Het kampeeren bij nacht op het
Zandvoortsche strand.
Sport en Spel.
DE VOOR- EN TEGENSTANDERS AAN HET
WOORD.
NOG GEEN OVEREENSTEMMING.
GEMEENTERAAD VAN ZANDVOORT.
Het kampeeren aan het strand. De begrooting 1926. Algemeene be
schouwingen. Bezuiniging bij het politiekorps te verwachten? Is het
instituut verkeersagent een verwennerij van den automobilist?
Provinciale Staten van
Noord-Holland.
DE BEHANDELING VAN HET
KANALENPLAN.
Pensioenregeling
voor weduwen en weezen van
leden van Gedeputeerde Staten
HOCKEY.
Noord-Holl. Hockeybond.
competente behoorde. Spr. heeft eveneens j de eerstvolgende vergadering advies zullen
iafbrengen over het geamendeerde voorstel.
Hiermede gaat de raad accoord en blijft
1e zaak voorloopig nog onbeslist.
het achtelijk kampeeren,
heeren Geers en Siegers
bezwaar tegen
waarin hij de
steunt,
De VOORZITTER zegt, dat B, en
W.
De veelbesproken kwestie vafi het kam-
peeren bij nacht aan 't Zandvoortsche strand
heeft Dinsdagavond een langdurige bespre
king ondergaan in den Zandvoortschen ge
meenteraad, echter zonder definitief resul
taat.
De lezer zal ia hoofdzaak reeds weten,
waaromtrent de zaak draait.
De raadsleden Gunters, mevr. v. Weenink-
Heida en de heer v. Voorthuysen dienen een
voorstel in, om het kampeeren voor den
nacht op het strand te verbieden.
B. en W. van Zandvoort deelen echter
den raad, naar aanleiding van het verzoek
van de leden van den raad C. Pé. dunters.
H. D. WeeninkHeida en G. v. Voorthuysen
om het kampeeren op het strand voortaan
gedurende den nacht te verbieden, geen zgn.
kampeerbelasting voor den dag te heffen
en de leges verordening dienovereenkomstig
te wijzigen, mede, dat het ingevolge art. 118
der Algemeene Politieveroïdening verboden is
stoelen of tenten aan het zeestrand te plaat
sen. B. en W. zijn echter bevoegd van die
bepaling ontheffing te verleenen. Ingevolge
de verordening op de heffing der leges, is
nu voor een door hen af te geven vergunning
1 verschuldigd.
De vergunningen worden afgegeven voor
een week of korter. Zij zijn van meening,
dat in verband met de thans van kracht
zijnde verordening het voorstel niet kan wor
den aangenomen en adviseeren het voor ken
nisgeving aan te nemen.
Door vele raadsleden werd de zaak be
sproken.
De heer PADT neemt het eerst 't woord.
Spr. beschouwt de kwestie belangrijk en van
groote beteekenis, want het zijn feiten, die
zich duidelijk zichtbaar tegen den horizon
afgeteekend, afspelen. Het gaat hier nu maar
om de vraag: Waarheen gaat men met de
badplaats? Nu kunnen hierover tweeërlei
opvattingen gelden.
Be eerste is het feit te aanvaarden, dat
Amsterdam het achterland van Zandvoort is;
de andere is het streven om Zandvoort gelijk
te maken aan badplaatsen, zooals Noordwijk,
Bergen, enz,, die geen achterland hebben.
Spr. /vqpr zich aanvaardt Zandvoort als de
badplaats met Amsterdam als achterland en
dit moet Zandvoort blijven. Blijft Zandvoort
dit, dan brengt het zijn consequenties mede.
Wat waren de motieven, dat de 3 raads
leden met het voorstel kwamen?
Wit s—s. het kampeeren opheffen dan die
nen daartoe toch belangrijke motieven aan
leiding te geven, want het gaat er nogmaals
om: Wat denkt men van Zandvoort te
maken?
Een badplaats met Amsterdam als achterland,
Amsterdam met zijn arbeidersbevolking.
Spr. beschouwt het«^eit van de wereld
stad, zooals Amsterdam toch is, als cul
tuurverschijnsel. De wereldstad met al haar
wanhoop en al haar ellende.
Spr. kent Amsterdam door en door, ook
de oude stad met haar steegjes en slopjes.
Spr.'is overtuigd van de verschrikking en de
ellende van het stadsleven.
