UTTÈW EVENTJES LACHEN. BRIEVEN UT FRANKRIJK Gravin Francisca. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Woensdag 21 October 1925 Het feest van den koning Christus Verschillende internationale persstemmen over de overeenkomsten van Locarno. De Völkische pers tegen Streseman. Onder de radio-berichten: Geestdriftige ontvangst van Chamberlain te Londen van Locarno. Een nieuw Fransch offensief in Marokko. Gem. buitenl. berichten. De overeenkomsten van Locarno. Chamberlains terugkeer. De salarisactie der Duitsche bankinstellingen. Besprekingen te Berlijn. De oorlog -in Marokko. De opstand in Syri'e. Vereeniging Volkenbond en vrede. FEUILLETON. Het was tijdens ons verblijf te Oxford dat wij uitvoerig van gedachten mochten wisselen met graaf de Noaillat, president van de „Societé du Regne social de Jésus-Christ", over den liturgischen feestdag, die door Z.H. den Paus bij de sluitingsplechtigheden van het H. Jaar zal worden ingesteld en toege wijd aan Jezus Christus, koning van geheel de Maatschappij. Hij sprak ons over de voorbereidende werkzaamheden, waaraan hij zoo onvermoeid deel heeft genomen en die thans bekroond zullen worden door den uitspraak des Pau sen. Zwijgen was ons toen nog opgelegd over de heuchelijke tijding die binnenkort kon worden verwacht. Thans is zeker het oogenblik goed geko zen, iets mede te deelen over deze beweging, waarvan graaf de Noaillat en niet minder zijn hoogstverdienstelijke gade, sedert lange ja ren de vurige en ijverige propagandisten zijn. Zij dateert reeds uit een ver-verleden. De Z.Eerw. Pater Duron, S. J., Baron de Sarachaga, stichter van de „Societé du Reg ne Social de Jesus-Christ" te Paray-le-Monirl, en Mej. Tamister, aan wie de internationale Eucharistische Congressen haar oorsprong hebben te danken, verkondigden kort na 1870 de noodzakelijkheid, de rechten van Jezus Christus te erkennen, niet alleen over de zielen, maar ook over de burgerlijke en tijdelijke maatschappij. In 1898 schrijft Mej. Tamister: Het Socia le Rijk van Jezus Christus, dat was ons doel bij den aanvang der Eucharistische congres sen, maar toenmaals konden wij het niet openlijk verklaren. In 1873 vond voor de eerste maal de toe wijding van Frankrijk aan het „Allerheiligste Hart" plaats, in een groote vergadering van katholieke afgevaardigden uit heel het land. Enkele maanden later doet Garcia Moreno, getroffen door dit Fransche voorbeeld, bij een wet Ecuador uitroepen als „Republiek van het H. Hart." Meerdere landen hebben sedert dien dat schoone voorbeeld gevolgd. De stem des Pausen weerklinkt 1 Novem ber 1885 uit Rome. Paus Leio XIII toont aan in zijn bewonde renswaardige Encycliek „Immortale Dei", welk heil de Kerk in het verleden heeft be wezen aan de maatschappij, den vrede en de welvaart, toen de maatschappij nog ge heel van Christus' leer was doortrokken. Se dert maatschappelijke instellingen en wetten niet langer meer berusten op de evangelische beginselen, is het Rijk van Christus op aarde niet meer erkend. De souvereiniteit Gods, zegt deze Paus, wordt stilzwijgend voorbijgegaan alsof God niet bestaat en zich niet bezig houdt met de menschelijke samenleving. In 1896 organiseert kardinaal Sarto, d latere Paus Pius X, een congres om de rech ten van Jezus-Christus op de maatschappij in herinnering te brengen. En zoo gaat de gedachte naar een openlij ke erkenning van Christus koningschap steeds meer en meer voorwaarts. In 1899 erkent Paus Leo XIII, in zijn Encycliek „Annum Sacrum"; het koning schap van Christus liefde over het mensche- lijk geslacht en wijdt dit openbaar aan het H. Hart toe. Alle volken, heidenen en christenen wor den geplaatst onder den scepter van Gods Zoon. Jezus Christus, zegt hij, is de Prins en de Meester van allen. Zijn Rijk strekt zich niet alleen uit over de naties die den katho lieken godsdienst belijden. Het was in dat zelfde jaar, dat kardinaal Sarto zijn bede toevoegde aan die van meer dere kardinalen en ongeveer 35 Bisschop pen om de H. Stoel te vragen, een feestdag in te stellen over geheel de wereld, om het weldoed koningschap van Christus over de' Maatschappij plechtig te vieren. De Congregatie der Relin gat geen ge volg aan dit verzoek, wijl te veel