BRIEVEN UT FRANKRIJK. A lleen op de wereld NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweed© Blad Dinsdag 10 November 1925 Voor de opening van het Fransche Parlement. Prof. van Hamel volkenbondscommissarfs van Danzig? De ont vangst der financieele voorstellen in Frankrijk. Onder de radio-berichten: Het Belgische Koningspaar teruggekeerd en geestdriftig door de bevolking begroet. Terugkeer van Dr. Wirth naar de Centrum-partij? De Italiaansche bladen mogen alleen officieel nieuws over den mislukten aanslag tegen Mussolini publiceeren. Gem. buitenl. berichten. UIT HET AND- f Fransche financieele voorstellen. Het Belgische Koningspaar terug. Dr. Wirth terug naar de C entrum fr actie De ontruiming van Keulen. De nieuwe gouverneur van het Memeiland. De onderhandelingen tusschen de Vereen. Staten en Italië. Het complot tegen Mussolini. De opstand in Syrië. Terugkeer van Prins Hendrik, De Koningin lid der Wagner- vereeniging. Uit de oorlogsjaren. Onaannemelijk ve rklaard. Het gezantschap bij het Vaticaan. Credietverdrag met Duitschland. Een geschil ten einde. De werkloosheid. De Zuiderzeeraad. De onbewaakte overwegen. FEUILLETON. Het leven van een minister hangt aan een zijden draadje. Zeker in Frankrijk, waar reeds vóór den oorlog een kabinetswisseling tot de jaarlijks, soms zelfs tot de meermalen per jaar voorkomende verschijnselen behoor de. Stoelvast als in Nederland zijn de Fran sche ministers allesbehalve. Een politiek stuivertje verwisselen ligt nu eenmaal in de gewoonten van dit land. Zoo verkeert dan ook Frankrijk op dit oogenblik wederom in een ministerieele crisis, reeds voor dat het parlement is samengekomen en opnieuw het seizoen is aangevangen. De oplossing zal zich niet lang mogen laten wachten, reeds gekomen zijn naar alle waarschijnlijkheid als deze correspondentie verschijnt. Een tweede kabinet Painlevé vermoedelijk, maar zonder den minister van financiën Caillaux, wiens gloriester wel heel spoedig is verduis terd. Hemelhoog geprezen enkele maanden geleden, als finantieele specialiteit bij uitne mendheid, ondervindt hij thans hoe de po litieke gunst ijdel is en afhankelijk van di recte resultaten. Zijn terugkeer uit Amerika met de kous op den kop heeft hem aanstonds veel van zijn prestige doen inboeten. Meer nog de vrij wel algemeen erkende mislukking van de 4 pCt. goudleening, die het niet verder dan tot 6 milliard heeft kunnen brengen, terwijl men op 20 milliard had gehoopt. Zijn vage finan- cieele hervormingsplannen en vooral zijn blij vend verzet tegen kapitaalheffing hebben hem den nekslag toegebracht en de linkerzijde tegen hem in het harnas gejaagd. En ook ter rechterzijde is hem de bijval ontvallen waar hij de schuld van Frankrijks betreurenswaar- digen finantieelen toestand in hoofdzaak aan het „Bloc Nationaal" toeschrijft. De politieke gemoederen, sedert eenige weken uiterst verhit, hebben zich ontlast voordat Caillaux in de gelegenheid is geweest de Kamer in kennis te stellen van zijn ont werpen. De thans in Frankrijk heerschende toestand van onrust is al te begrijpelijk. De financieele crisis wordt met den dag nijpender. De franc heeft geweldige buitelingen ge maakt, het leven wordt steeds duurder en eischen van loonsverhooging kunnen niet uitblijven. Een droeve onzekerheid hangt over Frankrijks naaste toekomst, over de fi nancieele politiek, die hier zal worden ge voerd. De uiterst gewichtige vraagstukken van Marokko en Syrië treden hierbij zelfs op den achtergrond. Of het heengaan van Caillaux daaraan een einde zal maken, valt te bezien. Zelfs indien zijn opvolger er in slaagt de Kamer de richting te doen volgen door het onlangs te Nice gehouden congres der radicalen aangegeven, dan nog blijft de Senaat schrap staan tegenover een kapitaal- heffing, die door de Socialisten als „siné qua non" beschouwd wordt om een Regee ring te steunen. Trouwens wie gemeend heeft dat dit con gres licht i0 de duisternis zou brengen, is bedrogen uitgekomen. Het heeft ons niet uit den politie ken doolhof geholpen, al is de mi nisterieele crisis er het indirecte gevolg van. Op zeer handige wijze is daar de eenheid