Verkeersongevallen. Radio-omroep. Eerste Lustrum „Voor Eer en Deugd". Verkiezing Kamer v. Koophandel UIT DEN OMTREK. LANDB. EN VISSCHERIJ DE ONBEWAAKTE OVER WEGEN. HILLEGOM. HALFWEG ZANDVOORT. Bolleninvoer in de Vereen. St. Wisselkoersen en koersen van Bankpapier. In gebouw „St. Bavo" werd heden het eers'.e lustrum gevierd van den Diocesanen Bend van „Voor Eer -en Deugd" in het Bis dom Haarlem. Om 8 uur hedenmorgen werd een stille H. Mis gelezen in de St. Josephkerk, waar onder algemeene H. Communie der leden plaats vond. Om half 11 ving de huishoudelijke ver gadering voor mannen- en vrouwenafdee- lingen in gebouw „St. Bavo" aan, onder leiding van mr. Joh. Hermans. Na afhandeling der huishoudelijke zaken, hield rector Verhoek*, uit Helmond, een inleiding over het onderwerp: „Hoe kan „Voor Eer en Deugd" practisch werken?" Hoe kan V, E. os D. praktisch werken, ook op kleinere plaatsen. Spreker vangt zijne rede aan, met de ge- lukwenschen over te brengen van den Bos- schèn Dioc. Bond van V. E. en D., bij ge legenheid van het eerste lustrum van den Haarlemschen Dioc. Bond. Spreker hoopt, dat de buitengewoon goede verstandhouding en de nauwe samenwerking welke tot nu toe tusschen beide bonden bestaan heeft, •teeds bestendigd moge blijven en zoo mo gelijk nog moge worden, versterkt: dit kan niet anders dan onze beide bonden en daar mede het heerlijk doel, dat zij beoogen ten goede komen. Gaarne heeit spreker gehoor gegeven aan bet verzoek van het Diocesane Be stuur om op deze vergadering een beknopt antwoord te geven op de vraag: hoe kan V. E. en D. praktisch werken (fok op de kleinere plaatsec. Zulk een uiteen zetting is zeer nuttig, waöt juist de onbe kendheid roet de wiize waarop V. E .en D. ook op kleinere plaatsen praktisch kan werken is oorzaak, dat er nog niet meer afdeelingen van V. E. en D. zijn opgericht, en dat zoovele afdeelingen een kwijnend be staan leiden en haast levend dood zijn. Willen we spreken over de werkwijze, het nut en de noodzakelijkheid van V, E, en D„ dsn moeten we ons niet blind staren op de afdeeling als zoodanig, maar dan moeten wij 't oog gevestigd houden op ge heel de organisatie van V. E, en D, Dat wordt door al te velen over 't hoofd ge zien. Willen we de werkwijze van V. E. en D. leeren kennen, dan moeten we eerst tot het doel komen, waarop die werkwijze gericht moet zijn. Dat doel is: le „Heiliging der leden en versterking van hun wil in het trouw nakomen dér verplichtingen, die God in zake van reinheid aan ieder volgens zijn levensstaat heeft opgelegd." Dit doel, ik geef het direct volmondig toe. kan ook wor den bereikt en moet worden nagestreefd door andere vereenigingen, maar ik zeg ook, dat de bereiking van dit doel absoluut ze ker wordt, wanneer de statuten van V. E. er. D, goed worden nageleefd en dus, zegt ik ook, dat V. E. en D. ook ter bereiking van dit doel minstens uiterst nuttig is. Maar het 2de doel is: „Bevordering der reinheid van zeden en bestrijding der onze delijkheid, zoowel in de geheele samenleving In het algemeen, als meer In het bijzonder in ieders kring van huisgenooien, medewer kenden, of ondergeschikten." En tot berei king van dit doel is V. E. en D. deels ab soluut noodzakelijk, deels uitermate nuttig. De ondervinding heeft die noodzakelijk heid al meer dan voldoende aangetoand. Voor ieder speciaal doel worden speciale organisaties opgericht. Eén vereeniging kan niet alles doen, niet alles behartigen en zal zeker niet alles goed behartigen. Wc moeten des noods van onze tegenstanders leeren. Als iets zich gemakkelijk verbreid: dan is het toch wel het kwaad. De mensch is van nature tot het kwade geneigd. En des niettegenstaande sluiten onze tegenstan ders zich aaneen, om het kwaad, dat zich zelve zoo gemakkelijk verbreid, toch nog meer ingang te doen vinden. En dan wijst spreker als voorbeeld op den N. Maltn bond. Welnu, wat zij doen om 't kwaad te verspreider, dat moeten wij toch zeker doen om 't goede te bevorderen. Bij 't bespreken der werkzaamheid van V. E. en D. moeten we goed onthouden: le dat het groote werk moet uitgaan en ook van niemand anders kan uitgaan, dan van 't Hoofdbestuur en 2e, dat heel veel werk en heel veel successen onbekend blijven en uit den aard der zaak onbekend moeten blijven. Hoe nu kan 't Hoofdbestuur werken? Dit kan het doen, le: Door bij de Over heid te ageeren; 2c Door de publieke opinie te bewerken. Maar dan zult u 't, toch wel met mij eens rim, dat 't Hoofdbestuur met veel succes zal kunnen optreden bij de overheid, dat aan hare rekwesten en verzoekschriften veel meer kracht zal worden bijgezet, wan neer het kan optreden namens idem zooveel afdeelingen, met idem zooveel duizenden leden. Dat is dus al een voorname reden om zooveel mogelijk afdeelingen op te rich ten. Maar er is nog meer. Het bewerken der publieke opinie door 't uitgeven van tijdschriften, vliegende blaadjes, 't beschik baar