zpVuouweti-
mm
"b
fifiS
Sit t
XmnriK
if!
dyyyyyM onze kleeding.
Behulpzame kinderen*
Eenvoudige broderie.
JTüTra^.
Gravin Francisca.
T
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Vrijdag 6 November 1925
Kinderkleeding.
Katholiek is toch voor-
deeliger.
i O
O
ra
PractSsche wenken.
Recepten
Patronen naar Maat.
FEUILLETON.
Eten.
t
dat een dageiijksche taak. Kinderen mogen
hun genoegen eten, zoo luidt de uitdrukking,
maar er zijn er die heel gauw te veel eten, tot
eigen schade en indirect ten nadeele van de
huishoudbeurs. Wordt het veel eten veran
derd in goed en doordacht eten, dan zullen
er in de toekomst geen vraten meer zijn,
want gemaakt worden ze dan niet.
Mei de intredende koude moeten onze
kleine meisjes en jongens vanzelf warmere
kieêren hebben. Zooals meestal het ge
val is, blijkt na een grondige inspectie
van mama, dat de kleertjes die verleden
jaar nog zoo aardig leken en nog zoo goed
pasten, nu erg onfrisch er uit zien en o,
zoo krap zijn!
Welk een prettig werk is het voor U,
om voor het kleine goedje van een „zoo
maar-eens" gekocht lapje een jurkje,
manteltje, schoolhoed of muts te maken
en welk een (misschien minder prettige
doch méér voldoening gevende) bezigheid
is het om aan oude, gedragen kleertjes,
een nieuwe, frissche gedaante te geven!
Wij combineeren zoo graag tweeërlei
stoffen bij het maken van kinderkleercn
en het is dap ook opmerkelijk dat deze
manier van bewerken steeds succes be
haalt. Zij het dan dat het jurkje heel een
voudig of met zorg en veel arbeid is ge
maakt, het te zamen gebruiken' van tweeër
lei stoffen, contrastecrend of harmoniee
rend verhoogt het effect. En, is juist dit
niet iets zeer practisch in de mode, die ons
daardoor toestaat van twee oude kleeding-
slukken één üieuw te maken?
Wat voor de japon geldt, is ook van toe
passing op het kinderjurkje.
Twee oude japonnen, kunt u tot één
(soms onherkenbare) geheel nieuwe om-
tooveren en twee oude jurkjes tot één
nieuw, modernjurkje voor het kleine
meisje. Er zijn natuurlijk vele manieren.
Ik noem U eerst deze; Een tuniek-jurkje,
bestaande uit apart voering-jurkje, waar
aan de mouwtjes en een rand van onde
ren van b.v. een effen stof zijn, en het
tuniekje of bovenjurkje van een gewerkte
Een andere manier is deze: Aan be
staand jurkje, wordt ter hoogte van ,de
heupen, een rokje, aangezet van andere
stof, bestaande uit stopplooien of gewone
plooien. Een ceintuurtje kan ter afwerking
worden aangebracht. Hals en mouwtjes
kunnen" natuurlijk worden oogevroolijkt
door een garnituurtje van wit batist. Plat
te wit batist of neteldoek-kraagjes is voor
kleine meisjes een zeer geliefde dracht.
Een klein borduur-motiefje, eenig open
werk of geplisseerde strookjes ter omran
ding, kunnen de kraagjes en manchetten,
zoowel van meisjes als van kleine jongens
nog fleuriger maken.
Voor kleine jongens past men witte
garnituurtjej toe op kielpakjes van fluweel
of wollen stof. Zeer practisch kunnen der
gelijke kieltjes een veel gedragen broekje
grootendeels bedekken. Een wit lederen
ceintuurtje kan zeer goed aangebracht
v/orden, ter voorkoming van het opkruipen
der kieltjes onder het spelen.
Ook met soutache, tres, siersteekjes en
smockwerk kan men heel aardige resul
taten verkrijgen.
Een mooie, sprekende tint is voor stof,
waarvan men kindergoed maakt, wel ge-
wenscht, doch «en gecompliceerd of be
werkelijk model is niet noodig. De een
voudigste jurkjes of kieltjes zijn dikwijls
de aardigste!
