EMÓD
De wet op de middelen.
Het verdrag met België
Op het Binnenhof.
De afschaffing van de
Verdedigingsbelasting II
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Regeling van
werkzaamheden.
Salarissen
Rijksambtenaren.
Antwoord van den
Minister
van Financiën.
RECHTSZAKEN.
De moord op makelaar
Busch in 1915
Schip door windvlagen
omgeslagen.
Treinvertraging door
een verstrooiden passagier.
Typhus te Dossen
Overreden.
Het ingestorte huis
te Nijmegen.
Meisje teWassena&r
aangerand.
MARKTNIEUWS.
VISSCHERIJ.
KUNST EN KENNIS.
Sommige leden vroegen blijkens 't voor-
Ioopig verslag aan de Tweede Kamer in
zake de Wet op de Middelen in verband
met de mededeeling in de Memorie van
Toelichting, waar gesproken wordt van
eenige stijging van de inkomens over 1924,
die naar het zich laat aanzien over 1925
verderen voortgang zal maken, welke inko.
mens gestegen zijn en of de raming van de
inkomstenbelasting niet te veel verhoogd is.
De vermeerderde opbrengst van den sui-
'keraccijns en van de rijwielbelasting acht
ten deze leden geen gunstig verschijnsel,
omdat daaruit blijkt, hoe zwaar "deze be
lastingen op de groote geiinnen drukken.
Andere leden merkten daartegen op,
dat deze belastingen thans eindelijk kun
nen worden gemist.
f De bestrijding der ratificaties.
I
Op Zaterdag 17 dezer heeft te Utrecht
een vergadering plaats gevpnden van het
Nationaal Comité van Actie tot wijziging
van het Verdrag met België. Vertegen
woordigers van de verschillende comite's,
die zich in onderscheiden plaatsen des lands
gevormd hebben ter bestrijding van ratifi
caties van het Nederlandsch-Belgisch trac-
taat in zijn tegenwoordigen vorm, waren
aanwezig. Er w erd een voorloopig centraal
comité gevormd, waarvan het bureau als
volgt is samengesteld: Mr. Ji. Luden te
Overveen, voorzitter, Ir. A. A. Mussert te
Baarn, secretaris, E. A, van Wely te Rot
terdam, penningmeester.
'R
Er bestond Dinsdag bijzondere belang-,
(telling voor de vergadering van de Twee
de Kamer, waarin een aanvang werd ge
maakt met de behandeling van de inter-
pellatie-J. te Laan in zake de salarispoli-
iiek c. a. van de Regeering.
Ondanks het ongunstige weder stonden er
reeds om half twaalf verschillende perso
nen te wachten bij den ingang van de pu
blieke tribune, ten einde daar toegang te
Verkrijgen.
Wordt de herziening gehandhaafd?
Het Tweede Kamerlid Van Aalten, heeft
lot den minister van Financiën de volgende
vragen gericht:
1. Is de minister van Financiën voorne
mens, het in de zitting 1924—1925 ingedien
de wetsontwerp tot herziening van de Ver
dedigingsbelasting II te handhaven naast het
thans, zonder intrekking van gemeld wets
ontwerp, gedane voorstel tot afschaffing der
Verdedigingsbelasting II?
2. Indien het antwoord op vraag 1 ont
kennend mocht luiden, is dan de minister
voornemens, de te gelijker tijd met het
wetsontwerp tot herziening der Verdedi
gingsbelasting II ingediende wetsontwerpen
tot aanvulling der Zegelwet 1917, tot wijzi
ging der Successiewet, tot wijziging der Wet
op de Inkomstenbelasting 1914 en tot wijzi
ging van artikel 33 der I.eeningwet 1914,
niettegenstaande den bij deze gelijktijdige
indiening tusschen al deze wetsontwerpen
gelegden band, te handhaven?
Vergadering van Dinsdag 20 October.
De VOORZITTER doet mededeeling van
het besluit der Centrale Afdeeling om te
verzenden aan de vaste Commissie voor
Belastingen:
Wetsontwerp herziening der bepalingen
nopens opsporingsbevoegdheid met betrek
king tot den waarborg van de belasting der
gouden en zilveren werken.
Wetsontwerp afschaffing der Verdedigings
belasting II
De heer ALBARDA (S.D.) heeft tegen net
tweede voorstel bezwaar, wijl dit niet van
tecbnischen aard is maar van politieke en
fiscale. Hij vraagt waarom de Centrale Sec
tie toch het voorstel daartoe doet.
De VOORZITTER zegt, dat de materie be
sproken is en dat de wet alleen den vorm
ven het plan geeft. Het is dus wel een tech
nisch punt.
De heer ALBARDA (S.D.) is tevreden
gesteld.
Conform besloten.
Aan de orde is de interpellatie van den
heer J. ter Laan, in zake de door de Re
geering gevolgde salarispolitiek, met name,
betreffende de vraag of zij alsnog bereid is
over het jaar 1925 aan het personeel een
extra-uitkeering te verstrekken.
De heer J. TER LAAN (S..D.) heeft met
grooten tegenzin deze interpellatie gereed
gemaakt. De Regeering had zóó moeten han
delen, dat deze interpellatie overbodig was.
Ze heeft al haar beloften niet gehouden.
In de eefsie plaats behandelt hij de be-
tcekenis van het georganiseerd overleg in
verband met deze kwestie. De Minister heeft
die beteekenis niet erkend en zoolang het
o\ erleg bestaat is het steeds een sukkel-
partij en dat is niet de schuld geweest van
de pcrsoneele organisaties. Altijd is het re
sultaat onbevredigend geweest. De Regeering
liet herhaaldelijk na der commissie mejie-
dveling te doen van haar plannen.
