Het land van Maas en Waal in sneeuw en ijs. - De huizen storten bij dozijnen in.
Herstel van geteisterde woningen.
Uit bewogen dagen.
Derde Blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Zaterdag 16 Januari 1926
LEGER EN VLÓÖtT"
Ellende rondom Leeuwen. Betere toestand in Druten. De
IJsel 4 c.M. gezakt. Geleidelijke val van de Maas en de Waal.
Was van de Maas in Limburg. Raadgevingen na de over
stroomingen. Een woord der Koningin.
Te Leeuwen-Beneden,
Leeüwen-Boven en Wamel.
Betere toestand in Druten.
Besprekingen te Nijmegen.
De IJsel 4 c.M. gezakt.
Geleidelijke val van de Maas
en de Waal.
Ook Limburg nog steeds
in het water.
De stand van den Rijn.
Telegram R.-K. Steenfabrieks-
Arbeidersbond aan den Minister
van Arbeid.
De algemeene overwerk-
ver gunning.
Eenige raadgevingen na de
overstroomingen.
Een woord der Koningin.
De vechtdijken in orde.
Het land van Maas en Waal
m t ïjs.
Troostelooze aanblik.
De toestand in de dorpen.
Rondom Ctiyk.
Herstel van geteisterde
woningen.
De gift van Z. H. den Paus,
Nogmaals, uitstel indien
noodzakelijk.
FEUILLET ON
walersn
in het land
wel verloren zijn. En tegen den dijk ligt al
lerlei huisraad, waaronder zelfs kasten en
ledikanten, dat aangespoeld en thans vast-
0 gevroren is. Onafzienbare boomgaarden zijn
Men schrijft ons uit Leeuwen-Beneden: mede doQr het .js omkneldi honderden jonge
Sedert Nieuwjaar staan alhier evenals in vruchtboomen steken alleen den kop boven
geheel Maas en Waal de dorpen onder wa- daar kan n;etg vaa te_
ter. Op het laagst ge egen ge ee recht komen. En van de groote kweekerijen,
tot 4 meter water, op het hoogste gedeelte d zich de buurt %.an Wafflel bevindelli
1% tot 2 meter. Alleen de Dorpstraat te u bedolven als ze eerst wa-
Wamel is droog. De verbinding van uit Nij- d h wa h ft zich thans
megen langs den Waalband:,k is nog intakt e£n f er
Van de 5818 inwoners zijn op heden m
totaal meer dan 3000 inwoners gevlucht en
in Nijmegen, Arnhem, Tiel, Ede en andere' .-
plaatsen liefderijk opgenomen. Het water ngen aanbhk. Een nieuwe slag is door hel
staat van den Maas- tot den Waaldijk, een «nvajlen, van de W toegebracht aan hel
afstand van ruim 2 uur gaans. Nu de drukte toch reeds zoo ongelukkige land. En niemand
van wegtrekkende vluchtelingen geluwd is, furft te denken aan wat er nog gebeuren
kan men een beter overzicht krijgen van de kan wanneer er ijsgang komt in de Maa. en
de Waal en de rivieren, na afloop der vorst
periode, opnieuw gaan zwellen. Maar al zou
het niet erger worden dan het thans reeds is,
dan nog stemt de toestand tot innige deernis
met de bewoners van deze zoo zwaar ge
troffen landstreek. Want vele weken zullen
er mede gemoeid wezen alvorens het Land
van Maas en Waal van het water bevrijd zal
zijn en langen, langen tijd zullen de naweeën
van deze ramp zich bij de opeens verarmde
bevolking doen gevoelen.
Gisteravond laat zijn alhier ijsvletten aan
gekomen, welke heden, bemand met militai
ren, naar de door het ijs geïsoleerde dorpen
in het Land van Maas en Waal zouden wor
den gezonden.
Zoo biedt het geheele landschap een treu-
geleden schade.
Ruim 150 huizen zijn deels totaal vernield,
en hebben voor een groot deel zoodanig ge
leden, dat zij absoluut voor bewoning on
geschikt zijn, alleopstallen dienen geheel
te worden afgebroken, de inboedels van alle
huizen, zonder uitzondering, hebben niet te
schatten schade geleden, zoodat aan alle
inwoners, meer of minder schade is toege
bracht. Ket binnenwater valt langzaam weg.
Sedert vier dagen is de totale val ongeveer
60 c.M. Woensdag was de val slechts 6 c.M.
Over het binnenwater drijven daken van
huizen, meubels, enz. Alles wordt door de
zorg van de militairen en daarvoor aange
stelde particulieren opgevischt en op een
bepaalde plaats bijeenverzameld. In tal van
huizen zijn de binnenmuren ingestort en
men kan gewoon door het-huis kijken als
of er nooit een binnenmuur in geweest is.
De burgemeester heeft bepaald, dat geen
enkele woning mag wo-den betrokken, al
vorens deze bouwkundig en geneeskundig
is bewoonbaar verklaard en dat in de hui
zen, die in het water gestaan hebben, niet
meer personen aanwezig mogen zijn, dan er
in den nacht van 9 op 10 Jan. j.l. aanwe
zig waren.