Katholiek is toch voordeeliger, dat
bekent zelfs het' door Mina Drucker ge
redigeerde vrouwenblad „Evolutie". In
het genoemde periodiek lezen we:
,,ln de Amsterdamsche Raadzitting van 9
December 1.1. is door Mevr. KoekMulder
gewezen op de fabuleuze prijsstijging van
de verpleging in de ziekenhuizen. Het ver
schil met 1914 en nu is per dag; in het
Wilhelmina Gasthuis 2.20 en 7.4Ï; in
het Burgerlijk Gasthuis 2.77 en 7.69,
in het Fesselschadc Ziekenhuis kost een
verpleegdag J 7.53; in de Quarantaine-in
richting 6.50. Daartegenover staan de ge-
subsidiëerde particuliere inrichtingen al
dus: in het Ned. Israëlitische Ziekenhuis
kost een patiënt per dag 4.83; in de Ge
reformeerde Ziekenverpleging 3.90; in
het O. L. Vrouwegasthuis 2.90.
Het katholieke O. L Vrouwegasfhuis is
dus voordeeliger. ja het aller-voordeeiig-
ste van alle ziekeninrichtingen in de hoofd
stad. En daar volgens overeenkomst met
de Gemeente ook niet-katholieken daar
ter verpleging kunnen worden opgenomen,
heeft de burgerij er een niet onaardig pro
fijt van. Katholiek is toch voordeeliger!
Dr redactie vin ..Evolutie' legt uil dat
het lage cijfer der verplpgingskosten in
het O L. Vrouwegasthuis mag geschoven
worden op rekening van de Zusters, die
aldaar óf niets óf zeer weinig ontvangen.
En zij rekent uit:
Globaal aannemende dat elke Zuster fer
verpleging heeft drie zieken, zou dit voor
haar een bedrag uitmaken van veertien of
wel elf gplden per dag, wat zij natuurlijk
niet heeft.
Het artikel in „Evolufie" besluit met te
wijzen op een algemeene stijging van circa
80 pet. in d<' neutrale go,fhuJren 'oor
verplegingskoslen, en sputtert tegen het
„geldverknoeien per drie patiënten."
Wat Mevr. Mina Drucker constateert,
dat katholiek toch voordeeliger is, zou zij
bij nader onderzoek bevestigd vinden op
velerlei terreinen van openbaar leven. Hoe
hadden wij, indien de toewijding van ka
tholieke onderwijzers en de offervaardig
heid van katholieke ouders, gevoegd bij
den steun d.r k UKolijkc 'verheid, ons niet
waren te hulp gekomen, den strijd tegen
het ons opgedrongen neutraal onderwijs
kunnen voeren in de dagen, dat wij naast
den bouw van onze eigen scholen met ons
eigen geld, werden gedwongen om belas
tingpenningen op te brengen, teneinde aan
de kinderen van de liberale heeren bet on
derwijs Ee verschaffen, dat wij niet begeer-
Bij onze modellen nos. 295 en 296 zien
we een motief op ware grootte afgebeeld
voor een broderie toegepast op beide ge
noemde modellen. Men kan de teekening
op calqueer-papier doortrekken: hierbij
zijn alleen de groote hoofdlijnen van be
lang. iaodat men de verschillende ingetee-
kende steken verwaarloozen kan. De ge
calqueerde lijnen prikt men vervolgens
met een naald of speld op een dikken doek
door en legt daarna de teekening op de
juiste plaats op de stof van het te bor-
duuren kleedingstuk en wrijft wat fijn
gewreven houtskool met een wiek of stukje
zeemleer door de gaatjes. Deze bewerking
herhaalt men zoo vaak als noodig is. Dit
kinderjurkje, van roode kasha, kan men
met grijs en een andere tint rood bordu
ren en kiest de kleur van de biais langs
den hals en de manchetjes daarmee in
overeenstemming.
De casaque no. 296 heeft hetzelfde mo
tief in twee verschillende groottes. Op
witte crêpe de chine kan men hier een
kleurige broderie van geel, rood en zwart
aanbrengen Het kraagje is zoodanig ge
maakt dat het linkergedeelte door twee
splitjes in het rechter wordt geschoven.
Patroon 0.75.
den en vermeden? De liberalen hebben
altijd uit de staats- en gemeentekassen ge
schept om inrichtingen ten openbare nutte
te bouwen in stand fe houden; de socia
listen en communisten kennen niet de
naastenliefde, die ziekenhuizen, weeshui
zen, enz. opricht. Het Katholicisme doef
dat alles uit eigen aandrift en liefde voor
God en den evennaaste. Behalve dat het
alom in stad en land tempels en kloosters
bouwf voor den eeredienst van den ge-
openbaarden God, geeft het met volle
handen tot leniging van allerlei nood, door
zonde of armoede in de wereld gebracht.
