iTwrnr
PlIÉll
VELDVOETBAL EN
DOELVOETBAL
Tweede Blad.
Maandag 9 November 1925
Een hoekschop op het Haarlemsche doel tijdens
den wedstrijd HaarlemFeyenoord.
Het moment waarop Hanse bij het scoren van het 6de doelpunt de R.C.H.-
overwinning tot een voldongen feit maakt.
H. B. C. speelde gisteren op haar
terrein aan den Heerenweg tegen
Lirrivio en won met 2-1. Moment uit
den strijd.
R. C. H.—H. V. V. 6—4.
De jubileerende H. A. V. bij de receptie ter gelegenheid van haar 5-jarig
bestaan gekiekt. Van l.n.r. de heeren v. Duyn, v. d. Mey, v. Balen Blanken,
Vreem en v. 't Lam.
D. F. C.Sparta 28.
SpartaanE. D. O. 20.
V. O. C.Blauw Wit 33.
De doelpuntenrijke ontmoeting op het R. C. H.-
terrein tusschen de Racing Club en H. V. V.
Een kluwe van spelers voor het Haagsche
doel.
Nog een kiek uit den wedstrijd R. C, H.—H. V. V. De Haarlemmers trekken
ten aanval.
Onze fotograaf kiekte voor de 500ste ontmoeting van Haarlem in de le klasse enkele
„oudjes", die voorheen hun medewerking verleenden, V.l.n.r, de heeren Tesmacher,
v. Noppen, P. Stc.l, J. J. v, d. Berg, Bos (de tegenw. scheidsrechter), Manus Visser en
C. N, Hin.
De heer Hirschman, voorzitter van de
N. E. C., heeft onder den titel „Nabe
schouwing over HollandDenemarken" een
artikel geschreven in de Sportkroniek.
Nabeschouwingen over HollandDene
marken zegt de heer Hirschman, doch zijn
o.i. zeer juist betoog heeft betrekking op
meerdere ontmoetingen van ons nationaal
elftal.
Wij laten hieronder den schrijver aan het
woord:
Laat mij beginnen met de volgende feiten
nog eens vast te leggen*.
1. HollandDuitschland. De Duitsche
ploeg speelt beter voetbal in het veld.
Holland wint met 21.
2. HollandBelgië. De kwaliteit van het
Hollandsche en Belgische spel in het veld
ontloopt elkaar niet veel. België vertoeft
blijkens de grafieken over het spelverloop
meer op de Hollandsche helft dan de Hol
landers op 't Belgische terrein. Holland wint
toch, zelfs met niet minder dan 50.
3. HollandDenemarken. ïn de eerste
helft beheerscht Denemarken vrijwel het
spel geheel, Holland leidt met 10. In de
tweede helft gaat het wat gelijker op. Hol
land wint tenslotte met 42.
4. Wanneer men de wedstrijdverslagen in
de kranten volgt, dan kan men vrijwel
wekelijks in tal van van overzichten lezen,
dat de uitslag de krachtverhouding in hel
veld niet juist weergaf.
Moet men nu uit de eerste drie voorbeel
den afleiden, dat Holland op buitengewone
wijze door het geluk begunstigt wordt of is
het niet logischer ook in verband met
punt 4 de conclusie te trekken, dat de
stelling, volgens welke de uitslag van een
wedstrijd de uitdrukking behoort te zijn van
de speelsterkte in het veld, tegen den grond
ligt.
len trachten wijs te maken, dat het eigenlijk
heelemaal niet fatsoenlijk of sportief was om
te winnen, omdat de tegenstanders in het
veld beter speelden.
Wat zij eigenlijk willen is mij niet recht
duidelijk misschien hun zelf ook niet; m.i.
zijn die uitingen meer te beschouwen als
symptomen van een chronische mopperma
nie. Moeten de spelers, indien zij zwakker
in het veld zijn en zien dat zij toch winnen,
tot de voorhoede zeggen: houen jullie even
op met doelpunten maken, dan zullen wij er
een paar doorlaten, dat is sportiever, zie u.