stellen van propagandamateriaal, 't houden van vergaderingen etc., etc. Kost geld. veel geld. Maar waar moet op den duur al 't geld vandaan komen als er geen afdeelingen zijn. En in dit verband brengt spreker hier hulde en dank aan 't Door luchtig Episcopaat, dat reeds eenmaal den Bond van den financieelen ondergang gered heeft, door het toestaan van eèn open schaal collecte in alle kerken des lands, welke collecte de kapitale som van ruim 35.000 heeft opgebracht. Hulde en dank ook aan de 2 Noordelijke Bisdommen Haar lem en Utrecht, die 2/3 van die 35.000 voor hun rekening namen. Die collecte was 'n prachtige uitkomst. Maar zoo kan het toch niet blijven duren. We moeten 'n vaste linancieele basis zien te krijgen en die is al leen te krijgen uit vaste inkomsten, dus door uitbreiding van het aantal afdeelingen. ook dus op kleinere plaatsen. Al deed 'n af deeling op 'n kleine plaats niets anders dan contributie betalen..., dan deed ze al heel veel ook in haar eigen belang. Wart daardoor kan de onzedigheid bestreden worden op de grootere plaafsen, en door die bestrijding beveiligen de kleine plaatsen zich zeiven, want van uit de groo tere plaatsen, die we de centrales der openbare onzedelijkheid kunnen noemen, komt de stroom der onzedelijkheid door de gemakkelijke communicafiemiddelen van zelf naar onze dorpen. Maar 'n afdeeling van V. E. en D. kan ook op kleinere plaat sen o zoo nuttig werken. Zoo heel dikwijls zou zoon afdeeling niet behoeven te vergaderen, of zou desnoods kunnen worden volstaan met een vergade ring buiten de kerk en een n.l. op of om streeks 8 December in de kerk, waarop dan de plechtige toewijding der leden aan de Onbevl, Ontvangenis plaats heeft. Ver, der moet V. E. en D. vooral op kleinere plaatsen samenwerking zoeken met andere organisaties, bijzonder met de standsorga nisaties en de drankbestrijdersvereenigin- gen. Daardoor worden de onkosten aan die vergaderingen verbonden ook belangrijk verminderd. Ze kan werken door verspreir ding van goede lectuur, en door bestrijding der neutrale of slechte pers. Men kan daar voor 'n speciale propagandaclub oprichten. 1 Persgevaar dreigt overal. V. E. en D. kan ook op kleinere plaatsen actief zijn door 't bevorderen van 't goede tooneel. Oprichten van tooneelvereeniging, bevordering van goede uitvoeringen. Door vooral bij gelegenheid van kennis 'n oogje ia 't zeil te houden op kermisvermakelijk heden en andere misbruiken! door 't ver spreiden van propaganda-lectuur, vooral van 't maandblad Volksadel; door te zor gen dat in fabrieken, werkplaatsen en ca- fé's de gekende wandplaten worden opge hangen tegen de slechte gesprekken; door goede volkszang te bevorderen, door nu en dan op vergaderingen het goede lied te propageeren door 't zingen van liedjes uit de Leeuwerik; door ageeren tegen speci ale dorpsche mistoestanden. Haast elk dorp beeit z'n eigenaardige gebruiken, die bcel vaak misbruiken worden. Tegen die mis bruiken kan niet of niet voldoende vaak worden opgetreden vanaf den kansel. Dan zijn er te veel ooren die luitseren. Maar wel kan daartegen worden opgetreden op zoogenaamde oudersavonden. Daar kan men 't kind bij zijn naam noemen. En daarom ook is een der groote middelen die V. E. en D. ook op kleinere plaatsen gebruiken moet: het houden van oudersavonden. En ten slotte de gebedsactie. Vooral bij de bestrijding der onzedelijkheid is 't waar: aan Gods zegen is alles gelegen. Zonder God kunnen we niets. Daarom zou ik de afdeelingen op kleinere plaatsen ook wil len aanraden het voorbeeld van zoovele grootere plaatsen te volgen door 't instel len van het Heilig uur, om zoo den zegen van God over onze actie af te smeeken. Spreker is overtuigd onvolledig te zijn geweest in zijn inleiding, doch hij hoopt, dat de gedachtenwisseling naar aanleiding .van zijne uiteenzetting zijne onvolledigheid zal aanvullen. Daarna ontstond eenige gedachtenwisse- Lng, waarna gepauzeerd werd. Om 3 uur begon de algemeene vergade ring, waarin de feestrede gehouden werd door den Hoogeerw. Heer Plebaan L. A. A. M. Westerwcudt. De alleroverheerschende, de meest ken merkende karaktertrek der vereeniging, wier eerste lustrum ons hier in dankbare stemming bijeengebracht, is hare „strijdvaardigheid", aldus spr. Reeds de korte, kernachtige titel welke zij voert, het kondigt een besliste „Voor Eer en Deugdl" Klinkt als een waarschuwende krijgsroep, als een strijdkreet vol onverzoen lijkheid. Gij Wereld, met al uw schijn en bedrog, met uw list en verleiding, met al uw zonden en schande, gij moet het weten: hier staat vijandig tegenover u een breede groep van Roomsche mannen en vrouwen, die van geen loven èn bieden, van geen aarzelen en wijfelen willen weten, wier keuze onher roepelijk vast staat. Zij willen -veren, strij den, sterven als 't moet voor de eer van Christus' Naam, voor de deugd door Hem in woord en in voorbeeld gepredikt. Als een