CRISIS EN VOLK. Ben rede van Mr. J. E$. Bomans voor de R. K.. Klesvereeolging. Onder leiding van den voorzitter dr. Th. Koot vergaderae Vrijdagavond in gebouw St. Bavo de K. K. Kiesveieeniging „Credo Pugno." De zaal was tameiijk gevuld. In zijn openingswoord verwelkomde de voorzitter de Kamerleden Mr. J. B. Bomans en den heer Chr. v. d. Bilt, en tevens de overige aanwezigen, bij welk woord spr. een woord van gelukwensch voor het nieuw- begonnen jaar voegde. De vergadering werd eerst nu gehouden, omdat men hoopte, nu de oplossing van den crisis te kunnen bespre ken. Dit heeft echter niet zoo mogen zijn. Gaarne ook had spr. enkele woorden gewijd aan het afgeloopen verkiezingsjaar, toen de katholieke jubelden over de benouden recht- sche meerderheid. Nu echter is de coalitie verbroken en niemand weet, hoe 't in zijn werk gegaan was. Mr. Bomans, ris insider, heeft zich thans bereid verklaard inlichtingen te verstrekken over het verloop van de crisis. Waar verder de afgeloopen'verkiezingen niet ieder in alle opzichten bevredigd hebben, koopt spr. dat het nieuwe reorganisalierapport van eer, bond van R.K. Kiesvereenigingen een be vredigende oplossing zal brengen. De notulen worden hierna onveranderd vastgesteld waarna Mr. J. B. Bomans het woord verkrijgt tot het houden van het eerste gedeelte zijner aangekondigde rede „Crisis en Volk." Mr. Bomans houdt de volgende rede Rede Mr. Bomans. Katholieken van Haarlem, door het bestuur awer vermaarde Kiesvereeniging uitger.oo- digd u van voorlichting te dienen over de staatkundige feiten van den dag, gevoel ik het roemruchte onderwerp „Crisis" niet te kunnen ontgaan en ik wil die Crisis beziet, met betrekking tot het Volk. Want deze staatkundige gebeurtenis kar van gewichtigen invloed zijn voor het poli tieke leven van ons gansche volk en daardoo. zelfs de religieuse, sociale en economische Zijde niet onaangetast laten. Zeer verschillend kunnen daarom de be lichtingen zijn van ons onderwerp, op ziek gevaarlijk en waarbij ik dus goed doe var schrift te spreken, hoe ongaarne ook, on niet verkeerd verstaan te worden, wat mi. niet weinig is overkomen. Uit de mengeling van gedachten trede aller eerst deze naar voren voor den Katholiel Biet zijn vol geestelijk leven treedt heel he' staatkundig rebeuren terug op het tweede plan. Dat geldt voor u, dat geldt ook voo: Blij, helaas bijna een beroepspoliticus. Mi '.reft de dood van kardinaal Mercier veel teerder dan de mislukking van Dr. de Vis- ser's eerste of tweede opdracht ter vorminr van een kabinet. Want ik weet, dat het vraag stuk van de hereeniging der Katholieken er Anglicaar.sche Kerken in het wereldgebeuren ver uitgaat boven de vorming van een al ol niet parlementair ministerie in het kleine Nederland. Wij zijn wereldburgers om dat te gevoelen, wij zijn godlof nog in onze Katholieke cultuur geestelijk genoeg aan gelegd om de as van het wereldgebeuren niet te zoeken in Colijn of ambtenaa-ss-darissc: of zelfs het behoud der parlementaire hoog heid. Het is den politicus bijna tot vloek, dat hij aan al deze ondergeschikte dingen, van geen nut voor de eeuwigheid, zoovee! aandacht besteden moet. Plichtmatig. Want ik mag niet spreken als de Drieste'-, u wijzend alleen op'het geestelijk welzijn; als politicus heb ik het waarachtig tijdelijk welzijn de gansche burgerü voor te staan. Wij kunner niet voor de volksvergaderingen gaan staar en zeggen Verblijdt u, ambtenaren, om het leed van loonsve- lagir.g, want hèt geeft u de gelegenheid dit leed geduldig te dragen, als offer aan God, op Wiens oordeelsdag dit offer u zal toegerekend worden. Eenmaal heb ik in de verkiezingscampag ne dit woord schuchter durven spreken, maar het werd begroet met gehuil en ge fluit. Als politicus en propagandist moest ik nalaten deze gedachte te ontvouwen. Maar ik doe er geen afstand van. Want als deze Katholieke rr.eening niet begrepen wordt, ligt dit aan ons Katholieke volk, te veel ver politiekt, maar niet aan mij. Want de ge dachte zelf is voluit Katholiek. Onze heili gen zijn niet de eer der altaren waardig ge worden, omdat zij aardsch reluk zochten, maar, omdat zii hier alles opofferden ter wille van de eeuwigheid. Ik heb destijds het politieke veld betre den als idealist. En het was mijn schoonste tijd. Toen men mompelde, hier in de Bavo- ïaal Hi srreekt niet, hij preekt. Toen als hoofdartikel in De Tijd verscheen het be ruchte stuk van Jos van Wel de Preek] van Bomans. Twaalf en een half jaar zijn sindsdien ver- looren. De priesterglced werd in mij ge doofd, de laaiende vlam van den Katholieken propagandist. De berekende politicus, steeds spinnend op winst voer zijn partij wilde bin nendringen in mijn ziel. Het is niet gelukt. En mijn schoonste belopning was in de cam pagne 1925 op mijn zestigste spreekbeurt vóór die verkiezing het woord van een pas toor, mij dankend voor dien avond, toen hij mij zeide het was rr.eer dan een spreek beurt, bet was een denderende predicatie. Wel zalig hij, die mag arbeiden aan den^ ziel des menschen, wel rampzalig de politicus, die het tijdelijke op den trocn meet zetten, de verrichtingen van den gulden tesrieden Godlof, Katholieken, voor ens blijft het leven, een weefsel van tijd en eeuwigheid, van geest en stof, de geest voorop. En wanneer deze crisis