En dat alles omdat er een categorie van
menschen bestaat, die met een onuitroeibaar
idee fixe rondloopt, dat de cijfersuitslag de
uitdrukking moet zijn van de spelsterkte in
't veld.
Ik heb hierboven journalisten genoemd, om
dat eenige hunner zich in die richting uit
gelaten hebben, doch met hen zijn er na
tuurlijk nog talloos velen, die dezelfde
meening toegedaan zijn. Doch niet alleen
hier te lande zijn ze te vinden, geheel
Centraal-Europa lijdt eenigszins aan die
kwaal. Zwitserland helt meer naar den
practischen Hollandschen kant, Spanje en
Italië verheerlijken de Latijnsche furia, doch
Oostenrijk, Hongarije en Duitsechland zag
men meer de richting uitgaan om bovenal
artistiek voetbal te bewonderen.
Het kan geen kwaad en het moment lijkt
er zelfs gunstig voor om eens zeer duide
lijk dit verschil in waarde tusschen „vpld-
voetbal" en „doelvoetbal" naar voren te
brengen Misschien kan zelfs teneinde deze
gedachte gemakkelijker ingang te doen vin
den, een weinigje overdrijving niet schaden
In dien aan dien stroom slechts ten grond -
-dag ligt de wensch om de waarheied te zien
zooals zij werkelijk is, behoeft men niet be
vreesd te zijn, dat het behalen van over
winningen door beter „doelvoetbal" tot zelf
verheffing of zelfgenoegzaamheid aanleiding
geeft. Indien men de vraag stelt is het een
solide methode om overwinningen te
trachten te forceeren alleen door goede
doelschutters, dan spreekt het vanzelf,
Deze vraag stellen is,
in verband met het
bovenstaande, haar be
antwoorden. Toch heeft
die theorie zulk een taai
leven, dat ik mij geen
illusies maak, dat het
groote publiek na Hol
landDenemarken, waar
bij eerst aan velen de
oogen schijnen te zijn
open gegaan, onmiddellijk
tot een andere beschou
wingswijze over gaat. De
journalisten kunnen ech
ter veel doen om dit
nieuwe begrip, waarvan
de kiem nu gelegd is, ver
der te ontwikkelen, zoo
dat mettertijd het publiek
niet tevreden zal zijn al
leen met den uitslag, om
dat dit geen maatstaf is
voor de beoordeeling van
de spelwaarde van een
ploeg. Men zal voortaan
verlangen een analyse van
de omstandigheden, die
tot de cijfers leidden. Dit
zal de verslagen niet
alleen lezenswaardiger
maken, doch het inzicht
der massa in de waarde
van de factoren, die bij een wedstrijd tot
uiting komen, verhelderen, terwijl het een
leidraad kan zijn voor vele kijkers, die het
uitpluizen van de oorzaken van overwin
ningen en nederlagen tot een zeker intel-.
lectueel genot maken.
Dat die verslaggevers, die tot nu toe
meestal niet anders vertelden, dat de bal
van Jantje naar Pietje ging en dat Keesje
een strafschop veroorzaakte, moeilijkheden
zullen hebben om ons wat lezenswaardigers
voor te zetten, geloof ik ook wel, maar
Keulen en Aken zijn niet op één dag ge
bouwd. Misschien worden wij dan ook ver
lost van nurksche en zure uitlatingen van
een paar journalisten, die wanneer onze
ploeg met inzet van al haar krachten eb
spelkennis er in slaagt de plannen der
tegenpartij te verijdelen om jelf haar zwak
heden op te sporen en van haar fouten te
trachten te profileeren ons zouden wil-
dat het antwoord beslist ontkennend
moet luide. Want wanneer straks
het doelpuntenapparaat mocht haperen, de
verdediging onder den druk bezwijkt en de
ploeg ontmoedigd wordt, dan is een stevige
nederlaag niet moeilijk te voorspellen.
