BRIEVEN UT FRANKRIJK.
A lleen op de wereld
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweed© Blad Dinsdag 10 November 1925
Voor de opening van het Fransche Parlement.
Prof. van Hamel volkenbondscommissarfs van Danzig? De ont
vangst der financieele voorstellen in Frankrijk.
Onder de radio-berichten: Het Belgische Koningspaar teruggekeerd en
geestdriftig door de bevolking begroet. Terugkeer van Dr. Wirth naar
de Centrum-partij? De Italiaansche bladen mogen alleen officieel
nieuws over den mislukten aanslag tegen Mussolini publiceeren.
Gem. buitenl. berichten.
UIT HET
AND- f
Fransche financieele voorstellen.
Het Belgische Koningspaar
terug.
Dr. Wirth terug naar de
C entrum fr actie
De ontruiming van Keulen.
De nieuwe gouverneur van
het Memeiland.
De onderhandelingen tusschen
de Vereen. Staten en Italië.
Het complot tegen Mussolini.
De opstand in Syrië.
Terugkeer van Prins Hendrik,
De Koningin lid der Wagner-
vereeniging.
Uit de oorlogsjaren.
Onaannemelijk ve rklaard.
Het gezantschap bij het
Vaticaan.
Credietverdrag met Duitschland.
Een geschil ten einde.
De werkloosheid.
De Zuiderzeeraad.
De onbewaakte overwegen.
FEUILLETON.
Het leven van een minister hangt aan een
zijden draadje. Zeker in Frankrijk, waar
reeds vóór den oorlog een kabinetswisseling
tot de jaarlijks, soms zelfs tot de meermalen
per jaar voorkomende verschijnselen behoor
de. Stoelvast als in Nederland zijn de Fran
sche ministers allesbehalve. Een politiek
stuivertje verwisselen ligt nu eenmaal in de
gewoonten van dit land. Zoo verkeert dan
ook Frankrijk op dit oogenblik wederom
in een ministerieele crisis, reeds voor dat het
parlement is samengekomen en opnieuw
het seizoen is aangevangen. De oplossing
zal zich niet lang mogen laten wachten, reeds
gekomen zijn naar alle waarschijnlijkheid
als deze correspondentie verschijnt. Een
tweede kabinet Painlevé vermoedelijk, maar
zonder den minister van financiën Caillaux,
wiens gloriester wel heel spoedig is verduis
terd. Hemelhoog geprezen enkele maanden
geleden, als finantieele specialiteit bij uitne
mendheid, ondervindt hij thans hoe de po
litieke gunst ijdel is en afhankelijk van di
recte resultaten.
Zijn terugkeer uit Amerika met de kous
op den kop heeft hem aanstonds veel van
zijn prestige doen inboeten. Meer nog de vrij
wel algemeen erkende mislukking van de 4
pCt. goudleening, die het niet verder dan tot
6 milliard heeft kunnen brengen, terwijl men
op 20 milliard had gehoopt. Zijn vage finan-
cieele hervormingsplannen en vooral zijn blij
vend verzet tegen kapitaalheffing hebben hem
den nekslag toegebracht en de linkerzijde
tegen hem in het harnas gejaagd. En ook ter
rechterzijde is hem de bijval ontvallen waar
hij de schuld van Frankrijks betreurenswaar-
digen finantieelen toestand in hoofdzaak aan
het „Bloc Nationaal" toeschrijft.
De politieke gemoederen, sedert eenige
weken uiterst verhit, hebben zich ontlast
voordat Caillaux in de gelegenheid is geweest
de Kamer in kennis te stellen van zijn ont
werpen. De thans in Frankrijk heerschende
toestand van onrust is al te begrijpelijk. De
financieele crisis wordt met den dag nijpender.
De franc heeft geweldige buitelingen ge
maakt, het leven wordt steeds duurder en
eischen van loonsverhooging kunnen niet
uitblijven. Een droeve onzekerheid hangt
over Frankrijks naaste toekomst, over de fi
nancieele politiek, die hier zal worden ge
voerd. De uiterst gewichtige vraagstukken
van Marokko en Syrië treden hierbij zelfs
op den achtergrond. Of het heengaan van
Caillaux daaraan een einde zal maken, valt
te bezien. Zelfs indien zijn opvolger er in
slaagt de Kamer de richting te doen volgen
door het onlangs te Nice gehouden congres
der radicalen aangegeven, dan nog blijft de
Senaat schrap staan tegenover een kapitaal-
heffing, die door de Socialisten als „siné
qua non" beschouwd wordt om een Regee
ring te steunen.
Trouwens wie gemeend heeft dat dit con
gres licht i0 de duisternis zou brengen, is
bedrogen uitgekomen. Het heeft ons niet uit
den politie ken doolhof geholpen, al is de mi
nisterieele crisis er het indirecte gevolg van.