Thans is ook een strooming gaande om
den menschen terug te brengen tot de natuur
opdat zij de verschrikkingen van het stads
leven ontvluchten. Daarom is reeds het in-
stitu,uLtuindorpen in het leven gekomen. Spr.
betreurt het lot van die gedoemd zijn. in
achterbuurten der wereldstad te leven en
daarom juist is het 'n streven om het stads-
proletariaat naar buiten te brengen en het
licht én lucht te geven, o. a. ook door het
kampeeren.
Neemt de raad het voorstel-Gunters c.s.
aan, dan weigert Zandvoort 't stadsproleta-
riaat. Om zoo iets te doen, moet men toch
wel sterke motieven hebben. Spr. heeft na
gegaan, welke-motieven de voorstellers zou
den kunnen hebben.
Een argument zou kunnen zijn, dat Zand
voort en vooral dc kamerverhuurders schade
zouden lijden bij het kampeeren.
Maar omdat de menschen juist geen hui-1
zen kunnen huren, hebben ze tenten. Wat
het verhurende deel van Zandvoort betreft,
dit heeft er geen schade van, want de kam
peerders waren toch geen huurders ge
worden.
Als t wet de argument zou men willen la
ten gelden, dat de logé's in hotels, de bad
gasten. zich aan het kampcercn zouden er
geren. Het vorig seizoen was spr. niet in
Zandvoort, maar al mag het dan waar zijn,
meent spr., dat het er in het tentenkamp on
gegeneerd toegaat, welnu, zegt spr., laat men
dan zijn hoofd afwenden en er niet naar
kijken.
Als derde argument zou moeten gelden,
dat de zedelijke toestanden door het kam
peeren en bij het kampeeren beneden peil
zouden zijn.
Een verbetering is hierin te brengen door
beter politioneel toezicht; men hoeft zich
echter geen illusies te scheppen van ideale
toestanden, want die krijgt men toch niet.
En wat het waken voor de zedelijkheid
betreft vreest spr. voor een te groote be
moeiing van de overheid.
Men wil Zandvoort weer maken tot Zand
voort van vóór 1914. Maar dat kan niet,
want de tijden zijn nu eenmaal veranderd.
Een vierde argument zou moeten zijn, dat
de Zandvoortsche winkeliers aan het tenten
kampleven nic'ts verdienen. Maar alleen dan
zou het motief gelden, indien de winkeliers
ér schade bij leden.
Dat men niets verdient, is ook niet geheel
juist, volgens spr., want van het kamp is nog
heel wat te halen.
Dit alles brengt spr. tot de overtuiging,
dat het bedenkelijk zou zijn ,als men het
kampeeren ging verbieden. Als men dat deed,
maakte men van Zandvoort meer en meer 'n
élite-badplaats en dat vindt spr. niet goed.
Wanneer men niet kan aahtoonen, dat Zand
voort ten gronde zou gaan door het kamp
leven, zal spr. zijn houding te dien opzichte
niet veranderen. Hij is een sterk voorstan
der van het kampleven en hij betreurt het
in dat verband te meer, dat steeds meer duin
wordt afgesloten.
Laat men nu menschen zijn. die het bui
tenleven voor iedereen openstellen en laat
men geen maatregelen gaan nemen om te
beletten, dat de menschen van dat buitenleven
kunnen genieten
De heer VOORTHUYSEN zegt, dat nic-
maad er op tegen zal zijn, dal Amsterdam
mers gaan kampeeren, maar dan niet op terrein
der gemeente Zandvoort. De Zandvoortsche
bevolking moet allereerst beschermd worden.
De voorstellers wenschen intusschen een
amendement op hun voorstel in te dienen.
Het gewijzigde voorstel komt nu hierop
neer, om het kampeeren op hel strand ge
durende den nacht voortaai te verbieden
en daartoe art. 118 van de Algemeene Poli
tieverordening voor Zandvoort aan te vullen
met een derde alinea, luidende: „In ieder
geval is het verboden, des nachts op het
strand te kampeeren. Voor de toepassing
dezer bepaling wordt de nacht geacht in te
gaan te 9 uur n,m. en te eindigen te 6 uur
v.m."
Verder wordt voorgesteld, om met ingang
van 1 Mei a.s. de zoogenaamde Kampeer
belasting af te schaffen en de legesverorde
ning dienovereenkomstig te wijzigen.