De taak, die voor ons ligt, is dus zeer
duidelijk. Eenerzijds het onderhouden en ont
wikkelen van onze ,,goa!getters"-talenten.
anderzijds het trachten te verbeteren van
on spel in het veld, in de eerste plaats door
beter positiespel.
Gemakkelijk zal dit laatste niet gaan.
Vóór de Olympische Spelen is Townley een
paar maanden bezig geweest dit aan onze
spelers bij te brengen, bij de O.S. zelf waren
de resultaten niet of nauwelijks merkbaar,
en bij volgende pogingen zal het vermoedelijk
precies zoo loopen. Dergelijke veranderingen
in speelwijze leert men niet direct aan, ge
durende een wedstrijd is er eigenlijk geen
lijd tot denken en meermalen ziet men
spelers, met de beste voornemens bezield om
gegeven wenken in practijk te brengen, na
eenigen tijd tot hun oorspronkelijke speel
wijze terugkeeren.
Het is daarom duidelijk, dat wij te dezen
opzichte alleen heil te verwachten hebben
van onze vereenigingen en meer speciaal van
onze jonge spelers, die nog tijdig in de goede
-ichting kunnen geleid worden. Lukt dit aan
onze vereenigingen niet, zien zij het belang
er niet van in of zijn onze spelers er niet toe
te krijgen, dan is slechts één hard middel
dat helpt: een serie nederlagen, die de massa
wakker schudt.
Voorshands dienen wij dus de overwinnin
gen behaald door middel van onze doel-
schutterscapaciteiten slechts te beschouwen
als een aanmoediging om verder voort te
gaan op den weg van spelpeilverheffing. Ten
aanzien van dit laatste hebben wij geen
reden om ontevreden te zijn, indien wij een
blik achterwaarts slaan en als beginpunt
van vergelijking nemen den toestand vlak
na den oorlog De geest is thans flinker dan
toen ook al door geleidelijke afstooting
van allen, die in dit opzicht te kort schoten.
Het aantal spelers van internationale klasse
is grooter, het aantal jongeren dat metter
tijd hun plaatsen zal moeten innemen is be
vredigend en het gereed maken van die
spelers voor dat
doel geschiedt meer
systematisch. (Na
tuurlijk weet ik
dat er anderen
zijn, die er anders
over denken en
meer pessimistisch
den toestand be
schouwen, doch ik
leg aan een speler,
om tot de inter
nationale klasse
te behooren niet
den maatstaf van
volkomenheid
aan.)
Tenslotte is door
verschillende over
winningen of zeer
eervolle nederla
gen "tegen sterke
tegenstanders het
zelfvertrouwen
weergekeerd,
wat niet de minst
belangrijke factor
is. Uit dit oogpunt
zijn onze z.g. ge
flatteerde over
winningen, hoe
men er overigens
over denken moge,
van grooten mo-
■■eelen invloed ge
weest. Toch moe-
en wij desalniettemin niet schromen deze
waarheid onder het oog te willen zien, dat
ons voetbal in het middenveld over het al
gemeen van mindere kwaliteit is dan van
verschillende landen die reeds door ons
werden geklopt.
Zooeven gaven wij als één der oorzaken
van het overwicht van het Deensche spel
vóór de rust aan: beter positiespel. De
voornaamste oorzaak was misschien eéhter
wel hun grootere snelheid van uitvoering. Na
de rust; toen de Hollandsche ploeg in veel
sneller tempo speelde, was de Deensche
overmacht in het veld verdwenen, terwijl
toch overigens hun spelwijze dezelfde was
gebleven.
Het is van veel belang oude lessen niet te
vergeten en de grootste leering uit de
Parijsche Olympische Spelen te trekken,
was wel de buitengewone waarde van een
groote snelheid van uitvoering.
Tot zoover de geachte schrijver.
„Veldvoetbal" en „Doelvoetbal," daar
mede treft o.i. de heer Hirschman de juiste
snaar.
Na den wedstrijd HollandDenemarken
zijn de sportjournalisten aan het zoeken ge
gaan, naar de oorzaak van het ietwat eigen
aardig resultaat.