Bij het bekende art. 40 van het Bezoldi
gingsbesluit liep het met het georganiseerd
overleg geheel en al spaak. Het rcsultaa
bleef onbevredigend. Het verslag van het
A. C. O. P. geeft acht punten voor het ge
organiseerd overleg, waarvan er zes werden
beslist in volslagen strijd met het advies der
centrale commissie. Van overleg kan dus niet
gesproken worden. De regeering heeft ten
opzichte van een generale voorziening voor
1925 het standpunt ingenomen, dat deze in
het najaar van 1925 moest worden onder i
oog gezien, omdat ze op dat moment het
best bevrediging kon schenken en omdat dan
met het indexcijfer voor 1925 rekening Win
worden gehouden. Uit tal van citaten blijkt
duidelijk, dat aldus de bedoeling der regee
ring was. Plotseling bleek dc regeering een
ander standpunt te zijn gaan innemen, Op
5 October gaf de regeering aan de Centpale
Commissie bericht, dat zij een spoedige her
ziening van het Bezoldigingsbesluit vasthield
en dat alleen de ploaien zouden worden vast
gelegd. Alleen voor de „plooi-bewoners zou
dat gladstrijken terugwerkende kracht heb
ben. (Gelach.) Hoeveel van die bewoners er
zijn, weet de regeering natuurlijk ook niet,
maar meer dan drie millioen mag het niet
kosten. Met dergelijke voorschriften is het
georganiseerd overleg natuurlijk onmogelijk.
Spr. wijst op dc opvatting van den heer
Schouten, die een reorganisatie van het over
leg heeft bepleit. Ook de heer Snoeck Hen-
kemlns sprak in dien geest en drong aan op
herstel van het overleg, waardoor de regee
ring adviezen krijgt, die meer zijn dan ge
wone adviezen, maar belangrijke leiddraden
bij de regeling van de positie der ambtena
ren, Ten aanzien van het karakter van het
georganiseerd overleg zal spr. een motie in
dienen.
In de millioenennota wordt op drie milli
oen gulden voor de salarisverbetering gere
kend. Het bedrag is te klein en het betoog
der regeering daarvoor deugt niet en daar
door is het plan in strijd met de beloften
der regeering. De motie-Van Schaick op 7
November ingediend, vroeg een verbetering
der salarissen en herstel van het georgani
seerd overleg. Die motie vond geen meer
derheid in de Kamer, maar de gansche R.-K.
fractie sterode er voor.
De regeering deed, toen toezegging van een
generale voorziening, maar sindsdien heeft
zij het roer weer omgegooid en wil ze van
zoodanige voorziening niets meer weten.
Thans is een voorziening gebonden aan een
zeer omvangrijk werk, n.l. een herziening
van het Bezoldigingsbesluit.
Aan de hand van de inex-cijfers licht spr.
de noodzakelijkheid toe van een generale
voorziening en betoogt hij, dat 3 millioen
gulden te weinig is, In 1925 is het index-cijfer
met 3 pet. gestegen en de toestand is thans
zóó geweest, dat vele ambtenaren een lager
salaris - in vergelijkingmet die cijfers
hadden dan in 1914. Het is het gevolg van
de sluitpostpolitiek der regeering, dat de
ambtenaren weer in 't gedrang komen. Hun
salarissen hangen af van de toevallige toe
neming der inkomsten van de schatkist of
van het «1 of niet optimistische inzicht van
den Minister. Uitvoerig gaat spr. na hoe het
gegaan is met de inkomsten van den Staat,
in verband met de ramingen van den Mi
nister. Van dei ramingen deugde niet veel
en zelfs voor 1925 zal de raniing 32 millioen
beneden de opbrengst blijven en het is te
verwachten, dat de raming voor 1926 niet
juist zal zün. De financieele politie des lands
is dus veel beter dan altijd is voorgespiegeld,
maar de ambtenaren ondervinden daarvan
geen voordeel.
Spr. stelt ten slotte deze vragen:
1. Wil de Minister verklaren of de mede
deeling endoor of namens de Regeering ge
daan in de centrale commissie voor Geor
ganiseerd Overleg of anderszins aanleiding
hebben kunnen geven tot de verwachting dat
de financieele positie van het Rijkspersoneel
door een generale voorziening zou worden
verbeterd?
2. Zoo ja, wil de Minister dan mededeelen
door welke oorzaken van de voorgenomen
regeling is afgeweken?
3. Kan de Minister mededeelen, hoe groot
het aantal personen is (buiten het post- en
telegraafpersoneel en de ambtenaren met
een hooger inkomen dan 6000) dat in
Rijksdienst is en kan de Minister bij bena
dering aangeven welk percentage van deze
personen naar het oordeel van de regeering
uit een der vele plooien van het Bezoldi
gingsbesluit te voorschijn zal komen, wan
neer dit besluit eventueel gewijzigd zal zijn
overeenkomstig de door de Regeering gege
ven aanwijzingen?
4. Is de Minister niet bevreesd dat een
spoedherziening van het Bezoldigingsbesluit
opnieuw tot fouten en onnauwkeurigheden
zal leiden en zoo ja, acht hij het dan niet
beter, indien dit bereikt kan wqrden, dat
door dit belangrijke en minutieusc werk meer
tijd beschikbaar wordt gesteld?
5. K^n de Minister mededeelen, hoever de
voorbereiding eventueel de herziening van
het Bezoldgjngsbesluit is gevorderd?
6. Acht de Minister in het aangeven van
een beschikbaar bedrag geen gevaar gele
gen, dat er na de herziening nog diepe plooien
in het Bezoldigingsbesluit zullen blijven, of
wel dat er nieuwe ontstemming wekkende
plooien doen ontstaan?
