UIT DE PERS Radio-omroep. Uit bewogen dagen. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Donderdag 21 Januari 1926 tv FANTASIE. Colijn niet terug. De verhooging der ministers salarissen. KERK EN SCHOOL. Mgr. J. Giilswijk. Oneenigheid in de Fransche financiële commissie. Henry de Jouvenel de hooge commissaris van Syrië, zal dezer dagen naar Parijs vertrekken, om rapport over den toestand in Syrië uit te brengen. Ook Mexico wei gert de nieuwe regeering van Nicaragua te erkennen. Minister Vanderveide bespreekt in de Belgische Kamer het vedrag van Lcccrno. In het conf-ict tusschen Zwitserland en Rusland over den moord op Vorowsky is de oplossing aanstaande. Ter onderzoek van hei va'sc". e muntersschandaal is eea parlementaire co - missie ingesteld. Mc:: mbrigne door watersnood geteisterd. Dynamiei-onpioffing in Florida. Gem. buitenl. berichten. KUNST EN KENNIS. Een nestor der Nederlandsche schrijvers. FEU ILLETON. De „Maasb." schrijft: Na de N.R. Ct." heeff ook thans „Het Handelsb'ad" de ,.R. K.-zijde" die de libe ra' e lezers voorlicht. Wanneer men z ch onder zulke vermom ming verschuilt, dan is fbch wel de minste eisch. dat men ook werkelijk in deze met- Katho'ieke omgev.ng voorlichting verstrekt overeenkomstig de waarheid en gegrond op feit en, maar niet een berustend op moge lijkheid en fantasieën, want dan heeft men n'e' het recht z ch „R. K.-zijde" te noemen, doch deed men beter zich als Mephisto aan tc dienen. Welnu, de „voorlichting" van de „R. K.- zijde" in „Het Handelsblad" onder den titel „Pol tiek advies uit Rome"? moet a's zui vere fan'asie worden gekwalificeerd. De lezer oordeel zelf: I Naar aanleiding van de gebeurten'ssen sinds 11 November 1925. is van versch 1- lende zijden er op gewezen, dat we'licht uit Rome een wenk is gegeven, ter nadere bepaling van de houding der Katholieke Staa'spartij nzake de kafe'netskwestie. Het kan zijn nut hebben, te wijzen op de mogelijkheid, dat m het verkeer tus- schen Mgr. Nolens en den pauselijken ge- zan' te 's-Gravenhage het alterna'ief be spreken is, dat ongetwijfeld bes'issend is voor de oplosing van de cr'sis; de vraag n.l. of de coalitie tot eiken prijs dient behouden te worden dan wel of voor alles aan de waardighe:d van het Pause'ijk internationaal erkend gezag moet recht gedaan worden door handha ving van het gezantschap bij den H. Stoel in aannemelijken vorm. Een dergelijke discussie tusschen de beide representanten van de Ned. R. K. Staatspartij en van het Pauselijk hof, is niet u tgesloten integendeel c. q. a'les- zins verk'aarbaar en van Roomsch-Ka- tholiek standpunt te verdedigen, te meer daar naar deze opvatting ook de Paus in zekeren z'n belanghebbende is. Doch daarom gaat het niet, de vraag is het vooral of de Katholieke Staatspartij aan de meen'ng van den Paus in deze gebon den is. Deze vraag kan ontkennend wor den beantwoord, want indien al door óf vanwege den Paus een wenk in de eer ste of de tweede richt'ng zou gegeven zijn, toch bedenke men dat zulk een wenk uiteraard n'et dan het karakter van een niet-b'ndend adv es kan gedragen hebben. De zelfstandigheid der katholieke Staats partij kan ondanks haar referentie voor het Pause'ijk gezag niet anders dulden. Met groote zekerfce'd kunnen we verkla ren, dat Rome geen wenk, geen advies, of hoe men het ook noemen mag heeft gege ven of zal geven ten opzichte van»de hou ding der R.K. Staatspartij inzake deze ka- binetskwostie, tot instandhouding der coali tie of wat ook. De R. K. Staatspartij is zelfstandig, de schrijver zelf erkent het on omwonden in den hier aangeliaalden slot zin. Rome zal daarom wel wijzer zijn en ze ker zal de Internunt'us z:ch in een kwestie van de coal tie niet mengen. De tweede vaag is absurd en toont aan, dat schrijver van deze cr'sis niest begrijpt. Het gezan'schap is door een n et-Katholie- ke regeering in 's lands belang ingesteld en tot op den dag van vandaag nog steeds door een met-Kathol eken minister op dien- ze'fden grond verdedigd. De handhaving van het gezantschap wordt niet gevraagd als een erkenn'ng onzerzijds van het Pau selijk 'nternationaal gezag als zoodanig, maa- alleen in 's lands belang. Dat de leider van de R. K. Staatspartij deze kwestie, met den Pause ijken gezant zou hebben besproken, is niet allesz'ns ver klaarbaar, want daarvoor is geen enkele reden. Voor de handhaving van het gezan' schap bij den H Stoel 'n 'n aanneme'üken vorm draagt n'et de R. K. Staa'spartij de verantwoordelijkheid, maar het kab'net dat de n.