Regeeringsvormer. Een uitslaande brand aan den Koudenhorn. 4 DAGBL4D VOOR NOORD- EN ZUID-HOLLAND 50ste Jaargang No. 16185 De brand aan den Koudenhorn. Een kijkje in de vlammenzee. Dit nummer bestaat uit 12 bladzijden - Eerste blad Een pakhuis geheel uitgebrand. Vrijdag, 30 October 1925. Z. Exc. Minister dc Geer, bezocht liffl'dcn Haarlem en omliggende gemeen- ïen in verband met de grenswijziging. Z. Exc. met Jhr. Bas Backer burgemeester van Bloemendaat, verlaat het Haarlemsche station. J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem.0 HAARLEMSCHE COURANT Alle aöonne s op dit biaü zijn, ingevolge ue verzeKeringsvoorwaarden, f QfinfJ Levenslange geheele ongeschiktheid tot werKen door f 7CH bij een ongeval met f OE(It bij verlies van een hand, f (QC bij verlies van een f CO y bij een breuk van f jj fl bij verlies van een tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen wUUU. verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1 <JU.' doodelijken afloop wW. een voet of een oog f ItuJ." duim of wijsvinger 1 Ubeen of arm ïv'< andere vinger. tie abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen; Per week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij Vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 (3 lijnen). Postrekening No. 5970. Advertentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke korting. Advertentiën tusschen den tekst als ingezonden tnededeeling, 60 ct. per regel op de le Pagina's 75 ct. per regel. Vraag- en aanbod-adver» tentiën 14 regels 60 ct per plaat» sing: elke regel meer 15 ct bij vooruitbetaling. De verwijten der linksche oppositie te gen de basis der nieuwe regeering, tegen de chistelijke coalitie, missen allen grond, zoo- als wij zagen. Helaas kan dit niet gezegd j worden van het tweede deel der critiek, welke zich tegen de keuze van den Kabi netsformateur wendt. Die critiek is in het voorloopig verslag als volgt samengevat: Achtten de hier aan het woord zijnde le den op de boven ontwikkelde gronden het optreden van een kabinet uit de rechfsche coalitie een waagstuk, dat dit kabinet is opgetreden onder leiding van den heer Co- lijn, achtten zij een politieke roekeloosheid. Dieös optreden als kabinetsformateur is geenszins als een consequentie van den ver kiezingsstrijd te beschouwen. Integendeel, de uitspraak van de stembus was in elk op- zithf voor den heer Colijn ongunstig. Zelfs onder de anti-revolutionnaire kiezers was de ingenomenheid met zijn beleid verre van algemeen. Sommige andere leden hadden er bezwaar tegen, dat de formatie van het kabinet is opgedragen aan een staatsman, die niet ge acht kan worden de drager te zijn'van(de overtuiging, welke in de stembusuitspraak 5ot uiting kwam. In deze verklaringen beluistert men, wat ook wij na het aanwijzen van den heer Co- lijn als kabinetsformateur geschreven heb ben. Onder den verschen indruk van die benoeming heeft de polemiek daarover in dertijd onwillekeurig een wat- scherp karak ter gekregen. Nu wij drie maanden verder zijn en de regeering stevig in het zadel zit, valt het veel gemakkelijker nog eens over die kabinetsformatie te schrijven, zonder ook maar den schijn van persoonlijke ani mositeit op zich te laden. 