7. Vindt de Regeering in de groote wen-
schelijkheid dat het Bezoldigingsbesluit niet
op e enspoedbestelling wordt herzien, in het
feit van de hooge kosten van het levenson
derhoud en verder in den algemeenen ver
mogenstoestand en in de inkomsten van het
land geen aanleiding om alsnog over het
jaar 1925 door een generale voorziening de
positie van het Rijkspersoneel te verbeteren?
8. Indien de Regeering tot dezen maat
regel mocht willen overgaan, is zij dan be
reid om in verband met de duurte van het
leven en de groote korting, die op het in
komen van het Rijkspersoneel is toegepast
geworden, het aanvankelijk door haar ge
stelde bedrag van rond 3 millioen aan
merkelijk te verhoogen?
De Minister van Financiën de heer CO-
LIJN, antwoordt: Uit de vragen krijgt spr.
der. indruk dat de interpellant onomstootc-
lijk juist weet wat er gedaan moet worden.
Over den financieelen toestand des lands
zal spr. in deze instantie niet uitweiden en
hij bepaalt zich liever tot de kwestie zelf.
Op 7 Nov. 1924 heeft de regeering gezegd,
dat zoodra de reorganisatie der Commissie
van Overleg gereed was, deze commissie de
herziening van hef Bezoldigingsbesluit zou
behandelen Aldus is geschied: een commis
sie is met de voorbereiding aangevangen.
Niet lang daarna kwam de Commissie spr.
meedeelen, dat er vermoeden was gerezen, dat
de herziening der salarisregeling meer dan
23 millioen had opgebracht. Spr. heeft ge
zegd, dat als dit juist was. er reden was om
dat meerdere terug te geven, omdat geble
ken was dat het percentage der korting te
hoog was geweest. Op 8 Mei 1925 werd dit
standpunt der regeering meegedeeld aan de
subcommissie van de Centrale Commissie.
Door den heer Ter Laan is wel meegedeeld,
dat de Regeering voor een uitkeering was,
maar hij liet na te vertellen, dat dit onaf
hankelijk zou zijn van het bedrag dat meer
dan 23 millioen was gekort. Op 8 Mei stond
niet vast of de herziening meer dan 23 mil
lioen had opgebracht en de toezegging was
dus voorloopig, ook al omdat hif een even
tueel nieuw Kabinet niet wilde binden. Met
het oog op de verkiezingen is van al deze
zaken niets meegedeeld.
De onderstelling, dat de herziening meer
zou opleveren, bleek onjuist; hel bedrag was
22.300.000 gulden. Inmiddels had de Regee
ring het plan een herziening van het Be
zoldigingsbesluit voor te bereiden en daaraan
terugwerkende kracht te geven. Het
was noodig een bedrag te schatten dat daar
voor noodig zou zijn; dit bedrag is benade
rend op 3 millioen gulden gesteld. Een ge
nerale uitkeering was vervallen, omdat het
bedrag van 23 millioen gulden niet was over
schreden. Het meest redelijke was nu de
fouten in het Bezoldigingsbesluit voor 1925
te herstellen. Aangezien een herziening wél
eenige maanden zou duren, heeft de Ee-
geering een weg opengehouden als de Cen
trale Commissie een oplossing wist voor een
tijdelijke tegemoetkoming. Het besluit der
commissie om 'n uitkeering over de gehaele
linie te geven, week zóó af van hetgeen de
Regeering meende, dat de Regeering dat ad
vies niet kon volgen. Ettelijke duizenden
hebben geen uitkeering noodig. t
Vraag 1 en 2 zijn hiermede beantwoord.
Vraag 3. Het aantal personen bedraagt 8a
duizend.
Eenige wijzigingen, die spr. op het oog
heeft, zullen aan allen ten goede komen;
andere slechts aan enkelen. Er zal garantie
gegeven worden, dat de korting niet zal stij
gen boven het thans geldende percentage;
de kinderbijslag zal iels worden verhoogd; in
de diensttijdenregeling wordt eenige wijzi
ging gebracht, in verband met de intrekking
der loonschalen en in het in-verdienen van
den huwelijksbijslag.
Spr. hoopt, dat de voorstellen aan het
einde dezer week of het begin der volgende
aan de Centrale Commissie kunnen worden
toegezonden.
Ad. 6. De Minister kan alleen hopen, maar
niet beloven, dat er nu niet meer plooien
zullen ontstaan. (Gelach.)
Ad. 7, Spr. antwoordt afwijzend. Bij de
herziening zal men met deze omstandigheden
rekening houden. Er is geen aanleiding om
aan deze vraag te voldoen.
Ad 8. Indien blijkt, dat men een financieel
debat wil houden, dan is spr. bereid daarop
in te gaan. Anders moet hij verklaren, dat
hij het bedrag niet kan verhoogen.
De heer J. TER LAAN (S.D.) stelt deze
motie voor:
De Kamer,
van oordeel, dat de werking van het ge
organiseerd overleg en de daarmede be
reikte resultaten onbevredigend moet wor
den geacht,
noodigt de regeering uit. verbetering van
dit overleg te willen bevorderen, en
gaat óver tot de orde van den dag.
Vervolgens repliceert hij.
Spr. protesteert er tegen, dat de Minister
heeft gezwegen over het centraal overleg
waarover hij wel heeft gesproken.
De methoden van handelen der regeering
keurt spr. af en hij stelt dus een motie
voor, waarin wordt uitgesproken, dat een
generale voorziening gewenscht is in ver
band met de stijging der levenskosten en
dat deze voorziening ten minste 8Vi pCt.
van de salarissen moet bedragen en ten
minste 100 gld.
De MINISTER zegt, niet gesproken te
hebben over het centraal overleg, omdat de
motie pas na zijn rede is ingediend.