Op zeer handige wijze is daar de eenheid in
de radicaal socialistische partij bewaard. Alles
is vermeden de daar heerschende meenings-
verschillen te doen uitkomen en met een
weinig zeggende motie, die niettemin geble
ken is dwingend genoeg tè zijn, is het con
gres in uiterlijke harmonie gesloten.
Het kan zijn nut hebben op de te Nice
uitgesproken leidende beginselen uitvoerig
in te gaan, waar zij van invloed zullen zijn op
de gedragingen van het nieuwe ministerie,
dat zich binnen enkele dagen aan de Kamer
zal voorstellen. Twee van die beginselen be
vatten bitter weinig nieuws en zijn zoo oud,
niet wellicht als de weg van Rome, maar toch
zeker als het bestaan van het radicaal socia-
listich program. De noodzakelijkheid aan di
recte boven indirecte belastingen den voor
keur te geven, wordt trouwens niet alleen
door deze partij ingezien maar heeft vrijwel
in alle Kamergroepen vurige voorstanders.
Vergelijken wij bovendien die opbrengst uit
directe en indirecte belastingen, dan blijkt,
dat met dezen wensch reeds flink rekening
is gehouden. Het was dan ook overbodig dit
nog eens nader aan te duiden. Hetzelfde
geldt voor den eisch van streng doorgevoerde
progressie.
Nieuw alleen was in zeker opzicht de uit
spraak over kapitaalheffing die dan ook den
tegenstander van dit krachtmiddel ten val
heeft gebracht. In theorie is een dergelijke
heffing als noodmaatregel in moeilijke tijds
omstandigheden, gelijk Frankrijk doormaakt,
wel te verdedigen.
Practisch echter dreigt zij van de wal in de
sloot te voeren. Zij heeft dit gemeen met vele
idealen, die vaak het idealistisch karakter
verliezen, zoodra het op verwezenlijking aan
komt. Het. voorbeeld van Duitschland stemt
tot nadenken. Het parlemeht heeft met de
werkelijkheid rekening te houden. De leider
der radicalen, Herriot, doet dit allerminst.
Partijpolitiek is bij hem overwegend en tel
kens weer tracht hij in het gevlei te komen bij
de socialisten, die zich van hem hebben af
gescheiden.
Het is duidelijk, dat de Burgemeester van
Lyon er allesbehalve afkeerig van is, nog eens
de zetel van ministerpresident in te nemen
die hij zonder roem aan Painlevé heeft afge
staan. Zijn kansen zijn niet verminderd door
Caillaux's heengaan, al zal hij zich eventueel
met een ondergeschikte plaats in een of an
der ministerie vooreerst hebben te verge
noegen. Briand, uit Locarno teruggekeerd
met onmiskenbare lauweren, bljjft als altijd"
de aanwezige man om het bewind in handen
te nemen, als Painlevé nu of binnen enkele
maanden, niet langer kans zal zien het schip
van Staat door de branding heen te geleiden.
Wagen wij ons echter niet aan voorspel
lingen, die vandaag uitgekomen, morgen
weer blijken onjuist te zijn.
Het Paleis Bourbon is gedurende de zo
mermaanden als ieder jaar geboend en
schoongemaakt. Maar in de wandelgangen
en in de Kamer zelf hangt nog dat zelfde
luchtje van politieke onzuiverheid, al te goed
bekend uit het vorige zittingsjaar.
Zonder hoopvolle verschieten opent zich
binnen enkele dagen het parlementaire sei
zoen.
Het spel kan beginnen, het is al begonnen,
het heeft zelfs niet opgehouden gedurende
den vacantietijd, die blijkbaar weinig er toe
heeft bijgedragen, d,e gemoederen tot rust
te stemmen. Een crisis is de inzet van het
politieke zittingsjaar, en als de teekenen niet
bedriegen zal het bij deze eene ministerieele
crisis niet blijven.
Kan het trouwens wel anders, waar Frank
rijk op een gevaarlijke helling staat, de finan
cieele afgrond zich steeds wijder opent, en
het gebrek aan werkelijk groote mannen zich
doet gevoelen. Oplossing van den crisistoe
stand, wie zal haar brengen
Niemand die het zeggen kan. Maar zeker
is, dat niet alleen verandering van leidende
personen daartoe voldoende is. Voor alles
een geest van eenheid, herstel van vertrou
wen, een vooropstellen van Frankrijk's waar
achtig belang, dat niet gediend is bij een op
laaiing van politieke hartstochten, maar vraagt
om eensgezinde maatregelen ter beëindiging
van een noodtoestand, die onhoudbaar dreigt
te worden.
Mr. P. v. S.
Prof. Van Hamel com
missaris in Danzig.
