Het land van Maas en Waal in sneeuw en ijs. - De huizen storten bij dozijnen in. Herstel van geteisterde woningen. Uit bewogen dagen. Derde Blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Zaterdag 16 Januari 1926 LEGER EN VLÓÖtT" Ellende rondom Leeuwen. Betere toestand in Druten. De IJsel 4 c.M. gezakt. Geleidelijke val van de Maas en de Waal. Was van de Maas in Limburg. Raadgevingen na de over stroomingen. Een woord der Koningin. Te Leeuwen-Beneden, Leeüwen-Boven en Wamel. Betere toestand in Druten. Besprekingen te Nijmegen. De IJsel 4 c.M. gezakt. Geleidelijke val van de Maas en de Waal. Ook Limburg nog steeds in het water. De stand van den Rijn. Telegram R.-K. Steenfabrieks- Arbeidersbond aan den Minister van Arbeid. De algemeene overwerk- ver gunning. Eenige raadgevingen na de overstroomingen. Een woord der Koningin. De vechtdijken in orde. Het land van Maas en Waal m t ïjs. Troostelooze aanblik. De toestand in de dorpen. Rondom Ctiyk. Herstel van geteisterde woningen. De gift van Z. H. den Paus, Nogmaals, uitstel indien noodzakelijk. FEUILLET ON walersn in het land wel verloren zijn. En tegen den dijk ligt al lerlei huisraad, waaronder zelfs kasten en ledikanten, dat aangespoeld en thans vast- 0 gevroren is. Onafzienbare boomgaarden zijn Men schrijft ons uit Leeuwen-Beneden: mede doQr het .js omkneldi honderden jonge Sedert Nieuwjaar staan alhier evenals in vruchtboomen steken alleen den kop boven geheel Maas en Waal de dorpen onder wa- daar kan n;etg vaa te_ ter. Op het laagst ge egen ge ee recht komen. En van de groote kweekerijen, tot 4 meter water, op het hoogste gedeelte d zich de buurt %.an Wafflel bevindelli 1% tot 2 meter. Alleen de Dorpstraat te u bedolven als ze eerst wa- Wamel is droog. De verbinding van uit Nij- d h wa h ft zich thans megen langs den Waalband:,k is nog intakt e£n f er Van de 5818 inwoners zijn op heden m totaal meer dan 3000 inwoners gevlucht en in Nijmegen, Arnhem, Tiel, Ede en andere' .- plaatsen liefderijk opgenomen. Het water ngen aanbhk. Een nieuwe slag is door hel staat van den Maas- tot den Waaldijk, een «nvajlen, van de W toegebracht aan hel afstand van ruim 2 uur gaans. Nu de drukte toch reeds zoo ongelukkige land. En niemand van wegtrekkende vluchtelingen geluwd is, furft te denken aan wat er nog gebeuren kan men een beter overzicht krijgen van de kan wanneer er ijsgang komt in de Maa. en de Waal en de rivieren, na afloop der vorst periode, opnieuw gaan zwellen. Maar al zou het niet erger worden dan het thans reeds is, dan nog stemt de toestand tot innige deernis met de bewoners van deze zoo zwaar ge troffen landstreek. Want vele weken zullen er mede gemoeid wezen alvorens het Land van Maas en Waal van het water bevrijd zal zijn en langen, langen tijd zullen de naweeën van deze ramp zich bij de opeens verarmde bevolking doen gevoelen. Gisteravond laat zijn alhier ijsvletten aan gekomen, welke heden, bemand met militai ren, naar de door het ijs geïsoleerde dorpen in het Land van Maas en Waal zouden wor den gezonden. Zoo biedt het geheele landschap een treu- geleden schade. Ruim 150 huizen zijn deels totaal vernield, en hebben voor een groot deel zoodanig ge leden, dat zij absoluut voor bewoning on geschikt zijn, alleopstallen dienen geheel te worden afgebroken, de inboedels van alle huizen, zonder uitzondering, hebben niet te schatten schade geleden, zoodat aan alle inwoners, meer of minder schade is toege bracht. Ket binnenwater valt langzaam weg. Sedert vier dagen is de totale val ongeveer 60 c.M. Woensdag was de val slechts 6 c.M. Over het binnenwater drijven daken van huizen, meubels, enz. Alles wordt door de zorg van de militairen en daarvoor aange stelde particulieren opgevischt en op een bepaalde plaats bijeenverzameld. In tal van huizen zijn de binnenmuren ingestort en men kan gewoon door het-huis kijken als of er nooit een binnenmuur in geweest is. De burgemeester heeft bepaald, dat geen enkele woning mag wo-den betrokken, al vorens deze bouwkundig en geneeskundig is bewoonbaar verklaard en dat in de hui zen, die in het water gestaan hebben, niet meer personen aanwezig mogen zijn, dan er in den nacht van 9 op 10 Jan. j.l. aanwe zig waren. In de huizen langs den dijk waarin in het begin van de vorige