EEN GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Dinsdag 2 Februari 1926
De Fransche minister van financiën zal inzake de schuldregeling van En
geland andere betalingsvoorwaarden verlangen dan Caillaux. Groeiende
actie tegen den Hongaarschen premier Bethlen. Een Deensch-Finsch
arbitrage-verdrag tot stand gekomen.
Onder de Radio-berichten: Ter bestrijding der werkloosheid komt de
üuitsche regeering met een grootsch plan. Lloyd George tot voorzitter
der liberale partij gekozen. Een aardschok op de Salomo-eilanden
verwoest de kerk der Katholieke missie in Tulagi.
Gem. buitenl. berichten.
4,
Doctor Miniéres richtte op hem een vra-
genden blik.
„Mijn plan was, om met den avondtrein
te vertrekken er. ik zie geen reden, mijn
vertrek langer uit te stellen. Mijn tegen
woordigheid hier kan niet anders dan over
last veroorzaken. Wat kan een vreemde
hier in zulk een geval doen? En wat denkt
u daarvan, doctor?"
Doctor Miniéres aarzelde, om op zulk een
onverwachte vraag te antwoorden.
Hij wist niets beters te doen, dan eerst
over zichzelve te spreken, en zijn eigen
plan mede te deelen.
„Wat mij betreft, ik zal bij mijn vriend
Maurice blijven, om hem zooveel mogelijk
bij te staan," zoo zei hij. „Ik zal hem in
zulke moeilijke omstandigheden niet alleen
laten."
Misschien meende graaf Malthen in di8
woorden wel een bedekt verwijt te ont
dekken."
„Maar u zijt ook de vriend van zijn jeugd
en ik ken hem maar zoo kort," antwoordde
hij.
„Ja zeker, dat is wel waar, heer graaf,"
antwoordde de doctor. „U kent hem nog
al te kort, en natuurlijk.
Hij sprak niet uit.
„Toch gevoel ik voor hem de levendigste
sympathie," vervolgde graaf Malthen.
„Ja zeker, dat geloof ik wel," zei doctor
Miniéres, „maar u hebt tegenover hem niet
dezelfde verplichtingen als ik."
De commissaris knikte toestemmend met
het hoofd.
„Daar krijg ik juist een inval," zei de
graaf, terwijl hij zich tot den commissaris
richtte, „zoudt u zich er mee willen belas
ten, om degenen, aan wie ik het onderzoek
heb opgedragen, te betalen? Ik zou gaarne
willen, dat mijnheer en mevrouw Chaligny,
en ook Maurice de Prévannes, er niets van
te weten kwamen van hetgeen ik voor
nemens ben voor de opheldering van deze
geheimzinnige zaak te doen. Ik ben zoo vrij
geweest het initiatief tot dat onderzoek te
nemen, en ik zou u ten hoogste dankbaar
zijn, mijnheer de commissaris, wanneer u
zich er mee zoudt willen belasten, die po
gingen zoo ruim mogelijk te beloonen. Ik
verzoek u, het mij niet ten kwade te duiden,
dat ik zoozeer daarop aandring."
De commissaris boog toestemmend het
hoofd.
Hij kon dat licht verzoek moeilijk weige
ren.
En bovendien verlichtte het zijn eigen
taak en kon hij het beschouwen, als tot zijne
bevoegdheden te behooren.
Toen haalde graaf Malthen zijne porte
feuille te voorschijn, en zonder die zelfs te
tellen, nam hij er eenige bankbiljetten van
duizend francs uit, die hij den commissaris
ter hand stelde.
De commissaris telde de biljetten.
Het waren er vijf.
„Dat is veel te veel," zei hij, verbaasd
over zulk een vorstelijke vrijgevigheid. „Ik
zou waarlijk niet weten, hoe ik zulk een
groote som zou moeten besteden."
Met een onverschillig gebaar wees de
graaf de bankbiljetten terug, die den com
missaris hem wilde teruggeven.