-'"--.ing brengt en het compromis voorstelt. Dit kab'net behoeft ook niet de voor lichting van den Internuntius, zelfs niet langs den voorzitter der R. K. Kamerfractie want het heeft een eigen gezag, een Neder lander te Rome, die de gewenschte inlich- t'n'fen kan en ongetwijfeld zal geven op de vraag, of eenHe oploss'ng antecedenten heeft en" als zoodanig aanvaa-baar zal zijn voor den H. Stoel zonder aan deszef's waardigheid te kort te doen Welk nut het nu heeft om onde-r den schijn van gezag. door zich als ,,R. K.-ziide aan te dienen, te wijzen op een mogelijk heid, die zu ver fantasie is, kunnen we niet inzien, tenzij de bedoeling mocht zijn, om daardoor nog meer wantrouwen en haat op te wekken togen de Roomsch-Katholeken. Het ware beter, dat men zich dan niet Roomsch-Katholiek noemde, „Het Hsgzn." schrijft: Men moet thans wel als onherroepelijk aanvaarden, dat het kabinet-Colijn niet kan wederkeeren. Indien wij dit vaststellen, treden wij niet in het verleden terug. We vragen niet opnieuw, of men in Juli verstandig heeft gedaan, een avonturiers- of struisvogelpolitiek te volgen. We onderzoeken niet, of de heer Nolens, tè wiens aanzien de „Tijd" klaarblijkelijk behoefte gevoelt onbeperkt vertrouwen uit te spreken in diens beproefde wijsheid, in dtfn nacht van Kersten tactisch is opge treden. We constateeren alleen, en met een door de meesten onzer oprecht gedeeld leedwe zen, dat een kabinct-Colijn op den tegen- woordigen toestand niet zou passen. Het kabinet-Colijn is een afspiegeling van de eensgezinde rechterzijde, en die eensgezinde rechterzijde bestaat, door wier toedoen en door welke oorzaken dan ook, niet meer. Dat feit hebben we, noode of niet, te aan vaarden, en het ware opnieuw struisvogel politiek, het te verdoezelen of uit den weg te gaan. Bovendien zou een terugkcerend kabinet- Colijn met de behandeling der begroeting van Buitenlandsche Zaken hebben voort te gaan waar men den 11 en November was blijven steken en zou daarmee het gezant schap bij het Vaticaan tot het verleden be- hooren. En al durven wij in de gegeven omstan digheden weinig optimisme betoonen ten aanzien van het in stand blijven van het gezantschap, van ieder ander kabinet eer der dan van het ministerip-Colijn kan de katholieke Kamerfractie het opheffen van het gezantschap ondergaan. Er zit, nu wij schier eenstemmig, zij het op verschillende gronden, thans een samen gaan met de sociaal-democraten niet willen, niets anders op dan een extra-parlemen tair kabinet. En de katholieken zijn misschien het meest en het eerst van allen aangewezen, het tot stand komen van zulk een kabinet te bevorderen. Niet allereerst omdat een zoodanig kabi net het gezantschap zal redden (wie onder ons indertijd dien eisch onverbiddelijk aan een extra-parlementair kabinet hebben ge steld, zullen hem thans niet meer hand haven) maar omdat een dergelijk ministerie sterker dan woorden de „uiterste noodzaak" kan afwenden en omdat het aan de recht- sche partij tijd en verpoozing biedt om zich zelf en elkander terug te vinden. Een kabinet-Colijn zou een samenwer king van en een accoord tusschen de rechtsche partijen veronderstellen, die er niet meer zijn. Een extra-parlementair kabinet kan zich vrijer bewegen, rust niet op een bepaalde afspraak en kan eerder steun van een recht sche fractie missen, van een linksche aan vaarden. Indien wij op de minst oneervolle wijze uit het slop willen komen, waarin we ge raakt zijn, dan hebben we thans te ijveren voor een extra-parlementair kabinet, dat, in overeenstemming met de politieke con stellatie, <fcen conservatieve, maar een vooruitstrevende kleur moet dragen. De heer De Visser zal, hoe zijn sym pathieën. mogen wezen, als staatsman de eerste zijn om dit in te zien. „Het Centrum" bespreekt de verhooging van de ministersalarissen met 1000 per jaar. Het blad schrijft o.m.: „Er zullen er zijn, die deze mededeeling meesmuilend begroeten. Wij aarzelen niet te zeggen, dat wij haar toejuichen. Wij hebben respect voor den moed der ministers, die dit besluit voor hun verantwoording hebben willen nemen. Zij konden het iets gemakkelijker doen, om dat op den dag, waarop zij hiertoe beslo ten de kans groot was, dat zij er persoon lijk geen voordeel van zouden hebben. Bij ons moet iemand, dié minister wordt, en niet bereids in Den Haag woont, begin nen met een huis te koopen, en het in te richten. De Rekenkamer maakt zelfs be zwaar, wanneer ministers voor het gebruik van een taxi declareeren. Een minister in het Kabinet-Cort van der Linden, die in 's Lands belang eenigen tijd een auto tot z n beschikking had gehad (in den mobi lisatietijd!) heeft dit uit eigen zak moeten terugbetalen. Een lage bezoldiging van de ministers is iet tegendeel van democratisch. Het