UTTÊ2ÏI
BRIEVEN UIT FRANKRIJK
Alleen op de wereld.
NT*..' 'E HAARLEMSCHE COURANT
I WeoQe Blad Dinsdag 17 November
iet heengaan van generaal Sarrail.
Léon Daudetveroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf en 500 francs
boete. Hij heeft hooger beroep aangeteekend. Duitsche hulp bij het op
sporen der M 1. De „Popoio", het Italiaansche Katholieke orgaan, heeft
in verband met dagelijksche inbeslagnemingen, uit eigen beweging het
verschijnen gestaakt.
Gem. buitenl. berichten.
«=-
SZETSCHWA_N^-J
^ëjsc/tang 7so'//n
ffoo-ln/O'f&ffg
Een zeldzame stand.
Onder de gemeente Reeuwijk nabij Gouda, maakte gisterenmiddag te
ongeveer half drie een Fransch postvliegtuig een noodlanding. De foto
geeft het resultaat dier landing te zien de kop in een sloot, de staart in
de lpcht en de vleugels aan weerszijden steunend op weiland. De piloot
bleef ongedeerd. (Foto Daems, IJssellaan, Gouda).
Wu Pèi- fcf.
De burgeroorlog in China. Het terrein van de
verschillende opereerende bevelhebbers.
3INNENLANDSCH NIEUWS
Nieuwe kiosken in de
Hoofdstad
Worden er in ons land nog
kievitten gevangen.
FEUILLETON.
Het vonnis over generaal Sarrail is ge
veld. Hij is teruggeroepen uit Syrië door
de Regeering om de noodige inlichtingen te
verschaffen.
Maar meer dan een beleefdheidsvorm is
deze term niet en spoedig zal deze voorloopi-
ge maatregel door een definitief ontslag
worden gevolgd.
Te lang reeds gewacht Syrië van een
Magistraat te bevrijden, die sedert zijn be
noeming door Herriot, Onrust en ver
deeldheid heeft gezaaid in die domeinen,
oorzaak is geworden van de bloedige on-,
lusten, die vele menschenlevens hebben
gekost en het gezag van Frankrijk in hooge
mate hebben geschaad.
Komende in Syrië, zeide hij, mijn partij
aeeft mij gezonden. Het is dezelfde partij,
die hem thans tot aftreden heeft gedwongen.
Aarzelend en schuchter weliswaar, bang
voor de invloeden van de vrijmetselarij,
tot wiens voormannen generaal Sarrail
behoort, maar genoopt door de omstandig
heden, die niet langer dulden, dat een partij
belang wordt voorgetrokken boven Frank-
rijks prestige.
Zeker niet in de laatste plaats komt aan
de „Echo de Paris" de eer toe, het volle
licht te hebben geworpen op zijn handelingen
in dat mandaatsland en te hebben gewezen
op de onverantwoordelijke wijze, waarop
hij Frankrijk heeft vertegenwoordigd. Zal
het zich meer en meer onbekwaam toonende
kartel de gewenschte les trekken uit de
droeve ervaringen met dien sectarischen
gezaghebber opgedaan Het is te hopen.
Zekerheid op dit punt bestait allerminst.
Schade en schande schijnen zelfs onvoldoende
om een Regeering tot beter inzicht te brengen,
die al te graag luistert naar de inblazingen
van anti-religieuse raadgevers.
Wat was de taak van generaal Sarrail,
die hij van den beginne af aan, op de meest
beschamende wijze heeft ten uitvoer ge
bracht
Artikel 22 van het Verdrag van den Volken
bond geeft aldus het karakter van het mandaat
weer. Het is een voogdij, uitgeoefend over
een minderjarig volk, dat men heeft te
leiden en te beschermen tot op het oogenblik,
dat het zichzelf kan besturen. De Volkenbond
erkent derhalve geen enkel souvereiniteits-
recht over het land dat aan een mandaat
is onderworpen.
Integendeel, er is bepaald, dat het orga
nieke instituut wordt vastgesteld, in over
leg, met de inlandsche autoriteiten en reke
ning zal houden met de rechten, belangen en
wenschen van de bevolking in dat land woon
achtig.
Generaal Sarrail heeft zich aan dat voor
schrift niet gehouden. Geheel in tegen
stelling met zijn voorganger, den voortreffe-
lijken en Katholieke/ generdal Weygand,
die de veiligheid van de Syrische grenzen
had hersteld, een geest van vrede en rust
in die gewesten te doen heerschen en zooveel
tot welvaart van dat land heeft bijgedragen.