In de huizen langs den dijk waarin
in het begin van de vorige week 40 tot 5C
personen huisvesting fonden, zonder be
hoorlijke, ja zelfs met zeer gebrekkige lig
ging (slaapgelegenheid), mogen niet meer
personen worden opgenomen, dan redelij
ker wijze daarin mogen worden toegelaten.
Door de zorg van de heeren Bax, Hülsen-
bosch en Prins, directeuren van de scheeps
werf te Arnhem, en hunne echtgenooten, is
te Arnhem een actie op touw gezet, ten
einde de geteisterde streken hulp en bij
stand te verleenen. Door den directeur van
de Stoomboot Onderneming Concordia, is
te Arnhem gratis een motorboot ter be
schikking gesteld.
Door de Kamerleden Bulten, Ridder van
Rapard te Tiel en A. B. Kleerekoper is
aan het geteisterde Leeuwen een bezoek
gebracht. Door maréchaussée, militaire po
litie en militairen is gedurende de afgeloo-
pen week hjird gewerkt, met opoffering van,
de strikt noodige nachtrust. Door hen wer
den niet %lleen de menschen van hun hui
zen gere$, doch ook het vee in veiligheid
gebracht. Ook de reddingsbrigade uit Dord
recht heeft hier schitterend werk verricht.
Ongeveer 30 stuks groot vee is verdronken
Dit wordt door de zorg van de militairen
voor menschelijk gebruik ongeschikt ge
maakt. Naar Leeuwen en Tiel zijn ongeveer
25GO stuks vee in veiligheid gebracht.
Menschenlevens zijn niet te betreuren.
Toezicht wordt gehouden op de booten.
De personen, die zich naar hunne huizen
willen begeven, teneinde have en goed nog
te trachten te redden, krijgen een bepaal
den tijd om daar te vertoeven. Gere
gelde en uitstekende politiediensten wor
den op het water gehouden. Het is te ho
pen, dat de invallende vorst zal ophouden
anders zullen de nog goede huizen totaal
stuk vriezen en zullen de fruitboomen
groote schade lijden.
In Druten blijkt de toestand, wat de hoogte
van het wafer betreft, aanmerkelijk verbe-
.terd te zijn sinds den hoogsten stand. Het
water is daar wel 154 M. gezakt en op den
hoofdweg naar den dijk, die geheel onder
water heeft gestaan, is nu weer verkeer mo
gelijk. Maar dan komen drie dorpen, die in
het land van Maas en Waal mede het ergst
getroffen zijn en waarin met uitzondering
van de hooggelegen kom van Wamel, alles
diep onder water of liever onder het ijs zit:
Leeuwen, Wamel en Dreumel. Wat een toon
beeld van ellende, wat een ontzettende toe
stand. Hier vooral heeft men gelegenheid
een sterken indruk te krijgen van de ver
woesting, welke thans door de vorst is aan
gericht aan de woningen. Hier ziet men vlak
onder den dijk tientallen huizen, die geheel
uit elkaar gescheurd zijn, andere waarin geen
venster meer heel is of waarvan een muur
stuk getrokken dan wel het dak verdwenen
is. Dit zijn nu meerendeels nog betrekkelijk
solide huizen.
O
Hoe moet het, zoo vraagt men zich af, dan
wel gesteld zijn met de verder binnenwaarts
gelerfen k'einere huis:es. Die moeten wel vrij-
Hedenmorgen, om 10 uur zou op het Stad
huis te Nijmegen een vergadering gehouden
worden van alle burgemeesters der gemeen,
ten uit het Land van Maas en Waai met den
Commissaris der Koningin in Gelderland, den
burgemeester van Nijmegen en den districts
commandant dar Kon. Marechaussee, ter be
spreking van de maatregelen, welke zullen
moeten worden genomen bij terugkeer van de
vluchtelingen naar hunne huizen en van het
geen verder moet geschieden in verband met
den noodtoestand ia de betrokken gemeen
ten.
Men schrijft uit Deventer:
De IJsel zakte in de afgeloopen 24 uur
slechts 4 centimeter. De stand is nog 5 M.
90 plus N.A.P. Een en ander maakt, dat de
dijkbesturen den toestand scherp in het oog
houden, zulks in verband met de kans, dat
bij ijsgang voor het behoud der dijken nieuw
gevaar zou zijn te duchten. Zooals bekend,
kon het Noordelijk gedeelte van Deventer,
dat is de wijk buiten den Noorderberg, voor
overstroomingen bewaard blijven, dank zij
het intact houden van een inderhaast ver
sterkte waterkeering, daar opgeworpen door
een 150-tal arbeiders, onder leiding van den
gemeentedienst der landerijen.
Intusschen ziet men hier het voor deze
hooge streek ongewone verschijnsel, dat
groote ijsoppervlakten zich boven de weilan
den uitstrekken. Het ijs is prachtig en be
trouwbaar.