„Bewaar dat alles maar, mijnheer de
commissaris." zoo zei hij. „Wanneer er iets
van dat geld mocht overschieten, dan zijn er
in de stad, waar u woont nog genoeg armen
en behoeftigen, aan wie dat geld, op oor
deelkundige wijze uitgedeeld, goed te pas
zal komen."
Weer boog de commissaris het hoofd.
„Hoe gelukkig moet men toch zijn, wan
neer men in de gelegenheid is, zooveel goed
te doen, zeide hij.
„Zou ik werkelijk krankzinnig zijn?'
dacht dokter Miniéres bij zichzelven.
„Ik ga weer naar de rivier terug," zei
graaf Malthen, terwijl hij den commissaris
en den dokter de hand reikte, met een on
gewone hartelijkheid, die met zijn gewone
hooghartige koelheid een groot contrast
vormde. „Ik wil er mij persoonlijk van over
tuigen, hoe de door mij gegeven orders
worden ten uitvoer gebracht. Misschien
bedrieg ik mij, maar het komt mij voor, dat
wanneer het mocht gelukken, het lijk van
het ongelukkige jonge meisje te vinden,
het voor allen toch een zekere troost, een
zekere verlichting zou zijn. De pijnlijke
onzekerheid zou daardoor ten minste wor
den weggenomen."
Graaf Malthen ging heen.
Het is toch bewonderenswaardig, te zien,
dat een voornaam heer als graaf Malthen
zulk een goed gebruik van zijn fortuin
maakt"-, zei de commissaris.
Hij dacht eenige oogenbliken na en vroeg:
„Hij moet wel zeer rijk zijn, nietwaar?"
„Ik geloof, dat mijn vriend Maurice mij
verteld heeft, dat graaf Malthen zelf niet
wéét, hoeveel millioenen hij bezit," ant
woordde de doctor. „Hij is de eigenaar van
groote zoutmijnen, die ontzaglijke winsten
afwerpen. Maar waar die mijnen gelegen
zijn, zou ik u niet juist weten te zeggen."
„In elk geval kan men van hem niet
zeggen, dat hij gierig is, want zijn beurs
staat voor iedereen open," zei de commis
saris.
„Ja zeker," antwoordde de dokter in ge
dachten verzonken.
De commissaris nam afscheid.
„Ik ga nu naar Saint-Dié terug," zoo zei
hij. „Mijne tegenwoordigheid hier is op dit
oogenblik overbodig. Wanneer u mijne hulp
noodig mocht hebben doctor, zendt u mij
maar een renbode, en dan ben ik een uur
later hier. Maar ik zie niet in, waarin ik u
vah dienst zou kunnen- zijn."
„Ik dank- u voor uw welwillendheid,
mijnheer de commissaris, ook uit naam van
mijn ongelukkige vrienden. Mijn taak zal
nu zwaar zijn, dat moet ik bekennen. Ik
meet nu gaan spreken met hen, die zoo
wreed beproefd zijn, en ik weet waarlijk niet,
wat ik hen moet zeggen. Het is een boven-
menschelijke taak,hun troost te brengen.
Doctor Miniéres ging nu het kasteel bin
nen. In den kleinen salon, op de eerste étage
vond'hij-den heer en mevrouw Chaligny, en
Maurice de Prévannes bijeen.
Daar hing een groot portret van Labienne.
Met groot, talent had de schilder hare
jeugdige bekoorlijkheid weergegeven, zóó
natuurlijk, dat het was, alsof ze uit de lijst
wilde treden, om hen. die weenden om haar
verlies, tce te spreken.
Geheel door leed verpletterd, richtten de
ouders en de verloofde van het ongelukkige
jonge meisje hun oogen op dat portret.
Nooit zouden zij haar, die de vreugde van
hun leven was, weer terugzien, want welke
hoop kon er voör hen nog overblijven?
O, hoe gaarne hadden zij hun bloed tot
den laatsten druppel willen vergieten, om
haar, die bun door den dood was ontnomen,
weer ten leven »P te wekken!