De heer'SMEENK (A.R.) heeft bezwaren
tegen een algemeene uitkeering, maar hij
wil hen helpen, die het 't meest noedfg heb
ben. Hij juicht het plan der regeering toe
en hij hoopt dat de regeering alles zal doen
om het overleg te doen slagen. De eerste
motie-Ter Laan acht hij overbodig, omdat
het overleg pas is herzien. De organisaties
moeten eens inzien dat zij geen politiek
moeten voeren.
De tweede motie kan hij niet aanvaarden,
omdat hij een generale voorziening onbil
lijk acht.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.)
meent dat de heer Ter Laan zich beter op
de hoogte had moeten stellen.
Een grond voor de interpellatie was er
dan niet geweest. Er moet eenige verbete
ring komen voor eenige groepen en spr. licht
dit nader toe.
Voor de beide moties gevoelt spr. niets.
De tweede loopt vooruit op de algemeene
herziening van het Bezoldigingsbesluit en
daarvan wil spr. niet weten.
De heer L. DE VISSER (C.P.) betoogt dat
een uitkeering ineens in uitzicht is gesteld.
Daaraan houdt de Min, zich niet. Volgens
spr. is de Minister de grootste opruier van
het overheidspersoneel, want de ontevre
denheid onder het personeel is verschrikke
lijk. De minister speelt met vuur en het zou
kunnen zijn dat de gevolgen daarvan niet
uitbleven. Het georganiseerd overleg heeft
niets te beteekenen; het gaat tegen de op
vattingen van he,t revolutionnaire proletari
aat in. De motie Ter Laan daarover is ui
terst slap, zoo iets van vrijzinnig-democra
tisch (Gelach). Maar het is hun bij alles te
doen om het behoud hunner zeteltjes in de
Kamer.
Hij stelt een motie voor, waarin alge
meene verhooging van salarissen wordt ge
vraagd tot het peil van 1920 en een alge
meene uitkeering van 1/12 van het salaris
over 1925 met een minimum van 100.
De motie komt aanstonds in behandeling.
De heer MARCHANT (V.D.) meent, dat
de Minister te veel aan de 23 millioen
gulden vasthoudt. Het lijkt wel of dit een
belasting op de ambtenaren is. Het vast
houden aan dit cijfer heeft geen redelijken
grond; al wijzen de middelen nog zooveel
de Regeering verandert niet in haar hou
ding. Spr. wil de Regeering van dien weg
afbrengen en stelt een motie voor, waarin
de afhankelijkheid van een bepaald bedrag
wordt afgekeurd en een nadere regeling
der salarieering wordt gevraagd, los van de
korting die thans is toegepast.
De heer KUIPER (R. K.) wil een vrijer
onderzoek bij de herziening en bij de over
weging van tijdelijke maatregelen. De Com
missie van Overleg dient niet te veel aan
cijfers gebonden te zijn. Den juisten weg
acht hij het standpunt van den Minister, nl.
dat het beschikbare geld zoo billijk moge
lijk worde verdeeld. Hij hoopt dat de Mi
nister eenigszins ruim zal zijn in zijn tege
moetkoming, en voorts hoopt hij, dat hij
spoed zal betrachten.
De heer DE WILDE (A. R.) vindt een
uitkeering ineens altijd verkeerd.
Hij verklaart zich tegen de mclie-Mar-
chant al lijkt die ook aannemelijk. In het
licht der debatten echter is ze een afkeu
ring van het beleid van den Minister.
De heer DRESSELHUYS (V. D.) meent,
dat van een belofte geen sprake is geweest,
omdat zij aan een voorwaarde was gebon
den. Wat de Regeering echter tcezeide
vindt hij niet goed en hij hoopt, dat ze
dezen weg nooit meer zal betreden. Met
de motie-Ter Laan gaat hij dus niet mee.
Evenmin kan hij zijn stem geven aan de
mctie-Marchant, die in algemenen zin wel
juist is, maar hier niet ter zake doet.
Voorloopig kan hij zich met de maairege-
gelen van den Minister vereenigen. Hij
vraagt hierover nog eenige inlichtingen.
De 'heer KERSTEN (St, Ger. Partij) vindt
het het voorzichtigst voor de Regeering zeenv
belolten af te leggen. Spr. wil bij een sala
risherziening een regeling voor de pensioen
aftrek, waartegen velen bezwaar hebben.
De MINISTER geeft nog eenige nadere
inlichtingen. Hét ware billijk geweest het
geld terug te geven als er meer dan 23 mil-
mioen was gekort óp dc salarissen. Een
algemeene uitkeering blijft hij onbillijk vin
den, omdat velen geen uitkeering noodig
hebben.
Spr. geeft aan wal dit jaar extra is uit
gegeven o. a. voor derving van het mijn
recht en voor annuïteiten vor woningen. Er
:s voor andere zaken ook geld noodig dan
alleen voor de ambtenaren-salarissen. Hij
doet dus geen toezegging, dat het bedrag
van 3 millioen belangrijk zal worden over
schreden. Alleen zegt hij allen spoed toe,
zoodat het wellicht gelukt op 1 Dec. de
uitkeeringen te doen.
De motie-Ter Laan zal meer dan 15 mil
lioen gulden kosten en is dus onaanneme
lijk, gelijk die van den heer de Visser.
De motie-Marchant heeft geen nut en
spr. is daar dus tegen.
De motie-Ter Laan in zake het Georga
niseerd Overleg geeft niet aan wat er ver
beterd kan worden en spr. weet geen betere
regeling dan thans bestaat.
De Regeering behoudt de eindbeslissing
en zoolang de organisaties dit niet steeds
zoor oogen houde/i, komt de regeling niet
verder.
De heer J. TER LAAN (S.D.) spreekt een
slotwoord.
