CRISIS EN VOLK.
Ben rede van Mr. J. E$. Bomans voor
de R. K.. Klesvereeolging.
Onder leiding van den voorzitter dr. Th.
Koot vergaderae Vrijdagavond in gebouw
St. Bavo de K. K. Kiesveieeniging „Credo
Pugno." De zaal was tameiijk gevuld.
In zijn openingswoord verwelkomde de
voorzitter de Kamerleden Mr. J. B. Bomans
en den heer Chr. v. d. Bilt, en tevens de
overige aanwezigen, bij welk woord spr. een
woord van gelukwensch voor het nieuw-
begonnen jaar voegde. De vergadering werd
eerst nu gehouden, omdat men hoopte, nu
de oplossing van den crisis te kunnen bespre
ken. Dit heeft echter niet zoo mogen zijn.
Gaarne ook had spr. enkele woorden gewijd
aan het afgeloopen verkiezingsjaar, toen de
katholieke jubelden over de benouden recht-
sche meerderheid. Nu echter is de coalitie
verbroken en niemand weet, hoe 't in zijn
werk gegaan was.
Mr. Bomans, ris insider, heeft zich thans
bereid verklaard inlichtingen te verstrekken
over het verloop van de crisis. Waar verder
de afgeloopen'verkiezingen niet ieder in
alle opzichten bevredigd hebben, koopt spr.
dat het nieuwe reorganisalierapport van eer,
bond van R.K. Kiesvereenigingen een be
vredigende oplossing zal brengen.
De notulen worden hierna onveranderd
vastgesteld waarna Mr. J. B. Bomans het
woord verkrijgt tot het houden van het eerste
gedeelte zijner aangekondigde rede „Crisis
en Volk."
Mr. Bomans houdt de volgende rede
Rede Mr. Bomans.
Katholieken van Haarlem, door het bestuur
awer vermaarde Kiesvereeniging uitger.oo-
digd u van voorlichting te dienen over de
staatkundige feiten van den dag, gevoel ik
het roemruchte onderwerp „Crisis" niet te
kunnen ontgaan en ik wil die Crisis beziet,
met betrekking tot het Volk.
Want deze staatkundige gebeurtenis kar
van gewichtigen invloed zijn voor het poli
tieke leven van ons gansche volk en daardoo.
zelfs de religieuse, sociale en economische
Zijde niet onaangetast laten.
Zeer verschillend kunnen daarom de be
lichtingen zijn van ons onderwerp, op ziek
gevaarlijk en waarbij ik dus goed doe var
schrift te spreken, hoe ongaarne ook, on
niet verkeerd verstaan te worden, wat mi.
niet weinig is overkomen.
Uit de mengeling van gedachten trede aller
eerst deze naar voren voor den Katholiel
Biet zijn vol geestelijk leven treedt heel he'
staatkundig rebeuren terug op het tweede
plan. Dat geldt voor u, dat geldt ook voo:
Blij, helaas bijna een beroepspoliticus. Mi
'.reft de dood van kardinaal Mercier veel
teerder dan de mislukking van Dr. de Vis-
ser's eerste of tweede opdracht ter vorminr
van een kabinet. Want ik weet, dat het vraag
stuk van de hereeniging der Katholieken er
Anglicaar.sche Kerken in het wereldgebeuren
ver uitgaat boven de vorming van een al ol
niet parlementair ministerie in het kleine
Nederland. Wij zijn wereldburgers om dat
te gevoelen, wij zijn godlof nog in onze
Katholieke cultuur geestelijk genoeg aan
gelegd om de as van het wereldgebeuren niet
te zoeken in Colijn of ambtenaa-ss-darissc:
of zelfs het behoud der parlementaire hoog
heid. Het is den politicus bijna tot vloek,
dat hij aan al deze ondergeschikte dingen,
van geen nut voor de eeuwigheid, zoovee!
aandacht besteden moet. Plichtmatig. Want
ik mag niet spreken als de Drieste'-, u wijzend
alleen op'het geestelijk welzijn; als politicus
heb ik het waarachtig tijdelijk welzijn de
gansche burgerü voor te staan. Wij kunner
niet voor de volksvergaderingen gaan staar
en zeggen Verblijdt u, ambtenaren, om het
leed van loonsve- lagir.g, want hèt geeft u de
gelegenheid dit leed geduldig te dragen, als
offer aan God, op Wiens oordeelsdag dit
offer u zal toegerekend worden.
Eenmaal heb ik in de verkiezingscampag
ne dit woord schuchter durven spreken,
maar het werd begroet met gehuil en ge
fluit. Als politicus en propagandist moest ik
nalaten deze gedachte te ontvouwen. Maar
ik doe er geen afstand van. Want als deze
Katholieke rr.eening niet begrepen wordt,
ligt dit aan ons Katholieke volk, te veel ver
politiekt, maar niet aan mij. Want de ge
dachte zelf is voluit Katholiek. Onze heili
gen zijn niet de eer der altaren waardig ge
worden, omdat zij aardsch reluk zochten,
maar, omdat zii hier alles opofferden ter wille
van de eeuwigheid.
Ik heb destijds het politieke veld betre
den als idealist. En het was mijn schoonste
tijd. Toen men mompelde, hier in de Bavo-
ïaal Hi srreekt niet, hij preekt. Toen als
hoofdartikel in De Tijd verscheen het be
ruchte stuk van Jos van Wel de Preek] van
Bomans.
Twaalf en een half jaar zijn sindsdien ver-
looren. De priesterglced werd in mij ge
doofd, de laaiende vlam van den Katholieken
propagandist. De berekende politicus, steeds
spinnend op winst voer zijn partij wilde bin
nendringen in mijn ziel. Het is niet gelukt.
En mijn schoonste belopning was in de cam
pagne 1925 op mijn zestigste spreekbeurt
vóór die verkiezing het woord van een pas
toor, mij dankend voor dien avond, toen hij
mij zeide het was rr.eer dan een spreek
beurt, bet was een denderende predicatie.
Wel zalig hij, die mag arbeiden aan den^ ziel
des menschen, wel rampzalig de politicus,
die het tijdelijke op den trocn meet zetten,
de verrichtingen van den gulden tesrieden
Godlof, Katholieken, voor ens blijft het
leven, een weefsel van tijd en eeuwigheid,
van geest en stof, de geest voorop.