Toen dokter Miniéres den kleinen salon
b.nnentrad, richtte Maurice de Prévannes
het hoofd op. en zag zijn vriend vragend
aan.
Maar de doctor schudde ontkennend hei
hoofd.
Er was nog niets gevonden, maar het
onderzoek werd voortgezet, zoo antwoord
de hij.
Het eene uur verliep na hel andere, en
het gewone dagelijksche leven deed zijne
eischen gelden.
„Ik zal mij met alles belasten," zei doctor
.Miniéres tot zijn vriend, toen hij hem in den
middag eenige oogenblikken alleen .kon
spreken. ,.lk blijf hier en zal ie niet ver
laten. Bemoei je niet met t onderzoek. Ik
zorg vcor alles. Houd de ongelukkige
ouders gezelschap, en tracht hun verster
kende middelen te doen innemen, en zorg
voor hun gezondheid. Gij moet over-hen
waken. Dat zij je hier zien. is weliswaar
pijnlijk voor hen. maar van den anderen
kant doet het hun goed, want wie zou hen
beter kunnen troosten dan gij, dien zij al
als hun zoon hebben beschouwd? Laat hen
daarom zoo weinig mogelijk alleen. Ik zal
alles doen, wat menschelijkerwijs gedaan
kan worden, om onze pogingen te doen
slagen.'
iMet een warmen handdruk ging bijt heen.
Beneden ontmoette hij graaf Malthen, die
al in reiscostuum was gekleed.
„Over eenige minuten moet ik vertrek-
ken," zei de graaf. ..Zoudt u aan allen mijn
groeten willen overbrengen, en tevens mijne
verontschuldigingen?.... Of wilt u soms
dat ik Maurice de Prévannes tot afscheid
de hand ga drukken? Maar ik geloof, dat
De ontwapeningsconferentie.
Gemeld wordt, dat de secretaris-generaal
van den Volkenbond Drummond naar Genève
is teruggekeerd met een schriftelijk voorstel
van Spanje, Frankrijk, België, Italië en Tsje-
cho-Slowakije tot uitstel van de voorberei
dende ontwapeningsconferentie. Ook Cham
berlain zou in het uitstel hebben toegestemd.
Het uitstel wordt gegrond op het feit, dat
de quaestie in verschillende Staten nog be-
siudeerd moet worden en dat Ruslsrd nog
niet heeft kunnen toestemmen in deelnemin.
Ook wenscht men 't toetreden van Duitsch-
land tot den Volkenbond af te wachten.
De bijeenkomst van den Raad van den
Volkenbond wordt hierdoor niet verdaagd.
De schuld van Italië aan
Frankrijk.
Binnenkort zullen er volgens de
Temps" onderhandelingen worden aange
knoopt over een definitieve regeling der
Fransch-Italiaansche oorlogsrekening. Vol
gens een in 1924 gemaakte berekening be
droeg de schuldvordering van Frankrijk op
Italië toen 350 millioen francs, zijnde het
verschil tusschen de vorderingen van den
Franschen staat op, en de schulden van
dezen aan Italië.
De schipbreukelingen van de
„Antinoe".
Het Amerikaansche stoomschip „Presi
dent Roosevelt" is te Plymouth aangeko
men met de bemanning van de „Antinoe"
aan boord. Vertegenwoordigers van de Ad-
miraliteitv van de marine-autoriteiten te
Devonport en van den gemeenteraad van
Plymouth voeren in een tender liet stoom
schip tegemoet. De stoomschepen in de na
bijheid gaven lange stooten op hun sirenes,
waarin de bevolking op het strand aanlei
ding vond juichkreten aan te heffen.
Frankrijk en Engeland.
De .Daily Express" verneemt uit Parijs, dat
cie onderhandelingen tusschen Frankrijk en
Engeland over de regeling van de Fransche
schulden zoo snel mogelijk na de parlemen
taire debatten over den financieelen toe
stand van Frankrijk zullen worden hervat.