Welk een verschil, dat heengaan van generaal
Weygand, uitgeleide gedaan door een enthou
siaste menigte en de eerlooze terugkomst
van generaal Sarrail, die door" niemand zal
worden betreurd.
Trouwens bij zijn komst reeds in Syrië,
viel het voor onbevooroordeelden niet moei
lijk te voorspellen dat dit gewest niet ge
baat zou zijn met de benoeming van dzen
feilen partijman der anti-clericalen.
Nauwelijks op zijn post, treft hij maat
regelen, doet hij benoemingen die regelrecht
indruischen tegen de wenschen der Ooster-
sche bevolking. Hij oefent een censuur'uit
op de dagbladen en laat juist die vrij, welke
een anti-Franschen geest ademen. Kritiek
op zijn daden is niet geoorloofd. Misdadi
gers worden door hem in vrijheid gesteld,
die hadden deelgenomen aan gewapende aan
slagen op de Syrische grenzen. En al
spoedig groeit het aantal misdrijven in dat
land, in het bijzonder te Beyrouth.
i Verkeershervormingen worden door hem
voorgesteld, die in geen enkel opzicht dooi
de omstandigheden worden gerechtvaar
digd. en alleen het gevolg zijn van zijn ver
langen den katholieken invloed te vermin
deren. Indien deze schipbreuk hebben ge
leden is het te danken aan Briand, die al te
zeer overtuigd was van het nut van de be-
staanden kieswet, om zijn voorstellen goed
te keuren.
Briand, die hem dat echec bezorgde, is de
zelfde, die thans van Painlevé Sarrails' af
treden heeft geëischt.
Het zou niet moeilijk zijn een lange reeks
van maatregelen op te sommen, die meer en
meer bewezen, hoe deze bewindsman alles
behalve de rechte man op de rechte plaats
was.
Maar waartoe zou het baten, nu het uur
der rechtvaardige vergelding heeft geslagen.
Hoogstens om voor de toekomst het kartel
wakker te schudden, indien dit het anti-
clericalisme voldoende oordeelt om onbe
voegden met hooge waardigheden te be-
kleeden. De herinnering aan Generaal Sar
rail zal spoedig vergeten zijn. Maar het kan
zijn nut hebben een historisch woord van hem
levendig tè houden, als afschuwwekkend
teeken, hoe godsdiensthaat een leidende
persoonlijkheid tot de zonderlingste uitingen
kan verleiden.
Na zijn weigering de godsdienstige plech
tigheden, ter eere van zijn komst in Syrië
gehouden bij te wonen, zeide Generaal Sar
rail „Ik weet niet wat een Mis beteekent
En wat de traditie betreft, daar maal ik niet
om,."
Zijn opvolger is nog niet aangewezen. Voor
het eerst zal een burgerlijke autoriteit wor
den geroepen het Commissariaat in Syrië te
vervullen, waar tot nu toe militaire gezag
hebbers daarmede waren bekleed.
Groot schijnt de lust niet de nalatenschap
van Sairrail te aanvaarden. Wie trouwens
stelt er prijs op een desolaten boedel over te
nemen. De socialistische voorman, Paul
Boncour, geeft' er althans den voorkeur aan
de Commissie te leiden die belast is de
zaken in Syrië te regelen. Maar wie ook de
teugels in handen zal nemen, zal verplicht zijn
den geest van Generaal Weygand in eere
te herstellen, opnièuw vrede en rust te bren
gen in dat land, door vertrouwen te wekken
en samenwerking te bevorderen, die Gene
raal Sarrail heeft gebannen, uit onkunde
misschien, maar zeker voor een groot deel
uit anti-clericale gezindheid en ijdele heersch-
zucht. Een moeilijke arbeid wacht in Syrië.
Het is nu eenmaal gemakkelijker af te breken
dan op te bouwen.
De eerste stap echter is gezet op den nieu
wen weg door het heengaan van Generaal
Sarrail, wien zelfs zijn trouwste vrienden niet
den moed hebben langer te verdedigen.
Parijs, 4 November 1925.
Mr. P. v. S.
De Fransche financieele
voorstellen.
