EEN GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Dinsdag 2 Februari 1926 De Fransche minister van financiën zal inzake de schuldregeling van En geland andere betalingsvoorwaarden verlangen dan Caillaux. Groeiende actie tegen den Hongaarschen premier Bethlen. Een Deensch-Finsch arbitrage-verdrag tot stand gekomen. Onder de Radio-berichten: Ter bestrijding der werkloosheid komt de üuitsche regeering met een grootsch plan. Lloyd George tot voorzitter der liberale partij gekozen. Een aardschok op de Salomo-eilanden verwoest de kerk der Katholieke missie in Tulagi. Gem. buitenl. berichten. 4, Doctor Miniéres richtte op hem een vra- genden blik. „Mijn plan was, om met den avondtrein te vertrekken er. ik zie geen reden, mijn vertrek langer uit te stellen. Mijn tegen woordigheid hier kan niet anders dan over last veroorzaken. Wat kan een vreemde hier in zulk een geval doen? En wat denkt u daarvan, doctor?" Doctor Miniéres aarzelde, om op zulk een onverwachte vraag te antwoorden. Hij wist niets beters te doen, dan eerst over zichzelve te spreken, en zijn eigen plan mede te deelen. „Wat mij betreft, ik zal bij mijn vriend Maurice blijven, om hem zooveel mogelijk bij te staan," zoo zei hij. „Ik zal hem in zulke moeilijke omstandigheden niet alleen laten." Misschien meende graaf Malthen in di8 woorden wel een bedekt verwijt te ont dekken." „Maar u zijt ook de vriend van zijn jeugd en ik ken hem maar zoo kort," antwoordde hij. „Ja zeker, dat is wel waar, heer graaf," antwoordde de doctor. „U kent hem nog al te kort, en natuurlijk. Hij sprak niet uit. „Toch gevoel ik voor hem de levendigste sympathie," vervolgde graaf Malthen. „Ja zeker, dat geloof ik wel," zei doctor Miniéres, „maar u hebt tegenover hem niet dezelfde verplichtingen als ik." De commissaris knikte toestemmend met het hoofd. „Daar krijg ik juist een inval," zei de graaf, terwijl hij zich tot den commissaris richtte, „zoudt u zich er mee willen belas ten, om degenen, aan wie ik het onderzoek heb opgedragen, te betalen? Ik zou gaarne willen, dat mijnheer en mevrouw Chaligny, en ook Maurice de Prévannes, er niets van te weten kwamen van hetgeen ik voor nemens ben voor de opheldering van deze geheimzinnige zaak te doen. Ik ben zoo vrij geweest het initiatief tot dat onderzoek te nemen, en ik zou u ten hoogste dankbaar zijn, mijnheer de commissaris, wanneer u zich er mee zoudt willen belasten, die po gingen zoo ruim mogelijk te beloonen. Ik verzoek u, het mij niet ten kwade te duiden, dat ik zoozeer daarop aandring." De commissaris boog toestemmend het hoofd. Hij kon dat licht verzoek moeilijk weige ren. En bovendien verlichtte het zijn eigen taak en kon hij het beschouwen, als tot zijne bevoegdheden te behooren. Toen haalde graaf Malthen zijne porte feuille te voorschijn, en zonder die zelfs te tellen, nam hij er eenige bankbiljetten van duizend francs uit, die hij den commissaris ter hand stelde. De commissaris telde de biljetten. Het waren er vijf. „Dat is veel te veel," zei hij, verbaasd over zulk een vorstelijke vrijgevigheid. „Ik zou waarlijk niet weten, hoe ik zulk een groote som zou moeten besteden." Met een onverschillig gebaar wees de graaf de bankbiljetten terug, die den com missaris hem wilde teruggeven. „Bewaar dat alles maar, mijnheer de commissaris." zoo zei hij. „Wanneer er iets van dat geld mocht overschieten, dan zijn er in de stad, waar u woont nog genoeg armen en behoeftigen, aan wie dat geld, op oor deelkundige wijze uitgedeeld, goed te pas zal komen." Weer boog de commissaris het hoofd. „Hoe gelukkig moet men toch zijn, wan neer men in de gelegenheid is, zooveel goed te doen, zeide hij. „Zou ik werkelijk krankzinnig zijn?' dacht dokter Miniéres bij zichzelven. „Ik ga weer naar de rivier terug," zei graaf