De heer BRAMSON merkt op, dat het
voorstel van den Vrijheidsbond indrpischt
tegen den naam Vrijheidsbond.
Dc voorstellers zouden daarom eerst hun
naam wel eens mogen veranderen, want vrij
heid is heel iets anders, dan het voorstal
beoogt.
De VOORZITTER: Beperk u- tot het kam
peeren.
De heer BRAMSON: Het voorstel druischt
in tegen iedere vrijheid.
De YOORZITTER. Ik kan geen afwijkin
gen toestaan.
De heer BRAMSON betreurt het, dat het
voorstel ondersteuning in den raad zal vinden.
Ook spr. behandelt de motieven, welke dc
voorstellers zouden kunnen leiden.
Eerstens ten opzichte van de zedelijkheid.
Spr, durft' te verklaren, dat van onzedelijk
heid in het kampentent geen sprake is.
Als men het kampleven aanschouwt zal
men tot die conclusie komen, meent spr.
Want er is geen onzedelijkheid. Men kan 't
een rommel noemen, maar dan dient de
rommel verbeterd en i.n een goeden toestand
herschapen te worden. Het motief van on
zedelijkheid aciit spr. dus van geenerlci
waarde.
Als een ander motief geldt het nadeelig
gevolg voor de Zandvoortsche kamerver
huurders. Maar wat zijn dan de kampeerders,
vraagt spr. Het zija zwoegers, die in de fa
brieken en werkplaatsen moeten arbeiden
voor een hongerloon.
Dat zijn geen menschen, waarvan de ka
merverhuurders voordeej zouden kunnen
hebben gehad.
Als derde motief wordt aangevoerd het
feit, dat Zandvoorts goede naam met het
kampeeren ten gronde gaat.
Spr. heeft vooraanstaande badgasten ge
raadpleegd en gevraagd, of zij aanstoot had
den genomen aan het kampleven. Ea het
antwoord luidde, dat zij het kampeerstrand
nog nooit gezien hadden.
Dat Zandvoorts goede naam verloren zou
gaan, noemt spr. daarom larie.
Behalve dit is nu door den heer v, Voort
huysen een amendement op het voorstel in
gediend. Maar dit amendement kan nu niet
11 den raad behandeld worden en er zal eerst
door B. en W. praeadvies moeten worden
gegeven.
Maar als het geamendeerde voorstel aan
genomen wordt, dan is heel het kampeeren
van de baan.
En zich aansluitend bij het betoog van den
heer Padt, zegt spr. er geen snars voor te
gevoelen om in een enkel opzicht ook maar
tqgemoet te komen aan dit voorstel. Laten
de raadsleden in oogenschouw nemen, aldus
spr.. dat ze met het aannemen van het
voorstel Gunters c.s. een immoreele daad
stellen voor dat deel van het menschdom,
dat om lichff en lucht vraagt.
De heer GEERS meent te moeten zeggen,
dat zoolang hij als raadslid zitting heeft,
door hem steeds gepoogd is voor de arbei
ders dat te doen wat goed is en alleen dat,
wat hen ten goede komt.
Spr. noemt het verschil tusschen den per
soon en het raadslid, dat het gemeentebe
lang dient te behartigen .Het voorstel wordt
gesteund met vele adhaesiebetuigingen. Ook
interviews in de dagbladen bespreken de
zaak.
Het kamp is rommelig, maar wat noemt
men rommelig?
Spr. kan het zich voorstellen, dat perso
nen, die bet kamp nooit hebben gezien, er
zich ook geen oordeel van zullen kunnen
vormen. Ook wordt gezegd dat de toestand
in het kamp niet zoo erg is en dat meer
politietoezicht wenschelijk zou zijn. Meer
toezicht eisebt controle ook op hygiënisch
gebied en die controle zal zich voortdurend
uitbreiden. Zulk een controle kost veel, met
het gevolg: Belastingverhooging.
Intusschen meent spr., dat de laatste ja
ren de arbeiders bevolking minder verhuurd
heeft dan dit vroeger geschiedde en dit juist
om het Kampeeren. Men moet zorgen voor
de belangen van zijn eigen gemeente en
Zaadvoort zal niet de eenige zijn, die het
Kampeeren dan zal verbieden, waarom
Zandvoort ook geen uitzonderingspositie wil
scheppen.
