UIT DE PERS. Voor geest en hart. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad GEMEENTERAAD VAN VELSJLH Onevenredige belastingheffing. De gemeentebegrooting goedgekeurd. De wegentoestand. Bijdragen van de eigenaren. De visschcrijschool en het Zeevaartsonderwijs. Een bijzondere school te Velseroord. Woningbouw, Aangehouden. Goedgekeurd. Hoofdpijn BENNEBROEK. ZWANENBURG HALFWEG Lijkverbranding of lijkbegraving. R.-K. Leeszaal en bibliotheek. L. M. De zon-eclips. Over den rwaren belastingdruk schrijft G. de Clercq in de „Groene Amsterdam- Bier": De toeneming van de belastingen in de laatste 10 jaren blijkt uit „De Werkgever," Waarin berekend is, dat in 1923 per hoold door de Nederlandsche bevolking driemaal Zooveel belasting betaald werd als in de periode 19011910. Weliswaar is sindsdien hetprijsniveau op elk gebied sterk geste gen, doch vergelijken we met deze belas- tingtoeneming de stijging van de totale kos ten van levensonderhoud van arbeidersge zinnen te Amsterdam (gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek) die van 1911 tot 1923 77 pet. heeft bedragen, dan blijkt dus dat de belastingheffing in dezelfde periode 123 pet. meer toegenomen is dan de kosten van levensonderhoud. En Wanneer men hierbij nog de progressie der Inkomstenbelasting bij stijgend inkomen in aanmerking neemt, dan is het duidelijk, dat door de belastingen op een veel te oneven redig deel van het Inkomen beslag gelegê wordt. Zoo zijn er gevallen bekend, dat van Inkomens 40 tot 45 pet. belasting moet wor den betaald. Dit zijn weliswaar zeer hooge inkomens, zoodat er ook na aftrek van de belasting meest nog een groote som over- blijtf, doch men moet niet vergeten, dat voorheen juist degenen met groote inkomens het meeste bijdroegen tot de zoo noodza kelijke kapitaalvorming, welk kapitaal dan weer aan handel en nijverheid ten goede kwam. Wat zijn nti, vraagt de schrijver, de ge volgen van deze abnormaal hootfe belasting, heffing door Dijk en gemeenten? In de eerste plaats, waar het heffingsper centage heft, of zich in het buitenland ves- dat diegenen, welke niet aan een bepaalde plaats gebonden zijn, zich bij voorkeur vesti gen in die gemeente, welke het laagste per centage helft, of zich in het buitenland ves tigen. Inderdaad is deze trek naar het bui tenland zoo sterk geweest, dat volgens op gave van minister Ruvs de Beerenbrouck, in 1923 alreeds 330 miliioen gulden kapitaal ons land verlaten had en wie kan schatten met hoeveel millioehen dit bedrag sindsdien nog vermeerderd is? Bovendien zullen het eerst degenen met een hoog inkomen ver trekken, zoodat de staatsinkomsten hier door een gevoeligeö knak krijgen. Een tweede nadeelig gevolg van de hooge belastingen is, dat allewegen gezocht wordt naar wegen om het betaalde bedrag zoo veel mogeli'k te verminderen, We bedoelen hier niet belastingontduiking door Valsthê aan giften, immers, deze fs strafbaar, doch het verminderen van de belastingen door het oprichten van een naamlooze vennootschap (waartegen eerst kort geleden maatregelen genomen zijn) door het sluiten van een le vensverzekering of een zoodanigen opzet van bepaalde transacties, dat over de ver kregen winst geen belasting behoeft te wor den betaald. Vroeger toen de belastingen laag waren en geheel evenredig met de grootte der in komens, kwamen zulke gevallen slechts bij hooge uitzondering voor. Wie had het er toen voor over om zich veel last en moeite op den hals te halen om wellicht enkele hon derden guldens te besparen? Doch nu er een voordeel mede te behalen is van duizenden is het best de moeite waard, om er hulo van desnoods de knapsten in den lande voor in te roepen. Trouwens, het feit. dat de adviesbureau* voor belastingzaken als oaddestoelen uit den grond verrezen zijn, bewijst wel, dat er aan dergelijke adviezen een groote behoefte bestaat. In de derde pladts leidt de heffing van hooge belastingen tot verarming van ons geheele volk. Want, terwijl de inkomsten van velen reeds tengevolge van de malaise ■'n handel en nijverheid sterk verminderd zijn, legt de belasting op een veel te hoog per centage beslag, dan dat van sparen nog sprake kan zijn. Wat de indirecte belastingen betreft, de opvoering hiervan heeft natuurlijk een na- deeligen invloed op h"t verbruik, zoodat de inkomsten, welke de Staat uit zulk een bron deniet bij verhooring van het heffingsoercen- tage, meest geen gelükèn tred houden met de verwachtte voordeden. Dit is duidelük gebleken bi) de laatste ve-hooging van den acciins op gedistilleerd. Rii een kostoriis van den spiritus van ca. 30 cent per L. be draad de accims 6.10 oer L. ad 100 pet,, Li. dus 22 maal zooveel als de kostprijs van den spiritus. Tengevolge van