EMÓD De wet op de middelen. Het verdrag met België Op het Binnenhof. De afschaffing van de Verdedigingsbelasting II STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Regeling van werkzaamheden. Salarissen Rijksambtenaren. Antwoord van den Minister van Financiën. RECHTSZAKEN. De moord op makelaar Busch in 1915 Schip door windvlagen omgeslagen. Treinvertraging door een verstrooiden passagier. Typhus te Dossen Overreden. Het ingestorte huis te Nijmegen. Meisje teWassena&r aangerand. MARKTNIEUWS. VISSCHERIJ. KUNST EN KENNIS. Sommige leden vroegen blijkens 't voor- Ioopig verslag aan de Tweede Kamer in zake de Wet op de Middelen in verband met de mededeeling in de Memorie van Toelichting, waar gesproken wordt van eenige stijging van de inkomens over 1924, die naar het zich laat aanzien over 1925 verderen voortgang zal maken, welke inko. mens gestegen zijn en of de raming van de inkomstenbelasting niet te veel verhoogd is. De vermeerderde opbrengst van den sui- 'keraccijns en van de rijwielbelasting acht ten deze leden geen gunstig verschijnsel, omdat daaruit blijkt, hoe zwaar "deze be lastingen op de groote geiinnen drukken. Andere leden merkten daartegen op, dat deze belastingen thans eindelijk kun nen worden gemist. f De bestrijding der ratificaties. I Op Zaterdag 17 dezer heeft te Utrecht een vergadering plaats gevpnden van het Nationaal Comité van Actie tot wijziging van het Verdrag met België. Vertegen woordigers van de verschillende comite's, die zich in onderscheiden plaatsen des lands gevormd hebben ter bestrijding van ratifi caties van het Nederlandsch-Belgisch trac- taat in zijn tegenwoordigen vorm, waren aanwezig. Er w erd een voorloopig centraal comité gevormd, waarvan het bureau als volgt is samengesteld: Mr. Ji. Luden te Overveen, voorzitter, Ir. A. A. Mussert te Baarn, secretaris, E. A, van Wely te Rot terdam, penningmeester. 'R Er bestond Dinsdag bijzondere belang-, (telling voor de vergadering van de Twee de Kamer, waarin een aanvang werd ge maakt met de behandeling van de inter- pellatie-J. te Laan in zake de salarispoli- iiek c. a. van de Regeering. Ondanks het ongunstige weder stonden er reeds om half twaalf verschillende perso nen te wachten bij den ingang van de pu blieke tribune, ten einde daar toegang te Verkrijgen. Wordt de herziening gehandhaafd? Het Tweede Kamerlid Van Aalten, heeft lot den minister van Financiën de volgende vragen gericht: 1. Is de minister van Financiën voorne mens, het in de zitting 1924—1925 ingedien de wetsontwerp tot herziening van de Ver dedigingsbelasting II te handhaven naast het thans, zonder intrekking van gemeld wets ontwerp, gedane voorstel tot afschaffing der Verdedigingsbelasting II? 2. Indien het antwoord op vraag 1 ont kennend mocht luiden, is dan de minister voornemens, de te gelijker tijd met het wetsontwerp tot herziening der Verdedi gingsbelasting II ingediende wetsontwerpen tot aanvulling der Zegelwet 1917, tot wijzi ging der Successiewet, tot wijziging der Wet op de Inkomstenbelasting 1914 en tot wijzi ging van artikel 33 der I.eeningwet 1914, niettegenstaande den bij deze gelijktijdige indiening tusschen al deze wetsontwerpen gelegden band, te handhaven? Vergadering van Dinsdag 20 October. De VOORZITTER doet mededeeling van het besluit der Centrale Afdeeling om te verzenden aan de vaste Commissie voor Belastingen: Wetsontwerp herziening der bepalingen nopens opsporingsbevoegdheid met betrek king tot den waarborg van de belasting der gouden en zilveren werken. Wetsontwerp afschaffing der Verdedigings belasting II De heer ALBARDA (S.D.) heeft tegen net tweede voorstel bezwaar, wijl dit niet van tecbnischen aard is maar van politieke en fiscale. Hij vraagt waarom de Centrale Sec tie toch het voorstel daartoe doet. De VOORZITTER zegt, dat de materie be sproken is en dat de wet alleen den vorm ven het plan geeft. Het is dus wel een tech nisch punt. De heer ALBARDA (S.D.) is tevreden gesteld. Conform besloten. Aan de orde is de interpellatie van den heer J. ter Laan, in zake de door de Re geering gevolgde salarispolitiek, met name, betreffende de vraag of zij alsnog bereid is over het jaar 1925 aan het personeel een extra-uitkeering te verstrekken. De heer J. TER LAAN (S..D.) heeft met grooten tegenzin deze interpellatie gereed gemaakt. De Regeering had zóó moeten han delen, dat deze interpellatie overbodig was. Ze heeft al haar beloften niet gehouden. In de eefsie plaats behandelt hij de be- tcekenis van het georganiseerd overleg in verband met deze kwestie. De Minister heeft die beteekenis niet erkend en zoolang het o\ erleg bestaat is het steeds een sukkel- partij en dat is niet de schuld geweest van de pcrsoneele organisaties. Altijd is het re sultaat onbevredigend geweest. De