onheilzware nacht heeft het Neo- papanisme, het moderne heidendom onzer da gen het koesterend licht van Christus' leer en leven verduisterd. Al dieper en dieper jaagt het de arme menschheid voort in de sombere schaduwen waarmede stuitende god loochening en onbeschaamde tuchteloosheid de aarde overdekken. Welnu, te midden van zulk een wereld, die zich steeds verder van den Christus verwij dert. wil deze vereeniging de menschen her inneren, hoe zij niet van deze wereld zijn, maar zoeken moeten wat omhoog is. Vóór alles wil zij er voor werken dat, bij de ongezonde atmosfeer dezer tijden, althans in het mystieke lichaam van den Christus, d.i. onder de kinderen Zijner Kerk, de volle frischueid blijve van een eenzaam en een deugdzaam levenS Totale afkeer van Gods zedenwet buiten Roonjschen kring, een verslapping van den goeden, reinen geest ook onder eigen volk, is het dubbel kwaad waartegen zij zich tep strijde heeft aangegard en in aaneenge&loteO formatie haar heiligste krachten te weef stelt. H, en D. edel is Uw krijgsplan! Maar wilt gij overwinnen, dan moet gij durven tegen over de wereld, dan moet uw durven worden lot heldenmoed tegenover u zelf. Tweevou dig immers is het beginsel, dat gij in uw« vaandels hebt hoog te dragen, een beginsel van scheiding tusschen wat goed en kwaad is om u heen en een beginsel van nimmer rustende volmaking in eigen zieleleven. 1) Vooreerst uw beginsel zij een beginsel van scheiding d.w.z. met onverbiddelijke ge- strijgheid moet gij in alles weten te splitsen tusschen het goede en kwade waaronder gij hebt te leven. Het eerbare en deugdzame stellend in het volle licht, moet gij zonder mededoogen wat eerloos is en zondig als zoo danig brandmerken en tót schande maken, 2) En is eenmaal die splitsing door u vol trokken, dan moet gij het goede in eigen praktisch leven aanvaarden niet alleen, maar het doen uitgroeien tot heldhaftige deugd. Vraagt nu die splitsing, uwen durf 'tegen over het oordeel der wereld, de beleving van het goede in uw persoonlijk doen en laten vraagt heldenmoed tegenover eigen zwak heid. Vergun mij, dat ik u deze punten in een kort woord naderu iteenzet: Voor eerstd an. gij moet scheiden tusschen goed en kwaad met onverbiddelijke gestreng, heid. In den beginqe schiep God hemel en aarde. Doch dé aarde was woest en ledig; duisternis lag over den afgrond, toidat God sprak: „Het worde licht!" en het werd licht. En Hij scheidde, zoo zegt de H. Schrift, het licht van den duister. En Hij noemde het licht den dag en nacht de duisternis. En God ging verder „et divisit agnas quae eraut sut firmamento ab lis quae eraut super firmamenium" d.i. Hij scheidde opnieuw, nu de Wateren onder het uitspansel van de wateren daarboven. En de laatste noemde Hij hemel. En weer sprak de Heer „appareat arida" het droge kome te voorschijn. En het ge schiedde alzoo en het droge noemde Hij aarde en het verzamelde water der Zee. En als Hij het alles gesplitst had en ge scheiden, in dag en nacht, in hemel en diep te, in aarde en zee, dan maar ook dan eerst, schiep Zijn almacht beneden het gras en de kruiden, de boomen en het groenend gewas, de Zon „ut praeëssy diei" om den dag te beheerschen en de Maan en de Sterren en het levend* gedierte naar zijn soort en ein delijk den menscb naar Zijn eigen beeld en gelijkenis. Zoo was het heerlijk Godswerk in den be ginne. Eerst de scheiding en daarna de ver- stering en vervolmaking. Was de schep ping zelf in een oogwenk volbracht, ae scheiding vroeg ruimte van tijd, totdat einde lijk gevolgd is de voltooiing, de voltooiing met het „crescite et multiplicaminis", „Wast aan en vermenigvuldig U", het woord dat zal doorwerken tot aan den laatsten dag. Wie onzer zal zeggen wat woelingen en storifien voor dat alles zijn noodig geweest, met wat geweldige orkanen en verschrikkin gen die scheiding vooral gepaard ging. Wie ooit in verbijstering opzag naar de gladgeschuurde rotswanden en gespleten gra nietmuren in het majestueuze Alpengebied, naar de overland en zeeën vooruitgescho ven bergruggen, wie zijn weg koos te mid den der vaneengescheurde basaltlagen van het machtig hooggebergte, bij heeft althans eenige bladzijden gelezen van dat geweldig Epas, door Gods eien viners geschreven in den oertijd van 's werelds ontstaan. Maar nog mateloos ver staat ook hij van de werkelijkheid en zal zich uit die enkele fragmenten nimmer het juiste beeld kunnen vormen van al het geweldige dat ligt opge sloten in het korte woord, waarmee wij zelfs enze kleinen leeren God te prijzen als den Schepper van hemel en aarde. En toch, m.h. en d., dat eerste en ano machtige werk, eens door onzen Schepper volbracht, is en zal immer blijven een beeld van wat ook ons te doen staat. Gelijk Hij de scheiding voltrok tusschen licht en duistear, tusschen firmament en diepten, tusschen warmte en koude, tusschen het vruchtbaar land en de woelige wateren rondom, om eerst