week 40 tot 5C personen huisvesting fonden, zonder be hoorlijke, ja zelfs met zeer gebrekkige lig ging (slaapgelegenheid), mogen niet meer personen worden opgenomen, dan redelij ker wijze daarin mogen worden toegelaten. Door de zorg van de heeren Bax, Hülsen- bosch en Prins, directeuren van de scheeps werf te Arnhem, en hunne echtgenooten, is te Arnhem een actie op touw gezet, ten einde de geteisterde streken hulp en bij stand te verleenen. Door den directeur van de Stoomboot Onderneming Concordia, is te Arnhem gratis een motorboot ter be schikking gesteld. Door de Kamerleden Bulten, Ridder van Rapard te Tiel en A. B. Kleerekoper is aan het geteisterde Leeuwen een bezoek gebracht. Door maréchaussée, militaire po litie en militairen is gedurende de afgeloo- pen week hjird gewerkt, met opoffering van, de strikt noodige nachtrust. Door hen wer den niet %lleen de menschen van hun hui zen gere$, doch ook het vee in veiligheid gebracht. Ook de reddingsbrigade uit Dord recht heeft hier schitterend werk verricht. Ongeveer 30 stuks groot vee is verdronken Dit wordt door de zorg van de militairen voor menschelijk gebruik ongeschikt ge maakt. Naar Leeuwen en Tiel zijn ongeveer 25GO stuks vee in veiligheid gebracht. Menschenlevens zijn niet te betreuren. Toezicht wordt gehouden op de booten. De personen, die zich naar hunne huizen willen begeven, teneinde have en goed nog te trachten te redden, krijgen een bepaal den tijd om daar te vertoeven. Gere gelde en uitstekende politiediensten wor den op het water gehouden. Het is te ho pen, dat de invallende vorst zal ophouden anders zullen de nog goede huizen totaal stuk vriezen en zullen de fruitboomen groote schade lijden. In Druten blijkt de toestand, wat de hoogte van het wafer betreft, aanmerkelijk verbe- .terd te zijn sinds den hoogsten stand. Het water is daar wel 154 M. gezakt en op den hoofdweg naar den dijk, die geheel onder water heeft gestaan, is nu weer verkeer mo gelijk. Maar dan komen drie dorpen, die in het land van Maas en Waal mede het ergst getroffen zijn en waarin met uitzondering van de hooggelegen kom van Wamel, alles diep onder water of liever onder het ijs zit: Leeuwen, Wamel en Dreumel. Wat een toon beeld van ellende, wat een ontzettende toe stand. Hier vooral heeft men gelegenheid een sterken indruk te krijgen van de ver woesting, welke thans door de vorst is aan gericht aan de woningen. Hier ziet men vlak onder den dijk tientallen huizen, die geheel uit elkaar gescheurd zijn, andere waarin geen venster meer heel is of waarvan een muur stuk getrokken dan wel het dak verdwenen is. Dit zijn nu meerendeels nog betrekkelijk solide huizen. O Hoe moet het, zoo vraagt men zich af, dan wel gesteld zijn met de verder binnenwaarts gelerfen k'einere huis:es. Die moeten wel vrij- Hedenmorgen, om 10 uur zou op het Stad huis te Nijmegen een vergadering gehouden worden van alle burgemeesters der gemeen, ten uit het Land van Maas en Waai met den Commissaris der Koningin in Gelderland, den burgemeester van Nijmegen en den districts commandant dar Kon. Marechaussee, ter be spreking van de maatregelen, welke zullen moeten worden genomen bij terugkeer van de vluchtelingen naar hunne huizen en van het geen verder moet geschieden in verband met den noodtoestand ia de betrokken gemeen ten. Men schrijft uit Deventer: De IJsel zakte in de afgeloopen 24 uur slechts 4 centimeter. De stand is nog 5 M. 90 plus N.A.P. Een en ander maakt, dat de dijkbesturen den toestand scherp in het oog houden, zulks in verband met de kans, dat bij ijsgang voor het behoud der dijken nieuw gevaar zou zijn te duchten. Zooals bekend, kon het Noordelijk gedeelte van Deventer, dat is de wijk buiten den Noorderberg, voor overstroomingen bewaard blijven, dank zij het intact houden van een inderhaast ver sterkte waterkeering, daar opgeworpen door een 150-tal arbeiders, onder leiding van den gemeentedienst der landerijen. Intusschen ziet men hier het voor deze hooge streek ongewone verschijnsel, dat groote ijsoppervlakten zich boven de weilan den uitstrekken. Het ijs is prachtig en be trouwbaar. Te Eefde, in de gemeente Gorssel, heeft men de vlucntelingen, die in de scholen wa. ren gehuisvest, naar hun geteisterde wonin gen doen terugkeeren. Het