GEREDDE SCHIPBREUKELINGEN. - DE INTERN. TEXTIELBEURS. - HONDENTENTOONSTELLING TE R'DAM.
mmmm
v.
UIT DE PERS.
Rekenmeester
Lingbeek.
KUNST EN KENNIS.
Prijsvraag
}rJong Nederland
Een scherpe critiek.
TE ROTTERDAM. Een drietal boxers.
iSSSS»
r
De heer Lingbeek, het Kamer-
fid der Hervormd Gereformeer
de Staatspartij, is een eenvoudig
rekenmeester.
Hij zegt: Nederland is een pro-
testantsch-christelijke staat,
want de katholieken vormen een
minderheid.
Wij moeten, daar de protes
tanten zoo verdeeld zijn, een
zakenkabinet vormen van Pro
testanten ter rechter- en ter lin
kerzijde met ook een Roomsche
•I in
„Dat zou inderdaad kunnen,"
•pot het Huisgezin".
„Men zou zoo kunnen opmer
ken, dat een Roomsche op de
negen of tien wel heel weinig
was, doch in den Lingbeekschen
gedachtengang zijn Roomsche
burgers tweede klas, gedulden.
die eigenlijk al blij mochten zijn,
dat er van hen althans nog eeni-
ge notitie werd genomen.
Dat ds. Lingbeek zijn protes-
tantsche ministers ook aan de
linkerzijde zoekt, kan er mee
door, zoo lang daarginds nog in
voldoenden getale menschen
worden aangetroffen^ die den
naam protestant, al roemen zij
er niet in, niet geheel verloo
chenen. x
Wijlen ds. Bronsveld had de
zelfde opvatting als de heer
Lingbeek en rekende de libera
len tot de groot-protestantsche
partij van zijn makelij.
De protestantsch-christelijke
•taat van ds. Lingbeek zou wel
licht nog even een protes-
tansch-christelijk zakenkabinet
kunnen opleveren, maar op een
meerderheid in de Kamer en in
het land zou het reeds niet meer
kunnen steunen.
Namen vrijzinnig-democraten
en sociaal-democraten (of com
munisten) nog in macht toe, dan
zou zelfs een protestantsch za
kenkabinet weldra een onmoge
lijkheid worden, want de heer
Lingbeek zal, om de fictie pro-
testantsch-christelijk of alleen
maar protestantsch te handha
ven, niet zoo ver gaan, de pro-
testantsche ministers te recru-
teeren uit dat deel der linker
zijde, dat tot de S. D, A. P. be
hoort.
Maar niet alleen dat de reken
kunde ds. Lingbeek in den steek
laat wat zou een protestantsch
zakenkabinet tot behoud en
versterking van den protes-
tantsch-christelijken geest kun
nen uitrichten?
Daartoe is bet toch niet vol
doende de katholieken er onder
te houden en een coalitie te vor
men met menschen, die van pro
testant in het gunstigste geval
nog den naam, van christelijk
noch den geest, noch de begin-
•elen hebben.
In ds. Lingbeeks' constructie
zit geen perspectief.
Indien hij iets minder protes
tant en iets meer christelijk was,
zou hij beseffen, dat in een land,
waar de katholieke en geloovige
protestanten de meerderheid
vormen, het voorrecht en den
plicht heeft een politiek te voe
ren tegen de elementen, die den
godsdienst voor staatsbestuur en
wetgeving onnoodig ol schade
lijk achten.
De benepenheid, waarmee de
heer Lingbeek de katholieken
beschouwt en waardoor hij zich
tot politieke fantasieën laat ver
leiden, kan aan het ook door
hem erkende christelijke karak
ter van den staat slechts afbreuk
doen."
In de prijsvraag voor recla
mebiljet, uitgeschreven door de
Vereeniging ,,St. Lucas" ten
behoeve van de Vereeniging
„Voor Jong Nederland", Am
sterdam, bestond de jury uit de
heeren: prof. dr. A. J. Der Kin
deren, H. B. Dieperink, Ed. Ger-
des, A. G. HulshoffPol, A. M.
Krabbé, Martin Monnickendam,
G. Westerman en F. Everbag
aangewezen door de Vereeni
ging „St. Lucas" en verder uit
dt Dames mevr. A. M. Bühr-
mannLegres, mevr. N. Stol
bergSteenkamp en den heer
Leonard Minkenhoff, bestuursle
den der Vereeniging ,,Voor Jong
Nederland". Als voorzitter fun--
geerde de heer E. R. D. Schaap.
Ingekomen waren 44 ontwer
pen.
Na gehouden stemming waar
toe men vervolgens overging,
werd motto „Soede" met alge-
meene stemmen den 2den prijs
toegekend, terwijl motto Quand-
meme" met den derden prijs
werd bekroond.
Verder besloot de jury de
toegezegde belooning van den
eersten prijs, die niet werd toe
gekend 200 toe te kennen
aan den tweeden prijs en de
toegezegde belooning van 100
van den tweeden prijs toe te
kennen aan den derden prijs.
Het bleek dat de teekenaar
van het ontwerp Soede" was
de heer K. Vegter, Den Haag, en
van ontwerp Quand-meme" de
heer W. Retera Wzn., Den Haag.
Verder kan worden medege
deeld dat alle ontwerpen zullen
worden tentoongesteld in het
gebouw „St. Lucas", Keizers
gracht 648, en wel vanaf Maan
dag 9 November tot en met
Maandag 16 November (eiken
dag, ook 's-Zondags) van 's-och-
tends 10 uur tot 's-namiddags
4 uur.
DE JAGERMEESTER MET DE MEUTE, bij de Zaterdag te Amersfoort gehouden St. Hubertusjacht der Ned. Jachtvereeniging. Ondanks
't zeer slechte weer was de belangstelling groot.