Het is mogelijk, dat Doumer. de Fransche
minister van financiën, naar Londen zal
gaan, doch waarschijnlijker is het, dat
Churchill, de Engelsche kanselier van de
schatkist, zal worden uitgenoodigd naar
Parijs te komen.
De correspondent zou uit gezaghebbende
bron vernomen hebben, dat de Franschen
andere voorwaarden, dan waarmede Cail
laux te Londen genoegen nam, zal verlan
gen. Als gevolg van de regeling tusschen
Engeland en Italië getroffen, voelt Briand
zich in een veel sterker positie dan zijn
voorganger Painlevé.
De „Daily Telegraph" meldt dat als gevolg
van het resultaat van de onderhandelingen
met Italië, de Fransche regeering te Londen
zal verzoeken de voorloopig vastgestelde
annuiteiten van 12.5 millioen pond sterling,
dcor Frankrijk te betalen, te verminderen.
Van Fransche zijde zal er op gewezen wor
den, dat de Britsche regeering tegenover
Italië niet heeft vastgehouden aan het
beginsel, volgens hetwelk Engeland zooveel
van zijn schuldenaren zal eischen. als het
zelf aan de Vereenigde Staten heeft te
betalen. Daarom meent men te Parijs het
recht te bebbeh, eveneens een tegemoet
koming van Engeland te verwachten. Frank
rijk zou, 'volgens het blad, bereid zijn 6 mil-
lien pand sterling te betalen.
Demonstratie-staking van het
Duitsche spoorwegpersoneel.
Naar van .vakvereenigingszijde vernomen
wordt, is het bericht, dat de vakorganisaties
zouden besloten hebben de volgende week
een proteststaking af te kondigen, voor
barig. Een dergelijk besluitis nog niet ge
nomen. Wel overweegt men in hel uiterste
geval zijn toevlucht tot een dergelijken
maaregél te nemen.
De veemmoorden.
Gistermorgen begon voor de rechtbank in
Moabit het veemmoordproces dé bekende
zaak-Pannier, den „zwarte rijksweer"-
soldaat, die in 1923 op het exercitieveld van
Döberitz vermoord werd als „verrader".
Sinds enkele dagen is een strijd ontbrand
over de al of niet wenschelijkheid van de
openbaarheid der zittingen. De linksche pers
voert een campagne voor openbaarheid. De
„Vorwarts" is daarbij zelfs zoo ver gegaan
van te beweren dat door de rijksregeering
pogingen worden
gedaan om in
vloed te oefenen
teneinde de open
baarheid te doen
uitsluiten. Volgens
het soc. orgaan
zou vooral de
rijksweerminister
Gessier daarvoor
ijveren.
Daartegenover
wordt van offi -
cieuse zijde mee
gedeeld, dat na
tuurlijk de rijks
regeering of een
der ministers niet
eraan denken in
een hangend pro
ces in eenige
richting in te
grijpen. De recht
bank moet uit
maken of door
openbare behan
deling de staat
schade zou kun
nen lijden. Vol
komen licht in de Te Delft werd de Tiende
veemmoorden ligt
zeker in het
staatsbelang en
het Duitsche volk heeft recht het resultaat
ten volle te kennen. Maar aan den anderen
kant is het mogelijk, dat in processen met
politieken achtergrond en met gebeurte
nissen uit politiek zeer bewogen tijd de
openbare behandeling van nog niet opge
helderde gebeurtenissen en van eenzijdige
beweringen in de eerste plaats in het
buitenland meeningen zou kunnen doen
vestigen, die uiterst nadeelige gevolgen
hebben. De minister van buitenlandsche
zanen, zoo ver
volgt de offi-
cieuse mededee-
ling, is van oor
deel, dat de in het
belang van Duitsch-
land binnenkort te
verwachten bui-
tenlandsch-poli-
tieke beslissingen
het noodig maken
een dergelijke mo
gelijkheid uit te
sluiten. De rijks-
weer als zoodanig
heeft met de
veemmoorden r.iets
te maken: alleen
buitenlandsch-
politieke belangen
moeten hier mee
spreken.
