Verkeersongevallen.
Radio-omroep.
Eerste Lustrum
„Voor Eer en Deugd".
Verkiezing
Kamer v. Koophandel
UIT DEN OMTREK.
LANDB. EN VISSCHERIJ
DE ONBEWAAKTE OVER
WEGEN.
HILLEGOM.
HALFWEG
ZANDVOORT.
Bolleninvoer in de Vereen. St.
Wisselkoersen en koersen
van Bankpapier.
In gebouw „St. Bavo" werd heden het
eers'.e lustrum gevierd van den Diocesanen
Bend van „Voor Eer -en Deugd" in het Bis
dom Haarlem.
Om 8 uur hedenmorgen werd een stille
H. Mis gelezen in de St. Josephkerk, waar
onder algemeene H. Communie der leden
plaats vond.
Om half 11 ving de huishoudelijke ver
gadering voor mannen- en vrouwenafdee-
lingen in gebouw „St. Bavo" aan, onder
leiding van mr. Joh. Hermans.
Na afhandeling der huishoudelijke zaken,
hield rector Verhoek*, uit Helmond, een
inleiding over het onderwerp: „Hoe kan
„Voor Eer en Deugd" practisch werken?"
Hoe kan V, E. os D. praktisch werken, ook
op kleinere plaatsen.
Spreker vangt zijne rede aan, met de ge-
lukwenschen over te brengen van den Bos-
schèn Dioc. Bond van V. E. en D., bij ge
legenheid van het eerste lustrum van den
Haarlemschen Dioc. Bond. Spreker hoopt,
dat de buitengewoon goede verstandhouding
en de nauwe samenwerking welke tot nu
toe tusschen beide bonden bestaan heeft,
•teeds bestendigd moge blijven en zoo mo
gelijk nog moge worden, versterkt: dit kan
niet anders dan onze beide bonden en daar
mede het heerlijk doel, dat zij beoogen ten
goede komen.
Gaarne heeit spreker gehoor gegeven aan
bet verzoek van het Diocesane Be
stuur om op deze vergadering
een beknopt antwoord te geven op de vraag:
hoe kan V. E. en D. praktisch werken (fok
op de kleinere plaatsec. Zulk een uiteen
zetting is zeer nuttig, waöt juist de onbe
kendheid roet de wiize waarop V. E .en
D. ook op kleinere plaatsen praktisch kan
werken is oorzaak, dat er nog niet meer
afdeelingen van V. E. en D. zijn opgericht,
en dat zoovele afdeelingen een kwijnend be
staan leiden en haast levend dood zijn.
Willen we spreken over de werkwijze,
het nut en de noodzakelijkheid van V, E,
en D„ dsn moeten we ons niet blind staren
op de afdeeling als zoodanig, maar dan
moeten wij 't oog gevestigd houden op ge
heel de organisatie van V. E, en D, Dat
wordt door al te velen over 't hoofd ge
zien.
Willen we de werkwijze van V. E. en D.
leeren kennen, dan moeten we eerst tot het
doel komen, waarop die werkwijze gericht
moet zijn. Dat doel is: le „Heiliging der
leden en versterking van hun wil in het
trouw nakomen dér verplichtingen, die God
in zake van reinheid aan ieder volgens zijn
levensstaat heeft opgelegd." Dit doel, ik
geef het direct volmondig toe. kan ook wor
den bereikt en moet worden nagestreefd
door andere vereenigingen, maar ik zeg ook,
dat de bereiking van dit doel absoluut ze
ker wordt, wanneer de statuten van V. E.
er. D, goed worden nageleefd en dus, zegt
ik ook, dat V. E. en D. ook ter bereiking
van dit doel minstens uiterst nuttig is.
Maar het 2de doel is: „Bevordering der
reinheid van zeden en bestrijding der onze
delijkheid, zoowel in de geheele samenleving
In het algemeen, als meer In het bijzonder
in ieders kring van huisgenooien, medewer
kenden, of ondergeschikten." En tot berei
king van dit doel is V. E. en D. deels ab
soluut noodzakelijk, deels uitermate nuttig.
De ondervinding heeft die noodzakelijk
heid al meer dan voldoende aangetoand.
Voor ieder speciaal doel worden speciale
organisaties opgericht. Eén vereeniging kan
niet alles doen, niet alles behartigen en
zal zeker niet alles goed behartigen. Wc
moeten des noods van onze tegenstanders
leeren. Als iets zich gemakkelijk verbreid:
dan is het toch wel het kwaad. De mensch
is van nature tot het kwade geneigd. En
des niettegenstaande sluiten onze tegenstan
ders zich aaneen, om het kwaad, dat zich
zelve zoo gemakkelijk verbreid, toch nog
meer ingang te doen vinden. En dan wijst
spreker als voorbeeld op den N. Maltn
bond. Welnu, wat zij doen om 't kwaad te
verspreider, dat moeten wij toch zeker doen
om 't goede te bevorderen.
Bij 't bespreken der werkzaamheid van
V. E. en D. moeten we goed onthouden: le
dat het groote werk moet uitgaan en ook
van niemand anders kan uitgaan, dan van
't Hoofdbestuur en 2e, dat heel veel werk
en heel veel successen onbekend blijven en
uit den aard der zaak onbekend moeten
blijven.
Hoe nu kan 't Hoofdbestuur werken?
Dit kan het doen, le: Door bij de Over
heid te ageeren; 2c Door de publieke opinie
te bewerken.
