iTwrnr PlIÉll VELDVOETBAL EN DOELVOETBAL Tweede Blad. Maandag 9 November 1925 Een hoekschop op het Haarlemsche doel tijdens den wedstrijd HaarlemFeyenoord. Het moment waarop Hanse bij het scoren van het 6de doelpunt de R.C.H.- overwinning tot een voldongen feit maakt. H. B. C. speelde gisteren op haar terrein aan den Heerenweg tegen Lirrivio en won met 2-1. Moment uit den strijd. R. C. H.—H. V. V. 6—4. De jubileerende H. A. V. bij de receptie ter gelegenheid van haar 5-jarig bestaan gekiekt. Van l.n.r. de heeren v. Duyn, v. d. Mey, v. Balen Blanken, Vreem en v. 't Lam. D. F. C.Sparta 28. SpartaanE. D. O. 20. V. O. C.Blauw Wit 33. De doelpuntenrijke ontmoeting op het R. C. H.- terrein tusschen de Racing Club en H. V. V. Een kluwe van spelers voor het Haagsche doel. Nog een kiek uit den wedstrijd R. C, H.—H. V. V. De Haarlemmers trekken ten aanval. Onze fotograaf kiekte voor de 500ste ontmoeting van Haarlem in de le klasse enkele „oudjes", die voorheen hun medewerking verleenden, V.l.n.r, de heeren Tesmacher, v. Noppen, P. Stc.l, J. J. v, d. Berg, Bos (de tegenw. scheidsrechter), Manus Visser en C. N, Hin. De heer Hirschman, voorzitter van de N. E. C., heeft onder den titel „Nabe schouwing over HollandDenemarken" een artikel geschreven in de Sportkroniek. Nabeschouwingen over HollandDene marken zegt de heer Hirschman, doch zijn o.i. zeer juist betoog heeft betrekking op meerdere ontmoetingen van ons nationaal elftal. Wij laten hieronder den schrijver aan het woord: Laat mij beginnen met de volgende feiten nog eens vast te leggen*. 1. HollandDuitschland. De Duitsche ploeg speelt beter voetbal in het veld. Holland wint met 21. 2. HollandBelgië. De kwaliteit van het Hollandsche en Belgische spel in het veld ontloopt elkaar niet veel. België vertoeft blijkens de grafieken over het spelverloop meer op de Hollandsche helft dan de Hol landers op 't Belgische terrein. Holland wint toch, zelfs met niet minder dan 50. 3. HollandDenemarken. ïn de eerste helft beheerscht Denemarken vrijwel het spel geheel, Holland leidt met 10. In de tweede helft gaat het wat gelijker op. Hol land wint tenslotte met 42. 4. Wanneer men de wedstrijdverslagen in de kranten volgt, dan kan men vrijwel wekelijks in tal van van overzichten lezen, dat de uitslag de krachtverhouding in hel veld niet juist weergaf. Moet men nu uit de eerste drie voorbeel den afleiden, dat Holland op buitengewone wijze door het geluk begunstigt wordt of is het niet logischer ook in verband met punt 4 de conclusie te trekken, dat de stelling, volgens welke de uitslag van een wedstrijd de uitdrukking behoort te zijn van de speelsterkte in het veld, tegen den grond ligt. len trachten wijs te maken, dat het eigenlijk heelemaal niet fatsoenlijk of sportief was om te winnen, omdat de tegenstanders in het veld beter speelden. Wat zij eigenlijk willen is mij niet recht duidelijk misschien hun zelf ook niet; m.i. zijn die uitingen meer te beschouwen als symptomen van een chronische mopperma nie. Moeten de spelers, indien zij zwakker in het veld zijn en zien dat zij toch winnen, tot de voorhoede zeggen: houen jullie even op met doelpunten maken, dan zullen wij er een paar doorlaten, dat is sportiever, zie u. En dat alles omdat er een categorie van menschen bestaat, die met een onuitroeibaar idee fixe rondloopt, dat de cijfersuitslag de uitdrukking moet zijn van de spelsterkte in 't veld. Ik heb hierboven journalisten genoemd, om dat eenige hunner zich in die richting uit gelaten hebben, doch met hen zijn er na tuurlijk nog talloos velen, die dezelfde meening toegedaan zijn. Doch niet alleen hier te lande zijn ze te vinden, geheel Centraal-Europa lijdt eenigszins aan die kwaal. Zwitserland helt meer naar den practischen Hollandschen kant, Spanje en Italië verheerlijken de Latijnsche furia, doch Oostenrijk, Hongarije