BRIEVEN U T FRANKRIJK EttüD g-filEUWS ELCK WAT WILS TREKJES NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad. Maandag, 26 October 1925 Het einde van de Tentoonstelling nabij. Sigarenfabriek uitgebrand. De onbewaakte overwegen. Auto in beslag genomen. DRAlSmA-vAiN-VALKEriBURG'S Een laaghartige daad. Schapen doodgebeten. Hollandsche bloemen naar Amerika. Een jeugdige dievenbende ingerekend. KUNST EN KENNIS. Een nieuto werk van Frederik van Eeden. Nieuwe uitgaven. KERK EN SCHOOL. No. 422. Belangrijke instructie aan de lialiaansche geestelijkheid. Nederlandsche pelgrims te Rome. Naar de Missie. LUCHTVERKEER. De K. L. M.-luchtvloot te koop aangeboden. Doet Uw Schoenen Goed VERKEER EN POSTERIJEN. Wat zijn dienststukken? Zou er wel een wereldtentoonstelling ge weest zijn, waarbij het al dan niet verlengen geen punt van bespreking heeft uitgemaakt Het ligt trouwens voor de hand. Zijn de financieele resultaten gunstig, dan is de tentoonstellingscommissie geneigd, de bron nen van inkomsten nog eenigen tijd te doen vloeien. Vallen de resultaten tegen, dan hoopt men door enkele weken langer open te blijven, de schade in te halen. Hoewel van de tentoonstelling voor decoratieve en in- dustrieele kunst nog niet is te zeggen, of de eindrekening een batig saldo zal opleveren, zijn de verwachtingen hoopvol. Het bezoek is meer dan bevredigend geweest en de vreemdelingen zijn gedurende de zomer maanden in grooten getale opgekomen om deze expositie in oogenschouw te nemen. Geen wonder dus, dat ook ditmaal over verlenging druk wordt gesproken. Er gaan zelfs stemmen op, een volgend jaar in na volging van Wembley, deze tentoonstelling te hervatten. Die stemmen zullen wel on verhoord blijven. En terecht. Want afgezien van het feit, dat het wenschelijk is, een der mooiste en drukste verkeerspunten van Parijs aan het normale leven terug te geven, bestaat er geen enkele reden, deze expositie te handhaven. Noch het meerendeel der paviljoens, noch het tentoongestelde is van dien aard, dat een herhaling van belang schijnt. Evenmin een verlenging van enkele weken komt ons gewenscht voor. Deze zou te hooge kosten 'met zich brengen om er eenig geldelijk gewin van te verwachten. Vernieuwing van huur en verzekerings contracten, aanhouden van personeel en aanbrengen van verwarming, waarvan het gemis zich nü reeds sterk doet gevoelen. Zoo zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid deze tentoonstelling einde October haar poorten definitief sluiten. Tevoren echter zal in het „Grand Palais" op 26 October de uitreiking van de be kroningen op plechtige wijze plaats vinden. De jury heeft haar moeilijke taak volbracht en met spanning wordt de uitspraak tegemoet gezien. Hoewel deze tot nu toe vrijwel is geheim gehouden, is genoeg uitgelekt, om te kunnen verzekeren, dat Nederland een goed figuur zal mfken. Een regen van medailles en diploma's zal over de expo santen neerdalen en ons land zal in ver houding tot zijn betrekkelijk kleine inzendin gen daarvan zijn deel in ruime mate krijgen. Over de wenschelijkheid van bekroningen bij een tentoonstelling als deze, zou heel wat te zeggen zijn. Wij zijn er geen voor standers van. Waar zij meer als een demon stratie heeft' gegolden en een vergelijking tusschen de inzendingen van meest uiteen loopenden aard b'jna ondoenlijk is. Maar eens het standpunt ingenomen, dat bekroningen worden uitgereikt, dient men zich daarbij neer te leggen. Te betreuren blijft het echter, dat men juist het meest belangrijke, de paviljoens zelf buiten beschouwing heeft gelaten. En wel om politieke bijgedachten, die met kunst als zoodanig niets te maken hebben. Het moge moeilijk geweest zijn, landen als Engeland, Italië en België voorbij te gaan, om de paviljoens van kleine landen als Nederland volgens bevoegden in de aller eerste plaats behoort, de hoogste onder scheidingen toe te kennen, dat was geen motief, van het oorspronkelijke plan af te wijken en ze allen van een bekroning uit te sluiten. Had men bij den opzet der ex positie dit bepaald, er zou 'geen bezeaar tegen zijn geweest. Achteraf, nu de gealli eerde landen een pover figuur hebben ge slagen, is een dergelijke maatregel niet goed te praten. Ons oordeel over de eventueele bekro ningen zullen wij nog tot later opschorten Eerst na deofficieele bekendmaking val te zeg gen, of billijk en onpartijdig met de koek en de gart is omgega n. In ieder geval de drieledige jury, de groe pen-, klassen- en opperste