De financieele Kamercommissie heeft den
tekst der regeering aangenomen wat betreft
de aflossing der schatkistbiljetten over drie,
zes en tien jaar van 1923 en de betaling van
de interest van de bons der nationale verde
diging. De amortisatiekas zou een gedeelte
der eeuwigdurende rente kunnen terugkoo-
pen, waarvan de interest dan verder aan haar
ten goede zou komen.
Voorts keurde de commissie een nieuw
voorschot van 1 y2 milliard door <^e Banque
de France goed en aanvaardde in beginsel
de belasting op het bezit in het buitenland.
Het geheele ontwerp werd met 16 tegen 4
stemmen aangenomen. Om half vier 's mor
gens werd de zitting opgeheven.
De reis van de Jouvenel
naar Londen.
Volgens de „Times" wordt Henry de Jou
venel, de nieuwbenoemde hooge commis
saris van Frankrijk in Syrië, dien de Engel-
sche regeering heeft uitgenoodigd om naar
Londen te komen teneinde met Austen
Chamberlain en Amery, de Engelsche mi
nister van Buitenlandsche Zaken en Kolo
niën, den toestand in het naburig Oosten te
hespreken voor zoover deze de Britsche en
Fransche mandaten in Palestina en Syrië
betreft, daartoe deze week te Londen ver
wacht. Chamberlain zal te zijner eere een
diner aanrichten.
Léon Daudet veroordeeld.
Het Assisenhof heeft Léon Daudet we
gens laster tot vijf maanden gevangenisstraf
zonder uitstel en 500 francs boete veroor
deeld.
De gérant der „Action Franfaise" is tot
twee maanden gevangenisstraf zonder uit
stel en 500 f ancs boete veroordeeld.
Het Hof heeft 25.000 frcs. scnadevergoe-
ding aan den chauffeur Bajot toegekend.
Bijna twintig zittingen heeft het proces-
Daudet in beslag genomen zonder dat onom-
stootelijk is vastgesteld of de jeugdige Phi
lippe Daudet zelfmoord heeft gepleegd of in
een valstrik der politie is gelokt. De vervol
ging, welke de taxi-chauffeur Bajot, die Phi
lippe in zijn wagen vervoerde, tegen Léon
Daudet, die hem van valsche getuigenis had
beschuldigd, instelde, werd de aanleiding tot
dit rechtsgeding, hetwelk onder de sensa-
tioneele processen in Frankrijk een eerste
plaats inneemt. Een tragisch schouwspel
moet het zijn geweest Léon Daudet en zijn
echtgenoote met hardnekkige wanhoop strij
dend voor de nagedachtenis van' hun zoon,
maar tegelijkertijd een weerzinwekkend
schouwspel de vermen ing van het gezins
leven met de politiek.
Daudet is dus in het ongelijk gesteld
rechtens is uitgemaakt dat Philippe Daudet
zich zelf van het leven heeft beroofd, en hier
mede is de zaak juridisch voorloopig van de
baan. Bij den buitenstaander echter, die de
getuigenissen der laatste weken heeft ge
volgd, zal altoos twijfel blijven bestaan, om
dat, ofschoon de algemeene loop der gebeur
tenissen inderdaad op zelfmoord wijst, er
eenige bijkomstigheden zijn, welke in het
duister zijn gehuld gebleven, terwijl ze
misschien van groote beteekenis zijn.
Twee lezingen blijven thans tegenover el
kaar staan de eene, dat de jeugdige Philippe
een geëxalteerde knaap, het ouderlijk huis
was ontvlucht, zich onder de anarchisten
had begeven omdat hij tot het anarchisme was
bekeerd en eenige vooraanstaande staatslie
den, waaronder Poincaré en zijn eigen va
der, wilde dooden vervolgens door de poli
tiek werd gezocht en zicl^ door zelfmoord
aan de gevolgen wilde onttrekken (hij had
bovendien geld zijner ouders ontvreemd en
durfde niet thuis komen) de andere
(de lezing-Daudet), dat de knaap slechts tot
de anarchisten was toegetreden om te spion-
neeren en zijn vader alles over te vertellen
daarna door de politie bij den boekhandelaar
Le Flaoutter in een valstrik was gelokt, en
bij vergissing was doorgeschoten toen men
bemerkte dat hij de zoon van den royalis-
tischen leider was. zou de zaak zijn verzwe
gen en had men den dood voor zelfmoord
doen doorgaan.