En wanneer deze crisis in het Staatkundig
gebeuren ons verdriet, toch heeft zij ons ook
veel goeds geleerd. Hoort de éénstemmige
verklaring der fractie over een samengaan
met rose en rood
„De Katholieke fractie, onverzwakt hand
havende hare meening, dat een kabinet,
„steunende op drie rechtsche partijen, de
„meeste waarborgen geeft voor een alzijdige
„behartiging van 's Lands belangen, heeft
„tegen de gevraagde medewerking o.m.
„het bezwaar, dat zij haar tot samenwerking
„Zou brengen met de Soc. Dem. Arb. Partij,
„wier diepere beginselen met de Kath. be-
vginselen lijnrecht in strijd zijn."
(1 Dec. 1925).
Hebt gij, Roomsch volk, waarvoor te
Zwce^en een vreugd is, hebt gij allen beseft
de zielegrootheid, ademend uit deze procla
matie.
De machtige Roomsche fractie, de groot
ste in het parlement van „protestantscli"
Nederland, kreeg op 11 Nov.'25 een klap
in 1 et gezicht. Niet. omdat 's lands belang
de anderen noodzaakte ons leed te doen,
maar moedwillig trapte men 's lands belang
om ens te kunnen grieven. En niet onze
vijanden deden het allereerst, maar voorop
standen, geestdriftig in dit bedrijf onze Coa
litiebroeders, de elf, waarvoor wij name
loos veel hadden geofferd. Men deed het,
bewust van de gevolgen, die aan hen sinds
Juli bekend konden zijn. De Kath. ministers
vjelen en met hen bet rechtsche Ministe
rie en mèt dit de regeeringsmogelijkheid der
aangewezen en door het volk aan de stem
bus gewilde meerderheidspartijen in her
Parlement, en hiermede mogelijk het parle
mentair gezag 's volks rijkdom van lang be
vochten rechten, en dit alles werd juichend
Volbracht om ons te kunnen grieven
Is het te sterk gezegd Men kan het andeis
Se2gen, maar het feit blijft, dat het „onaan
genaam aan Rome, aangenaam aan onze
kieze-s," de ondergrond is van keel dezer
ueilloozen Chr. Kistorischen opzet. Var
luttel aantal volks.
En als dan deze euveldaad verricht is,
en schade van ons volk, klinkt éénstemmig,
zonuer aarzeling en ongeschokt de stem
der Kathol.ej,e fractie, oat zij onverzwaktt
let wel, onverzwakt, handhaaft nare meening
üat een kabinet, steunende op oe urie ïeciit-
scne partijen, de meeste waarborgen geeli
voor een alzijdige benartiging van 's Lancs
oelange.i ce K.K. „persoonlijkheid, cie
vriji.eid vordert", getuigt, het gelaat no<f
gloeiend van de verkregen klap, oaverzwal
als van ouds, voor de handhaving der Coaltie
en om die zielegrootheid te bekronen, wi;s
zij in een adem af dat machtige andere
verbond, dat haar macht kon geven als
geen andere, een verbond, parlementaf
dat een einde kan maken aan alle antipapis
tische driestheid, een verbond, dat het eiuae
ueduidt van alle gedaas over „protestantsch'
a ede land en de Kath. f: actie wijst cie meet
werking met Marchant ende zijnen af. ui.
hooger princiep, om „het bezwaar n,l„
dat zij haar tot smenwerking zou brengen
met de S.D.A.P., wier diepere beginselen
met de Kath. beginselen lijnrecht in strijc
zijn."
Katholieken van Haarlem, herinnert gi
gij u nog, hoe ik u in een van de laatste
avonden voor den stembusdag van 1925
mocht toespreken en bij de aanbiedingen
der S.D.A.P. u mocht wijzen op Christus'
aekoring door den duivel, „dit alles zal ik
u geven, indien gij, nedei vallend, mij aanbidt"
herinnert gij u, hoe wij toen gear.tv. corn
aebben met het woord van den Zaligmaite:
zelf „Ga weg van mij, Satan V'
Neen, het is geen looze leugen geweest,
toen wij U vóór de verkiezingen wezen op hes
machtig belang van het behoud der Coalitie
en op de afwering der Soc. Democratie, wai
zij ons ook geven mocht, wij zijn door ac
loop der gebeurtenissen in staat gesteld,
in de hachelijkste omstandigheden ons woorc.
ioor een daad te staven en geen onzer heefi
•.eaarzeld.
Uit alle weeklanken van de crisis, verheft
zich de juichkreet der onverflauwde getuige-
lis voor God en zijn gebod, voor God in het
Staatsbestel, voor den Christus en Dier
-ekruisd, een getuigenis, afgelegd door de
Toomsche fractie, neergelegd in hare ve;-
laring en een historisch bezit van ons Room-
ache volk.
Crisis en volk, de koppeling dezer woordei
,s niet gezocht. De crisis is geen spel dei
oartijleiders, noch der ministers, noch van
'amerclubs of kamerleden, het is des
Volks treurspel.
Ons parlement, door de pers in woord en
teeld te veel vernederd om niet door de
lublieke meening versmaad te worden, kar
le schokken r.iet lijden, kan de deuken niet
verdragen toegebracht aan zijn toch reedt
eringachtig aanzien.
De vlootwetcrisis, gevolg der krachtmeting
tn de Volksvertegenwoordiging, heeft ii
tare oplossin? het parlement vernederd,
lat juist door de stemming van tien Katho-
'ieken de machtdesvolks had gedemonstreerd.
Wederom een Koninklijk kabinet, wederon
ten Kroonministerie, zij het onder gewilde
zontrólz van het patlement, door weigerin;
van de ontslagaanvrage van de zittende
Ministers? Dan nog liever een extra
parlementair kabinet.
God beware ons voor dergelijke herhalingen
want de op zijde schuiving van het parlemem
in het leven van een Cultuurvolk als he'
onze, kan leiden tot den chaos, hetzij recht
streeks naar Lenin, hetzij on-rechtstreeks
over den persoon van een Mussolini, maat
altijd tot den chaios, zij het tijdelijk, eer
amp,voor het volk en mogelijk ook voor de
Croon.