jury heeft ge tracht met groote onpartijdigheid de bekro ningen toe te kennen. Hier en daar heeft het Chauvinisme wel eens om de deur gekeken en een overwinning behaald, over het algemeen, werd mij ver zekerd, is slechts rekening gehouden met de kunstwaarde der voorwerpen. De mee ningen over het welslagen der tentoonstel ling loopen ver uiteen. Niet over het bezoek dat gelijk ik reeds zeide, zeer talrijk is geweest, maar over de artistieke beteekenis en de eventueele gevolgen op het zakenleven. Over smaken valt nu eenmaal niet te twisten. En zoo staan tegenover bewonderaars van onze moderne kunst niet weinigen die deze expositie als een armzalige uiting van onzen inspiratieloozen tijd beschouwen. Wat de Zakenmenschen betreft, zij zijn niet bijster tevreden. Meer kijkers dan koopers hebben' zich om hun stands verdrongen. De prij zen waren over hét algemeen te hoog om op groote schaal orders te ontvangen, waarbij de uiteenloopende wisselkoers zich sterk heeft doen gelden. Dit neemt niet weg dat door velen betrek kingen zijn aangeknoopt die in de toekomst gunstige resultaten kunnen opleveren. En dit is wel het voornaamste dat er contact is ge komen tusschen de leidende persoonlijk heden op het gebied der decoratieve en in- dustrieele kunst in de verschillende landen Indien men deze tentoonstelling beschouwt als een mijlpaal op den moeilijken weg der decoratieve kunst, indien zij prikkelt tot verdere krachtinspanning, dan is zij inder daad niet tevergeefs gehouden. Wembley gaf een beeld van wat Engeland op het gebied van handel en industrie in zijn koloniën heeft be reikt, de Parijsche tentoonstelling is veeleer een poging geweest aan te toonen, hoe in de toekomst de decoratieve en industrieele kunst zich moet en kan ontwikkelen. Als zoodanig verschijnsel heeft zij onge twijfeld haar beteekenis gehad en kunnen de inrichters met voldoening op hun arbeid terug zien. Nederland zeer zeker heeft reden verheugd te zijn, er aan te hebben deelgnomen. Lof prijzingen zijn onze Vaderlandsche kunste naars van deskundige zijde niet gespaard. Nu het sluitingsuur bijna is geslagen, dient hen ook hier ter plaatse hulde gebracht Een hulde die het best kan worden samengevat in een woord van dank aan de Nederland- sche tentoonstellingscommissie en den ijve- rigen comrrlissaris-generaal, den heer de Bie-Leuveling Tjunk, die steeds op de bres heeft gestaan cje Vaderlandsche belangen op voortreffelijke wijze te dienen. Indien eenige paviljoens worden waardig gekeurd deze tentoonstelling te overleven, zou zeker ons Nederlansche paviljoen daar voor in aanmerking komen. De sloopershand zal evenwel wel bitter weinig ontzien en de expositie binnenkort geheel tot het verleden laten behooren. Parijs, 22 October 1925. Mr. P. v. S. Zaterdagavond omstreeks zeven uur werd brand ontdekt in een sigarenfabriekje op de bovenverdieping van perceel Reitzstraat 13, in den Haag, dat tevens als tabaksbergplaats dienst doet. Het vuur vond gretig voedsel in een groote partij tabak en sigaren, welke daar was opge slagen, waarna de vlammen ook den vloer en het plafond aantastten. Nadat de brandweer het geheel verlaten perceel was binnenge drongen, wist zij met twee stralen den brand binnen een half uur meester te worden. Een belangrijke hoeveelheid tabak en sigaren verbrandde. De schade is vrij aanzienlijk, doch wordt gedekt door verzekering op beurs- polis. Men vermoedt, dat de brand is ont staan, doordat de eigenaar de heer A. van Huizen, een brandende pijp tabak in zijn jas heeft gestoken en deze heeft neergehangen in de fabriek. De pijp is toen waarschijnlijk uit zijn jaszak gevallen en heeft zoo de tabak die op den grond lag, vlam doen vatten. Een garage, in het benedenperceel gevestigd, kreeg geen schade. Op het kantje af gered. Toen de graanhandelaar V. te Alphen a. d. Rijn onder Zevenhoven den onbewaakten overweg wilde passeeren, werd zijn auto gegrepen door den trein, welke 6.02 uit Al phen vertrokken was. De spoorbaan is door een haag van den weg gescheiden en vermoedelijk heeft V. daardoor den trein niet gezien. Doordat V. V. met groote tegenwoordigheid van geest uit het portier sprong, redde hij zich het leven. De vernielde auto werd door de trein- passagiers van de rails getrokken. Na 20 minuten oponthoud was de weg weer vrij. Eenige jongelui uit Gennep (Limb.) hadden van een Maastrichtenaar een auto geleend om even een klein' uitstapje te maken, ze zou den direct terug komen. Ze hadden