Regeering liet herhaaldelijk na der commissie mejie- dveling te doen van haar plannen. Bij het bekende art. 40 van het Bezoldi gingsbesluit liep het met het georganiseerd overleg geheel en al spaak. Het rcsultaa bleef onbevredigend. Het verslag van het A. C. O. P. geeft acht punten voor het ge organiseerd overleg, waarvan er zes werden beslist in volslagen strijd met het advies der centrale commissie. Van overleg kan dus niet gesproken worden. De regeering heeft ten opzichte van een generale voorziening voor 1925 het standpunt ingenomen, dat deze in het najaar van 1925 moest worden onder i oog gezien, omdat ze op dat moment het best bevrediging kon schenken en omdat dan met het indexcijfer voor 1925 rekening Win worden gehouden. Uit tal van citaten blijkt duidelijk, dat aldus de bedoeling der regee ring was. Plotseling bleek dc regeering een ander standpunt te zijn gaan innemen, Op 5 October gaf de regeering aan de Centpale Commissie bericht, dat zij een spoedige her ziening van het Bezoldigingsbesluit vasthield en dat alleen de ploaien zouden worden vast gelegd. Alleen voor de „plooi-bewoners zou dat gladstrijken terugwerkende kracht heb ben. (Gelach.) Hoeveel van die bewoners er zijn, weet de regeering natuurlijk ook niet, maar meer dan drie millioen mag het niet kosten. Met dergelijke voorschriften is het georganiseerd overleg natuurlijk onmogelijk. Spr. wijst op dc opvatting van den heer Schouten, die een reorganisatie van het over leg heeft bepleit. Ook de heer Snoeck Hen- kemlns sprak in dien geest en drong aan op herstel van het overleg, waardoor de regee ring adviezen krijgt, die meer zijn dan ge wone adviezen, maar belangrijke leiddraden bij de regeling van de positie der ambtena ren, Ten aanzien van het karakter van het georganiseerd overleg zal spr. een motie in dienen. In de millioenennota wordt op drie milli oen gulden voor de salarisverbetering gere kend. Het bedrag is te klein en het betoog der regeering daarvoor deugt niet en daar door is het plan in strijd met de beloften der regeering. De motie-Van Schaick op 7 November ingediend, vroeg een verbetering der salarissen en herstel van het georgani seerd overleg. Die motie vond geen meer derheid in de Kamer, maar de gansche R.-K. fractie sterode er voor. De regeering deed, toen toezegging van een generale voorziening, maar sindsdien heeft zij het roer weer omgegooid en wil ze van zoodanige voorziening niets meer weten. Thans is een voorziening gebonden aan een zeer omvangrijk werk, n.l. een herziening van het Bezoldigingsbesluit. Aan de hand van de inex-cijfers licht spr. de noodzakelijkheid toe van een generale voorziening en betoogt hij, dat 3 millioen gulden te weinig is, In 1925 is het index-cijfer met 3 pet. gestegen en de toestand is thans zóó geweest, dat vele ambtenaren een lager salaris - in vergelijkingmet die cijfers hadden dan in 1914. Het is het gevolg van de sluitpostpolitiek der regeering, dat de ambtenaren weer in 't gedrang komen. Hun salarissen hangen af van de toevallige toe neming der inkomsten van de schatkist of van het «1 of niet optimistische inzicht van den Minister. Uitvoerig gaat spr. na hoe het gegaan is met de inkomsten van den Staat, in verband met de ramingen van den Mi nister. Van dei ramingen deugde niet veel en zelfs voor 1925 zal de raniing 32 millioen beneden de opbrengst blijven en het is te verwachten, dat de raming voor 1926 niet juist zal zün. De financieele politie des lands is dus veel beter dan altijd is voorgespiegeld, maar de ambtenaren ondervinden daarvan geen voordeel. Spr. stelt ten slotte deze vragen: 1. Wil de Minister verklaren of de mede deeling endoor of namens de Regeering ge daan in de centrale commissie voor Geor ganiseerd Overleg of anderszins aanleiding hebben kunnen geven tot de verwachting dat de financieele positie van het Rijkspersoneel door een generale voorziening zou worden verbeterd? 2. Zoo ja, wil de Minister dan mededeelen door welke oorzaken van de voorgenomen regeling is afgeweken? 3. Kan de Minister mededeelen, hoe groot het aantal personen is (buiten het post- en telegraafpersoneel en de ambtenaren met een hooger inkomen dan 6000) dat in Rijksdienst is en kan de Minister bij bena dering aangeven welk percentage van deze personen naar het oordeel van de regeering uit een der vele plooien van het Bezoldi gingsbesluit te voorschijn zal komen, wan neer dit besluit eventueel gewijzigd zal zijn overeenkomstig de door de Regeering gege ven aanwijzingen? 4. Is de Minister niet bevreesd dat een spoedherziening van het Bezoldigingsbesluit opnieuw tot fouten en onnauwkeurigheden zal leiden en zoo ja, acht hij het dan niet beter, indien dit bereikt kan wqrden, dat door dit belangrijke en minutieusc werk meer tijd beschikbaar wordt gesteld? 