Malthen, terwijl hij den commissaris en den dokter de hand reikte, met een on gewone hartelijkheid, die met zijn gewone hooghartige koelheid een groot contrast vormde. „Ik wil er mij persoonlijk van over tuigen, hoe de door mij gegeven orders worden ten uitvoer gebracht. Misschien bedrieg ik mij, maar het komt mij voor, dat wanneer het mocht gelukken, het lijk van het ongelukkige jonge meisje te vinden, het voor allen toch een zekere troost, een zekere verlichting zou zijn. De pijnlijke onzekerheid zou daardoor ten minste wor den weggenomen." Graaf Malthen ging heen. Het is toch bewonderenswaardig, te zien, dat een voornaam heer als graaf Malthen zulk een goed gebruik van zijn fortuin maakt"-, zei de commissaris. Hij dacht eenige oogenbliken na en vroeg: „Hij moet wel zeer rijk zijn, nietwaar?" „Ik geloof, dat mijn vriend Maurice mij verteld heeft, dat graaf Malthen zelf niet wéét, hoeveel millioenen hij bezit," ant woordde de doctor. „Hij is de eigenaar van groote zoutmijnen, die ontzaglijke winsten afwerpen. Maar waar die mijnen gelegen zijn, zou ik u niet juist weten te zeggen." „In elk geval kan men van hem niet zeggen, dat hij gierig is, want zijn beurs staat voor iedereen open," zei de commis saris. „Ja zeker," antwoordde de dokter in ge dachten verzonken. De commissaris nam afscheid. „Ik ga nu naar Saint-Dié terug," zoo zei hij. „Mijne tegenwoordigheid hier is op dit oogenblik overbodig. Wanneer u mijne hulp noodig mocht hebben doctor, zendt u mij maar een renbode, en dan ben ik een uur later hier. Maar ik zie niet in, waarin ik u vah dienst zou kunnen- zijn." „Ik dank- u voor uw welwillendheid, mijnheer de commissaris, ook uit naam van mijn ongelukkige vrienden. Mijn taak zal nu zwaar zijn, dat moet ik bekennen. Ik meet nu gaan spreken met hen, die zoo wreed beproefd zijn, en ik weet waarlijk niet, wat ik hen moet zeggen. Het is een boven- menschelijke taak,hun troost te brengen. Doctor Miniéres ging nu het kasteel bin nen. In den kleinen salon, op de eerste étage vond'hij-den heer en mevrouw Chaligny, en Maurice de Prévannes bijeen. Daar hing een groot portret van Labienne. Met groot, talent had de schilder hare jeugdige bekoorlijkheid weergegeven, zóó natuurlijk, dat het was, alsof ze uit de lijst wilde treden, om hen. die weenden om haar verlies, tce te spreken. Geheel door leed verpletterd, richtten de ouders en de verloofde van het ongelukkige jonge meisje hun oogen op dat portret. Nooit zouden zij haar, die de vreugde van hun leven was, weer terugzien, want welke hoop kon er voör hen nog overblijven? O, hoe gaarne hadden zij hun bloed tot den laatsten druppel willen vergieten, om haar, die bun door den dood was ontnomen, weer ten leven »P te wekken! Toen dokter Miniéres den kleinen salon b.nnentrad, richtte Maurice de Prévannes het hoofd op. en zag zijn vriend vragend aan. Maar de doctor schudde ontkennend hei hoofd. Er was nog niets gevonden, maar het onderzoek werd voortgezet, zoo antwoord de hij. Het eene uur verliep na hel andere, en het gewone dagelijksche leven deed zijne eischen gelden. „Ik zal mij met alles belasten," zei doctor .Miniéres tot zijn vriend, toen hij hem in den middag eenige oogenblikken alleen .kon spreken. ,.lk blijf hier en zal ie niet ver laten. Bemoei je niet met t onderzoek. Ik zorg vcor alles. Houd de ongelukkige ouders gezelschap, en tracht hun verster kende middelen te doen innemen, en zorg voor hun gezondheid. Gij moet over-hen waken. Dat zij je hier zien. is weliswaar pijnlijk voor hen. maar van den anderen kant doet het hun goed, want wie zou hen beter kunnen troosten dan gij, dien zij al als hun zoon hebben beschouwd? Laat hen daarom zoo weinig mogelijk alleen. Ik zal alles doen, wat menschelijkerwijs gedaan kan worden, om onze pogingen te doen