echter nogal tamelijk kermis gevierd. Zij gingen tot Grunewald en keerden na eenigen tijd terug. Aan het Hollandsche douanekantoor moesten ze halt houden, maar vóór dat zij werden ge controleerd, trokken zij er tusschen uit. De ontvanger telefoneerde naar een volgende post, doch op het „halt" der ambtenaren snorden zij met vol gas door. Men vuurde op de banden, die werden stuk gescholen. Te Ottersum wilden de jongelui den auto, die tot stilstand was gekomen, verlaten, doch werden door de nader gekomen rijksambte naren gearresteerd. Tegen den bestuurder werd proces-verbaal opgemaakt en de aut van den Maastrichtenaar in beslag genomen. LEEUWARDEN Door de centrale recherche is Zaterdag morgen te Amsterdam aangehouden een 23- jarig jongmensch, zich noemende Koopman, die de vorige maand kennis had aangeknoopt met een 21-jarig meisje, dat. hij beloofd had te zullen trouwen en dat hem daarom haar heele bezit van ongeveer 8000 had ter hand gesteld. Na een paar dagen verdween hij met het geld en liet niets meer van zich hooren. Thans blijkt, dat hij nog slechts in 't be zit is van 245 en eenige door hem gekochte goederen ter waarde van ongeveer 2500, terwijl hij bêweert het overige geld te heb ben verteerd en verloren met weddenschap pen op de courses. In de weide van den landbouwer J. G. te Dinteloord werden drie schapen door honden doodgebeten, terwijl zeven schapen zoodanig door beten waren toegetakeld, dat'* zij afge maakt moesten worden. EEN VOGELNESTJE KLEINER DAN EEN GULDEN. Van een merkwaardigen vogel vertelt H. van Meurs in 't „Soer. Hbl." „Dit is de Boomgierzwaluw. Deze groote zwaluw (bijkans een kwart meter lang) bouwt een nestje, dat in zijn grootste doorsnee kleiner dan een gulden is. Gelijk zoovele zwaluwsoorten haar nesten zijdelings tegen een wand vastkleven (deer middel van speeksel of klei) zoo doet ook onze boomgier of klecho. Zij bevestigt haar .miniatuurnestje niet zijdelings tegen een muur, doch tegen een boomtak. Hierin kan de moedervogel slechts één ei deponeeren (dit is ongeveer 23 a -24 milimeter lang en heel licht grijsachtig blauwgroen van kleur) welk ééne ei dan nog een heel stuk boven het nest uitsteekt Het nestje is van fijne stukjes tak, wat koorstmes en speeksel vervaardigd en vooral aan den rand niet dikker dan perkament- Hoe broedt nu wel onze groote ouder vogel Hij zet zich op den tak neer, waaraan het nestje zijdelings bevestigd is, cn dat wel zóó, dat hij met een deel van zijn buik het nestje bedekken kan. Toen ik de klecho voor het eerst „op h'et nest" aantrof, zat hij op een hoogen blader- loozen zijtak van een dikken doerian-boom. Niets verried, dat het beêst óók op een nest met een jong zat. Dit .bleek me eerst daaruit, dat de vogel steeds op dezelfde onbeschutte plaats bleef zitten, óók als het zwaar regende (het was in Maart van dit jaai De inlanders kennen dezen vogel nauwe lijks. Het zéér typische nest in het geheel niet. Het heeft mij dan ook uitermate veel moeite gekost, eenige dezer vrij zeldzaam voorkomende bijna onvind- en onbereikbare nesten (met het ei) voor mijn verzameling machtig te worden. Ik heb hiervan en ook van nesten met het jong erin, foto's weten te maken, die zeer verrassend zijn. Waar het nestje van de klecho reeds veel te klein is voor het èi, kunt ge nagaan, hoezeer het van te geringe grootte voor den jongen blijkt te zijn Men weet eenvoudig niet, welk een prachtig schouwspel het nest van de klecho met het jong levert". DIEFSTAL UIT EEN GESLOTEN KAST. Uit een gesloten kast is van een vracht wagen, die stond in een pakhuis aan de Wittenkade te Amsterdam is een porte feuille ontvreemd, inhoudende een bedrag van 8000 a 9000, een schuldbekentenis groot 1000 en een briefje. Van 1 Juni tot 1 September 1926 wordt te Philadelphia een internationale tentoonstel ling gehouden. Op deze tentoonstelling zul len Nederlandsche piantenhandelaren een zeer belangrijke inzending sierplanten expo- seeren in den vorm'van een HcV.indschen tuin, welke een waarde zal hebben van on geveer 100.000. DE LEERPLICHTWET EN TOCH. Niettegenstaande de Leerplichtwet al een kwart eeuw oud is, heeft zich te Nistelrode (N.-B.) het geval voorgedaan dat bij een huwelijksvoltrekking het bruidje verklaartjp, uit onkunde niet te kunnen schrijven, VAN DE STOOMTRAM GESPRONGEN. Op den Haagweg te LoosduiiTen is Vrij dagavond een 17-jarig meisje van een wagen der Westlandsche Stoomtram gësprongen. Zij kwam daarbij echter te vallen en werd ernstig aan den rechtervoet verwond, ter wijl haar linkerhiel werd gekneusd. Ook kreeg zij verwondingen aan het voorhoofd, aan onderarmen en handen. Door den Gencesk. Dienst is het meisje near het R.