Er zijn er vele onder de kampeerders, die
met de beste bedoeli.igen komen, maar er
zijn er ook, die met mipder goede bedoe
lingen hun tent opslaan. Dit zijn allemaal
redenen, waarom spr. het voorstel-Gunters
ondersteunt.
Weth. SLEGERS wenscht ook de aan
dacht op dit belangrijk voorstel te vestigen.
Overtuigd is spr. ervan, dat in 't kamp din
gen gebeuren, die de ovéirheid niet kan toe
staan. Maar toen het voorstel Gunters c.s.
ingediend werd, vroeg spr. zich de moge
lijkheid van succes daarvan af. En hij dacht
daarbij aan een voorstel v. d. Plas, eveneens
betreffende het kampleven, waarvoor maar
4 stemmen te vinden waren.
Dit voorstel-Gunters zou daarom zeer
waarschijnlijk evenmin succes hebben. In dit
verband heeft spr. gemeend met scherper
politiemaatregelen meer te kunnen bereiken.
Later echter bleek, dat dc beslissing omtrent
de zaak niet tot de competentie van den
raad behoorde, maar aan B. en W.
Waar nu het voorstel geamendeerd is en er
blijkbaar een sterke stroomng vóór het
Kampeeren en een tégen het Kampeeren is,
zou spr. liever zien dat een motie werd in
gediend, om aan B. en W. te verzoeken
het nachtelijk kampeeren niet meer toe te
staan. Dan kan de raad Zich pro of contra
uitspreken.
De heer GUNTERS zegt met belangstel
ling het betoog van den heer Padt gevolgd
te hebben .De heer Padt vraagt, hoe men
Zandvoort zich denkt.
En daarop antwoordt spr.: als badplaats en
louter als badplaats. En als men aan het
kampeeren geen paal en perk stelt, zullen
de rijke badgasten Zandvoort gaan schuwen.
Intusschen denkt men cr.niet aan om de Am
sterdammers te weigeren, maar Amsterdam
moet voor haar eigen inwoners zorgen. Laat
Amsterdam in haar eigen duinen een kamp
oprichten, maar laat men dat niet doen op
het eenigste sieraad van Zandvoort, het
strand.
Weth, MOLENAAR wijst er op, dat het
voorstel is gedaan geheel n strijd met de
orde.
Dc bevoegdheid berust 'nier bij B. en W.
De heer V. d. PLAS vindt, dat dc zaak in
verwarring komt. Men had er den raad bui
ten moeten laten als de zaak niet tot zijn
Dinsdagavond werd onder voorzitterschap
van den burgemeester, den heer H. v. Al
phen de vergadering van den gemeenteraad
voortgezet.
Ook nu waren alle leden aanwezig.
De belangstelling op de publieke tribune
was onverflauwd, geen plaatsje onbezet,
meerendeels weer dezelfde typen als van
den avond te voren.
Het kampeeren aan het
strand.
Elders in dit blad vindt de lezer uitvoe
rig beschreven hetgeen behandeld werd om
trent het veelbesproken kampeeren aan het
Zandvoortsche strand.
De begrooting 1926.
Hierna komt in behandeling de begroo
ting der gemeente en der bedrijven voor
1926.
Begonnen wordt met de algemeene be
schouwingen
De heer ZWAAN opent de rij der spre
kers. Spr. wenscht enkele woorden te spre
ken over de volkshuisvesting, die volgens
spr. zeer veel te wenschen overlaat, waar
van spr. voorbeelden geeft van verschillen
de wantoestanden.
Een en ander eischt dringende voorzie
ning
In het afgeloopen jaar is er niets aan ge
daan. Dit bedoelt spr. niet als een verwijt.
Waar, de Raad reeds tot bouw- van huur
woningen besloot, doch slechts 16 gegadig
den zich aanmeldden meent spr., dat de
voorwaarden te bezwarend zijn.
Spr. vraagt herziening hiervan.
Verder drignt spr. aan op meer samenwer
king tusschen het college van B. en W. en
den Raad, vooral wat de competentie van
den Raad betreft. Spr. noemt enkele voor
beelden uit het afgeloopen jaar. Spr. hoopt
op meer samenwerking wat tot bloei van de
gemeente zal strekken.