Hij, die de verantwoordelijkheid draagt,
moet in deze machtige zaak des volks, verder
■zien dan het volk zelf. Wie de geschiedend
leesi van dat geweldig volksgebeuren der
Fransche revolutie, hetzij aan de hand van
Hyppolite Taine, hetzij aan de hand van
Carlyle, hij verbaast zich over de blindheid
der bestuurders, die geen acht gaven op de
rollende geluiden der historie, die tientallen
jaren te voren de orkaan aankondigden, de
losbarsting van het lang geknechte volk.
Regeeren is vooruitzien en tévens voor
komen is beter dan genezen. Daarom is deze
crisis zoo'n beduidende volkszaak, omdat
dit Staatkundig gebeuren, de verbreking der
Coalitie, voeren kan tot gevolgen, die een
radicale omkeer beduiden in de verhoudingen
van Kroon en volk. Misschien niet, maar de
mogelijkheid alléén reeds kan ons niet on
beroerd laten.
Zeer oppervlakkig spreken zij, en hun
aantal groeit schrikbarend en groeit met den
dag, die dat heele kletscollege, dat Tweede
Kamer heet, willen opruimen en daarvoor in
de plaats alle heil verwachten van een „flinke
vent".
Zij weten met wat zij zeggen. Zij laten zich
meesleepen door het inderdaad misselijk ge
bruik, dat het volk maakt van zijn Staat
kundige rechten in Kamer, Staten en Raad.
De Volksvertegenwoordiging begrijpt haar
taak niet, begrijpt die niet sinds jaren, en
begint die hoe langer hoe minder te begrij
pen. De laatste vergadering der Provinciale
Staten van Noord-Holland, waarin ik de eer
had aanvals-object te zijn der Soc. Demo
craten, spot met elke juiste opvatting van een
gezonde politieke democratie. De volksver
tegenwoordiging trachtte toen en daar en
tracht overal als het ware de gedetailleerde
gezags- en bestuursdaden in eigen handen te
nemen.
V/ie een begrip wil krijgen hoé de volks
vertegenwoordiging, hoe de representatieve
lichamen niet moeten optreden, leze de no
tulen van het gesprokene in de Statenzitting
Dec. 1925 van onze eigen provincie N.-Hol-
land, in onze eigen stad Haarlem.
Vrage is het te laat om te genezen De
pers heeft aan het karakter dier typische ver
gadering geen aandacht geschenken. Het
volk slikt de daden zijner vertegenwoordi
gers met genot, juicht de mannen toe, die
een lid van Gedep. St. trachten aan te val
len over wat hij N.B. vcor den Raad van
State gezegd heeft, het volk begrijpt niet,
dat, als het de groote lijnen verlaat, heel he'
begrip Volksvertegenwoordiging en Demo
cratie in het kluwen geraakt van een verward
spinnenweb. De linksche democraten gooien
juist het parlementarisme te grabbel.
Men verzuipt tenslotte de politieke de
mocratie in een stroom van algemeene be
schouwingen moties, interpellaties, kin
derachtige schriftelijke vragen, hatelijke in
terrupties, waar men wee van wordt en waar
van de besten onder ons gaan walgen, en het
volk kan niet zonder zijn eigen beste mannen
het beste bewaren een gezond parlementair
stelsel. De Katholieken deden hieraan niet
mee, zij hebben het al jarenlang begrepen.
Deze Crisis nu, op zich een der ongezond
ste uitingen van den parlementairen wil.
vergaarbak van velerlei motief, draagt we
derom een stoot bij aan de verzwakking van
ons parlementarisme, een waarachtigen rijk
dom des volks, en het brengt ons alweder
een stap nader tot dien onbekenden weg.
dien ons volk mogelijk wel kan betreden,
maar niet blijvend, zelfs niet een vrij korten
tijd kan bewandelen, deze crisis dus kan ons
nader brengen tot ernstige volkswoelingen
en die mogelijkheid alléén reeds, met alle
jammerlijKe gevolgen, stempelt het gebeuren,
van 11 Nov. '25 tot een groove volkszaak.
Niet straffeloos voor rechts en links
verbreekt men den meest redetlijken rege
ringsgrondslag de Coalitie. Dit is het blijk
baar, wat de Chr. Historischen met inzien.
En wat de meerderheid in de Tweede Ka
mer niet inzag toen zij het groote avontuur
aanging de C. Hist, en Kersten te steunen.
Maar maakten de Katholieken geen fout
Als ik er een kon aamvijzen, met vreugde
zou ik het doen, want de mogelijkheid be
stond dan onze fout te herstellen en.aldus den
weg te banen tot een parlementaire Regeering.
Vrij en frank willen wij u alles zeggen wat
wij weten en met voldoende zekerheid kun
nen openbaren De Kath. fractie accep
teerde in Juli Coliin.Met liefde? De internis
non judicat praetor, inderdaad, ik kan niet
ih de ziel mijner medeleden zien, maar ik
heb een vaag vermoeden, dat het anderen
ging als mij zuivere verstandsoverwegingen
deden mij Colijn accepteeren. Want voor ons
stond vast dat de stembus zich had uitge
sproken voor een Christelijk Kabinet. De
Coalitie had de verantwoordelijkheid der
Regeering op zich te nemen. Dit vaststaande
is de vraag „Wie kabinetsformateur zal
zijn" van ondergeschikte beteekems, maar
niettemin van waarde, in zooverre in den per
soon een leiding, een richting kan zetelen.
Hoe sterker de persoon des te meer is dat
waar. Colijn nu is een sterke persoonlijkheid,
wij wilden dus zekerheid hebben omtrent zijn
program. Dit program kon ons aller goedkeu
ring wegdragen.
Maar waarom nu juist Colijn Omdat deze
bekwame man door H. M. de Koningin werd
aangewezen, gehoord de leiders der drie
rechtsche fracties. Wij voor ons hadden heel
geen reden een C. H. man op die plaats te
zien, maar al hadden wij dat gewild, de C.H.
fractie moest dit allereerst willen- Daarvan
nu is niets gebleken.
De R.-K. zouden na zevenjaar pretn er-
schap wederom een Katholiek als formateu
en min.-president kunnen begeeren Zeker
kon dat, maar men heeft het niet begeerd
en men moet eerbied hebben voor hunne
motieven, die gegrond waren op 's lands be
lang en steviging der regeeringsmogelijk
heid. Aldus éénstemmig Colijn. En wel
met hem een program eveneens éénstemmig
door dé Kathol, fractie aanvaard.