-K. Ziekenhuis in het Westeinde vervoerd, OP HUIZE DOORN. De echtgenoote van den ex-keizer is na n bezoek van eenige dagen aan kroonprins Wilhelm, Woensdagavond met haar beide dochters weer op huize Doorn teruggekeerd. Donderdag, den datum van het overlijden van keizerin Augusta, werd op 't huis Doorn een godsdienstoefening gehouden, waarin speciaal de overledene herdacht werd. Aan alle leden van het, personnel werd een her inneringsalbum van keizerin Augusta Victoria gegeven, waarin veie kleine gedichten en facsimiles, brieven en handschriften verza meld waren van de overleden Duitsche kei zerin. („Hbld.") De politie van het bureau J.D. Meijerplein te Amsterdam is op het spoor gekomen van een jeugdige bende, die verschillende mis drijven op haar geweten heeft. Het betreft hier vier leerlingen van de school voor ach terlijke kinderen in de Plantage, die zich in hun vrijen tijd onledig hielden met stelen. Twee knapen van twaalf jaar hielden eenigen tijd een 64-jarige vrouw, die met haar bood- schappenmandje over de Oudeschans liep, in de gaten, en toen zij hun kans schoon za gen namen ze haar portemonnaie, die een bedrag van 10 A 12 inhield, uit het mandje weg. Ook zwierven zij over de markt van het Waterlooplein, namen vruchten en snoep goed van de stalletjes weg of eigenden zich portemonnaies en voorwerpen uit bood- ,schappenmandjes toe. Uit een metaalhandel op de Plantage Muidergracht ontvreemdden ze eenige koperen buizen, ter waarde van ongeveer een gulden het stuk. Een der kna pen kwam met zoo'n buis thuis en toen de vader vroeg hoe hij er aan kwam, zeide hij, dat hij die gevonden had. De vader verkocht de buis aan' een kooper voor 35 cent. Daar hij het voorwerp, als gevonden zijnde ten politiebureele had moeten afgeven, is tegen hem proces-verbaal wegens heling opge maakt. Vier knapen zijn gearresteerd en door de pqlitie gehoord. Na dit verhoor zijn ze'weer naar huis gebracht. Ze zullen zich voor den kinderrechter wegens hun misdaden hebben te verantwoorden. Een gedramatiseerde heiligenlegende. Dr. Frederik van Eeden heeft een nieuw werk voltooid, nl. „Tafereelen uit het leven der heilige Sura." Deze spelen te Dordrecht in de twaalfde eeuw. Volgens oude Hollandsche krotjieken is deze Dordtsche maagd de stichteres geweest van de groote Lieve Vrouwe Kerk aan het Westeinde der Merwedestad. Ofschoon som mige geschiedschrijvers rneenen, dat de kerk pas in 1339 gebouwd werd/moet zij reeds in 1168 gesticht zijn, hoewel niet geheel in den tegenwoordigen vorm, zooals wij ze kennen. De legende verhaalt, hoe Sura een prachtige kerk ter eere van Maria wilde bouwen en hoe een engel in den droom haar de plek aan wees. Aan drie werklieden verzocht Sura toen om met het werk een aanvang te ma ken, zij zou hen met drie penningskes loo- nen. Maar telkens als zij hen drie pennings gen betaald had, vond zij er weer drie in haar beurs. Dat een arm meisje zooveel geld vermocht uit te geven, wekte argwaan en lastertongen verhaalden, daf zij een schat in haar woning verborgen hield. Op een dag vond men haar vermoord in haar kamer op den grond liggen met een bebloed mes naast haar. Spoedig had men de moordenaars achterhaald, die ter dood werden veroor deeld. De oude Dordtsche traditie verhaalt, hoe zij met de nog versche wonde voor de rechters verscheen en door hare wonderbare verschijning genade voor de drie moorde naars verkreeg. De naam Sura vindt men herhaaldelijk terug in oude Dordtsche geslachten, tot aan de 17e eeuw toe en nog veel later als Sueta Soeta, Siewertje en Soetken, hetgeen vol gens den geschiedschrijver Moll verschillen de verbasteringen zijn van Sura. In de 16e en 17e eeuw zijn er verschei dene levensbeschrijvingen over haar ver schenen. Vondels' vriend Stalpaert van der Wiele wijdde eén gedicht aan haar. Dr. v. Eeden is echter de eerste, die haar leven in dramatische tafereelen uitbeeldt. „HET MEUBEL EN DE STOF FEERING." (Bondsorgaan St. Reinoldus). Wij ontvingen de vernieuwde uitgave van bovengenoemd vakblad. Formaat en inhoud zijn belangrijk uitgebreid. Onder de zeer be langrijke bijdragen treffen wij een gedocu menteerde verhandeling aan over de decen tralisatie der Utrechtsche Jaarbeurs in ver band met een waarschijnlijk afzonderlijk te houden meubelbeurs