Bisschop pen zich hadden onthouden, met name de Faansche prelaten. Op het Eucharistisch congres te Lourdes in 1914 werd hetzelfde verlangen naar een bijzonderen feestdag we derom geuit Maar de groote oorlog belette er direct ge volg aan te geven. Eerst in 1920 werd op nieuw een verzoek tot de H. Stoel gericht en wel tot Z. H. Paus Benedictus XV, die op het de meest gunstige wijze ontvangt en aanmoe digt voort te gaan met de propaganda voor dit doel over geheel de wereld. Het was op de schouders van Graaf de Noaillat dat de taak kwam te rusten adhe siebetuigingen te verkrijgen. De moeite en de arbeid die hij zich daarbij heeft getroost, zijn ontzaggelijk grootgeweest.IJverigen steun heeft hij, zoowel als Madame de Noaillat daarbij ondervonden van de priesters der So- citeit van Jezus. Den 16 Januari 1924 deed de tegenwoor dige Paus, bij monde van kardinaal Laurenti, den president Noaillat een drieledig advies toekomen waarvan de vervulling noodig zou zijn om een officieelen feestdag van Christus koningschap over de maatschappij in te stel len. Indien thns werkelijk deze feestdag door den Souvereinen Opperpriester te Rome zal worden uitgeroepen, dan mogen wij daar de gevolgtrekking uit maken, dat de voorbe reidende arbeid op de meest voortreffelijke wijze is geschied. Meer dan 500 kardinalen en Bisschoppen hebben hun instemming betuigd en duizen den en duizenden Katholieken hebben hun handteekening geschonken aan het verzoek schrift tot dien feestdag te komen. Het is geen nieuwe boodschap die aan de wereld wordt gebracht. Christus zelf heeft het reeds aan Pilatus gezegd „Ik ben Ko ning". Maar de wereld heelt zijn koningschap over de volken meer en meer versmaad en gemeend buiten Christus den vrede te kunr. nen herstellen. Heeft met eeïi Volkenbond Rome verre gehouden van zijn bemoeiingen. Een der hoofden van het Groot-Oosten heeft eens gezegd en geheel de ongeloovige wereld zegt het hem nog steeds na „Wij willen dat de godsdienst een privaat zaak blijve. Iedere invloed daarvan op het publieke leven, op de school, in het algemeen op de levensorganen der Maatschappij, moet verboden worden en onderdrukt." Geen schooner antwoord hierop dan de openlijke erkenning van Christus zal worden gevierd, houdt opnieuw de bevesti ging in van de woorden eens door Hem ge sproken tot de H. Margaretha Maria „Ik zal regeeren, ondanks den satan en ondanks allen, die zich tegen mijn koningschap zullen verzetten." Parijs, 14 October 1925. Mr. P. v. S. IDuitsehland eenlge van zijn mandaten zal overnemen 1 Ook de Poolsche minister van buitenland- sche zaken Skrzynski heeft dadelijk na te rugkeer uit Locarno aan den mnisterraad verslag gedaan, welk verslag naar het P.T. A. uit Warschau meldt, door den raad met algemeene stemmen is goedgekeurd. Verwacht wordt, dat de minister dezer dagen in de volksvertegenwoordiging over Locarno het woord zal voeren. In officieele kringen is duidelijk een nei ging paar den optimistischen kant merk baar, naar de „Times" uit de Poolsche hoofdstad verneemt, waar men in de resul taten van Locarno een groote triumf van de Engelsche vredelievende diplomatie ziet. Dit officieele standpunt verschilt echter ten zeerste van dat in andere kringen, waar men vaak de meening hoort uiten, dat het resultaat van Locarno een ernstigen slag voor Polen beteek^nt. Duitschland heeft gewei gerd de oostelijke grenzen te erkennen, zoo wordt betoogd, en daardoor is een vroe ger niet bestaand moreel verschil ontstaan in de oogen van de wereld tusschen Duitsch land 's oostelijke en westelijke grenzen. De geheele loop van de .onderhandelin gen te Locarno wordt door de on tevredenen aangevoerd als bewijs, dat Polen gedwongen werd een tweede vicol te spelen en dat alle concessies voor Duitschland waren. In die lijn zal dan ook de aanval in de volksvertegenwoordiging gedaan worden. Sommige leden van de oppositie achten graaf Skrzynski verantwoordelijk voor het gebeurde anderen verklaren, dat zijn han den waren gebonden en dat dit resultaat voor Polen van te voren vaststond, zoodat dit het bekte doet door zich bij de zaak nee' te leggen zonder verder tijd te verknoeien en alle daadkracht te wijden aan de toekomst. Ofschoon er waarschijnlijk