deze opvoerin-' van den acciins is het verbruik san gedistil- 'eerd oer hoofd in ons land tot ongeveer -ie helft gedaald, zoodat het Ruk geensrinr het volle voordeel van deze laatste accüns- verhooging in den vorm van meerdere in komsten geniet. Om al deze bezwaren te ontkomen, is he' his in hoo*e mate gevenscht de belastin gen zoo spoedig mogeli'k te verlagen, Mna- -ht kan e!!»en geschieden, wanneer Pers' het totaal der uitgaven van do Staatshe- groofing door een deugdelïike bezuiniging verminderd is. Want als men zonder dit d" belastingen Verlaagt, dalen de inkomsten zoodat de bcg-ooting wee» z-1 stuften met een tekort, dat den gulden bedreigt. Gistermiddag vergaderde de gemeenteraad onder voorzitterschap van den burgemeester. Allereerst komt in bewerking het voorstel van den heer v. d. Schaar, om de kosten van ontsmetting van poederen en woningen doo- de gemeenschap te doen dragen, over welk voorstel in de vorige vergadering de stemmen staakten. Het voorstel werd thans aabgenomen met 12 tegen 9 stemmen. f Na langdurige discussie werd bij stemming besloten ten behoeve van den keuringsdienst een auto aan te schaffen. Voortgegaan wordt dan met de behandeling varr de gemeentebegrooting. Bij den post onderhoud van wegen en voetpaden gaf de heer ten BROEKE B. en W. in overweging, hun aandacht van de on- beharde wegen te schenken. Hebben B. en W. da*rvoor geen arde» systeem De heer ROELSE vestigde de aandacht op den onhoudbare toestand op den Engel- mundusweg waar geen vuilnis wo»dt opge haald, te-wiil de heer VISSER den Schulpweg ter sprake bracht, die dringend verbetering vraagt. De lieer LANGENDITK meende, dat de toestand al zeer veel verbeterd zou worden, wanneer e- een.verhoogd voetpad zou worden aangebracht. De heer SLUITERS noemde o.a. de Voor- nlaats, terwijl de heet ZWANENBURG op den Grooten Hout of Koningsweg wees, die eveneens verbere-inp behoeft. De heer VERMEULEN zeide, dat be- 1 fcr hebbenden ook mmaar eens moeten too- :e", dat zij er iets voo- over hebben. Wethouder TUSENIUS antwoordde, dat men de huiseigenaren er op zou kunnen wijzen, dat bij een goede straat dekhuizen, welke er zullen komen, in waarde stijgen.De hrisrigenaren zullen hun belang dan wel be- gri-'per. Wethouder DUNNEBIER zeide ten aan zien van den Schulpweg, dat men'van te voren wist, dat men bouwde ?an een zandweg. Een verkeersbelang is er niet mee gemoeid het is alleen een belang voor de bewoners. Spr. voelt geen vrijheid om voote kapitalen te besteden voor dezen weg. Hij zal op de ge wone manier worden onderhouden. Wat het systeem voor verharding van wegen betreft, men zou eerst een wals moeten heb ben. De heer SCHUITEMAKER stelde voor met de eigenaren van de perceelen aan den Schulpweg te onderhandelen over een bij drage in de kosten. De heer DALMEYER stelt een motie voo», waarin de commissie van openbare werken wordt opgedragen een plan van alle weven te ontwerpen. Het voorstel van den heer Schuitemaker wordt aangehouden. Het voorstel van den heer Dalmeyer wordt verworpen, nadat Wethouder DUNNEBIER er op had gewezen, dat het voo-stel overbodig is, nu de aanschaffing van een wals in han den van de commissie is gegeven. Daarmede is de kwestie van de grindwegen annex. De post wordt hierna goedgekeurd. Bij den post onderhoud bruggen en over- z tveren spreekt wethouder TUSENIUS o ver de stichting van een veer naar de Brees- lap. Wethouder DUNNEBIER wijst er op, d t de bewone~s daar, op Wijkeroog terecht kumen voor onderwijs e.d. De stichting /an den veer aqht spr. ove-bodig. De post wo-dt goedgekeurd. Bij het hoofdstuk Ooe"baar U.L.O. ves- •igde de heer LANDEWEERD de aandacht op de behoefte van U.L.O. te Santpoort. Bij den post kosten van schoolfeestjes en schoolreisjes, gaf de heer Roelse in over weging in het volgend jaar met een hooger anting van dezen post te komen. Wethouder TUSENIUS antwoordde dat tan de schoolhoofden binnenkort een zeker som zal worden gegeven, welke zij naar eigen goedvinding vcor dit doel kunnen besteden. Bij de post schoolvoeding en kleeding zeide de heer Schilling, dat de onderwijzers en niet de schoolarts, behoort te bepalen welk kind hiervan gebruik zal maken. De heer LANDEWEERD wees er op dat de onderwijzers ten allen tijde het recht heb ben de aandacht van den schoolarts te ves tigen op de kinderen, die naar hun n eening voor voeding of kleeding in aanmerking ko men. Bij het hoofdstuk „Nijverheid en Onder- wiis" verzocht de heer Schuttemaker in de commissie voor onderwijszaken de moge-1 der „Vereemging voor Chistelijk Volks- lijkheid te bespreken, om aan de Visscherij- j onderwijs te Velseroord, geméente Velsen, school een opleiding voor len stuurman te verbinden. Dit zou in bet