5. K^n de Minister mededeelen, hoever de voorbereiding eventueel de herziening van het Bezoldgjngsbesluit is gevorderd? 6. Acht de Minister in het aangeven van een beschikbaar bedrag geen gevaar gele gen, dat er na de herziening nog diepe plooien in het Bezoldigingsbesluit zullen blijven, of wel dat er nieuwe ontstemming wekkende plooien doen ontstaan? 7. Vindt de Regeering in de groote wen- schelijkheid dat het Bezoldigingsbesluit niet op e enspoedbestelling wordt herzien, in het feit van de hooge kosten van het levenson derhoud en verder in den algemeenen ver mogenstoestand en in de inkomsten van het land geen aanleiding om alsnog over het jaar 1925 door een generale voorziening de positie van het Rijkspersoneel te verbeteren? 8. Indien de Regeering tot dezen maat regel mocht willen overgaan, is zij dan be reid om in verband met de duurte van het leven en de groote korting, die op het in komen van het Rijkspersoneel is toegepast geworden, het aanvankelijk door haar ge stelde bedrag van rond 3 millioen aan merkelijk te verhoogen? De Minister van Financiën de heer CO- LIJN, antwoordt: Uit de vragen krijgt spr. der. indruk dat de interpellant onomstootc- lijk juist weet wat er gedaan moet worden. Over den financieelen toestand des lands zal spr. in deze instantie niet uitweiden en hij bepaalt zich liever tot de kwestie zelf. Op 7 Nov. 1924 heeft de regeering gezegd, dat zoodra de reorganisatie der Commissie van Overleg gereed was, deze commissie de herziening van hef Bezoldigingsbesluit zou behandelen Aldus is geschied: een commis sie is met de voorbereiding aangevangen. Niet lang daarna kwam de Commissie spr. meedeelen, dat er vermoeden was gerezen, dat de herziening der salarisregeling meer dan 23 millioen had opgebracht. Spr. heeft ge zegd, dat als dit juist was. er reden was om dat meerdere terug te geven, omdat geble ken was dat het percentage der korting te hoog was geweest. Op 8 Mei 1925 werd dit standpunt der regeering meegedeeld aan de subcommissie van de Centrale Commissie. Door den heer Ter Laan is wel meegedeeld, dat de Regeering voor een uitkeering was, maar hij liet na te vertellen, dat dit onaf hankelijk zou zijn van het bedrag dat meer dan 23 millioen was gekort. Op 8 Mei stond niet vast of de herziening meer dan 23 mil lioen had opgebracht en de toezegging was dus voorloopig, ook al omdat hif een even tueel nieuw Kabinet niet wilde binden. Met het oog op de verkiezingen is van al deze zaken niets meegedeeld. De onderstelling, dat de herziening meer zou opleveren, bleek onjuist; hel bedrag was 22.300.000 gulden. Inmiddels had de Regee ring het plan een herziening van het Be zoldigingsbesluit voor te bereiden en daaraan terugwerkende kracht te geven. Het was noodig een bedrag te schatten dat daar voor noodig zou zijn; dit bedrag is benade rend op 3 millioen gulden gesteld. Een ge nerale uitkeering was vervallen, omdat het bedrag van 23 millioen gulden niet was over schreden. Het meest redelijke was nu de fouten in het Bezoldigingsbesluit voor 1925 te herstellen. Aangezien een herziening wél eenige maanden zou duren, heeft de Ee- geering een weg opengehouden als de Cen trale Commissie een oplossing wist voor een tijdelijke tegemoetkoming. Het besluit der commissie om 'n uitkeering over de gehaele linie te geven, week zóó af van hetgeen de Regeering meende, dat de Regeering dat ad vies niet kon volgen. Ettelijke duizenden hebben geen uitkeering noodig. t Vraag 1 en 2 zijn hiermede beantwoord. Vraag 3. Het aantal personen bedraagt 8a duizend. Eenige wijzigingen, die spr. op het oog heeft, zullen aan allen ten goede komen; andere slechts aan enkelen. Er zal garantie gegeven worden, dat de korting niet zal stij gen boven het thans geldende percentage; de kinderbijslag zal iels worden verhoogd; in de diensttijdenregeling wordt eenige wijzi ging gebracht, in verband met de intrekking der loonschalen en in het in-verdienen van den huwelijksbijslag. Spr. hoopt, dat de voorstellen aan het einde dezer week of het begin der volgende aan de Centrale Commissie kunnen worden toegezonden. Ad. 6. De Minister kan alleen hopen, maar niet beloven, dat er nu niet meer plooien zullen ontstaan. (Gelach.) Ad. 7, Spr. antwoordt afwijzend. Bij de herziening zal men met deze omstandigheden rekening houden. Er is geen aanleiding om aan deze vraag te voldoen. Ad 8. Indien blijkt, dat men een financieel debat wil houden, dan is spr. bereid daarop in te gaan. Anders moet hij verklaren, dat hij het bedrag niet kan verhoogen. De heer J. TER LAAN (S.D.) stelt deze motie voor: De Kamer, van oordeel, dat de werking van het ge organiseerd overleg en de daarmede be reikte resultaten onbevredigend moet wor den geacht, noodigt de