autobusverkeer kan de maatschappij, die een dienst onder houdt tusschen Zutphen en Deventer, heeft dien dienst tusschen. Zutphen en Gorssel via Eefde en Quatrebras kunnen hervatten. Op het traject tusschen Gorssel en De venter ligt de dienst nog stil wegens de to tale vernieling van den Rijksstraatweg. De Maas en Waal blijven geleidelijk val len. De toestand aan de Waalkade te Nij megen wordt gaaittieweg normaal. De aan legplaats van het veer is thans ook aan den Nijmeegschen oever weer op de oude plaats. Behalve enkele avonden en nach ten, toen het met het oog op de veiligheid van de reizigers noodzakelijk was wegens de nabijheid van de spoorbrug, de overzet ting te staken, heeft de motorpont gedu rende deze hoog-water-periode onafgebro ken het verkeer onderhouden. Ook in Nijmegen en omstreken is heden nacht en vandaag een flink pak sneeuw ge vallen. Uit Roermond wordt gemeld: Vergezeld van den hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, ir. Hungens uil Maastricht, heeft de commissaris der Ko ningin in Limburg, baron Van Hövell tot Westerflier een bezoek gebracht aan het zwaar geteisterde dorpje Ooi, hetwelk nog steeds voor een gedeelte in het water ligt. De ingevallen vorst heeft den toestand aldaar wede-om erger gemaakt. Plet gat in den dijk te Merum is nog steeds niet her steld. De volgende waterstanden worden uit Keulen gemeld: Heiningen 1 M. 47. Kehl 2 M. 50. Maxau 4 M. 46. Mannheim 3 M. 69. Mainz 1 M. 71. Bingen 2 M. 70. Caub 3 M. 10. Coblenz 3 M. 31. Keulen 3 M. 31. Ruhrort 3 M. 15. Wesel 3 M. 63. Emmerich 4 M. 53. Door het hoofdbestuur van den R. K. Sleenfabrieksarbeidersbond „St. Stephanus" te Utrecht, werd het volgend telegram aan den Minister van Arbeid, H. en N. verzon den: „Tot heden nog geen antwoord ontvangen op ons dringend telegram van Maandag Toestand steenfab-ieksarbcidersgezinnen steeds nijpender, mede door geen noemens waardige daling van het water en ingetre den vorst. Opgeslagen en ingekuilde win tervoorraad levensmiddelen in water en on bereikbaar, bovendien onbruikbaar doo" vorst. Overigens geringe voorraad geheel verbruikt. Uitputting der gezinnen voltrekt zich. Toestand allerdroevigst. Gunstige be slissing ten zeerste aanbevolen en wordt nog heden ingewacht." Voorloopig antwoord van het R. IC Werkliedenverbond. Het R. K. Werkliedenverbond zond aan den Directeur-Generaal van den Arbeid het volgend telegram in antwoord op diens voornemen tot het verleenen van een al gemeene overwerkvergunning: „Kunnen ons alleen vereenigen met over werkvergunning voor werkzaamheden, die onmiddellijk noodzakelijk zijn om te voor zien in de door den wate-snood veroorzaak te verliezen en vernielingen. Zijn beslist tegen overwerkvergunningen van verdere strekking. Onze bonden van gelijke inee- ning." Verbondsbestuur: DE BRUYN. Stremming van verkeer. Grave: onveranderd. Zaltbommel: onveranderd. Kraterveer: onveranderd. Hedel: overt^pht per pont. Keizersveer: veerdienst met stoompont. ongeregelde dienst voor alle rij- en voer tuigen. Overtocht per roeiboot 's nachts ge staakt De heer Jacq. Timmermans, rijksveeteelt- consulent te Roermond schrijft in „de R.K. Boerenstand". „Koeien, die in het water hebben gestaan moet men goed warm stallen. Dat wil zeg gen, de stallen wel voldoende ventil'eeren, maar de dieren dik in het stroo zetten. Zijn ze in lang niet gemolken, dan de eerste maal maar half uitmelken; dan na vier uur ge heel uitmelken. Om ze weer spoedig op normale opbrengst te krijgen, doet men goed in de eerste week eenmaal per dag meer te melken dan men gewoon was en de melk tijden gelijk te verdeelen. Goed opletten, dat de vastheid van den mest een normale is. Het allereerste voedsel, dat aan de die ren verstrekt wordt bestaat het best uit goed hooi met een warme zemelslobbering. Is de mest te vast, dan kan men nog wat met slobbering doorgaan. Is hij te dun, dan geve men aan het rundvee de eerste dagen geen groenvoer, geen wortel- en knolge wassen en als krachtvoer wat roggemeel. Minder te drinken geven zou verkeerd we zen, Paarden weigeren in het begin vaak ieder voedsel en vreten slechts stroo. Men behoeft zich daarover in het begin niet on gerust te maken. Zijn koeien, paarden enz. ziek, men wachte niet te lang, om den vee arts er bij