In dat program behoeft zeker niet te
staan wat men alzoo wil handhaven. Daar is
geen end aan. Noch ook is er iti 't algemeen
reden naar eenige handhaving te vragen.
Maar de Katholieken, die 't ge wurm over
het gezantschap en de tegenstem (in angste)
der C.H. fractie al jaren hadden aangezien,
permitteerden zich toch de vrijheid te ver
klaren, dat zij zeer veel prijs stelden op de
handhaving van het gezantschap bij den H.
Stoel en deelden dit den kabinetsformateui
mede. die er zijn voordeel mee kon doen en
deze mededeeling wel zal hebben door
gegeven aan de bevriende fracties, met de door
de Katholieke fractie verklaarde gevolgen
uittreden der vier Kath. ministers indien he-
gezantschap in kwestie niet gehandhaafd
aleef. 't Is alles zeer duidelijk en overbodig
openhartig. Ik voor mij had de meening,
dat Karnebeek als dan „natuurlijk" de porte
feuille-kwestie zou stellen, 't Is mij altijd nog
'n geheim waarom dit nu niet gebeurd is, ge
let op zijn houding in voorgaande jaren. Zijn
.lappe verdediging op 10 Nov 1925 ont
sluiert dat geheim niet. Een tweede geheim
is mij de C.H. kunnen dit ophelderen
hoe van die zijde herhaaldelijk gezegd werd
lat zij pas op 1 Nov. of in de laatste dagén
vóór 11 Nov. hoorden dat de vier Kath.
ministers zouden uittreden. De Kath. fractie
zei dit te bevoegder plaatse in Juli.
Mijne Dames en Heeren, het is altijd ge
makkelijk „achternapraten"., zoo zegt men.
Maar ook achteraf zou ik niet weten hoe de
Kath. fractie (let wel de fractieanders
had moeten doen als ze 't nu niet goed ge-
iaan heeft, 'n Rechts bewind. In gemeen over
leg Colijn. Een fiat op zijn breed program.
Juist door hem gemakkelijker, wegens her
haalde terugtredingen, uit te voeren dan
ioor 'n ander. Buitendien bijna onver
plicht onzerzijds de waarschuwing ter
oevoegder plaatse neergelegd over dat strui
kelblok het gezantschap bij den Paus. Met
preciese omschrijving doodeerlijk van
de gevolgen. Ik kan onmogelijk zeggen wat
er aan mankeert. Ik vat niet waarin en hoe
de Kath. fractie in gebreke is of onvoorzich
tig handelt wanneer nadien de Regeering ge
formeerd wordt met inbegrip van twee C. H.
kopstukken, waarvan één (men vergete dit
nooit 1) de C.H. fractieleider zelf was.
Zoo naderen wij 10 Nov., den nacht van
Ds. Kersten. Voor het geheele Kath. volk
moet nu toch de (laat ik zeggen strengheid
van Mgr. Nolens verklaring duidelijk zijn.
Men kan deze niet los zien van de voorge
schiedenis.
Indien Mgr. Nolens m den nacht van
10 Nov. de mogelijkheid had opengelaten
van „doen alsof je neus bloedt" als Ds. Ker-
itens' amendement was aanvaard, zou hij
le meest onwaarachtige en onwaardige poli
tiek gevoerd hebben, die men zich denken
kan. De verklaring van Juli was dus een loos
d.eigement? Op 11 Nov. aanvaardde de
C.H. en de linkerzijde het initiatief van den
veelgesmaden dominé, denzelfde uit den
Olyrnpiadetijd, Kersten van Ierseke. De
Kath. ministers aarzelden geen moment.
Ook niet hij, die van verre kwam.
Indien zij ook maar één moment geaar
zeld hadden, zouden zij de verdenking op
zich geladen hebben hun zetel te verkiezen
boven reeële en ware staatkunde en godlof
van Kath. ministers neemt geen lid der
Kamer dit ook maar één oogenblik aan. Nog
maals, ik vraag het u, gelijk ik het mij her
haaldelijk afvraag: wat bidden wij anders
moeten, anders kunnen doen. Om der waar
heid wille.
De slag is op de meest grievende wijze toe
gediend door den voorsteller en zijn voor
stelling. Aan ons, R.-K. fractie en aan den
H. Vader. Alle eerbied, alle égards die men
in acht neemt in de buitenlandsche verhou
dingen en die men in acht zou genomen heb
ben jegens Honduras of Columbia, heeft men
jegens het niet van onze maar van ande e
zijde herhaaldelijk betoogde gewichtige di
plomatieke Centrum, jegens den Souverein
van-het Vaticaau, vergeten. Het zij zoo. Wij
zullen in ons tweede deel de verdere feiten
beschouwen. Maar op dien dag zette de
organist van de Paterskerk op de Pringesse-
gracht te 's-Hage spontaan het Pauslied in
en de pijpen deden de golven geluid dave
ren onder de gewelven. Tot plots overslaand
in teedere pianissimo de broze zang van een
oud Roomsch vrouwtje hoorbaar werd, daar
links van ons en de getuigenis van haar, da
vert ons nog machtiger door de ziel dan alle
orgelklanken want zij zong in zwakke kracht
en ouderdom de wereldt rtende getuigenis
van onverwoestbaar leven en eeuwige jeugd,
en ik dank God ze te kunnen herhalen infor-
scher geluid onder dit dak, de woorden van
het Roomsche oudje met haar jonge Room
sche ziel vol zekerheid De Pausen sterven
niet
Het eerste geaeeite aezer rede van den neer
Bomans, herhaaldelijk door applaus onder
broken, wordt met luide instemming der
vergadering beloond.
Hierna brengt de heer Adelaar,secretaris,
het jaarverslag uit, waarin de voornaamste
gebeurtenissen voor de vereeniging in het
afgeloopen jaar worden gememoreerd, o.m.
de campagne voor de verkiezing ;n. Het ver-
dag besluit met een woord van hulde aan de
sympathieke leiding van den voorzitter.