regeering uit. verbetering van dit overleg te willen bevorderen, en gaat óver tot de orde van den dag. Vervolgens repliceert hij. Spr. protesteert er tegen, dat de Minister heeft gezwegen over het centraal overleg waarover hij wel heeft gesproken. De methoden van handelen der regeering keurt spr. af en hij stelt dus een motie voor, waarin wordt uitgesproken, dat een generale voorziening gewenscht is in ver band met de stijging der levenskosten en dat deze voorziening ten minste 8Vi pCt. van de salarissen moet bedragen en ten minste 100 gld. De MINISTER zegt, niet gesproken te hebben over het centraal overleg, omdat de motie pas na zijn rede is ingediend. De heer'SMEENK (A.R.) heeft bezwaren tegen een algemeene uitkeering, maar hij wil hen helpen, die het 't meest noedfg heb ben. Hij juicht het plan der regeering toe en hij hoopt dat de regeering alles zal doen om het overleg te doen slagen. De eerste motie-Ter Laan acht hij overbodig, omdat het overleg pas is herzien. De organisaties moeten eens inzien dat zij geen politiek moeten voeren. De tweede motie kan hij niet aanvaarden, omdat hij een generale voorziening onbil lijk acht. De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.) meent dat de heer Ter Laan zich beter op de hoogte had moeten stellen. Een grond voor de interpellatie was er dan niet geweest. Er moet eenige verbete ring komen voor eenige groepen en spr. licht dit nader toe. Voor de beide moties gevoelt spr. niets. De tweede loopt vooruit op de algemeene herziening van het Bezoldigingsbesluit en daarvan wil spr. niet weten. De heer L. DE VISSER (C.P.) betoogt dat een uitkeering ineens in uitzicht is gesteld. Daaraan houdt de Min, zich niet. Volgens spr. is de Minister de grootste opruier van het overheidspersoneel, want de ontevre denheid onder het personeel is verschrikke lijk. De minister speelt met vuur en het zou kunnen zijn dat de gevolgen daarvan niet uitbleven. Het georganiseerd overleg heeft niets te beteekenen; het gaat tegen de op vattingen van he,t revolutionnaire proletari aat in. De motie Ter Laan daarover is ui terst slap, zoo iets van vrijzinnig-democra tisch (Gelach). Maar het is hun bij alles te doen om het behoud hunner zeteltjes in de Kamer. Hij stelt een motie voor, waarin alge meene verhooging van salarissen wordt ge vraagd tot het peil van 1920 en een alge meene uitkeering van 1/12 van het salaris over 1925 met een minimum van 100. De motie komt aanstonds in behandeling. De heer MARCHANT (V.D.) meent, dat de Minister te veel aan de 23 millioen gulden vasthoudt. Het lijkt wel of dit een belasting op de ambtenaren is. Het vast houden aan dit cijfer heeft geen redelijken grond; al wijzen de middelen nog zooveel de Regeering verandert niet in haar hou ding. Spr. wil de Regeering van dien weg afbrengen en stelt een motie voor, waarin de afhankelijkheid van een bepaald bedrag wordt afgekeurd en een nadere regeling der salarieering wordt gevraagd, los van de korting die thans is toegepast. De heer KUIPER (R. K.) wil een vrijer onderzoek bij de herziening en bij de over weging van tijdelijke maatregelen. De Com missie van Overleg dient niet te veel aan cijfers gebonden te zijn. Den juisten weg acht hij het standpunt van den Minister, nl. dat het beschikbare geld zoo billijk moge lijk worde verdeeld. Hij hoopt dat de Mi nister eenigszins ruim zal zijn in zijn tege moetkoming, en voorts hoopt hij, dat hij spoed zal betrachten. De heer DE WILDE (A. R.) vindt een uitkeering ineens altijd verkeerd. Hij verklaart zich tegen de mclie-Mar- chant al lijkt die ook aannemelijk. In het licht der debatten echter is ze een afkeu ring van het beleid van den Minister. De heer DRESSELHUYS (V. D.) meent, dat van een belofte geen sprake is geweest, omdat zij aan een voorwaarde was gebon den. Wat de Regeering echter tcezeide vindt hij niet goed en hij hoopt, dat ze dezen weg nooit meer zal betreden. Met de motie-Ter Laan gaat hij dus niet mee. Evenmin kan hij zijn stem geven aan de mctie-Marchant, die in algemenen zin wel juist is, maar hier niet ter zake doet. Voorloopig kan hij zich met de maairege- gelen van den Minister vereenigen. Hij vraagt hierover nog eenige inlichtingen. De 'heer KERSTEN (St, Ger. Partij) vindt het het voorzichtigst voor de Regeering zeenv belolten af te leggen. Spr. wil bij een sala risherziening een regeling voor de pensioen aftrek, waartegen velen bezwaar hebben. De MINISTER geeft nog eenige nadere inlichtingen. Hét ware billijk geweest het geld terug te geven als er meer dan 23 mil- mioen was gekort óp dc salarissen. Een algemeene uitkeering blijft hij onbillijk vin den, omdat velen geen uitkeering noodig hebben. Spr. geeft aan wal dit jaar extra is uit gegeven o. a. voor derving van het mijn