Te Eefde, in de gemeente Gorssel, heeft
men de vlucntelingen, die in de scholen wa.
ren gehuisvest, naar hun geteisterde wonin
gen doen terugkeeren. Het autobusverkeer
kan de maatschappij, die een dienst onder
houdt tusschen Zutphen en Deventer, heeft
dien dienst tusschen. Zutphen en Gorssel via
Eefde en Quatrebras kunnen hervatten.
Op het traject tusschen Gorssel en De
venter ligt de dienst nog stil wegens de to
tale vernieling van den Rijksstraatweg.
De Maas en Waal blijven geleidelijk val
len. De toestand aan de Waalkade te Nij
megen wordt gaaittieweg normaal. De aan
legplaats van het veer is thans ook aan den
Nijmeegschen oever weer op de oude
plaats. Behalve enkele avonden en nach
ten, toen het met het oog op de veiligheid
van de reizigers noodzakelijk was wegens
de nabijheid van de spoorbrug, de overzet
ting te staken, heeft de motorpont gedu
rende deze hoog-water-periode onafgebro
ken het verkeer onderhouden.
Ook in Nijmegen en omstreken is heden
nacht en vandaag een flink pak sneeuw ge
vallen.
Uit Roermond wordt gemeld:
Vergezeld van den hoofdingenieur van den
Provincialen Waterstaat, ir. Hungens uil
Maastricht, heeft de commissaris der Ko
ningin in Limburg, baron Van Hövell tot
Westerflier een bezoek gebracht aan het
zwaar geteisterde dorpje Ooi, hetwelk nog
steeds voor een gedeelte in het water ligt.
De ingevallen vorst heeft den toestand
aldaar wede-om erger gemaakt. Plet gat in
den dijk te Merum is nog steeds niet her
steld.
De volgende waterstanden worden uit
Keulen gemeld:
Heiningen 1 M. 47.
Kehl 2 M. 50.
Maxau 4 M. 46.
Mannheim 3 M. 69.
Mainz 1 M. 71.
Bingen 2 M. 70.
Caub 3 M. 10.
Coblenz 3 M. 31.
Keulen 3 M. 31.
Ruhrort 3 M. 15.
Wesel 3 M. 63.
Emmerich 4 M. 53.
Door het hoofdbestuur van den R. K.
Sleenfabrieksarbeidersbond „St. Stephanus"
te Utrecht, werd het volgend telegram aan
den Minister van Arbeid, H. en N. verzon
den:
„Tot heden nog geen antwoord ontvangen
op ons dringend telegram van Maandag
Toestand steenfab-ieksarbcidersgezinnen
steeds nijpender, mede door geen noemens
waardige daling van het water en ingetre
den vorst. Opgeslagen en ingekuilde win
tervoorraad levensmiddelen in water en on
bereikbaar, bovendien onbruikbaar doo"
vorst. Overigens geringe voorraad geheel
verbruikt. Uitputting der gezinnen voltrekt
zich. Toestand allerdroevigst. Gunstige be
slissing ten zeerste aanbevolen en wordt
nog heden ingewacht."
Voorloopig antwoord van het R. IC
Werkliedenverbond.
Het R. K. Werkliedenverbond zond aan
den Directeur-Generaal van den Arbeid het
volgend telegram in antwoord op diens
voornemen tot het verleenen van een al
gemeene overwerkvergunning:
„Kunnen ons alleen vereenigen met over
werkvergunning voor werkzaamheden, die
onmiddellijk noodzakelijk zijn om te voor
zien in de door den wate-snood veroorzaak
te verliezen en vernielingen. Zijn beslist
tegen overwerkvergunningen van verdere
strekking. Onze bonden van gelijke inee-
ning."
Verbondsbestuur:
DE BRUYN.
Stremming van verkeer.
Grave: onveranderd.
Zaltbommel: onveranderd.
Kraterveer: onveranderd.
Hedel: overt^pht per pont.
Keizersveer: veerdienst met stoompont.
ongeregelde dienst voor alle rij- en voer
tuigen. Overtocht per roeiboot 's nachts ge
staakt
De heer Jacq. Timmermans, rijksveeteelt-
consulent te Roermond schrijft in „de R.K.
Boerenstand".
„Koeien, die in het water hebben gestaan
moet men goed warm stallen. Dat wil zeg
gen, de stallen wel voldoende ventil'eeren,
maar de dieren dik in het stroo zetten. Zijn
ze in lang niet gemolken, dan de eerste maal
maar half uitmelken; dan na vier uur ge
heel uitmelken. Om ze weer spoedig op
normale opbrengst te krijgen, doet men goed
in de eerste week eenmaal per dag meer
te melken dan men gewoon was en de melk
tijden gelijk te verdeelen. Goed opletten,
dat de vastheid van den mest een normale
is. Het allereerste voedsel, dat aan de die
ren verstrekt wordt bestaat het best uit
goed hooi met een warme zemelslobbering.
Is de mest te vast, dan kan men nog wat
met slobbering doorgaan. Is hij te dun, dan
geve men aan het rundvee de eerste dagen
geen groenvoer, geen wortel- en knolge
wassen en als krachtvoer wat roggemeel.