Maar dan zult u 't, toch wel met mij eens
rim, dat 't Hoofdbestuur met veel succes
zal kunnen optreden bij de overheid, dat
aan hare rekwesten en verzoekschriften
veel meer kracht zal worden bijgezet, wan
neer het kan optreden namens idem zooveel
afdeelingen, met idem zooveel duizenden
leden. Dat is dus al een voorname reden
om zooveel mogelijk afdeelingen op te rich
ten. Maar er is nog meer. Het bewerken
der publieke opinie door 't uitgeven van
tijdschriften, vliegende blaadjes, 't beschik
baar stellen van propagandamateriaal, 't
houden van vergaderingen etc., etc. Kost
geld. veel geld. Maar waar moet op den
duur al 't geld vandaan komen als er geen
afdeelingen zijn. En in dit verband brengt
spreker hier hulde en dank aan 't Door
luchtig Episcopaat, dat reeds eenmaal den
Bond van den financieelen ondergang gered
heeft, door het toestaan van eèn open
schaal collecte in alle kerken des lands,
welke collecte de kapitale som van ruim
35.000 heeft opgebracht. Hulde en dank
ook aan de 2 Noordelijke Bisdommen Haar
lem en Utrecht, die 2/3 van die 35.000
voor hun rekening namen. Die collecte was
'n prachtige uitkomst. Maar zoo kan het
toch niet blijven duren. We moeten 'n vaste
linancieele basis zien te krijgen en die is al
leen te krijgen uit vaste inkomsten, dus
door uitbreiding van het aantal afdeelingen.
ook dus op kleinere plaatsen.
Al deed 'n af deeling op 'n kleine plaats
niets anders dan contributie betalen...,
dan deed ze al heel veel ook in haar eigen
belang. Wart daardoor kan de onzedigheid
bestreden worden op de grootere plaafsen,
en door die bestrijding beveiligen de kleine
plaatsen zich zeiven, want van uit de groo
tere plaatsen, die we de centrales der
openbare onzedelijkheid kunnen noemen,
komt de stroom der onzedelijkheid door de
gemakkelijke communicafiemiddelen van
zelf naar onze dorpen. Maar 'n afdeeling
van V. E. en D. kan ook op kleinere plaat
sen o zoo nuttig werken.
Zoo heel dikwijls zou zoon afdeeling niet
behoeven te vergaderen, of zou desnoods
kunnen worden volstaan met een vergade
ring buiten de kerk en een n.l. op of om
streeks 8 December in de kerk, waarop
dan de plechtige toewijding der leden aan
de Onbevl, Ontvangenis plaats heeft. Ver,
der moet V. E. en D. vooral op kleinere
plaatsen samenwerking zoeken met andere
organisaties, bijzonder met de standsorga
nisaties en de drankbestrijdersvereenigin-
gen. Daardoor worden de onkosten aan die
vergaderingen verbonden ook belangrijk
verminderd. Ze kan werken door verspreir
ding van goede lectuur, en door bestrijding
der neutrale of slechte pers. Men kan daar
voor 'n speciale propagandaclub oprichten.
1 Persgevaar dreigt overal.
V. E. en D. kan ook op kleinere plaatsen
actief zijn door 't bevorderen van 't goede
tooneel. Oprichten van tooneelvereeniging,
bevordering van goede uitvoeringen. Door
vooral bij gelegenheid van kennis 'n oogje
ia 't zeil te houden op kermisvermakelijk
heden en andere misbruiken! door 't ver
spreiden van propaganda-lectuur, vooral
van 't maandblad Volksadel; door te zor
gen dat in fabrieken, werkplaatsen en ca-
fé's de gekende wandplaten worden opge
hangen tegen de slechte gesprekken; door
goede volkszang te bevorderen, door nu en
dan op vergaderingen het goede lied te
propageeren door 't zingen van liedjes uit
de Leeuwerik; door ageeren tegen speci
ale dorpsche mistoestanden. Haast elk dorp
beeit z'n eigenaardige gebruiken, die bcel
vaak misbruiken worden. Tegen die mis
bruiken kan niet of niet voldoende vaak
worden opgetreden vanaf den kansel. Dan
zijn er te veel ooren die luitseren. Maar
wel kan daartegen worden opgetreden op
zoogenaamde oudersavonden. Daar kan men
't kind bij zijn naam noemen. En daarom
ook is een der groote middelen die V. E.
en D. ook op kleinere plaatsen gebruiken
moet: het houden van oudersavonden.
En ten slotte de gebedsactie. Vooral bij
de bestrijding der onzedelijkheid is 't waar:
aan Gods zegen is alles gelegen. Zonder
God kunnen we niets. Daarom zou ik de
afdeelingen op kleinere plaatsen ook wil
len aanraden het voorbeeld van zoovele
grootere plaatsen te volgen door 't instel
len van het Heilig uur, om zoo den zegen
van God over onze actie af te smeeken.
Spreker is overtuigd onvolledig te zijn
geweest in zijn inleiding, doch hij hoopt,
dat de gedachtenwisseling naar aanleiding
.van zijne uiteenzetting zijne onvolledigheid
zal aanvullen.
Daarna ontstond eenige gedachtenwisse-
Lng, waarna gepauzeerd werd.
Om 3 uur begon de algemeene vergade
ring, waarin de feestrede gehouden werd
door den Hoogeerw. Heer Plebaan L. A. A.
M. Westerwcudt.
De alleroverheerschende, de meest ken
merkende karaktertrek der vereeniging, wier
eerste lustrum ons hier in dankbare stemming
bijeengebracht, is hare „strijdvaardigheid",
aldus spr.
Reeds de korte, kernachtige titel welke
zij voert, het kondigt een besliste „Voor Eer
en Deugdl" Klinkt als een waarschuwende
krijgsroep, als een strijdkreet vol onverzoen
lijkheid.
Gij Wereld, met al uw schijn en bedrog,
met uw list en verleiding, met al uw zonden
en schande, gij moet het weten: hier staat
vijandig tegenover u een breede groep van
Roomsche mannen en vrouwen, die van
geen loven èn bieden, van geen aarzelen en
wijfelen willen weten, wier keuze onher
roepelijk vast staat. Zij willen -veren, strij
den, sterven als 't moet voor de eer van
Christus' Naam, voor de deugd door Hem in
woord en in voorbeeld gepredikt.