belang zijn van jongelieden uit den rrinder gegoeden stand. De heer VERMEULEN wijst er op dat we hier een Visscherijschoo! en geen Zee vaartschool hebben. Wanneer we hier wer kelijk behoefte hebben aan een zeevaart school, dan meet zij ei' komen. Het doel van de visscherijschool mag niet in het gedrang komen. Volgens den heer SLUITER ligt het wel on den weg van de remeente om de Vissche rijschool uit te breiden met een inrichting voor zeevaart-onderwijs. De heer v. d. SCHAAR vreest in de toe komst een vlucht naar de groote vaart. Ree- ders-vereeniing en Onderwijscommissie moeten sarren',ver!.en om de visscherij op peil te houden. Volgens snr. is er geen be zwaar om bij de visscherijschool een cursus van de zeevaart onder te brengen. Wethouder TUSENIUS zegt dat de vis scherijschool een kwijnend bestaan leidt, omdat de leerlingen aan het diploma nor zoo weinig hebben. Alles rrxet echter in het werk gesteld worden om deze mooie inrich ting te behouden. In de toekomst zal het diploma dan ook wel vereischt worden. De stichting van een zeevaartschool is een aparte zaak, waarvan de noodzakelijkheid nog altijd besproken wordt. Bij den post vermakelijkheidsbelasting, betoogde de heer SCHILLING, dat deze belasting te zwaar drukt op de inrichtingen. Er is een groot gebrek aan vergaderlokalen; wanneer men de exploitanten van de be staande lokalen nog meer moeilijkheden in den v;eg loopt, zullen ook deze verdwijnen. Spr. noemde eenige voorbeelden van de toepassing van deze belasting. Spr. zou geen voorstel doen tot verlaging maar dron? op een soepelen toepassing aan. De VOORZITTER antwoordde, dat in verscheidene gevallen door den heer Schil ling genoemd, de exploitanten beter hadden moeten meewerken. De post wordt goedge' eurd. De overive rmnten gaan vervolgens op enkele uitzonderingen na zonder discus sie onder den hamer door, waarna de be grooting met algemeens stemmen word; goedgekeurd. Gas voor verwarming. Aan de orde komt het voorstel tot vast stelling van den gasprijs voor verwarminr' of voor verwarming en huishoudelijk ge bruik bij afname van gecontracteerde hoe veelheden. Huize „Velserbeek". B. en W. stellen voor in te willigen het "erzoek van J. Hegger, om den huurtijd van h t doorhem gehüurde hotel „Velserbeek" :.a. te willen verlengen, tegen een jaarlijk- schen huurprijs' van f 4Ö00. Aangehouden. Plaatsing vacanticverblijf. B. en W. stllen voor, aan de veleeniging „Oosterspeeltuin" te Amsterdam, toestem ming te geven voor de plaatsing van een va- cantieverblijf op een terrein, gelegen aan den Groeneweg, nabij den spoorwegoverbrug, buiten het park „Velserbeek." Goedgekeurd. Verkoop grond. B. en W. stellen voor, aan A.Redelijkheid te IJmuiden voor de song van 2592.te verkoopen een stuk grond, gelegen op den hoek van den Driehuizer-Kerkweg en den Rijksstraatweg. Goedgekeurd* Ruiling van grond. B. en W. stUen voor, met de provincie Noord-Holhnd een ruiling van grond,gelegen te Jan Gijzen vaart aan te gaan. Goedgekeurd. Stichting Bijzondere School. Op 17 November 1925 is van het bestuur een aanvrage ingekomen, om de benoodigde gelden uit de gemeentekas te verstrekken voor de stichting van eene bijzondere lagere school aldaar. B. en W. stellen thaits voor, de gevraagde medewerking te leenen en het gebouw der voormalige nijverheidsavonischool voar Am bachtslieden te Velseroord, nadat dit voor het geven van lager onderwijs geschikt zal zijn gemaakt, aan het bestuur der „Ver- eeniging voor Christelijk Volks-onderwijs te Velseroord, gemeente Velsen" in bruik leen e geven, w ermede genoemde bestuur, nlsmeue de Inspecteur van hetjL. O. genoegen heeft genoemen. De heer ROELSE stelt voor, het onderzoek naar de waarde van de handteekeningen der ouders als regel te doen plaats hebben. De heer VERMEULEN komt hiertegen op. Er bestaat geen enkele aanleiding voor dit onderzoek. Wij hebben hier geen le en 2e klasse burgers, aldus spr., door dit onder zoek wordt een deel der rechtsche burgers gekrenkt. De heer ROELSE zegt, dat hij de rechtsche burgers niet wil krenken. Bij andere ge legenheden is wel eens gebleken, dat ouders hun handteekeningen terugnamen. Weth. DUNNEBIER heeft geen bezwaar tegen het onderzoek, maar het is spr. bekend, dat Ged. Staten de resultaten van dat onder zoek naast zich neerleggen. De heer LANDEWEERT betoogt, dat her onderzoek zijn nut kan hebben. De heer HOMBURG, heeft bezwaar tegen den regel. De hedr VERMEULEN verklaart, dat, wanneer er een bijzondere aanleiding be staat, hij geen bezwaar zou hebben, tegen het onderzoek, ja, dat hij het zelfs zou wenschen. wanneer het een gegronde klacht betreft. Wat de heer Roelse echter wil is:aan de ouders vragen, of zij, toen zij hun handteekening