Een ding is evenwel duidelijk geworden
de bijna waanzinnige haat van Léon Daudet
tegen zijn politieke tegenstanders, maar
vooral de ziekelijke overspanning der fami
lie Daudet, waarin krankzinnigheid en afwij
kingen op moreel gebied veelvuldig voorko
men. In zijn qerste huwelijk was Daudet
met een kleindochter van Victor Hugo ge
huwd. Twee zijner kinderen uit dezen echt
zijn geesteskrank de tegenwoordige echt
genoote van Daudet is een lid zijner familie.
Hoe zeer de erfelijkheidskwestie hen allen
bezighield, blijkt uit het feit dat Alphonso
Daudet haar in zijn tooneelstuk 1'Obstacle
en Léon haar in zijn Heredo heeft behan
deld.
Uit dit millieu was de arme Phillippe
voortgekomen.
De Fransche bladen melden, dat Léoh
Daudet heeft besloten cassatie aan te teeke
nen tegen het vonnis van het Assisenhof.
Een aanslag op een Iersch
monument.
In de Westelijke buitenwijken van Cork
is Zaterdagavond een bomaanslag gepleegd
op het monument dat werd opgericht voor
Munstersche'soldaten, die in den Zuid-Afri-
kaanschen oorlog sneuvelden. De aange
richte schade bleef echter tot een minimum
beperkt.
Een soortgelijke aanslag had plaats in he
jaar 1919, toen een deel van het „Keltische
Kruis" in de lucht vloog.
De burger
oorlog in
China
Een afdeeling
troepen uit Sjan-
toeng is aan het
muiten geslagen en
heeft een aanval
gedaan in de ach
terhoede van een
brigade Witte Rus
sen, terwijl dezen
bezig waren met
een poging om den
opmarsch van Woe
Pei Foe's troepen
tegen te houden.
Het meerendeel van
de drie duizend
Russische huurlin
gen, met inbegrip
van een pants er-
.wagenbezetting
werd gedood. De
gewonden zijn zon
der medische hulp
en wachten op de
aankomst van bui
tenlandsche dokters
uit Tientsin, die
met groote onver
schrokkenheid in
het gevechtgebied
zijn doorgedron
gen.
De „Popoio"
verschijnt
niet meer.
De „Popoio," het
orgaan der katho
lieke Volkspartij,
deelt mede, dat het
ten gevolge van de
dagelijksche inbe
slagnemingen,
waarvan het in de
laatste dagen het
lachtoffer is, uit
zich zelf zijn pu
blicatie staakt.
De ramp van de M I.
Aanstaande Donderdagmorgen zal er op
zee, ongeveer op de plaats waar de duikboot
M I verdween, een rouwdienst plaats heb
ben, waaraan een aantal duikbooten zal deel
nemen. De schepen zullen bijeen komen op
een bepaalde plaats in het Kanaal en van
daar vertrekken naar de plek, waar de M. I.
in de golven verdween. De dienst zal wor
den geleid door een geestelijke. Een krans
zal in zee worden geworpen en de gebruike
lijke saluutschoten zullen worden afgevuurd.
Verdere nasporingen naar de vermiste
duikboot M. 1 hebben uitgewezen, dat op
den bodem der zee, waar het schip verdween,
vijf afzonderlijke wrakken liggen. Het wordt
waarschijnlijk geacht, dat één van deze
wrakken de M. 1 is. De zee is op deze plaats
35 a 40 vadem diep, zoodat de bodem niet,
met een gewoon duikapparaat kan worden
bereikt. Van Duitsche zijde is echter de hulp
aangeboden van een speciaal toestel, dat tot
op groote diepte kan komen. Dit apparaat
is door de „Wolfhound," een der snelst-
varende destroyers, van Wilhelmshafen ge
haald. Wanneer de omstandigheden van daag
en volgende dagen gunstig zijn, zullen Duit
sche duikers, die met het apparaat op de
hoogte zijn, naar elk der vijf wrakken af
dalen.
De strijd in Libanon tus-
schen vrijwilligers en re
bellen.
De „Chicago Tribune" meldt, dat de Chris
telijke vrijwilligers in Libanon, wier aantal
thans 5000 man zouden omvatten, de ruïnes
van Kaukaba hebben bezet. Zij stieten bij
Hasbava op den vijand, wierpen hem uit de
versterkingen en drongen hem in de richting
van Hermon terug. De vrijwilligers hebben
Libanon van alle indringers gezuiverd, die
zich in de bergen terugtrekken. De regeering
van Libanon heeft tal van geweren verstrekt
aan de door de rebellen bedreigde dorpen.