't Is jammer we hebben het bij vroe gere gelegenheden al meer gezegd dat hier te lande de gewoonte niet van elde'rs bestaat, waar n.m. bij belangrijke politieke gebeurtenissen de. regeeringspersonen en partijleiders altijd dadelijk een of andere spreektribune, een vergadering, of een diner weten te" vinden om hun meening te zeg gen, om over duistere dingen hun licht te doen schijnen, In Nederland schijnt echter het verstoppertje-spelen tot een der elementen van de politiek te behooren, welke vaderlandsche zeden helaas ook in de R.K Staatspartij gevolgd worden. En het ergste is, dat dit zwijgen als de hoogste wijsheid, als bewijs van tactiek, doorzicht en diplomatie geprezen wordt, terwijl wij er juist van overtuigd zijn, dat meer open heid en snellere voorlichting veel verwar ring zou tegenhouden. Na drie maanden hebben de leiders der rechterzijde inmid"- dels eindelijk de gelegenheid gekrégen oqi officieel te antwoorden op de critiek der linkerzijde en van een groot deel der recht- sche kiezers ten opzichte van de keuze van den kabinetsformateur. Dat antwoord is in het voorloopig verslag als volgt samengevat: Dat een kabinet uit de rechterzijde is opgetreden, achtten deze leden (der rech terzijde) dan ook volkomen constitutioneel, Zij gaven toe, dat ander^ partijgroepee- ringen mogelijk zijn, maar zoolang deze niet bestaan, wijst een meerderheid voor de rechtsche coalitie deze aan als regeerings- meerderheid. Elke meerderheidscommissie eischt voorts offers van de deelen waaruit zij is samen gesteld AI moge misschien in de toekomst de coalitie onmogelijk worden, voor hef oogenblik is zij de eenig mogelijke combi natie. Dit eenmaal aangenomen, kon, zoo be toogden deze leden, de keuze van den heer Colijn geen verwondering baren. Zij juich ten deze keuze zeer toe. Men zal moeten toegeven, dat dit ant woord al heel mager is en eigenlijk voor den heer Colijn en de anti-revolutionaire partij weinig vleiend. De stelling: er is geen coalitie van partijen mogelijk, wanneer de groepen, waaruit zij is samengesteld, ieder voor zich op zijn tijd geen offers weten te brengen; die stelling onderschrijft iedereen. Maar nu wordt dat brengen van een offer door de Katholieken en de cbristelijk-his- torischen aan de anti-revolutionairen als de cenigc verklaring opgegeven, waarom de heer Colijn en geen ander als kabinetsfor mateur is opgetreden. Laten wij hopen, dat de rapporteurs van hef verslag der „Alge- meene beschouwingen" den hier aan het woord zijnden leden niet volkomen recht hebben laten wedervaren en dat Wij bij hef mondeling debat in de Kamer wat meer te hooren krijgen. Want dit is loch wel heel onbevredigend. Wij willen er nog eens op wijzen dat het hier niet om een persoon gaat, maar om veel grootere belangen. Het gaat om politieke ze,den, waaraan wij hier te lande en waaraan men in de meeste con stitutioneel geregeerde landen gewoon is geraakt en waarop, o.i. bij de laatste ka binetsformatie inbreuk is gemaakt. Het is op de allereerste plaats al heel ongewoon, dat bij het optreden van een combinatie van politieke partijen als regeeringsbloc, de kabinetsformateur niet genomen wordt uit de groep, welke grooter is dan de beide andere te zamen. Maar laten wij aannemen, dat de R.-K. Staatspartij hier inderdaad een offer moest brengen om de gevoeligheden bij het pro- tesfantsche volksdeel te ontzien. Wat heeft dan de adviseurs der Kroon bewogen om voor de kabinetsformatie een advies te geven, dat kennelijk tegen de uitspraak van de meerderheid der kiezers inging? Dit groote feit van beteekenis valt niet door gevoelsargumenten weg te redeneeren. De bewijzen voor onze stelling zijn overvloe dig. De anti-revolutionaire partij, op wier lijsten de heer Colijn boven aan stond, is niet alleen relatief in verhouding van het grootere aantal kiezers maar ook abso luut bij de laatste verkiezingen achteruit gegaan. En het hoofdorga der partij heeft zelf toegegeven, dat deze achteruitgang aan de strenge financieele politiek van