Spr. vindt ook dat het wettelijk niet juist
is, dat de wethouder van financiën bij het
nazien der gemeenterekening ook als con
troleur optreedt. Ook verzoekt spr. den
voorzitter in het- vervolg te doen voorko
men, dat voorstellen van B. en W. in de
pers verschijnen nog vóórdat deze de raads
leden bereiken.
De heer BRAMSON spreekt zijn ver
wondering uit over de late behandeling van
de begrooting. Spr. hoopt, dat ze het vol
gend jaar vroeger komt. Als men de begroo
ting zoo ziet, zou niên zoo zeggen: er is niets
aan veranderd, wat die van 1925 betreft, be
houdens de post publieke werken.
Spr. bespreekt zijn voorstel om het poli
tiepersoneel te bepalen op 1 commissaris, 1
inspecteur, 3 brigadiers en 12 agenten.
Een corps van politie, zooals thans, gaat
boven de draagkracht der gemeente met
een kosten van f 60.000. In den winter ge
beurt er in de gemeente niets. Er zijn geen
verkeersregelingen te treffen enz. en waar
om moet men dan een corps er op na hou
den, dat aan eiken inwoner f 10 ongeveer
kost.
Spr. wil geen politiedienaren aan kant
zetten, waarom hij ook heeft voorgesteld
eventueele vacatures niet meer te laten aan
vullen. Dus een voorstel van afvloeiing. Spr.
wil geen directe maatregelen eischen, maar
vraagt het te laten ingaan op 1 September
1926.
Spr. behandelt enkele vraagstukken, die
ofschoon beloofd door B. en W. nog niet
zijn uitgevoerd, waarvan spr. noemt het
tandheelkundige onderzoek voor school
gaande kinderen. Wethouder Molenaar zou
met voorstellen gekomen zijn, echter heeft
nog niets dienaangaande den Raad bereikt.
Spr. hoopt echter, dat ze alsnog en spoedig
zullen komen.
De post werkverschaffing is zoo goed als
afgeschaft. Motief is men wenscht geen
werkverschaffing maar een productieven
arbeid voor de gemeente. In dit verband be
twijfelt spr. het, dat deze tak van dienst wel
geheel in orde zou zijn, waaromtrent spr.
enkele voorbeelden noemt. Ook spr. be
handelt de volkshuisvesting.
Waarom wordt hier de onbewoonbaar ver
klaring van woningen niet ter hand geno
men,, vraagt spr. Dat komt, omdat men er
geen aandacht aan schenkt. Spr. hoopt op
een spoedig rapport betreffende den toestand
van de volkshuisvesting.
Het verwondert spr. dat de post publieke
werken zoo verschilt van die van 1925. Reeds-
in 1925 werd zoo geklaagd over de .bestra
tingen. In 1925 werd 11.000 uitgegeven en
nu in 1926 wordt 60.000 gevraagd. Bezui
nigingen wreken zich dus Ook de ,post bur
gerwacht frappeert spr. Moet deze post nog
langer blijven bestaan, vraagt spr.
Spr. had gehoopt, dat B. en W. verstan
diger waren geweest. Hij zal bij het desbe
treffend punt een voorstel tot afschaffing van
deze subsidie indienen.
Spr. bespreekt ten slotte de algemeene
situatie in het afgeloopen jaar. Verschillende
zaken hadden zijn bevrediging niet, omdat
ze nooit ter tafel kwamen. Er werd niets
afgehandeld, en dit is misschien te wijten aan
gemis van samenwerking of te weinig verga
deren van de commissies. Spr. hoopt hierin
verbetering te zien gebracht.
De raad wacht ook met groote belangstel
ling de voorstellen van B. en W. betreffende
de salarisregelingen af.
De heer v. d. PLAS heeft in de begrooting
een plan van reorganisatie van het onderwijs
gemist. Zulk een plan is toch wel noodzake
lijk, meent spr.
Weth. SLEGERS heeft den tijd gekend,
dat er geen algemeene beschouwingen wer
den gehouden.
Het verheugt spr. intusschen dat het college
van B. en W. in deze algemeene beschouwin
gen er thans beter is afgekomen, dan vroeger
v/el eens het geval was. Wat de volkshuis
vesting betreft, meent spr., dat het college
van B. en W. hier geen verwijt treft, want
B. en W. voelen hier zeer veel voor dit
staaft spr. met voorbeelden.