Kolonel Andrea, die in Deraa het bevel
voerde, onderhandelt met de Droezen over
vrede.
De verkiezingen voor de
Perzische Constitueeren-
de Vergadering.
Het „Journal" verneemt uit Teheran,
dat de verkiezingen voor de Constitueerende
Vergadering zonder incidenten hebben plaats
gehad. Alle provincies hebben zich uitge
sproken voor de troonbestijging van Riza
Khan.
De parlementsverkiezin
gen in Australië.
Tot nogtoe zijn de volgende uitslagen van
de Australische verkiezingen voor het Huis
van Afgevaardigden bekend de regeering
48 Zetels, arbeiders 27 zetels. Verwacht
wordt dat de regeering (ook) een meerder
heid in den Senaat zal verkrijgen. Bruce, de
premier, verklaarde dat het volk zich bij de
verkiezingen ten gunste van wet en orde had
uitgesproken. Bruce werd met een groote
meerderheid van stemmen verkozen.
MAARSCHALK PéTAIN.
Volgens het „Journal" zou maarschalk
Pétain voornemens zijn binnenkort als vice-
president van den Oppersten Oorlogsraad
af te treden en door generaal Guillaumdt
worden vervangen. Generaal Guillaumat
zou dan tevens den titel van chef van den ge-
neralen staf van het leger krijgen, een post,
die Joffre in 191^ bekleedde.
BRAND IN EEN ONDERZEEER.
Bij het laden van electrische accumulato
ren is eergisteren in den onderzeeër „Né-
réide", die op de reede van Toulon ligt, een
ontploffing ontstaan, waardoor een vrij he
vige brand uitbrak. Een kwartiermeester
kwam in de vlammen om, een andere Werd
gewond.
DE BEIDE DUITSCHE
PARTIJDAGEN.
Het rijksbestuur van het centrum,
X
SCHANS
SHENS
NANL-i, KIANGSI
KWEITSCHOU
iFUKI
unnanfu
KWANGSl
ANGTUN
KAA/rOU
TONGKIN
1000 Km.
s«mrnmm
als inleiding tot den partijdag te Kassei bij
een kwani, heeft het besluit van den rijks
dagfractie, nl. dat voorloopig aan een samen
werking met de D.-nationalen in de regee-
ring onmogelijk is, goedgekeurd en heeft als
eisch voor de vorming der regeering de
groote coalitie gesteld.
De D.-nationale partijvertegenwoordigers
hebben een resolutie aangenomen, welke
zich keert tegen het verdrag van Locarno
en de houding der leiders goedkeurt.
DE BROODPRIJS IN LONDEN.
Er dreigt een nieuw conflict tusschen de
bakkers te Londen en den Voedselraad.
Eerstgenoemden Ijebben hun voornemen
aangekondigd om, in vérband met de stij
ging van de meelprijzen tot 45 shilling per
zak, den prijs van het brood met ingang van
gisteren te verhoogen tot 9)4 pence. De
Voedselraad is van meening, dat deze prijs
niet gerechtvaardigd is.. Hij wordt in deze
meening gesteund door het feit, dat vele
groote bakkers te Londen hun brood plegen
te verkoopen tegen een lageren prijs dan
officieel door de bakkerspatroons vastge
steld.
BRAND IN EEN HOUTSTAPEL
PLAATS.
In Prince Rupert (Britsch-Columbië), is
Zaterdagavond een hoeveelheid van negen
millioen kubieken voet timmerhout, het
eigendom van de Prince Rupert Struce
Mills, door brand vernield. De schade wordt
op 600.000 dollars geschat.
DE KONING VAN SIAM ZIEK.
De koning van Siam lijdt aan een acute
maagbntsteking en ingewandskoliek. Uit een
eerst gepubliceerd bericht bleek dat de ver
giftigingsverschijnselen vermeerderden, doch
een later gepubliceerd bulletin zegt, dat zijn
toestand eenigszins verbetert.
MIJNONTPLOFFING.
Ten gevolge van een ontploffing in een
nieuwe kolenmijnschacht bij Drumheller
?ijn drie personen gedood en ten minste drie
ernstig gewond.
EEN BOTSING TUSSCHEN EEN AUTO
EN EEN MENSCHENMENIGTE.
