BRIEVEN U T FRANKRIJK
EttüD
g-filEUWS
ELCK WAT WILS
TREKJES
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad. Maandag, 26 October 1925
Het einde van de Tentoonstelling nabij.
Sigarenfabriek uitgebrand.
De onbewaakte overwegen.
Auto in beslag genomen.
DRAlSmA-vAiN-VALKEriBURG'S
Een laaghartige daad.
Schapen doodgebeten.
Hollandsche bloemen naar
Amerika.
Een jeugdige dievenbende
ingerekend.
KUNST EN KENNIS.
Een nieuto werk van Frederik
van Eeden.
Nieuwe uitgaven.
KERK EN SCHOOL.
No. 422.
Belangrijke instructie aan de
lialiaansche geestelijkheid.
Nederlandsche pelgrims
te Rome.
Naar de Missie.
LUCHTVERKEER.
De K. L. M.-luchtvloot
te koop aangeboden.
Doet Uw Schoenen Goed
VERKEER EN POSTERIJEN.
Wat zijn dienststukken?
Zou er wel een wereldtentoonstelling ge
weest zijn, waarbij het al dan niet verlengen
geen punt van bespreking heeft uitgemaakt
Het ligt trouwens voor de hand. Zijn de
financieele resultaten gunstig, dan is de
tentoonstellingscommissie geneigd, de bron
nen van inkomsten nog eenigen tijd te doen
vloeien. Vallen de resultaten tegen, dan hoopt
men door enkele weken langer open te
blijven, de schade in te halen. Hoewel van
de tentoonstelling voor decoratieve en in-
dustrieele kunst nog niet is te zeggen, of de
eindrekening een batig saldo zal opleveren,
zijn de verwachtingen hoopvol. Het bezoek
is meer dan bevredigend geweest en de
vreemdelingen zijn gedurende de zomer
maanden in grooten getale opgekomen om
deze expositie in oogenschouw te nemen.
Geen wonder dus, dat ook ditmaal over
verlenging druk wordt gesproken. Er gaan
zelfs stemmen op, een volgend jaar in na
volging van Wembley, deze tentoonstelling
te hervatten. Die stemmen zullen wel on
verhoord blijven. En terecht. Want afgezien
van het feit, dat het wenschelijk is, een der
mooiste en drukste verkeerspunten van
Parijs aan het normale leven terug te geven,
bestaat er geen enkele reden, deze expositie
te handhaven. Noch het meerendeel der
paviljoens, noch het tentoongestelde is van
dien aard, dat een herhaling van belang
schijnt. Evenmin een verlenging van enkele
weken komt ons gewenscht voor. Deze
zou te hooge kosten 'met zich brengen om
er eenig geldelijk gewin van te verwachten.
Vernieuwing van huur en verzekerings
contracten, aanhouden van personeel en
aanbrengen van verwarming, waarvan het
gemis zich nü reeds sterk doet gevoelen.
Zoo zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid
deze tentoonstelling einde October haar
poorten definitief sluiten.
Tevoren echter zal in het „Grand Palais"
op 26 October de uitreiking van de be
kroningen op plechtige wijze plaats vinden.
De jury heeft haar moeilijke taak volbracht
en met spanning wordt de uitspraak tegemoet
gezien. Hoewel deze tot nu toe vrijwel
is geheim gehouden, is genoeg uitgelekt,
om te kunnen verzekeren, dat Nederland
een goed figuur zal mfken. Een regen van
medailles en diploma's zal over de expo
santen neerdalen en ons land zal in ver
houding tot zijn betrekkelijk kleine inzendin
gen daarvan zijn deel in ruime mate krijgen.
Over de wenschelijkheid van bekroningen
bij een tentoonstelling als deze, zou heel
wat te zeggen zijn. Wij zijn er geen voor
standers van. Waar zij meer als een demon
stratie heeft' gegolden en een vergelijking
tusschen de inzendingen van meest uiteen
loopenden aard b'jna ondoenlijk is. Maar eens
het standpunt ingenomen, dat bekroningen
worden uitgereikt, dient men zich daarbij
neer te leggen.
Te betreuren blijft het echter, dat men
juist het meest belangrijke, de paviljoens
zelf buiten beschouwing heeft gelaten.
En wel om politieke bijgedachten, die
met kunst als zoodanig niets te maken hebben.
Het moge moeilijk geweest zijn, landen als
Engeland, Italië en België voorbij te gaan,
om de paviljoens van kleine landen als
Nederland volgens bevoegden in de aller
eerste plaats behoort, de hoogste onder
scheidingen toe te kennen, dat was geen
motief, van het oorspronkelijke plan af te
wijken en ze allen van een bekroning uit
te sluiten. Had men bij den opzet der ex
positie dit bepaald, er zou 'geen bezeaar
tegen zijn geweest. Achteraf, nu de gealli
eerde landen een pover figuur hebben ge
slagen, is een dergelijke maatregel niet
goed te praten.
Ons oordeel over de eventueele bekro
ningen zullen wij nog tot later opschorten
Eerst na deofficieele bekendmaking val te zeg
gen, of billijk en onpartijdig met de koek en
de gart is omgega n.
In ieder geval de drieledige jury, de groe
pen-, klassen- en opperste jury heeft ge
tracht met groote onpartijdigheid de bekro
ningen toe te kennen.