daarna het maaksel Zij ner handen te votooien en op te sieren in een altoos breeder uitgroeiende pracht, zoo ook past het den mensch, die naar Gods beeld is geschapen, eerst het goede te zui veren van allen vijandi£en invloed, om het daarna in rusteloozen arbeid op te voeren tot hooger en hooger volmaaktheid, lo) 't Is dan ook bij den aanvang reeds van het leven, dat wij den pasgeboren mensch aan dien plichtz ien voldoen. De indompeling in de Doopvont heeft geen anderen zin, dan dat wij in het water de zonden en alle gehechtheid aan de zonden begraven. Als een doode wordt de „oude mensch" in dat water als in een graf begraven en het op klimmen uit de doopvont is als de geboorte van den „nieuwen mensch", herboren uit de kracht van den H. Geest. De dag van het H. Doopsel is voor ons allen de groote dag der scheiding, der splitsing tusschen oged en kwaad. Versierd met de genade, als grondbeginsel van éen heilig leven, komt de ziel van den gedoopten Christen in het voetspoor gtereden van Christus, van Hem, die, na overwinning van zonde en dood, glorievol verrees uit zijn graf om nog slechts te leven een goddelijk leven. „Allen wer den wij, zegt Paulus, begraven met Chris tus door het Doopsel, in vereeniging met Zijnen dood, opdat gelijk Christus van de dooden opstond door de glorierijke macht Zijns Vaders, ook wij in 't vervolg in nieuw heid van leven zouden wandelen." Rome VI, 3-31. „Mars et vita duella conflizere mirandi". Een wonderbare strijd, zoo zingt de kerk op den Paaschdag, tusschen den dood en het leven, de meester des levens sterft, maar keert tot het leven terug om te heerschen." Zoo herhaalt zich de dubbele aanblik van dood en leven, door Christus verlossings werk ons gegeven, in eiken Christen, in al len die door het Doopsel zijn ingelijfd in den Christus, Leerlingen van Jezus geworden in de hei lige Waterbron door Zijn sterven ons ge opend, behooren wij, los van de zonden met Hem te leven in het volle licht det Verrijzenis. Ons zelve moeten wij beschou wen, zegt de Apostel, als dood aan de zon den om nog slechts in onschuld te leven voor God. Evenals Christus in Zijn graf de lijkwaden achterliet, als beeld van Zijn sterfelijk leven zo- hebben ook wij :n do Doopvont 't kleed onzer zonden gelaten en is onze zie: gewor den als de gezuiverde tempel, woonplaats var. Gods H. Geest en voorwerp van Zijn welbehagen. Ziedaar de groote scheiding, de splitsing tusschen deugd en zonden, waarmede een maal onze levenstaak is begraven, Maar die scheiding eenmaal tot stand ge bracht, is op zich alleen geen waarborg voor de toekomst. Wil zij duren dan vraagt zij waakzaamheid elkën dag opnieuw. Het tel kens weer opdringend kwaad blijft dwingen tot altoos nieuwen strijd, een strijd waarin vooral de moderne wereld zich aandient als onzen vijand en waarin helaas maar al te zeer de zwakheid ook van veler, onzer aan den dag treedt. Talloos zijn de leugen-profeten, die door hun listige propaganda ook onder ons Room sche volk hun slachtoffers wisten te maken, zoodat de scheidingslijn tusschen deugd en zonden, door Christus' wet getrokken, al meer dreigt te verdwijnen. Op de aller eerste en allerdringenste levensvraag, de vraag naar het onderscheid tusschen goed en kwaad, aanvaarden ook velen der onzen de meest verwarrende antwoorden. Leert de trotsche Metermensch met Niet- che dat: „Zedelijk oged is al was 's men schen wil in kracht doet winnen", de volge lingen van Schapenhauer, de profeet van het medelijden, prediken dat: „zedelijk goed is al wat voortspruit uit mededoogen je gens anderen". Als woordvoerder der hedendaagsche autonomen zegt Kaut: „dat zedelijk goed is al hetgeen voortvloeit uit gevoel van plicht", terwijl moderne epucu- risten, hetzij met de la Mettrie als hoogste wijsheid prediken: „dat zedelijk goed is en kel en alleen dat wat verricht wordt met lust en uit lust", hetzij met den Christen Helvetius blijven leeren: „dat al wat de prik keling der zinnen bevordert als goed mag gelden". Zoo leidt de eene blinde den andere naar den afgrond en zoo verklaart zich de diepe zeelljke inzinking van het moderne groot leven. Waar Christus' waarheid door valsche lee ring meer en meer werd verduisterd, daar daalt de groeiende avondschemering neer als een beangstigende voorbode van een heillooze nacht. Tegenover Christus' verheven leer van het huwelijk, door Hem tot heiligend Sacrament verheven, wordt zoowel in wetenschappe lijk betoog als op tooneel en in romans het evangelie der vrije liefde gepredikt. Op de liefdevolle uitnoodiging waarmee Christus de kleinen tot zich roept, doet de moderne tijd, die zich zelf nog wel gesierd heeft met den eerenaam van „Eeuw van het Kind", den menijsch, in zijn zuchtn aar zin genot, antwoorden met een schaamteloos „neen!" De kracht van den mensch overschattend en loochenend de noodzakelijkheid der bo vennatuurlijke hulp, durft men de loutere voorlichting