Dr. Koot dankt den secretaris voor zijn
vele werk, vooral in verband met de verkie
zingscampagne en hij uit den wensch, dat
de heer Adelaar nog vele jaren secretaris
van de R. K. Kiesvereeniging mag blijven,
welken wensch de vergadering met applaus
onderstreept.
Het jaarverslag van den penningmeester,
Jen heer Brinkman, vermeldt aan inkomsten
f 2029.69; aan uitgaven f 1902.45, dus een
batig saldo van f 127.24.
Het ledental steeg in het afgeloopen jaar
met 250, waardoor dit thans ruim 1600 be
draagt.
De voorzitter feliciteert den penningmees
ter met deze ongekende weelde van een ba
tig saldo.
Dan wordt wederom het woord gegeven
aan mr. Bomans, die zijn rede aldus vervolgt:
Vervolg Rede Mr. Bomans.
Zoo was dan de slag op 11 No/e.noer
gevallen. Men praat het mij niet uit het
hoofd, dat er in de Kamer een belangrijke
meerderheid was voor het behoud van een
groot nationaal beling: de h ndhiving van
ons gezantschap bij den H. Stoel. Maar het
verloop der feiten bewijst ook deze meening:
zeer spoedig publiceerde Marchant de be
reidwilligheid het gezantschap te hand
haven en het fiat der Soc. Dem. kon niet
missen in een combinatie Rood-Rose en
Zwart, waarnaar krachtig gestreefd werd.
Ons fiere antwoord behandelden wij. Een
antwoord, gegeven aan den door H. M. aan
gewezen kabinetsformateur Mr. Marchint,
leider der Vrijz. Dem. fractie van 7 leden,
die m bond met 30 Katholieken en 24 Soc.
Dem. een parlementaire regeering nastreefde,
steunende op een meerderheid van minstens
51 tegen 39. 't Program was er.
Ik ga niet in op de beweerde onwaarach
tigheid in Marchant's politiek, wiens over
haast program ons, Kath., de ongerepte
handhaving van het Gezantschap bij den
Paus in uitzicht stelde.
Maar ons vaderland vergeten niet en
protestantsch Nederland onthoude het vooral,
dat wij, Kath., een enorme machtspositie
terugwezen, ter wille van ons levend begin
sel en christelijk voelen. Wij accepteerden de
jelegenheid niet om onze behgers, de do-
min é'sj. politiek voor goedmachteloos te slaan
wij wezen den kans terug vele lieve wen-
schen uit ons eigen program in vervulling
te zien gaan. Dit alles, omdat wij 's lands
oelang niet gediend meenden door een sa
mengaan met de S.D.A.P., wier diepere be
ginselen, zoo verklaarden wij, met de onze
lijnrecht in strijd zijn, wij willen dat bondge
nootschap niet, éénstemmig willen wij niet.
Het kan ons slechts worden opgedrongen
door de allerbitterste „uiterste noodzaak."
Men vroeg mij een omsenrijvin; van
„uiterste noodzaak": Als de politieke ver
warring in den boezen der volksvertegen
woordiging zóó groot wordt, dat er woelin-
en in het volk uit kunnen, neen, uit drei
gen voort te vloeien. Recht en orde dienen
ehandha^fd.
De fractie zag deze noodzaak in Dec. 1925
met, noch ook in Jan. 1926.
En persoonlijk heb ik mijne weinige ge
neigdheid aldus uitgedrukt in de laatste
itatenzitting van N.-Holland, dat ik hoopte
.n de alleruiterste noodzaak nog aan een sa-
nengaan met de Soc. Dem. te kunnen ont
nomen. Schier alles lijkt mij beter dan dat.
Want, terugtredend op ons Katholie.i uit-
■angspunt ziel en lichaan, geest en stof,
eeuwigheid en tijd zijn voor ons, Roomschen,
onsplitsbaar hoevele malen heb ik het hier,
m deze Bavozaal, gehad over den completen
nensch en over de harmonie van alle levens
uitingen. Begrijpt gij het? Ja, gij begrijpt
iet, Katholieken, hoe ik als Roomsch poli
ticus huiver voor verinniging van Katuoli-
:isme en Socialisme op jéén terrein wanneer
ik vrees, en vrees met reden, dat daardoor
duizenden Roomsche zielen voor de eeuwig
heid kunnen verloren gaan. Dit is geen vraag
stuk van berekening.
Na een spreekbeurt in 1925, vol felheid
tegen de Soc. Dem., zei mij een toehoorder
dat ik als aangewezen was bij de combinatie
rood-zwart om ais deel der regeering op te
treden, maar dat ik die kans door mijn op
treden verspeelde. O kleinneid van denken'
Als zou niet de redding van één zie
voor dex eeuwigheid rui nschoots opwegen
tegen het verlies van tien ministers geteld.
Vat baat het u de gansche wereld te win
nen, indien gij daardoor schade lijdt aan uw
ziel Maar wat voor mijn ziel geldt, geldt
voor de ziel van den eenvoudigsten proleta
riër, dien ik moet liefhebben als mijzelf, zóó
luiden Gods geb oden, en voor wien ik des te
meer verantwoordelijk ben, naarmate de te
oeschermen ziel eenvoudig, ongeletterd en
simpel is. Den eenvoudigsten van ons dienen
wij juist beter te bewaken dan onszelf. Zóó is
iet.
Mijne Dames en Heeren, mogelijk dat een
uwer oppert deze meening Zóó bezien kan
Je politieke uiterste noodzaak nooit klem nen
tot een samengaan van rood en zwart 1 Hier
past mij een uitleg. Ik gaf u reeds een voor-
oeeld over de salarisverlaging van het Rijks-
oersoneel. De gedachte lijdt geduldig en
smeedt uit het onvermijdelijke een storm
ram voor de he melpoorten, deze gedachte,
zoo zei ik, is Katholiek Maar zij mag geen
uitgangspunt zijn voor den Kath. politicus-
Deze heeft een eigen taak het tijdelijk wel
zijn te behartigen. Dit welzijn kan noch mag
ooit in strijd zijn met het geestelijk belang,
want wie het mindere, de stof, het tijdelijke
verzorgt met opoffering van den geest en het
eeuwige, schaadt den completen mensch. Er
noet harmonie zijn in de behartiging dier be
langen, priester en politicus gaan hand aan
zand. Daarom juist is de grondgedachte der
Kath. Staatspartij zóó treffend schoon en
uist.