maakt, dat de keuze van geschikte •personen, uiteraard in een klein land toch al beperkt, nog moeilijker wordt. Er' zijn er in ons land geweest, die om het ministerambt te aanvaarden, een be drag aan inkomsten moesten prijsgeven, dat grooter was dan dat, hetwelk zij als minister aan bezoldiging gingen ontvangen. Rekent men daarbij met de mogelijkheid, dat de ambtsvervulling slechts kort kan 'uren dan voelt men, hoe moeilijk het kan vallen; om de geschikte personen te vin den, die bovendien bereid zijn, om dit hoogst eervolle, maar zeer zware en niet bij uitstek aangename ambt te aanvaarden. Er zijn steeds liefhebbers genoeg, maar onge lukkigerwijze zijn dat in den regel juist die oersonen, welke men bij voorkeur niet tot lit ambt wenscht te roepen. Dit alles is zeker niet in 's lands belang." Daarom verdient het, aldus besluit het blad, waardeering, dat het Kabinet den moed heeft gehad, om hierin, zij 't in zeer be scheiden mate, althans eenigszins te voor zien. Mgr. J. Gijlswijk, de Apostolische Dele- gzat van Zuid-Afr.'ka is, na verblijf van eenige maanden hier te lande, via Hock van Holland naar Engeland vertrokken, om van daar uit Southampton naar Bloemfontein terug te keeren Mgr. Gijlswijk wordt ook op deze reis weer vergezeld van den Zeerecrw, Pater J. de Groen als secretaris. (Msb Dc Ergolsch-Italiaansche onderhandelingen. De onderhandelingen over de Italiaansche oorlogsschulden zouden groote vorderingen hebben gemaakt. Terwijl de schulden 592 millioen pond sterling bedragen, zou Enge land zich met een jaarl'ijksche betaling van negen millioen gedurende 02 jaren tevre-'en -tellen. Italië zou aan de Eijgelsche eischen tot de helft zijn tegemoet gekomen; de Italiaansche minister van financiën heeft ml. 4!4 millioen pond gedurende 62 jaar aangeboden. De financieele crisis in Frankrijk. Gisteren is de minister van financiën door de commissie gehoord en zijn houding week zeer van die van Briand af, welke laatste zich steeds voor verzoening en toenadering toonde en gistcen in den ministerraad, waar enkele radicale ministers hem ver zochten toch nog eens te willen zoeken naar iets anders dan naar de betalingsbe lasting, iets voor het kartel onaannemelijk 's, dit toezegde. Doumer heeft op snijden den toon de conclusie, die de commissie uit het ontwerp van het kartel en het zi;ne samengesteld had, veroordeeld en zelfs ge ridiculiseerd. Op het oogenblik is het niet heel duide lijk wat de regeering zal doen. jj-ijn Dou mer en Briand het niet eens? Zijn ze het wel eens en is het opzettelijk dat ze de commissie onderwerpen aan dit regiem om te trachten haar handelbaarder te maken? Zal Briand in de Kamer dadelijk de ver trouwensvraag stellen of eerst nadat het ontwerp uit den Senaat terug is en de re- •ïeerin<* dus op dit laatste l chaam kan steu nen? Terwijl het kartel bedreigingen uit en de uitnemendheid van zijn eigen ontwerp volhoudt, vindt men in oppositiekringen veelal de mcening geuit, dat Briand slechts 'ets bereiken zal, indien hij dink optreedt en zijn tanden laat zien. Gebleken is nu reeds dat er geen overeenstemming tus schen de beide opvattingen van rtgeering en kartel mogelijk is. Laat Briand daarom terstond de vertrouwensvraag stellen, dan de kans groot dat hii zijn zin krijgt. Het lijkt echter waarschijnlijker dat Briand eerst, oog zal willen laveëren, zoodat het moge lijk is dat de quaestie eerst na den terug keer van het ontwerp uit den Senaat defini tief wordt uitgevochten, hetgeen nog eenige weken duren kan. Als reden v°oj" Briandss houding wordt opgegeven dat hij van zins is intusschen de kiesrechthervorming te toen aannemen, hetgeen zijn macht over de Kamer, wanneer het ontwerp uit den Se naat daar terugkeert, zeer vermeerderen De troepen in het bezette gebied- De rechtsche pers in Frankrijk protesteert er tegen Duitschland zijn zin te geven in zake de vermindering der bezettingstroe- nen. Want zoo redeneert ze, wanneer men nan de Duitsche eischen toegeeft, zullen de Duitschers voortgaan tot er geen enkele -oldaat meer in het bezette gebied is over- 'ebleven. Toch verwacht men dat het ge volg wel zal zijn dat Frankrijk 10.000 man terugroept. In verband daarmee komt het vraagstuk der Duitsche ontwapening weer naar voren Te Parijs beklaagt men zich dat sinds No vember, toen men alle eischen heeft laten -allen, behalve die van de dcmilitarisatie der Schupo, in Duitschland niets gedaan is om aan dien laatsten eisch te voldoen, maar men acht dit nog minder gewichtig dan de gevolgen, die men vreest van de -ol, die Duitschland zal spelen in de voor bereidende commissie der ontwapenings conferentie, die 15 