slagen.' iMet een warmen handdruk ging bijt heen. Beneden ontmoette hij graaf Malthen, die al in reiscostuum was gekleed. „Over eenige minuten moet ik vertrek- ken," zei de graaf. ..Zoudt u aan allen mijn groeten willen overbrengen, en tevens mijne verontschuldigingen?.... Of wilt u soms dat ik Maurice de Prévannes tot afscheid de hand ga drukken? Maar ik geloof, dat De ontwapeningsconferentie. Gemeld wordt, dat de secretaris-generaal van den Volkenbond Drummond naar Genève is teruggekeerd met een schriftelijk voorstel van Spanje, Frankrijk, België, Italië en Tsje- cho-Slowakije tot uitstel van de voorberei dende ontwapeningsconferentie. Ook Cham berlain zou in het uitstel hebben toegestemd. Het uitstel wordt gegrond op het feit, dat de quaestie in verschillende Staten nog be- siudeerd moet worden en dat Ruslsrd nog niet heeft kunnen toestemmen in deelnemin. Ook wenscht men 't toetreden van Duitsch- land tot den Volkenbond af te wachten. De bijeenkomst van den Raad van den Volkenbond wordt hierdoor niet verdaagd. De schuld van Italië aan Frankrijk. Binnenkort zullen er volgens de Temps" onderhandelingen worden aange knoopt over een definitieve regeling der Fransch-Italiaansche oorlogsrekening. Vol gens een in 1924 gemaakte berekening be droeg de schuldvordering van Frankrijk op Italië toen 350 millioen francs, zijnde het verschil tusschen de vorderingen van den Franschen staat op, en de schulden van dezen aan Italië. De schipbreukelingen van de „Antinoe". Het Amerikaansche stoomschip „Presi dent Roosevelt" is te Plymouth aangeko men met de bemanning van de „Antinoe" aan boord. Vertegenwoordigers van de Ad- miraliteitv van de marine-autoriteiten te Devonport en van den gemeenteraad van Plymouth voeren in een tender liet stoom schip tegemoet. De stoomschepen in de na bijheid gaven lange stooten op hun sirenes, waarin de bevolking op het strand aanlei ding vond juichkreten aan te heffen. Frankrijk en Engeland. De .Daily Express" verneemt uit Parijs, dat cie onderhandelingen tusschen Frankrijk en Engeland over de regeling van de Fransche schulden zoo snel mogelijk na de parlemen taire debatten over den financieelen toe stand van Frankrijk zullen worden hervat. Het is mogelijk, dat Doumer. de Fransche minister van financiën, naar Londen zal gaan, doch waarschijnlijker is het, dat Churchill, de Engelsche kanselier van de schatkist, zal worden uitgenoodigd naar Parijs te komen. De correspondent zou uit gezaghebbende bron vernomen hebben, dat de Franschen andere voorwaarden, dan waarmede Cail laux te Londen genoegen nam, zal verlan gen. Als gevolg van de regeling tusschen Engeland en Italië getroffen, voelt Briand zich in een veel sterker positie dan zijn voorganger Painlevé. De „Daily Telegraph" meldt dat als gevolg van het resultaat van de onderhandelingen met Italië, de Fransche regeering te Londen zal verzoeken de voorloopig vastgestelde annuiteiten van 12.5 millioen pond sterling, dcor Frankrijk te betalen, te verminderen. Van Fransche zijde zal er op gewezen wor den, dat de Britsche regeering tegenover Italië niet heeft vastgehouden aan het beginsel, volgens hetwelk Engeland zooveel van zijn schuldenaren zal eischen. als het zelf aan de Vereenigde Staten heeft te betalen. Daarom meent men te Parijs het recht te bebbeh, eveneens een tegemoet koming van Engeland te verwachten. Frank rijk zou, 'volgens het blad, bereid zijn 6 mil- lien pand sterling te betalen. Demonstratie-staking van het Duitsche spoorwegpersoneel. Naar van .vakvereenigingszijde vernomen wordt, is het bericht, dat de vakorganisaties zouden besloten hebben de volgende week een proteststaking af te kondigen, voor barig. Een dergelijk besluitis nog niet ge nomen. Wel overweegt men in hel uiterste geval zijn toevlucht tot een dergelijken