Minder te drinken geven zou verkeerd we
zen, Paarden weigeren in het begin vaak
ieder voedsel en vreten slechts stroo. Men
behoeft zich daarover in het begin niet on
gerust te maken. Zijn koeien, paarden enz.
ziek, men wachte niet te lang, om den vee
arts er bij te halen.
Mangelwortels (voederbieten) en koolra
pen, die in water hebben gezeten, hebben
nog wel degelijk voedingswaarde. Het best
is, ze eerst in gezond water af te spoelen
en dan dikwijls om te werken cn in de
schuur te bergen, om ze dan nog bij herha
ling te kunnen omwerken. Hetzelfde doet
men met aardappelep, die in het water heb
ben gezeten. Heeft men reden om toch voor
rotting te vreezen, dan doet men beter, ze
direct door den bietensnijder te jagen en in
te kuilen met wat kaf er tusschen. Beter
was groene klaver er tusschen, maar die is
er nu niet. Flink aanstampen van 't begin
af en de hoop direct aan alle kanten en bo
venop bedekken met een halven meter
grond.
Is een kuil met zuurvoer in het water ge
weest en is er bijvoorbeeld een gat inge
slagen, dan steekt men het buitenste van
het zichtbaar voer af, maar roert er niet
I verder in, bedekt het gat weer met een
halven M. grond en ook die kanten, welke
weinig grond meer hebben. Na vier weken
kan men den kuil weer openen om te voe
ren. Wat gerot is gooit men weg.
Is hooi in het water geweest, dan heeft
dat meer voedingswaarde behouden dan
wanneer bij het maken van gras tot hooi er
veel regenbuien op zijn gevallen. Kuil het
natte hooi in op 'n wijze als in Duitsch-
Iand goed is gegaan. Dus flink aanstampen
en per voer hooi 5 L. karnemelk toevoegen.
Deze karnemelk verdeelt men natuurlijk zoo
regelmatig mogelijk. Heeft men geen karne
melk genoeg, dan kan men ondermelk flink
met karnemelk aanzuren en laten staan op
een warme plaats totdat de ondermelk goed
dik is. Vóór het gebruik eerst flink roeren.
De hoop weer goed bedekken aan alle kan
ten met een halven meter grond. Na zes
weken kan men gaan voeren en behoeft dan
ook niet meer te vreezen voor besmetting
door dat hooi.
Natuurlijk zijn algemeene adviezen moei
lijk te geven. Daarom wacht ik gaarne vra
gen in over speciale gevallen."
De commissaris der Koningin in Gelder
land heeft Woensdag aan het bestuur van
de Bommelerwaard boven den Meidijk, te
Zaltbommel, geschreven:
Ingevolge opdracht van H. M. de Koningin
die met groote vreugde heeft vernomen,
dat thans de gevaren voor de Bommeler
waard als geweken mogen worden be
schouwd.
Terwijl Hare Majesteit de geheele bevol
king van uw schoone district gelukwenscht
met de genadige bewaring voor een groote
ramp, wenscht de Koningin, waardeerende
de algemeen aan den dag gelegde onver
moeide krachtsinspanning en getrouwe
plichtsvervulling, aan deze gelukwenschen
toe te voegen een woord van bijzonderen
dank aan den dijkgraaf en aan allen, die
hem in de moeilijke dagen van dreigende
gevaren krachtdadig hebben bijgestaan.
Ik verzoek ,u het bovenstaande wel ter
algemeene kennis te willen brengen.
Maar men blijft waakzaam.
De corpscommandant Lievens, te Dalf-
sen, deelde mede, dat op het oogenblik de
toestand vrij kalm is. Door den Rijkswater
staat zijn de Vechtdijken tot aan Haandrik
geïnspecteerd. Er zijn geen zwakke plaat
sen ontdekt. De' wacht blijft echter bezet.
De Commissaris der Koningin wenscht,
dat het zekere voor het onzekere wordt
genomen, en heeft bevolen, dat de bewa
king bestendigd blijft. De bruggen loopen
geen gevaar meer. Alle brugvakken zijn
thans open.
9i
Het land van Maas en Waal zoo wordt
aan de Tel. uit Nijmegen gemeld - ligt
verstard in sneeuw en ijs. Wat voor een
week nog dreigend, grauw water was, is
thans versteend tot een veld van ijs, dat
weer is afgezet met een vredig kleed van
sneeuw.
In schijn getemd, golft het grijze monster
achter de verraderlijke, ijskorst om, en
wacht slechts op het oogenblik, dat de
boeien door den dooi weer verbroken zul
len worden, om opnieuw aan te vallen.
Onder het mom van schoonheid werkt nu
ook de vorst aan de algemeene vernieling
mede. Hei uitzettende ijs krast aan de wan
den van de woningen, wringt den bast van
de vruchtboomen, scheurt bij het vallen van
het water de takken af.
De vorst grijpt diep in de doorweekte
woningen en barst ze tot puin. De groote
woningen weerstaan nog den druk, de klei
nere huisjes van keuterboertjes, met lage
daken en korte zijmuurtjes, storten bij do
zijnen in.