den heer Colijn te wijten is geweest „De Neder- der" gaf onmiddellijk na de verkiezingen te ve'rstaan, dat de minister van financiën uit het vorig kabinet niet de aangewezen man was om als kabinetsformateur op te treden. En de propaganda bij de Katholieken heeft gedurende de geheele verkiezingscampagne aan de kiezers voorgespiegeld, dat bij een overwinning der rechterzijde het Kabinet- Ruys en zeker de heer Colijn niet meer zouden optreden. Wanneer nu de stembus aan de anti-revolutionairen een éclatante overwinning had bezorgd, dan ware er over een kabinef-Colijn te' praten geweest. Maar nu was er aan den uitslag der verkiezingen geen enkel motief voor deze benoeming te ontleenen. Nogmaals, het gaat bij ens niet allereerst om den persoon van den minister-president. Wij willen een oogenblik aannemen, dat de heer Colijn even goed als een ander in staaf is een program samen te stellen, een regeering te vormen en een bewind te voe ren, dat klopt met de stembusuitspraak. Het gaat om het recht van hef spel, om zui vere politieke zeden. Aan de stembus heeft de kiezer de eenige gelegenheid in de vier jaren om rechtstreeks invloed uit te oefe nen op de regeering. Met dat recht is in ons land ook altijd zeer conscentieus reke ning gehouden en aan dezen goeden demo- cratischen gang hebben wij niet voor het minst de nationale geneigdheid naar orde, de afkeerigheid van revolutie te danken. Een ieder, die hier wil grijpen naar de macht roepen wij altijd met recht toe: gij zijt anti-dèmocratisch; laat het volk zeggen, wat het wil; met het algemeen kiesrecht heeft het daartoe volop gelegenheid; met de sfembusuitspraak wordt hier altijd nauwkeurig rekening gehouden! Omdat wij dit keer na 1 Juli een afwij ken van deze zuivere politieke zeden meen den waar te nemen, daarom vooral hebben wij ons tegen de kabinetsformatie verzet. Hef aanstaand politiek debat nu is er om ten deze klaarheid te brengen. Het ergste zou zijn, wanneer het hier besproken be ginsel ook in de Kamer werd weggedoezeld, zooals dit in het algemeen verslag is ge beurd, Alleen van eerlijke openhartigheid heeft onze vertroebelde binnenlandsche politiek heil te verwachten. 20.000 K.G. HOOI EEN PROOI DER VLAMMEN. Op een zeer ongewone manier werden wij gisterenmiddag opmerkzaam gemaakt op 'n fjrooten brand, die in Haarlem moest woe den. Vanuit de zolder van ons gebouw aan de Nassaulaan zagen wij hoog oplaaiende vlammen boven de daken der stad. De brand moest woeden in de richting van Q,e Bakenessergracht of Koudenhorn. Wij er op uit! Reeds in de Nassaustraat zagen wij een dikke rookkolom omhoog kronkelen, die naarmate wij dichter bij kwamen. dikker werd. Ons vermoeden bleek inderdaad juist te zijn, want op den hoek Bakenessergracht Zakstraat was hef verkeer geheelafge sloten. Om ons even van den toestand te vergewissen liepen we wat door en ook de Koksteeg, bij de Bloemertsteeg, bleek af gesloten te zijn. Evenzoo wat dit het- geval op den Koudenhorn. De Haarlémsche politie had alles snel afgezet. Op den Koudenhorn. kwam ons, een afschuwelijken stank tegemoet, en naderbij gekomen, bleek de brand te woeden in dc nieuw gebouwde magazijnen van de fa. H. F, Paulen, handelaar in fourage, Kouden horn 6. Door de groote geopende deuren gaf het inwendige een troosteloozen aanblik. Groote hoog oplaaiende vlammen en veel rook, die het uitzicht zeer belemmerde. Ijverig werkende brandweerlieden en schoorsteenvegers deden hun uiterste best 'om het vuur te bestrijden. Vanaf den Koudenhorn was niet'veel te z$en. De woning van den Paulen boven aan den voorkant, waarvan de op gang precies in 't