maaregél te nemen. De veemmoorden. Gistermorgen begon voor de rechtbank in Moabit het veemmoordproces dé bekende zaak-Pannier, den „zwarte rijksweer"- soldaat, die in 1923 op het exercitieveld van Döberitz vermoord werd als „verrader". Sinds enkele dagen is een strijd ontbrand over de al of niet wenschelijkheid van de openbaarheid der zittingen. De linksche pers voert een campagne voor openbaarheid. De „Vorwarts" is daarbij zelfs zoo ver gegaan van te beweren dat door de rijksregeering pogingen worden gedaan om in vloed te oefenen teneinde de open baarheid te doen uitsluiten. Volgens het soc. orgaan zou vooral de rijksweerminister Gessier daarvoor ijveren. Daartegenover wordt van offi - cieuse zijde mee gedeeld, dat na tuurlijk de rijks regeering of een der ministers niet eraan denken in een hangend pro ces in eenige richting in te grijpen. De recht bank moet uit maken of door openbare behan deling de staat schade zou kun nen lijden. Vol komen licht in de Te Delft werd de Tiende veemmoorden ligt zeker in het staatsbelang en het Duitsche volk heeft recht het resultaat ten volle te kennen. Maar aan den anderen kant is het mogelijk, dat in processen met politieken achtergrond en met gebeurte nissen uit politiek zeer bewogen tijd de openbare behandeling van nog niet opge helderde gebeurtenissen en van eenzijdige beweringen in de eerste plaats in het buitenland meeningen zou kunnen doen vestigen, die uiterst nadeelige gevolgen hebben. De minister van buitenlandsche zanen, zoo ver volgt de offi- cieuse mededee- ling, is van oor deel, dat de in het belang van Duitsch- land binnenkort te verwachten bui- tenlandsch-poli- tieke beslissingen het noodig maken een dergelijke mo gelijkheid uit te sluiten. De rijks- weer als zoodanig heeft met de veemmoorden r.iets te maken: alleen buitenlandsch- politieke belangen moeten hier mee spreken. Na de ontrui ming der Keul- sche zone. Zondagnacht om twaalf uur heeft op het Keulsche Domplein de aan gekondigde plech tigheid ter gele genheid van de ontruiming plaats gehad. Burgemees ter Adenauer hield een toepasselijke rede voor een ge weldige menschen- massa. Ook de Pruisische premier voerde het woord. De rijkspresident had een telegram van gelukwensch gezonden aan den „Oberpracsident" van de Rijnprovin cie. Het I. A. B. en de bakkers- nachtarbeid. Alvorens zijn zit ting te sluiten, die De proefvaart met het nieuwe motormail schip de „Indrapoera" van de Rotterdamsche LloVd. 'n Matroos hijscht de vlag v. d. R. L. ringen nooaig neett om zoo noodig met alle middelen harer waardig de lands belangen te verde digen. Uit Marokko. Tc Tanger heetl, naar de correspon dent aldaar van de „Times méldt, de aanwezigheid van kapitein Gordon Canning, wiens mislukte vredes- /.ending ten behoe ve van Abd el Krim men zich nog wel herinnert, aanleiding gegeven lot krachtige pro testen van de zijde der Spaansche pers. Uit gepubli ceerde correspon dentie (die vólgens kapitein Canning verkeerd wordt uitgelegd) is geble ken, dat de helft der uitgaven van kapitein Canning betaald werd door een Duitscher, den heer Hacklander. Deze deed den jongsten zomer, sa men met den in dit verband meer ge noemden kapitein Gardiner, zaken met Abd el Krim en de Riffijnen. Om de een of andere reden gingen Gar diner en Hacklan der van elkaar. Laatstgenoemde heeft nog een aan zienlijke vordering op Abd el Krim. Na kapitein Gardi ner verlaten te 1 an Petersburg den spoedig en aanbouw ge last van 25 duikbooten, ieder van 700 ton, in de rijkswerven. De tc island in Syrië. De toestand ih Syrië'blijkt toch nog alles behalve rooskleurig te zijn. Herhaaldelijk kómen er berichten van rooveraanvallen op Damascus. Zpo meldt nu weer een vertraagd telegram, dat de vorige week Maandag roo- vers een inval hebben gedaan