Hier en daar heeft het Chauvinisme wel
eens om de deur gekeken en een overwinning
behaald, over het algemeen, werd mij ver
zekerd, is slechts rekening gehouden met
de kunstwaarde der voorwerpen. De mee
ningen over het welslagen der tentoonstel
ling loopen ver uiteen. Niet over het bezoek
dat gelijk ik reeds zeide, zeer talrijk is geweest,
maar over de artistieke beteekenis en de
eventueele gevolgen op het zakenleven. Over
smaken valt nu eenmaal niet te twisten.
En zoo staan tegenover bewonderaars van
onze moderne kunst niet weinigen die deze
expositie als een armzalige uiting van onzen
inspiratieloozen tijd beschouwen. Wat de
Zakenmenschen betreft, zij zijn niet bijster
tevreden. Meer kijkers dan koopers hebben'
zich om hun stands verdrongen. De prij
zen waren over hét algemeen te hoog om op
groote schaal orders te ontvangen, waarbij
de uiteenloopende wisselkoers zich sterk heeft
doen gelden.
Dit neemt niet weg dat door velen betrek
kingen zijn aangeknoopt die in de toekomst
gunstige resultaten kunnen opleveren. En dit
is wel het voornaamste dat er contact is ge
komen tusschen de leidende persoonlijk
heden op het gebied der decoratieve en in-
dustrieele kunst in de verschillende landen
Indien men deze tentoonstelling beschouwt
als een mijlpaal op den moeilijken weg der
decoratieve kunst, indien zij prikkelt tot
verdere krachtinspanning, dan is zij inder
daad niet tevergeefs gehouden. Wembley gaf
een beeld van wat Engeland op het gebied van
handel en industrie in zijn koloniën heeft be
reikt, de Parijsche tentoonstelling is veeleer
een poging geweest aan te toonen, hoe in de
toekomst de decoratieve en industrieele kunst
zich moet en kan ontwikkelen.
Als zoodanig verschijnsel heeft zij onge
twijfeld haar beteekenis gehad en kunnen de
inrichters met voldoening op hun arbeid
terug zien.
Nederland zeer zeker heeft reden verheugd
te zijn, er aan te hebben deelgnomen. Lof
prijzingen zijn onze Vaderlandsche kunste
naars van deskundige zijde niet gespaard.
Nu het sluitingsuur bijna is geslagen, dient
hen ook hier ter plaatse hulde gebracht Een
hulde die het best kan worden samengevat
in een woord van dank aan de Nederland-
sche tentoonstellingscommissie en den ijve-
rigen comrrlissaris-generaal, den heer de
Bie-Leuveling Tjunk, die steeds op de bres
heeft gestaan cje Vaderlandsche belangen op
voortreffelijke wijze te dienen.
Indien eenige paviljoens worden waardig
gekeurd deze tentoonstelling te overleven,
zou zeker ons Nederlansche paviljoen daar
voor in aanmerking komen.
De sloopershand zal evenwel wel bitter
weinig ontzien en de expositie binnenkort
geheel tot het verleden laten behooren.
Parijs, 22 October 1925. Mr. P. v. S.
Zaterdagavond omstreeks zeven uur werd
brand ontdekt in een sigarenfabriekje op de
bovenverdieping van perceel Reitzstraat 13,
in den Haag, dat tevens als tabaksbergplaats
dienst doet.
Het vuur vond gretig voedsel in een groote
partij tabak en sigaren, welke daar was opge
slagen, waarna de vlammen ook den vloer en
het plafond aantastten. Nadat de brandweer
het geheel verlaten perceel was binnenge
drongen, wist zij met twee stralen den brand
binnen een half uur meester te worden. Een
belangrijke hoeveelheid tabak en sigaren
verbrandde. De schade is vrij aanzienlijk,
doch wordt gedekt door verzekering op beurs-
polis. Men vermoedt, dat de brand is ont
staan, doordat de eigenaar de heer A. van
Huizen, een brandende pijp tabak in zijn
jas heeft gestoken en deze heeft neergehangen
in de fabriek. De pijp is toen waarschijnlijk
uit zijn jaszak gevallen en heeft zoo de tabak
die op den grond lag, vlam doen vatten. Een
garage, in het benedenperceel gevestigd,
kreeg geen schade.
Op het kantje af gered.
Toen de graanhandelaar V. te Alphen a.
d. Rijn onder Zevenhoven den onbewaakten
overweg wilde passeeren, werd zijn auto
gegrepen door den trein, welke 6.02 uit Al
phen vertrokken was.
De spoorbaan is door een haag van den
weg gescheiden en vermoedelijk heeft V.
daardoor den trein niet gezien. Doordat V.
V. met groote tegenwoordigheid van geest
uit het portier sprong, redde hij zich het
leven. De vernielde auto werd door de trein-
passagiers van de rails getrokken.
Na 20 minuten oponthoud was de weg weer
vrij.
Eenige jongelui uit Gennep (Limb.) hadden
van een Maastrichtenaar een auto geleend
om even een klein' uitstapje te maken, ze zou
den direct terug komen. Ze hadden echter
nogal tamelijk kermis gevierd. Zij gingen tot
Grunewald en keerden na eenigen tijd terug.