van het verstand als het eenig wapen noemen ter overwinning in den heeten strijd van het leven. En helaas, al deze en dergelijke leeringen, zoo herhaaldelijk en brutaal gepredikt, in naam an wetenschap en hygiëne, van va derlandsliefde, ja zelfs van zedelijkheid, zij lieten nietn a ook de geesten en gemoederen van velen onder Christus' volgelingen te ver troebelen en te verwarren. En jjie treurige invloed van het heilloos Neo-paganisme openbaart zich op allerlei ge bied, zoowel op dat der lectuur als van het t0oneel, van kleeding en sport, van huwelijksleven en opvoeding. Voorwaar, m.h. en d., het is geen ijdele en overlreven vrees die ons fjen noodkreet naar de lippen dringt. „Custos quid de nocte", „Wachter, hoe staat het met de nacht", In ansgt en twijfel hebt gij die bede van voorlichting, bij het groeien^ duister gericht tot egenen die als Gf>ds trouwe wachters Zijn gesteld op Sions tuinen en het Doorl. Episcopaat heeft op uw vraag geantwoord in zijn gemeenschappelijk vasten-mandament van 1924. 't Was een fiere wapenkreet. Een bevel tot nieuw en zoo mogelijk nog ster ker verweer. „Wapent u tegen de onkuisch- heid!" zno klonk het uit den monfj onzer gezamenlijke Bisschoppen, „Verzet u fier en eensgezind en krachtdadig tegen alles wat de reinheid der ze^en belaagt. Hebt den moed de wereld den rug te kee- ren en Christus' leer en wet tot eenige richtsnoer te nemen." Ja, wij moeten de werel den rug keeren. Herinneren moeten wij ons de waarschu wing door Gods Profeten eeflmaal gegeven: „Vlucht weg uit Babyion! et salvet Unus quis que amim au Suan" Een ieder redde zijn ziel. Jerimias 51, 6. De gruwel der ver woesting is gekomen! Die in Judea zijn, dat zij vluchten naar de veilige bergen; die op het dak is, dat hij niet afkome om nog iets uit zijn huis te halen en die op het veld is hij keere niei terug 'om zijn kleed te zoe ken. (Matth. 24, 16). Wij moeten -der wereld den rug kee ren!". Maar wat is dan met die wereld" bedoeld? Het is niet de mecschelijke maatschappij in 't algemeen, want Christus heeft de meeste Zijner leerlingen geroepen om in die maat schappij te leven. In haar midden vormt Hij cn bezit Hij tal van vrienden en getrouwen. In „de wereldV.k?pa..en ,,;:en ,.:;en „De Wereld" het is evenmin de breede schaar van menschen die zich onderschei den door vermogen of rang. Immers ook onder dezulken zijn, God zij dank, talrijke toonbeelden van waarachtige deugd. Neen! Wat wij moeten vluchten, dat zijn de beginselen, vooroordeelen en dwalingen, die het kwaad trachten in te leiden daar, waar Christus het goede heeft gepredikt. De werld d.i. de geest v^n het booze, die al brutaler streeft naar heerschappij onder de menschen zelf, die naar dien geest trach ten te leven en van wie de H. Paulus zeide: „Velen wandelen van wie ik reeds dikwijls zeide, (en van wie ik het u nu al wee- nend e wederzag) dat zij vijanden zijn van Christus' Kruis, wier einde verderf, wier God hun buit en wier eer hunne schande is, die op het aardsche al hunne zinnen stel len." Thil. III 18; degenen van wien Petrus nog ernstiger getuigt als hij hen brandmerkt als degenen „die de oogen vol onverzadelijke zon de anderen door de begeerlijkheen v. h. vleesch verlokken en vrijheid beloven, te»- wijl zij zeiven niet anders zijn als slaven der bedorvenheid. II Petr. II 1319; degenen die naar Jezus' woord „de duisternis liever hebben dan hetl icht." Tegen die wereld, tegen dien vijand m.h. cn d., hebt gij te samen den strijd aangebon den. En is die vijand moeilijk te vinden? Zit hij diep verscholen? Is hij, waar hij zich tegenover U stelt, moeilijk te onderkennen? Voorzeker neen! Daar zijn tijden geweest, dat de wereld haar waar karakter verborg onder een schijn van onschuld en zich listig het mom van deugdzaamheid jjam. Maar als wij van de wereld van onzen tijd nog iets goeds mogen zeggen, dan is het zeker dit, dat zij het masker van huichelarij heeft afgeworpen, dat zij zonder schuwheid of schaamte open lijk toont was zij in 't zin heeft. Welke schandelijkheden zou zij in het donker kunnen bedrijven, erger dan die, welke zij in het openbaar ten tooneele voert? Klaar en beslist heeft zij met alles gebro ken wat Godsdienst is of zedelijkheid, 't Is dan ook daarom dat zij alle reden mist op ons te toornen, zoo wij ons terug trekken uit hare rangen, Hoe kan ons heengaan haar aners dan wenschelijk schij nen? Immers de aanraking met degenen die aan God nog eenigen invloed toekennen op het leven, hetm oet voor de booze wereld iets ondragelijks zijn. En zoo is zij het dus zelf, die ons dwingt dat de scheiding die ons dwingt haar rijk te verlaten, gelijk een maal de Egyptenaar Israël dwong tot de vlucht. En toch, hoe groot is helaas, nog onder de onzen het getal van halfslachtige men schen? Nog zijn ze te vinden bij de vleet, die goede vrienden willen zijn met den Christus en tegelijk willen medegaan met de wereld; wijfelaars