De Duitsche draadlooze dienst meldt, dat
Volgens berichten uit Genève de Volken
bondscommissaris voor Danzig MacDonnel
wegens meeningsverschil met den Poolschen
commissaris voor Danzig Strassburger zijn
verzoek om ontslag ingediend moet hebben,
Als opvolger wordt genoemd de directeur
van de juridische afdeeling van het Volken
bondssecretariaat prof. v. Hamel, wiens
functie na de toetreding van Duitschland
naar verluidt, door een Duitscher zal wor
den bekleed.
De Fransche financieele
voorstellen.
Den heelen Zondag heeft de begrootings-
commissie vergaderd ter behandeling van de
financieele plannen der regeering, waarbij
Painlevé en Bonnet in de ochtendzitting aan
wezig waren om de noodige inlichtingen te
geven.
Het resultaat van deze eerste bespreking
is vrij verward. De motie op instignatie der
socialisten door de meerderheid der com
missie aangenomen geeft daarbij weinig
licht. Ze veroordeelt het regeeringsvoorstel
door te zeggen, dat de commissie niet weten
wil van inflatie, dat de speciale belasting met
uitsluitend gebaseerd mag zijn op vermeer
dering der bestaande en dat slechts mede
werking en vertrouwen van alle krachten
van productie en alle vormen van rijkdom
den franc redden kan. Dit alles echter blijft
zeer vaag en het feit, dat daarna de voorstel
len toch als basis, van bespreking werden
aanvaard, lijkt daarmee nogal in strijd.
Het eenige wat gezegd kan worden, is,
dat de commissie geneigd is in samenwer
king met de regeering naar de meest ge
schikte oplossing te zoeken en dat dit de
eerstvolgende dagen in beslag nemen zal.
Of het mogelijk zal zijn daarbij tot overeen
stemming te komen, zal moeten blijken. In
elk geval is er geen sprake van, dat de voor
stellen uiterlijk Donderdag door het parle
ment gevoteerd zouden kunnen worden
zooals de regeering wilde en zal het mooi
zijn als de openbare behandeling in de Ka
mer, die ten gevolge der bestaande tegen
voorstellen nogal langdurig zal zijn, Don
derdag beginnen kan.
De onderhandelingen van
Amerika en Roemenie en
Amerika en Italië, i
De „Times"-correspondent meldt, dat het
een feit is, dat er een provisorische regeling
getroffen is voor een regeling der Roemeen-
sche oorlogsschulden aan Engeland. De trans
actie moet nog geratificeerd worden.maar
het is een goed teeken, dat Roemenië het
initiatief in de regeling der schulden genomen
heeft. Vermoedelijk zal de Roemeensche re
geering thans voortgaan om haar schulden
aan de petroleum maatschappijen te li
quideeren, wier bezittingen in den oorlog
vernield zijn.
Uit Washington wordt aan de „Times"
meegedeeld, dat Titulescu met een anderen
afgevaardigde aldaar is aangekomen en heden
morgen met de Amerikanen zal confereeren.
Ook wordt uit Washington meegedeeld,
dat de regeering besloten is om de onderhan
delingen met Italië niet tot een fiasco te
laten worden. Wel bestaat er nog verschil
van inzicht, maar men hoopt spoedig tot
een resultaat te komen.
Het ziet er thans zoo naar uit, dat in een
moratorium van vijf jaren met zeer kleine be
talingen zal toegestemd worden, en in een
betaling van de schuld over een periode van
72 jaar. De groep van Borah zou bereid zijn
een lage rentevoet te accepteeren, als slechts
de hoofdsom gehandhaafd wordt.
In financieele kringen te New York zal
weliswaar aan de wenschen van Washing
ton worden gehoor gegeven, maar men is van
meening, dat de politiek van de regeering
tegenover die landen die hun schuld nog niet
hebben geregeld, om hun officieele en partu-
culiere leeningen te weigeren, niet met de
politiek van Coolidge, dat de regeering zich
minder met zaken wil bemoeien, te rijmen is.
De provinciale verkiezin
gen in België.
Uit Brussel wordt gemeld, dat de provin
ciale verkiezingen overal rustig zijn verloopen
O ver het algemeen toonen de resultatenaan,
dat de partijen een vrijwel gelijk aantal
stemmen kregen als bij de verkiezingen in
April. Het schijnt, dat de soc. de absolute
meerderheid zullen verliezen in de provincie
Luik, tengevolge van de toevoeging der nieuwe
kantons, welke leidt tot een verschuiving
der meerderheid. Verder schijnen de katho
lieken de meerderheid te verliezen in de
provincie Namen, waar de. soc. vijf zetels
winnen.
Draadloos wordt uit Brussel gemeld, dat
de uitslagen voor zoover bekend, wijzen
op een winst voor de,soc. van 25 zetels op
katholieken en liberalen.
Twee Turksche regeerings
voorstellen.
De regeering heeft een voorstel gedaan,
om den Zondag in plaats van den Vrijdag
als rustdag in te stellen, ten einde in deze
een zelfde regeling te krijgen ais de Wester-
sche mogendheden en niet twee dagen in
de week te verliezen.