DE GEREDDE SCHIPBREUKELINGEN van het s.s. IJselstroom, door de Albi
IJmuiden gebracht, Verlaten langs de touwladder dit schip.
ireo naar
DEN KAMPIOENSPRIJS won op de tentoortstelling te Rotterdam, Zaterdag en Zondag
gehouden, deze Pekingese van baron de Vos van Steenwijk.
DE INTERNATIONALE TEXTIELBEURS te Amsterdam is Zaterdag geopend. Wij geven hierboven een over-
zichtsfoto van deze beurs.
OP DE INTERNATIONALE TEXTIELBEURS. Het weven van Perzische
E. Perez, Amsterdam).
tapijten door Perzen.
(Stand van
DE KEIZER VAN ANNAM, Khai
(foto links)' is overleden, en wordt opgevolgd door zijn zoon Vinh Thuy
(foto rechts).
Klinza, van den heer Fitsch uit N. Amstel. De middelste behaalde den eersten prijs.
T. B. C.-BESTRIJDING. Het comité van Herwonnen Levenskracht te Deventer organiseerde een verloting.
Kiek van de tentoonstelling der 220 prijzen, door De venters Katholieken geschonken.
In de N. H. C. schrijft R.AD. Cort van
der Linden een critiek op de moderne dans
muziek. Het volgende is er aan ontleend:
Wat ons in de tegenwoordige jazz-muziek
wordt vooropgesteld is 'n gemeene satyre
van beschaafde orkest-muziek. In het mo
dern orkest is elk instrument met der tijd
tot een karakteristiek, zoo volmaakt moge
lijk type geworden voor een bepaald soort
klank. Aan de wordingsgeschiedenis der in
strumenten ligt een kunstontwikkeling ten
gronde van de vele eeuwen. Niet slechts
de technische mogelijkheden, die het instru
ment zelf biedt, ook de technische vaardig
heid in het bespelen, zijn langzamerhand
verbeterd en vervolmaakt. Bijna alle instru
menten produceeren tegenwoordig hun eigen,
vasten, staanden toon, die een bijzondere
vermenging van de boventoonen geeft, zoo
veel mogelijk tot een gelijkmatigen klank in
eenvloeiend. De solo-instrumenten zijn bo
vendien. wat den aparten klank, betreft, in
toonvermogen, toonaanzet.en toonvoortbren-
ging technisch zeer weinig en slechts op be
paalde punten, te veredelen.
In het jazz-orkest, het goedkoope volks-
dans-orkest, wordt nu van al die kultuurwin-
slen juist geen profijt getrokken. Men streeft
er blijkbaar naar den klank grof en niet-
ineenvloeiend te maken, den toon onvast.
De nieuwe, snel naar de behoefte uitgevon
den instrumenten, zijn instrumentaal-tech-
nisch en accoustisch van het minste allooi.
De klank van een Jotosfluit", van een
„zang", van een „flex-a-tone", van een
saxophoon" 1) is zoo doordrenkt van ne
vengeluiden, dat men voortdurend meent
dat de speler valsch speelt, sommige van
die kennisinstrumenten zijn werkelijk ver
schrikkelijk om aan te hooren. De betere
muziekinstrumenten, de viool, de alt, de
cel de piano, het harmonium enz. worden
slechts bespeeld naar
angstig-onzekerste expressievermogen, zwak
ke trillers en figuren tremolo, nasale klank,
leeg zinnelijke vibrato kort ingehouden
streek, ongelukkig spiccator, con sordino,
col legno, glissando's ad libitum, slechtste
posities onpianistische aanslag, klanknaboot
sing op de piano enz. enz. enz. De orkestratie
zélf, wat een onkundig, oppervlakkig, ge
wild gecombineer: Altijd gaping tusschen
melodie en bas, altijd verbreking van een
quasi-homogenen klank met storend slag
werk, altijd onoordeelkundige akkoordvul
ling, zonder harmonische of instrumentale
•monium enz. worden kennis. En steeds door die vulgaire dwaas
hun kleinste grilligste 1 heid, die clowneske klanken die gemaakt-
komische wangeluiden, laag bij den grond.
Het idee moet altijd zijn: vreemddoen, bi-
zarre-zijn, exotisch, ongemotiv., ecxiteerend.
De jazz-band-muziek is typisch decadent.
Ze mist kunstwaarde en leeft van het ge
makkelijk, het goedkoop bevattelijke. Al die
moderne orkestjes en dansensembles groot
en klein in meer of mindere verdwaasde
'samenstelling spelen om uiterlijkheidjes,
om het potsierlijke van plotselinge rare gelui
den, om het zouteloos zotte, om de knul
lig stumperige flauwiteiten. Men begint met
enorm te glimlachen, daarna verwondert en
ergert men zich, en ten slotte stopt meh zich
de ooren toe en ontvlucht al dien onzin, Die
deuntjes, die 'alle hetzelfde worden op dien
eentonigen gesycnopeerden „step"-rythmus,
die tot in den treure voortgezette muziekr
persiflage! Pet is een .typisch beeld van de
decadence van onzen tijd. Als dat hetgeen
is dat de menschen boeit en bezighoudt, bij
zooveel moois wat ze kunnen hooren, bij
zooveel schoone geestelijke en wereldsche
muziek, die ze kunnen hooren en ook werke
lijk in grootén 'getaleaanho'oren, als ze
daarnaast zóó'n behoefte gevoelen aan ze
nuwprikkeling, muziek-morphine, dans-caco-
phonie, barbaarsch gehoors-atavisme, dan
vraagt men zich wel af of onze beschaving
niet vcrb^zegd achteruitgaat..