Aan het Hollandsche douanekantoor moesten
ze halt houden, maar vóór dat zij werden ge
controleerd, trokken zij er tusschen uit. De
ontvanger telefoneerde naar een volgende
post, doch op het „halt" der ambtenaren
snorden zij met vol gas door. Men vuurde op
de banden, die werden stuk gescholen. Te
Ottersum wilden de jongelui den auto, die
tot stilstand was gekomen, verlaten, doch
werden door de nader gekomen rijksambte
naren gearresteerd. Tegen den bestuurder
werd proces-verbaal opgemaakt en de aut
van den Maastrichtenaar in beslag genomen.
LEEUWARDEN
Door de centrale recherche is Zaterdag
morgen te Amsterdam aangehouden een 23-
jarig jongmensch, zich noemende Koopman,
die de vorige maand kennis had aangeknoopt
met een 21-jarig meisje, dat. hij beloofd had
te zullen trouwen en dat hem daarom haar
heele bezit van ongeveer 8000 had ter
hand gesteld. Na een paar dagen verdween
hij met het geld en liet niets meer van zich
hooren.
Thans blijkt, dat hij nog slechts in 't be
zit is van 245 en eenige door hem gekochte
goederen ter waarde van ongeveer 2500,
terwijl hij bêweert het overige geld te heb
ben verteerd en verloren met weddenschap
pen op de courses.
In de weide van den landbouwer J. G. te
Dinteloord werden drie schapen door honden
doodgebeten, terwijl zeven schapen zoodanig
door beten waren toegetakeld, dat'* zij afge
maakt moesten worden.
EEN VOGELNESTJE KLEINER DAN
EEN GULDEN.
Van een merkwaardigen vogel vertelt H.
van Meurs in 't „Soer. Hbl." „Dit is de
Boomgierzwaluw. Deze groote zwaluw
(bijkans een kwart meter lang) bouwt een
nestje, dat in zijn grootste doorsnee kleiner
dan een gulden is.
Gelijk zoovele zwaluwsoorten haar nesten
zijdelings tegen een wand vastkleven (deer
middel van speeksel of klei) zoo doet ook
onze boomgier of klecho. Zij bevestigt haar
.miniatuurnestje niet zijdelings tegen een
muur, doch tegen een boomtak. Hierin kan
de moedervogel slechts één ei deponeeren
(dit is ongeveer 23 a -24 milimeter lang en
heel licht grijsachtig blauwgroen van
kleur) welk ééne ei dan nog een heel stuk
boven het nest uitsteekt Het nestje is van
fijne stukjes tak, wat koorstmes en speeksel
vervaardigd en vooral aan den rand niet
dikker dan perkament-
Hoe broedt nu wel onze groote ouder
vogel Hij zet zich op den tak neer, waaraan
het nestje zijdelings bevestigd is, cn dat wel
zóó, dat hij met een deel van zijn buik het
nestje bedekken kan.
Toen ik de klecho voor het eerst „op h'et
nest" aantrof, zat hij op een hoogen blader-
loozen zijtak van een dikken doerian-boom.
Niets verried, dat het beêst óók op een
nest met een jong zat. Dit .bleek me eerst
daaruit, dat de vogel steeds op dezelfde
onbeschutte plaats bleef zitten, óók als het
zwaar regende (het was in Maart van dit jaai
De inlanders kennen dezen vogel nauwe
lijks. Het zéér typische nest in het geheel
niet. Het heeft mij dan ook uitermate veel
moeite gekost, eenige dezer vrij zeldzaam
voorkomende bijna onvind- en onbereikbare
nesten (met het ei) voor mijn verzameling
machtig te worden. Ik heb hiervan en ook
van nesten met het jong erin, foto's weten
te maken, die zeer verrassend zijn.
Waar het nestje van de klecho reeds veel
te klein is voor het èi, kunt ge nagaan, hoezeer
het van te geringe grootte voor den jongen
blijkt te zijn Men weet eenvoudig niet,
welk een prachtig schouwspel het nest van
de klecho met het jong levert".
DIEFSTAL UIT EEN GESLOTEN KAST.
Uit een gesloten kast is van een vracht
wagen, die stond in een pakhuis aan de
Wittenkade te Amsterdam is een porte
feuille ontvreemd, inhoudende een bedrag
van 8000 a 9000, een schuldbekentenis
groot 1000 en een briefje.
Van 1 Juni tot 1 September 1926 wordt te
Philadelphia een internationale tentoonstel
ling gehouden. Op deze tentoonstelling zul
len Nederlandsche piantenhandelaren een
zeer belangrijke inzending sierplanten expo-
seeren in den vorm'van een HcV.indschen
tuin, welke een waarde zal hebben van on
geveer 100.000.
DE LEERPLICHTWET EN TOCH.
Niettegenstaande de Leerplichtwet al een
kwart eeuw oud is, heeft zich te Nistelrode
(N.-B.) het geval voorgedaan dat bij een
huwelijksvoltrekking het bruidje verklaartjp,
uit onkunde niet te kunnen schrijven,
VAN DE STOOMTRAM GESPRONGEN.
Op den Haagweg te LoosduiiTen is Vrij
dagavond een 17-jarig meisje van een wagen
der Westlandsche Stoomtram gësprongen.
Zij kwam daarbij echter te vallen en werd
ernstig aan den rechtervoet verwond, ter
wijl haar linkerhiel werd gekneusd. Ook
kreeg zij verwondingen aan het voorhoofd,
aan onderarmen en handen.
Door den Gencesk. Dienst is het meisje
near het R.-K. Ziekenhuis in het Westeinde
vervoerd,
OP HUIZE DOORN.