En alweer de zuivere liefde tot den even
naaste stelt het in sfaat, om met opoffering
van eigen persoonlijkheid de noodlijdenden
en ongelukkigen zoo profijtelijk als anders
onmogelijk zou wezen, te hulp te komeö.
K'itr liqjc is ri ch voordecüg-
Slobpen zonder knoopen.
Het slijten van kussensloopen door het
indrukken van de knoopen bij het mange
len kan men vookomen door gebruik te
maken van de z.g, verpleegsterknoopen,
waardoor dan twee rijen knoopsgaten ge
maakt moeten worden. Bij het strijken
worden de knoopen er uitgehaald. Ook kan
men aan beide zijden lusband opnaaien en
dit met een veter dicht rijgen.
Opfrisschen van bekleede meubelen.
Hiervoor neemt men voor 25 cent pana-
ma-honf (bij drogist of apotheker) en laat
die gedurende 24 uur in kout water trek
ken. Dan wordt dit doorgezeefd en met
een schoonen borstel in dit vocht gedoopt,
borstelt men hef pluche af, dat er weder
als nieuw gaat uitzien.
Tegen muggen.
Tegen muggen beschermt men zich door
handen en gezicht te wasschen mef tinctuur
pyrethri composita, tienmaal met water
verdund. Tegen versche muggenbeten wren
de men dien sap_ of ammonia aan.
BLOEMKOOL MET KAASSAUS.(4 pers.)
1 Middelm. bloemkool, 4 d.L. melk, 45
gr. bloem, 60 gr. boter, 20 a 30 gr. kaas
(oude)
Kook de bloemkool op de gewone wijze
en ook bloemkoolsaus. Daarna voege men
de helft van de kaas bij de saus, roere deze
erdoor en bedek den bloemkool ermee.
Strooi de rest van de kaas er over heen en
giet hier over 10 gr. gesmolten boter. Doe
alles in een vuurvast schoteltje en laat het
in een warmen oven een lichtbruin korstje
krijgen.
APPELSCHOTELTJE.
Ongeveer 6 zure appelen, scheutje rum,
100 gr. suiker, 1 ons bitterkoekjes, yz L.
melk, 20 gr. puddingmeel of maizena, 1 ei,
eenige gehakte amandelen. Bereiding de
appelen boren, schillen, in schijven snijden en
laten weeken in een gedeelte der suiker en
een scheutje rum. De bitterkoekjes laten
weeken in de warme melk en fijn wrijven.
Het ei uitroeren met de suiker en de maizena
de verwarmde melk toevoegen en goed roe
rende laten binden' De vla moet vrij dik zijn
zoodat de appelschijfjes erop blijven liggen.
Een vuurvast schoteltje met boter besmeren
en laag om laag vullen met de appelen en
de vlade. De bovenste laag vlade bestrooien
met wat gehakte amandelen en het schoteltje
ongeveer 1 uur in een matig warmen oven
laten staan.
BLOEMKOOLSCHOTEL.
1 groote bloemkool, 200 gr. ham, 750 gr.
tomaten, 50 gr. geraspte kaas, boter.
Bereiding De bloemkool in kleine stuk
ken verdeelen en gaar koken in water met
zout en foelie. De ham fijn snijden. De kaas
raspen, de tomaten schillen, in schijven ver
deelen en bakken in wat boter. Laag om
laag de gaar gekooktè bloemkool, de ham,
de kaas en de tomaten schikken in een vuur
vasten schotel. Tusschen de laagjes iets
bloemkoolwater gieten, het geheel bedekken
met paneermeel en wat geraspte kaas en hier
en daar een klontje boter. Het schoteltje in
den oven een lichtbruin korstje laten krijgen.
I - Uw
ANDTJVIESLA.
Men wascht de bossen goed uit, ontdoet
ze van de groene blaadjes en snijdt hej gele
in fijne reepjes, dan nog een paar malen goed
wasschen, ze uitknijpen en in den slabak
doen. Nu zout, peper, azijn olie en iets sui
ker, dan alles goed dooreen roeren.
Gewoonlijk wordt er bij de sla te veel azijn
en te weinig olie op gedaan, men gebruike
uus in elk geval nooit meer olie dan azijn.