Februari te Genëvc zou bijeenkomen. Het „Journal" zegt dat Briand op den tap van den D'iitschen gezant geantwoord beeft dat er op het oogenblik geen quaestie kan zijn van een vermindering van het Fransche effectief in het Rijnland. Uit de Horgaarsche natio nale vergadering. Bethlen verklaarde nog, dat de verschil lende beweringen in de buitenlandsche bla den aangaande verschil van inzicht tusschen hem en Horthy onjuist zijn. evereens die betreffende een staatsgreep ten bate van aartshertog Albrecht. Hetzelfde: geldt van de berichten in de pers, die spreken over connecties met den exkeizer, Beiersche fascisten en professor Cuza. Bethlen legde er eveneens den nadruk op, dat de geruchten betreffende een com- olot tegen den regent onzinnig zijn; deze geruchten zijn deels door onze internatio nale vijanden, deels door de emigranten in de wereld gebracht. Indien er. vervolgde hij, een complot bestaat om francs te verval- schen, dan bestaat er ook een dat tegen de nationale eer is gericht. Het is de plicht van de Hongaarsche regeering deze quaestie van vervalsching op te helderen en dc natje, voor het andere complot te redden. De b'I- 'ettenvervalsching raakt de zakken der vreemdelingen, maar het andere de eer van het Hongaarsche volk, Hongarije zou tegen over het buitenland den indruk maken van van v'ano-np.. Bethlen zeide nog in principe geen be zwaar te hebben tegen de benoeming van een parlementaire commissie, maar»op voor waarde, dat de onafhankelijkheid van den Hongaarschen rechter geëerbiedigd zou worden, Zoodra alle details bekend zijn zal Beth len aan de Kamer inlichtingen geven. Het gezantschap in Turkije. De Engelsche gezant te Konstantinopel, Sir Ronald Lindsay, is gisteren, vergezeld van den eersten secretaris van het gezant schap, naar Angora vertrokken om zich in verbinding te stellen met de Turksche re geering. In afwachting van het bouwen van een gezantschapsgebouw op een terrein, door de Turksche regeering daarvoor be schikbaar gesteld, zal de gezant in een par ticulier huis zijn intrek nemen. De toestand in Syrië. Uit Damascus wordt gemeld dat Henry de Jouvenel, de Fransche hooge commissa ris in Syrië over eenige dagen naar Parijs zal vertrekken, om aan zijn regeering rap port uit te brengen alvorens het Fransche standpunt tegenover den staat van zaken in Syrië voor de a.s. mandatencommissie te Genève uiteen te zetten. Dit feit is waarschijnlijk de oorzaak van het hardnekkig gerucht, dat de Jouvenel door maarschalk Franchet d'Esperey zou worden vervangen. Aanleg van Spoorwegen in Pe.zië. De minister van Openbare Werken heeft bij de Medzjiis een wetsontwerp ingediend, waarbij machtiging wordt verleend tot den aanleg van een spoorlijn dwars door Per- z.ë en andere lijnen. De sterkte der Amesikaan- sche vloot. Het Huis van Afgevaardigden beraad slaagde over de sterkte der Amerikaansche marine. De meeste republikeinen keurden de door de financieele commissie aanbevolen bezuinigingen goed. Britten (rep.) vreesde evenwel, dat de sterkte van de vloot der Ver. Staten zou dalen tot beneden de ver houding 5:3:3, welke op de conferentie van Washington is vastgesteld. Een lid der fi nancieele commissie verklaarde, dat deze vrees ongegrond was. De wetten tegen de vreem delingen. Het Mexicaansche gezantschap publiceert een mededec ing, waarin het de nieuwe wetten, betreffende de exploitatie van pe- troleumbronnen en het grondbezit verde digt, en verklaart, dat de rechten der bui tenlanders geenszins worden bedreigd, mits zi) slechts voldoen aan de formaliteiten, waaraan ook de Mexicaansche burgers zijn onderworpen. De nieuwe regeering van Nicaragua. Het voorbeeld volgende van de Ver. Sta ten, San Salvador en Guatemala, die heb ben geweigerd het nieuwe regiem in Nica ragua, onder presidentschap van Em liano Chamorro te erkennen, heeft de Mexicaan sche regeering haar gezant te Managua in structie gegeven zijn functie neer te leg gen totdat de constitueele regeering zal zijn hersteld. Het geschil bi» de Ooster- spoorweg. Tengevolge van het geschil bij de Oost- Chlneeschen spoorweg, ondervond de Transsiberische sneltrein, die om half elf uit Harbin komt, versche dene uren ver traging. Een Chineesche menigte nam een dre?gsnde houding aan. Het consulaire corps te Harb n waarschuwde de autoriteiten, dat zij verantwoordelijk zouden worden gesteld voer eventueel ver'ies aan menschenlevens en matericele .schade- De werktijd van zeelieden. Het parlement van New South Wales heeft met 45 tegen 33 stemmen in derde 'lezing het wetsontwerp aangenomen, waar bij de 44-urige werkweek voor zeelieden wordt ingetrokken. HET LOT VAN DE