UIT DE PERS
Radio-omroep.
Uit bewogen dagen.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Donderdag 21 Januari 1926
tv
FANTASIE.
Colijn niet terug.
De verhooging der ministers
salarissen.
KERK EN SCHOOL.
Mgr. J. Giilswijk.
Oneenigheid in de Fransche financiële commissie. Henry de Jouvenel
de hooge commissaris van Syrië, zal dezer dagen naar Parijs vertrekken,
om rapport over den toestand in Syrië uit te brengen. Ook Mexico wei
gert de nieuwe regeering van Nicaragua te erkennen.
Minister Vanderveide bespreekt in de Belgische Kamer het vedrag van
Lcccrno. In het conf-ict tusschen Zwitserland en Rusland over den
moord op Vorowsky is de oplossing aanstaande. Ter onderzoek van
hei va'sc". e muntersschandaal is eea parlementaire co - missie ingesteld.
Mc:: mbrigne door watersnood geteisterd. Dynamiei-onpioffing
in Florida.
Gem. buitenl. berichten.
KUNST EN KENNIS.
Een nestor der Nederlandsche
schrijvers.
FEU ILLETON.
De „Maasb." schrijft:
Na de N.R. Ct." heeff ook thans „Het
Handelsb'ad" de ,.R. K.-zijde" die de libe
ra' e lezers voorlicht.
Wanneer men z ch onder zulke vermom
ming verschuilt, dan is fbch wel de minste
eisch. dat men ook werkelijk in deze met-
Katho'ieke omgev.ng voorlichting verstrekt
overeenkomstig de waarheid en gegrond op
feit en, maar niet een berustend op moge
lijkheid en fantasieën, want dan heeft men
n'e' het recht z ch „R. K.-zijde" te noemen,
doch deed men beter zich als Mephisto aan
tc dienen.
Welnu, de „voorlichting" van de „R. K.-
zijde" in „Het Handelsblad" onder den titel
„Pol tiek advies uit Rome"? moet a's zui
vere fan'asie worden gekwalificeerd. De
lezer oordeel zelf:
I
Naar aanleiding van de gebeurten'ssen
sinds 11 November 1925. is van versch 1-
lende zijden er op gewezen, dat we'licht
uit Rome een wenk is gegeven, ter nadere
bepaling van de houding der Katholieke
Staa'spartij nzake de kafe'netskwestie.
Het kan zijn nut hebben, te wijzen op
de mogelijkheid, dat m het verkeer tus-
schen Mgr. Nolens en den pauselijken ge-
zan' te 's-Gravenhage het alterna'ief be
spreken is, dat ongetwijfeld bes'issend
is voor de oplosing van de cr'sis; de
vraag n.l. of de coalitie tot eiken prijs
dient behouden te worden dan wel of
voor alles aan de waardighe:d van het
Pause'ijk internationaal erkend gezag
moet recht gedaan worden door handha
ving van het gezantschap bij den H. Stoel
in aannemelijken vorm.
Een dergelijke discussie tusschen de
beide representanten van de Ned. R. K.
Staatspartij en van het Pauselijk hof, is
niet u tgesloten integendeel c. q. a'les-
zins verk'aarbaar en van Roomsch-Ka-
tholiek standpunt te verdedigen, te meer
daar naar deze opvatting ook de Paus in
zekeren z'n belanghebbende is. Doch
daarom gaat het niet, de vraag is het
vooral of de Katholieke Staatspartij aan
de meen'ng van den Paus in deze gebon
den is. Deze vraag kan ontkennend wor
den beantwoord, want indien al door óf
vanwege den Paus een wenk in de eer
ste of de tweede richt'ng zou gegeven
zijn, toch bedenke men dat zulk een wenk
uiteraard n'et dan het karakter van een
niet-b'ndend adv es kan gedragen hebben.
De zelfstandigheid der katholieke Staats
partij kan ondanks haar referentie voor
het Pause'ijk gezag niet anders dulden.
Met groote zekerfce'd kunnen we verkla
ren, dat Rome geen wenk, geen advies, of
hoe men het ook noemen mag heeft gege
ven of zal geven ten opzichte van»de hou
ding der R.K. Staatspartij inzake deze ka-
binetskwostie, tot instandhouding der coali
tie of wat ook. De R. K. Staatspartij is
zelfstandig, de schrijver zelf erkent het on
omwonden in den hier aangeliaalden slot
zin.
Rome zal daarom wel wijzer zijn en ze
ker zal de Internunt'us z:ch in een kwestie
van de coal tie niet mengen.
De tweede vaag is absurd en toont aan,
dat schrijver van deze cr'sis niest begrijpt.
Het gezan'schap is door een n et-Katholie-
ke regeering in 's lands belang ingesteld en
tot op den dag van vandaag nog steeds
door een met-Kathol eken minister op dien-
ze'fden grond verdedigd. De handhaving
van het gezantschap wordt niet gevraagd
als een erkenn'ng onzerzijds van het Pau
selijk 'nternationaal gezag als zoodanig,
maa- alleen in 's lands belang.
Dat de leider van de R. K. Staatspartij
deze kwestie, met den Pause ijken gezant
zou hebben besproken, is niet allesz'ns ver
klaarbaar, want daarvoor is geen enkele
reden. Voor de handhaving van het gezan'
schap bij den H Stoel 'n 'n aanneme'üken
vorm draagt n'et de R. K. Staa'spartij de
verantwoordelijkheid, maar het kab'net dat
de n.-'"--.ing brengt en het compromis
voorstelt.