Als een onheilzware nacht heeft het Neo-
papanisme, het moderne heidendom onzer da
gen het koesterend licht van Christus' leer
en leven verduisterd. Al dieper en dieper
jaagt het de arme menschheid voort in de
sombere schaduwen waarmede stuitende god
loochening en onbeschaamde tuchteloosheid
de aarde overdekken.
Welnu, te midden van zulk een wereld, die
zich steeds verder van den Christus verwij
dert. wil deze vereeniging de menschen her
inneren, hoe zij niet van deze wereld zijn,
maar zoeken moeten wat omhoog is.
Vóór alles wil zij er voor werken dat, bij
de ongezonde atmosfeer dezer tijden, althans
in het mystieke lichaam van den Christus, d.i.
onder de kinderen Zijner Kerk, de volle
frischueid blijve van een eenzaam en een
deugdzaam levenS
Totale afkeer van Gods zedenwet buiten
Roonjschen kring, een verslapping van den
goeden, reinen geest ook onder eigen volk,
is het dubbel kwaad waartegen zij zich tep
strijde heeft aangegard en in aaneenge&loteO
formatie haar heiligste krachten te weef stelt.
H, en D. edel is Uw krijgsplan! Maar wilt
gij overwinnen, dan moet gij durven tegen
over de wereld, dan moet uw durven worden
lot heldenmoed tegenover u zelf. Tweevou
dig immers is het beginsel, dat gij in uw«
vaandels hebt hoog te dragen, een beginsel
van scheiding tusschen wat goed en kwaad
is om u heen en een beginsel van nimmer
rustende volmaking in eigen zieleleven.
1) Vooreerst uw beginsel zij een beginsel
van scheiding d.w.z. met onverbiddelijke ge-
strijgheid moet gij in alles weten te splitsen
tusschen het goede en kwade waaronder gij
hebt te leven. Het eerbare en deugdzame
stellend in het volle licht, moet gij zonder
mededoogen wat eerloos is en zondig als zoo
danig brandmerken en tót schande maken,
2) En is eenmaal die splitsing door u vol
trokken, dan moet gij het goede in eigen
praktisch leven aanvaarden niet alleen, maar
het doen uitgroeien tot heldhaftige deugd.
Vraagt nu die splitsing, uwen durf 'tegen
over het oordeel der wereld, de beleving van
het goede in uw persoonlijk doen en laten
vraagt heldenmoed tegenover eigen zwak
heid.
Vergun mij, dat ik u deze punten in een
kort woord naderu iteenzet:
Voor eerstd an. gij moet scheiden tusschen
goed en kwaad met onverbiddelijke gestreng,
heid.
In den beginqe schiep God hemel en aarde.
Doch dé aarde was woest en ledig; duisternis
lag over den afgrond, toidat God sprak: „Het
worde licht!" en het werd licht. En Hij
scheidde, zoo zegt de H. Schrift, het licht van
den duister. En Hij noemde het licht den dag
en nacht de duisternis. En God ging verder
„et divisit agnas quae eraut sut firmamento
ab lis quae eraut super firmamenium" d.i.
Hij scheidde opnieuw, nu de Wateren onder
het uitspansel van de wateren daarboven.
En de laatste noemde Hij hemel.
En weer sprak de Heer „appareat arida"
het droge kome te voorschijn. En het ge
schiedde alzoo en het droge noemde Hij
aarde en het verzamelde water der Zee.
En als Hij het alles gesplitst had en ge
scheiden, in dag en nacht, in hemel en diep
te, in aarde en zee, dan maar ook dan eerst,
schiep Zijn almacht beneden het gras en de
kruiden, de boomen en het groenend gewas,
de Zon „ut praeëssy diei" om den dag te
beheerschen en de Maan en de Sterren en
het levend* gedierte naar zijn soort en ein
delijk den menscb naar Zijn eigen beeld en
gelijkenis.
Zoo was het heerlijk Godswerk in den be
ginne. Eerst de scheiding en daarna de ver-
stering en vervolmaking. Was de schep
ping zelf in een oogwenk volbracht, ae
scheiding vroeg ruimte van tijd, totdat einde
lijk gevolgd is de voltooiing, de voltooiing
met het „crescite et multiplicaminis", „Wast
aan en vermenigvuldig U", het woord dat zal
doorwerken tot aan den laatsten dag.
Wie onzer zal zeggen wat woelingen en
storifien voor dat alles zijn noodig geweest,
met wat geweldige orkanen en verschrikkin
gen die scheiding vooral gepaard ging.
Wie ooit in verbijstering opzag naar de
gladgeschuurde rotswanden en gespleten gra
nietmuren in het majestueuze Alpengebied,
naar de overland en zeeën vooruitgescho
ven bergruggen, wie zijn weg koos te mid
den der vaneengescheurde basaltlagen van
het machtig hooggebergte, bij heeft althans
eenige bladzijden gelezen van dat geweldig
Epas, door Gods eien viners geschreven in
den oertijd van 's werelds ontstaan.
Maar nog mateloos ver staat ook hij van
de werkelijkheid en zal zich uit die enkele
fragmenten nimmer het juiste beeld kunnen
vormen van al het geweldige dat ligt opge
sloten in het korte woord, waarmee wij zelfs
enze kleinen leeren God te prijzen als den
Schepper van hemel en aarde.
En toch, m.h. en d., dat eerste en ano
machtige werk, eens door onzen Schepper
volbracht, is en zal immer blijven een beeld
van wat ook ons te doen staat.