Wij maakten heden, om ons op de hoogte
van den toestand te stellen, zooals die thans
werkelijk is, een tocht door de omgeving
van het Land van Maas en Waal.
Enkel een voorbeeld van schoonheid, van
vrede en rust. De sneeuw heeft de droge
landen en de groote ijsvlakten gelijkmatig
overtogen met een blank kleed, waaronder
zij niet van elkander te onderkennen zijn.
Daarin staan langs de dijken, bij Dreumel
en Druten, het land in, de huizen, soms
laeg, dan weer tot het dak op.
De wegen, glad en hardbevroren, zijn in
schijn goed. De vorst, samen met het steeds
dalende water, hebben om de takken van de
hoornen een kantwerk van ijspegels gewe
ven, dat van verre gezien als een ragfijne
sluier aandoet. Daaromheen -slaan de schot
sen van het losgescheurde bomijs. Hier en
daar een vogeltje in den boom waar het zijn
laatste toevluchtsoord zochttot het stiif-
bevroren van den boomtak viel en er om
gekeerd aan bleef hangen.
Op dit eindelooze sneeuw- en ijsvlak
schijnt alles gestorven. Nergens een levend
wezen. Een verstarde wereld, waarover een
sneeuwjacht gaat
Alleen de woningen, die hier eenig ge
vaar liepen, zijn ontruimd. Op de dijken
is nog wat leven; een voorbijjagende auto,
een autobus.
Hier een eenzame militair, die niets meer
doet. Bij de dorpen mannen en vrouwen die
den toestand bespreken
De noodstallen voor het vee zijn reeds
leeg of opgeruimd. Het vee is vervoerd naar
betere oorden, en maakt het over het al
gemeen goed. De menschen zijn ook wegge
voerd of zitten bij warme haarden in droge
woningen bij vrienden, op hoogere plaat
sen .waar zij onderdak kregen. Bij de zeld
zame ponten is nog vee! verkeer van men
schen, die eens naar deze zijde van den
dijk zijn komen zien of die terugkeeren.
In sommige dorpen, zooais te Beuningen,
is het water reeds gezakt, en daardoor zijn
ze geheel droog gekomen. Feitelijk wijst
niets er hier meer op, dat hier een week
geleden nog de schuitjes voeren.
Ewijk begint thans droog te loopen. Daaren
tegen kan men te Dreumel en Wamel niet
eens merken, dat het water gezakt is.
Het dorp Wychen is grootendeels droog
en uit zijn isolement verlost. Het leven gaat
er reeds zijn gewonen gang.
De vletten zijn al weg, omdat er niets
meer te doen is. Op sommige plekken ram
melen de jongens al weer op schaatsen,
maaien met de armen op tegen den sneeuw
storm. Nog eenige nachten vorst en dan
bereikt men alles per schaats. Thans is het
overstroomde gedeelte door de vele wakken
nog te onbetrouwbaar.
De weg van Nijmegen naar Asselt en Gra
ve zou reeds te gebruiken zijn, indien er niet
een stuk was uitgespoeld. Maar over het al
gemeen ligt alles vers. -.rd in het ijs. Dit
houdt natuurlijk een groot gevaar in bij plot-
sëlingen dooi, waardoor de rivieren weder
zullen stijgen en daarmee het water weer
in het Land van Maas en Waal zouden voe
ren.
Het ijs zou breken en gaan kruien en nieu
we ernstige vernieling veroorzaken.
De meeste afgelegen boerderijen zijn ont
ruimd. Er zijn er nog enkele waarin de be
woners zijn achtergebleven, doch dat zijn
de grootste, en zij liggen meest aan den
dijk of bij de dorpen en de menschen hou
den contact met de omgeving.
De goed gesitueerde boeren hebben allen
spek, eieren en kippen in huis waarvan zij
goed kunnen leven. Zij vragen wel om voed
sel als er een boot of vletsleden komen,
maar 't is helaas voorgekomen dat zij bruine
boonen weigerden, omdat ze die niet lustten,
doch om brood, krenten of meel vroegen!
Zij lijden nog het meeste van den kouden
wind der laatste dagen en het gebrek aan
een stookgélegenheid op zolder.
Kolen worden reeds zooveel mogelijk ge
bracht. \\an 'n noodtoestand is nergens
sprake.
Op de Cuyksche heide staan de huizen
cog onder water.
Eij Mook staat het water aan den spoor
dijk nog een meter hoog.
Men is bezig het weg te pompen en aldus
te achten de tramverbinding te herstellen
Wat Balgoy en Neerasselt betreft, waar
mede de telefonische verbinding verbroken
was, is de toestand stationnair. Men heeft
een patrouille uit Grave gezonden, die het
medegenomen voedsel grootendeels weer
teruggebracht heeft.
De boeren zeider; geen behoefte aan
voedsel te hebben. Wel aan brandstoffen.
Het water was er zoozeer gezakt, dat men
er niet meer varen kon.
Wat het ij$ en de toekomst nog vernielen
zullen, zoo zeide hij, is niet te schatten. Doch
tot nu toe beperkt zich dit tot' een aantal
oude kleinere woningen.