Dit kab'net behoeft ook niet de voor
lichting van den Internuntius, zelfs niet
langs den voorzitter der R. K. Kamerfractie
want het heeft een eigen gezag, een Neder
lander te Rome, die de gewenschte inlich-
t'n'fen kan en ongetwijfeld zal geven op
de vraag, of eenHe oploss'ng antecedenten
heeft en" als zoodanig aanvaa-baar zal zijn
voor den H. Stoel zonder aan deszef's
waardigheid te kort te doen
Welk nut het nu heeft om onde-r den
schijn van gezag. door zich als ,,R. K.-ziide
aan te dienen, te wijzen op een mogelijk
heid, die zu ver fantasie is, kunnen we niet
inzien, tenzij de bedoeling mocht zijn, om
daardoor nog meer wantrouwen en haat op
te wekken togen de Roomsch-Katholeken.
Het ware beter, dat men zich dan niet
Roomsch-Katholiek noemde,
„Het Hsgzn." schrijft:
Men moet thans wel als onherroepelijk
aanvaarden, dat het kabinet-Colijn niet kan
wederkeeren.
Indien wij dit vaststellen, treden wij niet
in het verleden terug.
We vragen niet opnieuw, of men in Juli
verstandig heeft gedaan, een avonturiers-
of struisvogelpolitiek te volgen.
We onderzoeken niet, of de heer Nolens,
tè wiens aanzien de „Tijd" klaarblijkelijk
behoefte gevoelt onbeperkt vertrouwen uit
te spreken in diens beproefde wijsheid, in
dtfn nacht van Kersten tactisch is opge
treden.
We constateeren alleen, en met een door
de meesten onzer oprecht gedeeld leedwe
zen, dat een kabinct-Colijn op den tegen-
woordigen toestand niet zou passen.
Het kabinet-Colijn is een afspiegeling
van de eensgezinde rechterzijde, en die
eensgezinde rechterzijde bestaat, door wier
toedoen en door welke oorzaken dan ook,
niet meer.
Dat feit hebben we, noode of niet, te aan
vaarden, en het ware opnieuw struisvogel
politiek, het te verdoezelen of uit den weg
te gaan.
Bovendien zou een terugkcerend kabinet-
Colijn met de behandeling der begroeting
van Buitenlandsche Zaken hebben voort te
gaan waar men den 11 en November was
blijven steken en zou daarmee het gezant
schap bij het Vaticaan tot het verleden be-
hooren.
En al durven wij in de gegeven omstan
digheden weinig optimisme betoonen ten
aanzien van het in stand blijven van het
gezantschap, van ieder ander kabinet eer
der dan van het ministerip-Colijn kan de
katholieke Kamerfractie het opheffen van
het gezantschap ondergaan.
Er zit, nu wij schier eenstemmig, zij het
op verschillende gronden, thans een samen
gaan met de sociaal-democraten niet willen,
niets anders op dan een extra-parlemen
tair kabinet.
En de katholieken zijn misschien het
meest en het eerst van allen aangewezen,
het tot stand komen van zulk een kabinet
te bevorderen.
Niet allereerst omdat een zoodanig kabi
net het gezantschap zal redden (wie onder
ons indertijd dien eisch onverbiddelijk aan
een extra-parlementair kabinet hebben ge
steld, zullen hem thans niet meer hand
haven) maar omdat een dergelijk ministerie
sterker dan woorden de „uiterste noodzaak"
kan afwenden en omdat het aan de recht-
sche partij tijd en verpoozing biedt om zich
zelf en elkander terug te vinden.
Een kabinet-Colijn zou een samenwer
king van en een accoord tusschen de
rechtsche partijen veronderstellen, die er
niet meer zijn.
Een extra-parlementair kabinet kan zich
vrijer bewegen, rust niet op een bepaalde
afspraak en kan eerder steun van een recht
sche fractie missen, van een linksche aan
vaarden.
Indien wij op de minst oneervolle wijze
uit het slop willen komen, waarin we ge
raakt zijn, dan hebben we thans te ijveren
voor een extra-parlementair kabinet, dat,
in overeenstemming met de politieke con
stellatie, <fcen conservatieve, maar een
vooruitstrevende kleur moet dragen.
De heer De Visser zal, hoe zijn sym
pathieën. mogen wezen, als staatsman de
eerste zijn om dit in te zien.
„Het Centrum" bespreekt de verhooging
van de ministersalarissen met 1000 per
jaar. Het blad schrijft o.m.:
„Er zullen er zijn, die deze mededeeling
meesmuilend begroeten.
Wij aarzelen niet te zeggen, dat wij haar
toejuichen. Wij hebben respect voor den
moed der ministers, die dit besluit voor
hun verantwoording hebben willen nemen.
Zij konden het iets gemakkelijker doen, om
dat op den dag, waarop zij hiertoe beslo
ten de kans groot was, dat zij er persoon
lijk geen voordeel van zouden hebben.
Bij ons moet iemand, dié minister wordt,
en niet bereids in Den Haag woont, begin
nen met een huis te koopen, en het in te
richten. De Rekenkamer maakt zelfs be
zwaar, wanneer ministers voor het gebruik
van een taxi declareeren. Een minister in
het Kabinet-Cort van der Linden, die in
's Lands belang eenigen tijd een auto tot
z n beschikking had gehad (in den mobi
lisatietijd!) heeft dit uit eigen zak moeten
terugbetalen.
Een lage bezoldiging van de ministers is
iet tegendeel van democratisch.
Het maakt, dat de keuze van geschikte
•personen, uiteraard in een klein land toch
al beperkt, nog moeilijker wordt.