midden is. Naast deze trap is een klein kantoortje, waarvan een ruit ingeslagen was. Aan weerszijden zijn twee groote deuren, die toegang geven tot de groote magazijnen. Door deze deuren was niets anders te zien dan een dichte rookmassa, waarin zich de brandweerlieden bevonden en die met een groot aantal slangen op de waterleiding het vuur bestreden. Een zoon van den heer Paulen liep ang stig, rusteloos heen en weer en op onze vraag, antwoordde hij, dat zijn vader naar den Haag was met de auto, Er was reeds een telegram afgezondenom het droevige feit mede te deelen, We kwamen in Zakstraat, alweer een dikke, verstikkende rook, die ons het voort gaan onmogelijk maakte. Maar we hielden vol en kwamen tenslotte in de Bloemer.- steëg. Hier zagen wij een nog grooter schouwspel. Menschen druk doende, ®n daartusschen een vrouw, jammerklagend en zuchtend. Op onze informatie vertelde zi] ons, dat het achter den fouragehandel van Paulen liggende pand, dat gehuurd was door den steenkolenhandelaar Drupsteen, geheel in lichtelaaie stond. Het bleek alzoo, dat het vuur 2 slachtof fers had gemaakt! In de steenkolen-bergplaats waren onge veer 25000 turven opgestapeld waarin het vuur natuuriijk een gretig voedsel vond. Volgens mededeéling van de vrouw was de aanwezige voorraad verzekerd. Door de geopende deur zagen wij een onezettend schouwspel. Het dak stond in lichte laaie en was bijna- geheel vermeld en de turfhoop! Een enorme rookmassa belette bijna alle uitzicht, doch. nog genoeg ocm te consta- teeren, dat niets of zeer weinig zou over blijven. De groote, dikke, zware balken waren geheel doorgebrand. Wie wel eens een hoop slrooafval heeft zien verbranden, weet hoe gretig het vuur er voedsel in vindt. In minder dan geen tijd is afles verdwenen. Nu was het een geheele voorraadschuur, een magazijn, vol pakken stzoo, in brand. Men kan dus nagaan, hoe groot de vuurzee was. De - straten waren binnem korten tijd kletsnat, .een gevolg van het spuiten en- van het lekken van de koppelingen der slangen. Over hetblusschingswerk, enz kunnen wij nog het volgende mededeejlen: Dc brand werd te ongeveer half vier ont dekt door den in de Bloemextsteeg wonen- den teekenaar van het bureau „Cante- cleer". Direct werd bij de filmfabriek „Po- lygoom" getelefoneerd naar de brandweer. Op den Koudenhorn werd in het kan toortje een ruft ingeslagen en werden eeni ge meubelen naar buiten geslieept. Door de groote hitte was het eerst niiet mogelijk de groote deuren te openen. De militaire politie, die in de infanterie- kazerne gehuisvest is, kwam direct met eigen materiaal uit de kazerne om een aanvang te maken met het blmsschingswerk. Door de militaire politie werd het eerst water gegeven, totdat na pl.nj-. 8 a 10 mi nuten de brandweer verscheen- Den actieven manschappen komt zeker een woord van hulde toe. De brandweer kwam met veel materiaal aanrukken, en onder leiding van den com mandant, den heer v. d. Broek, nam het blusschingswerk een aanvang. Door de politie werden direct uitgebreide Viaaatregelen genomen en werden alle toegangswegen tot het terrein van den brand afgezet. Dit bleek een goede maat regel te zijn, want na 4 uur, na school tijd was de belangstelling groot. In het magazijn stond een groote platte wagen, die reeds meer dan 30 dienstjaren achter den rug had. De brandweerlieden klommen er boven op en vandaar werd in de vuurmassa gespoten. Ze hielden zoolang stand, tot de wagen onder hun voeten weg brandde en in elkaar zakte. De wagen werd toen naar buiten gesleept. Een half uur daarna ongeveer werd de nog steeds smeu lende wagen met eenige emmers