te halen. Mangelwortels (voederbieten) en koolra pen, die in water hebben gezeten, hebben nog wel degelijk voedingswaarde. Het best is, ze eerst in gezond water af te spoelen en dan dikwijls om te werken cn in de schuur te bergen, om ze dan nog bij herha ling te kunnen omwerken. Hetzelfde doet men met aardappelep, die in het water heb ben gezeten. Heeft men reden om toch voor rotting te vreezen, dan doet men beter, ze direct door den bietensnijder te jagen en in te kuilen met wat kaf er tusschen. Beter was groene klaver er tusschen, maar die is er nu niet. Flink aanstampen van 't begin af en de hoop direct aan alle kanten en bo venop bedekken met een halven meter grond. Is een kuil met zuurvoer in het water ge weest en is er bijvoorbeeld een gat inge slagen, dan steekt men het buitenste van het zichtbaar voer af, maar roert er niet I verder in, bedekt het gat weer met een halven M. grond en ook die kanten, welke weinig grond meer hebben. Na vier weken kan men den kuil weer openen om te voe ren. Wat gerot is gooit men weg. Is hooi in het water geweest, dan heeft dat meer voedingswaarde behouden dan wanneer bij het maken van gras tot hooi er veel regenbuien op zijn gevallen. Kuil het natte hooi in op 'n wijze als in Duitsch- Iand goed is gegaan. Dus flink aanstampen en per voer hooi 5 L. karnemelk toevoegen. Deze karnemelk verdeelt men natuurlijk zoo regelmatig mogelijk. Heeft men geen karne melk genoeg, dan kan men ondermelk flink met karnemelk aanzuren en laten staan op een warme plaats totdat de ondermelk goed dik is. Vóór het gebruik eerst flink roeren. De hoop weer goed bedekken aan alle kan ten met een halven meter grond. Na zes weken kan men gaan voeren en behoeft dan ook niet meer te vreezen voor besmetting door dat hooi. Natuurlijk zijn algemeene adviezen moei lijk te geven. Daarom wacht ik gaarne vra gen in over speciale gevallen." De commissaris der Koningin in Gelder land heeft Woensdag aan het bestuur van de Bommelerwaard boven den Meidijk, te Zaltbommel, geschreven: Ingevolge opdracht van H. M. de Koningin die met groote vreugde heeft vernomen, dat thans de gevaren voor de Bommeler waard als geweken mogen worden be schouwd. Terwijl Hare Majesteit de geheele bevol king van uw schoone district gelukwenscht met de genadige bewaring voor een groote ramp, wenscht de Koningin, waardeerende de algemeen aan den dag gelegde onver moeide krachtsinspanning en getrouwe plichtsvervulling, aan deze gelukwenschen toe te voegen een woord van bijzonderen dank aan den dijkgraaf en aan allen, die hem in de moeilijke dagen van dreigende gevaren krachtdadig hebben bijgestaan. Ik verzoek ,u het bovenstaande wel ter algemeene kennis te willen brengen. Maar men blijft waakzaam. De corpscommandant Lievens, te Dalf- sen, deelde mede, dat op het oogenblik de toestand vrij kalm is. Door den Rijkswater staat zijn de Vechtdijken tot aan Haandrik geïnspecteerd. Er zijn geen zwakke plaat sen ontdekt. De' wacht blijft echter bezet. De Commissaris der Koningin wenscht, dat het zekere voor het onzekere wordt genomen, en heeft bevolen, dat de bewa king bestendigd blijft. De bruggen loopen geen gevaar meer. Alle brugvakken zijn thans open. 9i Het land van Maas en Waal zoo wordt aan de Tel. uit Nijmegen gemeld - ligt verstard in sneeuw en ijs. Wat voor een week nog dreigend, grauw water was, is thans versteend tot een veld van ijs, dat weer is afgezet met een vredig kleed van sneeuw. In schijn getemd, golft het grijze monster achter de verraderlijke, ijskorst om, en wacht slechts op het oogenblik, dat de boeien door den dooi weer verbroken zul len worden, om opnieuw aan te vallen. Onder het mom van schoonheid werkt nu ook de vorst aan de algemeene vernieling mede. Hei uitzettende ijs krast aan de wan den van de woningen, wringt den bast van de vruchtboomen, scheurt bij het vallen van het water de takken af. De vorst grijpt diep in de doorweekte woningen en barst ze tot puin. De groote woningen weerstaan nog den druk, de klei nere huisjes van keuterboertjes, met lage daken en korte zijmuurtjes, storten bij do zijnen in. Wij maakten heden, om ons op de hoogte van den toestand te stellen, zooals die thans werkelijk is, een tocht door de omgeving van het Land van Maas en Waal. Enkel