in de radicaal socialistische partij bewaard. Alles is vermeden de daar heerschende meenings- verschillen te doen uitkomen en met een weinig zeggende motie, die niettemin geble ken is dwingend genoeg tè zijn, is het con gres in uiterlijke harmonie gesloten. Het kan zijn nut hebben op de te Nice uitgesproken leidende beginselen uitvoerig in te gaan, waar zij van invloed zullen zijn op de gedragingen van het nieuwe ministerie, dat zich binnen enkele dagen aan de Kamer zal voorstellen. Twee van die beginselen be vatten bitter weinig nieuws en zijn zoo oud, niet wellicht als de weg van Rome, maar toch zeker als het bestaan van het radicaal socia- listich program. De noodzakelijkheid aan di recte boven indirecte belastingen den voor keur te geven, wordt trouwens niet alleen door deze partij ingezien maar heeft vrijwel in alle Kamergroepen vurige voorstanders. Vergelijken wij bovendien die opbrengst uit directe en indirecte belastingen, dan blijkt, dat met dezen wensch reeds flink rekening is gehouden. Het was dan ook overbodig dit nog eens nader aan te duiden. Hetzelfde geldt voor den eisch van streng doorgevoerde progressie. Nieuw alleen was in zeker opzicht de uit spraak over kapitaalheffing die dan ook den tegenstander van dit krachtmiddel ten val heeft gebracht. In theorie is een dergelijke heffing als noodmaatregel in moeilijke tijds omstandigheden, gelijk Frankrijk doormaakt, wel te verdedigen. Practisch echter dreigt zij van de wal in de sloot te voeren. Zij heeft dit gemeen met vele idealen, die vaak het idealistisch karakter verliezen, zoodra het op verwezenlijking aan komt. Het. voorbeeld van Duitschland stemt tot nadenken. Het parlemeht heeft met de werkelijkheid rekening te houden. De leider der radicalen, Herriot, doet dit allerminst. Partijpolitiek is bij hem overwegend en tel kens weer tracht hij in het gevlei te komen bij de socialisten, die zich van hem hebben af gescheiden. Het is duidelijk, dat de Burgemeester van Lyon er allesbehalve afkeerig van is, nog eens de zetel van ministerpresident in te nemen die hij zonder roem aan Painlevé heeft afge staan. Zijn kansen zijn niet verminderd door Caillaux's heengaan, al zal hij zich eventueel met een ondergeschikte plaats in een of an der ministerie vooreerst hebben te verge noegen. Briand, uit Locarno teruggekeerd met onmiskenbare lauweren, bljjft als altijd" de aanwezige man om het bewind in handen te nemen, als Painlevé nu of binnen enkele maanden, niet langer kans zal zien het schip van Staat door de branding heen te geleiden. Wagen wij ons echter niet aan voorspel lingen, die vandaag uitgekomen, morgen weer blijken onjuist te zijn. Het Paleis Bourbon is gedurende de zo mermaanden als ieder jaar geboend en schoongemaakt. Maar in de wandelgangen en in de Kamer zelf hangt nog dat zelfde luchtje van politieke onzuiverheid, al te goed bekend uit het vorige zittingsjaar. Zonder hoopvolle verschieten opent zich binnen enkele dagen het parlementaire sei zoen. Het spel kan beginnen, het is al begonnen, het heeft zelfs niet opgehouden gedurende den vacantietijd, die blijkbaar weinig er toe heeft bijgedragen, d,e gemoederen tot rust te stemmen. Een crisis is de inzet van het politieke zittingsjaar, en als de teekenen niet bedriegen zal het bij deze eene ministerieele crisis niet blijven. Kan het trouwens wel anders, waar Frank rijk op een gevaarlijke helling staat, de finan cieele afgrond zich steeds wijder opent, en het gebrek aan werkelijk groote mannen zich doet gevoelen. Oplossing van den crisistoe stand, wie zal haar brengen Niemand die het zeggen kan. Maar zeker is, dat niet alleen verandering van leidende personen daartoe voldoende is. Voor alles een geest van eenheid, herstel van vertrou wen, een vooropstellen van Frankrijk's waar achtig belang, dat niet gediend is bij een op laaiing van politieke hartstochten, maar vraagt om eensgezinde maatregelen ter beëindiging van een noodtoestand, die onhoudbaar dreigt te worden. Mr. P. v. S. Prof. Van Hamel com missaris in Danzig. De Duitsche draadlooze dienst meldt, dat Volgens berichten uit Genève de Volken bondscommissaris