en Duitsechland zag men meer de richting uitgaan om bovenal artistiek voetbal te bewonderen. Het kan geen kwaad en het moment lijkt er zelfs gunstig voor om eens zeer duide lijk dit verschil in waarde tusschen „vpld- voetbal" en „doelvoetbal" naar voren te brengen Misschien kan zelfs teneinde deze gedachte gemakkelijker ingang te doen vin den, een weinigje overdrijving niet schaden In dien aan dien stroom slechts ten grond - -dag ligt de wensch om de waarheied te zien zooals zij werkelijk is, behoeft men niet be vreesd te zijn, dat het behalen van over winningen door beter „doelvoetbal" tot zelf verheffing of zelfgenoegzaamheid aanleiding geeft. Indien men de vraag stelt is het een solide methode om overwinningen te trachten te forceeren alleen door goede doelschutters, dan spreekt het vanzelf, Deze vraag stellen is, in verband met het bovenstaande, haar be antwoorden. Toch heeft die theorie zulk een taai leven, dat ik mij geen illusies maak, dat het groote publiek na Hol landDenemarken, waar bij eerst aan velen de oogen schijnen te zijn open gegaan, onmiddellijk tot een andere beschou wingswijze over gaat. De journalisten kunnen ech ter veel doen om dit nieuwe begrip, waarvan de kiem nu gelegd is, ver der te ontwikkelen, zoo dat mettertijd het publiek niet tevreden zal zijn al leen met den uitslag, om dat dit geen maatstaf is voor de beoordeeling van de spelwaarde van een ploeg. Men zal voortaan verlangen een analyse van de omstandigheden, die tot de cijfers leidden. Dit zal de verslagen niet alleen lezenswaardiger maken, doch het inzicht der massa in de waarde van de factoren, die bij een wedstrijd tot uiting komen, verhelderen, terwijl het een leidraad kan zijn voor vele kijkers, die het uitpluizen van de oorzaken van overwin ningen en nederlagen tot een zeker intel-. lectueel genot maken. Dat die verslaggevers, die tot nu toe meestal niet anders vertelden, dat de bal van Jantje naar Pietje ging en dat Keesje een strafschop veroorzaakte, moeilijkheden zullen hebben om ons wat lezenswaardigers voor te zetten, geloof ik ook wel, maar Keulen en Aken zijn niet op één dag ge bouwd. Misschien worden wij dan ook ver lost van nurksche en zure uitlatingen van een paar journalisten, die wanneer onze ploeg met inzet van al haar krachten eb spelkennis er in slaagt de plannen der tegenpartij te verijdelen om jelf haar zwak heden op te sporen en van haar fouten te trachten te profileeren ons zouden wil- dat het antwoord beslist ontkennend moet luide. Want wanneer straks het doelpuntenapparaat mocht haperen, de verdediging onder den druk bezwijkt en de ploeg ontmoedigd wordt, dan is een stevige nederlaag niet moeilijk te voorspellen. De taak, die voor ons ligt, is dus zeer duidelijk. Eenerzijds het onderhouden en ont wikkelen van onze ,,goa!getters"-talenten. anderzijds het trachten te verbeteren van on spel in het veld, in de eerste plaats door beter positiespel. Gemakkelijk zal dit laatste niet gaan. Vóór de Olympische Spelen is Townley een paar maanden bezig geweest dit aan onze spelers bij te brengen, bij de O.S. zelf waren de resultaten niet of nauwelijks merkbaar, en bij volgende pogingen zal het vermoedelijk precies zoo loopen. Dergelijke veranderingen in speelwijze leert men niet direct aan, ge durende een wedstrijd is er eigenlijk geen lijd tot denken en meermalen ziet men spelers, met de beste voornemens bezield om gegeven wenken in practijk te brengen, na eenigen tijd tot hun oorspronkelijke speel wijze terugkeeren. Het is daarom duidelijk, dat wij te dezen opzichte alleen heil te verwachten hebben van onze vereenigingen en meer speciaal van onze jonge spelers, die nog tijdig in de goede -ichting kunnen geleid worden. Lukt dit aan onze vereenigingen niet, zien zij het belang er niet van in of zijn onze spelers er niet toe te krijgen, dan is slechts