menig hartig woordje zal vallen, zal de volksvertegen woordiging ten slotte de verantwoordelijk heid niet durven aanvaarden van een ver werping der te Locarno bereikte resultaten. De ove»ccnkoinstcn van Locarno. Briand verklaarde aan de bladen, dat het ■Werk van Locarno aan de wereld groote verlichting zou brengen en zette uiteen, dat het aan de conferentie van ambassadeurs stond, om de quaestie van Keulen te be handelen. De „Petit Parisien" constateert, dat de tekst der overeenkomsten wel het optimisme der onderhandelaars bevestigt, wier taak mogelijk werd gemaakt dank zij de nauwe Fransch-Engelsche entente. Het „Journal," dat zich in denzelfden geest uitlaat, zegt, dat de menigte, door Briand en Chamberlain toe te Juichen, de wedergeboorte ratificeerde van de entente cordiale, welke nog noodiger zal zijn, om de politiek van Locarno te ontwikkelen. De „Gaulois" verklaart, dat het experi ment van Locarno slagen zal of niet, al naarmate Duitschland al of niet zal blijven op den weg, dien het is opgegaan. In ieder geval is dit bereikt, dat de versterkte entente cordiale opnieuw de grondslag wordt voor het Etiropeesch evenwicht. In een telegram aan dr. Benesj in ant woord op diens mededeelingen over het resultaat van Locarno, brengt de president van de Tsjecho Slowaaksche regeering warme hulde aan de verdiensten van den heer Chamberlain, in het belang van de gemeen schappelijke zaak. De verschillende Tsjechische en Duitsche bladen begroeten de uitkomsten van Locarno met voldoening en wijzen op het belang ervan voor den vrede in de toekomst. De „Narodni Listy" merkt op, dat, indien Engeland Duitschland weer in het concern van Europa heeft binnengeleid, het ver plicht is, de Duitsche belangen te behartigen en Duitschland's eerzucht van zijn grenzen af te leiden, d.w.z. dat Duitschland niet naa^ expansie moet streven ten koste van zijn buren. Wil Engeland, zoo vraagt de schrijver,Duitschland eenige van zijn vroegere kolonies teruggeven of voorstellen, dat De loonstrijd in Duitsch land. De werkgevers in de kali-industrie heb ben de arbitrale beslissing, waarbij aan de arbeiders een loonsverhooging van 5% werd toegekend, verworpen. Een Völkische moordcam- pagne tegen Stresemann. De VölH"-he pers is een heftige campagne begonnen tegen dr. Stresemann. De „Völki sche Beob-xiiter" schrijft, dat een bittere strijd gestreden moet worden tegen de over eenkomst van Locarno en voegt er aan toe „Een man in Stresemann's pon'ie, die zulk een Pact teekende met Frankrijk, moet af gemaakt worden als een hond. De Vorwats", die in dit verband herin nert aan den moord op Rathenau, schrijft dat buitengev/one voorzorgsmaatregelen ge nomen dienen te worden. De nat. conferentie der Fransche communistische partij. Te Ivry, een communistische gemeente, is Zondag de nationale conferentie der Fran sche communistische partij geopend. Het doet eenigszins vreemd aan, te lezen, dat op voorstel van den voorzitter besloten werd de conferentie onder het eere-voorzitterschap te plaatsen van den onlangs doodgeschoten communist Sabatier, „als slachtoffer gevallen van het fascisme en van het linkerblok", als mede van de gevangen communisten van alle landen. Besloten werd een telegram te zenden aan de Hongaarsche regeering om de onmiddel lijke invrijheidstelling van Rakosi c.s. te eischen. Op de mairie werd in de pauze de eerewijn rondgediend. In een rapport van Semard over den in ternationalen politieken toestand werd o.m. gezegd dat alle feiten het standpunt bevesti gen, aanvaard door het 5e congres en de jong ste zitting van het uitgebreide Executieve der communistische internationale, dat de de- mocratisch-pacifistische periode geëindigd is. Sprekend over het pact van Locarno noemde deze communistische woordvoerder dit geen vredespact, maar een echt oorlogs pad, waardoor geen der imperialistische te genstellingen is opgelost en dat blijkbaar ge richt is tegen het Rusland der arbeiders en boeren. In verband met dit in de oogen der communisten bestaande gevaar voor sovjet- Rusland vroeg Semard zich af, wat men te Locarno achter de schermen aan de Duit- schers beloofd heeft Het bondgenootschap der Engelsche vakvereenigm- gen. Den 5en November