in de wijk Aniara van Damascus en een vooraanstaand ingezetene hebben ontvoerd, zij eischen een losgeld van 500 pond sterling. Dagelijks heb ben er volgens dit bericht invallen plaats, die met schieten gepaard gaan, De voorbereidende ont wapeningsconferentie. De correspondent van de „Times" te Was hington meldt, dat de handelwijze van pre sident Coolidge, die thans toonaangevende politici raadpleegt alvorens hij besluiten neemt, niet zonder succes blijft. Hij voert thans besprekingen met Curtis, den republi- keinschen leider in den Senaat, Robinson, den leider der republikeinsche minderheid, senator Borah en Swanson, den democrati- schen senator, aan wie hij verzocht, leden van den Senaat te noemen, die in aanmer king komen 'om als gedelegeerden deel te nemen aan de voorbereidende ontwapenings conferentie te Genève. Een dergelijk optre den heeft president Wilson verzuimd, toen hij naar de vredesconferentie van Versailles ging. Alle genoemden verklaren intusschen, dat de keuze van gedelegeerden aan het de partement van Buitenlandsche Zaken kan worden overgelaten, dat ook met de verte genwoordigers van Amerika, ook de militaire en marine-attachés, te Londen, Parijs en Brussel te rade zal gaan, Dienvolgens is het waarschijnlijk, dat 'als gedelegeerden aange wezen zullen worden Houghton, de Ameri kaansche gezant tc Londen, Gibson, de ge zant te Bern en J. Grew, de ondersecreta ris van Buitenlandsche Zaken. Een schip in nood. Een draadloos bericht van het Engelsche stoomschip „Johanna Dybwait", dat op weg is van Barry, in Engeland, naar Boston, zegt dal het schip zwaar is1 geteisterd en hulp noodig heeft. Het stoomschip „Inskip" is tot het verleenen van hulp -uitgevaren. De toestand te Hongkong. Gewapende posten patrouilleeren bij wijze 21 April zal worden hervat, heeft de Raad hebben, sloot de heer Hacklander, die niet van hel Internationaal Arbeidsbureau, hoe- alleen pacifist, maar ook een vriend van de wel met eenparigheid van stemmen vdn oor- gebroeders Mannesmann en lid van de Duit- deel, dat de Internationale Arbeidsorganisa- sche inijntrust is, zich bij kapitein Canning tie bevoegd is nopens de nachtarbeid der aan om te trachten vrede in het Riffgebied I van voorzorgsmaatregel in de zakenwijk, bakkersgezellen besloten aan het Hof van j te verkrijgen. zooals ook gebeurde in de eerste week van Internationale Justitie de vraag over te Het heet, dat Hacklander bezig is een in- dc staking. Het conflict bij den Ooster spoorweg. Volgens bericht uit Riga aan de „Times" heeft Tsjitsjerin, de Russische volks commissaris van buitenlandche za ken, via Kara- chan„ den Sovjet gezant te Peking, aan maarschalk Tsjang Tso Lin den eisch gesteid om generaal .Tsjang Hoean- Hsiang, die te Charbin de lakeiw uitdeelt, uit zijn functie te verwij deren. De Sovjet pers voerde al se dert lang een campagne tegen dezen generaal, van wien, naar zij beweert, in 1921 reeds het voor stel aan Tsjang Tso Lin uitging ternationaal syndicaat te vormen voor de om den Oost-Chineeschen spoorweg in be- exploitatie der Rifmijnen. Het hoofddoel van Roomsche Studentendag gehouden door de Unie van R.-K. studentenverenigingen in Nederland. Een foto van het bestuur der Unie van R.