FEZ. Moestapha Kcmal heeft een bevel uitge vaardigd, dat het voortaan iederen Turk verboden is een fez te dragen; alleen de „iman", de voorlezer van den Koran in de moskee, maakt hierop een uitzondering. De vroegere hoofdredacteur van de „Westmin ster Gazette", Spender, heeft onlangs een bezoek aan Turkije gebracht en aan dit blad zijn indrukken meegedeeld. Hij schrijft dat het wonderlijk is tc zien hoe elk schip, elke trein ladingen hoeden brengen, en er steeds meer worden gevraagd. Want Kern al Pasja is streng en ongehoorzaamheid aan zijn bev-, ral wo-den gestraft. En dat hij woo:d h 'U'Jt, blijkt wel hieruit, dat de Irf- oers van ce anti-hoedenbeweging ter dood ju veroorueelo Alle or men van hoed zijn geoorloofd, en in geen stad in Europa vindt men dan ook een zonderlinger verscheidenheid van hoofddeksels als in Konstantinopel. Spender vertelt verder, dat het hem op viel hoe gewillig de meeste Turken zich aan deze verordening onderwerpen, hoewel het dragen van een fez hun toch zeer ter harte gaat, ook uit rligieuse overwegingen. Men tracht elkaar uit den Koran te over tuigen. dal de afschaffing van het fez niet in strijd met dit heilige boek is. Eén punt geeft groote moeilijkheden: Bij sommige ge beden moet n.l. het hoofd zoo ver naar vo ren gebogen worden, dat het den grond raakt. Men bad tot nu toe met bedekt hoofd en de fez was voor dit gebaar geen bezwaar. De hoed echter wei en dai is be denkelijk. Wat zou de reden zijn, dat Kema! Pasja zoo streng op het afschaffen van de fez aan dringt. Spender heeft hiervoor de volgende verklaring. De West-Europeanen vinden de fez schilderachtig en amusant en zelfs een beetje belachelijk. De Turk moet thans ern stig genomen worden en volgens het oor deel van zijn bevrijder dezelfde moderne gewoonten aannemen als West-Europa. En daarom weg met de fez. Turkije moet ver- europeeseerd worden en zulke schijnbaar kleine dingen als de vorm van een hoofd deksel werken hier toe meer mee dan men oppervlakkig zou denken. EEN VIJFTIENJARIGE MOORDENAAR. In Clcrjus, in de buurt van Epinal, heelt een vijftienjarige knaap, die zich reeds her haaldelijk aan diefstallen had schuldig ge maakt en door een vereeniging tot bescher ming van jeugdige ontslagen gevangenen bij een tuinbouwer in de 'eer was gegeven, zijn baas zoowel als diens moeder, een vrouw van 78jaar, vermoed. Daarna haalde hij het geheelc huis overhoop om geld te bemach tigen. HET METROPOLITAN OPERA HOUSE VERDWIJNT. Het beroemde oude Metropolitan Opera House te New-York verdwijnt. Het zal op een adere, daarvoor gepaster plaats worden herbouwd. Dit besluit heeft veel voeten in den aard gehad. Het is voorafgegaan door een bepaald vinnigen strijd tusschen de oude, aanzienlijke families van New-York, die zich vooral uit tiaditioneele overwegin gen tegen de afbraak van hun oude, beken de, doch verouderde Opera House verzet ten, en de minder voorname burgers der stad, die een nieuw, aan de eischen des tijds voldoend gebouw wenschten. Otto H, Kahu, die het meerendeel der aandeeien der Opera Producing Company bezit en daardoor feitelijk houder was van de trustces van het Opera House, heeft met het nemen van een beslissing gewacht zoo lang niet vaststond, wie der beide partijen de meerderheid vormde, doch toen onom- stootelijk kwam vast te staan, dat de stem men vóór afbraak het veelvuldigst waren, en vooral muzikale kringen serk voor een nieuw operagebouw waren, heeft Kahu den knoop doorgehakt. Op het terrein, waarop het oude Opera gebouw staat, is intusschen een bod gedaan van vier-en-twintig millioen gulden. PETROLEUMMAGNAAT EN MELKBOER. John. D. Rockefeller, de bekende Oil King, heeft het tegen zijn buurman den melkboer leelijk afgelegd. Over het land goed van John D. bij Hampden in de ge beente Noord-Tarrington, in den stait New York, loopt een landweggetje, dat iets van !e bekoorlijkheid der algeheele vrijheid van zijri terrein afneemt. Hij verzocht daarom aan den gemeenteraad vergunning om dit landweggetje te mogen afsluiten. Niemand scheen iets om dit weggetje te geven, daar het niet bepaald in het verkeer was opge nomen. John Foley, de melkboer van Hampden, die vlak in de buurt van John D. woor.t, dacht er echter anders over. Hij verzocht den raad de vergunning niet te verleenen, omdat hij ,naar hij beweerde, al jaren en jaren lang van het landpaadje gebruik maak te bij het uitoefenen van zijn bedrijf, doch volgens anderen uit rancune tegen Rocke feller, die vij'-en-twintig jaar geleden een landhotelletje van Foley's vader in de heu velen van Pocantico voor de helft in waar de deed achteruitgaan door het afsluiten, op verzoek