zetten, het wel genteend te hebben 1 En ook dit zou aan de zaak niets veranderen, omdat het onderzoek alleen maar vraagt,of de hand teekening wettig is geplaatst en of er geen malversaties zijn gepleegd. Het voorstel van den heer Roelse wordt hierna in stemming gebracht én verworpen. Dr. VISSER verklaart, hierna, dat zijn fractie aanvankelijk vóór de voordracht van B. en W. had willen stemmen. Nu de rechtsch leden het onderzoek onmogelijk hebben ge maakt, zal zijn fractie tegen het voorstel om medewerking te verleenen voor de stichting van de bijzondere school, stemmen. De voordracht wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen. Wegverbreeding. B. en W. stellen voor eenige strooken g ond om niet aan te nemen, ter verbree ding van den IJmuiderstraatweg en de Ra- telstraat te Velseroord, In bruikleen. B. en W. stellen voor aan den Kerkeraad Gereformeerde Kerk te IJmuiden vergun ning te geven het gebruik van 2 lokalen van school B. Aangehouden. Vergoeding reiskosten. B. en W. stellen voor art. 32 van het regle ment voor de instellingen van Maatschap pelijk hulpbetoon bepalende dat in geen ge val door de le en van genoemde instellingen reis- en verblijfkosten voor reizen binnen de gemeente in rekening mogen worden ge bracht, in te trekken. Goedgekeurd. 1 bedaart spoedig door gebruik van een pa** Mijnhardt's Kecfdpijntabk ttcn. Glazen buisje 60 ct. Eij Apath. en Dicgistea Onderwijszaken. B. en W. bieden ter vaststelling aan een regeling omtrent de belooning uit te keeren aan onderwijzers aangewezen voor het ge ven van vervolgonderwijs aan de O.L. Scho len. Tevens wordt ter vaststelling aangeboden, een regeling, omtrent de vergoeding aan de Bijzondere Schoolbesturen voor vervanging van vaste leerkrachten bij ziekte e.d. Aangehouden. Eervol ontslag. Wegens onvoldoende deelname is hef gymnastiekonderwijs aan de Visscherij school sinds 7 September 1925 gestaakt. In verband hiermede stellen B. en W. voor aan den heer PI Dijkstra eervol ontslag te ver leenen als leeraar in de gymnastiek aan d* Visscherijschool. Aangehouden. Woningbouw. B. en W. stellen voor hen te machtigen om, na bekomen goedkeuring van Gedepu teerde Staten en den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, op te dragen t o. den bouw van 83 woningen te Velser oord en Wijkeroog aan de firma Gebr. van Rijswijk te Haarlem b. den bouw van 99 woningen t« Vel seroord, Santpoort en Jan Gijsenvaart aan M. Fokkens te Groningen volgens de daarvoor opgemaakte bestek ken met bijbe.ioorende teekeningen en voor zooveel noodig met zoodanige bezuinigin gen en veranderingen, dat de kosten per wo ning, alles inbegrepen, niet meer zullen be dragen dan f2400. Wijziging straatnaam. Van de heer MAAS c.s. was een voorstel ingekomen om den naam Frans Naerebont- straat welke gegeven is naar een gedeelte van den Ve'a rduinenbuurtweg, in te trek ken en te geven aan een andere straat of aan te leggen straat in de gemeente. Dit voorstel werd in handen van B. en W. om advies gesteld. Na rondvraag werd de vergadering ga- sloten. Uivoering. Woensdag 20 Januari sal een uitvoering gegeven worden door bet Muziekkorps „Kunst na Arbeid", in da zaal van „Oud Berg en Dal", ten bate van het Bouwfonds, voor het Muziekkorps, Te vens wordt gevoerd het blijspel. Het hul* met de commensaals". Het beloofd een reuze-avond te worden. Personalia. Onze plaatsgenoot, da beat de heer L. M. Zwikker, elaagde bij het ga- houden examen aan de Industrie-school t* Amsterdam als bouwkundig teekenaar, -j» A. s. Zondag 17 Jan, lezellen Vereeniging alhier voor hare leden an Feesf verjra d ering houdt de St. Joe. een feeslvergaderina dame» De R. K. Gem. Zangver»eniging St Ca*, cilia, alsmede de tooneelclub St. Gerar. Maj. zullen dezen avond oulu steren. Alle leden hebben vrijen toegang met hun hmsgenoo'en beneden 16 jaar. Er gaat haast geen dag om of er wordt gevraagd door veie Christenen omtrent cre matie, omtrent het voor erl hel tegen der varassching. Blijkbaar verontrust dit vraag stuk vele gemoederen, rijst er onrust er. twijfel in de geesten aangaande een gebruik dat zich met den dag onder ande-s- denkenden verbreidt en dat door zijn sensationeel karakter de nieuwsgierigheid van velen gaande maakt. Over dit zoo actueele vraagstuk bestaat er uitstekende Katholieke voorlichting. De meest bekende is wel de beknopte bro chure van Prof. Groenen, welke destijds In de Apologetische Canisius serie verscheen. Ook kan men raadplegen het niet minder verdienstelijk vlugschrift van Pater Bolsius S.J. In beide brochures zal men vinden alles Wat men over het vraagstuk dient te weten «n ook de redenen, waarom de Kerk de Ve-assching verwerpelijk acht. Heden wil ik de aandacht