Papieren patronen op maat gemaakt
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag
plus 15 cent porto, .aan het Comptoir des
Patrons, Molenstraat 48 B., Den Haag. De
maten op te geven volgens onderstaande
teekening.
„O kinderen, loop toch niet zoo vreeselijk
voor mijn voeten, ik heb nog zooveel te doen,
ik weet bij geen mogelijkheid hoe klaar te
komen," en als 'n wervelwind loopt moeder
naar de keuken. Even daarna komt ze weer
terug, zoekend in alle laden, want de kurke-
trekker is zoek en de slaolieflesch moet open
getrokken worden, en, o hemel, nu wordt er
nog gebeld ook. Dat kon er nog net bij als er
nu visite kwam 't valt mee, het is een man'
met postkaarten, een paar centen en ze is van
hem af. Haar kurketrekker is ze in dien tus-
schentijd vergeten, maar Truusje is aan het
schommelen gegaan in de la en warempel,
het kleine ding met de scherpe oogjes heeft
het vermiste al gevonden en gaat er trotsch
mee naar de keuken toe.
Moeder was juist wanhopig haar heele
keukenla aan het lezen en kijkt nu verlicht op
en in eens dringt het tot haar door, dat ze van
die kleine Truus best een kleine helpster kan
maken.
Ze heeft tot nog toe bij de pogingen van
het kleine meisje om iets te helpen, altijd
angstig geroepen: „Neen laat dat, je zult het
laten vallen of afblijven, anders doe je je pijn,"
maar is dat wel verstandig
En moeder begint eens anders met kleine
Truusje.
Moeder moet dat bange nu maar eens van
zich afzetten, ze krijgt zoo geen flinke kinde
ren. Waarom kan Truusje eigenlijk niet leeren
tafeldekken, moeder heeft het om dien tijd
zelf zoo druk en ze begint haar lessen. Truus
voelt zich erg gewichtig nu ze in eens glazen
en borden mag neerzetten, lepels en vorken
uitzoeken en ze doet alles o zoo langzaam en
o zoo onhandig. Het tafeldekken duurt ook
voor moeder, die alles wijzen moet, driemaal
zoo lang en even bekruipt haar de lust om
het toch maar gauw zelf te doen, maar als ze
naar het bedrijvige kind ziet, dat haar straks
nog overal in den weg liep en dat nu opgaat
in het nieuwe werkje, begrijpt ze hoe 'n
heerlijkheid het voor de kleine meid is wat
bezigheid te hebben.
No. 292. De mantel hier afgebeeld is een
modern model van steenroode velours de
laine. Over de beide voorpanden loopt een
plooi, die van onderen eindigt aan den top
van een ingezette punt, van deze punten
worden er eveneens twee in de zijnaden
gezet aan eiken kant één. Ter hoogte der
taille brengt men in de zijden schuin ge
plaatste zakken aan. De revers gaan van
boven over in een dubbele kraag, die men
steeds staande draagt: deze is alleen van
buiten tot en met den rug van de vouw,
met beverbont gegarneerd. Hetzelfde bont
treffen we als garneering van mouwen
en onderkant aan. Voering: beige voerzij-
de; kousen: rose en schoenen; zwart; hoed
bijpassend rood of zwart. Patr. 1.35.
No. 293. Eenvoudige, maar correcte win
termantel van zware velours de laine, tint
bleu. Het bovengedeelte is recht, het onder-
gedeelte is daar aangevoegd met een
schuine taille-lijn: de verwijding wordt
verkregen door ingevoegde puntvormige
25
„Ja zeker, tegen den wil Gods" bevestigde
doctor Martin op een toon van gezag. „Wan
neer twee menschen tusschen wie geen hu
welijksbeletsel bestaat, zich tot elkaar voelen
aangetrokken, zou dat dan niet de wil Gods
Zijn
„O, ik kan het bijna niet gelooven. Het is
alsof mij plotseling alle moed ontzinkt."
Doctor Martin verschrikte, toen hij zag,
hoe ze opeens doodsbleek werd.
„Gevoelt ge u niet wel vroeg hij be
zorgd.
Maar het jonge meisje antwoordde niet.
Ze kon nog niet aan haar geluk geloven.
Het was, alsof ze onoverkomelijke hin
derpalen zag vóór zich.
Doctor Martin schreef het aan zenuwover
spanning toe.