van een oliemagnaat, van een weg getje, dat naar het hotelletje voerde. Hoe het zij, een feil is het, dat Foley het 'edaan heeft gekregen, dat de gemeenteraad het verzoek van Rockefeller met drie stemmen tegen twee heeft afgewezen. De kwestie is daarmede echter niet uit. I De minderheid is zeer ontevreden over het besluit en zal bij de gemeenteraadsverkie- 'ngen, die binnenkort zullen plaats hebben, de kwestie tot hoofdpunt van haar verkie zingsprogram maken. DE NEDERLAAG VAN KOEO SOENG-LING. Onlangs ontleenden wij aan een Engelsch blad het bericht, dat de nederlaag van het leger van generaal Koeo Soeng-ling voor Moekden te wijten was aan de Japanners in Mandsjerije, die in Chineesche uniform gekleede Japansche soldaten ter beschik king hadden gesteld van Tsjang Tso Lin. Thans wordt uit Tsing Tao gemeld, dat Pi Sji Tsjen, een bekend Mandsjoerijsch gen-- aal, op een receptie heeft verklaard, dal cie lapanncrs inderdaad de nederlaag van Coeo-Soeng-.ing hebben veroorzaakt, of schoon met op bovenvermelde wijze, en wel omdat zij vreesden dat wanneer Tsjang I so Lin de nederlaag leed, daarvan het ge volg zou kunnen zijn, dat de invloed der 'spanners in Mandsjóerije door dien der Sovjets zou v/orden vervangen. De Japan ners hebben n.l. de troepen van Koep aan de rivier de Liao tegengehouden totdat Tsjang sterk genoeg was om tegen Koeo op te rukken. VRIJDAG, 22 Januari. HILVERSUM 1050 M. 12— en 7.3S Politieberichten 7.45 en 10.Persbu reau Vaz Dias 8.10 concert door het H. D. O.-orkest, o. 1. v. Fr. Lupgens. 8.409.20 Lezing v. h. Nut v. h. Alge meen. Spreker: Prof. H. de Graaf, Hoog- lecraar te Utrecht, over „De mensch te- genover zijn medemensch in den loop der tijden. In de middeleeuwen. Daarna weer orkest. Na afloop aansluiting van het the ater Tuschinsky te Amsterdam. Dans muziek uit het cabaret „La Gaité." DAVENTRY 1600 M. 10.50 Tijdsein, weerbericht 11.201.20 Concert door het radio-kwartet en solisten (bariton, viool en liedjes a.d. oiano 1.202.20 Tijdsein, Lunchmuziek. 4.05 Concert door de People's concert society 5:05 Concert door het radio-kwartet een so listen (mezzo, sopraan, baritonl. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansncuriek. 7.20 Tijdsein, Big Beu, weerber., nieuws uitt-eksel uit de radio-bladen 7.50 Pi anosonates van Mozart 8. Lezing: Un der two Cardinals 8.20 De band van het Kon. Artillerieregiment 8.44 The war in Spain" radio één-acter 9.02 Concert D, Buchan, piano. M. Head, lied jes a. d. piano. De band. B. HarrSon, cello. 10.20 Tijdsein, weerber. nieuws, ij causerie v. h. Ministerie v. Landbouw 10.5011.20 Dansmuziek door de Cecile dansband. 12.201.50 n.m. Dansmu ziek door de Carlton-hoter dansband. PARIJS „RADIO—PARIS 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris (piano-vi ool-cello). 2.05 Nieuws. 2.10-4.50 en 8.35 Koe "sen en Havaspersber. 8.53 10.20 Concert „La Dordogne" met een causerie door een afgevaardigde van het departement „La Dordogne." KO NzNCSVUSTEFHAUSEN 1300 M. 7.50 „Die Gefartin' drama van A. Schnitzler. Speelt op een herfstavond in de nabijheid van Weenen. „Der grüne Kakadu". groteske in 1 acte. Speelt in Parijs op den avond van 14 Juli 1789, in de spelonk Prosperas. Daame weerber. en nieuws 9.50 Boekvoorlezing. BRUSSEL, 2.62 M. 8.20 Lezing: Les pro- blèmes dc la radiophurie Europèenne 8.35 Orkestconcert 9.20 Dansmuziek. 10.20 Nieuws. MUNSTER 410 M. 12.35-1.50 Humo ristische voorlezingen 3.354.20 Con cert, o kest en bariton. Werken van Schubert, Schumann e. a. Daarna: „Die Bremer Stadtmusikanten". strockjesge- dicht van J. Sicdler. Muziek v. Dames koor, soli en pianobegel. 6.2"17.20 Lezing: „Die Ëntwickelung der Klavier sonate von ihren Anfi ngen bis zur ge- genwa t. 7.20S.05 Engelsche les. 8.05 •Opvoering van ..Die Jüdin von To ledo", historisch treurspel in 5 acten, Grillparzer. A. Werumeus Buning 80 jaar. Heden, Donderdag 21 Januari, viert een. der oudste Nederlandsche letterkundigen, A. Werumeus Buning, zijn 80sten verjaardag. Tijdgenoot van Justus van Maurik, Jan ten'Brink, Hendrik de Veer, Care! van Nie- velt, Emiie Seipgens, van een vroegere ge neratie als Beets, Koetsvelt, Kneppelhout, Lodewijk Mulder en Cremer, is zijn werk bekender gebleven dan dat van vele van die anderen Sommige van zijn figuren, „de Rooie", „de Schele", „de Mottige* duiken telkens en telkens weer ergens in ons volks leven op, bijna ieder kent de marine-schet sen. De zee zat hem jong in het bloed: ze werd ook de stof voor' bijna al zijn vele novellen en het is wel me.kwaardig b.j dit jubileum eens te bedenken hoe weinigen voor en na dezen tachtigjarige ons zoo ka rakteristiek