De heer MARCHANT (V.D.) betoogt dat
een belofte en een garantie van dezen Mi
nister niets waard is en daarom wil hij de
Kamer den Minister een wenk laten geven
om anders te handelen. (Rumoer)
De MINISTER protesteert tegen' deze
aantijging. Aan art. 40 heeft spr. niet het
minste part of deel gehad. (Rumoer).
De heer MARCHANT (V.-D.): De garan
tie!
De MINISTER: Ook die gaat buiten mij
om. Hij vraagt den heer Marchant zijn kri
tiek terug te nemen. Anders zal het hem
moeilijk vallen met hem te blijven discussi
eeren. (Beweging).
De heer MARCHANT (V.-D.) zegt dat de
Minister gecontrasigneerd heeft het Konink
lijk Besluit dat de garantie introk. Spr. zal
het brandmerken als de Regeering een be
lofte breekt.
De motie-Ter Laan (georganiseerd over
leg) wordt verworpen met 49 tegen 26 stem
men.
Voor: Mollet, Veraart, Arts, sociaal-de
mocraten, vrijzinnig-democraten.
De motie-de Visser wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
Alleen de heer de Visser staat op.
De motie-Ter Laan (generale herziening)
wordt verworpen met 49 tegen 25 stemmer.
Vóór S.-D., V.-D., L. de Visser en Arts.
De motie-Marchant wordt verworpen met
50 tegen 24 stemmen.
De openbare vergadering zal 5 November
weer aanvangen.
De VOORZITTER stelt voor bij de alge
meene beschouwingen over de begrooting
weer den tijd te rantsoeneeren als vorige
jaren.
De VOORZITTER huldigt daarna den heer
Goedhart, directeur van den Stenografischen
Dienst, die vandaag voor het laatst hier
dienst doet. Meer dan vijftig jaar heeft hij
de Kamer trouw gediend. Met gevoelens van
leedwezen, maar groote waardeering neemt
de Kamer van hem afscheid. Nog vele jaren
moge het hem in alle opzichten goed gaan.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag 5 Noveber.
De Amsterdamsche rechibank heeft Dins
dag de zaak tegen Marinus Muylwijk, be
klaagd van moord op den makelaar Busch,
voortgezet.
De PRESIDENT begint met beklaagde
eenige vragen te stellen. Hij JierinnerE er
aan dat getuige Saghen heelt verklaard
Busch te hebben ontmoet, toen deze zich
den avond van zijn verdwijning per auto
naar de woning van M. begaf. De ontmoe
ting vond plaats op de Leidsche Gracht.
Busch liet stoppen, doch wisselde slechiï
eenige woorden met Saghen omdat hij zei
groote haast te hebben. Toen hij nu bij u
kwam, begon Busch eerst allerlei over zijn
eigen zaken te vertellen. U verwijderde
zich daarop korten tijd en daarna begon
Busch te praten over bef geld, dat hij nog
van u te vorderen had. Zoo althans is het
volgens uw verklaringen gebeurd. Maar hoe
rijmt zich dat met de haast van Busch?
MUYLWIJK: Er zijn allereerst' tal van
dingen, welke getuige Saghen onder eede
heeft verklaard, maar die niet waar zijn.
B.v. zijn verklaring dat hij mij geholpen
heeft aan de hypotheek van de Credit Mu-
tuel Hyp. Dat is een leugen. Bovendien
maakte Busch altijd eerst een praatje voor
hij over zaken begon.
De PRESIDENT vraagt beklaagde ver
der wie of indertijd de hypotheek van
50.000 heeft ontvangen.
MUYLWIJK antwoordt, dat mr. Levy als
zijn gemachtigde het geld heeft ontvangen.
Later heeft mr. Levy met hem afgerekend.
PRESIDENT: Onder de stukken is een
telegram gevonden door u aan Busch ge
zonden en op zijn verjaardag 8 Sept. 1915.
Het was een hartelijk telegram van geluk-
wensch. Hoe rijmt zich dat echter met een
verklaring, dat op dien datum uw verhou
ding met Busch reeds zeer koel was?
MUYLWIJK: Ja, in dat telegram heb ik
maar wat gehuicheld, maar dat gebeurt
toch zooveel met beleefdheidstelegrammen.
Het ging wel tegen mijn principe in, maar
dat is nu eenmaal hef contrast van het
leven,
De PRESIDENT en de OFFICIER stel
len beklaagde verschillende vragen omtrent
de tijdstippen, waarop hij aan Busch ge
deelten betaalde van de hem toekomende
provisie.
Get. J, v, a. M, verklaart 25 jaar gele
den eens stoeiend met een jongeren broer
dezen in den nek te hebben gegrepen, met
het gevolg, dat de jongen voorover viel en
eenige oogenblikken weg was. Getuige
heeft gemeend de rechtbank hiervan te
moeten inlichten en daarom den verdediger
een brief geschreven.
Nog eenige getuigen worden gehoord, die
over soortgelijke ervaringen verklaren,
Daarna wordt gepauzeerd.
Na de pauze doet MUYLWIJK ten slot
te nog eenige mededeeiingen omtrent de
na na de tot stand koming van de hypo
theken slechter geworden verhouding met
Busch en tevens van zijn precairen finan
cieelen toestand.
De OFFICIER stelt beklaagde de vraag
hoeveel geld hij nog van de opbrengst der
hypotheken in handen heeft gehad.
MUYLWIJK zegt, dat na de afrekening
nog een bedrag van 5 a 6000 gulden was
blijven staan om de perceelen van des
Overtoom af te bouwen.
Op een desbetreffende vraag van den
president deelt hij nog mede, dat Busch
meermalen afbetalingen van hem in ont
vangst nam, zonder daarvoor kwitanties af
te geven.