Een deel was niet karig in zijn lofbetui-
gingen over de kwaliteit van het Deensche
spel, terwijl een ander, wel het grootste ge
deelte, zich blind staarde op de vier door
Holland gescoorde doelpunten.
De doelpunten, daar gaat het maar om,
schreef men.
Niet ten onrechte natuurlijk.
De doelpunten beslissen den wedstrijd
doch, men dient hierbij in aanmerking te
nemen dat bij het maken van goals, vooral
zooals ze door onze voorhoede werden ge
scoord, het geluk ook een woordje mee
spreekt Zoo was b.v. het tweede doelpunt
van Baer een juweeltje, doch het leder had
net zoo goed een centimeter over de lat dan
er juist onder kunnen gaan.
En bij het laatste doelpunt van Buitenweg
hoe mooi dit op zich zelf ook was ging
het leder juist langs de binnenkant van de
naai.
Nu kan men wel zeggen dat bij een derge
lijke uiteenzetting het scoren van een doel-
ount altijd met behulp van vrouwe Fortuna
zou geschieden. Dit is natuurlijk niet het
geval, doch dat men er steeds in meerdere
of mindere mate de medewerking van ge
niet is niet te lochenstraffen. Hoe dikwijls
leest men niet in de wedstrijdverslagen:
,Bij A. lukte alles, terwijl bij B. niets wilde
vlotten."
De heer H. schijnt dit terdege te hebben
ingezien. Hij zegt n.l.:
„Indien men de vraag stelt: is het een
solide methode om overwinningen te trach
ten te forceeren alleen door goede doel
schutters, dan spreekt het vanzelf dat het
antwoord beslist ontkennend moet luiden
Want wanneer straks het doelpunten
apparaat mocht haperen, de verdediging on
der den druk bezwijkt en de ploeg ontmoe
digd wordt, dan is een stevige nederlaag
niet moeilijk te voorspellen."
Wij hebben destijds in onze beschouwing
over de ontmoeting tegen de Denen er over
uit gelaten dat met eenzelfde elftal tcget,
dezelfde tegenstanders wel eens ^cen heel
ander resultaat kon worden verkregen.
Het is daarom zaak ook aan het „veld
werk" meer dan gewone aandacht te beste
den. De schrijver zegt b.v.:
„De taak die voor ons ligt, is dus zeer
duidelijk Eenerzijds het onderhouden en
ontwikkelen van onze goal getters-talenten,
anderzijds het trachten te verbeteren van
ons spel in het veld, in de eerste plaats door
beter positiespel
Wij willen het hierbij laten en er nog
slechts op wijzen dat, wanneer men zich op
het standpunt plaatst van den voorzitter der
N. E. C„ het Deensche- en b.v. ook het
Duitsche spel, wel op wat meer waardeering
aanspraak mag maken dan het in de oogen
der meeste persbroeders heeft onder
vonden
Met dezelfde cijfers waarmede tegen
D. F. C. op eigen terrein eenige weken
verloren werd, werd gisteren van de H.V.V.
gewonnen door R. C. H. Het was een span
nende, emotievolle kamp, waarvan de
opeenvolgende doelpunten rechts kan ge
tuigen. Deze was als volgt 10, 11, 12,
2—2, 2—3, 3—3, 3—4, 4—4, rust, 5—4, 6—4.
Nemen we aan dat in de eerste helft de
partijen vrijwel tegen elkaar opwogen, dan
is de overwinning van de Racingclub vol
komen verdiend, want gedurende de tweede
helft was R. C. H. vrijwel gedurig aan
vallend.
Het is anders wel opvallend, dat in de
wedstrijden tegen H. V. V. het spel altijd een
heel ander karakter draagt dan tegen welke
club dan ook. Ook nu weer was het spel
uiterst fanatiek en had scheidsrechter
v. Gessel een zéér moeielijken taak, waar
van hij zich tenslotte goed heeeft gekweten.