recht en voor annuïteiten vor woningen. Er :s voor andere zaken ook geld noodig dan alleen voor de ambtenaren-salarissen. Hij doet dus geen toezegging, dat het bedrag van 3 millioen belangrijk zal worden over schreden. Alleen zegt hij allen spoed toe, zoodat het wellicht gelukt op 1 Dec. de uitkeeringen te doen. De motie-Ter Laan zal meer dan 15 mil lioen gulden kosten en is dus onaanneme lijk, gelijk die van den heer de Visser. De motie-Marchant heeft geen nut en spr. is daar dus tegen. De motie-Ter Laan in zake het Georga niseerd Overleg geeft niet aan wat er ver beterd kan worden en spr. weet geen betere regeling dan thans bestaat. De Regeering behoudt de eindbeslissing en zoolang de organisaties dit niet steeds zoor oogen houde/i, komt de regeling niet verder. De heer J. TER LAAN (S.D.) spreekt een slotwoord. De heer MARCHANT (V.D.) betoogt dat een belofte en een garantie van dezen Mi nister niets waard is en daarom wil hij de Kamer den Minister een wenk laten geven om anders te handelen. (Rumoer) De MINISTER protesteert tegen' deze aantijging. Aan art. 40 heeft spr. niet het minste part of deel gehad. (Rumoer). De heer MARCHANT (V.-D.): De garan tie! De MINISTER: Ook die gaat buiten mij om. Hij vraagt den heer Marchant zijn kri tiek terug te nemen. Anders zal het hem moeilijk vallen met hem te blijven discussi eeren. (Beweging). De heer MARCHANT (V.-D.) zegt dat de Minister gecontrasigneerd heeft het Konink lijk Besluit dat de garantie introk. Spr. zal het brandmerken als de Regeering een be lofte breekt. De motie-Ter Laan (georganiseerd over leg) wordt verworpen met 49 tegen 26 stem men. Voor: Mollet, Veraart, Arts, sociaal-de mocraten, vrijzinnig-democraten. De motie-de Visser wordt bij zitten en opstaan verworpen. Alleen de heer de Visser staat op. De motie-Ter Laan (generale herziening) wordt verworpen met 49 tegen 25 stemmer. Vóór S.-D., V.-D., L. de Visser en Arts. De motie-Marchant wordt verworpen met 50 tegen 24 stemmen. De openbare vergadering zal 5 November weer aanvangen. De VOORZITTER stelt voor bij de alge meene beschouwingen over de begrooting weer den tijd te rantsoeneeren als vorige jaren. De VOORZITTER huldigt daarna den heer Goedhart, directeur van den Stenografischen Dienst, die vandaag voor het laatst hier dienst doet. Meer dan vijftig jaar heeft hij de Kamer trouw gediend. Met gevoelens van leedwezen, maar groote waardeering neemt de Kamer van hem afscheid. Nog vele jaren moge het hem in alle opzichten goed gaan. De vergadering wordt verdaagd tot Don derdag 5 Noveber. De Amsterdamsche rechibank heeft Dins dag de zaak tegen Marinus Muylwijk, be klaagd van moord op den makelaar Busch, voortgezet. De PRESIDENT begint met beklaagde eenige vragen te stellen. Hij JierinnerE er aan dat getuige Saghen heelt verklaard Busch te hebben ontmoet, toen deze zich den avond van zijn verdwijning per auto naar de woning van M. begaf. De ontmoe ting vond plaats op de Leidsche Gracht. Busch liet stoppen, doch wisselde slechiï eenige woorden met Saghen omdat hij zei groote haast te hebben. Toen hij nu bij u kwam, begon Busch eerst allerlei over zijn eigen zaken te vertellen. U verwijderde zich daarop korten tijd en daarna begon Busch te praten over bef geld, dat hij nog van u te vorderen had. Zoo althans is het volgens uw verklaringen gebeurd. Maar hoe rijmt zich dat met de haast van Busch? MUYLWIJK: Er zijn allereerst' tal van dingen, welke getuige Saghen onder eede heeft verklaard, maar die niet waar zijn. B.v. zijn verklaring dat hij mij geholpen heeft aan de hypotheek van de Credit Mu- tuel Hyp. Dat is een leugen. Bovendien maakte Busch altijd eerst een praatje voor hij over zaken begon. De PRESIDENT vraagt beklaagde ver der wie of indertijd de hypotheek van 50.000 heeft ontvangen. MUYLWIJK antwoordt, dat mr. Levy als zijn gemachtigde het geld heeft ontvangen. Later heeft mr. Levy met hem afgerekend. PRESIDENT: Onder de stukken is een telegram gevonden door u aan Busch ge zonden en op zijn verjaardag 8 Sept. 1915. Het was een hartelijk telegram van geluk- wensch. Hoe rijmt zich dat echter met een verklaring, dat op dien datum uw verhou ding met Busch reeds zeer koel was? MUYLWIJK: Ja, in dat telegram heb ik maar wat gehuicheld, maar dat gebeurt toch zooveel met beleefdheidstelegrammen. Het ging wel tegen mijn principe in, maar dat is nu eenmaal hef contrast van het leven, De PRESIDENT en de OFFICIER stel len beklaagde verschillende vragen omtrent de tijdstippen, waarop hij aan Busch ge deelten betaalde van de hem toekomende provisie. Get. J, v, a. M, verklaart 25 jaar gele den eens stoeiend met een jongeren broer dezen in den nek te hebben gegrepen, met het gevolg, dat de jongen voorover viel en eenige oogenblikken weg was. Getuige