zullen de vertegen woordigers van de verschillende vakbonden, die betrokken zijn bij het voorgestelde bond genootschap, te Londen in conferentie bij eenkomen tot het behandelen van voorge stelde wijzigingen in de overeenkomst, waar bij de verplichtingen van de leden van het bondgenootschap, mijnwerkers, transport arbeiders, metaalbewerkers en spoorweg arbeiders, worden geregeld. Verwacht wordt, dat op deze conferentie het bondgenootschap, zij het ook niet in den oorspronkelijken vorm tot stand zal komen. Geruststellende woorden van Churchill. In een rede te Chingford verklaarde Chur chill, dat, ofschoon er vele redenen tot be zorgdheid ten aanzign van den binnenland- schen toestand bestonden, er absoluut geen grond was voor de paniekverwekkende pes simistische en alarmeerende uitlatingen- Wij gelooven, aldus spr., dat de dingen beter worden en niet slechter, niet alleen in Eng eland'maar in de geheele wereld. Het Pact van Locarno was niet alleen de eenige mogelijke waarborg voor de handhaving van den vrede, maar het was de heraut van nog uitgebreider associaties, welke mogelijk zijn tusschen de staten van Europa en de we reld. Militaire actie in Soma- liland. De „Epoca" -meldt, dat de gouverneur van ïtaliaansch Somaüland is overgegaan tot de' militaire bezetting der centrale zone van het sultanaat van Obbia en van het kustgebie der Midjarten. Deze operatie wordt gemo tiveerd door de noodzakelijkheid een eind te maken aan den toestand, voortvloeiende uit het bestaan van het sultanaat Obbia en dat der Midjarten en van het autonome gebied Nogal in de door de Italianen beheerschte zone en door de noodzakelijkheid om de noordelijke zone van Somaliland aan de grenzen van Abessynië rechtstreeks te be waken. Het Vaticaan in retraite. Van 29 Nov. tot 5 Dec. zullen alle audiën ties en recepties in het Vaticaan worden ge staakt. Gedurende dien tijd zullen de paus en zijn prelaten in retraite gaan. Het gerucht loopt, dat mgr. Gasparri, apostolisch nuntius in Brazilië, zou worden benoemd tot opvolger van mgr. Ceretti, nuntius te Parijs, die binnenkort kardinaal wordt. Coolidge en de ontwapening Uit New York wordt aan de „Daily Telegraph" gemeld, dat de eerste telegrafische berichten, die meldden dat Coolidge van plan was, een ontwapeningsconferentie bijeen te roepen, op zijn minst genomen, sterk gekleurd waren. Coolidge is voornemens, de vertegenwoordigers van Europa niet naar Washington uit te noodigen, zoolang het vooruitzicht bestaat, dat Europz onder de auspiciën van den Volkenbond bijeenkomt om over een beperking van de bewapening ce landte beraadslagen. De berichten uit Europa wijzen er op, dat Frankrijk het niet aangenaam zou vinden, wanneer de Ver- eenigde Staten de leiding zou nemen bij „et samenroepen van een ontwapenings conferentie. Men is in Amerika dan ook van meening, dat de Amerikanen zeer tevreden zouden zijn, wanneer de Europeesche staten onder elkaar tot ontwapeningsbesluiten kwa men, ook wanneer Amerika volkomen buiten spel zou worden gelaten en Europa meer tot de gedachte van een Vereenigde Staten van Europa zou overhellen. De scheepvaartstaking in Australië. De verplichte conferentie tusschen reeders en zeelieden is mislukt, daar laatstgenoemden vasthielden aan hun besluit, daaraanniet deel te nemen, zoolang zich nog stakers in de gevangenis bevinden. De dreigende burgeroorlog in China. Bericht is ontvangen van schermutselin gen, die hebben plaats gehad tusschen de troepen van Tsjang Tso Lin en een brigade der troepen uit Tsjekiang bij Tsjinkiang op 150 mijlen ten Westen van Sjanghai. Tsjang Tso Lins troepen zullen niet, zooals vroeger gemeld, naar Hinchau terugkeeren, doch concentreeren zich te Poèkaw op den noor delijken oever van de Jangtse. De civiele gouverneur van Sjangtoeng zou met verster- kingstroepen op weg naar Poekaw zijn. Verwacht wordt dat Woe Pei foe te Han- kau zal verklaren, dat hij de functie van op perbevelhebber van de centrale provincies op zich neemt en dat een bondgenootschap is gevormd tusschen Kiangsoe, Tsjekiang, Anhoei, Hoepei, Kiangsi en Foekien. Hij heeft zich definitief tegenover Peking en Moekden gesteld en het doel van het bond genootschap is, het z.g. constitutioneele