eigen Hollandsche leven „bin nen en buiten boord" tot onderwerp en in spiratie komen. In dat opzicht huldigt men Donderdag in den Haag een van onze uiterst schaarsche schrijvers van de zee. Het is de zee uit den tijd van de witte zeilen: het „stoomvermo- gen" was een hulpmiddel, en zoo was het de zee van zwaar werk in het tuig, wind stilte en storm en ajle wisselvalligheid van wind een weer. Een verleden tijd, die hier in beschrijving en figuren nog is blijven le ven in de matrozeniypen en de atmosfeer van de lange reizen, ruwe kerels met een goed hart, dagen en nachten op allerlei zee en in allerlei stemming, een stuk Kollanclsch leven en historie. Dat het levend bleef dan ken wij aan de frissche hartelijkheid waar mee hét alles gezien en verteld werd en die afsteekt bij zoovee! uit dien tijd dat flauw en sentimenteel werd: het is of de zilte zee wind. niet alleen dezen nestor, maar ook zijn werk een lang leven gaf, het ras en de fijnheid die prof. Prinsen hem boven b.v. van MauriK deden stellen. Het meest bekende zijn wellicht de „Ma rineschetsen, waarin veel vercenigd is (18S0), „Uit en thuis met de Tromp" en vele andere bundels van gelijken aard, waarvan er een aantal vertaald werd in „Marinebil- der". Menigeen zal zich den beminnelijken beheerder van het Rotterdamsche Museum voor Land en Volkenkunde en het Maritiem Museum herinneren, velen in den lande zul len dezer dagen den hartelijken verteller van het bestaan ter zee ena an den wal her denken, en evenals op zijn zeventigsten en viifenzeventigsten verjaardag zal de vriend schap uit alle kringen van ons volk hem dien dag wel weten te bereiken 31 Hij was een pater Assumptionist, welke van Bulgarije gekomen was, vanwaar hij was uitgewezen. In plaats van naar Frankrijk terug te keeren, hetgeen hem trouwens zeer moeilijk zou geweest zijn, had hij in Rumenië een werkkring gevonden, waaraan hij zich met hart en ziel had gegeven. Ernestine bracht hem op de hoogte van den toestand, verhaalde hem de afwezigheid harer familie, het gebrek aan ondervinding harer zuster, de plannen van Jean Cloutier, en vooral het gedrag van haar broer, die op vallend en verontrustend tegelijk was. Eijzonder sedert twee of drie maanden scheen hij bezorgd, en soms zoo zenuwachtig d; t hij ongeduldig werd, wanneer zijne zus tors hem vragen stelden omtrent zijn bezig heden, zijn werk of zijn militairen dienst. Twee of drie keer was hij achtenvee t g uur afwezig geweest en zeide nooit waar nij dien tijd had doo -gebracht. Zij was de oudste en daarom dacht zij dat haar plicht haar gebood over hem te waken en hem raad te geven. Daar mijn broeder niet meer op mijne vragen antwoordt en mijne zorg hem lastig sehijnt, weet ik niet hoe ik het moet aanleg gen om mijne afwezige ouders ten zijnen op zichte te vervangen, had zij gezegd. Ik kan uwe bezorgdheid niet anders dan prijzen, had de priester geantwoord en u aanmoedigen om zoo door te gaan. U moet met zorg de middelen zoeken die u zoudt kunnen gebruiken om uw broeder op den rechten weg te houden indien hij er nog op is, en hem op den goeden weg terug te bren gen, indien hij dezen ongelukkig niet meer bewandelt. Men kan de jongelieden tegen woordig niet meer zoo gemakkelijk vormen als vroeger. In 't algemeen echter vertrouwt een broeder zich gaarne toe aan zijn zuster, omdat hij misschien hare verwijten niet zoo erg vreest, wanneer hij ze verdiend heeft, maar niettegenstaande alles bestaat er tus schen hen een oprechtheid en toegenegen heid welke het gemakkelijk maakt het goede te doen. U begrijpt daV er zekere afdwalingen bestaan, over welke ik moeilijk vragen kan stellen. Natuurlijk, maar hetgeen u niet doen kunt, kan misschien die jonge officier, waar over u mij gesproken heeft, beproeven. Zij zijn dikke vrienden, heeft u mij gezegd, niettegenstaande het verschil in rang Ik geloof het wel. Waarom zoudt u niet eens met dien luitenant er over spreken? Uw vader heeft hem zijn zoon toch aanbevolen Ik beken u ronduit cat ik het niet durf. Daar ik nog niet weet, welk antwoord ik hem toch wel eens zal moeten geven, zou ik hem niet gaafne ue gelegenheid geven oir. veel voor mij te doen, zelfs ten opzichte vap mijn broer, vooral ah het antwoord ontken nend zou zijn. Wat is u nog kinderlijk Indien u dien broer wilt waren voor de dwalingen en ge varen, welke het leven medebrengt, meet u de middelen daarvoor aanwenden. U heeft geen anc'er dan dit ter beschikking welnu, rnaak er gebruik van. U ziet er dus geen bezwaar in Wel neen. U heeft me herhaalde malen gezegd, dat mijnheer Cloutier een volmaakt rechtschapen man is, dat u op zijn stilzwij gen kunt