vragen voor •en gezaghebbende behandeling van het zelfde vraagstuk, maar van geschiedkundig Standpunt, die meestal wordt vergeten, of Weinig de a ndacht bnzer lezers t»eft. Ik be doel de bladzijden die door Dr. Jos. Schrij- aen daarover gepubliceerd zijn in zijn pracht werk: „Uit het leven der Oude Kerk". Wellicht hebben enkele belangstellenden «it prachtwerk geraadpleegd. Het omvat «en uiteenzetting van de voornaamste Vraagstukken der Christelijke Oudheid er behandelt aldus in verschillende hoofd stukken het geloofsleven, het privaatleven, het Rechtsleven, het taalleven, het bedrijfs leven, en ten slotte het wetenschap- er kunstleven. In het hoofdstuk gewijd aan het Privaatleven gaal Dr. Schrijnen de histori sche gronden na, waarop de Kerk steunt öm de crematie te verwerpen. Hoe interes sant, hoe leerrijk is deze beschouwing en boe kunnen wij eens te meer constateeren, dat de Kerk in hare uitspraken over zede- J en 2ebruiken steunt op een eeuwen oude ervaring, die de beste waarborg is barer wijsheid. Na de vroegste gebruiken over lijkbegra- Ving 2n verassching te hebben uiteengezet vervolgt Dr. Schrijnen: moeten bij de eerste christenen het ee van begraven scheiden van de techni sche uitvoering, althans aanvankelijk; na derhand heeft de technische uitvoering wei ght het idéé beïnvloed. De techniek amen de oude christenen ten deele van heidensche Columbaria over, met name d r dekoratie! betreft, en verder van 7*j bfrusker», maar toch vooral van de Joden: Palestina was het land der kloven spelonken bij uitstek, en inderdaad vin- en wij daar niet alleen de grafkamer met "•l «arkbfaaggraf, maar ook het schuifgra.' T" zink graf, zelfs het systeem van meer- •re verdiepingen, wanneer 't rotsgraf voo- •n geheele maagschap was bestemd. Bo- •ndien zijn de Joodsche katakomben te ome van de Christelijke, wat betreft haar "«tractie, haait niet te onderscheiden, p e" heeft wel een» beweerd dat ln de vond*8"1*0'1' Columbaria aschurnen zijn ge- .®n' v®n christenen afkomstig, en dat S vallen van lijkverbranding bij de Christe- wnüi w 3e en 4e eeuw zouden bekend Maar dit i« een dwaling, Waarom hielden nu de oude christenen vast aan het idéé van begraven? Waarom waren zij gekant tegen de lijkverbranding? Dr. Schrijnen onderzoekt dit eerst aan dc hand van de romeinsche schrijvers en van de monumenten uit de eerste eeuwen en wijst op het bekende antwoord van Octa- vius aan Caecilius, dat de christenen niet bevreesd zijn voor verbranding omdat het lichaam, alhoewel ontbonden, voor Gods oog blijft bestaan, maai^ dat de christenen de oude en betere gewoonte van het begra ven in praktijk brengen. Ook Augustinus kent slechts het beg-a- ven. Hij schrijft in zijn Godsstaat: Men mag Ae lichamen der gestorvenen en vooral van de rechtvaardigen en geloovigen, waarvan dc H. Geest zich met eerbied bediend heeft als Zijn organen en vaatwerk tot elke goede handeling, niet gering achten en wegwerpen Hoe kwamen de oude christenén aan dit oordeel, dat beg-aven beter was en ook minder wreed? vraagt nu Dr, Schrijnen. Dt schrijver antwoordt hierop: De Semitische volkeren kenden het verbranden niet. De christenen erfden van de Joden èn het be graven èn den afkeer tegen de lijkverbran ding; en deze erfenis aanvaardden zij te lichter, misschien ook als iets dat hun meer christelijk scheen, omdat Christus immers zelf begraven was. Nog andere beweeggronden kan men aan halen: Ten eerste, de christenen hadden een afschuw van „het verbranden, omdat hun dit met heidensche gebruiken nauw scheen samen te hangen. Ten tweede Christus was opgestaan uit het graf en zoo zullen ook de lichamen der' rechtvaardigen glorievol uit het graf verrijzen. Zonder dat de ter aardebestelling nu bij het dogmatische de opstanding betrokken weri nen wijdt hier breedvoerig over uit vormde het graf toch een orde van gedach ten en uitdrukkingen, een bijbelsche ter minologie, die op de opvattingen der oude christenen haar uitwerking niet kon missen. Deze terminologie en voorstellingskring om vatte ook beelden, aan het beg-aven ont leend, die geen zin meer hadden bij het verbranden. Herhaaldelijk ontmoeten wij in de oudchristelijke grafschriften uitdrukkin gen als deze: hij slaapt, slaap in de sluime ring des vredes, hij rust, rust in vrede. Wij zien dat de dood hier is voorgesteld als een slaap, vanwaar ook het woord „Coe- meterium dat bcteekent slaapplaats. Deze beeldspraak wordt ook door Christus zelf gebruikt wanneer Hij zegt bij Marcus V 39: „het kind is niet dood, maar slaapt," en i A 11.'Onze vriend Lazarus s.aapt. Ook de rl, Paulus spreekt van -fdormire' als doodslaap. Ten derde: dc oud-christelijke symbolen vertolken alle de reddingsgedachte. Ner gens