Er' zijn er in ons land geweest, die om
het ministerambt te aanvaarden, een be
drag aan inkomsten moesten prijsgeven,
dat grooter was dan dat, hetwelk zij als
minister aan bezoldiging gingen ontvangen.
Rekent men daarbij met de mogelijkheid,
dat de ambtsvervulling slechts kort kan
'uren dan voelt men, hoe moeilijk het kan
vallen; om de geschikte personen te vin
den, die bovendien bereid zijn, om dit
hoogst eervolle, maar zeer zware en niet bij
uitstek aangename ambt te aanvaarden. Er
zijn steeds liefhebbers genoeg, maar onge
lukkigerwijze zijn dat in den regel juist die
oersonen, welke men bij voorkeur niet tot
lit ambt wenscht te roepen.
Dit alles is zeker niet in 's lands belang."
Daarom verdient het, aldus besluit het
blad, waardeering, dat het Kabinet den moed
heeft gehad, om hierin, zij 't in zeer be
scheiden mate, althans eenigszins te voor
zien.
Mgr. J. Gijlswijk, de Apostolische Dele-
gzat van Zuid-Afr.'ka is, na verblijf van
eenige maanden hier te lande, via Hock van
Holland naar Engeland vertrokken, om van
daar uit Southampton naar Bloemfontein
terug te keeren
Mgr. Gijlswijk wordt ook op deze reis
weer vergezeld van den Zeerecrw, Pater
J. de Groen als secretaris. (Msb
Dc Ergolsch-Italiaansche
onderhandelingen.
De onderhandelingen over de Italiaansche
oorlogsschulden zouden groote vorderingen
hebben gemaakt. Terwijl de schulden 592
millioen pond sterling bedragen, zou Enge
land zich met een jaarl'ijksche betaling van
negen millioen gedurende 02 jaren tevre-'en
-tellen. Italië zou aan de Eijgelsche eischen
tot de helft zijn tegemoet gekomen; de
Italiaansche minister van financiën heeft
ml. 4!4 millioen pond gedurende 62 jaar
aangeboden.
De financieele crisis in Frankrijk.
Gisteren is de minister van financiën door
de commissie gehoord en zijn houding week
zeer van die van Briand af, welke laatste
zich steeds voor verzoening en toenadering
toonde en gistcen in den ministerraad,
waar enkele radicale ministers hem ver
zochten toch nog eens te willen zoeken
naar iets anders dan naar de betalingsbe
lasting, iets voor het kartel onaannemelijk
's, dit toezegde. Doumer heeft op snijden
den toon de conclusie, die de commissie
uit het ontwerp van het kartel en het zi;ne
samengesteld had, veroordeeld en zelfs ge
ridiculiseerd.
Op het oogenblik is het niet heel duide
lijk wat de regeering zal doen. jj-ijn Dou
mer en Briand het niet eens? Zijn ze het
wel eens en is het opzettelijk dat ze de
commissie onderwerpen aan dit regiem om
te trachten haar handelbaarder te maken?
Zal Briand in de Kamer dadelijk de ver
trouwensvraag stellen of eerst nadat het
ontwerp uit den Senaat terug is en de re-
•ïeerin<* dus op dit laatste l chaam kan steu
nen? Terwijl het kartel bedreigingen uit en
de uitnemendheid van zijn eigen ontwerp
volhoudt, vindt men in oppositiekringen
veelal de mcening geuit, dat Briand slechts
'ets bereiken zal, indien hij dink optreedt
en zijn tanden laat zien. Gebleken is nu
reeds dat er geen overeenstemming tus
schen de beide opvattingen van rtgeering
en kartel mogelijk is. Laat Briand daarom
terstond de vertrouwensvraag stellen, dan
de kans groot dat hii zijn zin krijgt. Het
lijkt echter waarschijnlijker dat Briand eerst,
oog zal willen laveëren, zoodat het moge
lijk is dat de quaestie eerst na den terug
keer van het ontwerp uit den Senaat defini
tief wordt uitgevochten, hetgeen nog eenige
weken duren kan. Als reden v°oj" Briandss
houding wordt opgegeven dat hij van zins
is intusschen de kiesrechthervorming te
toen aannemen, hetgeen zijn macht over de
Kamer, wanneer het ontwerp uit den Se
naat daar terugkeert, zeer vermeerderen
De troepen in het bezette gebied-
De rechtsche pers in Frankrijk protesteert
er tegen Duitschland zijn zin te geven in
zake de vermindering der bezettingstroe-
nen. Want zoo redeneert ze, wanneer men
nan de Duitsche eischen toegeeft, zullen
de Duitschers voortgaan tot er geen enkele
-oldaat meer in het bezette gebied is over-
'ebleven. Toch verwacht men dat het ge
volg wel zal zijn dat Frankrijk 10.000 man
terugroept.
In verband daarmee komt het vraagstuk
der Duitsche ontwapening weer naar voren
Te Parijs beklaagt men zich dat sinds No
vember, toen men alle eischen heeft laten
-allen, behalve die van de dcmilitarisatie
der Schupo, in Duitschland niets gedaan is
om aan dien laatsten eisch te voldoen,
maar men acht dit nog minder gewichtig
dan de gevolgen, die men vreest van de
-ol, die Duitschland zal spelen in de voor
bereidende commissie der ontwapenings
conferentie, die 15 Februari te Genëvc zou
bijeenkomen.
Het „Journal" zegt dat Briand op den
tap van den D'iitschen gezant geantwoord
beeft dat er op het oogenblik geen quaestie
kan zijn van een vermindering van het
Fransche effectief in het Rijnland.