Uit een onderhoud met majoor Kiiler bleek
dat, op een driehonderd man na, alle 'militai
ren thans waren weggezonden. De verhalen
over verhongerde menschen in het verdron
ken land, berusten op fantasie, of waren
overdreven. Alle boeren beschikken over
voldoende levensmiddelen.
Blijft het vriezen zoo zijn zij gemakkelijk
te bereiken. Overal beschikt men over vlet
ten op sleden, die overal heen worden gedi
rigeerd waar hulp noodig kan zijn. Zakken
de sleden door het ijs, dan drijven de vletten
nog.
In Bergharen werd alleen gevraagd om wat
meel, alle andere voedingsmiddelen waren
voldoende aanwezig. Een vletslede werd
daarom vanuit Deest daarheen gezonden. De
tocht daarheen was wel eenigszlns moeilijk,
omdat men gedeeltelijk over de met ijs be
dekte kaden'moest vooruit komen, die zeer
glad waren, doch na enkele uren werd het
dorp bereikt met een voorraad meel. Men
hoopt morgen te voet erheen te kunnen
gaan. Het ijs zal, wat dikte betreft, voldoende
sterk zijn, 68 c.M., maar het water zakt
er onder weg en dan draagt het ijs niet
meer,
Rondom Horssen heeft men eenige geïso
leerde boerderijtjes, die misschien niet over
meel beschikken, maar wel over ham, spek,
eiereri, worst en kippen, zoodat van verhon
geren geen sprake kan zijn.
Nergens wordt over een noodtoesiand ge
klaagd. Ook Puyflijk en Altfort zijn van
Leeuwen uit reeds te bereiken. Kapitein De
Kat regelt de voedselvoorziening van uit
Druten, Kap, Mussert vanuit Maasbommel.
„Wij beheerschen, zoo zeide majoor Kuiler
den toestand volkomen. Van gebrek aan le
vensmiddelen is nergens geen sprake en er
wordt ook nergen over geklaagd''.
Bij de bespreking, welke op het Nijmeeg.
sche gemeentehuis tusschen den Commissaris
der Koningin, Baron Van Heemstra, en de
burgemeesters van het Land van Maas en
Waal plaats vindt, zullen ook aanwezig zijn
de heeren Walrave Boissevain, voorzitter mr.
A. W. Gerritzen, secretaris, jhr. H. M. van
Loon en de adviseur J. W. Geesink van het
Nationaal Steuncomité.
Wat in het belang der Hygiëne
moet worden.
gedaan
Gedeputeerde Staten van Gelderland heb
ben tot de betrokken gemeentebesturen in
hun gewest het volgende schrijven gericht:
De inspectie van de Volksgezondheid ves
tigt onze aandacht erop, dat er onbekend
heid beslaat betreffende de maatregelen,
welke genomen dienen te worden bij het
weder in gebruik nemen van de door de
overstroomingen tijdelijk onbewoonbaar ge
worden woningen, en dat het daarom noodig
voorkomt, ten einde eenerzijds overdreven
voorzorgsmaatregelen, anderzijds te ver
gaande zorgeloosheid te keeren, de volgen
de maatregelen te uwer kennis te brengen,
welke als voldoende kunnen worden aan»
gemerkt,
1. onderzoek naar de bewoonbaarheid det
woning in verband met de constructieve ge
breken, welke door den hoogen waterstand
kunnen zijn ontstaan, zoo noodig het treffen
van tijdelijke voorzieningen in afwachting
yan tijdelük herstel;
2. revniging van de woning. Overdreven
angst voor besmettingsgevaar behoeft niet te
bestaan en in verband daarmede dient toe
passing van overbodige reinigingsmiddelen te
worden vermeden; degelijke reiniging met
borstel en zeep, bij voorkeur met sodawater
'eenpond soda ot> een emmer water), is als
'egel voldoende. Vloerzeilen en vloerkleeden
alsmede de losgeweekte behangsels, dienen
te worden verwijderd, ten einde een dege
lijke reiniging, doorluchting en droging van
de vloeren en wanden der woning mogelijk
te maken;
3. bruikbaar maken van de middelen van
drinkwatervoorziening; Nortonpompen punnen
zonder meer in gebruik worden genomen;
■'oed gesloten weloutten zullen als regel niet
ernstig verontreinigd ziin, geruimen tijd
krachtig afnompen verdient aanbeveling;
ooen weloutten dienen te worden !ee<sge-
oompt; daarna wordt voor eiken kubieken
meter water inhoud drie kilo beste kluitkaik
toegevoegd op de volgende wiize: De kalk
wordt eerst voorzichtig door besprenkeling
met een weinig Water gebluscbt en vervolgens
met een emmer water tot kalkmelk afgewre
ven; de kalkmelk moet daarna onder omroe
ren in het nutwater verdeeld. Na drie dagen
wordt het kalkwater weder uit den put ge-
oompt en kan deze zonder meer in gebruik
worden genomen;
regenbakken moeten ook worden gereinigd
en schoongemaakt; ook hier kunnen de wan
den met sodawater of kalkmelk worden af.
geborsteld.