De echtgenoote van den ex-keizer is na
n bezoek van eenige dagen aan kroonprins
Wilhelm, Woensdagavond met haar beide
dochters weer op huize Doorn teruggekeerd.
Donderdag, den datum van het overlijden
van keizerin Augusta, werd op 't huis Doorn
een godsdienstoefening gehouden, waarin
speciaal de overledene herdacht werd. Aan
alle leden van het, personnel werd een her
inneringsalbum van keizerin Augusta Victoria
gegeven, waarin veie kleine gedichten en
facsimiles, brieven en handschriften verza
meld waren van de overleden Duitsche kei
zerin. („Hbld.")
De politie van het bureau J.D. Meijerplein
te Amsterdam is op het spoor gekomen van
een jeugdige bende, die verschillende mis
drijven op haar geweten heeft. Het betreft
hier vier leerlingen van de school voor ach
terlijke kinderen in de Plantage, die zich
in hun vrijen tijd onledig hielden met stelen.
Twee knapen van twaalf jaar hielden eenigen
tijd een 64-jarige vrouw, die met haar bood-
schappenmandje over de Oudeschans liep,
in de gaten, en toen zij hun kans schoon za
gen namen ze haar portemonnaie, die een
bedrag van 10 A 12 inhield, uit het mandje
weg. Ook zwierven zij over de markt van
het Waterlooplein, namen vruchten en snoep
goed van de stalletjes weg of eigenden zich
portemonnaies en voorwerpen uit bood-
,schappenmandjes toe. Uit een metaalhandel
op de Plantage Muidergracht ontvreemdden
ze eenige koperen buizen, ter waarde van
ongeveer een gulden het stuk. Een der kna
pen kwam met zoo'n buis thuis en toen de
vader vroeg hoe hij er aan kwam, zeide hij,
dat hij die gevonden had. De vader verkocht
de buis aan' een kooper voor 35 cent. Daar
hij het voorwerp, als gevonden zijnde ten
politiebureele had moeten afgeven, is tegen
hem proces-verbaal wegens heling opge
maakt.
Vier knapen zijn gearresteerd en door de
pqlitie gehoord. Na dit verhoor zijn ze'weer
naar huis gebracht. Ze zullen zich voor den
kinderrechter wegens hun misdaden hebben
te verantwoorden.
Een gedramatiseerde heiligenlegende.
Dr. Frederik van Eeden heeft een nieuw
werk voltooid, nl. „Tafereelen uit het leven
der heilige Sura." Deze spelen te Dordrecht
in de twaalfde eeuw.
Volgens oude Hollandsche krotjieken is
deze Dordtsche maagd de stichteres geweest
van de groote Lieve Vrouwe Kerk aan het
Westeinde der Merwedestad. Ofschoon som
mige geschiedschrijvers rneenen, dat de kerk
pas in 1339 gebouwd werd/moet zij reeds in
1168 gesticht zijn, hoewel niet geheel in den
tegenwoordigen vorm, zooals wij ze kennen.
De legende verhaalt, hoe Sura een prachtige
kerk ter eere van Maria wilde bouwen en hoe
een engel in den droom haar de plek aan
wees. Aan drie werklieden verzocht Sura
toen om met het werk een aanvang te ma
ken, zij zou hen met drie penningskes loo-
nen. Maar telkens als zij hen drie pennings
gen betaald had, vond zij er weer drie in haar
beurs. Dat een arm meisje zooveel geld
vermocht uit te geven, wekte argwaan en
lastertongen verhaalden, daf zij een schat in
haar woning verborgen hield. Op een dag
vond men haar vermoord in haar kamer op
den grond liggen met een bebloed mes naast
haar. Spoedig had men de moordenaars
achterhaald, die ter dood werden veroor
deeld. De oude Dordtsche traditie verhaalt,
hoe zij met de nog versche wonde voor de
rechters verscheen en door hare wonderbare
verschijning genade voor de drie moorde
naars verkreeg.
De naam Sura vindt men herhaaldelijk
terug in oude Dordtsche geslachten, tot aan
de 17e eeuw toe en nog veel later als Sueta
Soeta, Siewertje en Soetken, hetgeen vol
gens den geschiedschrijver Moll verschillen
de verbasteringen zijn van Sura.
In de 16e en 17e eeuw zijn er verschei
dene levensbeschrijvingen over haar ver
schenen. Vondels' vriend Stalpaert van der
Wiele wijdde eén gedicht aan haar. Dr. v.
Eeden is echter de eerste, die haar leven in
dramatische tafereelen uitbeeldt.
„HET MEUBEL EN DE STOF
FEERING."
(Bondsorgaan St. Reinoldus).
Wij ontvingen de vernieuwde uitgave van
bovengenoemd vakblad. Formaat en inhoud
zijn belangrijk uitgebreid. Onder de zeer be
langrijke bijdragen treffen wij een gedocu
menteerde verhandeling aan over de decen
tralisatie der Utrechtsche Jaarbeurs in ver
band met een waarschijnlijk afzonderlijk
te houden meubelbeurs te Amsterdam, ver
der een zeer lezenswaardige nabetrachting
over de decoratieve tentoonstelling te Pa
rijs, over zwendelarij in antiek, pal van an
dere belangrijke bijdragen en vakartikelen,
een aantal toepasselijke cliché's, waaronder
een Chippendale-werkkamerJ als afzonder
lijke kunstbijlage dat ook om z'n perfecte
typografische uitvoering vooral, bijzondere
vermelding verdient. De geheele typogra
fische uitvoering van het blad staat trouwens
op hoog peil en doet de Uitgevers, Drukkerij
Henri Bergmans Cie te Tilburg, alle eer
Toen de eersfe slag viel.