Uit de Horgaarsche natio
nale vergadering.
Bethlen verklaarde nog, dat de verschil
lende beweringen in de buitenlandsche bla
den aangaande verschil van inzicht tusschen
hem en Horthy onjuist zijn. evereens die
betreffende een staatsgreep ten bate van
aartshertog Albrecht. Hetzelfde: geldt van
de berichten in de pers, die spreken over
connecties met den exkeizer, Beiersche
fascisten en professor Cuza.
Bethlen legde er eveneens den nadruk
op, dat de geruchten betreffende een com-
olot tegen den regent onzinnig zijn; deze
geruchten zijn deels door onze internatio
nale vijanden, deels door de emigranten in
de wereld gebracht. Indien er. vervolgde hij,
een complot bestaat om francs te verval-
schen, dan bestaat er ook een dat tegen de
nationale eer is gericht. Het is de plicht van
de Hongaarsche regeering deze quaestie
van vervalsching op te helderen en dc natje,
voor het andere complot te redden. De b'I-
'ettenvervalsching raakt de zakken der
vreemdelingen, maar het andere de eer van
het Hongaarsche volk, Hongarije zou tegen
over het buitenland den indruk maken van
van v'ano-np..
Bethlen zeide nog in principe geen be
zwaar te hebben tegen de benoeming van
een parlementaire commissie, maar»op voor
waarde, dat de onafhankelijkheid van den
Hongaarschen rechter geëerbiedigd zou
worden,
Zoodra alle details bekend zijn zal Beth
len aan de Kamer inlichtingen geven.
Het gezantschap in Turkije.
De Engelsche gezant te Konstantinopel,
Sir Ronald Lindsay, is gisteren, vergezeld
van den eersten secretaris van het gezant
schap, naar Angora vertrokken om zich in
verbinding te stellen met de Turksche re
geering. In afwachting van het bouwen van
een gezantschapsgebouw op een terrein,
door de Turksche regeering daarvoor be
schikbaar gesteld, zal de gezant in een par
ticulier huis zijn intrek nemen.
De toestand in Syrië.
Uit Damascus wordt gemeld dat Henry
de Jouvenel, de Fransche hooge commissa
ris in Syrië over eenige dagen naar Parijs
zal vertrekken, om aan zijn regeering rap
port uit te brengen alvorens het Fransche
standpunt tegenover den staat van zaken in
Syrië voor de a.s. mandatencommissie te
Genève uiteen te zetten.
Dit feit is waarschijnlijk de oorzaak van
het hardnekkig gerucht, dat de Jouvenel
door maarschalk Franchet d'Esperey zou
worden vervangen.
Aanleg van Spoorwegen in
Pe.zië.
De minister van Openbare Werken heeft
bij de Medzjiis een wetsontwerp ingediend,
waarbij machtiging wordt verleend tot den
aanleg van een spoorlijn dwars door Per-
z.ë en andere lijnen.
De sterkte der Amesikaan-
sche vloot.
Het Huis van Afgevaardigden beraad
slaagde over de sterkte der Amerikaansche
marine.
De meeste republikeinen keurden de
door de financieele commissie aanbevolen
bezuinigingen goed. Britten (rep.) vreesde
evenwel, dat de sterkte van de vloot der
Ver. Staten zou dalen tot beneden de ver
houding 5:3:3, welke op de conferentie van
Washington is vastgesteld. Een lid der fi
nancieele commissie verklaarde, dat deze
vrees ongegrond was.
De wetten tegen de vreem
delingen.
Het Mexicaansche gezantschap publiceert
een mededec ing, waarin het de nieuwe
wetten, betreffende de exploitatie van pe-
troleumbronnen en het grondbezit verde
digt, en verklaart, dat de rechten der bui
tenlanders geenszins worden bedreigd, mits
zi) slechts voldoen aan de formaliteiten,
waaraan ook de Mexicaansche burgers zijn
onderworpen.
De nieuwe regeering van
Nicaragua.
Het voorbeeld volgende van de Ver. Sta
ten, San Salvador en Guatemala, die heb
ben geweigerd het nieuwe regiem in Nica
ragua, onder presidentschap van Em liano
Chamorro te erkennen, heeft de Mexicaan
sche regeering haar gezant te Managua in
structie gegeven zijn functie neer te leg
gen totdat de constitueele regeering zal
zijn hersteld.
Het geschil bi» de Ooster-
spoorweg.
Tengevolge van het geschil bij de Oost-
Chlneeschen spoorweg, ondervond de
Transsiberische sneltrein, die om half elf
uit Harbin komt, versche dene uren ver
traging. Een Chineesche menigte nam een
dre?gsnde houding aan. Het consulaire corps
te Harb n waarschuwde de autoriteiten, dat
zij verantwoordelijk zouden worden gesteld
voer eventueel ver'ies aan menschenlevens
en matericele .schade-
De werktijd van zeelieden.
Het parlement van New South Wales
heeft met 45 tegen 33 stemmen in derde
'lezing het wetsontwerp aangenomen, waar
bij de 44-urige werkweek voor zeelieden
wordt ingetrokken.
HET LOT VAN DE FEZ.