par lement te herstellen. Een afdeeling troepen van Moekden, die Maandag de Jangtse overstak, werd door soldaten uit Kiangsoe ontwapend en terug gestuurd. In tegenstelling met velé andore berich ten uit China meldt de correspondent van de „Daily Telegraph" te Tokio, dat men in goedingelichte kringen te Tokio van mee ning is, dat uit de uitdaging van de centrale Chineesche regeering geen directe vijande lijkheden zullen voortvloeien. Men gelooft, dat de tegen Peking verzamelde strijdkrach ten zich met een onbloedige demonstratie tevreden zullen stellen, alleen om te toonen, dat de internationale conferentie waardeloos is, wanneer zij zonder het mandaat van een meerderheid van het volk tot stand komt. Aan de „Times" wordt intusschen uit China gemeld, dat de troepen uit Tsjekiang hun snellen opmarsch naar Nangking voort zetten en dat Sjinkiang hun in handen is gevallen. DE GRAFSTEEN VOOR EBERT. Het „Berl. Tag." schrijft De rijksregee- ring en de weduwe van rijkspresident Ebert waren indertijd overeengekomen, dat de steen op het graf van Ebert op den grond wetsdag zou worden onthuld. De steen was toen echter niet klaar en de onthulling werd uitgesteld tot den soc.-dem. partijdag te Heidelberg. Ook toen was de steen echter nog niet gereed. Mevr. Ebert, die zich reeds naar Heidelberg had begeven wachtte ,er eenige weken te vergeefs. Men achtte het te Berlijn blijkbaar niet noodig haar te berich ten, dat de onthulling andermaal was uitge steld. Nadat zij weder naar Berlijn was te ruggekeerd, las zij eenigfe weken later in een Heidelbergsch plaatselijk blad, dat de ont hulling middelerwijl in alle stilte had plaats gehad. Het „B. T." keurt het gebeurde scherp af en spreekt van een groot gemis aan takt te genover de weduwe van Ebert. EEN MINISTER VOOR HET BEZETTE GEBIED. Na de verbanning van den rijkscommissa ris voor het bezette gebied in het jaar 1923, werd zijn staf overgebracht naar Berlijn en toegevoegd aan het rijksministerie voor het bezette gebied, ondergebracht bij het depar tement van justitie. In verband met de te verwachten wijzigingen in het bestuursregi- me in het Rijnland, zal nu waarschijnlijk spoe dig een zelfstandig minister voor de bezette gebieden worden aangewezen. Reeds dezen zomer is er sprake van geweest een lid van het eentrum met deze functie te bekleeden, J in welk verband de candidatuur van den heer Guerard gesteld is. Thans wordt echter de naam van een ander Rijnlandsche centrum afgevaardigde genoemd, n.l. de geestelijke dr. Kaas." HET SERVIES VOOR DEN KROON PRINS. Veertig Pruisische steden wilden indertijd voor het huwelijk van den kroonprins een tafelservies van groote waarde laten maken. Door verschillende omstandigheden was het bij het uitbreken van den oorlog nog niet gereed, terwijl tijdens den krijg er in het geheel niet aan de afwerking gedacht kon worden. Na zijn terugkeer uit Nederland heeft de ex-kroonprins verzocht, hem het geschenk te overhandigen, waarop de be trokken steden besloten, een commissie van drie eerste burgemeesters te benoemen en naar Oels te zenden, om met den ex- kroonprins te onderhandelen. De „Vorwarts" weet thans te vettellen, dat de bewoner van het kasteel van Oels de heeren niet heeft ont vangen en heeft laten meedeelen, dat hij op zijn recht bleef staan. Het soc. orgaan hoopt, ,dat de commissie thans eindelijk rekening zal houden met den wensch van de openbare meening, die volgens het blad niet zou dulden, dat de schenking onder de gewijzigde omstandigheden wordt nageleefd. De huidige particulier heeft geen recht van het Duitsche volk een millioenengeschenk te krijgen, oordeelt de „Vorwarts". EEN OPZIENBAREND DOODSGEVAL TELOS ANGELES. Te Los Angelos heeft de plotselinge raadselachtige dood van een der bekendste vrouwen uit de Amerikaansche society, van mrs. Craig Biddle, vroeger miss Laura Whale groot opzien gebaard. Zij werd door een dienstbode dood in haar bed aan getroffen, terwijl een glas waaarin volgens verklaring van een dokter formaldehyde was geweest, op het tapijt bij haar bed werd gevonden, dat als met een scherp zuur was bespat. Op het lichaam werden sporen van geweld gevonden, o.a. een kneuzing onder den kin. Mrs. Biddle woonde te Los Angelos