vindt men de idéé der vernietiging uitgedrukt. Bovendien vertolkt een bepaal de groep in het bizonder het dog ma der opstanding. Vooreerst de opstanding van Christus. Deze is zeldzaam, omdat daarbij het historisch moment te zeer op den voor grond treedt, dat eerst met Konstantijn en den kerkvrede doorbreekt. Vooral komt de Jonascyclus voor, door Christus zelf met de verrijzenis in verband gebracht, doordat Hij «preekt van „het teeken van Jonai den profeet Dan komt het visioen van Eze- chfël, waar wij de beenderen zich weer zien samenvoegen tot den vorm van een mensche- lijk lichaam. Eindelijk is er dc opwekking van Lazarus, zoo veelvuldig ln d» oudchris- van - Dr. Schrij- teii,'ke symboliek, waar wij Lazarus, in de doodenwade gewikkeld, uit zijn graf zien te voorschijn treden. Al deze verrijzenissymbolen, die wijzen op een opstanding uit het graf, zouden na derhand, in de kunst uitgebeeld, bij een lijkbezorging door verb~anden kwalijk meer gepast hebben. Met het vasthouden aan de bijbelsche beeldspraak ging het vasthouden aan de beaarding hand aan hand. Dan is er nog een laatste punt waar Dr Schrijnen op wijst, namelijk op ieti, dal eigenlijk meer leidde tot bestendiging var. het eens ingevoerde gebruik. Petrus en Paulus waren evenals Christus begraven, de eerste christenen werden begraven; en omdat nu ook de christelijke lijkbezorging met de rclegie, met den kultus in verbin ding trad, ging het gewijde karakter der lijkbezorging in de opvatting der eerste christenen op de wijze van behandelen zeil over. Het lijk werd nu gebalsemd. Dit bal semen kreeg van meet af aan een symbo lische beteeKenis: het beduidde dat de ge storvene als goed christenstrijder het leven laad verlaten. Naderhand ziet de H. Chry- sostpmus in den nieuwen zweetdoek een voorafbeelding van het gewaad der onster felijkheid; en ook weer, toen hel gebruik van den krans het pleit gewonnen had, zag inen gaarne in den laurier het zinnebeeld van het eeuwig voortbestaan der ziel. Nog wijst Dr. Schrijnen op de oudchristelijke •Jewoonte om bij het lijk te bidden, het *e bewierooken, den doode mee te geven wat hem dierbaar geweest was tijdens zijn le ven, en ten slotte op de gewoonte om het lijk in sarkofaag of schuifgraf te bergen, het hoofd gericht naar het Oosten, dc hemel streek van het paradijs, het land van de verrijzenis van Christus. Nog op een ander niet minder belangrijk gebruik vestigt Dr. Schrijnen de aan dacht, en wel op het gebruik dat ontstond in de tijden van vervolging, om de lichamen der martelaren, die hun lichaam voor Christus hadden geofferd, niet van Christus te scheiden aan het al taar. Met name werd het H. Misoffer op de graven der martelaren opged-agen in tijden van vervolging en zoo groeide ook door de traditie der vervolgingstijden het systeerr van begraven in de opvatting en waardeering der christenen dermate met wording en ge schiedenis van het christendom en met de godsdienstige handelingen der eerste tijden samen, dat het voortaan als onaischeidelijk gold. Dr, Schrijnen komt aldus tot deze slot som. De oude christenen achtten het begraven beter en waardiger. Dit was slechts een waardeeringsoo-deel (want met het dogma der verrijzenis houdt de begrafenis volgens aard en wezen geen verband) maar dil waardeeringsoordeel was volkomen natuur lijk en verklaarbaar, daar het wortelde in het voorbeeld van Stichter en apostelen, in geheel de bijbelsche terminologie, in dc symboliek, de kunst, de liturgie en den martelaarskultus, en daar het was samenge groeid met de praktijk gedurende het tijd perk der katakomben. Bestond er ondanks den nauw-klemmen- den band der christelijke traditie de moge lijkheid, dat men de lijkbezorging door ver branding zou hebben aanvaard? Dr. Schrij nen gelooft dat die mogelijkheid theoretisch niet uitgesloten was, omda^ de verbranding niet met het ontkennen der onsterfelijkheid verbonden was. Maar er waren omstandigheden, die dit beletten. Vooreerst het feit dat, zooals blijkt uit het antwoord van Octavius, de heidenen of althans sommigen hunner, het verbranden tot iets soecifiek-heidenscb maakten. Daar is echter nog een andere meer doorslaande reden, namelijk dat de heidenen van de lijkverbranding een agita- liemiddcl maakten tegen de christenen. Zij verboden de begraving, omdat zij de over levenden wilden berooven van het troos tend bezit der relikwieën en van te bidder cn de H. Geheimen te vieren op het gra! yan den martelaar. Om deze redenen ver- orandden de heidenen de lichamen'dei christenen, verstrooiden zij hun asch, of gaven hunne lijken ten prooi aan de wilde «lieren. Reeds in het Martyrium S. Polycarp. lezen wij, hoe de Joden den gouverneur waarschuwden, toch niet het