Naar aanleiding van een opmerking van
den olficier, dat er ook andere kwitanties
omtrent gedane betalingen ontbreken, deelt
bek!, mede, dat hij in het Huis van Bewa
ring op verzoek van den rechtercommissa
ris 'n groot aantal besheiden, tot zijn ad
ministratie behoorende, op volgorde heeft
gelegd:
PRESIDENT: „Waar hebt u dit gedaan?"
MUYLWIJK: „In het instructiegebouw."
De OFFICIER: „In uw cel?"
BEKLAAGDE: „Ja."
PRESIDENT: „Hoe lang is it daarmee
bezig geweest?"
BEKLAAGDE: „Zeker vier of vijf dagen."
PRESIDENT: „Hoe lang hebt u daar el-
ken dag aan gewerkt."
BEKLAAGDE: „Misschien vier uur per
dag."
Daarna worden nog eenige getuigen ge
hoord.
De eerste getuige is de reiziger J. van
der Meer, die een brief aan den verdedi
ger gezonden had, waarin hij heeft m'ede-
gedeeld, dat jaren geleden bij een stoei
partij met zijn jongeren broer, deze plotse
ling bewusteloos was geraakt. Getuige had
hem toen van achteren bij zijn boezeroen
gegrepen en hij vermoedde, dat de boord
tegen zijn keel gedrukt was.
Getuige C. Bakker heeft een dergelijk
voorval meegemaakt, toen hij eens met zijn
vrouw stoeide en had hierover eveneens
den verdediger geschreven. Toen hij eens
voor de grap zijn vrouw bij de keel greep
was zij plotseling bewusteloos geraakt.
Dc secretaris van den Chr. Textielarbei-
dersbond J. Vunderink heeft het ook eens
meegemaakt, dat iemand plotseling zijn be
wustzijn verloor bij een stoeipartij. Getuige
werkte toen op een fabriek in Almelo en
stoeide eens met een jongen, die hem een
appel wilde ontnemen. Toen hij den jongen
bij de keel pakte, geraakte deze plotseling
buiten bewustzijn.
De PRESIDENT meent, dat nu geen ge
tuigen meer gehoord behoeven te worden.
De VERDEDIGER meent van wel. Hij is
van oordeel, dat de verhalen betreffende
de instructie lang niet alle bevestigd wor
den door de verklaringen, ter terechtzit
ting afgelegd.
Zoo bijv. de verklaringen van getuige
Vink, die volgens de verbalen 1000 zou
hebben ontvangen van den makelaar Schop-
man- 'srwijl hij on de terechtzitting heeft
medegedeeld, dat die 1000 bij de po
litie zijn gedeponeerd. Voorts heeft de Kort
tegen Muylwijk gezegd: „Jij hebt je geld
aan processen weggegooid." De Kort zou
dus misschien veel meer van die processen
afweten.
De PRESIDENT merkt op, dat de recht
bank recht doet op het verhandelde ter
terechtzitting. De politieverhalen en het
verhandelde in de instructie spelen daarbij
geen rol.
Thans zal de rechtbank pauzeeren en in-
tusschen beraadslagen over een brief, dien
de verdediger haar heeft toegezonden om
trent mededeeiingen, welke hem van ver
schillende personen hebben bereikt.
Na de pauze vraagt de PRESIDENT aan
beklaagde, wat in het in de ochtendzitting
ter sprake gekomen telegram aan Busch
de woorden „onzen dank" beteekenen.
Waarvoor bedankte beklaagde Busch?
BEKLAAGDE zegt het niet te weten.
De PRESIDENT deelt mede, dat de
rechtbank na overleg ook met den officier
tot de slotsom is gekomen, dat er geep.
termen bestaan om nog getuigen te hooren
op al de punten, waarop de verdediger
blijkens een door hem aan de rechtbank
gerichten brief nog getuigen wenschte ge
hoord te zien.
Slechts ten aanzien van een dezer door
den verdediger nog gewenschte getuigen
maakt de rechtbank een uitzondering.
De zitting is daarna verdaagd tot Vrijdag
a.s. Dan zal dc officier, nadat nog enkele
(etuigen gehoord zullen zijn, requisitoi,
nemen.
Tijdens hevige windvlagen is het schip
„Soeur Frères", geladen met suikerbieten,
te^ Sluiskil omgeslagen.' Het lichten van het
schip met lading is opgedragen aan de N.V.
Van der Graaf en Koelman's Bergings- en
Transportbedrijf te Rotterdam.
Men meldt uit Hoek van Holland:
Bij aankomst van de Harwichboot werd
hem een der passagiers aangifte gedaan, dat
hem gedurende de reis 20 pond en 40 was
ontstolen. Bij onderzoek door de politie
bleek, dat van diefstal geen sprake was,
daar het geld in zijn tasch werd teruggevon
den. Een en ander was oorzaak dat de ex
press-trein 10 minuten te laat vertrok.
Op telefonisch verzoek van den burge
meester van Dussen (N.-Br.) heeft het hoofd
bestuur van het Nederlandsche Roodc Kruis
1.1. Zaterdag een brancard, benevens een
veertigtal dekens en eenige dozijnen lakens
doen bezorgen ten gebruike bij de bestrij
ding der in die gemeente heerschende ty-
phusepidemie.
Dinsdagmorgen is de vrij bejaarde A de
Jong aan den Peizerweg te Groningen door
de Drachtster tram overreden. Beide beenen
werden den man afgereden, terwijl hij ook
aan het hoofd zwaar gewond werd. De on
gelukkige was onmiddellijk dood.
Nader meldt men nog omtrent de instor
ting van het huis 'der firma Vuick in de Her
togstraat te Nijmegen dat het ongeluk werd
veroorzaakt door z.g. verzetten van een
oogenschiinlijk sterken middenmuur, welke
op dat oogenblik uit het hoofd hing en naar.
buiten boog. De muur brokkelde af, stortte
gedeeltelijk in en trok den heelen bouw
met stutpalen en al met zich mee.