Een automobiel, die met een vaart van
zeventig km in het uur reed kwam te New
castle (Australië) in een menigte terecht, met
het gevolg dat één persoon werd gedood en
vijfentwintig werden gewond, van wie negen
ernstig.
Naar wij vernemen, is in Amsterdam voor
30 nieuwe kiosken', door Publieke Werken
aldaar te bouwen, een bedrag van 75000
beschikbaar gesteld. Per slot van rekening
worden er maar 25 gebouwd.
Tien exemplaren worden vervaardigd naar
het ontwerp van den architect Jan de Meijer
en vijftien stuks zijn ontworpen door den
heer N. Lansdorp architect bij de afd. Ge
bouwen van den dienst P. W.
De arbiedsinspectie heeft vervolgens haar
goedkeuring aan de indeeling der nieuwe ge
bouwtjes gehecht terwijl het bureau Ver
keerswezen met de punten van plaatsing
acoord gaat.
Zoo komt er één op het Muntplein, aan de
zijde van den Binnen-Amstel. Twee zullen er
verrijzen op den Dam tegen het plantsoen
aan. Verder een op het Frederiksplein, op
het Leidscheplein, Haarlemmerplein. J. D
Meyerplein. Niêuwmarkt, Westermarkt Dam
rak. Spui bij den N. Z. Voorburgwal, Amstel-
dijk bij de Nieuwe brug, Mauritskade bij de
Commelinstraat Keizersgracht bij de
Utrechtschestraat, Marnixstraat bij de Ro
zengracht, Singel bij den Haarlemmersluis
Prins Hendrikkade bij het Damrak, Amstel-
veenscheweg bij de Zeilstraat, Sarphatipark
bij de Van der Helststraat Van Baerlestraat
bij de P. Potterstraat, S'adhoude'skade in het
Leidsche boschje, Singel bij het Koningsplein,
Linnaeusstraat bii de Pretoriusstraat, in het
plantsoen bij de Rotterdammerbrug en ten
slottenog een aan den Buiksloterwag bij de
autostandplaats.
Bovendien wordt op het Wesperplein een
kiosk gebouwd in combinatie met het tram
huisje aldaar. Dat is dus eigenlijk de 26ste,
zoo men wil
De gebouwtjes welke door architect Lans
dorp zijn ontworpen, verkrijgen een lengte
van 2.30 M. bij een breedte van 1.75 en een
grootste hoogte van 3 meter.
In de voorruimte bevindt zich 'n publieke
telefooncel. Ook is gezorgd voor 'n privaat
gelegenheid voor het personeel. De rest van
de ruimte is de eigenlijke verkoopruimte, die
electrisch zal worden verwarmd.
Alle vakken, onder en boven de verkoop-
ramen, zijn voor lichtreclame benut en wor
den door het gemeentelijk reclamebureau ge
ëxploiteerd, gelijk thans overal langs den
weg verschenen .tramhalte-reclamezuilen."
Hoogstwaarschijnlijk zal de wijzerplaat van
het uurwerk in de kiosken eveneens worden
verlicht.
De kiosken van Jan de Meijer hebben ver
der een afmeting van 2.30X2 M. bij 'n hoog
te van 3.30 M. en geheel dezelfde indeeling.
Alleen is de verkoopruimte mer rond, in den
vorm van een halven zestien-hoek.
In den loop der volgende maand zal de
hoofdstad haar nieuwste monumentaliteit, in
den vorm dezer 25, aesthetisch verzorgd»
kiosken rijker zijn.
Op de desbetreffende vragen van het
Eerste-Kamerlid Polak, heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
geantwoord, dat het niet bekend is, dat in
ons land nog kievitten worden gevangen en
gedood, nóch dat er houders zijn van, door
burgemeester daartoe afgegeven vergun
ningen.
De Minister acht den kievit een nuttigen
vogel, welks bescherming zooveel mogelijk
dient te worden bevorderd. Indien hem als
nog mocht blijken, dat op bepaalde plaatsen
of in bepaalde streken, kievitten worden ge
vangen, gedood, vervoerd en uitgevoerd,
of dat er gegrond vermoeden aanwezig is, dat
zulks op bepaald? pla?fsen geschiedt, dan is
hij bereid, bij zijn amb'.genooten van Justi
tie en van financiën aan te dringen op ver
scherping van toezicht op die plaatsen.