heeft gemeend de rechtbank hiervan te moeten inlichten en daarom den verdediger een brief geschreven. Nog eenige getuigen worden gehoord, die over soortgelijke ervaringen verklaren, Daarna wordt gepauzeerd. Na de pauze doet MUYLWIJK ten slot te nog eenige mededeeiingen omtrent de na na de tot stand koming van de hypo theken slechter geworden verhouding met Busch en tevens van zijn precairen finan cieelen toestand. De OFFICIER stelt beklaagde de vraag hoeveel geld hij nog van de opbrengst der hypotheken in handen heeft gehad. MUYLWIJK zegt, dat na de afrekening nog een bedrag van 5 a 6000 gulden was blijven staan om de perceelen van des Overtoom af te bouwen. Op een desbetreffende vraag van den president deelt hij nog mede, dat Busch meermalen afbetalingen van hem in ont vangst nam, zonder daarvoor kwitanties af te geven. Naar aanleiding van een opmerking van den olficier, dat er ook andere kwitanties omtrent gedane betalingen ontbreken, deelt bek!, mede, dat hij in het Huis van Bewa ring op verzoek van den rechtercommissa ris 'n groot aantal besheiden, tot zijn ad ministratie behoorende, op volgorde heeft gelegd: PRESIDENT: „Waar hebt u dit gedaan?" MUYLWIJK: „In het instructiegebouw." De OFFICIER: „In uw cel?" BEKLAAGDE: „Ja." PRESIDENT: „Hoe lang is it daarmee bezig geweest?" BEKLAAGDE: „Zeker vier of vijf dagen." PRESIDENT: „Hoe lang hebt u daar el- ken dag aan gewerkt." BEKLAAGDE: „Misschien vier uur per dag." Daarna worden nog eenige getuigen ge hoord. De eerste getuige is de reiziger J. van der Meer, die een brief aan den verdedi ger gezonden had, waarin hij heeft m'ede- gedeeld, dat jaren geleden bij een stoei partij met zijn jongeren broer, deze plotse ling bewusteloos was geraakt. Getuige had hem toen van achteren bij zijn boezeroen gegrepen en hij vermoedde, dat de boord tegen zijn keel gedrukt was. Getuige C. Bakker heeft een dergelijk voorval meegemaakt, toen hij eens met zijn vrouw stoeide en had hierover eveneens den verdediger geschreven. Toen hij eens voor de grap zijn vrouw bij de keel greep was zij plotseling bewusteloos geraakt. Dc secretaris van den Chr. Textielarbei- dersbond J. Vunderink heeft het ook eens meegemaakt, dat iemand plotseling zijn be wustzijn verloor bij een stoeipartij. Getuige werkte toen op een fabriek in Almelo en stoeide eens met een jongen, die hem een appel wilde ontnemen. Toen hij den jongen bij de keel pakte, geraakte deze plotseling buiten bewustzijn. De PRESIDENT meent, dat nu geen ge tuigen meer gehoord behoeven te worden. De VERDEDIGER meent van wel. Hij is van oordeel, dat de verhalen betreffende de instructie lang niet alle bevestigd wor den door de verklaringen, ter terechtzit ting afgelegd. Zoo bijv. de verklaringen van getuige Vink, die volgens de verbalen 1000 zou hebben ontvangen van den makelaar Schop- man- 'srwijl hij on de terechtzitting heeft medegedeeld, dat die 1000 bij de po litie zijn gedeponeerd. Voorts heeft de Kort tegen Muylwijk gezegd: „Jij hebt je geld aan processen weggegooid." De Kort zou dus misschien veel meer van die processen afweten. De PRESIDENT merkt op, dat de recht bank recht doet op het verhandelde ter terechtzitting. De politieverhalen en het verhandelde in de instructie spelen daarbij geen rol. Thans zal de rechtbank pauzeeren en in- tusschen beraadslagen over een brief, dien de verdediger haar heeft toegezonden om trent mededeeiingen, welke hem van ver schillende personen hebben bereikt. Na de pauze vraagt de PRESIDENT aan beklaagde, wat in het in de ochtendzitting ter sprake gekomen telegram aan Busch de woorden „onzen dank" beteekenen. Waarvoor bedankte beklaagde Busch? BEKLAAGDE zegt het niet te weten. De PRESIDENT deelt mede, dat de rechtbank na overleg ook met den officier tot de slotsom is gekomen, dat er geep. termen bestaan om nog getuigen te hooren op al de punten, waarop de verdediger blijkens een door hem aan de rechtbank gerichten brief nog getuigen wenschte ge hoord te zien. Slechts ten aanzien van een dezer door den verdediger nog gewenschte getuigen maakt de rechtbank een uitzondering. De zitting is daarna verdaagd tot Vrijdag a.s. Dan zal dc officier, nadat nog enkele (etuigen gehoord zullen zijn, requisitoi, nemen. Tijdens hevige windvlagen is het schip „Soeur Frères", geladen met suikerbieten, te^ Sluiskil omgeslagen.' Het lichten van het schip met lading is opgedragen aan de N.V. Van der Graaf en Koelman's Bergings- en Transportbedrijf te Rotterdam. Men meldt uit Hoek van Holland: Bij aankomst van de Harwichboot werd hem een der passagiers aangifte gedaan, dat hem gedurende de reis 20 pond en 40 was ontstolen. Bij onderzoek door de politie bleek, dat van diefstal geen sprake was, daar het geld in zijn tasch werd teruggevon den. Een en ander was oorzaak dat de ex press-trein 10 minuten te laat vertrok. Op telefonisch verzoek van den burge meester van Dussen (N.