Het komt Gedeputeerde Staten wensche-
lijk voor, dat dezé maatregelen door de bur
gemeesters ter kennis van belanghebbenden
uilen worden gebracht en aan hen bij de
toepassing daarvan zooveel mogelük de be
hulpzame hand zal worden geboden.
Het technische onderzoek kan worden op
gedragen aan de ambtenaren, belast met het
bouwtoezicht, terwiil bii gebreke biervan be
kwame particuliere deskundigen behooren te
worden aangesteld.
Verder ware aan belanghebbenden desge
vraagd soda en kalk te verstrekker, terwijl
voor het leegpompen der waterputten zou
mogelük de brandspuit beschikbaar gesteld
diene te worden.
Naar ons blijkt, bestaat er een misver
stand in zake de gift van Z. H. den Paus
voor de slachtoffers van den watersnood in
ons land. De waarheid is. dat Z. H. twee
maal een gift gezonden heeft, elk van
f 10.000, dus in hei geheel 20.000.
De min. van Oorlog heeft aan de burge
meesters een schrijven doen toekomen, waar
in naast het reeds vermelde uitstel van op
komst nog wordt opg'enwrkt, dat, wanneer
aan de burgemeesters mocht blijken, dat on
der de dienstplichtigen, die in verband met
den watersnood eerst 1 Februari a.s. moeten
opkomen, zich personen bevinden, voor wie
de opkomst ook op dien datum nog .overwe
gende bezwaren oplevert om dezelfde reden,
dan het uitstel te hunnen aanetaoinhrdleaao
dan uitstel te hunnen aanzien kan worden
verlengd.
De burgemeesters moeten dan ten aanzien
van deze categorie voor 8 Februari een no-
minatieve aan het departement doen toeko
men, waarin voor eiken dienstplichtige de
vereischte inlichtingen staan vermeld.
De min. van Oorlog zal na ontvangst daar
van bepalen op welken datum de dienst
plichtige in werkelijken dienst moet komen.
27
Hun broeder daarentegen had zich niet op
den zelfden afstand gehouden. Dikwijls ging
hij naar de inrichting van Cecilia Lieben en
kwam er terug zonder eigenlijk te weten
waarom.
Cloutier had hem een enkelen keer ver
gezeld en hij had hem zijne indrukken mede
gedeeld, welke noch voor de inrichting, noch
voor de directrice bepaald gunstig waren.
Die vrouw, zeide hij hem op zekeren
dag. is een looze feeks en maakt op mij
den indruk dat zij zich met geheel andere
zaken bezig houdt als met eenvoudige dien
sten aan hare bezoekers te bewijzen. Het
zou mij volstrekt niet verwonderen als zij
spionneerde.
Charles Dubief was voor den vorm hier
tegen opgekomen, maar kwam toch tot de
slotsom, dat zijn vriend wel gelijk kon heb
ben. Hij herinnerde zich, dat hij bij ver
schillende gelegenheden verwonderd was ge
weest over de gesprekken, welke tusschen
haar en de menschen, welke bij haar kwa
men, gehouden werden. Voor zijn geest kwa-
met haar ophitsingen tegen Russiscke offi
cieren, evenals onbescheiden vragen tot Ru-
meensche of Fransche officieren gericht.
Hij bracht deze feiten in verband met de
regelmatige afwezigheid van Cecilia- op Za
terdag, waarop hare inrichting steeds geslo
ten was en begon te denken, dat de mee
ning van Cloutier op ernstige gronden kon
berusten.
Ik wil weten, wat er van aan is, zeide
hij bij zich zelf; maar om de waarheid te
ontdekken, zal ik er nog meer heengaan.
Zoo deed hij.
Op een Vrijdagavond, na een algemeen ge
sprek over de militaire gebeurtenissen aan
het Fransche front, vanwaar ernstige berich
ten waren binnengekomen, richtte Charles
Dubief publiek het woord tot Cecilia.
Morgen zullen we uw bladen niet kun
nen lezen, dat is echt vervelend! Waar
gaat u toch eiken Zaterdag heen? U zult
wel vinden, dat ik nog al nieuwsgierig
ben?
Heelemaal niet. Ik behoef dat niet on
der stoelen of banken te steken. Ik ben Jo
din en u weet, dat de Sabbat voor ons hei-
'ig is-
Ja, dat begrijp ik. Maar ik had in de
verste verte niet verondersteld dat het "n
godsdienstige kwestie was, die ons regel
matig het genoegen ontnam, even hier te
komen. Neemt u mij niet kwalijk.
Volstrekt niet!.... Tot Zondag.... Gaat
ti niet naar de kerk.Ik ben voorbeeldi
ger dan u.
Ik twijfel er geen'oogenblik aan
maar ik zal u even ronduit antwoorden.
Indien u meent, dat ik mijn godsdienst
plichten verwaarloos, heeft u het mis en
heelemaal mis. Ik heilig den Zondag even
als u den Sabbat!
Ik wensch er u geluk mee.
Degene, welke bij dit kleine voorval te
genwoordig waren hadden er geen groot
gewicht aan gehecht. Zij vertrokken, de
een na den ander. Dubief ging het laatste
heen.