Gelijk Hij de scheiding voltrok tusschen
licht en duistear, tusschen firmament en
diepten, tusschen warmte en koude, tusschen
het vruchtbaar land en de woelige wateren
rondom, om eerst daarna het maaksel Zij
ner handen te votooien en op te sieren in
een altoos breeder uitgroeiende pracht,
zoo ook past het den mensch, die naar Gods
beeld is geschapen, eerst het goede te zui
veren van allen vijandi£en invloed, om het
daarna in rusteloozen arbeid op te
voeren tot hooger en hooger volmaaktheid,
lo) 't Is dan ook bij den aanvang reeds van
het leven, dat wij den pasgeboren mensch aan
dien plichtz ien voldoen. De indompeling in
de Doopvont heeft geen anderen zin, dan
dat wij in het water de zonden en alle
gehechtheid aan de zonden begraven. Als
een doode wordt de „oude mensch" in dat
water als in een graf begraven en het op
klimmen uit de doopvont is als de geboorte
van den „nieuwen mensch", herboren uit
de kracht van den H. Geest. De dag van
het H. Doopsel is voor ons allen de groote
dag der scheiding, der splitsing tusschen
oged en kwaad. Versierd met de genade, als
grondbeginsel van éen heilig leven, komt
de ziel van den gedoopten Christen in het
voetspoor gtereden van Christus, van Hem,
die, na overwinning van zonde en dood,
glorievol verrees uit zijn graf om nog slechts
te leven een goddelijk leven. „Allen wer
den wij, zegt Paulus, begraven met Chris
tus door het Doopsel, in vereeniging met
Zijnen dood, opdat gelijk Christus van de
dooden opstond door de glorierijke macht
Zijns Vaders, ook wij in 't vervolg in nieuw
heid van leven zouden wandelen." Rome
VI, 3-31.
„Mars et vita duella conflizere mirandi".
Een wonderbare strijd, zoo zingt de kerk
op den Paaschdag, tusschen den dood en het
leven, de meester des levens sterft, maar
keert tot het leven terug om te heerschen."
Zoo herhaalt zich de dubbele aanblik van
dood en leven, door Christus verlossings
werk ons gegeven, in eiken Christen, in al
len die door het Doopsel zijn ingelijfd in
den Christus,
Leerlingen van Jezus geworden in de hei
lige Waterbron door Zijn sterven ons ge
opend, behooren wij, los van de zonden
met Hem te leven in het volle licht det
Verrijzenis. Ons zelve moeten wij beschou
wen, zegt de Apostel, als dood aan de zon
den om nog slechts in onschuld te leven
voor God.
Evenals Christus in Zijn graf de lijkwaden
achterliet, als beeld van Zijn sterfelijk leven
zo- hebben ook wij :n do Doopvont 't kleed
onzer zonden gelaten en is onze zie: gewor
den als de gezuiverde tempel, woonplaats
var. Gods H. Geest en voorwerp van Zijn
welbehagen.
Ziedaar de groote scheiding, de splitsing
tusschen deugd en zonden, waarmede een
maal onze levenstaak is begraven,
Maar die scheiding eenmaal tot stand ge
bracht, is op zich alleen geen waarborg voor
de toekomst. Wil zij duren dan vraagt zij
waakzaamheid elkën dag opnieuw. Het tel
kens weer opdringend kwaad blijft dwingen
tot altoos nieuwen strijd, een strijd waarin
vooral de moderne wereld zich aandient
als onzen vijand en waarin helaas
maar al te zeer de zwakheid ook van veler,
onzer aan den dag treedt.
Talloos zijn de leugen-profeten, die door
hun listige propaganda ook onder ons Room
sche volk hun slachtoffers wisten te maken,
zoodat de scheidingslijn tusschen deugd en
zonden, door Christus' wet getrokken, al
meer dreigt te verdwijnen. Op de aller
eerste en allerdringenste levensvraag, de
vraag naar het onderscheid tusschen goed
en kwaad, aanvaarden ook velen der onzen
de meest verwarrende antwoorden.
Leert de trotsche Metermensch met Niet-
che dat: „Zedelijk oged is al was 's men
schen wil in kracht doet winnen", de volge
lingen van Schapenhauer, de profeet van
het medelijden, prediken dat: „zedelijk goed
is al wat voortspruit uit mededoogen je
gens anderen". Als woordvoerder der
hedendaagsche autonomen zegt Kaut: „dat
zedelijk goed is al hetgeen voortvloeit uit
gevoel van plicht", terwijl moderne epucu-
risten, hetzij met de la Mettrie als hoogste
wijsheid prediken: „dat zedelijk goed is en
kel en alleen dat wat verricht wordt met
lust en uit lust", hetzij met den Christen
Helvetius blijven leeren: „dat al wat de prik
keling der zinnen bevordert als goed mag
gelden".
Zoo leidt de eene blinde den andere naar
den afgrond en zoo verklaart zich de diepe
zeelljke inzinking van het moderne groot
leven.
Waar Christus' waarheid door valsche lee
ring meer en meer werd verduisterd, daar
daalt de groeiende avondschemering neer
als een beangstigende voorbode van een
heillooze nacht.
Tegenover Christus' verheven leer van het
huwelijk, door Hem tot heiligend Sacrament
verheven, wordt zoowel in wetenschappe
lijk betoog als op tooneel en in romans het
evangelie der vrije liefde gepredikt.
Op de liefdevolle uitnoodiging waarmee
Christus de kleinen tot zich roept, doet de
moderne tijd, die zich zelf nog wel gesierd
heeft met den eerenaam van „Eeuw van het
Kind", den menijsch, in zijn zuchtn aar zin
genot, antwoorden met een schaamteloos
„neen!"
De kracht van den mensch overschattend
en loochenend de noodzakelijkheid der bo
vennatuurlijke hulp, durft men de loutere
voorlichting van het verstand als het eenig
wapen noemen ter overwinning in den
heeten strijd van het leven.
En helaas, al deze en dergelijke leeringen,
zoo herhaaldelijk en brutaal gepredikt, in
naam an wetenschap en hygiëne, van va
derlandsliefde, ja zelfs van zedelijkheid, zij
lieten nietn a ook de geesten en gemoederen
van velen onder Christus' volgelingen te ver
troebelen en te verwarren.