te Amsterdam, ver der een zeer lezenswaardige nabetrachting over de decoratieve tentoonstelling te Pa rijs, over zwendelarij in antiek, pal van an dere belangrijke bijdragen en vakartikelen, een aantal toepasselijke cliché's, waaronder een Chippendale-werkkamerJ als afzonder lijke kunstbijlage dat ook om z'n perfecte typografische uitvoering vooral, bijzondere vermelding verdient. De geheele typogra fische uitvoering van het blad staat trouwens op hoog peil en doet de Uitgevers, Drukkerij Henri Bergmans Cie te Tilburg, alle eer Toen de eersfe slag viel. Tante Leen deed 'n schepje thee tyij, slof fe naar 't koperen kamer-comfoortje. waar op 'n nikkelen waterketeltje te neuriën stond, slofte terug naar de theetafel en verzorgde het derde treksel. Nicht Jans, de naar de vijftig loopende vrouw zonder kinderen, zat haar schoot hondje te zoenen, 'n mormel, dat het mid- den hield tusschen 'n smousje en 'n pukkie, de staart had van 'n taksje en de pooten van 'n fox. „Ja, ja" liet ze 'n zucht van eenige seconden lang uit haar gemoed vlieden „zoo gaal 't in de wereld." Waarschijnlijk wist ze niet meer waarover ze moest praten, want 't liep tegen vijven en ze was al van twee uur af op thee visite. Onder 't bedenken van nieuwe praat-stof hield ze zich bezig met haar lieveling, gaf het beest de onzinnigste namen en liet het in haar schoot om en om wentelen, tot er gernis van 't op zijn gemak gesteld zijnde dier en tot groot vermaak van tante Leen, die door geweldige lach-sperring van haar gelaat de bovenverdieping van haar gebit verloor. Bij 't achtste kopje thee, vergezeld van "t zesde ijswafeltje, werd 't gesprek opnieuw aangeknoopt. „En" begon nicht Jans, na 'n paar griezel-slurpjes „hoe gaat 't bij Truus en Freek?" „Best.... erg en erreg best hoor. Ik ben d'r verleden week nog geweest, maar 't is 'n echt gelukkig paartje. Ze magge zeggen van de gemengde huwelijken wat ze wil len, maar dat is 'r dan toch eentje w'aar niet zóóveel op te zeggen valt." -,Hoe oud is hun kleintje nou al weer?" „Nou.... la's kijken.... dat zal om en bij de twee jaar wezen.... 'n heerlijkheid van 'n kind hoor!" ,,'t Is 'n jongen hé?" „Ja'n schat van 'n kereltjeniet bepaald zwaar, maar hij zit toch lekker in z'n vleesch, hoor.'Hij maakt al 'n kruisie ookmet z'n oogjes dichtsnoezig om te zien was 't." „Zoo, zoodus ze schijnt goed woord te houwen; en doet ze nog steeds geed 'r plichten?" „Ja werentig zeker! Geen Zondag slaat ze over hoor! Nee, dat weet ik wel zoo beslist. Je begrijpt, dat ik, als peettante zijnde, Truus zoo'n beetjê naga, hé? Da's niet meer als 'n staaltje van me plicht. En de kapelaan mot nog tegen d'r moeder ge zegd hebbe, dat Truus tot de beste paro- chiane behoort. Nou, als dat geen bewijs is. Nee.... ik zeg nogmaals, dal is nou echt 'n voorbeeld 'r van, dat 'n gemengd huwe lijk toch wel goed kan gaan." „Ja.... 't is in ieder geval beter, dan 'n huwelijk van twee Roomschen, die d'r niks an doen." Dat slaat - zeker op me dochter Wies, hé?" „Nou ja.... ik bedoel d'r geen hatelijk heid mee.... dat weet u wel beter 't Is treurig genoeg.... voor u óók.... net zoo goed. „Ja.... treurig is 't zeker.... maar wat doe je d'r an? Én als je mijn eerliike meé- ning vraagt, dan zeg ik. dat 't die pastoor z'n schuld is. Vin jij 't nou niet bespottelijk, dat. je an de geestelijkheid mol vrage in welke bond óf je mag?" „O, jadaar ging het om, hé?" „Ja zeker.... Nol was in de algemeene bondof de neutrale, hoe noemc ze datNou ja dat mot ie toch zeker met zn eige uitmakeheb de pastoor daar wat mee noodig? 't Was nog in hun angesjementstijd'n heele heibel is ter over geweestcn Nol is er een. die z'n eige ook maar niet alles laat zegge, zie je.... al is t nou honderdmaal door' 'n pastoor. Nou, dat ging hard tegen hard, dat begrijp je.... en de slotsom is geweest, dat ie zn heele geloof d'r bij heb neerge gooid.... En Wies.... ja.... die was na tuurlijk op de hand van d'r aanstaande man.... daar was ze z'n meissie voor...." .Toch heelemaal builen de kerk ge trouwd, hè?" „Ja.... Ze woüc nerreges mee te doen hebben.... en as je 't mijn vraagt: heele maal ongelijk geven kon 'k ze niet.... de pastoor heb 't zelf in de hand gewerkt. Mot ie ook maar es voele wat ie bereikt heb met z'n drijverij." „En hun kindje?" t ,Niet gedoopt, netuurlijkas je 't eene Iaat kan je 't andere niet doen. Nog 'n bakkie thee, nicht?" „Jamaar da's heusch 't laatste, hoor.... ik mot voor 't eten zorgen en me lieve Tipsy mot noodig naar ze mandjehè, lekkere dot? Kijk, hij krijgt al slaap die stakkerd.... ja hoor, prulle tje, we gaan gauw naar huissie toeNee, blijf nog effies stil op vrouwtjes schoot zit ten.... eerst me koppie thee opdrinken.... Zoo, zoo.... dus die Wies en Nol leven zoo maar voort.... 