Toen hij den voet buiten de deur wilde
zetten, vatte Cecilia hem bij den arm en
zeide op een toon, die aardig moest zijn,
maar die een toorn, op het punt van uit
te barsten aanduidde:
Wanneer u mij een examen wilt af
nemen, sergeantje, moet u een gunstiger
tijdstip kiezen. Ilj» houd niet van die vra
gen in het publiek.
Jaagt u dat schrik aan?
Juist.
Ik zou dat nooit vermoed hebben.
U kunt dat nu niet meer zeggen.
Zij sloeg hem de deur voor zijn neus
dicht.
Zoo, zoo, zeide Dubief bij zich zelf
toen bij alleen in de straat was, ik heb
haar op een pijnlijke plaats getroffen. Daa
gaat ze op hol, alsof ik haar beleedigd
had. Cloutier schijnt het ware voor te
hebben.
Zoo met zich zelf sprekend, ging hij
langzaam in de richting van het station,
waar hij voor den dienst eiken avond
moest zijn. Hij moest zich daar j^aan re
kenschap geven van het passeeren der mi
litaire treinen, welke door een bewakings
post van de Fransche commissie en de
Rumeensche regeering moesten opgetee-
kend worden.
Terwijl hij in een hoek zat en nota nam
van het dagrapport, praatte een Rumeensch
onderofficier hardop met een beambte van
het station.
Ik ken de persoon niet, waarover ge
spreekt, zeide de onderofficier. Het is den
eersten keer sedert langen tijd dat ik hier
dienst doe.... het signalement dat u mij
gegeven hebt is voldoende: indien die per
soon weer hier komt zal ik haar spreken.
Zij is een mooie blonde vrouw en
word gevolgd door een individu, wiens
gang aanduidt, dat hij marinier geweest is
of nog is. Meestal wacht hij op het perron
terwijl zij met den commandant van den
v/acht praat; wanneer zij weet, hetgeen zij
wil vernemen, stapt zij in den trein en
•haar lijfgarde vertrektZij komt eiken
Vrijdag.... het zal niet lang meer duren.
En waarheen gaat haar trein?
Wel, naar Boeka-est Dat is degene,
welke oji de eerste lijn staat. Opgepast.
Daar is zij!
Charles Dubief, welke half verstrooid
naar bet gesprek der twee mannen geluis
terd had, keek juist op, toen de beambte
van het spoor de aankomst van degene,
wier signalement hij gegeven had, aankon
digde.
Het was inderdaad Cecilia Lieben.
Toen zij zich zoo onverwacht tegenover
den sergeant bevond, maakte zij een bijna
onmerkbare beweging om terug te keeren.
Maar Dubief had deze opgemerkt.
Cecilia Lieben was zichzelf onmiddellijk
weer meester en op zeer natuurlijken toon
zeide zij, terwijl zij hem de hand toestak:
O, u gaat ook met den trein mee! U
heeft de toebereidselen voor uw vertrek
gauw gemaakt.
Ik wilde u juist hetzelfde zeggen, ant
woordde Charles, en deed of hij de hem
toegestoken hand niet zag.
Wij gaan samen, op reis....
Ik ga niet naar de synagoog. Ik blijf
hier.
Cecilia lachte zenuwachtig, draaide Du
bief den rug toe en sprak tot den Rumeen-
schen onderofficier:
Kunt u mij wellicht zeggen waar ik
generaal Varlienik van avond kan treffen?
Ik wilde hem een kleinen dienst vragen.
De beambte van het spoor, die bij den
onderofficier was blijven staan, gaf hem een
lichten stoot met ziin elleboog.
Indien men u dezelfde vraag stelt, ant
woord dhn dat men u niet heeft kunnen
inlichten.
Dame, a zult des trein missen, seide
op zijn beurt de beambte, haast u in te
stappen!
Cecilia ging vlug heen en wenkte haren
begeleider.
Hij hielp haar in den wagen en ging een
oogenblik tegenover haar zitten.
Cecilia sprak zeer opgewekt en zeer veel;
hij bepaalde zich teekenen van goedkeuring
te geven door met het hoofd te knikken.
De trein was op het punt van vertrek, hij
stapte uit en sloot het portier.
Ik kom morgenavond terug, kom aan
het station om me te zeggen, wat je gedaan
hebt, ik reken op je.
Begrepen.... Goeie reis!
Cecilia nam afscheid door een wenk mtf
haar hand; de trein rolde voort.
HOOFDSTUK VIIL
Sedert zij te Jassy waren, hadden de
dames Dubief het erg druk met hun dienst
in het hospitaal, zoodat zij hun broer slechts
zelden zagen, behalve 's avonds wanneer zij
vrij waren. Van tijd tot tijd kwam luitenant
Cloutier eenige oogenblikken bij hen door
brengen, wanneer hij zeker wist dat Charles
er was. Hij was steeds even onberispelijk
en voorzichtig en dat nog des te meer, om
dat de jonge meisjes ten zijnen opzichte erg
terughoudend waren.
(Wordt vervolg dj