Moestapha Kcmal heeft een bevel uitge
vaardigd, dat het voortaan iederen Turk
verboden is een fez te dragen; alleen de
„iman", de voorlezer van den Koran in de
moskee, maakt hierop een uitzondering. De
vroegere hoofdredacteur van de „Westmin
ster Gazette", Spender, heeft onlangs een
bezoek aan Turkije gebracht en aan dit
blad zijn indrukken meegedeeld. Hij schrijft
dat het wonderlijk is tc zien hoe elk schip,
elke trein ladingen hoeden brengen, en er
steeds meer worden gevraagd. Want Kern al
Pasja is streng en ongehoorzaamheid aan
zijn bev-, ral wo-den gestraft. En dat hij
woo:d h 'U'Jt, blijkt wel hieruit, dat de Irf-
oers van ce anti-hoedenbeweging ter dood
ju veroorueelo
Alle or men van hoed zijn geoorloofd, en
in geen stad in Europa vindt men dan ook
een zonderlinger verscheidenheid van
hoofddeksels als in Konstantinopel.
Spender vertelt verder, dat het hem op
viel hoe gewillig de meeste Turken zich
aan deze verordening onderwerpen, hoewel
het dragen van een fez hun toch zeer ter
harte gaat, ook uit rligieuse overwegingen.
Men tracht elkaar uit den Koran te over
tuigen. dal de afschaffing van het fez niet
in strijd met dit heilige boek is. Eén punt
geeft groote moeilijkheden: Bij sommige ge
beden moet n.l. het hoofd zoo ver naar vo
ren gebogen worden, dat het den grond
raakt. Men bad tot nu toe met bedekt
hoofd en de fez was voor dit gebaar geen
bezwaar. De hoed echter wei en dai is be
denkelijk.
Wat zou de reden zijn, dat Kema! Pasja
zoo streng op het afschaffen van de fez aan
dringt. Spender heeft hiervoor de volgende
verklaring. De West-Europeanen vinden de
fez schilderachtig en amusant en zelfs een
beetje belachelijk. De Turk moet thans ern
stig genomen worden en volgens het oor
deel van zijn bevrijder dezelfde moderne
gewoonten aannemen als West-Europa. En
daarom weg met de fez. Turkije moet ver-
europeeseerd worden en zulke schijnbaar
kleine dingen als de vorm van een hoofd
deksel werken hier toe meer mee dan men
oppervlakkig zou denken.
EEN VIJFTIENJARIGE MOORDENAAR.
In Clcrjus, in de buurt van Epinal, heelt
een vijftienjarige knaap, die zich reeds her
haaldelijk aan diefstallen had schuldig ge
maakt en door een vereeniging tot bescher
ming van jeugdige ontslagen gevangenen bij
een tuinbouwer in de 'eer was gegeven, zijn
baas zoowel als diens moeder, een vrouw
van 78jaar, vermoed. Daarna haalde hij het
geheelc huis overhoop om geld te bemach
tigen.
HET METROPOLITAN OPERA HOUSE
VERDWIJNT.
Het beroemde oude Metropolitan Opera
House te New-York verdwijnt. Het zal op
een adere, daarvoor gepaster plaats worden
herbouwd. Dit besluit heeft veel voeten in
den aard gehad. Het is voorafgegaan door
een bepaald vinnigen strijd tusschen de
oude, aanzienlijke families van New-York,
die zich vooral uit tiaditioneele overwegin
gen tegen de afbraak van hun oude, beken
de, doch verouderde Opera House verzet
ten, en de minder voorname burgers der
stad, die een nieuw, aan de eischen des
tijds voldoend gebouw wenschten. Otto H,
Kahu, die het meerendeel der aandeeien
der Opera Producing Company bezit en
daardoor feitelijk houder was van de
trustces van het Opera House, heeft met
het nemen van een beslissing gewacht zoo
lang niet vaststond, wie der beide partijen
de meerderheid vormde, doch toen onom-
stootelijk kwam vast te staan, dat de stem
men vóór afbraak het veelvuldigst waren,
en vooral muzikale kringen serk voor een
nieuw operagebouw waren, heeft Kahu den
knoop doorgehakt.
Op het terrein, waarop het oude Opera
gebouw staat, is intusschen een bod gedaan
van vier-en-twintig millioen gulden.
PETROLEUMMAGNAAT EN MELKBOER.
John. D. Rockefeller, de bekende Oil
King, heeft het tegen zijn buurman den
melkboer leelijk afgelegd. Over het land
goed van John D. bij Hampden in de ge
beente Noord-Tarrington, in den stait New
York, loopt een landweggetje, dat iets van
!e bekoorlijkheid der algeheele vrijheid van
zijri terrein afneemt. Hij verzocht daarom
aan den gemeenteraad vergunning om dit
landweggetje te mogen afsluiten. Niemand
scheen iets om dit weggetje te geven, daar
het niet bepaald in het verkeer was opge
nomen.
John Foley, de melkboer van Hampden,
die vlak in de buurt van John D. woor.t,
dacht er echter anders over. Hij verzocht
den raad de vergunning niet te verleenen,
omdat hij ,naar hij beweerde, al jaren en
jaren lang van het landpaadje gebruik maak
te bij het uitoefenen van zijn bedrijf, doch
volgens anderen uit rancune tegen Rocke
feller, die vij'-en-twintig jaar geleden een
landhotelletje van Foley's vader in de heu
velen van Pocantico voor de helft in waar
de deed achteruitgaan door het afsluiten, op
verzoek van een oliemagnaat, van een weg
getje, dat naar het hotelletje voerde.
Hoe het zij, een feil is het, dat Foley het
'edaan heeft gekregen, dat de gemeenteraad
het verzoek van Rockefeller met drie
stemmen tegen twee heeft afgewezen.
De kwestie is daarmede echter niet uit.
I De minderheid is zeer ontevreden over het
besluit en zal bij de gemeenteraadsverkie-
'ngen, die binnenkort zullen plaats hebben,
de kwestie tot hoofdpunt van haar verkie
zingsprogram maken.