water ge- bluscht. Ons kwam. ook het gerucht ter oore dat een mooie witte poes van een der onfwo- nende families zou zijn verbrand. Van een naast het brandende perceel wo nend oud vrouwtje, werden eenige. meu beltjes naar buiten gesleept, voor 't geval er ook in haar huis brand zou komen. Op het terrein van den brand waren o.m. aanwezig, de heer C. Maarschalk, burge meester van Haarlem, de heer Th. Wesstra, gemeente-secretaris van Haarlem en de Haarlemsche wethouders, de heeren J. N. J, E. Heerkens Thijssen, M. A. Reinalda en Bruch. Ook de commissaris van politie, de Jieer Tenckink was aanwezig. Van de Haar lemsche politie waren o.m, nog aanwezig inspecteur Wout van de Centrale recherche en de inspecteurs Verschoor en Bosch. Naar vermoed wordt is de brand ont staan door hooibroei. Het hooi was ver zekerd.1 Tijdens het hlusschingswerk werd er i door de militaire politie ijverig geholpen. Omstreeks 5 uur is men begonnen de groote pakken stroo, die niet heelemaal verteerd waren, naar buiten te sleepen, en achter de noodwoningen neer te wer pen, alwaar eenige slangen op de water leiding het smeulende stroo nathielden. Dit bleek zeer noodig te zijn, omdat het vuur steeds weer oplaaide. In de Bloemersteeg werden de gedoof de turven per handwagen weggereden. De schade is zeer aanzienlijk en kon nog niet geraamd worden. Onmiddellijk reeds na het constateeren van den brand kon het jammer genoeg geen twijfel lijden, of geheel de voorraad hooi, die in het diepe en ruime pakhuis was opgeslagen, moest een prooi der vlam men worden, zonder dat ook zelfs maar de geringste hoeveelheid gered zou kunnen worden. In één oogwenk was heel de massa een geweldige vuurgloed, die door haar warm te alle ruiten van de bergruimte deed springen. Hoog laaiden de vlammen in de vuurzee en het eene deel van het dak na het andere werd verteerd. Men kan zich den schrik der omwonen den levendig voorstellen: De wind, al was die dan ook niet zoo krachtig, ging naar het N. O., zoodat de belendende perceelen aan de zijde van de Zakstraat het meest bedreigd werden. Niet temin waren de overige huizen ook niet buiten gevaar. De filmfabriek Polygoon, onmiddellijk aan het pakhuis grenzend, zou er slecht aan toe geweest zijn, had de brandweer het huis niet voortdurend nat gehouden. De geheele kostbare voorraad films was echter reeds in veiligheid gebracht, daar de eigenaar der fabriek het onheil bijtijds had gemerkt. Dank zij'het krachtig optreden der brand weer, die moeilijk werk had, daar de vuur haard, om de dichte rookwolken, die steeds bieven opstijgen, niet benaderd kon worden kon het vuur tot het pakhuis beperkt b!ij- En dan ging het werk weder voort. Tel kens weer nieuwe wagenvrachten, een von kenregen om zich heen verspreidend, wer den naar buiten gereden en nog steeds smeule de ontzaggelijke massa voort. Meer dan 20.000 k.g. hooi moesten ver brandden en wilde men het vuur tenslotte meester worden, dan moest alles er uitge haald worden. Maar de brandweermannen werkten door Nu en dan werd door vriendelijke omwo ners koffie en brood gebracht, dat met graagte werd genuttigd; dan ging het weer verder. Altijd door, den geheelen nacht, bleven de rookwolken opstijgen, en telkens weer knetterden de vlammen op; als het smeu lende hooi uit elkander werd gehaald met lange haken. Van heel de zoldering en de overkap ping waren niet meer over dan eenige ver koolde binten, een voorover hangende balk, verkoolde planken en zwart f?