één hard middel dat helpt: een serie nederlagen, die de massa wakker schudt. Voorshands dienen wij dus de overwinnin gen behaald door middel van onze doel- schutterscapaciteiten slechts te beschouwen als een aanmoediging om verder voort te gaan op den weg van spelpeilverheffing. Ten aanzien van dit laatste hebben wij geen reden om ontevreden te zijn, indien wij een blik achterwaarts slaan en als beginpunt van vergelijking nemen den toestand vlak na den oorlog De geest is thans flinker dan toen ook al door geleidelijke afstooting van allen, die in dit opzicht te kort schoten. Het aantal spelers van internationale klasse is grooter, het aantal jongeren dat metter tijd hun plaatsen zal moeten innemen is be vredigend en het gereed maken van die spelers voor dat doel geschiedt meer systematisch. (Na tuurlijk weet ik dat er anderen zijn, die er anders over denken en meer pessimistisch den toestand be schouwen, doch ik leg aan een speler, om tot de inter nationale klasse te behooren niet den maatstaf van volkomenheid aan.) Tenslotte is door verschillende over winningen of zeer eervolle nederla gen "tegen sterke tegenstanders het zelfvertrouwen weergekeerd, wat niet de minst belangrijke factor is. Uit dit oogpunt zijn onze z.g. ge flatteerde over winningen, hoe men er overigens over denken moge, van grooten mo- ■■eelen invloed ge weest. Toch moe- en wij desalniettemin niet schromen deze waarheid onder het oog te willen zien, dat ons voetbal in het middenveld over het al gemeen van mindere kwaliteit is dan van verschillende landen die reeds door ons werden geklopt. Zooeven gaven wij als één der oorzaken van het overwicht van het Deensche spel vóór de rust aan: beter positiespel. De voornaamste oorzaak was misschien eéhter wel hun grootere snelheid van uitvoering. Na de rust; toen de Hollandsche ploeg in veel sneller tempo speelde, was de Deensche overmacht in het veld verdwenen, terwijl toch overigens hun spelwijze dezelfde was gebleven. Het is van veel belang oude lessen niet te vergeten en de grootste leering uit de Parijsche Olympische Spelen te trekken, was wel de buitengewone waarde van een groote snelheid van uitvoering. Tot zoover de geachte schrijver. „Veldvoetbal" en „Doelvoetbal," daar mede treft o.i. de heer Hirschman de juiste snaar. Na den wedstrijd HollandDenemarken zijn de sportjournalisten aan het zoeken ge gaan, naar de oorzaak van het ietwat eigen aardig resultaat. Een deel was niet karig in zijn lofbetui- gingen over de kwaliteit van het Deensche spel, terwijl een ander, wel het grootste ge deelte, zich blind staarde op de vier door Holland gescoorde doelpunten. De doelpunten, daar gaat het maar om, schreef men. Niet ten onrechte natuurlijk. De doelpunten beslissen den wedstrijd doch, men dient hierbij in aanmerking te nemen dat bij het maken van goals, vooral zooals ze door onze voorhoede werden ge scoord, het geluk ook een woordje mee spreekt Zoo was b.v. het tweede doelpunt van Baer een juweeltje, doch het leder had net zoo goed een centimeter over de lat dan er juist onder kunnen gaan. En bij het laatste doelpunt van Buitenweg hoe mooi dit op zich zelf ook was ging het leder juist langs de binnenkant van de naai. Nu kan men wel zeggen dat bij een derge lijke uiteenzetting het scoren van een doel- ount altijd met behulp van vrouwe Fortuna zou geschieden. Dit is natuurlijk niet het geval, doch dat men er steeds in meerdere of mindere mate de medewerking van ge niet is niet te lochenstraffen. Hoe dikwijls leest men niet in de wedstrijdverslagen: ,Bij A. lukte alles, terwijl bij B. niets wilde vlotten." De heer H. schijnt dit terdege te hebben ingezien. Hij zegt n.l.: „Indien men de vraag stelt: is het een solide methode om overwinningen te trach ten te forceeren alleen door goede doel schutters, dan spreekt het vanzelf dat het antwoord