voor Danzig MacDonnel wegens meeningsverschil met den Poolschen commissaris voor Danzig Strassburger zijn verzoek om ontslag ingediend moet hebben, Als opvolger wordt genoemd de directeur van de juridische afdeeling van het Volken bondssecretariaat prof. v. Hamel, wiens functie na de toetreding van Duitschland naar verluidt, door een Duitscher zal wor den bekleed. De Fransche financieele voorstellen. Den heelen Zondag heeft de begrootings- commissie vergaderd ter behandeling van de financieele plannen der regeering, waarbij Painlevé en Bonnet in de ochtendzitting aan wezig waren om de noodige inlichtingen te geven. Het resultaat van deze eerste bespreking is vrij verward. De motie op instignatie der socialisten door de meerderheid der com missie aangenomen geeft daarbij weinig licht. Ze veroordeelt het regeeringsvoorstel door te zeggen, dat de commissie niet weten wil van inflatie, dat de speciale belasting met uitsluitend gebaseerd mag zijn op vermeer dering der bestaande en dat slechts mede werking en vertrouwen van alle krachten van productie en alle vormen van rijkdom den franc redden kan. Dit alles echter blijft zeer vaag en het feit, dat daarna de voorstel len toch als basis, van bespreking werden aanvaard, lijkt daarmee nogal in strijd. Het eenige wat gezegd kan worden, is, dat de commissie geneigd is in samenwer king met de regeering naar de meest ge schikte oplossing te zoeken en dat dit de eerstvolgende dagen in beslag nemen zal. Of het mogelijk zal zijn daarbij tot overeen stemming te komen, zal moeten blijken. In elk geval is er geen sprake van, dat de voor stellen uiterlijk Donderdag door het parle ment gevoteerd zouden kunnen worden zooals de regeering wilde en zal het mooi zijn als de openbare behandeling in de Ka mer, die ten gevolge der bestaande tegen voorstellen nogal langdurig zal zijn, Don derdag beginnen kan. De onderhandelingen van Amerika en Roemenie en Amerika en Italië, i De „Times"-correspondent meldt, dat het een feit is, dat er een provisorische regeling getroffen is voor een regeling der Roemeen- sche oorlogsschulden aan Engeland. De trans actie moet nog geratificeerd worden.maar het is een goed teeken, dat Roemenië het initiatief in de regeling der schulden genomen heeft. Vermoedelijk zal de Roemeensche re geering thans voortgaan om haar schulden aan de petroleum maatschappijen te li quideeren, wier bezittingen in den oorlog vernield zijn. Uit Washington wordt aan de „Times" meegedeeld, dat Titulescu met een anderen afgevaardigde aldaar is aangekomen en heden morgen met de Amerikanen zal confereeren. Ook wordt uit Washington meegedeeld, dat de regeering besloten is om de onderhan delingen met Italië niet tot een fiasco te laten worden. Wel bestaat er nog verschil van inzicht, maar men hoopt spoedig tot een resultaat te komen. Het ziet er thans zoo naar uit, dat in een moratorium van vijf jaren met zeer kleine be talingen zal toegestemd worden, en in een betaling van de schuld over een periode van 72 jaar. De groep van Borah zou bereid zijn een lage rentevoet te accepteeren, als slechts de hoofdsom gehandhaafd wordt. In financieele kringen te New York zal weliswaar aan de wenschen van Washing ton worden gehoor gegeven, maar men is van meening, dat de politiek van de regeering tegenover die landen die hun schuld nog niet hebben geregeld, om hun officieele en partu- culiere leeningen te weigeren, niet met de politiek van Coolidge, dat de regeering zich minder met zaken wil bemoeien, te rijmen is. De provinciale verkiezin gen in België. Uit Brussel wordt gemeld, dat de provin ciale verkiezingen overal rustig zijn verloopen O ver het algemeen toonen de resultatenaan, dat de partijen een vrijwel gelijk aantal stemmen kregen als bij de verkiezingen in April. Het schijnt, dat de soc. de absolute meerderheid zullen verliezen in de provincie Luik, tengevolge van de toevoeging der nieuwe kantons, welke leidt tot een verschuiving der meerderheid. Verder schijnen de katho lieken de meerderheid te verliezen in de provincie Namen, waar de. soc. vijf zetels winnen. Draadloos wordt uit Brussel gemeld, dat de