Daarom cok is de waardeering van he-
geestelijk element, pelegen in een samengaan
van Kath. en Socialist niet allereerst aan ons.
oolitici, maar aan het geestelijk gezag. Mis
schien heeft Baron v. Wijnbergen dit te
duidelijk of niet duidelijk genoeg in zijn Maas
oodeartikel uitgedrukt, waarin hij naar de
Bisschoppen wees, maar begrijp ik zijn grond
gedachte goed, dan onderschrijf ik die.
Aan ons, politici, echter allereerst de be
oordeeling van den stand der politieke vraag
stukken, aan ons de beoordeeling van het
oogenblik waarop de verwarring boven kan
omslaan in woelingen onder, en de Kath.
Staatspartij waarborgt ons uit haar aard, da'
eeuwige en tijdelijke factoren zullen gewoger
worden op dat beslissend oogenblik waarm
de ramp aanvaard moet worden van samen-
man met de Sociaal Democratie, louter en
alleen om grooter ra mp, grooter verwarrin
nachtirer nadeel naar ziel en lichaa n tc
voorkomen door de handhaving van recht er
irde.
Ik kan het niet duidelijker zeggen en i!
gevoel, dat deze gedachten een bezit va-
aet volk moeten worden mede r.ls vrucht
van de crisis. Handhaving van recht et-
orde. Ik druk het zoo kort mógelijk uit.
Tiet dus de handhaving van een parlemen-
air kabinet is overheerschend. Ik heb u
gezegd en getoond hoe groote waarde dezer
zijds gehecht wordt aan handhaving van
ons parlementaire stelsel, een rijk volks-
oezit. Maar het moge u nu duidelijk zijn,
Jat het vraagstuk van de uiterste noodzaak
Jieper ligt dan in 'n bepaald karakter var.
iet Ministerie.
Oppervlakkig spreken zij, die b.v. eer.
extra parlementair kabinet onjuist vinden
omdat het de uiterste noodzaak reeds achte.
zich laat.
Ik deel die meening niet, al zullen ei
veinigen zijn die zóó vechten voor de hoog-
leid van het parlement als ik. Ik toonde dii
rij de Vlootwetdebatten.
Zelfs, hoe ik ook huiver voor een Komnk-
i'jk of Kroonkabinet, gij hebt het in hei
:erste deel gehoord, komt voor mij dén de
overweging van samengaan „rood-zwart"
eerst als urgent naar voren. Juist omdat, ik
ïerhaol het, recht en orde dan ernstig be-
Ireigd kuftnen worden. Door Staatkundige
.voelingen wordt de ziel van velen vergiftige.
:.i verwilderd.
Katholieken, ga ik te diep op deze zaker.
.n of ben ik te persoonlijk? De groote feiten
ïeot gij in de nieuwsbladen gelezen. II
geloof goed te doen ze te bezielen door der.
;eest, die levend maakt. En ook is het ons
foomsche volk onverschillig hoe zijn af
ga va r iigde handelt Deze crisis heeft mi;
geen twijfel noch aarzeling gebracht en gi.
weet nu waarom. Ik meen, dat gij er rech'
op hebt met mij mede te denken.
Dit alles geeft u den sleutel op de ge-
jeurtenissen van den dag.
Het verklaart u de communiqué's der
kath. Kamerfractie, het verklaart u, waaron.
vij rood afwezen, waarom wij ons wanhopif
ia n de Coalitie vastklemden, waarom wi,
zuchtend aanvaardden het heengaan vai
o ize gezant, v. Nis oen tot Sevenaar, uil
lome en een accrediteering van een gezant
schap te Bern, waarom wij zelfs ons zoude.
teerleggen bij een verklaring der Chr. Hist.,
lat zij deze, zelfs deze, oplossing van de
zrisis betreuren. Betreuren in het openbaar
Iet verklaart u. in één woord het gansche
intreden der Katholieken na 11 Nov. 1925
ifwijzend jegens de Socialisten, toenaderenc
ot de Chr. Historischen.
Zij, de Chr. Historischen, hebben me:
;ewild. Zij listen allss vallen en struikeier.
iver hun détailounteen motie te stellen,
vaarin zij de oplossing, door hun eiggn par
tij- en fractieleider bewerkt, zouden be-
.reuren. Aan dit lachsucces hebben wij ons
larle.nent niet kunne a blootstellen. Er is
:ei oogenblik geweest, waarop de Kath.
factie haar fiat had kunnen geven zonde
zennis van een motis der Chr. Historischen.
dit fiat had dan gegeven geworden op eer
aisverstand. Er zijn vele veldslagen in dc
vereldhistoris gewonnen op grond van eei
aisverstand, «a zelfs door strafbare fouten
Ier onderbevelhebbers. Maar met de kennis
Ier volls wetenschap en wij werden bij-
z'jds ingelicht, helaas wellicht kon de
kath fractie niet mededoen aan een kronkel-
;edos hetwelk èn parlement èn coalitie ir
ie oogen van gansch het volk tot politieke
aioeiers en kronkelaars zou gestempeld
lebben.
En zoo staan wij voor het pogen van cler.
/rijz. Dem. Mr. Limburg. Hij is iieftallif
aegroet door den Vrijz. Dem. partijleider
/Ir. Marchant. In deze woorden dat Van
malburg ee.i verachtelijke daad deed doo'
le opdracht vail H.M. de Koningin niei
mnstonds te weigeren. Verachtelijk. Eer
doek Holhndsch woord. Het laat geen twij
fel. En, zoo zegt Mr. Marchant te Amster-
la n „Mr. Limburg vertelde, aan wie hei
naar hooren wilde, dat hij, Limburg, de
mngewezen man was voor de vorming van
:en extra-parlementair kabinet en hij daarin
vel slagen zou. Het partijlidmaatschap, zoc
vervolgt Mr. Marchant, legt verplichtinger
ao en dient niet uitsluitend om daardoor goed-
aetanlde baanfjes te krijgen" Maar allons,
leze kabinetsformateur heeft zich bij voor
laat aan de verachting zijner partijgenooter
arijsgegeven.