beslist ontkennend moet luiden Want wanneer straks het doelpunten apparaat mocht haperen, de verdediging on der den druk bezwijkt en de ploeg ontmoe digd wordt, dan is een stevige nederlaag niet moeilijk te voorspellen." Wij hebben destijds in onze beschouwing over de ontmoeting tegen de Denen er over uit gelaten dat met eenzelfde elftal tcget, dezelfde tegenstanders wel eens ^cen heel ander resultaat kon worden verkregen. Het is daarom zaak ook aan het „veld werk" meer dan gewone aandacht te beste den. De schrijver zegt b.v.: „De taak die voor ons ligt, is dus zeer duidelijk Eenerzijds het onderhouden en ontwikkelen van onze goal getters-talenten, anderzijds het trachten te verbeteren van ons spel in het veld, in de eerste plaats door beter positiespel Wij willen het hierbij laten en er nog slechts op wijzen dat, wanneer men zich op het standpunt plaatst van den voorzitter der N. E. C„ het Deensche- en b.v. ook het Duitsche spel, wel op wat meer waardeering aanspraak mag maken dan het in de oogen der meeste persbroeders heeft onder vonden Met dezelfde cijfers waarmede tegen D. F. C. op eigen terrein eenige weken verloren werd, werd gisteren van de H.V.V. gewonnen door R. C. H. Het was een span nende, emotievolle kamp, waarvan de opeenvolgende doelpunten rechts kan ge tuigen. Deze was als volgt 10, 11, 12, 2—2, 2—3, 3—3, 3—4, 4—4, rust, 5—4, 6—4. Nemen we aan dat in de eerste helft de partijen vrijwel tegen elkaar opwogen, dan is de overwinning van de Racingclub vol komen verdiend, want gedurende de tweede helft was R. C. H. vrijwel gedurig aan vallend. Het is anders wel opvallend, dat in de wedstrijden tegen H. V. V. het spel altijd een heel ander karakter draagt dan tegen welke club dan ook. Ook nu weer was het spel uiterst fanatiek en had scheidsrechter v. Gessel een zéér moeielijken taak, waar van hij zich tenslotte goed heeeft gekweten. Ook langs de lijnen was het soms zeer rumoerig en moest v. Gessel zelfs een persoon, die wat al te fanatiek was, van het veld laten verdwijnen. Over het spel kan overigens veel goeds verteld wor den, al dient er kent, dat ook meerdere fouten zijn gemaakt, spe ciaal in de resp. achterhoeden. Bij R. C. H. spe- ciaai boterde het voor half-time niet al te best en neem daarbij, dat en invaller doelman onder de lat stond, dan behoeft het geen verwondering te baren, dat de snelle productieve voor hoede van H.V.V. vier gaten in de R. C. H.-bres heeft geschoten. In de voorhoede van R. C. H. werd gedurende den ge- heelen wedstrijd uitstekend ge speeld, de zes doelpunten, waarvan één uit een strafschop, geven daarvan een juist beeld. Het spel was snel, flink open en er werd goed geschoten. Het tweede doelpunt van Roelfsema was een enorm hard schot. Na de rust speelde de R. C. H.-achter- hoede ook veel beter. Krom was er'toen eerst goed in en goed bijgestaan door de kanthalfs Geutskens en Nachtegeller, was het voor de H. V. V.-voorhoede zóór moeie- lijk om dicht voor R. C. H.-doel te komen. En gebeurde dat dan toch, dan waren daar nog Kuyt en Hazevoet, benevens Gras, die alle pogingen den kop indrukten. Bij H. V. V. was de voorhoede het beste deel. De middenlinie was niet zoo safe, ter wijl na r ust vooral de backs uitstekend speelden en menigmaal de situatie hebben gered. Doelman Kremer was goed zonder meer! Door de concurrentie van den wedstrijd op het „Haarlem'-terrein, was een matig aantal bezoekers aanwezig, dat per saldo heeft kunen genieten van den strijd, die tusschen de volgende teams gestreden werd: R. C. H. P. Gras, Kuyt, Hazevoet, Gèutskens, Krom Nachtegeller. Koning, v. Dam, Roelfsema, Hanke, Brugman. H. V. V. Julius, Vis, Sodderland, Sandberg, Snouck Hurgonje, v. Heel, A. de Beus, R. Neuerberg, E. Campioni, E. Neuerberg, Kremer. R. C. H. trapt af en nadat eerst H. V. V. een aanval ondernomen heeft, breekt de R. C. H.