Na de ontrui
ming der Keul-
sche zone.
Zondagnacht om
twaalf uur heeft
op het Keulsche
Domplein de aan
gekondigde plech
tigheid ter gele
genheid van de
ontruiming plaats
gehad. Burgemees
ter Adenauer hield
een toepasselijke
rede voor een ge
weldige menschen-
massa. Ook de
Pruisische premier
voerde het woord.
De rijkspresident
had een telegram
van gelukwensch
gezonden aan den
„Oberpracsident"
van de Rijnprovin
cie.
Het I. A. B. en
de bakkers-
nachtarbeid.
Alvorens zijn zit
ting te sluiten, die
De proefvaart met het nieuwe motormail
schip de „Indrapoera" van de Rotterdamsche
LloVd. 'n Matroos hijscht de vlag v. d. R. L.
ringen nooaig neett
om zoo noodig met
alle middelen harer
waardig de lands
belangen te verde
digen.
Uit Marokko.
Tc Tanger heetl,
naar de correspon
dent aldaar van de
„Times méldt, de
aanwezigheid van
kapitein Gordon
Canning, wiens
mislukte vredes-
/.ending ten behoe
ve van Abd el
Krim men zich
nog wel herinnert,
aanleiding gegeven
lot krachtige pro
testen van de zijde
der Spaansche
pers. Uit gepubli
ceerde correspon
dentie (die vólgens
kapitein Canning
verkeerd wordt
uitgelegd) is geble
ken, dat de helft
der uitgaven van
kapitein Canning
betaald werd door
een Duitscher, den
heer Hacklander.
Deze deed den
jongsten zomer, sa
men met den in dit
verband meer ge
noemden kapitein
Gardiner, zaken
met Abd el Krim
en de Riffijnen. Om
de een of andere
reden gingen Gar
diner en Hacklan
der van elkaar.
Laatstgenoemde
heeft nog een aan
zienlijke vordering
op Abd el Krim.
Na kapitein Gardi
ner verlaten te
1 an Petersburg den spoedig en aanbouw ge
last van 25 duikbooten, ieder van 700 ton,
in de rijkswerven.
De tc island in Syrië.
De toestand ih Syrië'blijkt toch nog alles
behalve rooskleurig te zijn. Herhaaldelijk
kómen er berichten van rooveraanvallen op
Damascus. Zpo meldt nu weer een vertraagd
telegram, dat de vorige week Maandag roo-
vers een inval hebben gedaan in de wijk
Aniara van Damascus en een vooraanstaand
ingezetene hebben ontvoerd, zij eischen een
losgeld van 500 pond sterling. Dagelijks heb
ben er volgens dit bericht invallen plaats, die
met schieten gepaard gaan,
De voorbereidende ont
wapeningsconferentie.
De correspondent van de „Times" te Was
hington meldt, dat de handelwijze van pre
sident Coolidge, die thans toonaangevende
politici raadpleegt alvorens hij besluiten
neemt, niet zonder succes blijft. Hij voert
thans besprekingen met Curtis, den republi-
keinschen leider in den Senaat, Robinson,
den leider der republikeinsche minderheid,
senator Borah en Swanson, den democrati-
schen senator, aan wie hij verzocht, leden
van den Senaat te noemen, die in aanmer
king komen 'om als gedelegeerden deel te
nemen aan de voorbereidende ontwapenings
conferentie te Genève. Een dergelijk optre
den heeft president Wilson verzuimd, toen
hij naar de vredesconferentie van Versailles
ging. Alle genoemden verklaren intusschen,
dat de keuze van gedelegeerden aan het de
partement van Buitenlandsche Zaken kan
worden overgelaten, dat ook met de verte
genwoordigers van Amerika, ook de militaire
en marine-attachés, te Londen, Parijs en
Brussel te rade zal gaan, Dienvolgens is het
waarschijnlijk, dat 'als gedelegeerden aange
wezen zullen worden Houghton, de Ameri
kaansche gezant tc Londen, Gibson, de ge
zant te Bern en J. Grew, de ondersecreta
ris van Buitenlandsche Zaken.