Het zou ons koud kunnen laten hoe een
iirtijleider vóór enkele weken kabinets
formateur zichzelf tot den grond toe
f breekt door dergelijk geschimp, ware het
liet dat dit optreden, naast de verwording
van het parlement, reeds bezien bewijs'
le ongeloofel'jke decadentie van parlemen
tariërs. Marchant geeft wel den meest feller
lolkstoot aan het aanzien van ons parlement.
Wat ik van mr. Limburg weet is, dat hi;
vas een goed advocaat en helder Kamerlid
bat hij verdiensten heeft in de Volken-
londsvraagstukken. Dat hij is kundig Ge-
leputeerde van Zuid-Holland en als zoo-
hiaig ook geacht en geëerd door zeer vele
•echtsche leden der Prov. Staten. Of hi
vaarachtig een kerel, een bestuurder is zal
lij in eei van zijn eerste daden straks hebber,
'e tooien. Hij is het niet als hij, gelijk zijr
lartij-leider, marchandeert met het gezant
schap bij den H. Stoel. M. i. heeft hij da'
ingerept, ongedeerd te handhaven zonde:
neer. Hij, los van het verband en accoord de
lartijgroepea zwoegend om een compromis
leeft 's lands belang te beoordeelen en dat
lillen. Hij mag en kan het pietluttig en vree
slijk dom standount van den Vrijheids-
io ad oo 11 Nov.'25 niet deelen, dat de
f 19000 kosten moeten bespaard worden,
zeker kan hij de motieven der Vrijz. Dem.
liet tot de zijne maken, want Colijn is heusch
veg, als mr. Limburg slaagt. Nóch kar
lij' Chr. Historisch denken in de richtinr
bingbeeV-Kcste n, nóch ook de draaipoli-
iek der S.D.A.P. op dit stuk volgen Teger
\ct gezintschao bij de stemming, na er eers'
/óór geweest te zijn, om na de stemming e-
veer vóór te zijn, als de Kath. willen samen-
gaau.
Als mr. Limburg op dit veel omstreden
rrisispunt een daad wil stellen van waar-
chtige politiek heeft hij het gezantschap
mgereot te handhaven. Of hij moet aan-
•oo-iem dat al de woorden van links-staande
'loostukken, Cort van der Linden, Jhr
bouJon e.a., slechts gedaas waren. E>at dus
van 'n nationaal belang geen sprake is. Da'
'iet meermalen herhaald krachtig woord var
Jhr. v. Karnebeek over het groote nationale
belang van een „luisterpost" bij het Vati-
rian slechts praatjes voor de vaak waren, da'
zindelijk groote protestantsche mogendheder
Is Engeland en Duitschland zich schromelijl
'ergissen door soeciile gezanten bij den H.
Ito el te onderhouden. Slaagt hij hierin, dar
zal ik, dan zal geen Kath. afgevaardigde
c 19030 eiscbea voor een Roomsche lief-
lebberij, al schaadt deze het land niet.
Wij zullen dan als van ouds dporgaan de
Ted. Hervormde Kerk te steunen met onze
zware behstingpenningen, met onze milli-
lenen wel te verstaan. Wij weigeren hun
ffer van f 19003, zelfs al zou de Paus el'
aar f 20.003 offeren voor den watersnood in
Tederland Het nationaal belang is onze
-ichtsnoer en het nationaal bejang alléén.
Wij zijn benieuwd of mr. Limburg hier
's lands belang ontkennen zal. Zoo niet
Jan rest hem ais eerlijk en vrij man slechts
zure handhaving.
Maar wat bedoelde ik met onze miilioe-
aeii voor de Ned. Herv. Kerk Wij beklagen
ms niet, wij verzetten ons niet (nog niet, Chr.
Tistn. wij constateeren alléén, dat uwe
predikanten worden opgelet J op onze neper-
lure openbare universiteiten, dat de toe-
3gen van rijkswege aan uwe predikanten
n' onjuiste verhouding staan tot hetgeen de
Itaat uitgeeft aan onze „bedienaren van den
odsdienst", vooral "elet op het verbeurde
echt op onze goederen, wij doelen niet het
ïinst op het onderhoud uwer kerkje jouwen
monumentenzorg heet dit). Wat dit laatst:
etreft, het loopt in de napieren. Twee voor
zeiden uit onze Proviicie. alléén de St.
£„aurenskerk te Alkmaar had een opknaopin
aoodig. Kosten een half millioen. Te betalen
uit de publieke kassen. Bijna geheel door
Tijk, Provincie en Gemeente. Idem Edam
straks. Kosten circa 1/4 millieoen.
Wee u, Chr. Histn., indien de tijd zou
komen dat wij, KathoIieKen en de meerder-
aeid met ons, dit niet meer doen en gijzelf
/oor alle kosten van uw kerk zult staan, ge-
i jk betamelijk is. Er zijn er nu al zooveel, aie
ter wille van de kerkelijke Belasting aanslag
.iet N. H. (Ned. Herv.) omdraaien in H. N.
fHeelemaal niks) Wat zal er dan een uit
tocht zijn binnen Protestantsch Nederland
Zoo ver gaat onze offervaardigheid, dat
vij mede voor uw Kerk willen offeren, als
dit het Godsbewustzijn der massa ten goede
;omt. Wij verzoeken u slechts, Protestanten,
iet geringe plekje dat wij in ons land onder
Gods lieve zon verkregen hebben, ons niet
ïan te rekenen als een „paepsche stoutig-
eit."
Arm „protestantsch" Nederland In deze
aoedanigheid gaat gij ter ziele, onverbiddelijk.
Wij juichen daarover niet, zelfs niet na onze
ervaring op 11 Nov 1925, een incident,
een vervolg op tallooze aanmatigingen uwer
zijds, neen wij juichen niet voor zooverre het
Godsbegrip, het positief geloof in Christus
ondergaat in brute stofvergoding, in stijgend
aantal paganisten, waaraan ook wij, helaas,
ons aantal leveren, mede door de gemengde
ïuwelijken.
Maar gij hebt het recht niet te spreken
over „protestantsch" Nederland, noch uit
net verleden, noch in de toekomst. In het
verleden telden wij duizend jaren sinds Sint
Servaas voor gij de meerderheid had in deze
lage landen. En voor de toe! o nst wijzent
wij op onze kinderen, niet alléén relatief,
naar ook absoluut grooter in aantal dan uw
nageslacht en dan beperken wij ons niet al-
een tot de orthodoxen onder de protestanten
Inderdaad, een paar eeuwen is het u geluk,
ons te bannen uit het publieke leven en de
Staatsburgerlijke vrijheid en gelijkheid voor
de wet, een paar eeuwen hebt gij ons terug
gedrongen in onze schuurkerkjes en moesten
wij troost en kracht zoeken bij O. L. Heer
op zolder.