't is wel erg.... maar ia.... je zou zeggen, als zoo'n pastoor dat Het blad ,11 Popoio" meldt, dat het eerst volgende nummer van de „Acta Apostolo- cae Sedis" een sfreng verbod van den kar dinaal-staatssecretaris Gasparri zal bevat ten voor den gezamenlijken Italiaanschen clerus, inclusief de kardinalen, om zonder speciaal verlof van den H. Stoel niet de Italiaansche regeering te onderhandelen. Naar de Msb. vernèemf, is het bericht waar en zal de clausule betreffende het verlof vragen door de geestelijkheid luiden: „Na eerst de secretarie van staat geraad pleegd te hebben." GODSDIENSTCURSUS. Door de afd, „Hillegom en Omstreken" van R. K. Onderwijzers-essen worden po gingen aangewend, om een godsdienstcursus op te richten ter verkrijging van Diploma B. Reeds 16 deelnemers(sters) gaven zich op, waarender een achttal eerwaarde zusters. Tot goed begrip diene het volgende: Hoogstwaarschijnlijk wordt de cursus ge geven door eenige professoren, die natuur lijk tijd en plaats vaststellen, a! houden ze dan gaarne rekening met mogelijke wen- schen van de cursisten. Ook n:et-leden en niet-onderwijzers en -onderwijzeressen, kunnen aan den cursus deelnemen, al is het duidelijk, dat eenige ontwikkeling zeer gewenscht is. Hoe meer deelnemers, hoe minder kosten. Laat daar- o mieder in z'n omgeving zooveel mogelijk propaganda maken en zich vóór 1 Nov. op geven bij ondergeteekenden, bij wien des- verlangd inlichtingen te bekomen zijn, nl. bij de heeren R. J. Heirman en E. A. Janssen, hoofden van R, K. scholen te Hillegom. Blijkens telegrafisch bericht uit Rome zijn de gezelschappen A en B van de Federatie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland Donderdagavond in den besten welstand aldaar aangekomen. Zij hebben zich bij de overige gezelschappen C en D, dit reeds te Rome waren, aangesloten om gezamenlijk onder leiding van het reisbureau Lissone Zoon het verdere programma af te werken. De Weleerw. Zeergel. Heer Dr. J. Bru- ning, missionaris in Palestina, is heden per stoomschip „Leopolis" van Brindisi ver trokken en zal 5 November via Jaffa te Je ruzalem aankomen. GEEN ONDERWIJZERES, MAAR DAGHITJE. Onder het opschrift „Kranig-maar-droevig" vertelt E. H. B. in het Chr. Schoolblad „On ze Vacatures", dat een jonge onderwijzeres, opgeleid aan een Kweekschool, zich aan meldde als dagdienstbode bij de echtgenoote van het hoofd vap een Chr. School, daar ze als onderwijzeres geen plaats kon vinden. 't Is kranig maar droevig, diep-droevig tevens, verzucht-hij. De jongste aflevering van het Britsche vakblad „The Aeroplane schrijft: „Een der karakteristieke hoedanigheden der K. |L* M., precies geheeien Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën, is altijd geweest haar onderne mingsgeest. Terwijl wij het publiek over het Kanaal voerden in vliegtuigen met open cockpits en in 'n weinig omgebouwde oor logstoestellen met dekselsluiting boven de cockpit, kocht de K. L. M. zich, dank zij het inzicht en den durf van haar leider, den Plesman, van den constructeur Fokker vlieg tuigen met waarlijk comfortabele cabines. En met de vraag naar comfort eb snelheid bleef de K. L. M.-politiek steeds gelijken tred houden. „Het laatste nieuws is, dat de K. L. M. haar geheele vloot één-motorige Fokker- vliegtuigen te koop aanbiedt, die, volgens dc directie, voor het gebruik op dc groote internationale luchtlijnen niet meer aan de eischen voldoet. Het doel van de K. L. M. is over te gaan tot het aanschaffen van nieuwe vliegtuigen van een meer modern ontwerp, die een minimum onderhoudskosten vragen. „Het is een belankwekkend verschijnsel en een gelukkig voorteeken van den groei van het luchtverkeer en bovendien een be wijs voor de snelle ontwikkeling van de luchtvaart en den vliegtuigbouw, dat een maatschappij als de K. L. M. tracht haar ge heele luchtvloot te verkoopen, van welke vloot vele vliegtuigen nog niet een jaar oud zijn, en dit om haar op zes jaar ervaring ge- baseerden dienst door het toepassen van een geheel nieuw systeem te reorganiseeren. ,,De toestellen, die te koop worden aan geboden, zijn Fokkers F. 2 en Fokkers F. 3 met Siddel „Puma" motoren, een F. 3 met teas Toekomstbeelden. De