De regeering overweegt verder een buiten
gewone heffing om de kosten van den
Koerdischen opstand te dekken, die on
geveer twintig millioen pond bedragen.
De oorlog ia Marokko.
De Engelsche kapitein Gardner, die naar
het heet, sinds twee jaar de vertrouwde
raadgever van Abd-el-Krim is, is aan boord
van een jacht uit het Riff gekomen. Volgens
de geruchten zouden er verschillende Riffijn-
sche leiders aan boord zijn. De Riffijnen
concentreeren hun troepen bij Sjesjoean
voor een aanval op de Spaansche stellingen.
De toestand in Syrië.
Uit Damascus komen telegrammen, vol
gens welke de rebellen bij een poging tot
een aanval op de stad werden teruggewor
pen. De Franschen bereiden een omsinge
ling van de rebellen tusschen Damascus en
Homs voor.
Volgens berichten uit Londen, wordt uit
Damascus gemeld, dat daar drie Bedouinen
Zijn opgehangen, die in September een post
hebben aangevallen, waarbij eenFransch
kapitein gedood en een persoon verwond
werden. Plakaten werden aangeplakt, waar
op het vonnis te lezen stond. Den geheelen
morgen liet men de lijken als afschrikwek
kend voorbeeld hangen.
De „Times" verneemt uit Beiroet, dat
Fransche cavalerie zonder incidenten Koe-
neitra heeft bezet.
In de straten van Damascus zijn de lijken
gevonden van vier vermoorde Senegaléesche
soldaten.
De burgeroorlog in China.
Volgens berichten uit betrouwbare bron
is er een onmiddellijke oorlog op handen
tusschen Tsjang Tso Lin, „den dictator van
Moekden", en Feng Yoe-Hsiang, „den
Christen-generaal". De Japansche regeering
heeft al haar ambtenaren instructies gege
ven om de meest nauwgezette neutraliteit
te bewaren ten aamnzien der beide partijen.
DE STORM IN ENGELAND.
Zware stormen hebben de Britsche eilan
den meer dan 36 uur geteisterd. In de hoo-
gere landgedeelten is sneeuw gevallen. He
vige zeeën woedden in het Engelsche Kanaal
en de scheepvaartdienst werd vertraagd.
In Lancashire en Wales zijn verschillende
wegen en weilanden .onder water geloopen
en is er veel schade toegebracht.
DE NIEUWE LORD MAYOR VAN LON
DEN.
Een draadloos bericht uit Londen meldt,
dat tot lord Mayor vaq Londen is benoemd
Sir William Pryke.
Gisteren is ter zijner eere in Guilhall een
groote banquet gegeven. De eerste minister
en de minister van buitenlandsche zaken zul
len redevoelingen houden.
TRACHOÓM-EPIDEMIE IN BADEN.
In verschillende steden in Baden heerscht
onder de schoolkinderen een ernstige tra-
choom- (oogziekte) epidemie, zoodat som
mige scholen gesloten zijn. In de kliniek te
Heidelberg zijn alleen uit het nabijgelegen
plaatsje Hassloch 85 schoolkinderen opge
nomen.
ERNSTIG TRAMONGEVAL TE MAD
RID.
43 personen zijn gewond waarvan 8 ern
stig bij een botsing tusschen twee tramwa
gens. Toen een der wagens een heuvel afreed
weigerde een rem. waardoor de botsing "plaats
vond.
DOOR VUURWERK GEDOOD.
Een draadloos-bericht uit Bombay meldt,
dat het tien-jarig dochtertje van de maha-
radja Van Indore aan brandwonden is ge
storven, die zij kreeg door het aftreden van
een vuurwerk ter eere van haars vaders ver
jaardag.
Hoewel op het ministerie van buitenland
sche zaken de meening heerscht, dat er
tusschen Tsjang Tso Lin en Feng Yoe-Hsian
een oorlog zal uitbreken, achten de militaire
autoriteiten het onwaarschijnlijk.
De spanning rond Peking wordt dagelijks
grooter. Volgens officieele telegrammen zijn
na een gevecht van eenige dagen ten Zuiden
van Soechowsfoe, de troepen van Sjantoeng,
die tot nu toe te Soechowfoe de zaak van
Tsjang Tso Lin ondersteunden, overgeloopen
naar het Yankeeverbond onder Soen Tsoe-
ang Fang en de troepen van Tsjong Tso Lin
werden aldus gedwongen om zich naar Hach
wang terug te trekken.
Soen Tsoeang Fang bezette 8 November
Soechowfoe.
De zeeliedenstaking in
Australië.
Een groep stakers, die zich aan de haven
verzameld had om de aankomst van de „Port
Victor" af te wachten, juichte de bemanning
toe en beklom vervolgens het schip. Zij ge
bruikten hun revolvers enz.