Een schip in nood.
Een draadloos bericht van het Engelsche
stoomschip „Johanna Dybwait", dat op weg
is van Barry, in Engeland, naar Boston, zegt
dal het schip zwaar is1 geteisterd en hulp
noodig heeft. Het stoomschip „Inskip" is tot
het verleenen van hulp -uitgevaren.
De toestand te Hongkong.
Gewapende posten patrouilleeren bij wijze
21 April zal worden hervat, heeft de Raad hebben, sloot de heer Hacklander, die niet
van hel Internationaal Arbeidsbureau, hoe- alleen pacifist, maar ook een vriend van de
wel met eenparigheid van stemmen vdn oor- gebroeders Mannesmann en lid van de Duit-
deel, dat de Internationale Arbeidsorganisa- sche inijntrust is, zich bij kapitein Canning
tie bevoegd is nopens de nachtarbeid der aan om te trachten vrede in het Riffgebied I van voorzorgsmaatregel in de zakenwijk,
bakkersgezellen besloten aan het Hof van j te verkrijgen. zooals ook gebeurde in de eerste week van
Internationale Justitie de vraag over te Het heet, dat Hacklander bezig is een in- dc staking.
Het conflict bij
den Ooster
spoorweg.
Volgens bericht
uit Riga aan de
„Times" heeft
Tsjitsjerin, de
Russische volks
commissaris van
buitenlandche za
ken, via Kara-
chan„ den Sovjet
gezant te Peking,
aan maarschalk
Tsjang Tso Lin
den eisch gesteid
om generaal
.Tsjang Hoean-
Hsiang, die te
Charbin de lakeiw
uitdeelt, uit zijn
functie te verwij
deren. De Sovjet
pers voerde al se
dert lang een
campagne tegen
dezen generaal,
van wien, naar zij
beweert, in 1921
reeds het voor
stel aan Tsjang
Tso Lin uitging
ternationaal syndicaat te vormen voor de om den Oost-Chineeschen spoorweg in be-
exploitatie der Rifmijnen. Het hoofddoel van
Roomsche Studentendag gehouden door de Unie van R.-K. studentenverenigingen in Nederland. Een foto van het
bestuur der Unie van R.-K. Studentenverenigingen.
brengen of de organisatie bevoegd is een
ontwerp-regeling op te stellen, die, om be-
pahlde loonarbeiders te beschermen, tevens
en als bijbehoorenden maatregel den arbeid
beoogt door de patroons persoonlijk verricht.
De genoodigden die de proefvaart meemaakten verlaten het schip. De derde heer op
de loopplank is Burgemeester Wytema van Rotterdam.
Het valsche muntersschandaal.
De acte van beschuldiging is'Zaterdag aan
de beschuldigden beteekend. Prins Windisch
Gratz geldt daarin als de hoofdschuldige.
De correspondent van de „Manch. Guard.'
te Boedapest méldt, dat er een toene
mend verzet groeit bij de oppositie
tegen de regeering. Democraten en
soc. zijn hoogst onvoldaan over de bij
het politiek onderzoek gevolgde
methoden. De democratische oppositie
heeft een verklaring gepubliceerd,
waarin wordt gezegd, dat de vast
stelling van de geheele waarheid ge
biedend noodzakelijk is in het belang
van de natie. „Wij achten den premier
ongeschikt voor zijn taak, daar onder
zijn regeering ambtenaren van het kar-
tografisch instituut de valsche bankno
ten hebben gemaakt. Wij beschouwen
graaf Bethlen's regeering als een be
letsel voor de samenwerking van alle
partijen, die de volle waarheid wen-
schen te zien vastgesteld."