met haar twee zoons, die zich thans te New York ophouden. EEN GROOTSPREKER. „Den laatsten keer, dat ik je heb afge wezen, zei-je, dat e in 't diepste water zou springen „Ja, maar je zult toch moeten toegeven, dat 't niet zoo makkelijk is uit te maken welk water 't diepste is." HOE IE 'T MOGELIJK Hij. De dagen worden al merkbaar korter. Zij. Ach ja; en de avonden al langer. Mamaatje, ik heb zóó gedaan: ik heb Hans mijn dranke van den dokter gege ven, dat hij geen buikpijn zal krijgen, en ik heb zijn pruimen opgegeten. ZIEKE MUSSCHEN. Een onderwijzer had zijn leerling ver teld dat er in Karlsbad geen musschen zijn en dat dit feit een onopgelost raadsel voor de natuurvorschers is. Dezen zomer echter kwam de leerling met zijn onderwijzer zijn vader in Karlsbad bezoeken en vond daar tot zijn verbazing musschen. In zijne bevreemding wendde hij zich tot zijn leermeester met de opmerking dat er in Karlsbad toch wel musschen zijn In 't eerst stond de man eenigszins ont hutst, maar hij herstelde zich weldra en zeide: Zeker, dat zijn musschen; maar het zijn zieke, die hier het bronwater komen drinken! Het verdrag van Locarno zal waarschijn lijk omstreeks Kerstmis door alle betrokken mogendheden zijn geratificeerd en het eerste practische resultaat daarvan, wat Engeland betreft, zal zijn de terugtrekking van 9000 man Britsche troepen uit de Keulsche zone, waarvan het overgroote deel niet naar an dere plaatsen in Duitschland zal gaan, maar naar Engeland zal terugkeeren. Duitschlands toetreding tot den Volken bond zal eveneens omstreeks Kerstmis of vroeg in het begin van het volgend jaar een feit zijn geworden. Chamberlain is heden te 5 uur 15 te Lon den aangekomen, waar hij aan het station niet alleen werd begroet door Baldwin en tal van andere ministers, maar ook door een vertegenwoordiger van den koning en door de ambassadeurs van Frankrijk Italië, België en Duitschland.- De Britsche ambassadeur te Rome heeft namens Chamberlain aan Mussolini mede gedeeld, dat deze de persoonlijke aanwezig heid van den Italiaanschen premier tijdens het laatste stadium van de besprekingen te Locarno zeer op prijs heeft gesteld. De Britsche draadlooze dienst meldt nog over Chamberlains terugreis dat de minister bij zijn vertrek uit Parijs door tal van auto riteiten uitgeleide werd gedaan. Herriot de voorzitter der Kamer, zond een in hartelijke bewoordingen gestelden gelukwensch. Bij zijn aankomst te Londen werd Cham berlain door een dichte menigte opgewacht, die hem luide toejuichte. De koning en de Prins van Wales hadden vertegenwoordigers gezonden om den premier te begroeten. Het geheele kabinet en vele gezanten en autori teiten waren aanwezig. De rijksbond van bankdirecties heeft het voorstel der werknemersbonden om de be staande salarissen te herzien verworpen. De organisaties van Duitsche bankgeëmployeer- dèn hebben daarop den rijksminister van ar- beid verzocht een scheidsrechter ;te benoe- men. Op uitnoodiging der rijksregeering kwamen gisterenmiddag in de rijkskanselarij een groot aantal vertegenwoordigers der bezette gebieden bijeen. De rijkskanselier en minis ter Stresemann gaven een overzicht van de overeenkomsten van Locarno, meer speciaal in verband met de gevolgen voor het Rijn land. De vertegenwoordigers der bezette gebie den verklaarden nogmaals, dat het Rijnland volstrekt niet streeft naar voordeelen ten koste van algemeene Duitsche belangen. Uit Fez wordt gemeld dat de Fransche troepen gisterenmorgen vroeg een nieuw of fensief zijn begonnen met het doel een einde te maken aan de campagne in het district Djebel-Messaoed en dit gebied te bezetten. De eerste operaties hadden een gunstig ver loop. De opstand in de voorsteden van Damas cus is geëindigd De notabelen hebben de voorwaarden tot het betalen eener hooge boete en het uitleveren van eenige duizen den geweren aangenomen. In het gebied der Djebel-Droezen heeft ten Fransch detachement, dat in Zuid-Liba- non bewakingsdiensten verricht, een bende Droezen, dié vee stalen, in de bergen terug gedreven. B' m-j Prol. Treub heelt als president bedankt Op de algemeene vergadering der Ver eeniging voor Volkenbond en Vrede, die j.l. Zaterdag in Den Haag werd gehouden, moest