uitslagen voor zoover bekend, wijzen op een winst voor de,soc. van 25 zetels op katholieken en liberalen. Twee Turksche regeerings voorstellen. De regeering heeft een voorstel gedaan, om den Zondag in plaats van den Vrijdag als rustdag in te stellen, ten einde in deze een zelfde regeling te krijgen ais de Wester- sche mogendheden en niet twee dagen in de week te verliezen. De regeering overweegt verder een buiten gewone heffing om de kosten van den Koerdischen opstand te dekken, die on geveer twintig millioen pond bedragen. De oorlog ia Marokko. De Engelsche kapitein Gardner, die naar het heet, sinds twee jaar de vertrouwde raadgever van Abd-el-Krim is, is aan boord van een jacht uit het Riff gekomen. Volgens de geruchten zouden er verschillende Riffijn- sche leiders aan boord zijn. De Riffijnen concentreeren hun troepen bij Sjesjoean voor een aanval op de Spaansche stellingen. De toestand in Syrië. Uit Damascus komen telegrammen, vol gens welke de rebellen bij een poging tot een aanval op de stad werden teruggewor pen. De Franschen bereiden een omsinge ling van de rebellen tusschen Damascus en Homs voor. Volgens berichten uit Londen, wordt uit Damascus gemeld, dat daar drie Bedouinen Zijn opgehangen, die in September een post hebben aangevallen, waarbij eenFransch kapitein gedood en een persoon verwond werden. Plakaten werden aangeplakt, waar op het vonnis te lezen stond. Den geheelen morgen liet men de lijken als afschrikwek kend voorbeeld hangen. De „Times" verneemt uit Beiroet, dat Fransche cavalerie zonder incidenten Koe- neitra heeft bezet. In de straten van Damascus zijn de lijken gevonden van vier vermoorde Senegaléesche soldaten. De burgeroorlog in China. Volgens berichten uit betrouwbare bron is er een onmiddellijke oorlog op handen tusschen Tsjang Tso Lin, „den dictator van Moekden", en Feng Yoe-Hsiang, „den Christen-generaal". De Japansche regeering heeft al haar ambtenaren instructies gege ven om de meest nauwgezette neutraliteit te bewaren ten aamnzien der beide partijen. DE STORM IN ENGELAND. Zware stormen hebben de Britsche eilan den meer dan 36 uur geteisterd. In de hoo- gere landgedeelten is sneeuw gevallen. He vige zeeën woedden in het Engelsche Kanaal en de scheepvaartdienst werd vertraagd. In Lancashire en Wales zijn verschillende wegen en weilanden .onder water geloopen en is er veel schade toegebracht. DE NIEUWE LORD MAYOR VAN LON DEN. Een draadloos bericht uit Londen meldt, dat tot lord Mayor vaq Londen is benoemd Sir William Pryke. Gisteren is ter zijner eere in Guilhall een groote banquet gegeven. De eerste minister en de minister van buitenlandsche zaken zul len redevoelingen houden. TRACHOÓM-EPIDEMIE IN BADEN. In verschillende steden in Baden heerscht onder de schoolkinderen een ernstige tra- choom- (oogziekte) epidemie, zoodat som mige scholen gesloten zijn. In de kliniek te Heidelberg zijn alleen uit het nabijgelegen plaatsje Hassloch 85 schoolkinderen opge nomen. ERNSTIG TRAMONGEVAL TE MAD RID. 43 personen zijn gewond waarvan 8 ern stig bij een botsing tusschen twee tramwa gens. Toen een der wagens een heuvel afreed weigerde een rem. waardoor de botsing "plaats vond. DOOR VUURWERK GEDOOD. Een draadloos-bericht uit Bombay meldt, dat het tien-jarig dochtertje van de maha- radja Van Indore aan brandwonden is ge storven, die zij kreeg door het aftreden van een vuurwerk ter eere van haars vaders ver jaardag. Hoewel op het ministerie van buitenland sche zaken de meening heerscht, dat er tusschen Tsjang Tso Lin en Feng Yoe-Hsian een oorlog zal uitbreken, achten de militaire autoriteiten het onwaarschijnlijk. De spanning rond Peking wordt dagelijks grooter. Volgens officieele telegrammen zijn na een gevecht van eenige dagen ten Zuiden van Soechowsfoe, de troepen van Sjantoeng, die tot nu toe te Soechowfoe de zaak van Tsjang Tso Lin ondersteunden, overgeloopen naar het Yankeeverbond onder Soen Tsoe- ang Fang en de troepen van Tsjong Tso Lin werden aldus gedwongen om zich naar Hach wang terug te trekken. Soen Tsoeang Fang bezette 8 November Soechowfoe. De zeeliedenstaking in Australië. Een groep stakers, die