in het Staatkundig gebeuren ons verdriet, toch heeft zij ons ook veel goeds geleerd. Hoort de éénstemmige verklaring der fractie over een samengaan met rose en rood „De Katholieke fractie, onverzwakt hand havende hare meening, dat een kabinet, „steunende op drie rechtsche partijen, de „meeste waarborgen geeft voor een alzijdige „behartiging van 's Lands belangen, heeft „tegen de gevraagde medewerking o.m. „het bezwaar, dat zij haar tot samenwerking „Zou brengen met de Soc. Dem. Arb. Partij, „wier diepere beginselen met de Kath. be- vginselen lijnrecht in strijd zijn." (1 Dec. 1925). Hebt gij, Roomsch volk, waarvoor te Zwce^en een vreugd is, hebt gij allen beseft de zielegrootheid, ademend uit deze procla matie. De machtige Roomsche fractie, de groot ste in het parlement van „protestantscli" Nederland, kreeg op 11 Nov.'25 een klap in 1 et gezicht. Niet. omdat 's lands belang de anderen noodzaakte ons leed te doen, maar moedwillig trapte men 's lands belang om ens te kunnen grieven. En niet onze vijanden deden het allereerst, maar voorop standen, geestdriftig in dit bedrijf onze Coa litiebroeders, de elf, waarvoor wij name loos veel hadden geofferd. Men deed het, bewust van de gevolgen, die aan hen sinds Juli bekend konden zijn. De Kath. ministers vjelen en met hen bet rechtsche Ministe rie en mèt dit de regeeringsmogelijkheid der aangewezen en door het volk aan de stem bus gewilde meerderheidspartijen in her Parlement, en hiermede mogelijk het parle mentair gezag 's volks rijkdom van lang be vochten rechten, en dit alles werd juichend Volbracht om ons te kunnen grieven Is het te sterk gezegd Men kan het andeis Se2gen, maar het feit blijft, dat het „onaan genaam aan Rome, aangenaam aan onze kieze-s," de ondergrond is van keel dezer ueilloozen Chr. Kistorischen opzet. Var luttel aantal volks. En als dan deze euveldaad verricht is, en schade van ons volk, klinkt éénstemmig, zonuer aarzeling en ongeschokt de stem der Kathol.ej,e fractie, oat zij onverzwaktt let wel, onverzwakt, handhaaft nare meening üat een kabinet, steunende op oe urie ïeciit- scne partijen, de meeste waarborgen geeli voor een alzijdige benartiging van 's Lancs oelange.i ce K.K. „persoonlijkheid, cie vriji.eid vordert", getuigt, het gelaat no<f gloeiend van de verkregen klap, oaverzwal als van ouds, voor de handhaving der Coaltie en om die zielegrootheid te bekronen, wi;s zij in een adem af dat machtige andere verbond, dat haar macht kon geven als geen andere, een verbond, parlementaf dat een einde kan maken aan alle antipapis tische driestheid, een verbond, dat het eiuae ueduidt van alle gedaas over „protestantsch' a ede land en de Kath. f: actie wijst cie meet werking met Marchant ende zijnen af. ui. hooger princiep, om „het bezwaar n,l„ dat zij haar tot smenwerking zou brengen met de S.D.A.P., wier diepere beginselen met de Kath. beginselen lijnrecht in strijc zijn." Katholieken van Haarlem, herinnert gi gij u nog, hoe ik u in een van de laatste avonden voor den stembusdag van 1925 mocht toespreken en bij de aanbiedingen der S.D.A.P. u mocht wijzen op Christus' aekoring door den duivel, „dit alles zal ik u geven, indien gij, nedei vallend, mij aanbidt" herinnert gij u, hoe wij toen gear.tv. corn aebben met het woord van den Zaligmaite: zelf „Ga weg van mij, Satan V' Neen, het is geen looze leugen geweest, toen wij U vóór de verkiezingen wezen op hes machtig belang van het behoud der Coalitie en op de afwering der Soc. Democratie, wai zij ons ook geven mocht, wij zijn door ac loop der gebeurtenissen in staat gesteld, in de hachelijkste omstandigheden ons woorc. ioor een daad te staven en geen onzer heefi •.eaarzeld. Uit alle weeklanken van de crisis, verheft zich de juichkreet der onverflauwde getuige- lis voor God en zijn gebod, voor God in het Staatsbestel, voor den Christus en Dier -ekruisd, een getuigenis, afgelegd door de Toomsche fractie, neergelegd in hare ve;- laring en een historisch bezit van ons Room- ache volk. Crisis en volk, de koppeling dezer woordei ,s niet gezocht. De crisis is geen spel dei oartijleiders, noch der ministers, noch van 'amerclubs of kamerleden, het is des Volks treurspel. Ons parlement, door de pers in woord en teeld te veel vernederd om niet door de lublieke meening versmaad te worden, kar le schokken r.iet lijden, kan de deuken niet verdragen toegebracht aan zijn toch reedt eringachtig aanzien. De vlootwetcrisis, gevolg der krachtmeting tn de Volksvertegenwoordiging, heeft ii tare oplossin? het parlement vernederd, lat juist door de stemming van tien Katho- 'ieken de machtdesvolks had gedemonstreerd. Wederom een Koninklijk kabinet, wederon ten Kroonministerie, zij het onder gewilde zontrólz van het patlement, door weigerin; van de ontslagaanvrage van de zittende Ministers? Dan nog liever een extra parlementair kabinet. God beware ons voor dergelijke herhalingen want de op zijde schuiving van het parlemem in het leven van een Cultuurvolk als he' onze, kan leiden tot den chaos, hetzij recht streeks naar Lenin, hetzij on-rechtstreeks over den persoon van een Mussolini, maat altijd tot den chaios, zij het tijdelijk, eer amp,voor het volk en mogelijk ook voor de Croon. Hij, die de verantwoordelijkheid draagt, moet in deze machtige zaak des volks, verder ■zien dan het volk zelf. Wie de geschiedend leesi van dat geweldig volksgebeuren der Fransche revolutie, hetzij aan de hand van Hyppolite Taine, hetzij aan de hand van Carlyle, hij verbaast zich over de blindheid der bestuurders, die geen acht gaven op de rollende geluiden der historie, die tientallen jaren te voren de orkaan aankondigden, de losbarsting van het lang geknechte volk. Regeeren is vooruitzien en tévens voor komen is beter dan genezen. Daarom is deze crisis zoo'n beduidende volkszaak, omdat dit Staatkundig gebeuren, de verbreking der Coalitie, voeren kan tot gevolgen, die een radicale omkeer beduiden in de verhoudingen van Kroon en volk. Misschien niet, maar de mogelijkheid alléén reeds kan ons niet on beroerd laten. Zeer oppervlakkig spreken zij, en hun aantal groeit schrikbarend en groeit met den dag, die dat heele kletscollege, dat Tweede Kamer heet, willen opruimen en daarvoor in de plaats alle heil verwachten van een „flinke vent". Zij weten met wat zij zeggen. Zij laten zich meesleepen door het inderdaad misselijk ge bruik, dat het volk maakt van zijn Staat kundige rechten in Kamer, Staten en Raad. De Volksvertegenwoordiging begrijpt haar taak niet, begrijpt die niet sinds jaren, en begint die hoe langer hoe minder te begrij pen. De laatste vergadering der Provinciale Staten van Noord-Holland, waarin ik de eer had aanvals-object te zijn der Soc. Demo craten, spot met elke juiste opvatting van een gezonde politieke democratie. De volksver tegenwoordiging trachtte toen en daar en tracht overal als het ware de gedetailleerde gezags- en bestuursdaden in eigen handen te nemen. V/ie een begrip wil krijgen hoé de volks vertegenwoordiging, hoe de representatieve lichamen niet moeten optreden, leze de no tulen van het gesprokene in de Statenzitting Dec. 1925 van onze eigen provincie N.-Hol- land, in onze eigen stad Haarlem. Vrage is het te laat om te genezen De pers heeft aan het karakter dier typische ver gadering geen aandacht geschenken. Het volk slikt de daden zijner vertegenwoordi gers met genot, juicht de mannen toe, die een lid van Gedep. St. trachten aan te val len over wat hij N.B. vcor den Raad van State gezegd heeft, het volk begrijpt niet, dat, als het de groote lijnen verlaat, heel he' begrip Volksvertegenwoordiging en Demo cratie in het kluwen geraakt van een verward spinnenweb. De linksche democraten gooien juist het parlementarisme te grabbel. Men verzuipt tenslotte de politieke de mocratie in een stroom van algemeene be schouwingen moties, interpellaties, kin derachtige schriftelijke vragen, hatelijke in terrupties, waar men wee van wordt en waar van de besten onder ons gaan walgen, en het volk kan niet zonder zijn eigen beste mannen het beste bewaren een gezond parlementair stelsel. De Katholieken deden hieraan niet mee, zij hebben het al jarenlang begrepen. Deze Crisis nu, op zich een der ongezond ste uitingen van den parlementairen wil. vergaarbak van velerlei motief, draagt we derom een stoot bij aan de verzwakking van ons parlementarisme, een waarachtigen rijk dom des volks, en het brengt ons alweder een stap nader tot dien onbekenden weg. dien ons volk mogelijk wel kan betreden, maar niet blijvend, zelfs niet een vrij korten tijd kan bewandelen, deze crisis dus kan ons nader brengen tot ernstige volkswoelingen en die mogelijkheid alléén reeds, met alle jammerlijKe gevolgen, stempelt het gebeuren, van 11 Nov. '25 tot een groove volkszaak. Niet straffeloos voor rechts en links verbreekt men den meest redetlijken rege ringsgrondslag de Coalitie. Dit is het blijk baar, wat de Chr. Historischen met inzien. En wat de meerderheid in de Tweede Ka mer niet inzag toen zij het groote avontuur aanging de C. Hist, en Kersten te steunen. Maar maakten de Katholieken geen fout Als ik er een kon aamvijzen, met vreugde zou ik het doen, want de mogelijkheid be stond dan onze fout te herstellen en.aldus den weg te banen tot een parlementaire Regeering. Vrij en frank willen wij u alles zeggen wat wij weten en met voldoende zekerheid kun nen openbaren De Kath. fractie accep teerde in Juli Coliin.Met liefde? De internis non judicat praetor, inderdaad, ik kan niet ih de ziel mijner medeleden zien, maar ik heb een vaag vermoeden, dat het anderen ging als mij zuivere verstandsoverwegingen deden mij Colijn accepteeren. Want voor ons stond vast dat de stembus zich had uitge sproken voor een Christelijk Kabinet. De Coalitie had de verantwoordelijkheid der Regeering op zich te nemen. Dit vaststaande is de vraag „Wie kabinetsformateur zal zijn" van ondergeschikte beteekems, maar niettemin van waarde, in zooverre in den per soon een leiding, een richting kan zetelen. Hoe sterker de persoon des te meer is dat waar. Colijn nu is een sterke persoonlijkheid, wij wilden dus zekerheid hebben omtrent zijn program. Dit program kon ons aller goedkeu ring wegdragen. Maar waarom nu juist Colijn Omdat deze bekwame man door H. M. de Koningin werd aangewezen, gehoord de leiders der drie rechtsche fracties. Wij voor ons hadden heel geen reden een C. H. man op die plaats te zien, maar al hadden wij dat gewild, de C.H. fractie moest dit allereerst willen- Daarvan nu is niets gebleken. De R.-K. zouden na zevenjaar pretn er- schap wederom een Katholiek als formateu en min.