Dat hebt ge
uit fiet een of ander bóek van buiten ge
leerd."
„Ziet ge mij voor zóó geleerd aan vroeg
Buffo glimlachend. „Maar het is toch waar,
dat geen enkele jonge dame zich met zooveel
smaak weet te kleeden als gij. Het is een
zeker artistiek instinct."
„Instinct der ijdelheid," zei Catharina
lachend.
„Maar in ieder geval verstaat ge de kunst
om mooi te praten," voeg deze er meer
ernstig bij.
„Dat wil met andere woorden zooveel
zeggen, als Luitenant Buffo Bern is een
laffe vleier," zei de jonkman eenigszins
geraakt.
JNeen, dal heb ik niet bedoeld, zei
Catharina aie niet gaarne iemand kwetste,
protèsteerend. „Van menschen, die altijd
onaangename dingen zeggen, al zijn ze ook
waar, houd ik niet. Gewoonlijk hebben Zij
geen goed karakter. En ik geloof, dat gij wel
goed zijt, Buffo."
Hij maakte eene buiging en zijn oogen
straalden van ze lfvoldoening.
Maar op eenigszins ontevreden toon
voegde hij erbij
„O, ik zou zoo gaarne willen, dat ge
mij wat meer au serieux zoudt nemen,
kleine gravin."
Het was inderdaad waar, dat geen van zijn
vrienden Buffo au sérieux nam.
Maar des te meer behoefte had hij er aan,
dat Catharina dat deed.
„Waarom zoudt ge dat willen vroeg het
jonge meisje. „Ge weet, dat het bij mij thuis
zoo vreeselijk ernstig is. En daarom vind
ik het zoo aangenaam, met iemand te kunnen
schertsen. Hebt gij mama ooit zien lachen
Op zijn hoogst ziet men haar glimlachen,
als ze het niet kan nalaten, zonder tegen
den goeden toon te zondigen. Het is geen
natuurlijke glimlach. Maar gij verstaat zoo
goed de kunst, om vroolijk te lachen.
„Ik lach als een burgerman,"
„Neen, spreek toch zoo met, Buffo. Moet
gg mij weer verwijten, dat ik van adel ben
Maar uwe moeder was toch eene von Radel-
felsMaar laten wij liever vroolijk zijn.
Soms is het, alsof het leven niets anders
biedt dan ziekten, ellende, Diamantos-
druppels..
Terwijl ze dat zeide, richtte ze een wee-
moedigen blik op het vroolijke gezelschap,
te midden waarvan zij zich bevonden.
Het was een tuinfeest bij de familie Bern.
Iedereen, die wel eens een fedst bij die
gastvrije, vroolijke gezellige en schatrijke
familie had bijgewoond, had daaraan een
aangename herinnering behouden.
De villa, die zij bewoonden, was groot
en weelderig ingericht.
Groote terrassen, ruime salons, met klimop
begroeide balcons.
Er heerschte overal degelijke eenvoud, die
een aangenamen indruk maakte.
In den tuin zag men fraaie bloemperken,
frissche grasvelden en ook schaduwrijke
schilderachtige plekjes, en groote vijvers,
waarop kleine bootjes voeren.
De woning van den groothandelaar Bern
kon men bijna vorstelijk noemen, vergeleken
bij die van graaf Hollenstein.
En toch gevoelde de familie Bern zich
gevleid, toen gravin von Hollenstein be
gonnen was, het verkeer tusschen beide
families drukker te doen worden.
Zoozeer had gravin Francisca de kunst
verstaan, den naam van het geslacht der
von Hollensteins weer tot groot aanzien te
brengen.
Ja, het was dien dag inderdaad een schit
terend tuinfeest bij de familie Bern.
(Wordt vervolgd)