En jjie treurige invloed van het heilloos
Neo-paganisme openbaart zich op allerlei ge
bied, zoowel op dat der lectuur als van
het t0oneel, van kleeding en sport, van
huwelijksleven en opvoeding.
Voorwaar, m.h. en d., het is geen ijdele
en overlreven vrees die ons fjen noodkreet
naar de lippen dringt. „Custos quid de nocte",
„Wachter, hoe staat het met de nacht",
In ansgt en twijfel hebt gij die bede van
voorlichting, bij het groeien^ duister gericht
tot egenen die als Gf>ds trouwe wachters
Zijn gesteld op Sions tuinen en het Doorl.
Episcopaat heeft op uw vraag geantwoord
in zijn gemeenschappelijk vasten-mandament
van 1924. 't Was een fiere wapenkreet. Een
bevel tot nieuw en zoo mogelijk nog ster
ker verweer. „Wapent u tegen de onkuisch-
heid!" zno klonk het uit den monfj onzer
gezamenlijke Bisschoppen, „Verzet u fier en
eensgezind en krachtdadig tegen alles wat
de reinheid der ze^en belaagt.
Hebt den moed de wereld den rug te kee-
ren en Christus' leer en wet tot eenige
richtsnoer te nemen."
Ja, wij moeten de werel den rug keeren.
Herinneren moeten wij ons de waarschu
wing door Gods Profeten eeflmaal gegeven:
„Vlucht weg uit Babyion! et salvet Unus
quis que amim au Suan" Een ieder redde
zijn ziel. Jerimias 51, 6. De gruwel der ver
woesting is gekomen! Die in Judea zijn, dat
zij vluchten naar de veilige bergen; die op
het dak is, dat hij niet afkome om nog iets
uit zijn huis te halen en die op het veld is
hij keere niei terug 'om zijn kleed te zoe
ken. (Matth. 24, 16).
Wij moeten -der wereld den rug kee
ren!". Maar wat is dan met die wereld"
bedoeld?
Het is niet de mecschelijke maatschappij
in 't algemeen, want Christus heeft de meeste
Zijner leerlingen geroepen om in die maat
schappij te leven. In haar midden vormt Hij
cn bezit Hij tal van vrienden en getrouwen.
In „de wereldV.k?pa..en ,,;:en ,.:;en
„De Wereld" het is evenmin de breede
schaar van menschen die zich onderschei
den door vermogen of rang. Immers ook
onder dezulken zijn, God zij dank, talrijke
toonbeelden van waarachtige deugd.
Neen! Wat wij moeten vluchten, dat zijn
de beginselen, vooroordeelen en dwalingen,
die het kwaad trachten in te leiden daar,
waar Christus het goede heeft gepredikt.
De werld d.i. de geest v^n het booze, die
al brutaler streeft naar heerschappij onder
de menschen zelf, die naar dien geest trach
ten te leven en van wie de H. Paulus zeide:
„Velen wandelen van wie ik reeds dikwijls
zeide, (en van wie ik het u nu al wee-
nend e wederzag) dat zij vijanden zijn van
Christus' Kruis, wier einde verderf, wier
God hun buit en wier eer hunne schande
is, die op het aardsche al hunne zinnen stel
len."
Thil. III 18; degenen van wien Petrus nog
ernstiger getuigt als hij hen brandmerkt als
degenen „die de oogen vol onverzadelijke zon
de anderen door de begeerlijkheen v. h.
vleesch verlokken en vrijheid beloven, te»-
wijl zij zeiven niet anders zijn als slaven der
bedorvenheid. II Petr. II 1319; degenen
die naar Jezus' woord „de duisternis liever
hebben dan hetl icht."
Tegen die wereld, tegen dien vijand m.h.
cn d., hebt gij te samen den strijd aangebon
den. En is die vijand moeilijk te vinden?
Zit hij diep verscholen? Is hij, waar hij zich
tegenover U stelt, moeilijk te onderkennen?
Voorzeker neen!
Daar zijn tijden geweest, dat de wereld
haar waar karakter verborg onder een schijn
van onschuld en zich listig het mom van
deugdzaamheid jjam. Maar als wij van de
wereld van onzen tijd nog iets goeds mogen
zeggen, dan is het zeker dit, dat zij het
masker van huichelarij heeft afgeworpen,
dat zij zonder schuwheid of schaamte open
lijk toont was zij in 't zin heeft.
Welke schandelijkheden zou zij in het
donker kunnen bedrijven, erger dan die,
welke zij in het openbaar ten tooneele
voert?
Klaar en beslist heeft zij met alles gebro
ken wat Godsdienst is of zedelijkheid,
't Is dan ook daarom dat zij alle reden
mist op ons te toornen, zoo wij ons terug
trekken uit hare rangen, Hoe kan ons
heengaan haar aners dan wenschelijk schij
nen? Immers de aanraking met degenen die
aan God nog eenigen invloed toekennen op
het leven, hetm oet voor de booze wereld
iets ondragelijks zijn. En zoo is zij het dus
zelf, die ons dwingt dat de scheiding die
ons dwingt haar rijk te verlaten, gelijk een
maal de Egyptenaar Israël dwong tot de
vlucht.
En toch, hoe groot is helaas, nog onder
de onzen het getal van halfslachtige men
schen? Nog zijn ze te vinden bij de vleet,
die goede vrienden willen zijn met den
Christus en tegelijk willen medegaan met
de wereld; wijfelaars aan wie wij met den
Profeet Elias zouden willen vragen: „Hoe
lang nog hinkt gij naar beide zijden? Is Je
hova uw God, dan volgt Hem; is het ech
ter Baal, de afgod, welnu dan, volgt hem!
Dubbelhartigen, die naar Paulus woord ver
klaren God te kennen, doch Hem tegelijk
verloochenen in hunne werken. Tit. I ,16.