-president kunnen begeeren Zeker kon dat, maar men heeft het niet begeerd en men moet eerbied hebben voor hunne motieven, die gegrond waren op 's lands be lang en steviging der regeeringsmogelijk heid. Aldus éénstemmig Colijn. En wel met hem een program eveneens éénstemmig door dé Kathol, fractie aanvaard. In dat program behoeft zeker niet te staan wat men alzoo wil handhaven. Daar is geen end aan. Noch ook is er iti 't algemeen reden naar eenige handhaving te vragen. Maar de Katholieken, die 't ge wurm over het gezantschap en de tegenstem (in angste) der C.H. fractie al jaren hadden aangezien, permitteerden zich toch de vrijheid te ver klaren, dat zij zeer veel prijs stelden op de handhaving van het gezantschap bij den H. Stoel en deelden dit den kabinetsformateui mede. die er zijn voordeel mee kon doen en deze mededeeling wel zal hebben door gegeven aan de bevriende fracties, met de door de Katholieke fractie verklaarde gevolgen uittreden der vier Kath. ministers indien he- gezantschap in kwestie niet gehandhaafd aleef. 't Is alles zeer duidelijk en overbodig openhartig. Ik voor mij had de meening, dat Karnebeek als dan „natuurlijk" de porte feuille-kwestie zou stellen, 't Is mij altijd nog 'n geheim waarom dit nu niet gebeurd is, ge let op zijn houding in voorgaande jaren. Zijn .lappe verdediging op 10 Nov 1925 ont sluiert dat geheim niet. Een tweede geheim is mij de C.H. kunnen dit ophelderen hoe van die zijde herhaaldelijk gezegd werd lat zij pas op 1 Nov. of in de laatste dagén vóór 11 Nov. hoorden dat de vier Kath. ministers zouden uittreden. De Kath. fractie zei dit te bevoegder plaatse in Juli. Mijne Dames en Heeren, het is altijd ge makkelijk „achternapraten"., zoo zegt men. Maar ook achteraf zou ik niet weten hoe de Kath. fractie (let wel de fractieanders had moeten doen als ze 't nu niet goed ge- iaan heeft, 'n Rechts bewind. In gemeen over leg Colijn. Een fiat op zijn breed program. Juist door hem gemakkelijker, wegens her haalde terugtredingen, uit te voeren dan ioor 'n ander. Buitendien bijna onver plicht onzerzijds de waarschuwing ter oevoegder plaatse neergelegd over dat strui kelblok het gezantschap bij den Paus. Met preciese omschrijving doodeerlijk van de gevolgen. Ik kan onmogelijk zeggen wat er aan mankeert. Ik vat niet waarin en hoe de Kath. fractie in gebreke is of onvoorzich tig handelt wanneer nadien de Regeering ge formeerd wordt met inbegrip van twee C. H. kopstukken, waarvan één (men vergete dit nooit 1) de C.H. fractieleider zelf was. Zoo naderen wij 10 Nov., den nacht van Ds. Kersten. Voor het geheele Kath. volk moet nu toch de (laat ik zeggen strengheid van Mgr. Nolens verklaring duidelijk zijn. Men kan deze niet los zien van de voorge schiedenis. Indien Mgr. Nolens m den nacht van 10 Nov. de mogelijkheid had opengelaten van „doen alsof je neus bloedt" als Ds. Ker- itens' amendement was aanvaard, zou hij le meest onwaarachtige en onwaardige poli tiek gevoerd hebben, die men zich denken kan. De verklaring van Juli was dus een loos d.eigement? Op 11 Nov. aanvaardde de C.H. en de linkerzijde het initiatief van den veelgesmaden dominé, denzelfde uit den Olyrnpiadetijd, Kersten van Ierseke. De Kath. ministers aarzelden geen moment. Ook niet hij, die van verre kwam. Indien zij ook maar één moment geaar zeld hadden, zouden zij de verdenking op zich geladen hebben hun zetel te verkiezen boven reeële en ware staatkunde en godlof van Kath. ministers neemt geen lid der Kamer dit ook maar één oogenblik aan. Nog maals, ik vraag het u, gelijk ik het mij her haaldelijk afvraag: wat bidden wij anders moeten, anders kunnen doen. Om der waar heid wille. De slag is op de meest grievende wijze toe gediend door den voorsteller en zijn voor stelling. Aan ons, R.-K. fractie en aan den H. Vader. Alle eerbied, alle égards die men in acht neemt in de buitenlandsche verhou dingen en die men in acht zou genomen heb ben jegens Honduras of Columbia, heeft men jegens het niet van onze maar van ande e zijde herhaaldelijk betoogde gewichtige di plomatieke Centrum, jegens den Souverein van-het Vaticaau, vergeten. Het zij zoo. Wij zullen in ons tweede deel de verdere feiten beschouwen. Maar op dien dag zette de organist van de Paterskerk op de Pringesse- gracht te 's-Hage spontaan het Pauslied in en de pijpen deden de golven geluid dave ren onder de gewelven. Tot plots overslaand in teedere pianissimo de broze zang van een oud Roomsch vrouwtje hoorbaar werd, daar links van ons en de getuigenis van haar, da vert ons nog machtiger door de ziel dan alle orgelklanken want zij zong in zwakke kracht en ouderdom de wereldt rtende getuigenis van onverwoestbaar leven en eeuwige jeugd, en ik dank God ze te kunnen herhalen infor- scher geluid onder dit dak, de woorden van het Roomsche oudje met haar jonge Room sche ziel vol zekerheid De Pausen sterven niet Het eerste geaeeite aezer rede van den neer Bomans, herhaaldelijk door applaus onder broken, wordt met luide instemming der vergadering beloond. Hierna brengt de heer Adelaar,secretaris, het jaarverslag uit, waarin de voornaamste gebeurtenissen voor de vereeniging in het afgeloopen jaar worden gememoreerd, o.m. de campagne voor de verkiezing ;n. Het ver- dag besluit met een woord van hulde