li,k aan dc christenen af te staan, „want anders zullen rij beginnen het te vereeren". De christe nen van Lyon en Vienne beklagen zich in een brief aan de kerken van Azië, dat dt heidenen de lijken der martelaren verbrand en de assche in de Rhóne hebben geworpen en verstrooid. De overblijfselen der marte laren van Nicomedië werden Opgegraven en in zee geworpen, opdat men hun geen eer eou bewijzen in hun graven. Talrijke mar telaarsakten vermelden hetzelfde feit. Vooral het agitatorisch karakter van het verbranden zal het verzet der christenen ten gevolge gehad hebben. Van dien tijd af werd het verbranden, dat de heidenen met *oo wreede bedoeling hun aandeden, als specifiek-heidensch totaal door de christe nen geweerd. Zijn de toestanden sinds de eerste chris tentijden veel veranderd? Zit niet bij dc lijkverbranding de gedachte voor van totale vernietiging, van ontkenning der opstanding? en stoot niet steeds de wreedheid, de ruwe hardvochtigheid der mishandeling van hel wezen dat wij zoo lief hadden in het leven, ieder weldenkend en menschelijk-voelend wezen af? En komt er bij al deze doorslaande rede nen, door traditie en gezond verstand ge staafd, niet een andere voor, even belang rijk, uit de heidensche ruwheid van onzer tijd geboren? Ik bedoel de officiëele ont kenning van de waarde van het individu? Wat is een mensch in onze heidensche maatschappij anders dan materiaal? Bruut materiaal, dat slechts geschat wordt naar zijn verhandelbare waarde? De waarde van het menschzijn die door de antieke kultuu: nog eenigszins verdedigd en verheerlijkt werd, is van geen tel meer in onze machine- wereld. Hoeveel menschen zijn niet terug- gestooten uit werkplaats of fabriek b.v. omdat men meer had aan een machine, omdat deze bruikbaarder was en meer ren- deerdel Het gevolg van zulke miskenningen van menschelijke waarde om niet van de gevolgen van den oorlog 'te reppen kan men overal vinden, in het zinken van het peil der zedelijkheid, der beschaving, der wellevendheid, in treuriger feiten ook zoo als in de verspreiding der lijkverbranding. !ie wijzen op een uitsterven van essentieele waarheden, die steeds den mensch en de samenleving veredeld hebben en het geluk der maatschappij verzekerden. Indien de eeuwenoude afkeuring der lijk verbranding door de kerk nog meer bewij zen noodig heeft, laat de ervaring der laat ste tijden, de treurige toestand onzer „prac- tische" eeuw, een afdoende reden zijn om op hare wijsheid te vertrouwen en haren heilbreagenden raad te volgen. JOS, VANDER VELDEN. Onze nieuwe buitanlandsch* bladen. Januari bracht, als tegenwicht voor den aankoop der talrijke romans, waarmede de R. K. O. Leeszaal en B.'bliotheek het oude aar bes'oot, ook een groote verandering op de leestafel aldaar. Niet alleen werd het aantal geïllustreerde week- en maandbladen uitgebreid, maar tevens werden er abonne menten genomen op buitenlandsche couran- !en, als bijv. het groo'.ë Duitsche dagb ad „Köllnische Volkszcitung", „The Universe," hét katholieke weekblad van Engeland, de Standaard een katholiek Vlaamisch dagblad, en La Vie Ca'.hoüque, het Fransche week- b'ad voor katholiek leven. Dit alles wijst ■vel op de onvermoe de energie, waarmede getracht wordt de Bibliotheek omhook te werken en n.euwe richtingen te brengen. Hoe nuttig het bezit van dergelijke bla den is, bewijzen wel de interessante artike- 'ea, juist ook op letterkundig en zedelijk gebied, voornamelijk ook in de bijlagen. Daar het begrijpelijk is. dat niet» ieder- s een m staat is, geregeld in de blbüo'heek ze>f die kranten ;e lezen, zullen we stel.ig met nalaten, de lezers zooveel mogelijk op de hoogte te houden, Wi) zul'en beginnen met het belangriyke artikel, gepubl.ceerd in the Universe, en gewijd aan een gedachte, die heel wat menschen nu bezighoudt en waaraan heel wat boeken zijn gewijd (o.a. het bekende boek van Dr. Bopp.: Psycho- ia!yse en kath, opvoedkunde!, hetwelk reeds door vele lezers is aangevraagd. De Universe schrijfti De nieuwe theorieën over psycho-analyse en de psychologsche beginselen, die eraan ten grondslag liggen, beginnen meer en meer bekendheid te krijgen. Eenigen tijd- geleden werd er een gerechtelijk onderzoek ngesteld op het lijk van een jong en veel belovend meester in de rechten, 23 jaar oud, d:e ze finoord had gepleegd, door uit zijn slaapkamer-raam te spr.ngen. Zijn vader had hem meegenomen naar een bekend psycho-anal st, die werkzaam was in een van de groote Londensche ziekenhuizen. Maar •ie analyse, die de patiënt onderging werk te niet genezend zooals moest. Integendeel, zij bracht een ziekelijke zelfanalyse te weeg. De jonge man deed, juist door ziin onder bewustzijn bloot te leggen, zijn geest