DE NEDERLAAG VAN
KOEO SOENG-LING.
Onlangs ontleenden wij aan een Engelsch
blad het bericht, dat de nederlaag van het
leger van generaal Koeo Soeng-ling voor
Moekden te wijten was aan de Japanners
in Mandsjerije, die in Chineesche uniform
gekleede Japansche soldaten ter beschik
king hadden gesteld van Tsjang Tso Lin.
Thans wordt uit Tsing Tao gemeld, dat Pi
Sji Tsjen, een bekend Mandsjoerijsch gen--
aal, op een receptie heeft verklaard, dal cie
lapanncrs inderdaad de nederlaag van
Coeo-Soeng-.ing hebben veroorzaakt, of
schoon met op bovenvermelde wijze, en
wel omdat zij vreesden dat wanneer Tsjang
I so Lin de nederlaag leed, daarvan het ge
volg zou kunnen zijn, dat de invloed der
'spanners in Mandsjóerije door dien der
Sovjets zou v/orden vervangen. De Japan
ners hebben n.l. de troepen van Koep aan
de rivier de Liao tegengehouden totdat
Tsjang sterk genoeg was om tegen Koeo op
te rukken.
VRIJDAG, 22 Januari.
HILVERSUM 1050 M. 12— en 7.3S
Politieberichten 7.45 en 10.Persbu
reau Vaz Dias 8.10 concert door het
H. D. O.-orkest, o. 1. v. Fr. Lupgens.
8.409.20 Lezing v. h. Nut v. h. Alge
meen. Spreker: Prof. H. de Graaf, Hoog-
lecraar te Utrecht, over „De mensch te-
genover zijn medemensch in den loop der
tijden. In de middeleeuwen. Daarna weer
orkest. Na afloop aansluiting van het the
ater Tuschinsky te Amsterdam. Dans
muziek uit het cabaret „La Gaité."
DAVENTRY 1600 M. 10.50 Tijdsein,
weerbericht 11.201.20 Concert door
het radio-kwartet en solisten (bariton,
viool en liedjes a.d. oiano 1.202.20
Tijdsein, Lunchmuziek. 4.05 Concert
door de People's concert society 5:05
Concert door het radio-kwartet een so
listen (mezzo, sopraan, baritonl. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Dansncuriek.
7.20 Tijdsein, Big Beu, weerber., nieuws
uitt-eksel uit de radio-bladen 7.50 Pi
anosonates van Mozart 8. Lezing: Un
der two Cardinals 8.20 De band van
het Kon. Artillerieregiment 8.44 The
war in Spain" radio één-acter 9.02
Concert D, Buchan, piano. M. Head, lied
jes a. d. piano. De band. B. HarrSon,
cello. 10.20 Tijdsein, weerber. nieuws, ij
causerie v. h. Ministerie v. Landbouw
10.5011.20 Dansmuziek door de Cecile
dansband. 12.201.50 n.m. Dansmu
ziek door de Carlton-hoter dansband.
PARIJS „RADIO—PARIS 1750 M.
12.50 Concert Lucien Paris (piano-vi
ool-cello). 2.05 Nieuws. 2.10-4.50 en
8.35 Koe "sen en Havaspersber. 8.53
10.20 Concert „La Dordogne" met een
causerie door een afgevaardigde van het
departement „La Dordogne."
KO NzNCSVUSTEFHAUSEN 1300 M.
7.50 „Die Gefartin' drama van A.
Schnitzler. Speelt op een herfstavond in
de nabijheid van Weenen. „Der grüne
Kakadu". groteske in 1 acte. Speelt in
Parijs op den avond van 14 Juli 1789, in
de spelonk Prosperas. Daame weerber.
en nieuws 9.50 Boekvoorlezing.
BRUSSEL, 2.62 M. 8.20 Lezing: Les pro-
blèmes dc la radiophurie Europèenne
8.35 Orkestconcert 9.20 Dansmuziek.
10.20 Nieuws.
MUNSTER 410 M. 12.35-1.50 Humo
ristische voorlezingen 3.354.20 Con
cert, o kest en bariton. Werken van
Schubert, Schumann e. a. Daarna: „Die
Bremer Stadtmusikanten". strockjesge-
dicht van J. Sicdler. Muziek v. Dames
koor, soli en pianobegel. 6.2"17.20
Lezing: „Die Ëntwickelung der Klavier
sonate von ihren Anfi ngen bis zur ge-
genwa t. 7.20S.05 Engelsche les.
8.05 •Opvoering van ..Die Jüdin von To
ledo", historisch treurspel in 5 acten,
Grillparzer.
A. Werumeus Buning 80 jaar.
Heden, Donderdag 21 Januari, viert een.
der oudste Nederlandsche letterkundigen, A.
Werumeus Buning, zijn 80sten verjaardag.
Tijdgenoot van Justus van Maurik, Jan
ten'Brink, Hendrik de Veer, Care! van Nie-
velt, Emiie Seipgens, van een vroegere ge
neratie als Beets, Koetsvelt, Kneppelhout,
Lodewijk Mulder en Cremer, is zijn werk
bekender gebleven dan dat van vele van die
anderen Sommige van zijn figuren, „de
Rooie", „de Schele", „de Mottige* duiken
telkens en telkens weer ergens in ons volks
leven op, bijna ieder kent de marine-schet
sen.
De zee zat hem jong in het bloed: ze
werd ook de stof voor' bijna al zijn vele
novellen en het is wel me.kwaardig b.j dit
jubileum eens te bedenken hoe weinigen
voor en na dezen tachtigjarige ons zoo ka
rakteristiek eigen Hollandsche leven „bin
nen en buiten boord" tot onderwerp en in
spiratie komen.