Ook langs de lijnen was het soms zeer
rumoerig en moest
v. Gessel zelfs een
persoon, die wat
al te fanatiek was,
van het veld laten
verdwijnen.
Over het spel
kan overigens veel
goeds verteld wor
den, al dient er
kent, dat ook
meerdere fouten
zijn gemaakt, spe
ciaal in de resp.
achterhoeden.
Bij R. C. H. spe-
ciaai boterde het
voor half-time
niet al te best
en neem daarbij,
dat en invaller
doelman onder de
lat stond, dan
behoeft het geen
verwondering te
baren, dat de snelle
productieve voor
hoede van H.V.V.
vier gaten in de
R. C. H.-bres
heeft geschoten.
In de voorhoede
van R. C. H. werd
gedurende den ge-
heelen wedstrijd
uitstekend ge
speeld, de zes doelpunten, waarvan één uit
een strafschop, geven daarvan een juist
beeld. Het spel was snel, flink open en er
werd goed geschoten. Het tweede doelpunt
van Roelfsema was een enorm hard schot.
Na de rust speelde de R. C. H.-achter-
hoede ook veel beter. Krom was er'toen
eerst goed in en goed bijgestaan door de
kanthalfs Geutskens en Nachtegeller, was
het voor de H. V. V.-voorhoede zóór moeie-
lijk om dicht voor R. C. H.-doel te komen.
En gebeurde dat dan toch, dan waren daar
nog Kuyt en Hazevoet, benevens Gras, die
alle pogingen den kop indrukten.
Bij H. V. V. was de voorhoede het beste
deel. De middenlinie was niet zoo safe, ter
wijl na r ust vooral de backs uitstekend
speelden en menigmaal de situatie hebben
gered. Doelman Kremer was goed zonder
meer!
Door de concurrentie van den wedstrijd op
het „Haarlem'-terrein, was een matig aantal
bezoekers aanwezig, dat per saldo heeft
kunen genieten van den strijd, die tusschen
de volgende teams gestreden werd:
R. C. H.
P. Gras,
Kuyt, Hazevoet,
Gèutskens, Krom Nachtegeller.
Koning, v. Dam, Roelfsema, Hanke,
Brugman.
H. V. V.
Julius, Vis, Sodderland, Sandberg,
Snouck Hurgonje,
v. Heel, A. de Beus, R. Neuerberg,
E. Campioni, E. Neuerberg,
Kremer.
R. C. H. trapt af en nadat eerst H. V. V.
een aanval ondernomen heeft, breekt de
R. C. H.-voorhoede prachtig door, Brugman
speelt den bal mooi vrij, zet voor en Koning
zorgt met een kopbal voor de rest. 10.
Vanaf de aftrap neemt H. V. V. den bal
mede, en het duurt niet lang of de rechts
binnen maakt van een wijfelen van Gras
gebruik om gelijk te maken. Als weer is af
getrapt neemt H. V. V. weer het spel in
handen en als Hazevoet het uitzicht van
Gras belemmert, schiet Sandberg No^, 2
langs Gras. 12.
Nauwelijks is weer afgetrapt of Roelfsema
lost van grooten afstand een zeer hard schot,
dat Kremer terrast. 2—2. Er zijn dan onge
veer tien minuten gespeeld. E. Campioni
moet dan uitvallen en wordt vervangen door
Borel. Het spel gaat dan geruimen tijd op en
neer. Snel verhuist den bal van doel tot
doel, er zit veel achtie in het spel. Als
plotseling H. V. V. doorbreekt, zet Julius
voor en trapt Sodderland ineens langs
Gras. 23.
R. C. H. speelt moedig verder en heeft
even later weer succes, als Brugman een
door Hanze goed doorgespeelde bal hard
inschiet. 33. Als dan Julius weer eens den
bal voor het R. C. H.-doel plaatst en Gras
o.i. te veel voor in zijn'doel staat, heeft
Sandberg weinig moeite om nogmaal te
scoren. Hoewel inmiddels de tijd al aardig
verstrijkt, wat R, C. H. haar beurt om gelijk
te maken voor rust Het voorbijgaan. Koning
geeft na mooi werk, een scherpe voorzet,
waaruit Hanse op fraaie wijze No. 4 inkopt.