®ro°kte mu ren, alles in chaotische verwarring door el kaar, soms dén weg voor de brandweerlie den versperrend. Alles moest naar buiten gesleept worden én hard moest er gearbeid worden. Kans op weer oplaaien van den brand was toen vrij wel uitgesloten, maar toch altijd bleef het oppassen. Van het groote gebouw is nu niets meer over dan een holle leege ruimte, zonder enkelen vorm. Nog mag men <?r zich over verheugen, dat de woning van den heer Paulen niet uitbrandde. Daar werd slechts enkele geringe schade veroorzaakt. Men meldt ons nog het volgende: Het was een hevige brand, die woedde, „een echt ouderwetsche". zooais we hem hoorden betitelen. Groote branden doen zich in Haarlem gelukkig niet veel voor, maar als er eens een is loopt half Haarlem uit. De Koudenhorn. waar de brand woedde, zag dan ook zwart van belangstellenden, die ech ter op uitstekende wijze door dc politie op eerbiedigen afstand werden gehouden. Omstreeks kwart voor 4 werd de brand gesignaleerd in den fouragehandel van den heer Paulen, Koudenhorn 6. Er kwam rook uit het perceel. dat nog slechts weinige ia- ren oud is. De brandweer werd direct ge waarschuwd en toen deze ter plaatse ver scheen, kwam juist ook de zoon der huizes er aan, een paard bij den teugel geleidende. De heer Paulen en zijn echtgenoote waren juist uitstedig. De zoon gaf direct den sleu tel van het pakhuis, waarin de brand woed de, doch toen de deuren opengeworpen wa ren, laaide een groote vuurgloed naar bui ten, welke tot onmiddellijk sluiten noopte, omdat anders de wind te veel door het brandende gebouw zou kunnen spelen en ook vonken ver over de straat zouden kun nen verspreid worden. Een ruit werd stuk geslagen en uit het kantoor werden een schrijfbureau en eenige meubelen gered. Ook een tweetal fietsen werd in veiligheid gebracht, doch een derde kon men niet meer bereiken. Van op zijde werd 't vuur met een forschen waterstraal bestreden en niet lang duurde het, of van verschillende kanten spoten onophoudelijk 9 waterstralen in het laaiende vuur, O. m. was een slang door de- bakkerij van den heer Benra'adt geleid en vanuit de Bloemert- steeg. Het vuur liet zich echter nie gemakkelijk bedwingen, zooals zich reeds spoedig liet aanzien. In het pakhuis lag een groote voor raad hooi en waar waarschijnlijk door hooi broei de brand ontstaan was, hadden de spuitgasten te kampen met smeulend en brandend hooi, waartusschen het vuur zich <*esadig een weg baande. Een platte wagen verbrandde ook, maar toen daarvan het vuur gedoofd was, klommen brandweermannen er op, om beter te kun nen spuiten. En zij hielden er zóó lang stand op, tot het verbrande voertuig onder den last bezweek. Toen werd de wagen de deuren waren inmiddels opengezet kunnen worden naar buiten gereden. Intusschen was het vuur overgeslagen op een bergplaats van den brandstoffenhandelaar Drupsteen, staande aan de Bloemersteeg en daar was turf in brand geraakt. De brandweer redde er van, wat te redden was en sleepte de turf naar buiten. De broeierige massa hooi en turf verspreidde ontzettende rookwolken, welke door den zuidwestelijken wind in de richting van het station gedreven werden en zelfs tot op het Frans Halsplein en boven het Schoterkwartier zichtbaar werden. „Het zonlicht werd zelfs enkele oogenblikken on- ven, Maar wat dan ook met de vlammen in aanraking kwam, werd totaal vernield. Het was een troostelooze aanblik. De eigenaar van het pakhuis, de heer Paulen, was naar den Haag. Slechts zijn zoon en dochtertje waren thuis gebleven. Onmiddellijk werd het onheil geséind cn toen de heer Paulen weer voor zijn bezit ting verscheen aanschouwde hij niets an ders dan een groote vuurklomp, waaruit dichte, walgelijke rook opsteeg, terwijl een scherpe rooklucht overal doordrong