-Br.) heeft het hoofd bestuur van het Nederlandsche Roodc Kruis 1.1. Zaterdag een brancard, benevens een veertigtal dekens en eenige dozijnen lakens doen bezorgen ten gebruike bij de bestrij ding der in die gemeente heerschende ty- phusepidemie. Dinsdagmorgen is de vrij bejaarde A de Jong aan den Peizerweg te Groningen door de Drachtster tram overreden. Beide beenen werden den man afgereden, terwijl hij ook aan het hoofd zwaar gewond werd. De on gelukkige was onmiddellijk dood. Nader meldt men nog omtrent de instor ting van het huis 'der firma Vuick in de Her togstraat te Nijmegen dat het ongeluk werd veroorzaakt door z.g. verzetten van een oogenschiinlijk sterken middenmuur, welke op dat oogenblik uit het hoofd hing en naar. buiten boog. De muur brokkelde af, stortte gedeeltelijk in en trok den heelen bouw met stutpalen en al met zich mee. Een deel van het dak bleef in schuine richting hangen. Van de werklui, waarvan verschillende be neden aan den arbeid waren werd wonder boven wonder niemand gekwetst. Naar wij vernemen had het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht meer dan eens gewezen op het gevaarlijke van de situatie. De politie stelt nu een ernstig onderzoek in naar de oorzaak van het ongeluk. De dader gearresteerd. Te Wassenaar is Maandag een meisje, dat op een rijwiel reed, aangerand door 'n man, die eveneens op een fiets zat. Hij beeft het meisje een hand voor den mond gehouden én haar op oneerbare wijze vast gegrepen. Door haar hulpgeroep werd de bestuurder van een auto, die juist passeer de, opmerkzaam gemaakt op het geen ge beurde. Dc dader vluchtte, doch werd door den automobilist, die hem achtervolg de, gegrepen. Het bleek te zijn zekere L., woonachtig te Wassenaar. Hij zeide, met het geval niets uitstaande te hebben. Het 'meisje heeft hem echter herkend. Zijn klce- deren waren door den tegenstand van het meisje ernstig gehavend, zoodat ontkennen wel niet zal baten. L. is ter beschikking van dc politie gesteld. Rotterdam, 20 Oct. Rotterdamsche veiling Warmoezierstraat. Kipeieren f 9.95— 12.55, kleine kipeieren f 79.60, eenden eieren f 89. Aanvoer 60.000 stuks. KATENDRECHT, 20 Oct. Kipeieren f 7.5012, eendeneieren f 89. Aanvoer 40.000 stuks. TIEL, 19 Oct. Boter, aangevoerd 25 K.G., was, wat de kwaliteit betreft, 20 ct. hooger in prijs. De mindere kwaliteit bleef op vorige noteering. Prijs thans f 2.402.80 per K.G. Van eiPren was de aanvoer iets kleiner, 40.000 stuks. De prijs liep op tot 1113 cents. AMERSFOORT, 19 Oct. Aangevooerd 61 wagens, bevattende 15250 kilo kaas. Prijs f 556? per 50 kilo. Handel vlug. BODEGRAVEN, 20 Oct. Aanvoer 395 stapels Gouda kaas, waarvan 358 sta pels met rijksmer, in totaal 15.370 stuks, we gende 122.960 Kg. Ie soort 6572, 2e soort f5963, zware f 37zonder rijksmerk f 5867. Handel matig. PURMEREND, 20 Oct. Aanvoer 35 stuks boerenkaas f 5861, 16 stapels fa- brie ks kaas f 57%61, 443 Kg. boter f 2.60 2,70. Eieren f 11 12%, kuikens f 0.204, ganzen f 57.50 GRONINGEN, 20 Oct. Eieren f 10— 11. MIDDELHARNIS, 19 Oct. Kipeieren 50 Kg. f 8.50-8.55, 61 Kg. f 11.30-11.75, bruine 61 Kg. f 11.6011.75, Eendeneieren 6974 Kg. f7,458. Poeleieren (7- ROTTERDAM, 20 Oct. Ter veemarkt waren heden aangevoerd 252 paarden, 5 veulens, 2324 magere runderen, 604 vette runderen, 147 vette kalveren, 737 nuchtere kalveren, 780 graskalveren, 499 schapen of lammeren, 301 biggen, 18 bokken of geiten, 45 overloopers. Prijzen per K.G.koeien 3547%— 505860 ets., ossen 37%404954 ets., stieren 37%4551 ets., kalveren f65—75—87%—90 ets. Prijzen per stuk van mager vee melk koeien f 320520, kalfkoeien f 340500, stieren f 20500, pinken f 140190, gras kalveren f 70130, vaarzen f 200275, paarden f 200350, biggen f 1224, id. per week f 2.502.75, slachtpaarden f 100 175, hitten f 120225, fok- nuchtere kal veren f 2540, slacht-, id. f 1720, over loopers f 2540, veulens, f 6080. Op de vette markt was de aanvoer van koeien en ossen tamelijk. Er was redelijke handel en de goede soorten bleven ruim prijshoudend, terwijl de mindere soorten lager verkocht werden. Een enkel puikbest spoelingbeest ging nog van 2% tot 5 cent boyen noteering. De aanvoer van stieren was Zeer matig, De handel was tamelijk en er wa6 goede vraag naar worststiertjes. De prij- zen bleven vrijwel gelijk|aan die van de vo rige week. Vette kalveren met korten aan-, voer, luien handel en iets stijvere prijzen. Een puikbest kalf werd tot 2% cent boven noteering verhandeld. Op de magere markt was de aanvoer van melk- en kalfkoeien ruim. De handel was redelijk en er werden voor goede soorten wederom hooge prijzen besteed. De aanvoer van jong