God zij dank, m. h. en d., gij en degenen
die toetraden tot uwe rangen, gij althans
hebt den moed gehad, te splitsen te schei
den tusschen goed en kwaad; gij hebt uw
keus gedaan, den eelen urf getoond het wit
blauw schild te nemen en partij te kiezen
„voor eer en deugd".
Bij deze eerste lustrum-viering van onzen
Haarl. Diocesanen Bond zien wij met groote
dankbaarheid terug op 't vele goed naar
buiten door U gedaan.
Zijn wij echter dankbaar voor den ge-
toonden durf, voldaan zijn wij niet. Wat wij
vragen is niet alleen durf tegenover de
booze wereld rondom, 't is heldenmoed,
waar gij staat tegenover eigen zwakheid.
Daarover in een 2de preek.
Het verslag daarover zullen wij morgen
publiceeren.
Deze feestvergadering werd opgeluisterd
door zang en muziek, onder leiding van
iqej. Dora Loots.
(Wordt vervolgd).
Vandaag heeft de verkiezing plaats van
leden van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Haarlem en Omstreken.
Naar alle waarschijnlijkheid zal deze ver
kiezing bij enkele candidaatstellingen aif-
loopen.
Gekozen zijn dan voor het Kleinbedrijf,
de heeren A. F. C. Bückmann. IJmuiden,
B W. Lasschuit, Haarlem. H. H. Meijer,
Velsen, D. W. Miezérus, Haarlem, J, W.
Eijvoet Overveen, G. J, W. Mathöt, Hflle-
gom.
Voor het Grootbedrijf zijn dan gekozen
de herren: Ir. W. J. Burgersdijk, Haarlem;
A. H. Baron Van Hardenbroek van Ammer-
stol, Heemstede; J. F. Klercq, IJmuiden; F.
H. Meijer, Haarlem; D Treur, Hoofddorp en
A. H. Weijburg, Haarlem.
De heeren Bückmann, Lasschuit, H. H.
Meijer, Bijvoet en Mathöt zijn nieuw inko
mende leden.
Paard door een trein aangereden en
gedood.
Maandagavond is een paard van den
melkhandelaar P. te Haarlemmermeer door
een personentrein aangereden en gedood.
Het beest was uit den stal losgebroken
en den weg opgeloopen. Toen de trein om
ruim 6 uur uit de richting Aalsmeer naderde
bevond het paard zich op den onbewaakten
-.pooroverweg aan den Aalsmeerders weg.,
Door de duisternis zag de machinist het
paard niet op den overweg, met het gevolg,
dat het dier in aanraking met den locomotief
kwam, een eind werd weggeslingerd en
deerlijk verminkt bleef liggen. De trein
had geen vertraging.
AUTOBOTSING.
De heer W. te Haarlemmermeer, die met
zijn vrachtauto op den Hoofdweg reed, en
de brug over de Hoofdvaart te Nieuw-Vennep
wilde oprijden, nam daarbij z'n draai te
kort, waardoor de wielen slipten en de auto
met zooveel kracht tegen de brugleuning
aanbotste, dat deze gedeeltelijk uit het
hardsteen werd gerukt en de ijzeren staven
vernield werden. De auto was wel beschadigd,
doch bleek nog berijdbaar te zijii.
De bestuurder kwam er ongedeerd af.
Paard en wagen te water. Maandag-
wond geraakte paard en wagen van den win
kelier C. te Haarlemmermeer, aan den Lei-
muiderdijk door te ver uitwijken in de ring
vaart.
De bestuurder wist tijdig van den wagen
springen. Nadat de strengen waren los
gesneden kon het paard uit z'n benarde po-
itie worden bevrijd en heelhuids op het
droge worden gebracht. Een hoeveelheid
kruidenierswaren ging verloren. De wagen
bekwam maar weinig averij.
AANRIJDING.
De arbeider G., wonende aan den Spaarn-
w„u. erweg te Haarlemme: n.eer, cie Maan-
„agavcru. ..iet zijn rijwiel zonder licht reed
kwam in aanrijding met een anderen wiel
rijder, ciie eveneens geen licht op had en
bovendien nog aan den verkeerden kant
van den weg reed. G'. werd vrij ernstig aan
het hoofd verwond en moest zich onder
geneeskundige behandeling stellen. O. a.
waren een paar tanden uit zijn mond ge
rukt. De andere wielrijder kwam er met
enkele lichte kwetsuren af. Beide rijwielen
werden deerlijk gehavend.
R.-K. Uragersvereeniging. Gister
avond hield „Tobias" haar jaarvergadering
in de zaal van den heer B. van de Heisteeg
aan de Hoofdstraat alhier. De opkomst was
schitterend. De voorzitter, de heer L. v. d.
Weijden, opent met den chr. groef en een
woord van hartelijk welkom en deelt mede,
lat in het afgesloten boekjaar door de Ver.
17 dooden naar hun laatste rustplaats zijn
gebracht dat het getal niet grooter is, is
een verblijdend verschijnsel. Spr. dankt voor
het werk van barmhartigheid, den dooden
bewezen. In het vorig boekjaar overleed 1
lid en I eerelid, welke leden werden aanbe
volen in de gebeden. Een lid bedankte, 3
leden vervulden hun verplichtingen niet,
hetgeen een treurig verschijnsel mag ge
noemd worden. De Voorz. hoopte, dat zulks
niet weer zou gebeuren en we op onzen
olicht zullen passen.
De notulen werden nu gelezen en onver-
inderd vastgesteld.
De penningmeester sloot zijn kas met een
saldo van f 170, 71 De heeren P. van Bour-
gondien en B. G. Lubbe controleerden de
bescheiden, die accoord werden bevonden
en de penningmeester onder dankzegging
werd gedéchargeerd.
De voorzitter merkt nu op, dat er een ver
keerde strooming in de vereeniging tracht te
komen, die er op aanstuurt, onze bekende
Katholieke verdraagzaamheid in gevaar te
brengen spr. waarschuwt hier ernstig tegen.