De politie herstelde de orde. Verschillende
personen werden gewond. Er hadden geen
arrestaties plaats.
Een later bericht uit Brisbane meldt, dat
drié stakers, niet ernstig gewond zijn. De
tweede marconist van de „Port Victor" is in
hechtenis genomen, omdat hij beschuldigd
wordt verwondingen te hebben aangebracht.
Deze marconist heeft met zijn revolver groote
hulp verleend bij het verdrijven der stakers.
Veertig man van het stoomschip „Belra-
nalda" hebben 't werk hervat twintig man
van het stoomschip „Westmoreland" zijn
uit de gevangenis ontslagen en weer aan
boord van het schip gegaan. Beide schepen
gaan naar het Oosten.
B
De beraadslagingen der begrootingscom-
missie blijven zeer verward. In de namid
dagzifting is niet gesproken over het al
ternatief: consolidatie der bons of inflatie.
De zitting is verdaagd tot na de bijeen
komst der linkergroepen, beden middag
twee uur. De persoonlijke heffing van
twintig francs werd verworpen. Het soci
alistisch voorstel, door Aureol ingediend
en welks doel was een algemeene hypo
theek in te stellen op den particulieren
eigendom ten gunste van den Staat, werd
eveneens verworpen fen gevolge van de
gelijkheid der stemmen: 15 vóór en 15
tegen.
Het Belgische koninklijk echtpaar is gis
terenmiddag van zijn Indische reis, na twee
maanden afwezigheid, teruggekeerd. Aan al
de officieele gebouwen wapperde de drie
kleur, de scholen en de staatsambfenaren
hadden van elf uur vrijaf gekregen. Aan vele
huizen in het centrum van de stad
waaide eveneens de nationale vlag. Langs
den weg, dien de koning en koningin zou
den volgen, waren de oud-strijders, de inva
liden, de gedeporteerden met hun vlaggen,
alsook wat schooljeugd opgesteld. Koning
Albert en koningin Elisabeth, die in een
open rijtuig voorbijreden, werden herhaal
delijk hartelijk toegejuicht door de saamge-
stroomde menigte. f
Op het perron hadden Vandervelde, mi
nister van buitenlandsche' zaken, met den
premier Rpulet het koninklijk echtpaar wel
kom geheelen, bij welke begroeting even
eens burgemeester Max en de Engelsche
ambassadeur met vele civiele en militaire
autoriteiten aanwezig waren.
Invloedrijke Centrumsparlementariërs stel
len pogingen in het werk om dr. Wirth te
bewegen weer in de Centrumfractie terug
te keeren. Het verluidt, dat deze pogingen
veel kans op succes hebben.
Uit Keulen wordt gemeld, dat de Engel-
schen reeds maatregelen voor de ontrui
ming nemen. Verschillende Engelsche offi
cieren bereiden hun verhuizing naar Wies-
baden reeds voor en een groot gedeelte van
de archieven der Engelsche bezetfingsauto-
riteiten is reeds, naar Engeland getranspor
teerd.
Tot gouverneur van het Memelgebied il
volgens de „Memeier Dampfboot" be
noemd dr. Zilina.
De berichten uit Washington over de
onderhandelingen met de Italianen luiden
thans minder gunstig. Naar verluidt zijn de
onderhandelingen op een kritiek punt ge
komen. Weliswaar spreken beide delegaties
het gerucht tegen, dat de besprekingen
zouden zijn afgebroken of dat zij althans op
het doode punt zouden zijn gekomen, maar
men leidt uit het feit, dat de besprekingen
tot heden werden uitgesteld af, dat de
Italianen het noodig achtten zich met Rome
in verbinding te stellen. De Amerikaansche
gedelegeerde Smoot heeft verklaard dat een
overeenstemming niet vóór het einde van
de volgende week kan worden verwacht.
Een officieel communiqué deelt mede, dat
voortaan aan de bladen alleen de publicatie
van officieele communiqué's zal worden toe
gestaan aangaande den tegen Mussolini op
touw gezetten aanslag, teneinde den arbeid
der justitie niet te belemmeren.
Uit Damascus wordt gemeld, dat op
standelingen in den nacht, van Zaierdag op
Zondag een aanval hebben gedaan op de
oostelijke poort van de stad. Er ontstond
een hevig gevecht, dat een uur duurde; de
Franschen slaagden er ten slotte in de
aanvallers overa'l terug te drijven.
Den volgenden morgen trokken duizenden
Christenen uit de stad en deze uittocht
duurt nog steeds voort.
Het machinegeweervuur wérd eerst ge
opend toen de doodenzang, die de Mohame-
danen bij hun aanval aanhieven, door de
geheele stad werd gehoord.
Wederom werd een aantal rebellen in het
openbaar opgehangen.