Een deel van het dak bleef in schuine
richting hangen.
Van de werklui, waarvan verschillende be
neden aan den arbeid waren werd wonder
boven wonder niemand gekwetst. Naar wij
vernemen had het Gemeentelijk Bouw- en
Woningtoezicht meer dan eens gewezen op
het gevaarlijke van de situatie. De politie
stelt nu een ernstig onderzoek in naar de
oorzaak van het ongeluk.
De dader gearresteerd.
Te Wassenaar is Maandag een meisje,
dat op een rijwiel reed, aangerand door 'n
man, die eveneens op een fiets zat. Hij
beeft het meisje een hand voor den mond
gehouden én haar op oneerbare wijze vast
gegrepen. Door haar hulpgeroep werd de
bestuurder van een auto, die juist passeer
de, opmerkzaam gemaakt op het geen ge
beurde. Dc dader vluchtte, doch werd
door den automobilist, die hem achtervolg
de, gegrepen. Het bleek te zijn zekere L.,
woonachtig te Wassenaar. Hij zeide, met
het geval niets uitstaande te hebben. Het
'meisje heeft hem echter herkend. Zijn klce-
deren waren door den tegenstand van het
meisje ernstig gehavend, zoodat ontkennen
wel niet zal baten. L. is ter beschikking
van dc politie gesteld.
Rotterdam, 20 Oct. Rotterdamsche
veiling Warmoezierstraat. Kipeieren f 9.95—
12.55, kleine kipeieren f 79.60, eenden
eieren f 89. Aanvoer 60.000 stuks.
KATENDRECHT, 20 Oct. Kipeieren
f 7.5012, eendeneieren f 89. Aanvoer
40.000 stuks.
TIEL, 19 Oct. Boter, aangevoerd
25 K.G., was, wat de kwaliteit betreft, 20 ct.
hooger in prijs. De mindere kwaliteit bleef
op vorige noteering. Prijs thans f 2.402.80
per K.G. Van eiPren was de aanvoer iets
kleiner, 40.000 stuks. De prijs liep op tot
1113 cents.
AMERSFOORT, 19 Oct. Aangevooerd
61 wagens, bevattende 15250 kilo kaas.
Prijs f 556? per 50 kilo. Handel vlug.
BODEGRAVEN, 20 Oct. Aanvoer
395 stapels Gouda kaas, waarvan 358 sta
pels met rijksmer, in totaal 15.370 stuks, we
gende 122.960 Kg. Ie soort 6572, 2e soort
f5963, zware f 37zonder rijksmerk
f 5867. Handel matig.
PURMEREND, 20 Oct. Aanvoer
35 stuks boerenkaas f 5861, 16 stapels fa-
brie ks kaas f 57%61, 443 Kg. boter f 2.60
2,70. Eieren f 11 12%, kuikens f 0.204,
ganzen f 57.50
GRONINGEN, 20 Oct. Eieren f 10—
11.
MIDDELHARNIS, 19 Oct. Kipeieren
50 Kg. f 8.50-8.55, 61 Kg. f 11.30-11.75,
bruine 61 Kg. f 11.6011.75, Eendeneieren
6974 Kg. f7,458. Poeleieren (7-
ROTTERDAM, 20 Oct. Ter veemarkt
waren heden aangevoerd 252 paarden, 5
veulens, 2324 magere runderen, 604 vette
runderen, 147 vette kalveren, 737 nuchtere
kalveren, 780 graskalveren, 499 schapen of
lammeren, 301 biggen, 18 bokken of geiten,
45 overloopers.
Prijzen per K.G.koeien 3547%—
505860 ets., ossen 37%404954
ets., stieren 37%4551 ets., kalveren
f65—75—87%—90 ets.
Prijzen per stuk van mager vee melk
koeien f 320520, kalfkoeien f 340500,
stieren f 20500, pinken f 140190, gras
kalveren f 70130, vaarzen f 200275,
paarden f 200350, biggen f 1224, id.
per week f 2.502.75, slachtpaarden f 100
175, hitten f 120225, fok- nuchtere kal
veren f 2540, slacht-, id. f 1720, over
loopers f 2540, veulens, f 6080.
Op de vette markt was de aanvoer van
koeien en ossen tamelijk. Er was redelijke
handel en de goede soorten bleven ruim
prijshoudend, terwijl de mindere soorten
lager verkocht werden. Een enkel puikbest
spoelingbeest ging nog van 2% tot 5 cent
boyen noteering. De aanvoer van stieren was
Zeer matig, De handel was tamelijk en er
wa6 goede vraag naar worststiertjes. De prij-
zen bleven vrijwel gelijk|aan die van de vo
rige week. Vette kalveren met korten aan-,
voer, luien handel en iets stijvere prijzen.
Een puikbest kalf werd tot 2% cent boven
noteering verhandeld. Op de magere markt
was de aanvoer van melk- en kalfkoeien
ruim. De handel was redelijk en er werden
voor goede soorten wederom hooge prijzen
besteed. De aanvoer van jong vee was even
eens groot. Over het algemeen flauwe han
del en vrijwel de oude prijzen. De aanvoer
van gras kalveren was matig. Er was goede
vraag voor slacht-, doch voor fokkalveren
was minder kooplust. De prijzen bleven nog
hoog. Nuchtere fok- en slachtkalveren met
tamelijken aanvoer. De handel was iets be
ter en er werden hcogere prijzen besteed.
De aanvoer van werk- en slachtpaarden,
hitten en veulens was gewoon. Er was kalme
handel en weinig verandering in de prijzen.
De aanvoer van biggen was tamelijk de han
del flauw en de prijzen ongeveer als de vo
rige week. Overloopers weinig ter markt,
kalme handel en de oude prijzen.