een voorbeeld van schoonheid, van vrede en rust. De sneeuw heeft de droge landen en de groote ijsvlakten gelijkmatig overtogen met een blank kleed, waaronder zij niet van elkander te onderkennen zijn. Daarin staan langs de dijken, bij Dreumel en Druten, het land in, de huizen, soms laeg, dan weer tot het dak op. De wegen, glad en hardbevroren, zijn in schijn goed. De vorst, samen met het steeds dalende water, hebben om de takken van de hoornen een kantwerk van ijspegels gewe ven, dat van verre gezien als een ragfijne sluier aandoet. Daaromheen -slaan de schot sen van het losgescheurde bomijs. Hier en daar een vogeltje in den boom waar het zijn laatste toevluchtsoord zochttot het stiif- bevroren van den boomtak viel en er om gekeerd aan bleef hangen. Op dit eindelooze sneeuw- en ijsvlak schijnt alles gestorven. Nergens een levend wezen. Een verstarde wereld, waarover een sneeuwjacht gaat Alleen de woningen, die hier eenig ge vaar liepen, zijn ontruimd. Op de dijken is nog wat leven; een voorbijjagende auto, een autobus. Hier een eenzame militair, die niets meer doet. Bij de dorpen mannen en vrouwen die den toestand bespreken De noodstallen voor het vee zijn reeds leeg of opgeruimd. Het vee is vervoerd naar betere oorden, en maakt het over het al gemeen goed. De menschen zijn ook wegge voerd of zitten bij warme haarden in droge woningen bij vrienden, op hoogere plaat sen .waar zij onderdak kregen. Bij de zeld zame ponten is nog vee! verkeer van men schen, die eens naar deze zijde van den dijk zijn komen zien of die terugkeeren. In sommige dorpen, zooais te Beuningen, is het water reeds gezakt, en daardoor zijn ze geheel droog gekomen. Feitelijk wijst niets er hier meer op, dat hier een week geleden nog de schuitjes voeren. Ewijk begint thans droog te loopen. Daaren tegen kan men te Dreumel en Wamel niet eens merken, dat het water gezakt is. Het dorp Wychen is grootendeels droog en uit zijn isolement verlost. Het leven gaat er reeds zijn gewonen gang. De vletten zijn al weg, omdat er niets meer te doen is. Op sommige plekken ram melen de jongens al weer op schaatsen, maaien met de armen op tegen den sneeuw storm. Nog eenige nachten vorst en dan bereikt men alles per schaats. Thans is het overstroomde gedeelte door de vele wakken nog te onbetrouwbaar. De weg van Nijmegen naar Asselt en Gra ve zou reeds te gebruiken zijn, indien er niet een stuk was uitgespoeld. Maar over het al gemeen ligt alles vers. -.rd in het ijs. Dit houdt natuurlijk een groot gevaar in bij plot- sëlingen dooi, waardoor de rivieren weder zullen stijgen en daarmee het water weer in het Land van Maas en Waal zouden voe ren. Het ijs zou breken en gaan kruien en nieu we ernstige vernieling veroorzaken. De meeste afgelegen boerderijen zijn ont ruimd. Er zijn er nog enkele waarin de be woners zijn achtergebleven, doch dat zijn de grootste, en zij liggen meest aan den dijk of bij de dorpen en de menschen hou den contact met de omgeving. De goed gesitueerde boeren hebben allen spek, eieren en kippen in huis waarvan zij goed kunnen leven. Zij vragen wel om voed sel als er een boot of vletsleden komen, maar 't is helaas voorgekomen dat zij bruine boonen weigerden, omdat ze die niet lustten, doch om brood, krenten of meel vroegen! Zij lijden nog het meeste van den kouden wind der laatste dagen en het gebrek aan een stookgélegenheid op zolder. Kolen worden reeds zooveel mogelijk ge bracht. \\an 'n noodtoestand is nergens sprake. Op de Cuyksche heide staan de huizen cog onder water. Eij Mook staat het water aan den spoor dijk nog een meter hoog. Men is bezig het weg te pompen en aldus te achten de tramverbinding te herstellen Wat Balgoy en Neerasselt betreft, waar mede de telefonische verbinding verbroken was, is de toestand stationnair. Men heeft een patrouille uit Grave gezonden, die het medegenomen voedsel grootendeels weer teruggebracht heeft. De boeren zeider; geen behoefte aan voedsel te hebben. Wel aan brandstoffen. Het water was er zoozeer gezakt, dat men er niet meer varen kon. Wat het ij$ en de toekomst nog vernielen zullen, zoo zeide hij, is niet te schatten. Doch tot nu toe beperkt zich dit tot' een aantal oude kleinere woningen. Uit een onderhoud met majoor Kiiler bleek dat, op een