„Ik moet nu naar mama gaan" zoo zei ze
als in een droom, terwijl ze met de hand over
hare oogen streek, en langzaam opstond.
Met wankelende schreden ging ze naar de
deur.
Bezorgd volgde doctor Martin haar met
de oogen. Het hart kromp hem van smart
en medelijden ineen. Maar toen kwam eene
uitdrukking van groote vastberadenheid od
Een paar weken later kan Truus al aardig
alleen de tafel dekken en moeder moet er zelfs
om lachen hoe voorzichtig haar vijf-jarige
wilde oudste is, hoe netjes ze de glazen vult,
zelf de karaf met water haalt, borden naar
binnen brengt, allemaal werkjes die moeder
een paar weken geleden onmogelijk had ge
dacht voor een klein meisje.
Trotsch vertelt ze aan een vriendin haar
ondervindingen met Truusje, maar die waar
schuwt dadelijk „pas maar op, binnenkort
laat ze een heele stapel borden vallen
Moeder is nu echter vuur en vlam voor
haar methode en zegt dan ook heele stapels
borden draagt het kind nooit. En die paar
borden heb ik er desnoods voor over om zus
handigheid te leeren,zelf breek ik ook wel eens
wat. En dan het kind werd zoo lastig, ze had
genoeg van al haar fröbeldoozen en ik kon
den heelen dag verbieden: Truus plaag de
broertjes niet, kind klim niet overal op,
Truusje haal de heele speelkast niet overhoop.
Tegenwoordig heb ik er geen kind aan, ze
Zoekt den heelen dag werkjes, je moet haar
met een dood-ernstig gezicht haar schoentjes
zien poetsen, eerst een groote krant legt ze
neer en daar zet ze alles op klaar. Ik heb haar
een paar flinke mouwschorten gemaakt, daar
zit ze heelemaal in. Zakdoeken en doeken
vouwt ze met het grootste geduld en maakt
mooie stapeltjes, ze probeert ze al te tellen
voor mij ook.
Je moet echter zelf veel geduld hebben en
ook niet meen en, dat het kind gauw iets voor
je doen kan. Gauw staat nog niet in haar
woordenlijstje, gelukkig maar, door al het
haasten worden de dingen nu juist niet beter
gedaan en juist doordat zij den tijd heeft voor
haar werkjes blijft ze het met toewijding
doen.
En het grappigste is, ze begint nu ook
haar broertjes op te voeden, tenminste de oud
ste. Ze is hem aan het leeren zijn schoentjes
aan te trekken. Eerst had ze er zelf groote
moeilijkheid mee, maar toen ze éénmaal den
slag te pakken had, ging het best. Ze dacht
stukken in de zijnaden. De mantel wordt
gesloten op zes stof-overtrokken knoopen
en lussen. De kraag heeft het sjaal-model
en is bij den hals gegarneerd met grijs ko
nijnbont, hetwelk men eveneens aantreit
om de mouwen en langs den onderrand
met uitzondering van een aanmerkelijk
deel der voorpanden. Men drage een hoed
in dezelfde tint, vilt of fluweel. Patr. 1.35.
No. 294. Deze elegante japon van beige
kasha, heeft van voren een zeer lange
puntvormige insnijding, met een daar
onder gevoegd borststuk van gebloemde
steenroode crêpe de chine; met deze laat
ste voert men ook de binnenkant van het
.kraagje en de revers De taille is gemar
keerd door een smallen heupband, die van
voren loshangt en in een strik gelegd
wordt. In het rokgedeelte komen van vo
ren in het midden ongeveer 18 c.M. uit
elkaar twee vaste plooien, terwijl in de
zijden lange puntige stukken ingevoegd
worden. Kousen rose en schoenen donker
bruin. Patr. 1.35.
zijn gelaat.
„Zij mag niet ongelukkig worden" zoo
dacht hij bij zichzelven, „en ik zal strijden
voor haar geluk, al zou ik alles daarvoor ten
offer moeten brengen."
Toen hij weinige minuten later in zijn rij
tuig zat, om een zieke in een der buitenwij
ken van de stad te gaan bezoeken, overdacht
hij met gesloten oogen zijn geheelen levens
loop.
Sedeti de groote teleurstelling van zijn
jeugd, had hij nooit meer eene vrouw ont
moet, die een diepen en blijden indruk op
Zijn gemoed had gemaakt. Bijna alle jonge
meisjes, waarmede hij kennis had gemaakt.,
waren aan de beuzelingen en de uiterlijkhe
den van het leven gehecht geweest.