8
Hij bracht ziin glas aan den mond en. lang
zaam herhaaldelijk dralend, als met 'n eer
biedige vrees, eerbiedig, de oogen half ge
sloten om door niets van buiten afgeleid te
worden, slurpte hij het heerlijke vocht op,
deed het stroomen op zijn tong, genoot het
met al zijn zinnen, met zijn lippen, met zijn
keel. met geheel ziin lichaam
Hij zette het ledige glas weer op tafel.
Toen schudde hij ziin hoofd en zag den pas
toor aan met een uitdrukking, die vóórdat
hij gesproken had. zijn gedachten reeds
openbaarde:
„Men zal niet veel zulke vinden!"
„Vast niet," beaamde pastoor Callot.
„Maar toch mijnheer pastoor, heb ik in
mijn kelder nog enkele flesschen van 1884,
die nog beter zijn."
„Zoo, zoo. U bent een kenner!"
„Zeker Maar ik bewaar ze voor het hu
welijksfeest van miiri Lucien."
Toen het gesprek dien kant wa? uitge
gaan. vras de wethouder vooreerst nog niet
klaar. Hij herinnerde aan de goede en slechte
oogsten, aan de jaren die sinds meer dan
een halve eeuw <je wijnkelders en de beur
zen gevuld of geledigd hadden, klaagde over
verschillende ziekten van het gewas, het
mildew en de paddenstoelplaag, die vroeger
onbekend waren. Hij roemde 't klimaat van
Seinte-Marie, van Roche, van Larré en Lon-
gues Allées.
De pastoor luisterde aandachtig, nu en
dan bevestigend knikkend. Eindelijk stond
hij op om heen te gaan.
(lertrand bracht nu weer het gesprek op
Marie en daar hij alle wantrouwen vergeten
had en in opgeruimde stemming verkeerde,
vroeg hij op den man af:
„Zoudt u de kleine niet eens kunnen aan
spreken over hetgeen ik u gezegd heb?
Misschien dat zij naar u luistert."
„Als u dat goedvirdt, wil ik het gaarne
doen,"
„Best."
„Dat is dus afgesproken. Tot ziens. Mijn
hartclijken dank; uw wijn was uitstekend.
Men drinkt niet iederen dag zoo'n voortref
felijke kwaliteit."
„Zeker, zeker. De reparatie aan de kerk
kemt in orde. 't Is beslist noodig, dat dat
gedeelte van het dak vernieuwd wordt. Het
zal me een groot genoegen zijn. u nogmaals
te ontvangen."
„Ja, en als ik nog eens vaorbii kom, zal ik
niet vergeten aan te komen."
En na elkaar hartelijk de hand gedrukt te
hebben, namen de priester en de boer van
elkaar afscheid.
Op den drempel van zijn huis zag Ber-
trand den bezoeker zich verwijderen, en
dacht bij zich zeiven:
„Een flinke man. niet trotsch en met een
helderen kop. 't Is jammer, dat de buurlui
lachen met degenen, die al te druk met 'm
omgaan.
In nijdig humeur, pruttelend ging Anna
Babin, gestoord door het belgerinkel, over
het grint van de binnenplaats; toen zij de
poort geopend had verlichtte een glimlach
haar gerimpeld gelaat en de verwelkoming
was allerhartelijkst.
De kleine Marie Picot bracht in naam van
haar oom, prachtige peren, netjes gerang
schikt op den bodem van een mandie.
„Dank je, beste meid. Dank je. Je bent
heel lief. Wat zal mijnheer pastoor blij
zijn Kom binnen.
Anna Babin droeg, evenals vele oudé vrij
sters, onder haar ruwe huid een hart vol
schatten van teederheid. De zedelijke vereen
zaming, waarin zij verkeerde door het gemis
aan vriendinnen, de onverschillige koudheid
en soms de beleedigende glimlach, waarmee
men haar bejegende familie-oneenigheden,
en, nog dieper in het verleden, een wond, die
in haar ziel nooit genezen was, en waar
tegen zij, als eecig geneesmiddel, had aan
gewend een buitensporige godsdienstigheid
en een strenge deugd, verklaarden op vol
doende wijze haar onvriendelijke manieren.
Zij hield niet van de menschen, waarover zij
zich, naar hare meening, voortdurend be
klagen moest. Zij minachtte ze en liet dat
ook merken. Toch was zij hartelijk én zou
nooit een stuk brood aan een arme weige
ren; maar zij zou ook niemand, wie het ook
was, een nijdig woord sparen, als de ge
legenheidzich daartoe aanbood. Zelfs pas
toor Callot was niet beschermd voor haar
lastig humeqr.