Tante Leen deed 'n schepje thee tyij, slof
fe naar 't koperen kamer-comfoortje. waar
op 'n nikkelen waterketeltje te neuriën
stond, slofte terug naar de theetafel en
verzorgde het derde treksel.
Nicht Jans, de naar de vijftig loopende
vrouw zonder kinderen, zat haar schoot
hondje te zoenen, 'n mormel, dat het mid-
den hield tusschen 'n smousje en 'n pukkie,
de staart had van 'n taksje en de pooten
van 'n fox.
„Ja, ja" liet ze 'n zucht van eenige
seconden lang uit haar gemoed vlieden
„zoo gaal 't in de wereld."
Waarschijnlijk wist ze niet meer waarover
ze moest praten, want 't liep tegen vijven
en ze was al van twee uur af op thee
visite.
Onder 't bedenken van nieuwe praat-stof
hield ze zich bezig met haar lieveling, gaf
het beest de onzinnigste namen en liet het
in haar schoot om en om wentelen, tot er
gernis van 't op zijn gemak gesteld zijnde
dier en tot groot vermaak van tante Leen,
die door geweldige lach-sperring van haar
gelaat de bovenverdieping van haar gebit
verloor.
Bij 't achtste kopje thee, vergezeld van
"t zesde ijswafeltje, werd 't gesprek opnieuw
aangeknoopt.
„En" begon nicht Jans, na 'n paar
griezel-slurpjes „hoe gaat 't bij Truus en
Freek?"
„Best.... erg en erreg best hoor. Ik ben
d'r verleden week nog geweest, maar 't is
'n echt gelukkig paartje. Ze magge zeggen
van de gemengde huwelijken wat ze wil
len, maar dat is 'r dan toch eentje w'aar
niet zóóveel op te zeggen valt."
-,Hoe oud is hun kleintje nou al weer?"
„Nou.... la's kijken.... dat zal om en
bij de twee jaar wezen.... 'n heerlijkheid
van 'n kind hoor!"
,,'t Is 'n jongen hé?"
„Ja'n schat van 'n kereltjeniet
bepaald zwaar, maar hij zit toch lekker in
z'n vleesch, hoor.'Hij maakt al 'n kruisie
ookmet z'n oogjes dichtsnoezig
om te zien was 't."
„Zoo, zoodus ze schijnt goed woord
te houwen; en doet ze nog steeds geed 'r
plichten?"
„Ja werentig zeker! Geen Zondag slaat
ze over hoor! Nee, dat weet ik wel zoo
beslist. Je begrijpt, dat ik, als peettante
zijnde, Truus zoo'n beetjê naga, hé? Da's
niet meer als 'n staaltje van me plicht. En
de kapelaan mot nog tegen d'r moeder ge
zegd hebbe, dat Truus tot de beste paro-
chiane behoort. Nou, als dat geen bewijs is.
Nee.... ik zeg nogmaals, dal is nou echt
'n voorbeeld 'r van, dat 'n gemengd huwe
lijk toch wel goed kan gaan."
„Ja.... 't is in ieder geval beter, dan
'n huwelijk van twee Roomschen, die d'r
niks an doen."
Dat slaat - zeker op me dochter Wies,
hé?"
„Nou ja.... ik bedoel d'r geen hatelijk
heid mee.... dat weet u wel beter
't Is treurig genoeg.... voor u óók.... net
zoo goed.
„Ja.... treurig is 't zeker.... maar wat
doe je d'r an? Én als je mijn eerliike meé-
ning vraagt, dan zeg ik. dat 't die pastoor
z'n schuld is. Vin jij 't nou niet bespottelijk,
dat. je an de geestelijkheid mol vrage
in welke bond óf je mag?"
„O, jadaar ging het om, hé?"
„Ja zeker.... Nol was in de algemeene
bondof de neutrale, hoe noemc ze
datNou ja dat mot ie toch zeker met
zn eige uitmakeheb de pastoor daar
wat mee noodig? 't Was nog in hun
angesjementstijd'n heele heibel is ter
over geweestcn Nol is er een. die z'n
eige ook maar niet alles laat zegge, zie
je.... al is t nou honderdmaal door' 'n
pastoor. Nou, dat ging hard tegen hard, dat
begrijp je.... en de slotsom is geweest, dat
ie zn heele geloof d'r bij heb neerge
gooid.... En Wies.... ja.... die was na
tuurlijk op de hand van d'r aanstaande
man.... daar was ze z'n meissie voor...."
.Toch heelemaal builen de kerk ge
trouwd, hè?"
„Ja.... Ze woüc nerreges mee te doen
hebben.... en as je 't mijn vraagt: heele
maal ongelijk geven kon 'k ze niet.... de
pastoor heb 't zelf in de hand gewerkt.
Mot ie ook maar es voele wat ie bereikt
heb met z'n drijverij."
„En hun kindje?" t
,Niet gedoopt, netuurlijkas je 't eene
Iaat kan je 't andere niet doen. Nog 'n
bakkie thee, nicht?"