-voorhoede prachtig door, Brugman speelt den bal mooi vrij, zet voor en Koning zorgt met een kopbal voor de rest. 10. Vanaf de aftrap neemt H. V. V. den bal mede, en het duurt niet lang of de rechts binnen maakt van een wijfelen van Gras gebruik om gelijk te maken. Als weer is af getrapt neemt H. V. V. weer het spel in handen en als Hazevoet het uitzicht van Gras belemmert, schiet Sandberg No^, 2 langs Gras. 12. Nauwelijks is weer afgetrapt of Roelfsema lost van grooten afstand een zeer hard schot, dat Kremer terrast. 2—2. Er zijn dan onge veer tien minuten gespeeld. E. Campioni moet dan uitvallen en wordt vervangen door Borel. Het spel gaat dan geruimen tijd op en neer. Snel verhuist den bal van doel tot doel, er zit veel achtie in het spel. Als plotseling H. V. V. doorbreekt, zet Julius voor en trapt Sodderland ineens langs Gras. 23. R. C. H. speelt moedig verder en heeft even later weer succes, als Brugman een door Hanze goed doorgespeelde bal hard inschiet. 33. Als dan Julius weer eens den bal voor het R. C. H.-doel plaatst en Gras o.i. te veel voor in zijn'doel staat, heeft Sandberg weinig moeite om nogmaal te scoren. Hoewel inmiddels de tijd al aardig verstrijkt, wat R, C. H. haar beurt om gelijk te maken voor rust Het voorbijgaan. Koning geeft na mooi werk, een scherpe voorzet, waaruit Hanse op fraaie wijze No. 4 inkopt. Met 4'4 wordt gedraaid. De tweede helft ws wel niet zoo rijk aan doelpunten, doch des te spannender. R. C. H. heeft vrijwel steeds het beste van het spel. Het H. V. V.-doel verkeert nog al eens in gevaar, doch goed verdedigen voorkomt erger voor de Hagenaars tief tot een reeks gevaarlijke aanvallen, die Dan plotseling neemt H. V. V. het initia- de R. C. H-achterhoede echter eveneens_ op soliede wijze afslaat. Bij een schermutse ling voor het H. V. V.-doel ligt de bal reeds op de doellijn, doch Kremer redt nog. Heftig geappeleer door enkele spelers en het publiek, waarvan H. V. V. gebruik maakt, om een doelpunt te maken. Juist had van Gessel voor buitenspel gefloten. Dan neemt R. C. H. het spel vriiwel in handen. Uit een scrimmage voor H. V. V.-doel, ontstaat een penalty, die Van Dam benut, 54, terwijl kort daarop Hanse aan alle onzekerheid een einde maakt door na stevig doorzetten No. 6 langs Kremer te jagen. Wel moet Gras dan nog eens handelend optreden, maar dan breekt tenslotte onder groote spanning het einde aan van dezen kamp. Reeds na enkele verkenningen geeft H. v. Gent met een kalm schot D. F. C. de lei ding. De Spartanen echter vallen ook moe dig aan; ten slotte maakt Prins 11. Een strafschop van Sparta levert niets op. Sparta is nu in de meerderheid. Na mooi samenspel scoort Formenoy (12). Met dezen stand komt de rust. Vlak na de hervatting maakt v. Dam, die den geheelen wedstrijd werd bewaakt, na een mooien ren gelijk (22). Het duurt ech- ler niet lang of Prins geeft met een kophal de leiding aan de gasten. De D. F. C'ers verslappen langzamerhand en de achter hoede ziet zich verscheidene malen gepas seerd. Ruffelse is het, die den stand opvoert tot 25. Prins volgt zijn voorbeeld en maakt 26. Het wordt nu gevaarlijk voor de gastheeren, temeer daar keerper v. Gent op noodlottige wijze in botsing komt met een tegenstander en nu nog maar op halve kracht kan spelen. De achterhoede van D. F. C. probeerde de aanvallen zoo goed mogelijk te stuiten. Vooral Lebret deed goed l men krijgt. Thans trekt E.D.O. ten aanval; Op een vrij onbespeelbaar veld heeft E.D.O. de nederlaag geleden. Het lijkt er veel op, dat de voorhoede niet meer kan scoren. Maar het moet erkend worden: het liep ge weldig tegen. Daarbij komt nog het wei wat al te stevige spel van Spartaan, waartegen de scheidsrechter niet voldoende optrad. De volgende elftallen fluit de heer Jannes in het veld: Spartaan: Oerlemans, Ohm, Walst v. Geysel, Smits Jongbloed, Roest Wijnkoop, Kuikens, Schoen, Grobbe, Kuipers E. D. O.: C. v. d. Hurk, Perucel. Steffens, Tanis, Swart C. v. d. Laan, Dinkla, Perucel Boeré, Kuil Meenhorst. Spartaan is volledig, bij E.D.O. speelt Dinkla voor J. v. d. Laan. Spartaan .wint den toss en E.D.O. brengt den bal tegen den wind in aan het rollen. Spartaan neemt den aanval over en de eerste aanval op het E.D.O.