aan wie wij met den Profeet Elias zouden willen vragen: „Hoe lang nog hinkt gij naar beide zijden? Is Je hova uw God, dan volgt Hem; is het ech ter Baal, de afgod, welnu dan, volgt hem! Dubbelhartigen, die naar Paulus woord ver klaren God te kennen, doch Hem tegelijk verloochenen in hunne werken. Tit. I ,16. God zij dank, m. h. en d., gij en degenen die toetraden tot uwe rangen, gij althans hebt den moed gehad, te splitsen te schei den tusschen goed en kwaad; gij hebt uw keus gedaan, den eelen urf getoond het wit blauw schild te nemen en partij te kiezen „voor eer en deugd". Bij deze eerste lustrum-viering van onzen Haarl. Diocesanen Bond zien wij met groote dankbaarheid terug op 't vele goed naar buiten door U gedaan. Zijn wij echter dankbaar voor den ge- toonden durf, voldaan zijn wij niet. Wat wij vragen is niet alleen durf tegenover de booze wereld rondom, 't is heldenmoed, waar gij staat tegenover eigen zwakheid. Daarover in een 2de preek. Het verslag daarover zullen wij morgen publiceeren. Deze feestvergadering werd opgeluisterd door zang en muziek, onder leiding van iqej. Dora Loots. (Wordt vervolgd). Vandaag heeft de verkiezing plaats van leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken. Naar alle waarschijnlijkheid zal deze ver kiezing bij enkele candidaatstellingen aif- loopen. Gekozen zijn dan voor het Kleinbedrijf, de heeren A. F. C. Bückmann. IJmuiden, B W. Lasschuit, Haarlem. H. H. Meijer, Velsen, D. W. Miezérus, Haarlem, J, W. Eijvoet Overveen, G. J, W. Mathöt, Hflle- gom. Voor het Grootbedrijf zijn dan gekozen de herren: Ir. W. J. Burgersdijk, Haarlem; A. H. Baron Van Hardenbroek van Ammer- stol, Heemstede; J. F. Klercq, IJmuiden; F. H. Meijer, Haarlem; D Treur, Hoofddorp en A. H. Weijburg, Haarlem. De heeren Bückmann, Lasschuit, H. H. Meijer, Bijvoet en Mathöt zijn nieuw inko mende leden. Paard door een trein aangereden en gedood. Maandagavond is een paard van den melkhandelaar P. te Haarlemmermeer door een personentrein aangereden en gedood. Het beest was uit den stal losgebroken en den weg opgeloopen. Toen de trein om ruim 6 uur uit de richting Aalsmeer naderde bevond het paard zich op den onbewaakten -.pooroverweg aan den Aalsmeerders weg., Door de duisternis zag de machinist het paard niet op den overweg, met het gevolg, dat het dier in aanraking met den locomotief kwam, een eind werd weggeslingerd en deerlijk verminkt bleef liggen. De trein had geen vertraging. AUTOBOTSING. De heer W. te Haarlemmermeer, die met zijn vrachtauto op den Hoofdweg reed, en de brug over de Hoofdvaart te Nieuw-Vennep wilde oprijden, nam daarbij z'n draai te kort, waardoor de wielen slipten en de auto met zooveel kracht tegen de brugleuning aanbotste, dat deze gedeeltelijk uit het hardsteen werd gerukt en de ijzeren staven vernield werden. De auto was wel beschadigd, doch bleek nog berijdbaar te zijii. De bestuurder kwam er ongedeerd af. Paard en wagen te water. Maandag- wond geraakte paard en wagen van den win kelier C. te Haarlemmermeer, aan den Lei- muiderdijk door te ver uitwijken in de ring vaart. De bestuurder wist tijdig van den wagen springen. Nadat de strengen waren los gesneden kon het paard uit z'n benarde po- itie worden bevrijd en heelhuids op het droge worden gebracht. Een hoeveelheid kruidenierswaren ging verloren. De wagen bekwam maar weinig averij. AANRIJDING. De arbeider G., wonende aan den Spaarn- w„u. erweg te Haarlemme: n.eer, cie Maan- „agavcru. ..iet zijn rijwiel zonder licht reed kwam in aanrijding met een anderen wiel rijder, ciie eveneens geen licht op had en bovendien nog aan den verkeerden kant van den weg reed. G'. werd vrij ernstig aan het hoofd verwond en moest zich onder geneeskundige behandeling stellen. O. a. waren een paar tanden uit zijn mond ge rukt. De andere wielrijder kwam er met enkele lichte kwetsuren af. Beide rijwielen werden deerlijk gehavend. R.-K. Uragersvereeniging. Gister avond hield „Tobias" haar jaarvergadering in de zaal van den heer B. van de Heisteeg aan de Hoofdstraat alhier. De opkomst was schitterend. De voorzitter, de heer L. v. d. Weijden, opent met den chr. groef en een woord van hartelijk welkom en deelt mede, lat in het afgesloten boekjaar door de Ver. 17 dooden naar hun laatste rustplaats zijn gebracht dat het getal niet grooter is, is een verblijdend verschijnsel. Spr. dankt voor het werk van barmhartigheid, den dooden bewezen. In het vorig boekjaar overleed 1 lid en I eerelid, welke leden werden aanbe volen in de gebeden. Een lid bedankte, 3 leden vervulden hun verplichtingen niet, hetgeen een treurig verschijnsel mag ge noemd worden. De Voorz. hoopte, dat zulks niet weer zou gebeuren en we op onzen olicht zullen passen. De notulen werden nu gelezen en onver- inderd vastgesteld. De penningmeester sloot zijn kas met een saldo van f 170, 71 De heeren P. van Bour- gondien en B. G. Lubbe controleerden de