Rondvraag. De heer Hoogervorst infor
meert naar den post drukwerk, welke vraag
bevredigend wordt beantwoord.
De heer Klaver licht zijn absentisme toe
en geeft hiermede in verband nuttige wenken
De heer Bekkers sluit zich bij den heer
Klaver aan.
De heer van der List merkt op, dat het
een verouderde gewoonte is, dat bij meerdere
begrafenissen geen leiding is van een aan
spreker dat is niet alleen vaak storend,
doch voor een plaats als hier haast ondenk
baar. Spr. heeft dienaangaande met zijn col
lega Rietmeijer geconfereerd en zij zijn tot het
volgende besluit gekomen indien een over
ledene gestorven is en de familie onmachtig
is een aanspreker uit te noodigen (te bekos
tigen) en deswege de gestorvene door de
Tobiasvereeniging kosteloos grafwaarts ge
dragen wordt, zal een der beide aansprekers
de begrafenis regelen geheel kosteloos, het
zelfde geldt voor de leden. Dit voorstel werd
met algemeene stemmen en onder applaus
aangenomen. Hierna sluiting met den chr.
groet.
Posterijen. Te Den Haag slaagde voor
het Vakexamen der Posterijen de heer
P. J. Boon, alhier.
Tooneelver. „Thalia." Deze ver
eeniging gaf gisteravond in Hotel Sistermans
een uitvoering. De zaal was tjokvol. Op
gevoerd werd Een groote Nul, blijspel in
3 bedrijven. Dit tooneelstuk werd door de
jonge, uit dilletanten bestaande vereeniging
zeer goed gespeeld en oogstte en daverend
applaus. Het was een ware kunstavond.
Gevaarlijk. De electrische lantaarn
aan de Molenbrug heeft reeds twee avonden
aaneen haar dienst geweigerd. Met het oog
op het gevaar van tegen de leuning rijden
als anderszins, hopen we op spoedige correctie
Gemeenteraad. Behoudens onvoor
ziene omstandigheden komt de Raad dezer
gemeente a.s. Zaterdagmorgen in openbare
vergadering bijeen.
Bekeurd. Door de politie alhier is
proces-verbaal opgemaakt tegen een twee
tal automobilisten wegens overtreding van
het Motor-Kenteekenbesluit.
„De Keizerskroon." Wederom is dit
café van eigenaar verwisseld. Thans is het
overgegaan in handen van de heeren Moer-
kerke en Kassing. Dit is in de laatste 5 jaar
reeds de 4e exploitant, die in dit-café zijn
geluk gaat beproeven.
Spoor en tram. De loonraad voor
„et Spoorwegpersoneel heeft besloten aan
de Dir. der Ned. Spoorwegen te adviseeren
met ingang van 1 Januari Zandvoort op te
nemen onder de standplaatsen behoorende
tot de eerste loonklasse.
ZANDVOORTS PAS SAGE-RU INE.
Zoo nu en dan komen er geruchten, dat
de verbrande Passage alhier weer zal worden
opgebouwd schrijft de\,Tel" Een en ander
is waarschijnlijk het uitvloeisel van onder
handelingen, die altijd nog tusschen eige
naren en gemeentebestuur gevoerd worden.
Feitelijk was de Passage in zijn laatsten
vorm een onding. Zij had geen doel meer
Sedert het station verplaatst was, en nog min
der, toen zij werd losgemaakt van het Kur-
haus.
Toch streefden de eigenaren er naar, om
de gebouwen beter bewoonbaar te maken
en vooral onder de „Kaboutertjes" werd ge
tracht de Passage weer een ander aanzien te
geven, zoowel wat woningen, als wat huur
ders betreft. Het is geen vooruitgang geweest
dat men onder een der vorige eigenaren van
gemeentewege de huren vaststelde en de
huurders voor de woningen aanwees. Zoo is
de Passagehoek een beetje heel erg in de ver
drukking geraakt.
Thans ligt dé ruïne nog een beetje mee'
verwaarloösd dan na den brand. Brok na brok
tuimelt neer en langzaam wordt nog, wat
houtwerk is, gesloopt. Zoo staat het daar.
Hoe lang nog
Was het eerst nog een bezienswaardigheid
iets, dat de belangstelling trok, thans geeft
de ruïne ergernis. Men had plannen, om het
geheele karkas aan de gemeente te verkoopen
Dat was wel de beste oplossing, daar de Pas
sage de uitbreiding van Nieuw Zandvoort
met een flinke straat, altijd in den weg heeft
gestaan. Op een samenvoeging van gronden
wel tot het Passageplein, maar niet tot de
Passage zelf behoorend is dat plan afgestuit.
Nu heeft men plannen, om op het Passage
terrein burgerwoonhuizen te bouwen, mits
men steun verleent.
Het is te wenschen, dat een of ander plan
spoedig wordt uitgevoerd, want de verbran
de brokken geven een armoedigen indruk
voor een groeiende badplaats.
Uitvoering R.K. Tooneelvereeniging „De
Vriendenkring". Dinsdagavond had in
„Zomerlust" de uitvoering plaats der R.K.