Prins Hendrik wordt'Zaterdag 15 Novem
ber uit Duitschland weder op het Loo terug
verwacht.
i
De Koningin heeft zich in verband met
de uitvoeringen van Die Meistersinger von
Nürnberg als lid der Wagnervereeniging
doen inschrijven.
Tegemoetkoming aan groentenzouters.
Men meldt, dat de groentenzouters bin
nenkort een uitkeering kunnen tegemoet
zien van 2 per vat ingemaakte snijboonen
en wel over de in 1918 ingemaakte en in
gevolge regeeringsmaatregelen niet geëx
porteerde boonen. Deze uitkeering zal ge
daan worden vanwege de N. ,U- M.
In een Zondag te Utrecht gehouden ver
gadering van de groep huisartsen der Ned.
Mij. tot bevordering der Geneeskunst wer
den de nieuwe door de Rijks-Verzekerings
bank voor de behandeling van patiënten
gestelde voorwaarden als geheel onaanne
melijk verklaard.
De Romeinsche correspondent van de
„Köln. Volkszeitung" meldt aan zijn blad:
In diplomatieke kringen wordt met eeni
ge teleurstelling kennis genomen van de
onlangs ook in de Duitsche' pers ver
melde mogelijkheid van de opheffing van
het Nederlandsch gezantschap bij het Vati
caan. Men verheelt zich niet, dal de af
schaffing van dit gezantschap een nadeel
beteekent voor het juist door Nederland
met zoo groote consequentie doorgevoerd
streven paar een heerschappij van het vol
kenrecht en de internationale arbitrage.
Men erkent openlijk, dat de beteekenjs
van Nederland, welke in de laatste tien ja
ren in het internationale leven zoozeer is
toegenomen, dat een hooggeplaatst persoon
hier de Nederlanders een groot volk noem
de, daardoor zou lijden.
Naar principiëele overeenstemming.
Zooals bekend, vormt de kwestie van de
Duitsch-Nederlandsche credietovereenkomst
een punt van bespreking bij de Duitsch-
Nederlandsche onderhandelingen over een
handelsverdrag.
Naar de Tel. verneemt, is men tot prin
cipiëele overeenstemming gekomen over het
verlengen der crediet-overeenkomst tot
1935. Hiertegenover verleent Duitschland
aan Nederland zekere concessies wat be
treft de douanetarieven.
Zooals men zich herinnert, werd in den
aanvang van 1920 tusschen de Nederiand-
sche en Duitsche regeeringen overeenstem
ming bereikt omtrent een aan Duitschland
te verleenen crediet van 200 millioen, af
losbaar uiterlijk in tien jaar.
Van dit crediet zou zestig millioen gulden
besteed worden voor den aankoop van le
vensmiddelen van Nedarlandschen of Neder-
landsch-Indischen oorsprong.
Duitschland verbond zich daartegenover
tot de voortzetting van de kolenleveringen,
waartoe het verplicht was volgens de kolen-
overeenkomst, die óp 31 Dec. 1919 afgeloo-
pen was.
Vernieuwing van de brug te Den lip.
De vergadering van ingelanden der banne
Landsmeer heeft thans besloten gevolg
te geven aan het bevel van Ged. Staten
om over te gaan tot vernieuwing van de
brug te Den lip, die gevaar oplevert voor
het verkeer en voor de scheepvaart niet
kan worden gemist. Zooals bekend zouden
anders Gedep. Staten van Noord-Holland
ingevolge de waterstaatswetgeving van 1900
op k osten van de banne door den provin
cialen waterstaat hebben doen bouwen.
In- ons heele land zijn nog 70000 werk-
loozen.
Bij K. B. zijn de heeren ir. J. Kooper,
hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat
te Groningen, Th. C. P. C. Kolfschoten,
burgemeester van Edam en Th. M. Th. van
Weideren baron Rengers te Oenkerk, be
noemd tot leden van den Zuiderzeeraad.
De directie der Ned. Spoorwegen en
veiligheidsmaatregelen.
Men meldt van de zijde van het R. K.
W. V.:
Naar aanleiding van het request, dat door
het R. K. Werkliedenverbond gezonden
wend aan de Directie der Nederlandsche
Spoorweg en den Minister van Waterstaat
omtrent de onbewaakte overwegen, ontving
het Verbond van verschillende zijden bewij
zen van instemming. Daarbij zijn er, waarin
zonder mer de wenschelijkheid wordt geui',
dat bet verzoek succes moge hebben, maar
er zijn er ook bij, waarin wordt medege
deeld, dat langs den door het Verbond aan
gegeven wc^ een oplossing zou zijn te ver
krijgen en zelfs bepaalde systemen worden
aanbevolen.
Het blijkt, dat het vraagstuk in breeden
kring als urgent wordt aangevoeld.