Met 4'4 wordt gedraaid.
De tweede helft ws wel niet zoo rijk aan
doelpunten, doch des te spannender. R. C. H.
heeft vrijwel steeds het beste van het spel.
Het H. V. V.-doel verkeert nog al eens in
gevaar, doch goed verdedigen voorkomt
erger voor de Hagenaars
tief tot een reeks gevaarlijke aanvallen, die
Dan plotseling neemt H. V. V. het initia-
de R. C. H-achterhoede echter eveneens_
op soliede wijze afslaat. Bij een schermutse
ling voor het H. V. V.-doel ligt de bal reeds
op de doellijn, doch Kremer redt nog. Heftig
geappeleer door enkele spelers en het
publiek, waarvan H. V. V. gebruik maakt,
om een doelpunt te maken. Juist had van
Gessel voor buitenspel gefloten. Dan neemt
R. C. H. het spel vriiwel in handen. Uit een
scrimmage voor H. V. V.-doel, ontstaat een
penalty, die Van Dam benut, 54, terwijl
kort daarop Hanse aan alle onzekerheid een
einde maakt door na stevig doorzetten
No. 6 langs Kremer te jagen. Wel moet Gras
dan nog eens handelend optreden, maar
dan breekt tenslotte onder groote spanning
het einde aan van dezen kamp.
Reeds na enkele verkenningen geeft H. v.
Gent met een kalm schot D. F. C. de lei
ding. De Spartanen echter vallen ook moe
dig aan; ten slotte maakt Prins 11. Een
strafschop van Sparta levert niets op. Sparta
is nu in de meerderheid. Na mooi samenspel
scoort Formenoy (12). Met dezen stand
komt de rust.
Vlak na de hervatting maakt v. Dam, die
den geheelen wedstrijd werd bewaakt, na
een mooien ren gelijk (22). Het duurt ech-
ler niet lang of Prins geeft met een kophal
de leiding aan de gasten. De D. F. C'ers
verslappen langzamerhand en de achter
hoede ziet zich verscheidene malen gepas
seerd. Ruffelse is het, die den stand opvoert
tot 25. Prins volgt zijn voorbeeld en
maakt 26. Het wordt nu gevaarlijk voor
de gastheeren, temeer daar keerper v. Gent
op noodlottige wijze in botsing komt met
een tegenstander en nu nog maar op halve
kracht kan spelen. De achterhoede van
D. F. C. probeerde de aanvallen zoo goed
mogelijk te stuiten. Vooral Lebret deed goed l men krijgt. Thans trekt E.D.O. ten aanval;
Op een vrij onbespeelbaar veld heeft
E.D.O. de nederlaag geleden. Het lijkt er veel
op, dat de voorhoede niet meer kan scoren.
Maar het moet erkend worden: het liep ge
weldig tegen. Daarbij komt nog het wei wat
al te stevige spel van Spartaan, waartegen
de scheidsrechter niet voldoende optrad. De
volgende elftallen fluit de heer Jannes in het
veld:
Spartaan:
Oerlemans,
Ohm, Walst
v. Geysel, Smits Jongbloed, Roest
Wijnkoop, Kuikens, Schoen, Grobbe,
Kuipers
E. D. O.:
C. v. d. Hurk, Perucel. Steffens, Tanis,
Swart
C. v. d. Laan, Dinkla, Perucel
Boeré, Kuil
Meenhorst.
Spartaan is volledig, bij E.D.O. speelt
Dinkla voor J. v. d. Laan.
Spartaan .wint den toss en E.D.O. brengt
den bal tegen den wind in aan het rollen.
Spartaan neemt den aanval over en de eerste
aanval op het E.D.O.-doel volgt; het schot
van Schoen gaat echter over. Even buiten
het penalty-gebied krijgt Spartaan een vrijen
trap te nemen: deze wordt ingeschoten en
meteen wordt Meenhorst in den rug geduwd,
zoodat thans E.D.O. een vrijen trap te ne-
werk. De laatste twee doelpunten werden
door Ruffelse gemaakt (28) Tel.