zich aan de haven verzameld had om de aankomst van de „Port Victor" af te wachten, juichte de bemanning toe en beklom vervolgens het schip. Zij ge bruikten hun revolvers enz. De politie herstelde de orde. Verschillende personen werden gewond. Er hadden geen arrestaties plaats. Een later bericht uit Brisbane meldt, dat drié stakers, niet ernstig gewond zijn. De tweede marconist van de „Port Victor" is in hechtenis genomen, omdat hij beschuldigd wordt verwondingen te hebben aangebracht. Deze marconist heeft met zijn revolver groote hulp verleend bij het verdrijven der stakers. Veertig man van het stoomschip „Belra- nalda" hebben 't werk hervat twintig man van het stoomschip „Westmoreland" zijn uit de gevangenis ontslagen en weer aan boord van het schip gegaan. Beide schepen gaan naar het Oosten. B De beraadslagingen der begrootingscom- missie blijven zeer verward. In de namid dagzifting is niet gesproken over het al ternatief: consolidatie der bons of inflatie. De zitting is verdaagd tot na de bijeen komst der linkergroepen, beden middag twee uur. De persoonlijke heffing van twintig francs werd verworpen. Het soci alistisch voorstel, door Aureol ingediend en welks doel was een algemeene hypo theek in te stellen op den particulieren eigendom ten gunste van den Staat, werd eveneens verworpen fen gevolge van de gelijkheid der stemmen: 15 vóór en 15 tegen. Het Belgische koninklijk echtpaar is gis terenmiddag van zijn Indische reis, na twee maanden afwezigheid, teruggekeerd. Aan al de officieele gebouwen wapperde de drie kleur, de scholen en de staatsambfenaren hadden van elf uur vrijaf gekregen. Aan vele huizen in het centrum van de stad waaide eveneens de nationale vlag. Langs den weg, dien de koning en koningin zou den volgen, waren de oud-strijders, de inva liden, de gedeporteerden met hun vlaggen, alsook wat schooljeugd opgesteld. Koning Albert en koningin Elisabeth, die in een open rijtuig voorbijreden, werden herhaal delijk hartelijk toegejuicht door de saamge- stroomde menigte. f Op het perron hadden Vandervelde, mi nister van buitenlandsche' zaken, met den premier Rpulet het koninklijk echtpaar wel kom geheelen, bij welke begroeting even eens burgemeester Max en de Engelsche ambassadeur met vele civiele en militaire autoriteiten aanwezig waren. Invloedrijke Centrumsparlementariërs stel len pogingen in het werk om dr. Wirth te bewegen weer in de Centrumfractie terug te keeren. Het verluidt, dat deze pogingen veel kans op succes hebben. Uit Keulen wordt gemeld, dat de Engel- schen reeds maatregelen voor de ontrui ming nemen. Verschillende Engelsche offi cieren bereiden hun verhuizing naar Wies- baden reeds voor en een groot gedeelte van de archieven der Engelsche bezetfingsauto- riteiten is reeds, naar Engeland getranspor teerd. Tot gouverneur van het Memelgebied il volgens de „Memeier Dampfboot" be noemd dr. Zilina. De berichten uit Washington over de onderhandelingen met de Italianen luiden thans minder gunstig. Naar verluidt zijn de onderhandelingen op een kritiek punt ge komen. Weliswaar spreken beide delegaties het gerucht tegen, dat de besprekingen zouden zijn afgebroken of dat zij althans op het doode punt zouden zijn gekomen, maar men leidt uit het feit, dat de besprekingen tot heden werden uitgesteld af, dat de Italianen het noodig achtten zich met Rome in verbinding te stellen. De Amerikaansche gedelegeerde Smoot heeft verklaard dat een overeenstemming niet vóór het einde van de volgende week kan worden verwacht. Een officieel communiqué deelt mede, dat voortaan aan de bladen alleen de publicatie van officieele communiqué's zal worden toe gestaan aangaande den tegen Mussolini op touw gezetten aanslag, teneinde den arbeid der justitie niet te belemmeren. Uit Damascus wordt gemeld, dat op standelingen in den nacht, van Zaierdag op Zondag een aanval hebben gedaan op de oostelijke poort van de stad. Er ontstond een hevig gevecht, dat een uur duurde; de Franschen slaagden er ten slotte in de aanvallers overa'l terug te drijven. Den volgenden morgen trokken duizenden Christenen uit de stad en deze uittocht duurt