De correspondent constateert, dat
de onnoodige geheimzinnigheid in alle
phasen van het onderzoek wantrou
wen heeft gewekt. In het belang van
het land ware het z.i daarom mogelijk
te werk te gaan, daar de geheimzin
nigheid slechts de verspreiding van ge
ruchten in de,hand heeft gewerkt en
gelegenheid heeft gegeven voor het
vestigen van den indruk, dat de regee
ring er belang bij heeft het schandaal
min of meer in den doofpot te stoppen.
De anti-Duitsche betoogingen.
Het fascistische directorium heeft de
fascisten, studenten zoowel als niet-
studentén, formeel uitgenoodigd niet
het initiatief te nemen tot of deel te
nemen aan anti-Duitsche betogingen,
omdat de regeering geenerlei aanspo-
i dit syndicaat is, al de door Abd el Krim
verleende concessies onder zijn macht te
krijgen om, naar het verder heet, Abd el
Krim te beschermen tegen gewetenlooze en
ongewenschte speculanten.
Kapitein Canning heeft den „Times"-
<-„rrespondent gemachtigd te verklaren, dat,
nu zekere feiten te zijner kennis zijn ge
bracht nopens de vroegere belangen van den
heer Hacklander in het Rifgebied, hij
het* raadzaam acht alle betrekkingen
met hem te verbreken en dat hij bezig
is aan den heer Hacklander de kleine
sommen terug te betalen, die deze hem
had voorgeschoten voor de uitgaven
van zijn jongste reis naar het Rifge
bied.
De Fransch-Spaansche autoriteiten
te Tanger hebben officieele geklaagd
ovyr wat volgens hen een ernstige
schending der neutraliteit van de zone
van Tanger is, de aanwezigheid na
melijk van Gordon Canning.
Volgens een bericht van gisteren uit
Tanger in de „Matin" heeft de Britsche
consul-generaal kapitein Gordon Can
ning uitgenoodigd uit eigen beweging
Tanger te verlaten. Deze heeft zich
daarop onmiddellijk naar Gibraltar
begeven, waar hij binnenkort scheep
zal gaan naar Engeland. Voor zijn ver
trek uit Tanger heeft hij verklaard er
voor het oogenblik van af te zien zich.
voor dc Riffijnsche zaken te interes
seeren.
Deensch-Finsch arbitrage
verdrag.
Zaterdag is te Helsingfors een
Deensch-Finsch arbitrageverdrag ge-
teekend. dat op denzelfden grondslag
berust als het Deensch-Zweedsche en
het Decnsch-Noorschc arbitragever
drag. die midden Januari gesloten zijn.
De verdediging van Petersburg.
Het uitvoerende comité der Sovjet
regeering heeft voor de verdediging
slag te nemen en tot Chineescb eigendom
te verklaren.
Tsjang Hoean-Hsiang heeft intusschen,
zooals uit andere berichten blijkt, het door
hem uitgeoefende schrikbewind te Charbin
gestaakt, althans aanzienlijk verzacht door
het herstel van de vrijheid der vakvereeni-
gingen en het op vrije voeten stellen der ge
vangen genomen arbeiders, doch hij houdt
volgens bericht aan de „Times" nog steeds
tien jongemannen gevangen, die worden b'
schuldigd van moord.
DE ZAAK DER ZILVERVOSSEN.
De Parijsche rechtbank heeft vonnis ge
wezen in de beruchte zaak der zilvervossen.
De hooidbcklaagde Fontanille werd bij ver
stek hij heeft het hazenpad'gekozen
tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld;
zijn vrouw, die hem naar het buitenland ver
gezeld heeft, kreeg drie jaar. De bankiers
Legrand en Girand en een employé van
laatstgenoemde. Cunningham, kregen ieder
vier maanden gevangenisstraf en 200 franc
boete. Twee andere beklaagden werden vrij
gesproken. Aan de civiele partijen werd
180.000 francs schadeloosstelling toegekend.
DE KOSTEN VAN DEN RIJKSDAG.