-K. Studentenverenigingen. brengen of de organisatie bevoegd is een ontwerp-regeling op te stellen, die, om be- pahlde loonarbeiders te beschermen, tevens en als bijbehoorenden maatregel den arbeid beoogt door de patroons persoonlijk verricht. De genoodigden die de proefvaart meemaakten verlaten het schip. De derde heer op de loopplank is Burgemeester Wytema van Rotterdam. Het valsche muntersschandaal. De acte van beschuldiging is'Zaterdag aan de beschuldigden beteekend. Prins Windisch Gratz geldt daarin als de hoofdschuldige. De correspondent van de „Manch. Guard.' te Boedapest méldt, dat er een toene mend verzet groeit bij de oppositie tegen de regeering. Democraten en soc. zijn hoogst onvoldaan over de bij het politiek onderzoek gevolgde methoden. De democratische oppositie heeft een verklaring gepubliceerd, waarin wordt gezegd, dat de vast stelling van de geheele waarheid ge biedend noodzakelijk is in het belang van de natie. „Wij achten den premier ongeschikt voor zijn taak, daar onder zijn regeering ambtenaren van het kar- tografisch instituut de valsche bankno ten hebben gemaakt. Wij beschouwen graaf Bethlen's regeering als een be letsel voor de samenwerking van alle partijen, die de volle waarheid wen- schen te zien vastgesteld." De correspondent constateert, dat de onnoodige geheimzinnigheid in alle phasen van het onderzoek wantrou wen heeft gewekt. In het belang van het land ware het z.i daarom mogelijk te werk te gaan, daar de geheimzin nigheid slechts de verspreiding van ge ruchten in de,hand heeft gewerkt en gelegenheid heeft gegeven voor het vestigen van den indruk, dat de regee ring er belang bij heeft het schandaal min of meer in den doofpot te stoppen. De anti-Duitsche betoogingen. Het fascistische directorium heeft de fascisten, studenten zoowel als niet- studentén, formeel uitgenoodigd niet het initiatief te nemen tot of deel te nemen aan anti-Duitsche betogingen, omdat de regeering geenerlei aanspo- i dit syndicaat is, al de door Abd el Krim verleende concessies onder zijn macht te krijgen om, naar het verder heet, Abd el Krim te beschermen tegen gewetenlooze en ongewenschte speculanten. Kapitein Canning heeft den „Times"- <-„rrespondent gemachtigd te verklaren, dat, nu zekere feiten te zijner kennis zijn ge bracht nopens de vroegere belangen van den heer Hacklander in het Rifgebied, hij het* raadzaam acht alle betrekkingen met hem te verbreken en dat hij bezig is aan den heer Hacklander de kleine sommen terug te betalen, die deze hem had voorgeschoten voor de uitgaven van zijn jongste reis naar het Rifge bied. De Fransch-Spaansche autoriteiten te Tanger hebben officieele geklaagd ovyr wat volgens hen een ernstige schending der neutraliteit van de zone van Tanger is, de aanwezigheid na melijk van Gordon Canning. Volgens een bericht van gisteren uit Tanger in de „Matin" heeft de Britsche consul-generaal kapitein Gordon Can ning uitgenoodigd uit eigen beweging Tanger te verlaten. Deze heeft zich daarop onmiddellijk naar Gibraltar begeven, waar hij binnenkort scheep zal gaan naar Engeland. Voor zijn ver trek uit Tanger heeft hij verklaard er voor het oogenblik van af te zien zich. voor dc Riffijnsche zaken te interes seeren. Deensch-Finsch arbitrage verdrag. Zaterdag is te Helsingfors een Deensch-Finsch arbitrageverdrag ge- teekend. dat op denzelfden grondslag berust als het Deensch-Zweedsche en het Decnsch-Noorschc arbitragever drag. die midden Januari gesloten zijn. De verdediging van Petersburg. Het uitvoerende comité der Sovjet regeering heeft voor de verdediging slag te nemen en tot Chineescb eigendom te verklaren. Tsjang Hoean-Hsiang heeft intusschen, zooals uit andere berichten blijkt, het door hem uitgeoefende schrikbewind te Charbin gestaakt, althans aanzienlijk verzacht door het herstel van de vrijheid der vakvereeni- gingen en het op vrije voeten stellen der ge vangen genomen arbeiders, doch hij houdt volgens bericht aan de „Times" nog steeds tien jongemannen gevangen, die worden b' schuldigd van moord. DE ZAAK DER ZILVERVOSSEN. De Parijsche rechtbank heeft vonnis ge wezen in de beruchte zaak der zilvervossen. De hooidbcklaagde Fontanille werd bij ver stek hij heeft het hazenpad'gekozen tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld; zijn vrouw, die hem naar het buitenland ver gezeld heeft, kreeg drie jaar. De bankiers Legrand en Girand en een employé van laatstgenoemde. Cunningham, kregen ieder vier maanden gevangenisstraf en 200 franc boete. Twee andere beklaagden werden vrij gesproken. Aan de civiele partijen werd 180.000 francs schadeloosstelling toegekend. DE KOSTEN VAN DEN RIJKSDAG. De begrootingscommissie uit den Rijksdag heeft dezer dagen o.a. de begrooting voor den Rijksdag zelf onderzocht. De kosten voor 1926 worden geraamd op zes en een half millioen tégen 7.4 in 1925. Aan perso neel zijn noodig 111 beambten. 