bij de opening der vergadering door het hoofdbestuur namens zijn door omstan digheden afwezigen president, prof. mr. M. W. F. Treub, worden medegedeeld, dat deze, door drukke werkzaamheden daartoe gedwongen, reeds verklaard, voor een ver lenging van zijn mandaat als voorzitter niet in aanmerking te willen komen. De voorzitter wordt door het hoofdbe stuur gekozen, treedt af in de hoofdbe stuursvergadering onmiddellijk na de alge meene vergadering, doch is één keer her kiesbaar. Prof. Treub kan een zoodanige herkiezing niet aanvaarden en stelde er prijs op, dat daarvan reeds op de al#»- meene vergadering mededeeling werd ge daan. Aangezien het hoofdbestuur eerst cenigen tijd na de algemeene vergadering bijeenkomst, zal daarm de verkiezing van een opvolger plaats hebben. doch reeds thans kan namens het hoofdbestuur wor den medegedeeld, dat stappen, die gedaan zijn in de richting om een opvolger voor Prof. Treub te vinden, met gunstigen uit slag zijn bekroond. ii Neen 1 Catharina was haar hartewensch geheel en al vergeten Nog nooit had ze hare moeder in zulk een toestand, zóó ontsteld gezien. En ze had een gevoel, alsof hare moeder haar evenwicht geheel had verloren. Verward en in treurige stemming trok ze zich terug. Ze begreep wel, dat hare moeder iets anders scheelde dan hoofdpijn alleen. Maar wat scheelde haar dan Met eene treurige uitdrukking op haar anders zoo opgewekt gelaat, trad ze de kamer van haar vader binnen. „Ha, Catharina, zijt gij daar 1" riep de graaf uit, toen hij haar zag binnenkomen. Met vaderlijken trots zag de graaf zijne dochter aan, die ter wille van haar vader zich inspande, haar verdriet te verzetten. Het deed haar zooveel genoegen, hem(weer in zijne liefhebberijen verdiept te zien. Maar toch verwijlden hare gedachten bij andere dingen dan bij het muziekstuk, waar mee haar vader nu weer bezig >vas en dat hij aan de een of andere gravin of aan een ander hooggeplaatst personage wilde opdra gen strooid naar zijne woorden. Opeens vroeg ze „Papa, waarom is mama toch zoo tegen doctor Martin ingenomen Hij ziet er zoo goedhartig zoo oprecht uit. Ik geloof, dat het mij onmogelijk zóu zün, boos op hem e worden." „Gij zijt nu geen kind meer, Catharina, en ge moogt nu wel meer weten dan mama je vertelt. Je moeder was eerst met hem verloofd, vóórdat ik haar kende. En ze heeft om mijnentwille die verloving verbroken. Bemind heeft zij geloof ik geen van ons beiden. Het is werkelijk jammer, dat ze ver toornd op dien man is. Als men het goed be schouwt, kan men het hem toch eigenlijk van uit zijn standpunt niet kwalijk nemen, dat hij tegen de Diamantos-druppels is. En overi gens heeft mama gelijk ik kan ook zonder zijne hulp weer gezond worden." Toeruhij dat gezegd had, haalde hij met moeite adem, en het zweet kwam op zijn voorhoofd. „Ik- vind, dat doctor Martin ook zulk een innemend voorkomen heeft," zoo dacht Ca tharina hardop. „Nooit heb ik iemand ge zien, die zulk een aangenamen indruk op mij maakte. En weet u ook de reden, waarom mama van hem heeft afgezien „Dat weet ik niet, kindlief.... Zoudt ge hem liever als vader gehad hebben vroeg hij in een opwelling van jalousie. Verschrikt zag Catharina hem aan. En terwijl ze hem met groote hartelijkheid mtaar Catharina luisterde slechts ver- omhelsde, antwoordde ze „O, papa, hoe kunt u zóó iets van mij den ken- En u weet immers, hoeveel ik van u houd." Maar toch vermengde zich met de harte lijke liefde, die ze voor haar vader gevoelde, een smartelijk medelijden met zijne zwak heid, want ze had het verstandige en naden kende jonge meisje niet moeten zijn, dat ze werkelijk was, als ze niet begrepen had, dat hare moeder eigenlijk alles was, wat haar va der had moeten zijn, dat het hare moeder was, die het geslacht der von Hollensteins weer tot aanzien had gebracht, en dat zij het ook was, die in huis de bevelen uitdeelde, alles beheerde, geld verdiende, de zaken regelde, terwijl haar papa altijd op zijne kamer met boeken en muziek bezig was. En toch hield Catharina veel meer van haar vader, dan van hare doortastende, ener gieke moeder. Ze beminde haar vader, om zijn hartelijke goedheid, den bijna kinderlijken eenvoud waarmede hij door het leven ging. Eri het