kwaad. We! kwamen er natuurlijk nog andere oor zaken bij, maar zijn eigen doker bevestig de, dat de eigenlijke oorzaak in de psycho analyse school, dat de behandeling, die op hem toegepast werd, hem gedegradeerd had. Waarom hij zoo ongelukkig was. zoo'n diepe minachting voor zich zelf had, aan wat voor droomen en opwellingen zijn geest onderhevig was, is onbekend, ai'een het feit van zelfmoord, ten gevdlge van zelf-analyse b'ijft bestaan. Bekend is de theorie, die in staat is zoo'n men'.a'iteit te scheppen en hoe hoog zij in et-re is bii de psveho-ana- lystcn; n.l. dat onze handelingen gcrege'd worden „door het libido", om het technisch woord te gebruiken! ,de lusten". Onze droomen zouden geregeerd worden door een zmnelijken drang, waarvan de kunst de symbolische uitwerking is en godsdienst de projectie in een andere sfeer. Hoe kan dan de hoogste van Gods schepselen, de mensch, zich anders dan vernederd voelen bij zulk een theorie en als gevolg den drang gevoe len, de wereld van zoo'n afschuwelijk we zen te bevrijden. De jonge rechtsgeleerde paste logisch de theorie van Freud toe en handelde er naar. Dat de theorie echter in een beperkt aan tal gevallen ook goed kan doen. is waar. De mensch is een dier. heeft de organen, dia da dieren kenmerken, en is ln zekere mate onderhevig aan aandriften, die af hankelijk van een persoonlijk verleden zijn, al naarmate zij op eemgcrlei manier zijn aangewend. Maar de mensch is niet alléén een dier, en alleen onderhevig aan opwellingen va» één eoort, die in z.ch zelf niet verlagend zijn. De verlangen» die ontstaan, zijn, hoewel ze slecht kunnen worden, op zich zelf veelal goed. Maar in den mensch leeft ook een ander en een hooger beginsel, dat mot van menschelijken oorsprong ia, maar zijn bestaan dankt aan de scheppende daad van God. Door deze gave van verstand «n vrijen wil is de mensch verheven boven den staat van gewoon dier. kan daardoor hooge idealen vormen en kan zooals Plato dit al eeuWen geleden wist, de opwelLngea van zijne lagere instincten beteugelen. Ze ker is er een val geweest fde vel van den eersten mensch) waardoor de vrijheid va» den mensch verminderd is. zooals de Kerk ons leert, en ook de psycho-analyee aan toont. Maar God liet de menschen niet achter zonder eenige vrijheid, integendeel. Hij schonk ook de midde'en om z ch in hun vroegeren hoogeren staat te herstellen. Da ware leerstelling van het hoogere beginsel m den mensch. van ziin Goddcliiken oor sprong en van de mogelijkheid om door dia genadem dde'en boven zijn gevallen staat uit te komen, is toepasselijk op de alge- meene evolutieleer en de loopende theoria over den oorsprong van zekere ziekelijke en pathologische geestestoestanden. Het troost rijke van die leerstellingen :s nu juist bij het ana'yseeren 'dat men wel d« slechte hoe danigheden van den mensch b-ootlegt, maar tevens hem wijst op die Goddelijke hulp middelen, waardoor betenschap zelfs ln da ergste gevallen mogelijk is. Als men da waarheid omtrent God en Mensch. welk* het Kathol eke Geloof verstrekt echter niet kent, dan kunnen de practische gevolgen van psycho-analyse, zoowel als van evolutie theorie den mensch slechtli neerhalen, zijn hoogere idealen te n et doen. zim moreel peil verlagen en ten slotte slechts wanhoop in hem wekken. Toch zijn de meeste psycho- analysten niet op de hoogte van deze waar heden. Zij on'kennen ze vaak categorisch. Hoe droevig dit alles ook is, de waar schuwing, welke het inhoudt komt niet le laat. Niet a'leen voor andersdenkenden, maar cok voor Katholieken, want zelfs WJ hen zijn gevallen bekend, dat zii tevergeefs aan den onzu'veren geest, die hen kwelde, poogden te ontsnappen. Zij lieten op advies van psycho-ana'yslen bun geloof vaak ln den steek, en vielen ten prooi aan de zevaa andere duivels, die hen opwachtten. Laat hen, d e geneigd mcchten zijn, hun lagere natuur en de driften, die eruit voort, kernen, nader te onderzoeken, wel over wegen. dat psycho-analyse geen genees middel is, hoogstens een diagnose, en dat voor al het kwaad, dat zij aldus mogen ont dekken, de eenigste redding is bij God. Men is zeer tevreden Uit Benkoelen: De zon-eclips was volkomen bfj onT»a- wolkten hemel. De heer Millre, van de Swarthmore Expedition, verklaarde: Het was een wondermooie zonsverduistering. De atmosfeer was niet vo'maakt, maar zeer mooi. Wij zijn zeer tevreden. Frcundlich verklaarde: Bij machtig zicht was waarneming mogelijk. Resultaat twij felachtig. De waarnemingen van de zon-eclips be loven zeer goed te slagen. Het is een prach tig schouwspel, de atmosfeer is 'helder, da lucht niet volmaakt, maar goed. De ledes der expeditie zijn zeer tevreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5