aan de sympathieke leiding van den voorzitter. Dr. Koot dankt den secretaris voor zijn vele werk, vooral in verband met de verkie zingscampagne en hij uit den wensch, dat de heer Adelaar nog vele jaren secretaris van de R. K. Kiesvereeniging mag blijven, welken wensch de vergadering met applaus onderstreept. Het jaarverslag van den penningmeester, Jen heer Brinkman, vermeldt aan inkomsten f 2029.69; aan uitgaven f 1902.45, dus een batig saldo van f 127.24. Het ledental steeg in het afgeloopen jaar met 250, waardoor dit thans ruim 1600 be draagt. De voorzitter feliciteert den penningmees ter met deze ongekende weelde van een ba tig saldo. Dan wordt wederom het woord gegeven aan mr. Bomans, die zijn rede aldus vervolgt: Vervolg Rede Mr. Bomans. Zoo was dan de slag op 11 No/e.noer gevallen. Men praat het mij niet uit het hoofd, dat er in de Kamer een belangrijke meerderheid was voor het behoud van een groot nationaal beling: de h ndhiving van ons gezantschap bij den H. Stoel. Maar het verloop der feiten bewijst ook deze meening: zeer spoedig publiceerde Marchant de be reidwilligheid het gezantschap te hand haven en het fiat der Soc. Dem. kon niet missen in een combinatie Rood-Rose en Zwart, waarnaar krachtig gestreefd werd. Ons fiere antwoord behandelden wij. Een antwoord, gegeven aan den door H. M. aan gewezen kabinetsformateur Mr. Marchint, leider der Vrijz. Dem. fractie van 7 leden, die m bond met 30 Katholieken en 24 Soc. Dem. een parlementaire regeering nastreefde, steunende op een meerderheid van minstens 51 tegen 39. 't Program was er. Ik ga niet in op de beweerde onwaarach tigheid in Marchant's politiek, wiens over haast program ons, Kath., de ongerepte handhaving van het Gezantschap bij den Paus in uitzicht stelde. Maar ons vaderland vergeten niet en protestantsch Nederland onthoude het vooral, dat wij, Kath., een enorme machtspositie terugwezen, ter wille van ons levend begin sel en christelijk voelen. Wij accepteerden de jelegenheid niet om onze behgers, de do- min é'sj. politiek voor goedmachteloos te slaan wij wezen den kans terug vele lieve wen- schen uit ons eigen program in vervulling te zien gaan. Dit alles, omdat wij 's lands oelang niet gediend meenden door een sa mengaan met de S.D.A.P., wier diepere be ginselen, zoo verklaarden wij, met de onze lijnrecht in strijd zijn, wij willen dat bondge nootschap niet, éénstemmig willen wij niet. Het kan ons slechts worden opgedrongen door de allerbitterste „uiterste noodzaak." Men vroeg mij een omsenrijvin; van „uiterste noodzaak": Als de politieke ver warring in den boezen der volksvertegen woordiging zóó groot wordt, dat er woelin- en in het volk uit kunnen, neen, uit drei gen voort te vloeien. Recht en orde dienen ehandha^fd. De fractie zag deze noodzaak in Dec. 1925 met, noch ook in Jan. 1926. En persoonlijk heb ik mijne weinige ge neigdheid aldus uitgedrukt in de laatste itatenzitting van N.-Holland, dat ik hoopte .n de alleruiterste noodzaak nog aan een sa- nengaan met de Soc. Dem. te kunnen ont nomen. Schier alles lijkt mij beter dan dat. Want, terugtredend op ons Katholie.i uit- ■angspunt ziel en lichaan, geest en stof, eeuwigheid en tijd zijn voor ons, Roomschen, onsplitsbaar hoevele malen heb ik het hier, m deze Bavozaal, gehad over den completen nensch en over de harmonie van alle levens uitingen. Begrijpt gij het? Ja, gij begrijpt iet, Katholieken, hoe ik als Roomsch poli ticus huiver voor verinniging van Katuoli- :isme en Socialisme op jéén terrein wanneer ik vrees, en vrees met reden, dat daardoor duizenden Roomsche zielen voor de eeuwig heid kunnen verloren gaan. Dit is geen vraag stuk van berekening. Na een spreekbeurt in 1925, vol felheid tegen de Soc. Dem., zei mij een toehoorder dat ik als aangewezen was bij de combinatie rood-zwart om ais deel der regeering op te treden, maar dat ik die kans door mijn op treden verspeelde. O kleinneid van denken' Als zou niet de redding van één zie voor dex eeuwigheid rui nschoots opwegen tegen het verlies van tien ministers geteld. Vat baat het u de gansche wereld te win nen, indien gij daardoor schade lijdt aan uw ziel Maar wat voor mijn ziel geldt, geldt voor de ziel van den eenvoudigsten proleta riër, dien ik moet liefhebben als mijzelf, zóó luiden Gods geb oden, en voor wien ik des te meer verantwoordelijk ben, naarmate de te oeschermen ziel eenvoudig, ongeletterd en simpel is. Den eenvoudigsten van ons dienen wij juist beter te bewaken dan onszelf. Zóó is iet. Mijne Dames en Heeren, mogelijk dat een uwer oppert deze meening Zóó bezien kan Je politieke uiterste noodzaak nooit klem nen tot een samengaan van rood en zwart 1 Hier past mij een uitleg. Ik gaf u reeds een voor- oeeld over de salarisverlaging van het Rijks- oersoneel. De gedachte lijdt geduldig en smeedt uit het onvermijdelijke een storm ram voor de he melpoorten, deze gedachte, zoo zei ik, is Katholiek Maar zij mag geen uitgangspunt zijn voor den Kath. politicus- Deze heeft een eigen taak het tijdelijk wel zijn te behartigen. Dit welzijn kan noch mag ooit in strijd zijn met het geestelijk belang, want wie het mindere, de stof, het tijdelijke verzorgt met opoffering van den geest en het eeuwige, schaadt den completen mensch. Er noet harmonie zijn in de behartiging