en de omringende huizen met een vunzige lucht vervulde. Inmiddels was het donker geworden en telkens als het vuur weer oplaaide werd de lucht van rooden gloed vervuld. Groote brandende hooiklompen werden door de manschappen, die hard werk had den, omvergehaald, op wagens geladen en naar den walkant» gereden. Daar werd het hooi uitgespreid en natgespoten, totdat het doofde. Dan lagen er alleen nog zwartberookte, verkoolde massq's opgestapeld langs den waterkant. Binnen ging het moeilijker, maar de Po lygoon-fabriek bood hier de behulpzame hand. die het werk zeer vergemakkelijkte. De eigenaar der filmfabriek liet een der groote schijnwerpers opstellen, en zoo werd heel het pakhuis als in helder daglicht zet. Barometerstand 9 uur v.m.: 760. Stilstand, LICHT OP. De lantaarns moeten morgen^ worden opgestoken om 5.02, - OPGAVE: 'i 'rtj derschept", deelde ons een bewoner van het; Schoterkwartier mede, „het leek, alsof een groote damp opsteeg." Intusschen had het moeilijke werk der spuitgasten succes verkregen. De brand van het pakhuis zeil verminderde, doch in het hooi smeulde het vuur voort. Met wagens vol werd dit nu het pakhuis uit gereden en op den Koudenhorn achter de noodwonin gen gelegd. Daar werd het geheel uit elkaar getrokken, waarbij de vlammen telkens <fm- hoog sloegen, doch deze werden dan weldra gebluscht. Het weghalen en uiteen trekken van het hooi was echter een moeizaam en' tijdroovend werk, dat evenwel zeer ge ordend verliep. Lang was de brandweer werkzaam en eerst laat kon men inrukken. Echter moest met een enkelen straal de boel den geheelen nacht natgehouden worden. Op het terrein van' den brand waren om. aanwezig burgemeester en wethouders en de commissaris van politie. Het nog nieuwe pakhuis is geheel uitge brand en biedt een troosteloozen aanblik met zijn zwartgebrand en -geblakerd inté rieur, dat overal druipt van het water, dat met verbrand hooi modderplekken op den grond gevormd heeft. De deuren, welke nog zoo mooi in de verf zaten, zijn geheel ge blakerd en een enkele is zelfs geheel uit haar hengsels gelicht. De voorgevel van het perceel heeft evenwel niets geleden. Een hoeveelheid papierwaren, toebehoo- rende aan den heer M. v. Reijsen, delicates- senhandel in de Groote Houtstraat, is ook een prooi van het vernielend element ge worden. Dit papier had een waarde van 300 a 400 en was niet verzekerd. Een mooie witte kat, toebehoorende aan een buurman, is in het vuur omgekomen. De belendende gebouwen kregen water schade. Ten slotte vermeldt het officiëele politie rapport het volgende: Te 3.45 ontstond gistermiddag brand in den fouragehandel van den heer H, F. Pau- ien, Koudenhorn 6, verder in de perceelen Zakstraat 14 en Bloemertsteeg 6. Onmiddel lijk werd de brandweer gealarmeerd, die het vuur met 9 stralen bestreed. Op het terrein van den brand waren o.m. aanwezig het college van B. en W., de com missaris van politie en de directeur van Bouw- en Woningtoezicht. De fouragehan del brandde geheel uit. Zeven wagens, die daarin aanwezig wareq en eenige gereed schappen, benevens 20.000 k.g. hooi, 2500 K G. zaad en een aantal papieren schaaltjes werden een prooi der vlammen. De perceelen waren verzekerd, evenals het hooi, stroo. de haver, de wagens, enz. Het perceel Bloemertsteeg 6 en Zakstraat 14, gehuurd door den heer Drupsteen, heeft veel waterschade. 25000 losse turven zijn verbrand of heb ben waterschade, terwijl 30 mud anthraciet zijn vertrapt. Het achterste gedeelte dezer bergplaats verbrandde; De oorzaak van den brand is tot nog to» onbekend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1