driehonderd man na, alle 'militai ren thans waren weggezonden. De verhalen over verhongerde menschen in het verdron ken land, berusten op fantasie, of waren overdreven. Alle boeren beschikken over voldoende levensmiddelen. Blijft het vriezen zoo zijn zij gemakkelijk te bereiken. Overal beschikt men over vlet ten op sleden, die overal heen worden gedi rigeerd waar hulp noodig kan zijn. Zakken de sleden door het ijs, dan drijven de vletten nog. In Bergharen werd alleen gevraagd om wat meel, alle andere voedingsmiddelen waren voldoende aanwezig. Een vletslede werd daarom vanuit Deest daarheen gezonden. De tocht daarheen was wel eenigszlns moeilijk, omdat men gedeeltelijk over de met ijs be dekte kaden'moest vooruit komen, die zeer glad waren, doch na enkele uren werd het dorp bereikt met een voorraad meel. Men hoopt morgen te voet erheen te kunnen gaan. Het ijs zal, wat dikte betreft, voldoende sterk zijn, 68 c.M., maar het water zakt er onder weg en dan draagt het ijs niet meer, Rondom Horssen heeft men eenige geïso leerde boerderijtjes, die misschien niet over meel beschikken, maar wel over ham, spek, eiereri, worst en kippen, zoodat van verhon geren geen sprake kan zijn. Nergens wordt over een noodtoesiand ge klaagd. Ook Puyflijk en Altfort zijn van Leeuwen uit reeds te bereiken. Kapitein De Kat regelt de voedselvoorziening van uit Druten, Kap, Mussert vanuit Maasbommel. „Wij beheerschen, zoo zeide majoor Kuiler den toestand volkomen. Van gebrek aan le vensmiddelen is nergens geen sprake en er wordt ook nergen over geklaagd''. Bij de bespreking, welke op het Nijmeeg. sche gemeentehuis tusschen den Commissaris der Koningin, Baron Van Heemstra, en de burgemeesters van het Land van Maas en Waal plaats vindt, zullen ook aanwezig zijn de heeren Walrave Boissevain, voorzitter mr. A. W. Gerritzen, secretaris, jhr. H. M. van Loon en de adviseur J. W. Geesink van het Nationaal Steuncomité. Wat in het belang der Hygiëne moet worden. gedaan Gedeputeerde Staten van Gelderland heb ben tot de betrokken gemeentebesturen in hun gewest het volgende schrijven gericht: De inspectie van de Volksgezondheid ves tigt onze aandacht erop, dat er onbekend heid beslaat betreffende de maatregelen, welke genomen dienen te worden bij het weder in gebruik nemen van de door de overstroomingen tijdelijk onbewoonbaar ge worden woningen, en dat het daarom noodig voorkomt, ten einde eenerzijds overdreven voorzorgsmaatregelen, anderzijds te ver gaande zorgeloosheid te keeren, de volgen de maatregelen te uwer kennis te brengen, welke als voldoende kunnen worden aan» gemerkt, 1. onderzoek naar de bewoonbaarheid det woning in verband met de constructieve ge breken, welke door den hoogen waterstand kunnen zijn ontstaan, zoo noodig het treffen van tijdelijke voorzieningen in afwachting yan tijdelük herstel; 2. revniging van de woning. Overdreven angst voor besmettingsgevaar behoeft niet te bestaan en in verband daarmede dient toe passing van overbodige reinigingsmiddelen te worden vermeden; degelijke reiniging met borstel en zeep, bij voorkeur met sodawater 'eenpond soda ot> een emmer water), is als 'egel voldoende. Vloerzeilen en vloerkleeden alsmede de losgeweekte behangsels, dienen te worden verwijderd, ten einde een dege lijke reiniging, doorluchting en droging van de vloeren en wanden der woning mogelijk te maken; 3. bruikbaar maken van de middelen van drinkwatervoorziening; Nortonpompen punnen zonder meer in gebruik worden genomen; ■'oed gesloten weloutten zullen als regel niet ernstig verontreinigd ziin, geruimen tijd krachtig afnompen verdient aanbeveling; ooen weloutten dienen te worden !ee<sge- oompt; daarna wordt voor eiken kubieken meter water inhoud drie kilo beste kluitkaik toegevoegd op de volgende wiize: De kalk wordt eerst voorzichtig door besprenkeling met een weinig Water gebluscbt en vervolgens met een emmer water tot kalkmelk afgewre ven; de kalkmelk moet daarna onder omroe ren in het nutwater verdeeld. Na drie dagen wordt het kalkwater weder uit den put ge- oompt en kan deze zonder meer in gebruik worden genomen; regenbakken moeten ook worden gereinigd en schoongemaakt; ook hier kunnen de wan den met sodawater of kalkmelk worden af. geborsteld. Het komt Gedeputeerde Staten