Tooneelvereeniging waarvan het batig sal
do ten goede komt voor den bouw der
R.K. Kerk
Hef was reeds over den aangekondigeten
tijd toen de heer Wijdeman, voorzitter der
vereeniging, het openingswoord uitsprak,
**'«arbü hii mededeelind deed. dat noch den
Vaz Diaz - 2000 M - dagelijks Nieuws-
en Beursberichten met tusschenpoozen
van 8 154.30 Tijdseinen 10 15 en 4.30
8 en 10 uur - Zondags behoudens ..-vent
voetbalnieuws te 44 30 uur nog Pers
berichten te 8 uur
Engelsche stations 365495 M dage'
lijks concerten, lezingen, enz van 20—
ca 11 uur Zondags ook van 3.50 uur
Daventry - 1600 M dagelijks, tijdsei*
10 50 en 7 20 uur Big-Bei en 120 en 4.20
uur van Greenwich van 7 tol ca 1130
uur concert, zang, lezing, enz Zondags van
af 3 50 en 8.50 uur
H, D. O. 1050 M dagelijks PolP'ebe-
berichten 12 en 7.30 uur Zondags niet
Persberichten zie bij Vaz Dias 'Jiner-
concert (ongeregeld) 6 uur Kinderuurtje
s Maandags 5 uur Avondconcerten dage
lijks 810 uur zie verder event bijzonder
heden hieronder
Radio Paris 1750 M Dagelijks concert,
- Avondberichten over de H D O te
zang of lezing 12 50 en 9 uur
Brussel 265 M dagelijks concert 835
uur (Zondags 8.50 uur)
Eiffeltoren 2650 M dagelijks Jjnder
voorbehoud) 5 50 uur en Zondag. Woens
dag. Vrijdag en laatste Zaterdag der
maand op 2200 M concert te 7 50 uur
Duitsche stations 395443 M dage
lijks concert, zang en lezing vanaf 3.50
uur - Zondags ook in de ochtenduren
Ifprlf nipficf pti7
De Bilt - 1100 M - Weerberichten 10.45
12.55, 8 35 uur
BIJZONDERHEDEN.
Brussel 8.35 uur „Cavalleria,k
opera.
Daventry 8,20 uur Concert en soli
9.20 uur „The Templars," zang,
spel, daarna voordracht en Savoy HoleL
'I. D. O. 7,20 uur Lezing over „het co-
mische in de Litteratuur," door Corn.
Veth 8.10 uur Chr, Radio Vereeni
ging.
Zie verder bove"
NOTITIE.
Roomsche Omroep.
24 Nov. Begin R K. Radio omroep en
vervolgens lederen Dinsdagavond.
Zeeereerw. heer Pastoor, noch de Eerw.
Pater aanwezig konden zijn. Hierna heette
spr. allen welkom en sprak zijn genoegen
er over uif, dat de zaal zoo flink bezet was.
Dit, zoo zeide spr o.m., bewees dat men
met de vereeniging sympathiseerde en haar
werk waardeerde. Hij vertrouwde dan ook
wel dat deze avond naar genoegen zou
zijn en men de lachspieren nog eens flink
in beweging zou brengen.
Hierna volgde de opvoering der blijspe
len getiteld: „Een nieuwe manier van pof
fen" en „Russe-Russe". Laten wij van het
geheel zeggen, dat er voor een dilettanten-
club en de zeer jonge krachten schiterend
werd gespeeld. Een daverend applaus klonk
dan ook bij elk bedrijf door de zaal. Voor
dat het laatste bedrijf aanving, richtte de
heer Geers eenige waardeèrende woorden
namens de aanwezigen tof den voorzitter
en leden voor hun goed spel en verheven
doel. Hij dankte hem voor den gezelligen
avond en spoorde een ieder aan donateur
te worden. Spr. sprak verder den wensch
uit, dat Gods zegen op zijn arbeid en doel
mag rusten. Hierna dankte de voorzitter en
spoorde aan a.s. Dinsdag weer alle present
fe zijn, ook dan heeft een dergelijke uitvoe
ring plaats.
Nog meer protesten tegen de
restrictie-maatregelen.
Op de bijeenkomst te Washington, ter
bespreking van de beperkende maatregelen
tegen den bolleninvoer, werden, naar de
„Tel." verneemt, verschillende argumenten
ontwikkeld, onder heftige en luidruchtige
teekenen van goed- en afkeuring. De ver
gaderzaal van het Na'.ional Museum was
dicht bezet. Door de oppos.tie werd scher
pe critiek geoefend op de houding van de
Horticultural Board.
De president van de Amerikaansche Gar
den Club, Pratt, zeide o.a.:
De Amerikaansche amateurkweekers
voelen allen de groote onrechtvaardigheid,
welke voortvloeit uit de beperkende maat
regelen van de Kamers voor Tu.nbouwaan-
gelegenheden. De Amerikanen zijn van de
noodzakelijkheid ervan niet overtuigd.
Miss Harriet Harrison, die gedurende 35
jaar werkzaam is bij het Landbouw-depar-
tement, vroeg vervolgens, waarom Amerika
niet een onderzoekingss'.ation in Neder
land heeft, ten einde de Hollandsche bollen
te keuren. Waarom moeten de Hollandsche
bollen zoo streng behandeld worden? Een
vriendelijke houding tegenover Nederland
is meer waard dan alle beperkende en 'pro
tectionistische maatregelen. De Nederland-
sche kweekers zijn de meest betrouwban
en de beste tuiniers van de geheele wereld
Alexander Vogelsang, voorheen adjunct-
secretaris van het m nisterie van Landbouw,
die vele tuiniers vertegenwoordigde, zeide,
dat er nog nooit een geval van ziekte ol
infectie geconstateerd is, in het leven ge
roepen door de bollen, die z.ch binnens-
of buitenshuis bevinden,
Amerika heeft te vreezen voor repres-
saille maatregelen van het buitenland, voor
wat betreft Amerikaansche voedingsmidde
len, appels aardappelen enz. als het door
gaat met maa'regelen tegen den invoer
van Europeesche bollen.
18 NOVEMBER.
imsiE
LATERE
KOERS
KOERS
BERLIJN
59.25
PARIJS
10 05
BRUSSEL
11.35
WENNEN
36-
LONDEN
12.05
STOCKHOLM
66 55
*OPENHAGFN
62 05
50 85'
BAZEL
48-
t-W-YORK
2.49
ROME
10 -
WOERDEN, 18 Nov 1925. Kaasmarkt-
Aanvoer 260 partijen. Eerste kwaliteit
8266; tweede kwaliteit 5861; met
Rijksmerk 6570. Handel matigmzlverne
Rijksmerk 6570; zonder Rijksmerk 60
64. Handel matig.