De Directie der Nederlandsche Spoorwe
gen heeft ook geantwoord en wel het vol
gende:
,In antwoord op nevenaangehaald schrij
ven deelen wij u mede, dat er voor de waar
schuwing bij onbewaakte overwegen door
middel van lichtseinen of schellen reeds
verschillende inrichtingen zijn uitgedacht of
beproefd.
Wij zijn echter van meening, dat deze het
gevaar bij onbewaakte overwegen vergroo-
ten, omdat zulke automatische toestellen
niet zoodanig te maken zijn, dat weigeren
is buitengesloten en dat in dit geval het pu
bliek, dat op de toestellen vertrouwt, zich
aan een grooter gevaar blootstelt dan wan
neer men weet op eigen oplettendheid tï
zijn aangewezen^
Wij zijn daarom niet voornemens tot toe
passing van zulke toestellen over te gaan."
't Spreekt vanzelf, dat met dit antwoord
niet als afgedaan kan worden beschouwd.
Men denke zich van een standpunt, als
dopr de Directie der Nederlandsche Spoor
wegen ten opzichte van de onderhavige
kwestie ingenomen, de consequenties
Pastoor Callot trad het huis binnen en
bevond zich in de kamer. Hij zag onmiddel
lijk de zieke liggen, bleek, vaal, in hetzelfde
bed, waarin haar echtgenoot gestorven was,
en op haar glinsterend, vermagerd gelaat, in
haar oogen, glinsterend van koorts, her
kende hij onweersprekelijk een glans van
geluk. De lippen van de stervende ontsloten
zich eneen woord, zeer zwak, drong door
tot de ooren, tot het hart van den herder.
„Eindelijk!"
„Eindelijk!" Gertrude Picot misleiode zich
zelf niet omtrent haar toestand en zij
svachtte met angst en ongeduld de komst
van den orieser.
„Hier ben ik," zeide de eenvoudige pries
ter. „Gjj zijt zoo vermoeid, heeft men mij
itezegd."
„O zoo moe," zuchtte de arme vrouw.
„Zoo moe!"
Zij wilde er aan toevoegen: „stervende
maar zij hield zich in en richtte haar blik
ken met een oneindige droefheid op haar
kleine Marie, die naast de tafel zat en haar
nir* ongerustheid aanzag
Er was een oogenblik stilte, wat pastoor
Callot benutte om het vertrek en de perso
nen, die tegenwoordig waren, op te nemen.
Behalve Marie, twee vrouwen, een zieken
verpleegster en een buurvrouw, gekomen
om te helpen, stonden beiden, schijnbaar
ernstig en droevig, toe te zien. In het mid
den der kamer stond de schoonbroeder van
Gertrude Picot, Bertrand Dollet, die een
stoei naar voren schoof. Op zijn ongevoelig
gelaat was geen greintje ontroering te le
zen. Lucin Dollet was bij de deur gebleven
en stond lomp met zijn pet tusschen zijn
vingers te draaien.
De pastoor nam den stoel, die hom werd
aangeboden de twee vrouwen gingen een
weinig achteruit om hem nader te laten ko
men en hij zette zich neder op de plaats,
die zij eerst hadden ingenomen.
Ik wist niet, dat u ziek waart. Als ik het
geweten had, was ik eerder gekomen,"
sprak de pastoor
„Mijnheer pastoor," antwoordde Gertru
de, „ik ben zoo gelukkig u te zien. Ik zou u
zoo 'graag nog eens willen spreken
Tegelijkertijd richtte zij haar oogen op de
personen, die tegenwordig waren. Allen be
grepen haar stomme vraag en vertrokken
Een der vrouwen nam Marie mee, die
zich al weenend liet wegvoeren.
Gertrude volgde haar met haar oogen, en
daarna, toen de deur geslóterj was, zuchtte
zij in een klacht, waarin zij uitsprak al haar
liefde, al haar zorgen, al haar gehechtheid
aan dit leven:
„Arm, lief, klein kind!"
Pastoor Callot en Gertrude Picot bleven
drie kwartier bij elkaar, een tijd, die Luciën
en Bertrand Dollet, en den beiden vrouwen
eindeloos lang toescheen.
Toen de pastoor haar kwam zeggen, dat
ze weer binnen konden komen, was hij zeer
ontroerd en, hoewel hij gewoon was aan
dergelijke tooneelen, weende hij en beefde
zijn stem.
„Tot ziens," zeide hij tot Gertrude. ...Int
ziens. Morgenochtend zal ik u Ons Heer
komen brengen."
Toen de pastoor zich verwijderde, riep zij
hem terug:
„U weet, wat ik u gevraagd heb. Ik....
Zij moest ophouden. Haar woorden of
haar ideeën raakten verward en zij stamel
de slechts: n
„Mijn kleine Marie! Mijn kleine Marie!