bescheiden, die accoord werden bevonden en de penningmeester onder dankzegging werd gedéchargeerd. De voorzitter merkt nu op, dat er een ver keerde strooming in de vereeniging tracht te komen, die er op aanstuurt, onze bekende Katholieke verdraagzaamheid in gevaar te brengen spr. waarschuwt hier ernstig tegen. Rondvraag. De heer Hoogervorst infor meert naar den post drukwerk, welke vraag bevredigend wordt beantwoord. De heer Klaver licht zijn absentisme toe en geeft hiermede in verband nuttige wenken De heer Bekkers sluit zich bij den heer Klaver aan. De heer van der List merkt op, dat het een verouderde gewoonte is, dat bij meerdere begrafenissen geen leiding is van een aan spreker dat is niet alleen vaak storend, doch voor een plaats als hier haast ondenk baar. Spr. heeft dienaangaande met zijn col lega Rietmeijer geconfereerd en zij zijn tot het volgende besluit gekomen indien een over ledene gestorven is en de familie onmachtig is een aanspreker uit te noodigen (te bekos tigen) en deswege de gestorvene door de Tobiasvereeniging kosteloos grafwaarts ge dragen wordt, zal een der beide aansprekers de begrafenis regelen geheel kosteloos, het zelfde geldt voor de leden. Dit voorstel werd met algemeene stemmen en onder applaus aangenomen. Hierna sluiting met den chr. groet. Posterijen. Te Den Haag slaagde voor het Vakexamen der Posterijen de heer P. J. Boon, alhier. Tooneelver. „Thalia." Deze ver eeniging gaf gisteravond in Hotel Sistermans een uitvoering. De zaal was tjokvol. Op gevoerd werd Een groote Nul, blijspel in 3 bedrijven. Dit tooneelstuk werd door de jonge, uit dilletanten bestaande vereeniging zeer goed gespeeld en oogstte en daverend applaus. Het was een ware kunstavond. Gevaarlijk. De electrische lantaarn aan de Molenbrug heeft reeds twee avonden aaneen haar dienst geweigerd. Met het oog op het gevaar van tegen de leuning rijden als anderszins, hopen we op spoedige correctie Gemeenteraad. Behoudens onvoor ziene omstandigheden komt de Raad dezer gemeente a.s. Zaterdagmorgen in openbare vergadering bijeen. Bekeurd. Door de politie alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen een twee tal automobilisten wegens overtreding van het Motor-Kenteekenbesluit. „De Keizerskroon." Wederom is dit café van eigenaar verwisseld. Thans is het overgegaan in handen van de heeren Moer- kerke en Kassing. Dit is in de laatste 5 jaar reeds de 4e exploitant, die in dit-café zijn geluk gaat beproeven. Spoor en tram. De loonraad voor „et Spoorwegpersoneel heeft besloten aan de Dir. der Ned. Spoorwegen te adviseeren met ingang van 1 Januari Zandvoort op te nemen onder de standplaatsen behoorende tot de eerste loonklasse. ZANDVOORTS PAS SAGE-RU INE. Zoo nu en dan komen er geruchten, dat de verbrande Passage alhier weer zal worden opgebouwd schrijft de\,Tel" Een en ander is waarschijnlijk het uitvloeisel van onder handelingen, die altijd nog tusschen eige naren en gemeentebestuur gevoerd worden. Feitelijk was de Passage in zijn laatsten vorm een onding. Zij had geen doel meer Sedert het station verplaatst was, en nog min der, toen zij werd losgemaakt van het Kur- haus. Toch streefden de eigenaren er naar, om de gebouwen beter bewoonbaar te maken en vooral onder de „Kaboutertjes" werd ge tracht de Passage weer een ander aanzien te geven, zoowel wat woningen, als wat huur ders betreft. Het is geen vooruitgang geweest dat men onder een der vorige eigenaren van gemeentewege de huren vaststelde en de huurders voor de woningen aanwees. Zoo is de Passagehoek een beetje heel erg in de ver drukking geraakt. Thans ligt dé ruïne nog een beetje mee' verwaarloösd dan na den brand. Brok na brok tuimelt neer en langzaam wordt nog, wat houtwerk is, gesloopt. Zoo staat het daar. Hoe lang nog Was het eerst nog een bezienswaardigheid iets, dat de belangstelling trok, thans geeft de ruïne ergernis. Men had plannen, om het geheele karkas aan de gemeente te verkoopen Dat was wel de beste oplossing, daar de Pas sage de uitbreiding van Nieuw Zandvoort met een flinke straat, altijd in den weg heeft gestaan. Op een samenvoeging van gronden wel tot het Passageplein, maar niet tot de Passage zelf behoorend is dat plan afgestuit. Nu heeft men plannen, om op het Passage terrein burgerwoonhuizen te bouwen, mits men steun verleent. Het is te wenschen, dat een of ander plan spoedig wordt uitgevoerd, want de verbran de brokken geven een armoedigen indruk voor een groeiende badplaats. Uitvoering R.K. Tooneelvereeniging „De Vriendenkring". Dinsdagavond had in „Zomerlust" de uitvoering plaats der R.K. Tooneelvereeniging waarvan het batig sal do ten goede komt voor den bouw der R.K. Kerk Hef was reeds over den aangekondigeten tijd toen de heer Wijdeman, voorzitter der vereeniging, het openingswoord uitsprak, **'«arbü hii mededeelind deed. dat noch den Vaz Diaz - 2000 M - dagelijks Nieuws- en Beursberichten met tusschenpoozen van 8 154.30 Tijdseinen 10 15 en 4.30 8 en 10 uur - Zondags behoudens ..