19 exployé's en 191 losse hulpkrachten. De rijksdagleden krijgen 3.5 millioen. Voor drukwerken, cou ranten enz. zijn 300.000 M. uitgetrokken, voor de bibliotheek 75.000 M., voor onder houd van het gebouw 255.000 M. EEN BIJ-DE-HANDE WERKVROUW. Een pientere werkvrouw heeft Vrijdag door haar kordaat optreden diefstal voor komen op een schilderijententoonstelling te Lonten van bekende schilders.,Op deze ten toonstelling bevond zich ook 'n door het Britsche Museum in bruikleen afgestaan werk van Francis Upwin, aan wiens nage dachtenis de tentoonstelling was gewijd. 's Morgens om half negen, toen nog nie mand anders aan een werkvrouw in het ge bouw aanwezig was, kwam een tiptop ge kleed heer toegang tot de tentoonstellings zaal vragen om er eenige schilderijen weg te halen, die hij, naar hij zeide, gekocht had. Op eenige vragen van de vrouw antwoordde de z.g. kooper, dat hij zoo vroeg was geko men omdat hij de ochtendtrein naar Parijs nog wilde halen en dal hij niet kon wachten op den heer Howell, den directeur van de tentoonstelling, om twee uur 's middags. Toen de vrouw echter niet geneigd bleek, den man toe te laten, bood hij haar een pond sterling aan, wanneer zij hem behulpzaam wilde zijn bij het inpakken van de schilderijen, De vrouw zwichtte echter niet voor deze poging tot omkooping. De man liep ten slotte weg, z.g. verontwaardigd, opmerkend, dat hij der heer Howell zou telefoneeren. Het heerschap heeft zich begrijpelijker wijze niet meer laten zien. De politie heeft intusschen zijn signalement. EEN TE DUITSCHE RECHTZITTING KAIRO. Sedert het voorjaar van het jaar 1923 zit ten te Kaïro twee Duitschers. Fritz Dulich en Karl Lothmann, gevangen in afwachting van de openbare behandeling van hun zaak. Deze twee Duitschers maakten zich in den nacht van 23 Januari 1923 schuldig aan roof moord op een Brilsch onderdaan van Sy- rischen oors'prong. Ofschoon beide beklaagden het hun ten laste gelegde na hun arrestatie erkenden bleek het moeilijk hun zaak snel af te doen en moesten zij niet korter dan drie jaar in preventieve hechtenis verblijven, alvorens hun, nu dezer dagen, recht kan worden ge daan, De Egyptische regeering beweerde n.L, dat, sedert dc opheffing, bij het verdrag van Versailles, van Duitschlands capitulaire rechten in Egypte, Duitsche onderdanen, die in Egypte woonachtig zijn, aan de jurisdic tie van de inlandsche rechtbanken onder worpen waren. De Duitsche regeering vret er echter op, dat een andere clausule va.i het verdrag van Versailles bepaalde, dat, zoolang de Egyptische regeering geen recht banken van algemeene jurisdictie had inge steld, Duitsche onderdanen in Egypte, die onder de Egyptische wet vielen, voor spe ciale rechtbanken moesten worden gebracht, ingesteld door de Britsche autoriteiten in Egypte. Dit was inderdaad de practijk, ge volgd tot aan de opheffing van den door de Britten afgekondigden staat van beleg in Egypte, toen de speciale rechtbanken voor onderdanen van vroegere vijanden, ingesteld krachtens besluiten onder de krijgswet, auti» matisch ophielden te functioneeren. BOGOLJUBOW, de meester-schaker die te Moskou den eersten prijs wón, gaf te Berlijn een simultaan-séance van dertig partijen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7