wensche- lijk voor, dat dezé maatregelen door de bur gemeesters ter kennis van belanghebbenden uilen worden gebracht en aan hen bij de toepassing daarvan zooveel mogelük de be hulpzame hand zal worden geboden. Het technische onderzoek kan worden op gedragen aan de ambtenaren, belast met het bouwtoezicht, terwiil bii gebreke biervan be kwame particuliere deskundigen behooren te worden aangesteld. Verder ware aan belanghebbenden desge vraagd soda en kalk te verstrekker, terwijl voor het leegpompen der waterputten zou mogelük de brandspuit beschikbaar gesteld diene te worden. Naar ons blijkt, bestaat er een misver stand in zake de gift van Z. H. den Paus voor de slachtoffers van den watersnood in ons land. De waarheid is. dat Z. H. twee maal een gift gezonden heeft, elk van f 10.000, dus in hei geheel 20.000. De min. van Oorlog heeft aan de burge meesters een schrijven doen toekomen, waar in naast het reeds vermelde uitstel van op komst nog wordt opg'enwrkt, dat, wanneer aan de burgemeesters mocht blijken, dat on der de dienstplichtigen, die in verband met den watersnood eerst 1 Februari a.s. moeten opkomen, zich personen bevinden, voor wie de opkomst ook op dien datum nog .overwe gende bezwaren oplevert om dezelfde reden, dan het uitstel te hunnen aanetaoinhrdleaao dan uitstel te hunnen aanzien kan worden verlengd. De burgemeesters moeten dan ten aanzien van deze categorie voor 8 Februari een no- minatieve aan het departement doen toeko men, waarin voor eiken dienstplichtige de vereischte inlichtingen staan vermeld. De min. van Oorlog zal na ontvangst daar van bepalen op welken datum de dienst plichtige in werkelijken dienst moet komen. 27 Hun broeder daarentegen had zich niet op den zelfden afstand gehouden. Dikwijls ging hij naar de inrichting van Cecilia Lieben en kwam er terug zonder eigenlijk te weten waarom. Cloutier had hem een enkelen keer ver gezeld en hij had hem zijne indrukken mede gedeeld, welke noch voor de inrichting, noch voor de directrice bepaald gunstig waren. Die vrouw, zeide hij hem op zekeren dag. is een looze feeks en maakt op mij den indruk dat zij zich met geheel andere zaken bezig houdt als met eenvoudige dien sten aan hare bezoekers te bewijzen. Het zou mij volstrekt niet verwonderen als zij spionneerde. Charles Dubief was voor den vorm hier tegen opgekomen, maar kwam toch tot de slotsom, dat zijn vriend wel gelijk kon heb ben. Hij herinnerde zich, dat hij bij ver schillende gelegenheden verwonderd was ge weest over de gesprekken, welke tusschen haar en de menschen, welke bij haar kwa men, gehouden werden. Voor zijn geest kwa- met haar ophitsingen tegen Russiscke offi cieren, evenals onbescheiden vragen tot Ru- meensche of Fransche officieren gericht. Hij bracht deze feiten in verband met de regelmatige afwezigheid van Cecilia- op Za terdag, waarop hare inrichting steeds geslo ten was en begon te denken, dat de mee ning van Cloutier op ernstige gronden kon berusten. Ik wil weten, wat er van aan is, zeide hij bij zich zelf; maar om de waarheid te ontdekken, zal ik er nog meer heengaan. Zoo deed hij. Op een Vrijdagavond, na een algemeen ge sprek over de militaire gebeurtenissen aan het Fransche front, vanwaar ernstige berich ten waren binnengekomen, richtte Charles Dubief publiek het woord tot Cecilia. Morgen zullen we uw bladen niet kun nen lezen, dat is echt vervelend! Waar gaat u toch eiken Zaterdag heen? U zult wel vinden, dat ik nog al nieuwsgierig ben? Heelemaal niet. Ik behoef dat niet on der stoelen of banken te steken. Ik ben Jo din en u weet, dat de Sabbat voor ons hei- 'ig is- Ja, dat begrijp ik. Maar ik had in de verste verte niet verondersteld dat het "n godsdienstige kwestie was, die ons regel matig het genoegen ontnam, even hier te komen. Neemt u mij niet kwalijk. Volstrekt niet!.... Tot Zondag.... Gaat ti niet naar de kerk.Ik ben voorbeeldi ger dan u. Ik twijfel er geen'oogenblik aan maar ik zal u even ronduit antwoorden. Indien u meent, dat ik mijn godsdienst plichten verwaarloos, heeft u het mis en heelemaal mis. Ik heilig den Zondag even als u den Sabbat! Ik wensch er u geluk mee. Degene, welke bij dit kleine voorval te genwoordig waren hadden er geen groot gewicht aan gehecht. Zij vertrokken, de een na den ander. Dubief