dier be langen, priester en politicus gaan hand aan zand. Daarom juist is de grondgedachte der Kath. Staatspartij zóó treffend schoon en uist. Daarom cok is de waardeering van he- geestelijk element, pelegen in een samengaan van Kath. en Socialist niet allereerst aan ons. oolitici, maar aan het geestelijk gezag. Mis schien heeft Baron v. Wijnbergen dit te duidelijk of niet duidelijk genoeg in zijn Maas oodeartikel uitgedrukt, waarin hij naar de Bisschoppen wees, maar begrijp ik zijn grond gedachte goed, dan onderschrijf ik die. Aan ons, politici, echter allereerst de be oordeeling van den stand der politieke vraag stukken, aan ons de beoordeeling van het oogenblik waarop de verwarring boven kan omslaan in woelingen onder, en de Kath. Staatspartij waarborgt ons uit haar aard, da' eeuwige en tijdelijke factoren zullen gewoger worden op dat beslissend oogenblik waarm de ramp aanvaard moet worden van samen- man met de Sociaal Democratie, louter en alleen om grooter ra mp, grooter verwarrin nachtirer nadeel naar ziel en lichaa n tc voorkomen door de handhaving van recht er irde. Ik kan het niet duidelijker zeggen en i! gevoel, dat deze gedachten een bezit va- aet volk moeten worden mede r.ls vrucht van de crisis. Handhaving van recht et- orde. Ik druk het zoo kort mógelijk uit. Tiet dus de handhaving van een parlemen- air kabinet is overheerschend. Ik heb u gezegd en getoond hoe groote waarde dezer zijds gehecht wordt aan handhaving van ons parlementaire stelsel, een rijk volks- oezit. Maar het moge u nu duidelijk zijn, Jat het vraagstuk van de uiterste noodzaak Jieper ligt dan in 'n bepaald karakter var. iet Ministerie. Oppervlakkig spreken zij, die b.v. eer. extra parlementair kabinet onjuist vinden omdat het de uiterste noodzaak reeds achte. zich laat. Ik deel die meening niet, al zullen ei veinigen zijn die zóó vechten voor de hoog- leid van het parlement als ik. Ik toonde dii rij de Vlootwetdebatten. Zelfs, hoe ik ook huiver voor een Komnk- i'jk of Kroonkabinet, gij hebt het in hei :erste deel gehoord, komt voor mij dén de overweging van samengaan „rood-zwart" eerst als urgent naar voren. Juist omdat, ik ïerhaol het, recht en orde dan ernstig be- Ireigd kuftnen worden. Door Staatkundige .voelingen wordt de ziel van velen vergiftige. :.i verwilderd. Katholieken, ga ik te diep op deze zaker. .n of ben ik te persoonlijk? De groote feiten ïeot gij in de nieuwsbladen gelezen. II geloof goed te doen ze te bezielen door der. ;eest, die levend maakt. En ook is het ons foomsche volk onverschillig hoe zijn af ga va r iigde handelt Deze crisis heeft mi; geen twijfel noch aarzeling gebracht en gi. weet nu waarom. Ik meen, dat gij er rech' op hebt met mij mede te denken. Dit alles geeft u den sleutel op de ge- jeurtenissen van den dag. Het verklaart u de communiqué's der kath. Kamerfractie, het verklaart u, waaron. vij rood afwezen, waarom wij ons wanhopif ia n de Coalitie vastklemden, waarom wi, zuchtend aanvaardden het heengaan vai o ize gezant, v. Nis oen tot Sevenaar, uil lome en een accrediteering van een gezant schap te Bern, waarom wij zelfs ons zoude. teerleggen bij een verklaring der Chr. Hist., lat zij deze, zelfs deze, oplossing van de zrisis betreuren. Betreuren in het openbaar Iet verklaart u. in één woord het gansche intreden der Katholieken na 11 Nov. 1925 ifwijzend jegens de Socialisten, toenaderenc ot de Chr. Historischen. Zij, de Chr. Historischen, hebben me: ;ewild. Zij listen allss vallen en struikeier. iver hun détailounteen motie te stellen, vaarin zij de oplossing, door hun eiggn par tij- en fractieleider bewerkt, zouden be- .reuren. Aan dit lachsucces hebben wij ons larle.nent niet kunne a blootstellen. Er is :ei oogenblik geweest, waarop de Kath. factie haar fiat had kunnen geven zonde zennis van een motis der Chr. Historischen. dit fiat had dan gegeven geworden op eer aisverstand. Er zijn vele veldslagen in dc vereldhistoris gewonnen op grond van eei aisverstand, «a zelfs door strafbare fouten Ier onderbevelhebbers. Maar met de kennis Ier volls wetenschap en wij werden bij- z'jds ingelicht, helaas wellicht kon de kath fractie niet mededoen aan een kronkel- ;edos hetwelk èn parlement èn coalitie ir ie oogen van gansch het volk tot politieke aioeiers en kronkelaars zou gestempeld lebben. En zoo staan wij voor het pogen van cler. /rijz. Dem. Mr. Limburg. Hij is iieftallif aegroet door den Vrijz. Dem. partijleider /Ir. Marchant. In deze woorden dat Van malburg ee.i verachtelijke daad deed doo' le opdracht vail H.M. de Koningin niei mnstonds te weigeren. Verachtelijk. Eer doek Holhndsch woord. Het laat geen twij fel. En, zoo zegt Mr. Marchant te Amster- la n „Mr. Limburg vertelde, aan wie hei naar hooren wilde, dat hij, Limburg, de mngewezen man was voor de vorming van :en extra-parlementair kabinet en hij daarin vel slagen zou. Het partijlidmaatschap, zoc vervolgt Mr. Marchant, legt verplichtinger ao en dient niet uitsluitend om daardoor goed- aetanlde baanfjes te krijgen" Maar allons, leze kabinetsformateur heeft zich bij voor laat aan de verachting zijner partijgenooter arijsgegeven. Het zou ons koud kunnen laten hoe een iirtijleider vóór enkele weken kabinets formateur zichzelf tot den grond toe f breekt door dergelijk geschimp, ware