Den eigen avond gaf Gertrude Picot baar
ziel aan God
Den volgenden dag kwam pastoor Callot
bidden bij het stoffelijk overschot eener
vrouw, die een zijner beste parochianen ge
weest was. Hij vroeg naar Marie, die hem
zoo dringend was aanbevolen door Gertrude
en voor wier toekomst hij zich zoo bezorgd
maakte.
Wat ging er van haar worden, overgela
ten aan zich zelf en aan onverschillige ver
wanten, het bekoorlijke kind, tot nu toe
gekoesterd door een godvruchtige, teedere
moeder.
Zij bevond zich op het oogenblik bij een
buurvrouw, die zich met de zorg voor haar
had willen belasten, en die op haar door snik
ken onderbroken vragen antwoordde.
„Maatje! Maatje! Die is weggegaan. Zij
komt misschien wel terug, als je braaf bent
en niet meer huilt.'
Maar daarna?"
„Daarna?" antwoordde Bertrand Dollet,
„daarna ben ik er nog, mijnheer pastooi, ik
ben haar oom en ik neem de zorg voor hear
op mij.''
„Ik neem de zorg op mij!"
Deze woorden werden uitgesproken op
een onverbiddellijken, beslisten toon, die
alle verdere ondervraging overbodig maakte.
Dat gaat mij aan en ik verzoek u, niet
verder u er mee te bemoeien."
Bertrand Dollt was geen slecht mensen:
verre van dat. Maar hij stond er op, baas
in eigen huis te zijn, en was bang een vreem
deling, een geestelijke vooral, zich te zien
mengen in zaken, die hem alleen aangingen.
Sluw en wantrouwend verbeeldde hij zich,
dat pastoor Collet invloed wilde uitoefenen,
zoo al niet op hem, dan toch op het ouder-
looze kind En hij was vast besloten zich
tegen dien invloed even beslist te verzetten,
als tegen het gevaar, dat hij als wethouder
zou worden beschuldigd van clericalismc.
Pastoor Callot begreep, dat hij zich, ten
minste voor het oogenblik, moest schikken
naar den wil van Bertrand Dollet. Na een
kort en laatst gebed voor het kruisbeeld, dat
zijn armen uitgestrekt hield over het li
chaam, waar de ziel niet meer in woonde,
groette hij en vertrok. Hij herinnerde zich
met bange onrust de laatste bede van Ger
trude Picot.
„Mijnheer Pastoor, draag zorg voor mijn
kleine Marie. Beloof mij, haar nooit uit hel
oog te verliezen. Dat zij altijd blijve, wat ik
gedurende mijn leven geweest ben, een
brave, christelijke vrouw.
Hij had het beloofd. En ziehier, hoe nu
reeds tusschen zijn belofte en haar verwer
kelijking, zich onverbiddelijk degene stelde,
die nu nog slechts haar oom, maar weldra
haar voogd, haar bewaker zou zijn.
0
Een bevende stem riep:
„Mijnheer pastoor! Mijnheer pastoor!"
Zoo snel als zijn 62 jaren het toelieten,
kwam August Tremblet aanloopen.
Pastoor die zich verwijderde met bezorgd,
gebogen hoofd, richtte zich op en bemerk
te den ouden strooper, die hem anders zoo
veel mogelijk ontweek. Verwonderd ging hij
op htm af en op vriendelijk voorkomenden
toon vroeg hij hem:
„Wat is er vriend?"
De zouaaf stond stil en zweeg, deels door
de uitputting ten gevolge van zijn snel loo-
pen. Hij schudde zijn ouden aartsvaderlij
ken kop, zijn lange stoppelige baard hing op
zijn bloote borst en men zag zijn gescheur
de lompen. Eindelijk .strekte zijn hand zich
uit en wees naar de zigeunerwagen, die sinds
den vorigen avond naast zijn huis stond tn
zijn mond stamelde:
„Een gehangene!"
De priester vouwde de handen. Zijn ge
laat, geheel zijn uiterlijk teekenden verwon
dering, medelijden, afschuw bijna. Hij maak
te een beweging van afkeer en vol schrik
riep hij uit:
„Heere God! Een gehangene!"
Maar dat was maar een oogenblik.Aan
stonds herstelde hij zich in 't bewustzijn der
waardigheid van zijn priesterschap.
„Is hij dood?"
„Helaas ja! Al lang."
En in eenige zinnen, opgesierd met ruwe
eigenaardige uitdrukkingen, vertelde de
strooper, hoe hij de vreeselijke ontdekking
gedaan had. Op de treeplank van den wa
gen had hij een kleine jongen zien huilen,
die op zijn vraag geantwoord had:
..Ik huil omdat de deur gesloten is en ik
niet kan binnen gaan."
De zouaaf was. niettegenstaande zijn
slechten naam, een goede kerel. Het was
een wilde, een onafhankelijke, die zich nooit
had willen buigen onder de wetten der we
reld. Hij had er eer ingesteld ze te misken
nen..
(Wordt vervolgd.)