nog steeds voort. Het machinegeweervuur wérd eerst ge opend toen de doodenzang, die de Mohame- danen bij hun aanval aanhieven, door de geheele stad werd gehoord. Wederom werd een aantal rebellen in het openbaar opgehangen. Prins Hendrik wordt'Zaterdag 15 Novem ber uit Duitschland weder op het Loo terug verwacht. i De Koningin heeft zich in verband met de uitvoeringen van Die Meistersinger von Nürnberg als lid der Wagnervereeniging doen inschrijven. Tegemoetkoming aan groentenzouters. Men meldt, dat de groentenzouters bin nenkort een uitkeering kunnen tegemoet zien van 2 per vat ingemaakte snijboonen en wel over de in 1918 ingemaakte en in gevolge regeeringsmaatregelen niet geëx porteerde boonen. Deze uitkeering zal ge daan worden vanwege de N. ,U- M. In een Zondag te Utrecht gehouden ver gadering van de groep huisartsen der Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst wer den de nieuwe door de Rijks-Verzekerings bank voor de behandeling van patiënten gestelde voorwaarden als geheel onaanne melijk verklaard. De Romeinsche correspondent van de „Köln. Volkszeitung" meldt aan zijn blad: In diplomatieke kringen wordt met eeni ge teleurstelling kennis genomen van de onlangs ook in de Duitsche' pers ver melde mogelijkheid van de opheffing van het Nederlandsch gezantschap bij het Vati caan. Men verheelt zich niet, dal de af schaffing van dit gezantschap een nadeel beteekent voor het juist door Nederland met zoo groote consequentie doorgevoerd streven paar een heerschappij van het vol kenrecht en de internationale arbitrage. Men erkent openlijk, dat de beteekenjs van Nederland, welke in de laatste tien ja ren in het internationale leven zoozeer is toegenomen, dat een hooggeplaatst persoon hier de Nederlanders een groot volk noem de, daardoor zou lijden. Naar principiëele overeenstemming. Zooals bekend, vormt de kwestie van de Duitsch-Nederlandsche credietovereenkomst een punt van bespreking bij de Duitsch- Nederlandsche onderhandelingen over een handelsverdrag. Naar de Tel. verneemt, is men tot prin cipiëele overeenstemming gekomen over het verlengen der crediet-overeenkomst tot 1935. Hiertegenover verleent Duitschland aan Nederland zekere concessies wat be treft de douanetarieven. Zooals men zich herinnert, werd in den aanvang van 1920 tusschen de Nederiand- sche en Duitsche regeeringen overeenstem ming bereikt omtrent een aan Duitschland te verleenen crediet van 200 millioen, af losbaar uiterlijk in tien jaar. Van dit crediet zou zestig millioen gulden besteed worden voor den aankoop van le vensmiddelen van Nedarlandschen of Neder- landsch-Indischen oorsprong. Duitschland verbond zich daartegenover tot de voortzetting van de kolenleveringen, waartoe het verplicht was volgens de kolen- overeenkomst, die óp 31 Dec. 1919 afgeloo- pen was. Vernieuwing van de brug te Den lip. De vergadering van ingelanden der banne Landsmeer heeft thans besloten gevolg te geven aan het bevel van Ged. Staten om over te gaan tot vernieuwing van de brug te Den lip, die gevaar oplevert voor het verkeer en voor de scheepvaart niet kan worden gemist. Zooals bekend zouden anders Gedep. Staten van Noord-Holland ingevolge de waterstaatswetgeving van 1900 op k osten van de banne door den provin cialen waterstaat hebben doen bouwen. In- ons heele land zijn nog 70000 werk- loozen. Bij K. B. zijn de heeren ir. J. Kooper, hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat te Groningen, Th. C. P. C. Kolfschoten, burgemeester van Edam en Th. M. Th. van Weideren baron Rengers te Oenkerk, be noemd tot leden van den Zuiderzeeraad. De directie der Ned. Spoorwegen en veiligheidsmaatregelen. Men meldt van de zijde van het R. K. W. V.: Naar aanleiding van het request, dat door het R. K. Werkliedenverbond gezonden wend aan de Directie der Nederlandsche Spoorweg en den Minister van Waterstaat omtrent de onbewaakte overwegen, ontving het Verbond van verschillende zijden bewij zen van instemming. Daarbij zijn er, waarin zonder mer de wenschelijkheid wordt geui', dat bet verzoek succes moge hebben, maar er zijn er ook bij, waarin wordt medege deeld, dat langs den door