De Amsterdammers missen Van Dort, ter
wijl V. O. C. compleet is. Blauw Wit is aan
vankelijk in de meerderheid, doch weet dit
niet in doelpunten uit te drukken. De uitval
len van V. O, C. zijn echter zeer gevaarlijk
en uit een dezer weet v. Herwaarden te sco-
opgezet. Als
ren. De Rotterdammers vallen dan fanatiek
aan en dringen Blauw Wit geheel terug doch
succs blijft uit. Wanneer Blauw Wit dan weer
in den aanval komt, is het geluk niet aan
haar kant, als bij een^ plotselingen uitval van
de rood-zwarten en Rotterdammers den stand
op 20 brengen, met welken stand de
rust komt.
De tweede helft is nauwelijks begonnen,
als v. Herwaarden van een misverstand in de
Amsterdamsche achterhoede profiteert en
den stand op 30 brengt.
De Blauw Witters werpen zich dan met elan
in den strijd en dwingen V. O. C. het verder
deel van den strijd tot verdedigen. Als
Fewerda een hard schot lost, werkt Stee-
hauwer onvoldoende weg en Smit brengt den
stand op 31. Weer komt Blauw Wit terug
en met een vliegend schot verkleint het den
achterstand, om nog vóór het einde door
Smit gelijk te maken. Tel.
vlug gaat de voorhoede er vandoor, doch
Perucel schiet over. De eerste corner is
voor E.D.O.; v. d. Hurk zet schitterend
voor, maar Omh doet zijn plicht en kopt
weg. Dinkla speelt bepaald schitterend en
met flinke trappen naar de vleugels, houdt
hij het spel flink open. Als Swart den bal
goed aangegeven krijgt, schiet hij buiten het
bereik van den keeper tegen den paaL Niet
alleen is het spel van E.D.O. beter, maar
ook is zij iets in de meerderheid. Dan weer
is het Spartaan-doel, dan weer dat van
E.D.O. in gevaar. Onverwachts neeml
Spartaan door Schoen de
leiding, als deze ge
bruik maakt van een
misverstand in de E.D.O.-
achterhoede. E.D.O. trapt
af en direct gaat het op
Oerlemans af; het schot
van Perucel komt via
de handen van den kee
per tegen de lat. Nog
eenige hopelooze pogin
gen van E.D.O. om ge
lijk te maken en een
goeden aanval van Spar
taan en dan is het rust.
Spoedig vangt het mod-
derballet weer aan.
Direct is E.D.O. weer in
de meerderheid, maar
met schieten wil het niet;
de E.D.O.-menschen heb
ben geen geluk, waar 't
veld niet weinig de oor
zaak van is. Menig goede
kans wordt daardoor om
hals gebracht. Een cor
ner van Spartaan op het
E.D.O.-doel levert niets
op. Eens is het Spar
taan-doel weer in ge
vaar, als Tanis rakelings
overschiet. Steffens ver
deeld het spel nu uit
stekend en telkens wor
den goede aanvallen
Steffens den bal van
Dinkla krijgt, schiet deze in Oerleman's han
den. Oerlemans is schitterend op dreef en kan
ruimschoots zijn talenten toonen. Aanval op
aanval wordt op het Spartaan-doel onderno
men. Het begeerde tegenpunt komt maar
niet.
Steeds is er een Spartaan, welke het be
slissende schot verhinderd. Als Spartaan een
aanval doet en er te zacht terug gespeeld
wordt, kan Meenhorst nog maar net redden.
De tijd verstrijkt en elk oogenblik verwacht
men den gelijkmaker. Plotseling een heftige
aanval van Spartaan en weer wordt een schot
in een doelpunt omgezet.
E.D.O. houdt vol, maar als het eind daar
is, heeft E.D.O. onverdiend verloren.