„Jamaar da's heusch 't laatste,
hoor.... ik mot voor 't eten zorgen
en me lieve Tipsy mot noodig naar ze
mandjehè, lekkere dot? Kijk, hij krijgt
al slaap die stakkerd.... ja hoor, prulle
tje, we gaan gauw naar huissie toeNee,
blijf nog effies stil op vrouwtjes schoot zit
ten.... eerst me koppie thee opdrinken....
Zoo, zoo.... dus die Wies en Nol leven
zoo maar voort.... 't is wel erg.... maar
ia.... je zou zeggen, als zoo'n pastoor dat
Het blad ,11 Popoio" meldt, dat het eerst
volgende nummer van de „Acta Apostolo-
cae Sedis" een sfreng verbod van den kar
dinaal-staatssecretaris Gasparri zal bevat
ten voor den gezamenlijken Italiaanschen
clerus, inclusief de kardinalen, om zonder
speciaal verlof van den H. Stoel niet de
Italiaansche regeering te onderhandelen.
Naar de Msb. vernèemf, is het bericht
waar en zal de clausule betreffende het
verlof vragen door de geestelijkheid luiden:
„Na eerst de secretarie van staat geraad
pleegd te hebben."
GODSDIENSTCURSUS.
Door de afd, „Hillegom en Omstreken"
van R. K. Onderwijzers-essen worden po
gingen aangewend, om een godsdienstcursus
op te richten ter verkrijging van Diploma B.
Reeds 16 deelnemers(sters) gaven zich
op, waarender een achttal eerwaarde
zusters.
Tot goed begrip diene het volgende:
Hoogstwaarschijnlijk wordt de cursus ge
geven door eenige professoren, die natuur
lijk tijd en plaats vaststellen, a! houden
ze dan gaarne rekening met mogelijke wen-
schen van de cursisten.
Ook n:et-leden en niet-onderwijzers en
-onderwijzeressen, kunnen aan den cursus
deelnemen, al is het duidelijk, dat eenige
ontwikkeling zeer gewenscht is. Hoe meer
deelnemers, hoe minder kosten. Laat daar-
o mieder in z'n omgeving zooveel mogelijk
propaganda maken en zich vóór 1 Nov. op
geven bij ondergeteekenden, bij wien des-
verlangd inlichtingen te bekomen zijn, nl.
bij de heeren R. J. Heirman en E. A.
Janssen, hoofden van R, K. scholen te
Hillegom.
Blijkens telegrafisch bericht uit Rome zijn
de gezelschappen A en B van de Federatie
van R. K. Vrouwenbonden in Nederland
Donderdagavond in den besten welstand
aldaar aangekomen. Zij hebben zich bij de
overige gezelschappen C en D, dit reeds te
Rome waren, aangesloten om gezamenlijk
onder leiding van het reisbureau Lissone
Zoon het verdere programma af te werken.
De Weleerw. Zeergel. Heer Dr. J. Bru-
ning, missionaris in Palestina, is heden per
stoomschip „Leopolis" van Brindisi ver
trokken en zal 5 November via Jaffa te Je
ruzalem aankomen.
GEEN ONDERWIJZERES, MAAR
DAGHITJE.
Onder het opschrift „Kranig-maar-droevig"
vertelt E. H. B. in het Chr. Schoolblad „On
ze Vacatures", dat een jonge onderwijzeres,
opgeleid aan een Kweekschool, zich aan
meldde als dagdienstbode bij de echtgenoote
van het hoofd vap een Chr. School, daar ze
als onderwijzeres geen plaats kon vinden.
't Is kranig maar droevig, diep-droevig
tevens, verzucht-hij.
De jongste aflevering van het Britsche
vakblad „The Aeroplane schrijft:
„Een der karakteristieke hoedanigheden
der K. |L* M., precies geheeien Koninklijke
Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en
Koloniën, is altijd geweest haar onderne
mingsgeest. Terwijl wij het publiek over het
Kanaal voerden in vliegtuigen met open
cockpits en in 'n weinig omgebouwde oor
logstoestellen met dekselsluiting boven de
cockpit, kocht de K. L. M. zich, dank zij
het inzicht en den durf van haar leider, den
Plesman, van den constructeur Fokker vlieg
tuigen met waarlijk comfortabele cabines.
En met de vraag naar comfort eb snelheid
bleef de K. L. M.-politiek steeds gelijken
tred houden.
„Het laatste nieuws is, dat de K. L. M.
haar geheele vloot één-motorige Fokker-
vliegtuigen te koop aanbiedt, die, volgens dc
directie, voor het gebruik op dc groote
internationale luchtlijnen niet meer aan de
eischen voldoet. Het doel van de K. L. M.
is over te gaan tot het aanschaffen van
nieuwe vliegtuigen van een meer modern
ontwerp, die een minimum onderhoudskosten
vragen.
„Het is een belankwekkend verschijnsel
en een gelukkig voorteeken van den groei
van het luchtverkeer en bovendien een be
wijs voor de snelle ontwikkeling van de
luchtvaart en den vliegtuigbouw, dat een
maatschappij als de K. L. M. tracht haar ge
heele luchtvloot te verkoopen, van welke
vloot vele vliegtuigen nog niet een jaar oud
zijn, en dit om haar op zes jaar ervaring ge-
baseerden dienst door het toepassen van een
geheel nieuw systeem te reorganiseeren.
,,De toestellen, die te koop worden aan
geboden, zijn Fokkers F. 2 en Fokkers F. 3
met Siddel „Puma" motoren, een F. 3 met
teas
Toekomstbeelden.