het Verbond aan gegeven wc^ een oplossing zou zijn te ver krijgen en zelfs bepaalde systemen worden aanbevolen. Het blijkt, dat het vraagstuk in breeden kring als urgent wordt aangevoeld. De Directie der Nederlandsche Spoorwe gen heeft ook geantwoord en wel het vol gende: ,In antwoord op nevenaangehaald schrij ven deelen wij u mede, dat er voor de waar schuwing bij onbewaakte overwegen door middel van lichtseinen of schellen reeds verschillende inrichtingen zijn uitgedacht of beproefd. Wij zijn echter van meening, dat deze het gevaar bij onbewaakte overwegen vergroo- ten, omdat zulke automatische toestellen niet zoodanig te maken zijn, dat weigeren is buitengesloten en dat in dit geval het pu bliek, dat op de toestellen vertrouwt, zich aan een grooter gevaar blootstelt dan wan neer men weet op eigen oplettendheid tï zijn aangewezen^ Wij zijn daarom niet voornemens tot toe passing van zulke toestellen over te gaan." 't Spreekt vanzelf, dat met dit antwoord niet als afgedaan kan worden beschouwd. Men denke zich van een standpunt, als dopr de Directie der Nederlandsche Spoor wegen ten opzichte van de onderhavige kwestie ingenomen, de consequenties Pastoor Callot trad het huis binnen en bevond zich in de kamer. Hij zag onmiddel lijk de zieke liggen, bleek, vaal, in hetzelfde bed, waarin haar echtgenoot gestorven was, en op haar glinsterend, vermagerd gelaat, in haar oogen, glinsterend van koorts, her kende hij onweersprekelijk een glans van geluk. De lippen van de stervende ontsloten zich eneen woord, zeer zwak, drong door tot de ooren, tot het hart van den herder. „Eindelijk!" „Eindelijk!" Gertrude Picot misleiode zich zelf niet omtrent haar toestand en zij svachtte met angst en ongeduld de komst van den orieser. „Hier ben ik," zeide de eenvoudige pries ter. „Gjj zijt zoo vermoeid, heeft men mij itezegd." „O zoo moe," zuchtte de arme vrouw. „Zoo moe!" Zij wilde er aan toevoegen: „stervende maar zij hield zich in en richtte haar blik ken met een oneindige droefheid op haar kleine Marie, die naast de tafel zat en haar nir* ongerustheid aanzag Er was een oogenblik stilte, wat pastoor Callot benutte om het vertrek en de perso nen, die tegenwoordig waren, op te nemen. Behalve Marie, twee vrouwen, een zieken verpleegster en een buurvrouw, gekomen om te helpen, stonden beiden, schijnbaar ernstig en droevig, toe te zien. In het mid den der kamer stond de schoonbroeder van Gertrude Picot, Bertrand Dollet, die een stoei naar voren schoof. Op zijn ongevoelig gelaat was geen greintje ontroering te le zen. Lucin Dollet was bij de deur gebleven en stond lomp met zijn pet tusschen zijn vingers te draaien. De pastoor nam den stoel, die hom werd aangeboden de twee vrouwen gingen een weinig achteruit om hem nader te laten ko men en hij zette zich neder op de plaats, die zij eerst hadden ingenomen. Ik wist niet, dat u ziek waart. Als ik het geweten had, was ik eerder gekomen," sprak de pastoor „Mijnheer pastoor," antwoordde Gertru de, „ik ben zoo gelukkig u te zien. Ik zou u zoo 'graag nog eens willen spreken Tegelijkertijd richtte zij haar oogen op de personen, die tegenwordig waren. Allen be grepen haar stomme vraag en vertrokken Een der vrouwen nam Marie mee, die zich al weenend liet wegvoeren. Gertrude volgde haar met haar oogen, en daarna, toen de deur geslóterj was, zuchtte zij in een klacht, waarin zij uitsprak al haar liefde, al haar zorgen, al haar gehechtheid aan dit leven: „Arm, lief, klein kind!" Pastoor Callot en Gertrude Picot bleven drie kwartier bij elkaar, een tijd, die Luciën en Bertrand Dollet, en den beiden vrouwen eindeloos lang toescheen. Toen de pastoor haar kwam zeggen, dat ze weer binnen konden komen, was hij zeer ontroerd en, hoewel hij gewoon was aan dergelijke tooneelen, weende hij en beefde zijn stem. „Tot ziens," zeide hij tot Gertrude. ...Int ziens. Morgenochtend zal ik u Ons Heer komen brengen." Toen de pastoor zich verwijderde, riep zij hem terug: „U weet, wat ik u gevraagd heb. Ik.... Zij moest ophouden. Haar woorden of haar ideeën raakten verward en zij stamel de slechts: n „Mijn kleine Marie! Mijn kleine