het liet dat dit optreden, naast de verwording van het parlement, reeds bezien bewijs' le ongeloofel'jke decadentie van parlemen tariërs. Marchant geeft wel den meest feller lolkstoot aan het aanzien van ons parlement. Wat ik van mr. Limburg weet is, dat hi; vas een goed advocaat en helder Kamerlid bat hij verdiensten heeft in de Volken- londsvraagstukken. Dat hij is kundig Ge- leputeerde van Zuid-Holland en als zoo- hiaig ook geacht en geëerd door zeer vele •echtsche leden der Prov. Staten. Of hi vaarachtig een kerel, een bestuurder is zal lij in eei van zijn eerste daden straks hebber, 'e tooien. Hij is het niet als hij, gelijk zijr lartij-leider, marchandeert met het gezant schap bij den H. Stoel. M. i. heeft hij da' ingerept, ongedeerd te handhaven zonde: neer. Hij, los van het verband en accoord de lartijgroepea zwoegend om een compromis leeft 's lands belang te beoordeelen en dat lillen. Hij mag en kan het pietluttig en vree slijk dom standount van den Vrijheids- io ad oo 11 Nov.'25 niet deelen, dat de f 19000 kosten moeten bespaard worden, zeker kan hij de motieven der Vrijz. Dem. liet tot de zijne maken, want Colijn is heusch veg, als mr. Limburg slaagt. Nóch kar lij' Chr. Historisch denken in de richtinr bingbeeV-Kcste n, nóch ook de draaipoli- iek der S.D.A.P. op dit stuk volgen Teger \ct gezintschao bij de stemming, na er eers' /óór geweest te zijn, om na de stemming e- veer vóór te zijn, als de Kath. willen samen- gaau. Als mr. Limburg op dit veel omstreden rrisispunt een daad wil stellen van waar- chtige politiek heeft hij het gezantschap mgereot te handhaven. Of hij moet aan- •oo-iem dat al de woorden van links-staande 'loostukken, Cort van der Linden, Jhr bouJon e.a., slechts gedaas waren. E>at dus van 'n nationaal belang geen sprake is. Da' 'iet meermalen herhaald krachtig woord var Jhr. v. Karnebeek over het groote nationale belang van een „luisterpost" bij het Vati- rian slechts praatjes voor de vaak waren, da' zindelijk groote protestantsche mogendheder Is Engeland en Duitschland zich schromelijl 'ergissen door soeciile gezanten bij den H. Ito el te onderhouden. Slaagt hij hierin, dar zal ik, dan zal geen Kath. afgevaardigde c 19030 eiscbea voor een Roomsche lief- lebberij, al schaadt deze het land niet. Wij zullen dan als van ouds dporgaan de Ted. Hervormde Kerk te steunen met onze zware behstingpenningen, met onze milli- lenen wel te verstaan. Wij weigeren hun ffer van f 19003, zelfs al zou de Paus el' aar f 20.003 offeren voor den watersnood in Tederland Het nationaal belang is onze -ichtsnoer en het nationaal bejang alléén. Wij zijn benieuwd of mr. Limburg hier 's lands belang ontkennen zal. Zoo niet Jan rest hem ais eerlijk en vrij man slechts zure handhaving. Maar wat bedoelde ik met onze miilioe- aeii voor de Ned. Herv. Kerk Wij beklagen ms niet, wij verzetten ons niet (nog niet, Chr. Tistn. wij constateeren alléén, dat uwe predikanten worden opgelet J op onze neper- lure openbare universiteiten, dat de toe- 3gen van rijkswege aan uwe predikanten n' onjuiste verhouding staan tot hetgeen de Itaat uitgeeft aan onze „bedienaren van den odsdienst", vooral "elet op het verbeurde echt op onze goederen, wij doelen niet het ïinst op het onderhoud uwer kerkje jouwen monumentenzorg heet dit). Wat dit laatst: etreft, het loopt in de napieren. Twee voor zeiden uit onze Proviicie. alléén de St. £„aurenskerk te Alkmaar had een opknaopin aoodig. Kosten een half millioen. Te betalen uit de publieke kassen. Bijna geheel door Tijk, Provincie en Gemeente. Idem Edam straks. Kosten circa 1/4 millieoen. Wee u, Chr. Histn., indien de tijd zou komen dat wij, KathoIieKen en de meerder- aeid met ons, dit niet meer doen en gijzelf /oor alle kosten van uw kerk zult staan, ge- i jk betamelijk is. Er zijn er nu al zooveel, aie ter wille van de kerkelijke Belasting aanslag .iet N. H. (Ned. Herv.) omdraaien in H. N. fHeelemaal niks) Wat zal er dan een uit tocht zijn binnen Protestantsch Nederland Zoo ver gaat onze offervaardigheid, dat vij mede voor uw Kerk willen offeren, als dit het Godsbewustzijn der massa ten goede ;omt. Wij verzoeken u slechts, Protestanten, iet geringe plekje dat wij in ons land onder Gods lieve zon verkregen hebben, ons niet ïan te rekenen als een „paepsche stoutig- eit." Arm „protestantsch" Nederland In deze aoedanigheid gaat gij ter ziele, onverbiddelijk. Wij juichen daarover niet, zelfs niet na onze ervaring op 11 Nov 1925, een incident, een vervolg op tallooze aanmatigingen uwer zijds, neen wij juichen niet voor zooverre het Godsbegrip, het positief geloof in Christus ondergaat in brute stofvergoding, in stijgend aantal paganisten, waaraan ook wij, helaas, ons aantal leveren, mede door de gemengde ïuwelijken. Maar gij hebt het recht niet te spreken over „protestantsch" Nederland, noch uit net verleden, noch in de toekomst. In het verleden telden wij duizend jaren sinds Sint Servaas voor gij de meerderheid had in deze lage landen. En voor de toe! o nst wijzent wij op onze kinderen, niet alléén relatief, naar ook absoluut grooter in aantal dan uw nageslacht en dan beperken wij ons niet al- een tot de orthodoxen onder de protestanten Inderdaad, een paar eeuwen is het u geluk, ons te bannen uit het publieke leven en de