SNEEK, 20 Oct. Aangevoerd 694 melk
en kalfkoeien f 145430, 40 vette koeien
f 240410, 6 vette kalveren f 5580, 1042
graskalveren f 55f 130, 68 nuchtere kal
veren f 810, 220 schapen f 3550, 460
lammeren f 2038, 603 varkens f 50150,
135 biggen f 1018, vette koeien f 5060,
id. kalveren 5062%, vette varkens 40
44%.
TIEL, 19 Oct. Op de varkensmarkt waren
aangevoerd 164 varkens en 411 biggen.
Prijshoudend. Varkens f 25100 biggen
f 12—22.
GRONINGEN, 20 Oct. Op de heden
gehouden veemarkt waren de prijzen als
volgt Vroegm. koeien 235375, 250
300, Vare Koeien 300—325, 250—275,
Kalf- en melkkoeien 430450, 350390,
240300,Stieren 9296 ct., 7082 ct.,
7882 ct., Lammeren 400, 250310,
Kalfvaarzen 350440, Melkschapen 25
60, 43—50, 99—94, 70—80 ct., Weide-
lammeren 25—28, 112--116, 1.04—1.08
Vette kalveren 1.361.40, 1.151.25,
Biggen 1117, 1.502.50 per week, Vette
varkens 8890 ct., 8284 ct., Zouters
8082 ct., Vette schapen 5055, 4548.
Londensche varkens 8286 ct., weide-
schapen 4050, 3038, vette lammeren
3236, Vette schapen 4652, 3842.
De aanvoer bestond uit 115 vette koeien,
222 kalveren, 280 kalf- en melkkoeien,
38 stieren, 1094 schapen, 911 vette en
Londensche varkens, 498 magere varkens
en biggen.
Het kalf- en melKVee was prijshoudend.
Slachtvvee nauwelijks prijshoudend. Stieren
iets hooger. Voor de vette en nuchtere
kalveren bleven de prijzen bij vluggen handel
onveranderd. In wolvee had de handel een
zeer traag verloop. Voor de vette en Londen
sche varkens liepen de prijzen iets terug.
Zouters en biggen prijshoudend.
GRONINGEN, 20 Oct. Roede tarwe
f 1111.75, witte tarwe fll12.25, Rogge
f 8.259.30, Wintergerst f 9.2510.40, Zo-
mergerst f 910, Witte Haver f 8.5010,
Gele Haver f 8.5010, Zwarte Haver f 9
9.80, Blauwpeulerwten f 1020, Zwanen
hals f 910.50, Groene Erwten f 10.50
16.75, Paardeboonen f 1011.75, Wierde-
boonen f 1011.75, Waalsche Boonen fll
17, Koolzaad f 19f 25, Waalsche Boe
nen f 1117, Koolzaad f 19Karwijzr::!
f 1824.50, Geel Mosterdzaad f 3038,
Kanariezaad f 1520.75, Lijnzaad wit blo-
f 1621, Buitenlandsche Rogge f 10.35—
11.25, Voergerst f9.8010.25, Platte IVJris
f 10,25—10.50, Roode Mais f 10.40—11,
IJMUIDEN, 20 Oct. Heden waren aan c't
markt de vangsten van 21 stoomtrawler..
De prijzen waren als volgt Tarbot 1.50
1.20, tongen 3.202.10 per kg; g?ic'
5628, gr. schol 7160, md. -sci ci
6557, zetschol ƒ6251, kl. schol 2717
178.50, scharren 179 per 50 kg
roggen 4538 per hoop vleet 2.401
per stuk makreel 3531, pieterman
en poon 94.90, gr. sclielvisch 4032,
md. schelvisch 5022, k.md. schelvisch
17—10, kl. schelvisch 138, 6,504
per 50 kg kabeljauw 8056 pór 125 kg;
gr. gullen 1914.50, kl. gullen 74,
wijting 53.60 per 50 kg.
IJMUIDEN, 20 Oct. De aanvoer van
versche Noordzeevisch en haring was Ma'an-
dag in de Visschershaven wederom tamelijk
groot. Er kwamen niet minder dan 28 stoom-
treilers met een totaalbesomming van ƒ86.000
aan den afslag. Een groot deel dezer schepen
maakte mooie besommingen de IJ.M. 190
(Henriëtte Jacoba) maakte zelfs 5685 voor
de aangevoerde lading versche visch. Door
tien Britsche stoomdrifters werd te zamen
3700 manden versche haring aangevoerd
de aanvoeren van twee motorloggers en
zeven Britsche stoomdrifters werden voor
totaal 28.334 geveild.
IJMUIDEN, 20 Oct. Van de drijfnet»
visscherij kwamen heden negen Britsche
stoomdrifters binnen met tesamen ongeveer
3850 manden versche haring. Geveild werden
de vangsten der Britsche stoomdrifters
L.T. 10 (Ocean Scout) met 1962 L.T. 593
(Golden Ring) met 2517 ;L.T. 703 (Empires
Heroes) met 1432 L.T. 1263 met
1922 L.T. 145 (Silver Prince) met 3376;
L.T. 224 met 2344 L.T. 746 Margre;
Hide) met 958 L.T. 334 (Fisher Boy) met
34549 L.T. 27met 3551 L.T. 307
(Renovate) met 2573 en S.H. 212 (Kessing-
land) met 2262 aan opbrengst.
NIEUWE UITGAVEN.
Wij ontvingen van de firma J. J, Romen
Zonen te Roermond, het mooie boekje:
Trek ons tot U, O kleine Teresia, door
iMcrtin Stoks, C.S.S.R., 3e druk, (7e—9e
duizendtal), wel een bewijs dat dit aantrek
kelijk boekje bij de Vereerders der Heili
ge van Lisieux, aftrek heeft gevonden.