Velen waren hem welwillend gezind ge
weest, en velen zouden wel gaarne zijne aan
dacht hebben getrokken, zonder dat hij den
geringsten lust bespeurd had, in meer ver
trouwelijke betrekking tot haar te treden.
En nu beminde hij de dochter van de eeni
ge vrouw, voor wie hij vroeger ernstige ge
voelens had gekoesterd.
En toch geleek die dochter zoo weinig
op hare moeder
Ze was, zoowel wat het innerlijke als wat
het uitwendige betrof, geheel anders.
Er was zelfs een groote tegenstelling tus
schen beiden.
Met haar groot vertrouwen en hare be
hoefte aan hulp en bescherming was Catha
rina tot hem gekomen, en had ze hem in hr
re ziel laten lezen.
nu bij broer moest het ook wel lukken, maar
ze bracht er zelf al niets van terecht en kwam
mij zuchtend vertellen, dat broer zijn beenen
zoo gedraaid zaten."
Alle moeders zou ik nu wel den raad wil
len geven, probeert het eens met de kleintjes,
vroeg geleerd is oud gedaan. Het voortdurend
hooren moeten, neen dat kan je nog niet,
neen, dat mag je nog niet, verlamt ze zoo. Ze
willen het zoo graag nu leeren, druk je ze nu
aldoor neer, dan vergaat hen de lust. Moeders
die nooit geen geduld hebben, kweeken on
handige kinderen, natuurlijk doe je het zelf
beter en vlugger, maar het gaat ook niet om
het resultaat voorloopig, het gaat om het
kind nuttige bezigheid te verschaffen, zijn
werklust, zijn lust tot doen tp hulp te komen.
Als vele moeders de kinderen wat kleine
huiselijke werkjes leerden, zouden er mijns
inziens minder lastige kinderen zijn.
Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt
„vraten worden niet geboren, maar worden ge
maakt," En werkelijk men zal slechts hier
en daar een uitzondering vinden. Wel heeft
het eene lichaam meer noodig dan het an
dere, de eene kachel brandt ook zuiniger
dan de andere, een te groote portie verdraagt
men tenslotte niet en is als genotzucht te be-
beschouwen. Men eet dan omdat het zoo
lekker is, tot men niet meet kan, neemt al
leen om de tong en verhemelte te streelen en
vergeet hierbij dat alle andere organen, die
te groote portie ook moeten behandelen en
trachten te verteren. Te veel arbeid heeft on
getwijfeld vroeg versleten zijn of ziek wor
den tengevolge.
Ze worden niet geboren, de vraten, doch
langzaam aan gemaakt door het tot gewoon
te maken veel voedsel tegelijk te nemen.
Ten onrechte wordt door menige moeder of
verzorgster gedacht, dat wanneer 't kind maar-
een flink bord eten naar binnen werkt, het
naar verhouding ook groeien zal. Hpe vaak
hoort men niet als lofuiting op het in
werkelijkheid verslinden der spijzen „en
eten dat het jong doetZeker in de jaren
waarin het lichaam het sterkst groeit, heeft
het ook heel wat noodig, maar overdrijving
schaadt. Een deel van de taak der moeder
is toe te zien of het klaar liggend voedsel
werkelijk door goede behandeling zijn nut op
zal kunnen brengen en hieraan hapertgnog
wel eens wat. Niet steeds wordt elke hap
naar behooren gekauwd en er wordt keel wat
geld over den balk gegooid i. c. door de keel
geslagen, wat noch uit 'n gezondheids- nog
uit een economisch oogpunt goed te keuren
is.
Reeds bij den zuigeling heeft men op de
goede maat te letten. Te veel is bij hem on
middellijk schadelijk.
Wanneer een kind een stuip heeft is een
der eerste vragen van den arts wanneer en
hoeveel het gegeten heeft.
Zoo heel veel stuipen vinden hun oorzaak
in te groote hoeveelheid opgenomen voedsel.
„De melk loopt er dun door" is een gelief koos
de uitdrukking van veel moeders, maar ze
vergeten, dat melk voor kinderen te beschou
wen is als voedsel en niet als drank om den
dorst te lesschen. Ook voor groote kinderen,
wier eetlust door het gebruik van veel melk
vaak danig geschaad worden.