In dat opzicht huldigt men Donderdag in
den Haag een van onze uiterst schaarsche
schrijvers van de zee. Het is de zee uit den
tijd van de witte zeilen: het „stoomvermo-
gen" was een hulpmiddel, en zoo was het
de zee van zwaar werk in het tuig, wind
stilte en storm en ajle wisselvalligheid van
wind een weer. Een verleden tijd, die hier
in beschrijving en figuren nog is blijven le
ven in de matrozeniypen en de atmosfeer
van de lange reizen, ruwe kerels met een
goed hart, dagen en nachten op allerlei zee
en in allerlei stemming, een stuk Kollanclsch
leven en historie. Dat het levend bleef dan
ken wij aan de frissche hartelijkheid waar
mee hét alles gezien en verteld werd en die
afsteekt bij zoovee! uit dien tijd dat flauw
en sentimenteel werd: het is of de zilte zee
wind. niet alleen dezen nestor, maar ook
zijn werk een lang leven gaf, het ras en de
fijnheid die prof. Prinsen hem boven b.v.
van MauriK deden stellen.
Het meest bekende zijn wellicht de „Ma
rineschetsen, waarin veel vercenigd is
(18S0), „Uit en thuis met de Tromp" en vele
andere bundels van gelijken aard, waarvan
er een aantal vertaald werd in „Marinebil-
der". Menigeen zal zich den beminnelijken
beheerder van het Rotterdamsche Museum
voor Land en Volkenkunde en het Maritiem
Museum herinneren, velen in den lande zul
len dezer dagen den hartelijken verteller
van het bestaan ter zee ena an den wal her
denken, en evenals op zijn zeventigsten en
viifenzeventigsten verjaardag zal de vriend
schap uit alle kringen van ons volk hem
dien dag wel weten te bereiken
31
Hij was een pater Assumptionist, welke
van Bulgarije gekomen was, vanwaar hij was
uitgewezen. In plaats van naar Frankrijk
terug te keeren, hetgeen hem trouwens zeer
moeilijk zou geweest zijn, had hij in Rumenië
een werkkring gevonden, waaraan hij zich
met hart en ziel had gegeven.
Ernestine bracht hem op de hoogte van
den toestand, verhaalde hem de afwezigheid
harer familie, het gebrek aan ondervinding
harer zuster, de plannen van Jean Cloutier,
en vooral het gedrag van haar broer, die op
vallend en verontrustend tegelijk was.
Eijzonder sedert twee of drie maanden
scheen hij bezorgd, en soms zoo zenuwachtig
d; t hij ongeduldig werd, wanneer zijne zus
tors hem vragen stelden omtrent zijn bezig
heden, zijn werk of zijn militairen dienst.
Twee of drie keer was hij achtenvee t g
uur afwezig geweest en zeide nooit waar nij
dien tijd had doo -gebracht.
Zij was de oudste en daarom dacht zij dat
haar plicht haar gebood over hem te waken
en hem raad te geven.
Daar mijn broeder niet meer op mijne
vragen antwoordt en mijne zorg hem lastig
sehijnt, weet ik niet hoe ik het moet aanleg
gen om mijne afwezige ouders ten zijnen op
zichte te vervangen, had zij gezegd.
Ik kan uwe bezorgdheid niet anders dan
prijzen, had de priester geantwoord en u
aanmoedigen om zoo door te gaan. U moet
met zorg de middelen zoeken die u zoudt
kunnen gebruiken om uw broeder op den
rechten weg te houden indien hij er nog op
is, en hem op den goeden weg terug te bren
gen, indien hij dezen ongelukkig niet meer
bewandelt. Men kan de jongelieden tegen
woordig niet meer zoo gemakkelijk vormen
als vroeger. In 't algemeen echter vertrouwt
een broeder zich gaarne toe aan zijn zuster,
omdat hij misschien hare verwijten niet zoo
erg vreest, wanneer hij ze verdiend heeft,
maar niettegenstaande alles bestaat er tus
schen hen een oprechtheid en toegenegen
heid welke het gemakkelijk maakt het goede
te doen.
U begrijpt daV er zekere afdwalingen
bestaan, over welke ik moeilijk vragen kan
stellen.
Natuurlijk, maar hetgeen u niet doen
kunt, kan misschien die jonge officier, waar
over u mij gesproken heeft, beproeven. Zij
zijn dikke vrienden, heeft u mij gezegd,
niettegenstaande het verschil in rang
Ik geloof het wel.
Waarom zoudt u niet eens met dien
luitenant er over spreken? Uw vader heeft
hem zijn zoon toch aanbevolen
Ik beken u ronduit cat ik het niet durf.
Daar ik nog niet weet, welk antwoord ik
hem toch wel eens zal moeten geven, zou
ik hem niet gaafne ue gelegenheid geven oir.
veel voor mij te doen, zelfs ten opzichte vap
mijn broer, vooral ah het antwoord ontken
nend zou zijn.
Wat is u nog kinderlijk Indien u dien
broer wilt waren voor de dwalingen en ge
varen, welke het leven medebrengt, meet u
de middelen daarvoor aanwenden. U heeft
geen anc'er dan dit ter beschikking welnu,
rnaak er gebruik van.