meest beminde ze hem nog om de vernederingen, die hij soms moest verduren, wanneer men hem verwaarloosde voor zijne energieke vrouw Gravin Fransisca groette Catharina en en haar partner, Luitenant Buffo Bern, en verwijderde zich, nagestaard door de beide jongelieden f n door anderen, die haar koninklijke gestalte bewonderden. „ik geloof," zei luitenant Bern, „dat zij nog nooit zulk een koninklijken ndruk op mij gemaakt heeft als nu, in haar rood flu- weelen kleed met licht bont afgezet, dat er als hermelijn uitziet," zei hij, terwijl zijne oogen van oprechte bewondering straalden. „Wat een fijnen smaak hebt gij toch voor de kleinste bijzonderheden, waar het toi letten betreft," zei Catharina lachend. „Men zou haast denken,, dat uwe gedachten nooit met iets anders bezig waren." „Ja, het is waar, ik stel bijzonder belang in toliletten," zei Buffo op vroolijken toon. „Ik ben ook een echte Weener.... Maar ik heb nog vergeten, mijn bewondering uit te spreken voor uw eigen toilet. O, wat staat het u beeldig 1 Sommige dames worden door haar toilet geadeld, terwijl weer anderen haar toilet adelen." „Foei, Buffo Dat is vleierij Dat hebt ge uit fiet een of ander bóek van buiten ge leerd." „Ziet ge mij voor zóó geleerd aan vroeg Buffo glimlachend. „Maar het is toch waar, dat geen enkele jonge dame zich met zooveel smaak weet te kleeden als gij. Het is een zeker artistiek instinct." „Instinct der ijdelheid," zei Catharina lachend. „Maar in ieder geval verstaat ge de kunst om mooi te praten," voeg deze er meer ernstig bij. „Dat wil met andere woorden zooveel zeggen, als Luitenant Buffo Bern is een laffe vleier," zei de jonkman eenigszins geraakt. JNeen, dal heb ik niet bedoeld, zei Catharina aie niet gaarne iemand kwetste, protèsteerend. „Van menschen, die altijd onaangename dingen zeggen, al zijn ze ook waar, houd ik niet. Gewoonlijk hebben Zij geen goed karakter. En ik geloof, dat gij wel goed zijt, Buffo." Hij maakte eene buiging en zijn oogen straalden van ze lfvoldoening. Maar op eenigszins ontevreden toon voegde hij erbij „O, ik zou zoo gaarne willen, dat ge mij wat meer au serieux zoudt nemen, kleine gravin." Het was inderdaad waar, dat geen van zijn vrienden Buffo au sérieux nam. Maar des te meer behoefte had hij er aan, dat Catharina dat deed. „Waarom zoudt ge dat willen vroeg het jonge meisje. „Ge weet, dat het bij mij thuis zoo vreeselijk ernstig is. En daarom vind ik het zoo aangenaam, met iemand te kunnen schertsen. Hebt gij mama ooit zien lachen Op zijn hoogst ziet men haar glimlachen, als ze het niet kan nalaten, zonder tegen den goeden toon te zondigen. Het is geen natuurlijke glimlach. Maar gij verstaat zoo goed de kunst, om vroolijk te lachen. „Ik lach als een burgerman," „Neen, spreek toch zoo met, Buffo. Moet gg mij weer verwijten, dat ik van adel ben Maar uwe moeder was toch eene von Radel- felsMaar laten wij liever vroolijk zijn. Soms is het, alsof het leven niets anders biedt dan ziekten, ellende, Diamantos- druppels.. Terwijl ze dat zeide, richtte ze een wee- moedigen blik op het vroolijke gezelschap, te midden waarvan zij zich bevonden. Het was een tuinfeest bij de familie Bern. Iedereen, die wel eens een fedst bij die gastvrije, vroolijke gezellige en schatrijke familie had bijgewoond, had daaraan een aangename herinnering behouden. De villa, die zij bewoonden, was groot en weelderig ingericht. Groote terrassen, ruime salons, met klimop begroeide balcons. Er heerschte overal degelijke eenvoud, die een aangenamen indruk maakte. In den tuin zag men fraaie bloemperken, frissche grasvelden en ook schaduwrijke schilderachtige plekjes, en groote vijvers, waarop kleine bootjes voeren. De woning van den groothandelaar Bern kon men bijna vorstelijk noemen, vergeleken bij die van graaf Hollenstein. En toch gevoelde de familie Bern zich gevleid, toen gravin von Hollenstein be gonnen was, het verkeer tusschen beide families drukker te doen worden. Zoozeer had gravin Francisca de kunst verstaan, den naam van het geslacht der von Hollensteins weer tot groot aanzien te brengen. Ja, het was dien dag inderdaad een schit terend tuinfeest bij de familie Bern. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5