De begrootingscommissie uit den Rijksdag
heeft dezer dagen o.a. de begrooting voor
den Rijksdag zelf onderzocht. De kosten
voor 1926 worden geraamd op zes en een
half millioen tégen 7.4 in 1925. Aan perso
neel zijn noodig 111 beambten. 19 exployé's
en 191 losse hulpkrachten. De rijksdagleden
krijgen 3.5 millioen. Voor drukwerken, cou
ranten enz. zijn 300.000 M. uitgetrokken,
voor de bibliotheek 75.000 M., voor onder
houd van het gebouw 255.000 M.
EEN BIJ-DE-HANDE WERKVROUW.
Een pientere werkvrouw heeft Vrijdag
door haar kordaat optreden diefstal voor
komen op een schilderijententoonstelling te
Lonten van bekende schilders.,Op deze ten
toonstelling bevond zich ook 'n door het
Britsche Museum in bruikleen afgestaan
werk van Francis Upwin, aan wiens nage
dachtenis de tentoonstelling was gewijd.
's Morgens om half negen, toen nog nie
mand anders aan een werkvrouw in het ge
bouw aanwezig was, kwam een tiptop ge
kleed heer toegang tot de tentoonstellings
zaal vragen om er eenige schilderijen weg te
halen, die hij, naar hij zeide, gekocht had.
Op eenige vragen van de vrouw antwoordde
de z.g. kooper, dat hij zoo vroeg was geko
men omdat hij de ochtendtrein naar Parijs
nog wilde halen en dal hij niet kon wachten
op den heer Howell, den directeur van de
tentoonstelling, om twee uur 's middags. Toen
de vrouw echter niet geneigd bleek, den man
toe te laten, bood hij haar een pond sterling
aan, wanneer zij hem behulpzaam wilde zijn
bij het inpakken van de schilderijen, De
vrouw zwichtte echter niet voor deze poging
tot omkooping. De man liep ten slotte weg,
z.g. verontwaardigd, opmerkend, dat hij der
heer Howell zou telefoneeren.
Het heerschap heeft zich begrijpelijker
wijze niet meer laten zien. De politie heeft
intusschen zijn signalement.
EEN
TE
DUITSCHE RECHTZITTING
KAIRO.
Sedert het voorjaar van het jaar 1923 zit
ten te Kaïro twee Duitschers. Fritz Dulich
en Karl Lothmann, gevangen in afwachting
van de openbare behandeling van hun zaak.
Deze twee Duitschers maakten zich in den
nacht van 23 Januari 1923 schuldig aan roof
moord op een Brilsch onderdaan van Sy-
rischen oors'prong.
Ofschoon beide beklaagden het hun ten
laste gelegde na hun arrestatie erkenden
bleek het moeilijk hun zaak snel af te doen
en moesten zij niet korter dan drie jaar in
preventieve hechtenis verblijven, alvorens
hun, nu dezer dagen, recht kan worden ge
daan, De Egyptische regeering beweerde
n.L, dat, sedert dc opheffing, bij het verdrag
van Versailles, van Duitschlands capitulaire
rechten in Egypte, Duitsche onderdanen, die
in Egypte woonachtig zijn, aan de jurisdic
tie van de inlandsche rechtbanken onder
worpen waren. De Duitsche regeering vret
er echter op, dat een andere clausule va.i
het verdrag van Versailles bepaalde, dat,
zoolang de Egyptische regeering geen recht
banken van algemeene jurisdictie had inge
steld, Duitsche onderdanen in Egypte, die
onder de Egyptische wet vielen, voor spe
ciale rechtbanken moesten worden gebracht,
ingesteld door de Britsche autoriteiten in
Egypte. Dit was inderdaad de practijk, ge
volgd tot aan de opheffing van den door de
Britten afgekondigden staat van beleg in
Egypte, toen de speciale rechtbanken voor
onderdanen van vroegere vijanden, ingesteld
krachtens besluiten onder de krijgswet, auti»
matisch ophielden te functioneeren.
BOGOLJUBOW, de meester-schaker die te Moskou den eersten prijs wón, gaf te Berlijn
een simultaan-séance van dertig partijen.