De moderne mensch, die gewoon is de
duisternis zijner vertrekken door het sim
pele omdraaien van een knopje te herschep
pen in een verblindend licht, die op gas
kookt, wascht en strijkt en die koud en warm
water tot zelfs in zijn slaapkamer laat toe-
stroomen, houdt al te veel nog vast aan de
overlevering een kachel in zijn woning te
handhaven, welke hij dagelijks haar rant
soen hout of kolen laat verslinden.
Heeft hij er wel eens aan gedacht, hoe
heerlijk het zou zijn naast het bestaande ge
mak, die de licht-, gas- en waterkraan bie
den, ook nog in het bezit te zijn van een
warmte-geleiding, die hem warmte in elke
gewenschte hoeveelheid toevoert Velen
onder ons weten wel, dat dit geen droom is
en dat veie burgers van Amerikaansche ste
den reeds' jaren in het bezit zijn van een
dergelijke inrichting. Ook in verschillende
Duitsche steden bestaan reeds zulke ver
warmingsinrichtingen, van waaruit door een
onderaardsche geleiding warmte in de hui
zen wordt gevoerd.
Voor den bezitter van een cêntrale ver
warming levert aansluiting op deze installatie
het groote voordeel op, dat hij zich om het
onderhoud van ketel en het aanschaffen van
brandstof niet meer behoeft te bekommeren.
Alleen wordt maandelijks behalve den gas-,
water- en electriciteitsmeter ook nog de
warmtemeter opgenomen, die hem waar
schijnlijk niet zoo duur komt als de warmte
in eigen installatie opgewekt. Wordt de aan
sluiting algemeen, dan zal dit het stadsbeeld
ten goede komen, doordat vele schoorsteenen
zullen verdwijnen, om nog te zwijgen van het
hygiënische voordeel, dat de stedenbewoners
niet meer het onaangename van de roetende
en kwalmende schoorsteenen zullen onder
vinden.
Om in Duitschland dit systeem van steden-
verwarming meer ingang te doen vinden, zal
op 23 en 24 October a.s. te Berlijn een con
gres worden gehouden. Hoe ver wij nog van
de verwezenlijking dezer toekomstbeelden
verwijderd zijn? De N. V. Steden-verwar
ming heeft een verzoekschrift tot den Haar-
lemschen Raad gericht, die het in handen
gesteld heeft van B. en V/.voor prae-advies.
Het resultaat van dit onderzoek zien wij
met belangstelling tegemoet.
Jupiter motoren en een F. 7 met Jupiter en
eenige F. 7 machines met Rolls Royce moto
ren. 'Alle toestellen verkeeren in goede con
ditie en zijn zeer geschikt voor het gebruik
op kleine lijnen, waar zich het verkeer nog
niet zoo intensief heeft ontwikkeld en waar
het aanbevelenswaardig is, met een betrek
kelijk klein kapitaal van wal te steken. Het
record van regelmaat en veiligheid, dat de
K. L. M. met deze machines heeft bereikt,
is voor de koopers voldoende garantie, dat
zij er een uitstekend gebruik van kunnen
maken, indien zij onderhouden worden met
K. L. M. efficiency. Wij zijn zeer belangstel
lend te vernemen, met welk type vliegtuig
en motoren de K. L. M. haar dienst zal
reorganiseeren."
Ook andere buitenlandscbe vakbladen be
spreken het gewichtige besluit, dat de
Nederlandsche K. L. M„ die in de vak
wereld doorgaat voor een der grootste en
beste luchtverkeersmaatschappijen der
wereld, genomen heeft. Zoo noemt „Les
Ailes" het „een hoogst bemoedigend ver
schijnsel, dat een der grootste Europeesche
luchtvaartmaatschappij er toe gekomen is,
een zoo belangwekkende beslissing te moe
ten nemen."
Naar het „H.bl." kan mededeeelen, zijn
deze berichten juist. Echtermiet al haar toe
stellen heeft de K. L. M. te koop aangebo
den. Van de vermaarde F. 3 serie, waarmede
de K. L. M. zulke hoogst bevredigende resul
taten heeft mogen bereiken, zullen ongeveer
vier toestellen,in reserve worden gehouden,
om onder bijzondere omstandigheden in
dienst te worden gesteld. Wat de aan te
schaffen nieuwe vliegtuigen betreft, is het
de bedoeling der K. L. M. directie, haar ge
heele nieuwe vloot te doen bestaan uit Fok
kers van het nieuwe type F. 7a, uitgerust
I met 409 paards luchtgekoelden Jupiter-
motor, welke combinatie getoond heeft zulk
een groote technische vooruitgang ie zijn.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan de gemeentebesfuren medege
deeld, dat in het loopende jaar door ge
meentebesturen als dienststukken werden
verzonden circulaires, waarin propaganda
werd gemaakt voor het vreemdelingenver
keer of voor vestiging in de gemeente, uit-
noodigingen voor markten, aankondigingen
voor een muziekconcours en dergelijke.
De minister' wijst er op, dat dergelijke
stukken geen betrekking hebben op den
openbaren dienst. Deze stukken dienen dus
op de gewone wijze te worden gefrankeerd.
ziet ankomme, dan most ie toch 'n beetje
inbinden, hè? En 'n beetje meer in 't ge
moedelijke praten
,0, zóó.... Jij bent trouwens de eerste
niet, die dat zegt."