Marie! Den eigen avond gaf Gertrude Picot baar ziel aan God Den volgenden dag kwam pastoor Callot bidden bij het stoffelijk overschot eener vrouw, die een zijner beste parochianen ge weest was. Hij vroeg naar Marie, die hem zoo dringend was aanbevolen door Gertrude en voor wier toekomst hij zich zoo bezorgd maakte. Wat ging er van haar worden, overgela ten aan zich zelf en aan onverschillige ver wanten, het bekoorlijke kind, tot nu toe gekoesterd door een godvruchtige, teedere moeder. Zij bevond zich op het oogenblik bij een buurvrouw, die zich met de zorg voor haar had willen belasten, en die op haar door snik ken onderbroken vragen antwoordde. „Maatje! Maatje! Die is weggegaan. Zij komt misschien wel terug, als je braaf bent en niet meer huilt.' Maar daarna?" „Daarna?" antwoordde Bertrand Dollet, „daarna ben ik er nog, mijnheer pastooi, ik ben haar oom en ik neem de zorg voor hear op mij.'' „Ik neem de zorg op mij!" Deze woorden werden uitgesproken op een onverbiddellijken, beslisten toon, die alle verdere ondervraging overbodig maakte. Dat gaat mij aan en ik verzoek u, niet verder u er mee te bemoeien." Bertrand Dollt was geen slecht mensen: verre van dat. Maar hij stond er op, baas in eigen huis te zijn, en was bang een vreem deling, een geestelijke vooral, zich te zien mengen in zaken, die hem alleen aangingen. Sluw en wantrouwend verbeeldde hij zich, dat pastoor Collet invloed wilde uitoefenen, zoo al niet op hem, dan toch op het ouder- looze kind En hij was vast besloten zich tegen dien invloed even beslist te verzetten, als tegen het gevaar, dat hij als wethouder zou worden beschuldigd van clericalismc. Pastoor Callot begreep, dat hij zich, ten minste voor het oogenblik, moest schikken naar den wil van Bertrand Dollet. Na een kort en laatst gebed voor het kruisbeeld, dat zijn armen uitgestrekt hield over het li chaam, waar de ziel niet meer in woonde, groette hij en vertrok. Hij herinnerde zich met bange onrust de laatste bede van Ger trude Picot. „Mijnheer Pastoor, draag zorg voor mijn kleine Marie. Beloof mij, haar nooit uit hel oog te verliezen. Dat zij altijd blijve, wat ik gedurende mijn leven geweest ben, een brave, christelijke vrouw. Hij had het beloofd. En ziehier, hoe nu reeds tusschen zijn belofte en haar verwer kelijking, zich onverbiddelijk degene stelde, die nu nog slechts haar oom, maar weldra haar voogd, haar bewaker zou zijn. 0 Een bevende stem riep: „Mijnheer pastoor! Mijnheer pastoor!" Zoo snel als zijn 62 jaren het toelieten, kwam August Tremblet aanloopen. Pastoor die zich verwijderde met bezorgd, gebogen hoofd, richtte zich op en bemerk te den ouden strooper, die hem anders zoo veel mogelijk ontweek. Verwonderd ging hij op htm af en op vriendelijk voorkomenden toon vroeg hij hem: „Wat is er vriend?" De zouaaf stond stil en zweeg, deels door de uitputting ten gevolge van zijn snel loo- pen. Hij schudde zijn ouden aartsvaderlij ken kop, zijn lange stoppelige baard hing op zijn bloote borst en men zag zijn gescheur de lompen. Eindelijk .strekte zijn hand zich uit en wees naar de zigeunerwagen, die sinds den vorigen avond naast zijn huis stond tn zijn mond stamelde: „Een gehangene!" De priester vouwde de handen. Zijn ge laat, geheel zijn uiterlijk teekenden verwon dering, medelijden, afschuw bijna. Hij maak te een beweging van afkeer en vol schrik riep hij uit: „Heere God! Een gehangene!" Maar dat was maar een oogenblik.Aan stonds herstelde hij zich in 't bewustzijn der waardigheid van zijn priesterschap. „Is hij dood?" „Helaas ja! Al lang." En in eenige zinnen, opgesierd met ruwe eigenaardige uitdrukkingen, vertelde de strooper, hoe hij de vreeselijke ontdekking gedaan had. Op de treeplank van den wa gen had hij een kleine jongen zien huilen, die op zijn vraag geantwoord had: ..Ik huil omdat de deur gesloten is en ik niet kan binnen gaan." De zouaaf was. niettegenstaande zijn slechten naam, een goede kerel. Het was een wilde, een onafhankelijke, die zich nooit had willen buigen onder de wetten der we reld. Hij had er eer ingesteld ze te misken nen.. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5