Men geve zich derhalve rekenschap of de
gewoonlijk opgenomen hoeveelheid voldoen
de, dan wel ook toereikend is zoowel voor
den groei van 't lichaam als voor de noodige
maagvulling. Men heeft dit ook noodig om
niet geplaagd te worden door een lastig hon
gergevoel.
De wijze van eten is van veel invloed op het
nuttig effect van het opgenomen voedsel. Het
schrokkend eten, doorspoelend met een slok
thee of koffie staat ongemanierd en boven
dien kunnen de spijsverteringsvochten in
maag en darmen niet in voldoende mate op de
spijzen inwerken, zoodat merkelijk van groot
verlies van nuttig effect gesproken kan wor
den en waar men dit zeer zeker kan omzetten
in geldelijk verlies mag ook een zuinige huis
vrouw dit punt bij de opvoeding niet uit het
oog verliezen. Steeds is het zaak uit het voed
sel te halen wat er uit te halen is en alleen door
goed te kauwen, is dat mogelijk, voorop ge
steld- dat het maal op goede wijze is bereid.
Evenwel meent men in onzen gejaagden
tijd wel eens weinig tijd er voor over te kun
nen hebben. Dit mag niet, men moet en kan
ook den noodigen etenstijd verlangen en
nemen en in elke huishouding is het zaak, dat
de vrouw precies op tijd de tafel gedekt en 't
eten klaar heeft. Voor velen is dat al het mid
del tegen de kwaal. Bij anderen zal men dat
middel bij de personen zelf moeten zoeken,
maar steeds is het weer de huisvrouw, die
mee moet zorgen, dat 's morgen'- ieder bij tijd
uit bed komt en aan de ontbijttafel verschijnt
om kalm zijn ochtendmaal te verwerken.
Haasten en jachten zijn uit den booze. Reeds
wordt in de keuken het voedsel smakelijk be
reid en voor kinderen en volwassenen zoo
noodig wat lichter verteerbaar gemaakt. Dit
leert reeds het jonge meisje op de vakscholen
en zij zal wel doen gewoonte er van te maken,
ook in eigen huis later zich van het hoe en
waarom der dingen rekenschap te geven. Hier
door alleen kan zij in haar kleine maatschappij
meewerken tot verbetering der volksgezond
heid.
Het licht verteerbaar maken van 't voedsel
tnag zich niet uitstrekken tot het toevoegen
van allerlei stoffen of het veel tijd er aan ge
ven. Dit is in het practisch leven niet uit
voerbaar..Men bepale zich tot goed gaar ko
ken en daarna tot goed fijn maken der spijzen
voor de kinderen. Zij, die 'n heelen aardappel
of een groot stuk brood of vleesch in den
mond steken, kauwen bijna nooit voldoende
lang om het geheel fijn en nat te maken, maar
slikken de brokken zoo gauw mogelijk
door. i
Om dit te voorkomen, maakt men het
eten fijner, snijdt brood of vleesch in kleiner
tukjes en laat de kinderen den mond niet
volproppen. Moeder dient erop te letten, dat
het gebit zijn dienst goed doet, d.w.z. dat met
de tanden wordt afgebeten, doch met de kie
zen wordt gekauwd. Wisselen bij een kind
de tanden, dan houde zij hiermee rekening
en maakt het voedsel reeds wat fijner enz.
Heeft men alle moeite gedaan, een smake
lijk maal op te disschen en is er ruime voor
raad eener- en flinke trek ander zijds, dan is
het zaak te zorgen, dat er niet te veel genomen
wordt en kookt men steeds smakelijk, dan is
En toen was de liefde in haar gemoed ont
vlamd, zóó plotseling, dat hij zichzelven nau
welijks rekenschap daarvan had kunnen ge
ven.
Hij gevoelde alleen, dat het nog eenmaal
de vurige begeerte was, om te beminnen, en
wederliefde te ontvangen, en tevens gevoelde
hij, dat het nu de laatste maal was van zijn
leven.
En tevens had hij de vaste overtuiging, dat
hij bij haar nooit koelheid of gebrek aan waar
deering zou. ondervinden.
„Arm kind" zoo dacht hij vol medelijden
bij zichzelven. „Hoe veel moet zij hebben
geleden, op zoq jeugdigen leeftijd."
Toen dacht hij aan den zwaren strijd, die
hem te wachten zou staan, en ook aan het
groote geluk, dat zoowel hem als Catharina
ten deel zou vallen, wanneer alle hinderpa
len zouden zijn overwonnen.