-doel volgt; het schot van Schoen gaat echter over. Even buiten het penalty-gebied krijgt Spartaan een vrijen trap te nemen: deze wordt ingeschoten en meteen wordt Meenhorst in den rug geduwd, zoodat thans E.D.O. een vrijen trap te ne- werk. De laatste twee doelpunten werden door Ruffelse gemaakt (28) Tel. De Amsterdammers missen Van Dort, ter wijl V. O. C. compleet is. Blauw Wit is aan vankelijk in de meerderheid, doch weet dit niet in doelpunten uit te drukken. De uitval len van V. O, C. zijn echter zeer gevaarlijk en uit een dezer weet v. Herwaarden te sco- opgezet. Als ren. De Rotterdammers vallen dan fanatiek aan en dringen Blauw Wit geheel terug doch succs blijft uit. Wanneer Blauw Wit dan weer in den aanval komt, is het geluk niet aan haar kant, als bij een^ plotselingen uitval van de rood-zwarten en Rotterdammers den stand op 20 brengen, met welken stand de rust komt. De tweede helft is nauwelijks begonnen, als v. Herwaarden van een misverstand in de Amsterdamsche achterhoede profiteert en den stand op 30 brengt. De Blauw Witters werpen zich dan met elan in den strijd en dwingen V. O. C. het verder deel van den strijd tot verdedigen. Als Fewerda een hard schot lost, werkt Stee- hauwer onvoldoende weg en Smit brengt den stand op 31. Weer komt Blauw Wit terug en met een vliegend schot verkleint het den achterstand, om nog vóór het einde door Smit gelijk te maken. Tel. vlug gaat de voorhoede er vandoor, doch Perucel schiet over. De eerste corner is voor E.D.O.; v. d. Hurk zet schitterend voor, maar Omh doet zijn plicht en kopt weg. Dinkla speelt bepaald schitterend en met flinke trappen naar de vleugels, houdt hij het spel flink open. Als Swart den bal goed aangegeven krijgt, schiet hij buiten het bereik van den keeper tegen den paaL Niet alleen is het spel van E.D.O. beter, maar ook is zij iets in de meerderheid. Dan weer is het Spartaan-doel, dan weer dat van E.D.O. in gevaar. Onverwachts neeml Spartaan door Schoen de leiding, als deze ge bruik maakt van een misverstand in de E.D.O.- achterhoede. E.D.O. trapt af en direct gaat het op Oerlemans af; het schot van Perucel komt via de handen van den kee per tegen de lat. Nog eenige hopelooze pogin gen van E.D.O. om ge lijk te maken en een goeden aanval van Spar taan en dan is het rust. Spoedig vangt het mod- derballet weer aan. Direct is E.D.O. weer in de meerderheid, maar met schieten wil het niet; de E.D.O.-menschen heb ben geen geluk, waar 't veld niet weinig de oor zaak van is. Menig goede kans wordt daardoor om hals gebracht. Een cor ner van Spartaan op het E.D.O.-doel levert niets op. Eens is het Spar taan-doel weer in ge vaar, als Tanis rakelings overschiet. Steffens ver deeld het spel nu uit stekend en telkens wor den goede aanvallen Steffens den bal van Dinkla krijgt, schiet deze in Oerleman's han den. Oerlemans is schitterend op dreef en kan ruimschoots zijn talenten toonen. Aanval op aanval wordt op het Spartaan-doel onderno men. Het begeerde tegenpunt komt maar niet. Steeds is er een Spartaan, welke het be slissende schot verhinderd. Als Spartaan een aanval doet en er te zacht terug gespeeld wordt, kan Meenhorst nog maar net redden. De tijd verstrijkt en elk oogenblik verwacht men den gelijkmaker. Plotseling een heftige aanval van Spartaan en weer wordt een schot in een doelpunt omgezet. E.D.O. houdt vol, maar als het eind daar is, heeft E.D.O. onverdiend verloren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5