Is dat uw ideaal Dit is uit den tijd. Zelfs
Ds. Lingbeek erkent het Hij denkt zich 'n
ideëel ministerie, althans met één Katholiek,
doe dankbaar zijn wij hem voor deze er
kenning van onze aanwezigheid. Hoezeer
wij deze opname van één Kath. minister in
een, let wel, verder protestantsche orthodox
Kabinet terecht begrijpen als een gunst,
geenszins een recht. Wij hebben altijd wef
gevoeld dat ds. Lingbeek geen antipapist
is, integendeel, zooals hij mij zelf persoonlijk
ernstig verklaarde, geenszins antipapist. Hij
draagt ons 'n goed hart toe. Hoewel hoogstens
één Kath. minister
Wat kunnen wij anders doen dan kmpoogen
en schateren in gulle Roomsche blijdschap?
Want als wij het ernstig nemen en ernstig
gaan meenen, wanneer wij de macht verkie
zen boven het beginsel, dan zou de werke
lijkheid de geweldig harde les worden voor
de Protest, orthodoxie. Wij Roomschen
kunnen de Lingbeeks en Kerstens en Chr.-
Historischen in protestantscia Nederland
naken en breken.
Het woord van Tertullianus herleeft toen
hij onder de vervolgingen der Romeinsche
Caesars zeide Neemt de Christenen weg
en uw Rijk is als ontvolkt. Niet anders staat
net met de Kath. m Nederland vooral ge
let op de jongere generaties.
Wat wil men dan toch met dat geroep over
onze Roomsche aanmatiging en Roomsche
overheersching en onverdraagzaamheid Wil
men ons onze burgerrechten ontnemen, onze
moeizaam verworven geestelijke en stof
felijke goederen? Dan past ons het woord
van den hoofdman der 300 Spartanen Leoni-
das aan de overmachtige Perzen toen men
nem zijn wapens vroeg Kom ze halen
Er zijn kleinmoedigen onder ons, die
nog steeds in stille afzijdigheid en onder
worpenheid hun dank willen vertolken,van te
mogen huizen met de Lingbeeks op één
vaderlanschen bodem van bisschop Willibrord
van den Roomschen Koning, van den
Roomschen Vondel
O, gij kleingeloovigen, die bij elke be
roering van de baren der nationale gods
dienstige deining uitroept Heer, reds ons,
wij vergaan
Past den welstand in uw leven niet af naar
aanzien of macht, baseert uw leven niet op
stof en pulver, noch staart u blind aan
tiet opgeplakte klatergoud van tijdelijk wel
varen en machthebberijen.
Wij zijn van alle eeuwen in ons geestelijk
leven en dit schreeuwt, ook bij ons in Kath.
Nederland om innerlijke versterking.
Bij dit zieleleven verbleeken alle vraag
stukken van den dag.
Ook de crisis en heel de politieke vlakte,
hetzij marmer of modder.
Benepen, ik herhaal het, is de horizont
van den Katholieken politicus, als hij zich
blind staart op de alleenlij ke belangen van
het tijdelijke en meent dat 's menschen
historie geschreven wordt door den Staat
Voor ons staat Christus in ons midden
en onze persoonlij kehid en onze gemeen
schap beduidt slechts iets in Hem en, om
Hem, Wiens Woord in alle aardsche be
slommeringen troostend fluistert in onze
ziel Zoek eerst het Rijk Gods en Zijne
Gerechtigheid en al het andere zal u worden
toegeworpen
Zoo zijn wij genaderd tot het belangrijkste
an teerste punt van ons onderwerp „Crisis
en Volk", om te zetten in „Het Gezantschap
bij den H. Stoel en het Kathol. Volk", het
punt dat raakt Christus Koningschap op
Aarde. Het is ons nog eens en onlangs inge
scherpt door 's Pausen laatste Encycliek,
door de instelling van een specialen feest
dag. Christus' Koningschap moet meer en
meer erkend worden. In flagranten strijd daar
mede is de verbreking van een band, die den
Staat aan Christus Stedehouder koppelt. Dit
noet het Roomsche volk pijn doen en grieven.
Uiterst teer is deze beschouwing, maar
uist omdat liberale bladen het z.g. n. „Speci
fiek Katholiek belang" steeds maar vijlen
aantoonen, hoe ook onzerzijds bestreden,
daarom kunne a wij ook deze beteekenis
der kwestie niet voorbijgaan.
De handhaving van het Cezantschap
dij den H. Stoel is een nationaal belang. Uit
den treure is net betoogd. De bewijzen liggen
voor het grijpen en ik besprak ze in de hou*
ling van mr. Limburg.
Zóó sterk werd dit als het ware gods-
iienstig neutraal belang naar voren ge
bracht door Jhr. v. Karnebeek, dat hij in een
ï'jner verdedigingen zeide, dat, indien de
Islam eenzelfde diplomatiek midden van
hetzelfde belang als 't Vaticaan bevatte, hij
niet zou aarzelen voor te stellen Nederland
bij het Kalifaat diplomatiek te doen ver
tegenwoordigen.
De Katholiek voelt in deze gelijkstelling
iets grievends. Maar de Kath. Staatspartij
als staatkundige, geen religieuse partij, aan
vaardde deze verdediging, omdat zij s lands
oelang te beoordeelen had en de diploma-
Teke juistheid der zending, die geenszins
Viiel eenige erkenning van Nederland van
le Paus, als Stedehouder van Christus,
laar buitea Kath. Staatspartij-ers zijn wij
ook Katholieken, die tezamen bidden en
ionen onder de gewelven onzer Roomsche
■erken. En als zoodanig, als lidmaat van een
kerkgenootschap, voelde en voelt de Katho
de's rechtmatig het bijzondere en verblij
dend karakter van een gezantschap bij den
T. Stoel. Het heeft voor hem een andere be
teekenis dan een zending bij 't Kalifaat.
De staatkundige man, de kath. fractie mog*