Nog denzclfden dag zou de beslissing
moeten vallen.
Intusschen had Catharina zich stil en ver
moeid naar huis begeven.
Langzaam klom ze de breede trappen op
die naar hare kamer-geleidden.
Na zich van hoed en mantel te hebben ont
last, strekte ze zich na het slaken van. een
diepe zucht, op haar legerstede uit.
Zé sloot de oogen, met zulk een gevoel
van afmatting alsof ze niets meer van de we-
.reld wilde zier;.
Slap hingen hare armen omlaag, en het
was, alsof elke veerkracht bij haar was ge
weken.
Toen gravin Francisca hare kamer binnen
trad, wierp ze een afkeurenden blik op hare
dochter.
„Geheel en al het karakter van haar vader,"
zoo dacht ze bij zich zeiven. „Het is dezelfde
willoosheid, dat „zich laten gaan", dat om
laag voert, inplaats van hoogerop. Zulke ka
rakters moeten tot hun geluk als 'tware met
geweld worden gebracht."
Toen zei ze op strengen toon
„Catharina, ik hoop, dat ge eindelijk die
dwaze meisjesgrillen hebt opgegeven
Langzaam en met moeite opende Catha
rina hare oogen.
Ze zag hare moeder aan.
Maar in hare oogen lag toch iets te lezen,
dat hare moeder toch niet begreep, en dat
haar tevens verraste, ja zelfs verschrikte.
Nooit had ze zulk eene uitdrukking op het
gelaat van hare dochter opgemerkt.
Het was eene hopelooze uitdrukking, maar
tevens iets onbuigzaams.
„Mama," zoo begon Catharina met doffe
stem, „ik heb u de voornaamste beweegre
den van mijne weigering om met Buffo te
trouwen, nog verzwegen. Ik kan uwe wensch
niet vervullen, omdat ik doctor Martin be
min."
„Catharina riep haar moeder uit, buiten
zichzelve van verbazing. „Zijt ge krankzinnig
geworden
Maar Catharina antwoordde niet.
Ze had hare oogen*weer gesloten.
Niettegenstaande de opgewonden stem
ming, waarin de gravin verkeerde, viel het
haar toch op, hoe doodsbleek haar gelaat
was.
„Ge zijt ziek, kind," zei gravin Francisca
op doffen toon. „Ge hebt ijlende koorts en
spreekt onzin,"
Toen vatte ze de hand van hare dochter.
Die hand was ijskoud.
Gravin Francisca begon zich bezorgd te
maken over den. toestand van hare dochter,
en begon hare' handen te wrijven, om te ver
warmen.
Maar het hielp niet.
En Catharina gaf ook geen antwoord op
de verschillende vragen van hare moeder,
die elkaar snel opvolgden.
Onverschillig voor alles, bleef ze onbewe
gelijk op hare legerstede liggen.
Gravin Francisca begon nu te begrijpen,
dat hare dochter aan eene zware zenuw-crisis
ten prooi was.
Ze gevoelde Catharina den pols, die maar
zwak klopte.
Ook het kloppen van het hart waa nauwe
lijks waarneembaar.
Een groote angst maakte zich van haar
meester.
Ze snelde naar de eetkamer én haalde daar
sterke cognac.
Maar het gelukte haar niet, Catharina iets
te doen innemen.
„Groote God, wat zou mij nu weer te
wachten staan kreunde ze vol ontzetting
en zelfverwijt. „Zou ik ook haar moeten ver
liezen
Ze viel op de knieën en wrong wanhopig
de handen. Ze gevoelde een groote verlich
ting, toen Dominique kwam mededeelen,
dat doctor Martin was gekomen. Ze liet hem
boven komen, en kwam hem op de trappen
halverwege tegemoet.
„Doctor 1" riep ze uit, „mijn kind is ern
stig ziek. Ik vrees, dat ze zal sterven. En ze
spreekt over u, in haar ijlend? koortsen."
„Wanneer Catharina sterft, dan is uwe
hardvochtigheid daarvan de schuld" zei doc
tor Martin op strengen toon. „Gij zelve hebt
haar wanhopig gemaakt, door uwe onver
zettelijkheid."
Zonder zich nog op te houden, snelde hi
naar de kamer van Catharina.
Een vluchtige blik was voldoende, hens
van den toestand van de zieke te overtuige n
(Slot volgt),