ging het laatste heen. Toen hij den voet buiten de deur wilde zetten, vatte Cecilia hem bij den arm en zeide op een toon, die aardig moest zijn, maar die een toorn, op het punt van uit te barsten aanduidde: Wanneer u mij een examen wilt af nemen, sergeantje, moet u een gunstiger tijdstip kiezen. Ilj» houd niet van die vra gen in het publiek. Jaagt u dat schrik aan? Juist. Ik zou dat nooit vermoed hebben. U kunt dat nu niet meer zeggen. Zij sloeg hem de deur voor zijn neus dicht. Zoo, zoo, zeide Dubief bij zich zelf toen bij alleen in de straat was, ik heb haar op een pijnlijke plaats getroffen. Daa gaat ze op hol, alsof ik haar beleedigd had. Cloutier schijnt het ware voor te hebben. Zoo met zich zelf sprekend, ging hij langzaam in de richting van het station, waar hij voor den dienst eiken avond moest zijn. Hij moest zich daar j^aan re kenschap geven van het passeeren der mi litaire treinen, welke door een bewakings post van de Fransche commissie en de Rumeensche regeering moesten opgetee- kend worden. Terwijl hij in een hoek zat en nota nam van het dagrapport, praatte een Rumeensch onderofficier hardop met een beambte van het station. Ik ken de persoon niet, waarover ge spreekt, zeide de onderofficier. Het is den eersten keer sedert langen tijd dat ik hier dienst doe.... het signalement dat u mij gegeven hebt is voldoende: indien die per soon weer hier komt zal ik haar spreken. Zij is een mooie blonde vrouw en word gevolgd door een individu, wiens gang aanduidt, dat hij marinier geweest is of nog is. Meestal wacht hij op het perron terwijl zij met den commandant van den v/acht praat; wanneer zij weet, hetgeen zij wil vernemen, stapt zij in den trein en •haar lijfgarde vertrektZij komt eiken Vrijdag.... het zal niet lang meer duren. En waarheen gaat haar trein? Wel, naar Boeka-est Dat is degene, welke oji de eerste lijn staat. Opgepast. Daar is zij! Charles Dubief, welke half verstrooid naar bet gesprek der twee mannen geluis terd had, keek juist op, toen de beambte van het spoor de aankomst van degene, wier signalement hij gegeven had, aankon digde. Het was inderdaad Cecilia Lieben. Toen zij zich zoo onverwacht tegenover den sergeant bevond, maakte zij een bijna onmerkbare beweging om terug te keeren. Maar Dubief had deze opgemerkt. Cecilia Lieben was zichzelf onmiddellijk weer meester en op zeer natuurlijken toon zeide zij, terwijl zij hem de hand toestak: O, u gaat ook met den trein mee! U heeft de toebereidselen voor uw vertrek gauw gemaakt. Ik wilde u juist hetzelfde zeggen, ant woordde Charles, en deed of hij de hem toegestoken hand niet zag. Wij gaan samen, op reis.... Ik ga niet naar de synagoog. Ik blijf hier. Cecilia lachte zenuwachtig, draaide Du bief den rug toe en sprak tot den Rumeen- schen onderofficier: Kunt u mij wellicht zeggen waar ik generaal Varlienik van avond kan treffen? Ik wilde hem een kleinen dienst vragen. De beambte van het spoor, die bij den onderofficier was blijven staan, gaf hem een lichten stoot met ziin elleboog. Indien men u dezelfde vraag stelt, ant woord dhn dat men u niet heeft kunnen inlichten. Dame, a zult des trein missen, seide op zijn beurt de beambte, haast u in te stappen! Cecilia ging vlug heen en wenkte haren begeleider. Hij hielp haar in den wagen en ging een oogenblik tegenover haar zitten. Cecilia sprak zeer opgewekt en zeer veel; hij bepaalde zich teekenen van goedkeuring te geven door met het hoofd te knikken. De trein was op het punt van vertrek, hij stapte uit en sloot het portier. Ik kom morgenavond terug, kom aan het station om me te zeggen, wat je gedaan hebt, ik reken op je. Begrepen.... Goeie reis! Cecilia nam afscheid door een wenk mtf haar hand; de trein rolde voort. HOOFDSTUK VIIL Sedert zij te Jassy waren, hadden de dames Dubief het erg druk met hun dienst in het hospitaal, zoodat zij hun broer slechts zelden zagen, behalve 's avonds wanneer zij vrij waren. Van tijd tot tijd kwam luitenant Cloutier eenige oogenblikken bij hen door brengen, wanneer hij zeker wist dat Charles er was. Hij was steeds even onberispelijk en voorzichtig en dat nog des te meer, om dat de jonge meisjes ten zijnen opzichte erg terughoudend waren. (Wordt vervolg dj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7