U ziet er dus geen bezwaar in
Wel neen. U heeft me herhaalde malen
gezegd, dat mijnheer Cloutier een volmaakt
rechtschapen man is, dat u op zijn stilzwij
gen kunt rekenen, dat hij vol eerbied en op
lettendheid en achting voor u en uwe zuste:
zuster is, wat wilt u dan nog meer Het ont-
oreekt u aan vastberac enheiT om goed te
doen, moet men weten te willen, zich niet
door moeilijkheden laten tegenhouden. In
uw geval is er wel over heen te komen, en
dan moet u op God vertrouwen Denkt u
dan dat Hij u zal verlaten en zal toestaan dat
een reddingswerk voor Zijner eer en het heil
dezer ziel ondernomen, zoo u zal schadelijk
zijn Och, kom, wees flinker en vertrouw
u aan hem, dien de Voorzienigheid waarschijn
lijk alï echtgenoot voor u bestemd heeft,
als het oogent lik daar is.Ik beloof dat ik
voor u bidden zal.
Nu ze kracht had gevonden in den raa
van den prie: ter, had Ernestine heloten
Jean Cloutier deelgenoot van hare bezorgd-
neid te maken.
Men begrijpt dat hij er door gevleid en
getroffen was.
Hij begon met haar gerust te stellen en be
loofde in het geheim de gangen van haar
broer na te gaan en hem desnoods wijze be
merkingen te maken.
Eenige dagen na dit onderhoud zag zij
hem op een avond aankomen, op het oogen
blik dat zij het hospitaal verliet. Hare zuster
vergezelde haar.
Na de eerste begroetingen, verzocht de
luitenant haar een oogenblik in de spreek
kamer te wachten. Deze was op dit uur vrij.
Ik kom vanavond niet bij u, zei 'e hij
hun, daar Char les niet thuis _kan zijn. Hij
heeft opnieuw een vc lof van* achtenveertig
uur gevraagd en gekregen. Hij wacht u zon
der twijfel om u cit tc zeggen.
Alweer kon E ne tine niet nalaten te
zeggen, waar kan hij wel heen gaan
Ik weet het, antwoordde Cloutier, ik
heb inlichtingen genomen, hij gaat naar
Boekarest. Hij is over igens telkens daarheen
gegaan, als hij verlof had.
Wat kan hij daar gaan doen?
Men heeft mij cit niet gezegd, maar ik
heb den kapitein gesproken, v, e'ke zijn ver
lofpas teekent ik heb hem cn ervraagd en
hij heeft zich bepaald tot c'eze woorden.
Maakt u niet ongerust, ik ben op de hoogte
van hetgeen hij doet ook de generaal kent
e beweegiedenen van zijne afwezigheid.
U wentelt een zware la^t van mij af
meien zijn oversten zoo spreken, is het na-
tuuilijk een kwestie cie op den dienst be
trekking heeft. Mijn hartelijken dank
Is u nu gerust?
Bijna.
Ik dank den goeden God Indien u
mij toestaat, zal ik even bij u aanloopen,
wannec Charles terug i:-.
We gaan vlug naar huis, om hem niet
lang te laten wachten.
Zij vertrokken, en haa-tten zich keen zon
der een woord te wisselen. Toen zij tliui'
kwamen, was Charles reeds weg hij had
een briefje geschreven
Ik moet onmiddellijk met den trein
weg ik vrees dat ik te laat kom tot morgen
avond, of op zijn laatst Zondag morgen.
Ket is vreemd, merkte Jeanne op, hij
is altijd 's Zaterdags weg.
Kijk, daar had ik nog geen acht op ge
geven.
Den volgenden dag ging gewoon voorbij
zij wachtten met het avondmaal in de hoop
dat Charles er aan deel zou nemen.
Zij wachtten vrij lang en gingen eindelijk
aan tafel waarschijnlijk zou hij pas den vol
gen en morgen komen.
Men was in October het was reeds laat
geworden en zij begaven zich ter ruste.
Zij rliepen vastplotseling maakte een
hevig schellen haar wakker.
Ik geloof dat het gebeld heeft, zeide
Ernestine hardop, heb je niets gehoord
Ik weet 't niet maar zeker is het dat
ik evenals jij plotseling ben wakker ge-chrikt.
Zij hadcen deze woorden nauwelijks ge
sproken of weer ging de belnu nog haruer,
zoodat er geen twijfel meer overbleef.
De ouciste ging vlug naar het ven;ter zij
zag in de duisternis de uniform van een sol
daat.
Toen deze hoorde dat het raam geopend
werd, keek hij naar boven.
Woont hier mejuffrouw Dubief?
Ja, wat is er
Men heeft u in het hospitaal noodïg
kom onmiddellijk, het is voor een gewonce,
wel c in een erbarmd jken toestand is.
Wie heeft u gezonden
„De majoor heeft mij hierheen gestuurd.
Hij heeft mij nog belast, u te zeggen, dat
er haast bij is. Ik moet op u wachte::, opcat
u niet alleen zoo laat door de straten hoeft
te gaan."
„Een oogenblik, ik kom te-stond."
Ernestine sloot het raam, kleedde zich in
allerijl en dacht bij zich zelf dat het den
eersten keer was, dat men haar diensten in
den nacht noodig had.
„Ik ga met je mee," zeide hare zuster.
„Als je er pleizier in hebt, heel graag. La
ten we ons haasten 1"
Zij waren in enkele minuten gereed, trof
fen den oppasser van het hospitaal voor de
deur, gingen met hem mede en vroegen
naar bijzonderheden.
Hij wist niets met juistheid te vertellen.
Men had hem eenvoudig gezegd dat een
zwaar gewonde was binnengebracht, en dat
hij de ve-pleegster van zaal drie moest gaan
halen, wier adres hem was opgegeven.
1 (Wordt vervolgd-I