vee was even eens groot. Over het algemeen flauwe han del en vrijwel de oude prijzen. De aanvoer van gras kalveren was matig. Er was goede vraag voor slacht-, doch voor fokkalveren was minder kooplust. De prijzen bleven nog hoog. Nuchtere fok- en slachtkalveren met tamelijken aanvoer. De handel was iets be ter en er werden hcogere prijzen besteed. De aanvoer van werk- en slachtpaarden, hitten en veulens was gewoon. Er was kalme handel en weinig verandering in de prijzen. De aanvoer van biggen was tamelijk de han del flauw en de prijzen ongeveer als de vo rige week. Overloopers weinig ter markt, kalme handel en de oude prijzen. SNEEK, 20 Oct. Aangevoerd 694 melk en kalfkoeien f 145430, 40 vette koeien f 240410, 6 vette kalveren f 5580, 1042 graskalveren f 55f 130, 68 nuchtere kal veren f 810, 220 schapen f 3550, 460 lammeren f 2038, 603 varkens f 50150, 135 biggen f 1018, vette koeien f 5060, id. kalveren 5062%, vette varkens 40 44%. TIEL, 19 Oct. Op de varkensmarkt waren aangevoerd 164 varkens en 411 biggen. Prijshoudend. Varkens f 25100 biggen f 12—22. GRONINGEN, 20 Oct. Op de heden gehouden veemarkt waren de prijzen als volgt Vroegm. koeien 235375, 250 300, Vare Koeien 300—325, 250—275, Kalf- en melkkoeien 430450, 350390, 240300,Stieren 9296 ct., 7082 ct., 7882 ct., Lammeren 400, 250310, Kalfvaarzen 350440, Melkschapen 25 60, 43—50, 99—94, 70—80 ct., Weide- lammeren 25—28, 112--116, 1.04—1.08 Vette kalveren 1.361.40, 1.151.25, Biggen 1117, 1.502.50 per week, Vette varkens 8890 ct., 8284 ct., Zouters 8082 ct., Vette schapen 5055, 4548. Londensche varkens 8286 ct., weide- schapen 4050, 3038, vette lammeren 3236, Vette schapen 4652, 3842. De aanvoer bestond uit 115 vette koeien, 222 kalveren, 280 kalf- en melkkoeien, 38 stieren, 1094 schapen, 911 vette en Londensche varkens, 498 magere varkens en biggen. Het kalf- en melKVee was prijshoudend. Slachtvvee nauwelijks prijshoudend. Stieren iets hooger. Voor de vette en nuchtere kalveren bleven de prijzen bij vluggen handel onveranderd. In wolvee had de handel een zeer traag verloop. Voor de vette en Londen sche varkens liepen de prijzen iets terug. Zouters en biggen prijshoudend. GRONINGEN, 20 Oct. Roede tarwe f 1111.75, witte tarwe fll12.25, Rogge f 8.259.30, Wintergerst f 9.2510.40, Zo- mergerst f 910, Witte Haver f 8.5010, Gele Haver f 8.5010, Zwarte Haver f 9 9.80, Blauwpeulerwten f 1020, Zwanen hals f 910.50, Groene Erwten f 10.50 16.75, Paardeboonen f 1011.75, Wierde- boonen f 1011.75, Waalsche Boonen fll 17, Koolzaad f 19f 25, Waalsche Boe nen f 1117, Koolzaad f 19Karwijzr::! f 1824.50, Geel Mosterdzaad f 3038, Kanariezaad f 1520.75, Lijnzaad wit blo- f 1621, Buitenlandsche Rogge f 10.35— 11.25, Voergerst f9.8010.25, Platte IVJris f 10,25—10.50, Roode Mais f 10.40—11, IJMUIDEN, 20 Oct. Heden waren aan c't markt de vangsten van 21 stoomtrawler.. De prijzen waren als volgt Tarbot 1.50 1.20, tongen 3.202.10 per kg; g?ic' 5628, gr. schol 7160, md. -sci ci 6557, zetschol ƒ6251, kl. schol 2717 178.50, scharren 179 per 50 kg roggen 4538 per hoop vleet 2.401 per stuk makreel 3531, pieterman en poon 94.90, gr. sclielvisch 4032, md. schelvisch 5022, k.md. schelvisch 17—10, kl. schelvisch 138, 6,504 per 50 kg kabeljauw 8056 pór 125 kg; gr. gullen 1914.50, kl. gullen 74, wijting 53.60 per 50 kg. IJMUIDEN, 20 Oct. De aanvoer van versche Noordzeevisch en haring was Ma'an- dag in de Visschershaven wederom tamelijk groot. Er kwamen niet minder dan 28 stoom- treilers met een totaalbesomming van ƒ86.000 aan den afslag. Een groot deel dezer schepen maakte mooie besommingen de IJ.M. 190 (Henriëtte Jacoba) maakte zelfs 5685 voor de aangevoerde lading versche visch. Door tien Britsche stoomdrifters werd te zamen 3700 manden versche haring aangevoerd de aanvoeren van twee motorloggers en zeven Britsche stoomdrifters werden voor totaal 28.334 geveild. IJMUIDEN, 20 Oct. Van de drijfnet» visscherij kwamen heden negen Britsche stoomdrifters binnen met tesamen ongeveer 3850 manden versche haring. Geveild werden de vangsten der Britsche stoomdrifters L.T. 10 (Ocean Scout) met 1962 L.T. 593 (Golden Ring) met 2517 ;L.T. 703 (Empires Heroes) met 1432 L.T. 1263 met 1922 L.T. 145 (Silver Prince) met 3376; L.T. 224 met 2344 L.T. 746 Margre; Hide) met 958 L.T. 334 (Fisher Boy) met 34549 L.T. 27met 3551 L.T. 307 (Renovate) met 2573 en S.H. 212 (Kessing- land) met 2262 aan opbrengst. NIEUWE UITGAVEN. Wij ontvingen van de firma J. J, Romen Zonen te Roermond, het mooie boekje: Trek ons tot U, O kleine Teresia, door iMcrtin Stoks, C.S.S.R., 3e druk, (7e—9e duizendtal), wel een bewijs dat dit aantrek kelijk boekje bij de Vereerders der Heili ge van Lisieux, aftrek heeft gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 6