„De geestelijken bemoeien hun eigen al
langer hoe meer met dat soort dingen....
ik weet niet waar dat goed voor is....
vroegere jaren hoorde je daar toch allegaar
maar niet van."
„Ach, mensch 't is te gek om los te lo'ó-
pen."
„Anders wel 'n eigenaardig verschijnsel
zoo, in één en dezelfde familie; Nol en Wies
allebei Roomsch en d'r niks an doen.... en
Truus. die met 'n griffermeerde man ge
trouwd is, blijft zoo prachtig an d'r plichten
bouwen.... en h u n kindje is natuurlijk ge
doopt, hè?"
„Ja. hoor Je ziet om zoo te zeggen geen
verschil.Toen ik 'r was de laatste keer. be-
gonne ze net te eten.... en Freek maakte
even getrouw 'n kruis mee.... Ik zie Freek
nog wel eris Roomsch worden...."
Zou ii denken?"
„Ja! Let maar es op mijn woorden.... hij
wordt 't't Is gewoon prachtig zooals
ie Truus in alles d'r vrijheid laat.... en
overal vraagt ie met evenveel belangstelling
naar ais 't haar godsdienst betreft. Nou
scheelt 't veel, dal Freek van huis uit ge-
loovig is...."
„Ja dat scheelt vanzelf.... Maar nou ga
'k toch, hoor.... Kom, Tipsykom
schattebout, we gaan naar huissie toe....
en dan gaat Tipsy lekkertjes naar z'n warme
bedje, hè honnepon?"
't Scheen inderdaad, dat 't bij Truus en
Freek een van de weinige voorbeelden was
van 'n goed gemengd huwelijk.-...
Maar.... ze waren nog jong.... d'r was'
zoo heelemaal nog niets gebeurd.... en aan
de toekomst denk je niet alle dagen,
t Was inderdaad 'n lust, te zien hoe ge
lukkig die twee waren.... en dat geluk was
verdubbeld bij de geboorte van hun zoon.
't Was dan ook werkelijk 'n kind om er
gelukkig mee te zijn.
Maar, de dood, die niemand spaart, zelfs
de gelukkigsten onder de gelukkigen niet,
kwam ook bij Truus en Freek z'n werk
doen.... en nam het kind van hen weg.
Ze waren troosteloos.... wat niemand
hen kwalijk nam.
Freek ging echter bitlere dingen zeg
gen.... Hij vroeg of de God die Truus er
op nahield, 'n rechtvaardige, 'n goede God
kon zijn, als ie !n onschuldig kind, dat nie
mand kwaad had gedaan, van hen wegsleur
de:.Hij zei nog veel meer dingen in die
eerste dagen van smart.... en zijn woorden
vonden weerklank, want ze waren goed ge
kozen.... Freek was geen domme man
Truus ging er over zitten piekeren
Zc kon toch ook niet goed begrijpen
waarom haar eenigst kindje was gestor
ven.... en eindigde met Freek heele
maal gelijk te geven.
De Zondag, die op 't overlijden van dc
kleine yolgde, ging Truus niet naar de kerk.
Ze kon 't niet doen. zei ze.
En Freek zei, dat ze hem Jaarmee 'n
groot genoegen deed, waar ie dankbaar
voor was
Zoo zouden ze heelemaal één zijn in hun
verdriet.
Tante Leen deed 'n schepje thee bij,
slofte naar 't comfoortje met 't nikkelen
waterketeltic, slofte terug naar de trekpot
en verzorgde 't tweede treksel.
Nicht Jans zat haar hondje tc verknuffe
len, dat zoo juist voor 'n speculaasje had
bedankt omdat 't arme dier dat soort niet
gewend was.
Nicht Jans slaakte eenige Daiixe-zuchten
ze zat pas anderhalf uur en had dus nog
genoeg praat-materiaal in voorraad en
vroeg zoo langs d'r neus weg hoe Truus en
Freek 't maakten.
„Ach nicht" buik-ademde Tante Neel
„wat zal 'k je daarvan zeggen.... Zc
zijn dc- nog lang niet overheen, hè.... 't
Was ook zoo'n geweldige slag opeens....
hoc is 't mogelijk, hè.... zoo'n lief, gezond
kindje.... in tijd van twee dagen dood."
„Ja.... 't is treurig, hoor.... maar ach..
't kind is gelukkigdat zien ze toch Zelf
„eker ook wel in. hè?"
„Dat is 't 'm juist.... ze kenne d'r maar
niet in berusten, hè...."
„O niet?"
,Je mot 't nog maar niet verder verte!
len.... maar Freek gelooft nou niks
meer
't Is lach't is toch.... en hij was al
zoo aardig op weg, onr heelemaal niet Truus
méé te gaan in de godsdienst...."
't Is nou juist omgekeerd.... Truus is
met hem meegegaan zc doet nerreges
meer an.
„Gunst nog £pe.... Wat 'n verandering
opeens.
,Ja.... en as je 't mijn vraagt dan mot
ik eerlijk zeggen ,dat i k me d'r óók niet
heelemaal mee kan vereenigen, dat Onze-
lieve-heer dat wurm van hun heb weggeno
men. Dat kan d'r bij mijn nou maar niet
goéd in, zie jeEn dan juist terwijl 't
allemaal zoo mooi liep met die twee.... en
d'r zoo'n mooie kans was, dat hij ook
Roomsch zou worden. Zeg nou zelf, nicht.."
„Ja.... ja..'t is wel gek, hoor.... 't
is wel gek.
G. N.