Staatsburgerlijke vrijheid en gelijkheid voor de wet, een paar eeuwen hebt gij ons terug gedrongen in onze schuurkerkjes en moesten wij troost en kracht zoeken bij O. L. Heer op zolder. Is dat uw ideaal Dit is uit den tijd. Zelfs Ds. Lingbeek erkent het Hij denkt zich 'n ideëel ministerie, althans met één Katholiek, doe dankbaar zijn wij hem voor deze er kenning van onze aanwezigheid. Hoezeer wij deze opname van één Kath. minister in een, let wel, verder protestantsche orthodox Kabinet terecht begrijpen als een gunst, geenszins een recht. Wij hebben altijd wef gevoeld dat ds. Lingbeek geen antipapist is, integendeel, zooals hij mij zelf persoonlijk ernstig verklaarde, geenszins antipapist. Hij draagt ons 'n goed hart toe. Hoewel hoogstens één Kath. minister Wat kunnen wij anders doen dan kmpoogen en schateren in gulle Roomsche blijdschap? Want als wij het ernstig nemen en ernstig gaan meenen, wanneer wij de macht verkie zen boven het beginsel, dan zou de werke lijkheid de geweldig harde les worden voor de Protest, orthodoxie. Wij Roomschen kunnen de Lingbeeks en Kerstens en Chr.- Historischen in protestantscia Nederland naken en breken. Het woord van Tertullianus herleeft toen hij onder de vervolgingen der Romeinsche Caesars zeide Neemt de Christenen weg en uw Rijk is als ontvolkt. Niet anders staat net met de Kath. m Nederland vooral ge let op de jongere generaties. Wat wil men dan toch met dat geroep over onze Roomsche aanmatiging en Roomsche overheersching en onverdraagzaamheid Wil men ons onze burgerrechten ontnemen, onze moeizaam verworven geestelijke en stof felijke goederen? Dan past ons het woord van den hoofdman der 300 Spartanen Leoni- das aan de overmachtige Perzen toen men nem zijn wapens vroeg Kom ze halen Er zijn kleinmoedigen onder ons, die nog steeds in stille afzijdigheid en onder worpenheid hun dank willen vertolken,van te mogen huizen met de Lingbeeks op één vaderlanschen bodem van bisschop Willibrord van den Roomschen Koning, van den Roomschen Vondel O, gij kleingeloovigen, die bij elke be roering van de baren der nationale gods dienstige deining uitroept Heer, reds ons, wij vergaan Past den welstand in uw leven niet af naar aanzien of macht, baseert uw leven niet op stof en pulver, noch staart u blind aan tiet opgeplakte klatergoud van tijdelijk wel varen en machthebberijen. Wij zijn van alle eeuwen in ons geestelijk leven en dit schreeuwt, ook bij ons in Kath. Nederland om innerlijke versterking. Bij dit zieleleven verbleeken alle vraag stukken van den dag. Ook de crisis en heel de politieke vlakte, hetzij marmer of modder. Benepen, ik herhaal het, is de horizont van den Katholieken politicus, als hij zich blind staart op de alleenlij ke belangen van het tijdelijke en meent dat 's menschen historie geschreven wordt door den Staat Voor ons staat Christus in ons midden en onze persoonlij kehid en onze gemeen schap beduidt slechts iets in Hem en, om Hem, Wiens Woord in alle aardsche be slommeringen troostend fluistert in onze ziel Zoek eerst het Rijk Gods en Zijne Gerechtigheid en al het andere zal u worden toegeworpen Zoo zijn wij genaderd tot het belangrijkste an teerste punt van ons onderwerp „Crisis en Volk", om te zetten in „Het Gezantschap bij den H. Stoel en het Kathol. Volk", het punt dat raakt Christus Koningschap op Aarde. Het is ons nog eens en onlangs inge scherpt door 's Pausen laatste Encycliek, door de instelling van een specialen feest dag. Christus' Koningschap moet meer en meer erkend worden. In flagranten strijd daar mede is de verbreking van een band, die den Staat aan Christus Stedehouder koppelt. Dit noet het Roomsche volk pijn doen en grieven. Uiterst teer is deze beschouwing, maar uist omdat liberale bladen het z.g. n. „Speci fiek Katholiek belang" steeds maar vijlen aantoonen, hoe ook onzerzijds bestreden, daarom kunne a wij ook deze beteekenis der kwestie niet voorbijgaan. De handhaving van het Cezantschap dij den H. Stoel is een nationaal belang. Uit den treure is net betoogd. De bewijzen liggen voor het grijpen en ik besprak ze in de hou* ling van mr. Limburg. Zóó sterk werd dit als het ware gods- iienstig neutraal belang naar voren ge bracht door Jhr. v. Karnebeek, dat hij in een ï'jner verdedigingen zeide, dat, indien de Islam eenzelfde diplomatiek midden van hetzelfde belang als 't Vaticaan bevatte, hij niet zou aarzelen voor te stellen Nederland bij het Kalifaat diplomatiek te doen ver tegenwoordigen. De Katholiek voelt in deze gelijkstelling iets grievends. Maar de Kath. Staatspartij als staatkundige, geen religieuse partij, aan vaardde deze verdediging, omdat zij s lands oelang te beoordeelen had en de diploma- Teke juistheid der zending, die geenszins Viiel eenige erkenning van Nederland van le Paus, als Stedehouder van Christus, laar buitea Kath. Staatspartij-ers zijn wij ook Katholieken, die tezamen bidden en ionen onder de gewelven onzer Roomsche ■erken. En als zoodanig, als lidmaat van een kerkgenootschap, voelde en voelt de Katho de's rechtmatig het bijzondere en verblij dend karakter van een gezantschap bij den T. Stoel. Het heeft voor hem een andere be teekenis dan een zending bij 't Kalifaat. De staatkundige man, de kath. fractie mog*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 15