Toch had Anna op hem overgedragen al
de schatten harer genegenheid en zij deelde
die uit in den vorm van een eigenzinnige,
lastige toewijding, een schijnbaar gedwongen
toewijding, ma&r die toch zoo waar was,
zoo getrouw als van een Newfoundlander,
die zijn tanden toont, maar ook weet le
sterver
Wat haar aan teederheid restte, deelde zij
uit onder eenige kinderen, om het weer
terug te trekken als zij grooter werden, ten
einde jongeren ervan te laten genieten.
Onder die bevoorrechten had Marie Picot,
het zachte, vreesachtige, neerslachtige meisje
baar altijd^ een bijzondere belangstelling in
geboezemd. die na den dood van Gertrude
veranderd was in een innige aanhankelijk
heid, waarvan sinds dien tijd het eigenaar
dige was, dat zij zich openbaarde in ;en on
overwinnelijke jaloerschheid.
Evenals zij zooveel mogelijk de baas wilde
spelen over den pastoor, zoo wilde zij ook
de plaats vervangen van al degenen, die, op
welke wijze ook, met het meisje in gewonen
omgang verkeerden. Haar gehechtheid aan
Marie was daarom onmiddellijk gevolgd
door afgunst tegen den wethouder en voor
al tegen Lucien.
Daarom waren, bij het gezicht der prach
tige peren, welke Bertrand Dollet gezonden
had, alle dankbetuigingen gericht tot bet
meisje.
Weldra werd Marie bij den eerbiedwaar-
digen herder binnengeleid. En pastoor Cal
lot bewonderde de prachtige peren en zond
daarna zijn dienstmeid h.een. Zij verwijderde
zich. duidelijk haar tegenzin latende blijken.
De pastoor legde zijn hand op het hoofd van
het meisje en zijn doordringende blikken
richtend op de grijze oogen van de weeze,
zeide hij:
„Kind, ik ben wat ongerust over ie"
En toen een ongeveinsde verrassing zicht
baar werd op het gelaat van Marie, ging hij
voort, na een minuut stilzwijgen, ernstig en
plechtig:
„Ik weet niet, of ie moeder tevreden over
je zou zijn."
De verrassing op haar straks i">g zoo
vroolijk. lachend gelaat, maakte onmiddellijk
plaats voor een angstige ontroering. En de
priester las daarin zulk een droefheid, dat
hij zich schaamde het onschuldige kind zóó
te hebben doen lijden. Toch veroorloofde
zijn plicht hem niet te zwijgen. In het belang
van Marie moest hij spreken.
„Waarom heb ie omgang gezocht met den
kleinen Italiaan?"
Onmiddellijk ondervond de kleine als 't
ware een ontspanning harer zennuwen. O,
als 't daar alleen om ging, dan kon zij rustig
zijn; zij was zich overtuigd geen kwaad ge
daan te hebber en haar moeder zou niet
boos op haar geweest zijn. Mijnheer pastoor
was zeker in dwaling gebracht door beden
met slechte bedoelingen, misschien wel dooi
haar oom. Haar gelaat kreeg haar kalmte
weer terug.
Toch ging pastoor Callot, wien de veran
dering niet ontgaan was. voort op zifh zach-
ten welwillenden toon.
„Heb ie misschien niet gedacht aan de na
doelen, die uit ziin omgang voort kunnen ko
men? Niemand kent hem in het gebeele land
en hij kan allerlei ondeugden hebben. In
ieder geval, hij heeft geen godsdienstige ge
voelens, hij komt niet naar de H. Mis, hij
heeft zijn eerste H. Communie niet gedaan
en misschien bidt hij nooit tot Onzen Lieven
Heer. Ik weet zeker, dat ie daar niet alle
maal over nagedacht hebt."
Elk woord had Marie pünlijk getroffen. Ze
bewaarde een oogenblik het stilzwijgen, ge
heel in de war, toen antwoordde zij kalm:
,,'t Is waar. Daaraan heb ik nooit gedacht-
Maar ik verzeker u. Frans heeft geen on
deugden; wij fcebben nooit iets kwaads ge
zegd of gedaan: hij is aardig en hij is o»r
gelukkig, hij lijdten
„En?"
Zij boog haar hoofd en lispelde:
,Jk ook."
(Wordt vervolgd.)