rekenen, dat hij vol eerbied en op lettendheid en achting voor u en uwe zuste: zuster is, wat wilt u dan nog meer Het ont- oreekt u aan vastberac enheiT om goed te doen, moet men weten te willen, zich niet door moeilijkheden laten tegenhouden. In uw geval is er wel over heen te komen, en dan moet u op God vertrouwen Denkt u dan dat Hij u zal verlaten en zal toestaan dat een reddingswerk voor Zijner eer en het heil dezer ziel ondernomen, zoo u zal schadelijk zijn Och, kom, wees flinker en vertrouw u aan hem, dien de Voorzienigheid waarschijn lijk alï echtgenoot voor u bestemd heeft, als het oogent lik daar is.Ik beloof dat ik voor u bidden zal. Nu ze kracht had gevonden in den raa van den prie: ter, had Ernestine heloten Jean Cloutier deelgenoot van hare bezorgd- neid te maken. Men begrijpt dat hij er door gevleid en getroffen was. Hij begon met haar gerust te stellen en be loofde in het geheim de gangen van haar broer na te gaan en hem desnoods wijze be merkingen te maken. Eenige dagen na dit onderhoud zag zij hem op een avond aankomen, op het oogen blik dat zij het hospitaal verliet. Hare zuster vergezelde haar. Na de eerste begroetingen, verzocht de luitenant haar een oogenblik in de spreek kamer te wachten. Deze was op dit uur vrij. Ik kom vanavond niet bij u, zei 'e hij hun, daar Char les niet thuis _kan zijn. Hij heeft opnieuw een vc lof van* achtenveertig uur gevraagd en gekregen. Hij wacht u zon der twijfel om u cit tc zeggen. Alweer kon E ne tine niet nalaten te zeggen, waar kan hij wel heen gaan Ik weet het, antwoordde Cloutier, ik heb inlichtingen genomen, hij gaat naar Boekarest. Hij is over igens telkens daarheen gegaan, als hij verlof had. Wat kan hij daar gaan doen? Men heeft mij cit niet gezegd, maar ik heb den kapitein gesproken, v, e'ke zijn ver lofpas teekent ik heb hem cn ervraagd en hij heeft zich bepaald tot c'eze woorden. Maakt u niet ongerust, ik ben op de hoogte van hetgeen hij doet ook de generaal kent e beweegiedenen van zijne afwezigheid. U wentelt een zware la^t van mij af meien zijn oversten zoo spreken, is het na- tuuilijk een kwestie cie op den dienst be trekking heeft. Mijn hartelijken dank Is u nu gerust? Bijna. Ik dank den goeden God Indien u mij toestaat, zal ik even bij u aanloopen, wannec Charles terug i:-. We gaan vlug naar huis, om hem niet lang te laten wachten. Zij vertrokken, en haa-tten zich keen zon der een woord te wisselen. Toen zij tliui' kwamen, was Charles reeds weg hij had een briefje geschreven Ik moet onmiddellijk met den trein weg ik vrees dat ik te laat kom tot morgen avond, of op zijn laatst Zondag morgen. Ket is vreemd, merkte Jeanne op, hij is altijd 's Zaterdags weg. Kijk, daar had ik nog geen acht op ge geven. Den volgenden dag ging gewoon voorbij zij wachtten met het avondmaal in de hoop dat Charles er aan deel zou nemen. Zij wachtten vrij lang en gingen eindelijk aan tafel waarschijnlijk zou hij pas den vol gen en morgen komen. Men was in October het was reeds laat geworden en zij begaven zich ter ruste. Zij rliepen vastplotseling maakte een hevig schellen haar wakker. Ik geloof dat het gebeld heeft, zeide Ernestine hardop, heb je niets gehoord Ik weet 't niet maar zeker is het dat ik evenals jij plotseling ben wakker ge-chrikt. Zij hadcen deze woorden nauwelijks ge sproken of weer ging de belnu nog haruer, zoodat er geen twijfel meer overbleef. De ouciste ging vlug naar het ven;ter zij zag in de duisternis de uniform van een sol daat. Toen deze hoorde dat het raam geopend werd, keek hij naar boven. Woont hier mejuffrouw Dubief? Ja, wat is er Men heeft u in het hospitaal noodïg kom onmiddellijk, het is voor een gewonce, wel c in een erbarmd jken toestand is. Wie heeft u gezonden „De majoor heeft mij hierheen gestuurd. Hij heeft mij nog belast, u te zeggen, dat er haast bij is. Ik moet op u wachte::, opcat u niet alleen zoo laat door de straten hoeft te gaan." „Een oogenblik, ik kom te-stond." Ernestine sloot het raam, kleedde zich in allerijl en dacht bij zich zelf dat het den eersten keer was, dat men haar diensten in den nacht noodig had. „Ik ga met je mee," zeide hare zuster. „Als je er pleizier in hebt, heel graag. La ten we ons haasten 1" Zij waren in enkele minuten gereed, trof fen den oppasser van het hospitaal voor de deur, gingen met hem mede en vroegen naar bijzonderheden. Hij wist niets met juistheid te vertellen. Men had hem eenvoudig gezegd dat een zwaar gewonde was binnengebracht, en dat hij de ve-pleegster van zaal drie moest gaan halen, wier adres hem was opgegeven. 1 (Wordt vervolgd-I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5