-vent voetbalnieuws te 44 30 uur nog Pers berichten te 8 uur Engelsche stations 365495 M dage' lijks concerten, lezingen, enz van 20— ca 11 uur Zondags ook van 3.50 uur Daventry - 1600 M dagelijks, tijdsei* 10 50 en 7 20 uur Big-Bei en 120 en 4.20 uur van Greenwich van 7 tol ca 1130 uur concert, zang, lezing, enz Zondags van af 3 50 en 8.50 uur H, D. O. 1050 M dagelijks PolP'ebe- berichten 12 en 7.30 uur Zondags niet Persberichten zie bij Vaz Dias 'Jiner- concert (ongeregeld) 6 uur Kinderuurtje s Maandags 5 uur Avondconcerten dage lijks 810 uur zie verder event bijzonder heden hieronder Radio Paris 1750 M Dagelijks concert, - Avondberichten over de H D O te zang of lezing 12 50 en 9 uur Brussel 265 M dagelijks concert 835 uur (Zondags 8.50 uur) Eiffeltoren 2650 M dagelijks Jjnder voorbehoud) 5 50 uur en Zondag. Woens dag. Vrijdag en laatste Zaterdag der maand op 2200 M concert te 7 50 uur Duitsche stations 395443 M dage lijks concert, zang en lezing vanaf 3.50 uur - Zondags ook in de ochtenduren Ifprlf nipficf pti7 De Bilt - 1100 M - Weerberichten 10.45 12.55, 8 35 uur BIJZONDERHEDEN. Brussel 8.35 uur „Cavalleria,k opera. Daventry 8,20 uur Concert en soli 9.20 uur „The Templars," zang, spel, daarna voordracht en Savoy HoleL 'I. D. O. 7,20 uur Lezing over „het co- mische in de Litteratuur," door Corn. Veth 8.10 uur Chr, Radio Vereeni ging. Zie verder bove" NOTITIE. Roomsche Omroep. 24 Nov. Begin R K. Radio omroep en vervolgens lederen Dinsdagavond. Zeeereerw. heer Pastoor, noch de Eerw. Pater aanwezig konden zijn. Hierna heette spr. allen welkom en sprak zijn genoegen er over uif, dat de zaal zoo flink bezet was. Dit, zoo zeide spr o.m., bewees dat men met de vereeniging sympathiseerde en haar werk waardeerde. Hij vertrouwde dan ook wel dat deze avond naar genoegen zou zijn en men de lachspieren nog eens flink in beweging zou brengen. Hierna volgde de opvoering der blijspe len getiteld: „Een nieuwe manier van pof fen" en „Russe-Russe". Laten wij van het geheel zeggen, dat er voor een dilettanten- club en de zeer jonge krachten schiterend werd gespeeld. Een daverend applaus klonk dan ook bij elk bedrijf door de zaal. Voor dat het laatste bedrijf aanving, richtte de heer Geers eenige waardeèrende woorden namens de aanwezigen tof den voorzitter en leden voor hun goed spel en verheven doel. Hij dankte hem voor den gezelligen avond en spoorde een ieder aan donateur te worden. Spr. sprak verder den wensch uit, dat Gods zegen op zijn arbeid en doel mag rusten. Hierna dankte de voorzitter en spoorde aan a.s. Dinsdag weer alle present fe zijn, ook dan heeft een dergelijke uitvoe ring plaats. Nog meer protesten tegen de restrictie-maatregelen. Op de bijeenkomst te Washington, ter bespreking van de beperkende maatregelen tegen den bolleninvoer, werden, naar de „Tel." verneemt, verschillende argumenten ontwikkeld, onder heftige en luidruchtige teekenen van goed- en afkeuring. De ver gaderzaal van het Na'.ional Museum was dicht bezet. Door de oppos.tie werd scher pe critiek geoefend op de houding van de Horticultural Board. De president van de Amerikaansche Gar den Club, Pratt, zeide o.a.: De Amerikaansche amateurkweekers voelen allen de groote onrechtvaardigheid, welke voortvloeit uit de beperkende maat regelen van de Kamers voor Tu.nbouwaan- gelegenheden. De Amerikanen zijn van de noodzakelijkheid ervan niet overtuigd. Miss Harriet Harrison, die gedurende 35 jaar werkzaam is bij het Landbouw-depar- tement, vroeg vervolgens, waarom Amerika niet een onderzoekingss'.ation in Neder land heeft, ten einde de Hollandsche bollen te keuren. Waarom moeten de Hollandsche bollen zoo streng behandeld worden? Een vriendelijke houding tegenover Nederland is meer waard dan alle beperkende en 'pro tectionistische maatregelen. De Nederland- sche kweekers zijn de meest betrouwban en de beste tuiniers van de geheele wereld Alexander Vogelsang, voorheen adjunct- secretaris van het m nisterie van Landbouw, die vele tuiniers vertegenwoordigde, zeide, dat er nog nooit een geval van ziekte ol infectie geconstateerd is, in het leven ge roepen door de bollen, die z.ch binnens- of buitenshuis bevinden, Amerika heeft te vreezen voor repres- saille maatregelen van het buitenland, voor wat betreft Amerikaansche voedingsmidde len, appels aardappelen enz. als het door gaat met maa'regelen tegen den invoer van Europeesche bollen. 18 NOVEMBER. imsiE LATERE KOERS KOERS BERLIJN 59.25 PARIJS 10 05 BRUSSEL 11.35 WENNEN 36- LONDEN 12.05 STOCKHOLM 66 55 *OPENHAGFN 62 05 50 85' BAZEL 48- t-W-YORK 2.49 ROME 10 - WOERDEN, 18 Nov 1925. Kaasmarkt- Aanvoer 260 partijen. Eerste kwaliteit 8266; tweede kwaliteit 5861; met Rijksmerk 6570. Handel matigmzlverne Rijksmerk 6570; zonder Rijksmerk 60 64. Handel matig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 2