moderne mensch, die gewoon is de duisternis zijner vertrekken door het sim pele omdraaien van een knopje te herschep pen in een verblindend licht, die op gas kookt, wascht en strijkt en die koud en warm water tot zelfs in zijn slaapkamer laat toe- stroomen, houdt al te veel nog vast aan de overlevering een kachel in zijn woning te handhaven, welke hij dagelijks haar rant soen hout of kolen laat verslinden. Heeft hij er wel eens aan gedacht, hoe heerlijk het zou zijn naast het bestaande ge mak, die de licht-, gas- en waterkraan bie den, ook nog in het bezit te zijn van een warmte-geleiding, die hem warmte in elke gewenschte hoeveelheid toevoert Velen onder ons weten wel, dat dit geen droom is en dat veie burgers van Amerikaansche ste den reeds' jaren in het bezit zijn van een dergelijke inrichting. Ook in verschillende Duitsche steden bestaan reeds zulke ver warmingsinrichtingen, van waaruit door een onderaardsche geleiding warmte in de hui zen wordt gevoerd. Voor den bezitter van een cêntrale ver warming levert aansluiting op deze installatie het groote voordeel op, dat hij zich om het onderhoud van ketel en het aanschaffen van brandstof niet meer behoeft te bekommeren. Alleen wordt maandelijks behalve den gas-, water- en electriciteitsmeter ook nog de warmtemeter opgenomen, die hem waar schijnlijk niet zoo duur komt als de warmte in eigen installatie opgewekt. Wordt de aan sluiting algemeen, dan zal dit het stadsbeeld ten goede komen, doordat vele schoorsteenen zullen verdwijnen, om nog te zwijgen van het hygiënische voordeel, dat de stedenbewoners niet meer het onaangename van de roetende en kwalmende schoorsteenen zullen onder vinden. Om in Duitschland dit systeem van steden- verwarming meer ingang te doen vinden, zal op 23 en 24 October a.s. te Berlijn een con gres worden gehouden. Hoe ver wij nog van de verwezenlijking dezer toekomstbeelden verwijderd zijn? De N. V. Steden-verwar ming heeft een verzoekschrift tot den Haar- lemschen Raad gericht, die het in handen gesteld heeft van B. en V/.voor prae-advies. Het resultaat van dit onderzoek zien wij met belangstelling tegemoet. Jupiter motoren en een F. 7 met Jupiter en eenige F. 7 machines met Rolls Royce moto ren. 'Alle toestellen verkeeren in goede con ditie en zijn zeer geschikt voor het gebruik op kleine lijnen, waar zich het verkeer nog niet zoo intensief heeft ontwikkeld en waar het aanbevelenswaardig is, met een betrek kelijk klein kapitaal van wal te steken. Het record van regelmaat en veiligheid, dat de K. L. M. met deze machines heeft bereikt, is voor de koopers voldoende garantie, dat zij er een uitstekend gebruik van kunnen maken, indien zij onderhouden worden met K. L. M. efficiency. Wij zijn zeer belangstel lend te vernemen, met welk type vliegtuig en motoren de K. L. M. haar dienst zal reorganiseeren." Ook andere buitenlandscbe vakbladen be spreken het gewichtige besluit, dat de Nederlandsche K. L. M„ die in de vak wereld doorgaat voor een der grootste en beste luchtverkeersmaatschappijen der wereld, genomen heeft. Zoo noemt „Les Ailes" het „een hoogst bemoedigend ver schijnsel, dat een der grootste Europeesche luchtvaartmaatschappij er toe gekomen is, een zoo belangwekkende beslissing te moe ten nemen." Naar het „H.bl." kan mededeeelen, zijn deze berichten juist. Echtermiet al haar toe stellen heeft de K. L. M. te koop aangebo den. Van de vermaarde F. 3 serie, waarmede de K. L. M. zulke hoogst bevredigende resul taten heeft mogen bereiken, zullen ongeveer vier toestellen,in reserve worden gehouden, om onder bijzondere omstandigheden in dienst te worden gesteld. Wat de aan te schaffen nieuwe vliegtuigen betreft, is het de bedoeling der K. L. M. directie, haar ge heele nieuwe vloot te doen bestaan uit Fok kers van het nieuwe type F. 7a, uitgerust I met 409 paards luchtgekoelden Jupiter- motor, welke combinatie getoond heeft zulk een groote technische vooruitgang ie zijn. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de gemeentebesfuren medege deeld, dat in het loopende jaar door ge meentebesturen als dienststukken werden verzonden circulaires, waarin propaganda werd gemaakt voor het vreemdelingenver keer of voor vestiging in de gemeente, uit- noodigingen voor markten, aankondigingen voor een muziekconcours en dergelijke. De minister' wijst er op, dat dergelijke stukken geen betrekking hebben op den openbaren dienst. Deze stukken dienen dus op de gewone wijze te worden gefrankeerd. ziet ankomme, dan most ie toch 'n beetje inbinden, hè? En 'n beetje meer in 't ge moedelijke praten ,0, zóó.... Jij bent trouwens de eerste niet, die dat zegt." „De geestelijken bemoeien hun eigen al langer hoe meer met dat soort dingen.... ik weet niet waar dat goed voor is.... vroegere jaren hoorde je daar toch allegaar maar niet van." „Ach, mensch 't is te gek om los te lo'ó- pen." „Anders wel 'n eigenaardig verschijnsel zoo, in één en dezelfde familie; Nol en Wies allebei Roomsch en d'r niks an doen.... en Truus. die met 'n griffermeerde man ge trouwd is, blijft zoo prachtig an d'r plichten bouwen.... en h u n kindje is natuurlijk ge doopt, hè?" „Ja. hoor Je ziet om zoo te zeggen geen verschil.Toen ik 'r was de laatste keer. be- gonne ze net te eten.... en Freek maakte even getrouw 'n kruis mee.... Ik zie Freek nog wel eris Roomsch worden...." Zou ii denken?" „Ja! Let maar es op mijn woorden.... hij wordt 't't Is gewoon prachtig zooals ie Truus in alles d'r vrijheid laat.... en overal vraagt ie met evenveel belangstelling naar ais 't haar godsdienst betreft. Nou scheelt 't veel, dal Freek van huis uit ge- loovig is...." „Ja dat scheelt vanzelf.... Maar nou ga 'k toch, hoor.... Kom, Tipsykom schattebout, we gaan naar huissie toe.... en dan gaat Tipsy lekkertjes naar z'n warme bedje, hè honnepon?" 't Scheen inderdaad, dat 't bij Truus en Freek een van de weinige voorbeelden was van 'n goed gemengd huwelijk.-... Maar.... ze waren nog jong.... d'r was' zoo heelemaal nog niets gebeurd.... en aan de toekomst denk je niet alle dagen, t Was inderdaad 'n lust, te zien hoe ge lukkig die twee waren.... en dat geluk was verdubbeld bij de geboorte van hun zoon. 't Was dan ook werkelijk 'n kind om er gelukkig mee te zijn. Maar, de dood, die niemand spaart, zelfs de gelukkigsten onder de gelukkigen niet, kwam ook bij Truus en Freek z'n werk doen.... en nam het kind van hen weg. Ze waren troosteloos.... wat niemand hen kwalijk nam. Freek ging echter bitlere dingen zeg gen.... Hij vroeg of de God die Truus er op nahield, 'n rechtvaardige, 'n goede God kon zijn, als ie !n onschuldig kind, dat nie mand kwaad had gedaan, van hen wegsleur de:.Hij zei nog veel meer dingen in die eerste dagen van smart.... en zijn woorden vonden weerklank, want ze waren goed ge kozen.... Freek was geen domme man Truus ging er over zitten piekeren Zc kon toch ook niet goed begrijpen waarom haar eenigst kindje was gestor ven.... en eindigde met Freek heele maal gelijk te geven. De Zondag, die op 't overlijden van dc kleine yolgde, ging Truus niet naar de kerk. Ze kon 't niet doen. zei ze. En Freek zei, dat ze hem Jaarmee 'n groot genoegen deed, waar ie dankbaar voor was Zoo zouden ze heelemaal één zijn in hun verdriet. Tante Leen deed 'n schepje thee bij, slofte naar 't comfoortje met 't nikkelen waterketeltic, slofte terug naar de trekpot en verzorgde 't tweede treksel. Nicht Jans zat haar hondje tc verknuffe len, dat zoo juist voor 'n speculaasje had bedankt omdat 't arme dier dat soort niet gewend was. Nicht Jans slaakte eenige Daiixe-zuchten ze zat pas anderhalf uur en had dus nog genoeg praat-materiaal in voorraad en vroeg zoo langs d'r neus weg hoe Truus en Freek 't maakten. „Ach nicht" buik-ademde Tante Neel „wat zal 'k je daarvan zeggen.... Zc zijn dc- nog lang niet overheen, hè.... 't Was ook zoo'n geweldige slag opeens.... hoc is 't mogelijk, hè.... zoo'n lief, gezond kindje.... in tijd van twee dagen dood." „Ja.... 't is treurig, hoor.... maar ach.. 't kind is gelukkigdat zien ze toch Zelf „eker ook wel in. hè?" „Dat is 't 'm juist.... ze kenne d'r maar niet in berusten, hè...." „O niet?" ,Je mot 't nog maar niet verder verte! len.... maar Freek gelooft nou niks meer 't Is lach't is toch.... en hij was al zoo aardig op weg, onr heelemaal niet Truus méé te gaan in de godsdienst...." 't Is nou juist omgekeerd.... Truus is met hem meegegaan zc doet nerreges meer an. „Gunst nog £pe.... Wat 'n verandering opeens. ,Ja.... en as je 't mijn vraagt dan mot ik eerlijk zeggen ,dat i k me d'r óók niet heelemaal mee kan vereenigen, dat Onze- lieve-heer dat wurm van hun heb weggeno men. Dat kan d'r bij mijn nou maar niet goéd in, zie jeEn dan juist terwijl 't allemaal zoo mooi liep met die twee.... en d'r zoo'n mooie kans was, dat hij ook Roomsch zou worden. Zeg nou zelf, nicht.." „Ja.... ja..'t is wel gek, hoor.... 't is wel gek. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9