De voorwaarden zijn niet voordeelig,
meent de heer Zwaan, doch weth. Siegers
meent dat deze nog voordeeliger zijn -dan bij
de woningbouwVereeniging.
Dat er geen voldoende samenwerking
tusschen B. en W. en den raad zou zijn, kan
spr. niet beamen.
Door den heer Bramson zijn volgens spr.
onjuiste verwijten aan de commissie voor
werkverschaffing gedaan daar de commissie
in het bedoelde geval zeer lankmoedig was.
Spr. zet ook het motief uiteen,, waarom ge
meend werd de werkverschaffing af te schaf
fen en daarvoor in de plaats productieven
arbeid te plaatsen. Daarom is ook de post
publieke werken zoo verhoogd, omdat de
post werkverschaffing daarin is opgenomen.
Als het mogelijk was, zou spr. zelfs den post
werkverschaffing geheel afgevoerd willen
zien, al was het maar om den drang naar het
werkzoeken te vermeerderen.
Weth. MOLENAAR had aanvankelijk
algemeene beschouwingen willen houden
over de politie en de leiding van dit corps in
het afgeloopep jaar. Waar echter het voorstel
Bramson nieuwe perspectieven voor 1926
opent, zal spr. liever zijn beschouwingen bij
de behandeling van dat voorstel inlasschen.
Den heer Zwaan antwoordt spr., dat zijn
houding ten opzichte van het nazien der ge
meenterekening slechts een adviseerende
was.
Ook de belastingpolitiek verdedigt spr.
en spr. noemt den toestabd ten opzichte van
andere gemeenten gunstiger.
Aan tandheelkundige zorg voor school
kinderen en klinische hulp kan de gemeente
haar steun zeer zeker verleenen, doch het
initiatief dient van particulieren uit te gaan.
Aan een reorganisatie van het onderwijs
blijven B. en W. hun aandacht schenken.
Spr. hoopt, dat dit tot een goede oplossing
zal komen.
De VOORZITTER deelt mede inzake
een ontijdige publicatie in de pers, dat dit
toch in de laatste tijden niet het geval is.
Spr. behandelt ook de politie. Bij zijn
kennismaking met Zandvoort achtte spr. het
politiecorps zeer uitgebreid en spr. meende,
dat men goed daarvoor in 't geld moest zit
ten.
Maar die meening is bij spr. veranderd
Zoo hoog zijn d? verdiensten in de gemeen,
te niet, terwijl er veel achterstand in belas
ting is.
In het belang van Zandvoort dienen
daarom de belastingen zooveel mogelijk
verminderd. De vermindering van politie
personeel is iets anders en spr. zou een
ldein amendement wenschen op het voor-
stel-Bramson.
De aanvankelijke begrooting der politie
bevredigde spr. niet, maar na bespreking
werd besloten de begrooting 1925 te hand
haven.
Spr. kent alleen den winterdienst, niet
den zomerdienst. Maar ook in den zomer
dienst zal zij bezuinigen. Speciaal het insti
tuut verkeersagenten.
Dit instituut acht spr. een verwennerij
van automobilisten en motorrijders en dat
is niet noodig.
Voor de zgn. „branierijders" helpen toch
geen verkeersagenten en daarom wil spr.
de posten verkeersagenten zoo weinig mo
gelijk bezetten. Inzake verkeersregeling ligt
het in spr.'s bedoeling vluchtheuvels te
laten maken en enkele scherpe hoeken te
laten afronden.
Spr. behandelt het voorstel-Bramson en
spr. zegt dat hij ook reeds zulk een idee had,
waarvan hij echter geen zekerheid kan tref
fen, omdat hij den zomerdienst niet kent.
Spr. kan niet onvoorwaardelijk toezeg
ging doen, dat geen vacatures zullen worden
aangevuld, doch spr. wil toezeggen zooveel
mogelijk in die richting werkzaam te zullen
zijn.
Een bedrag van f 60.000 is te hoog voor
een gemeente als Zandvoort.
Hoe bezuiniging kan plaats hebben, kan
spr. nog niet zeggen omdat hij den zomer
dienst wil afwachten. Spr. hoopt in dit ver
band in Juli of Augustus een uitgebreid rap
port daaromtrent bij den Raad in te dienen.
De heer BRAMSON repliceert, waarbij
hij mededeelt het rapport van den burge
meester inzake de bezuiniging van de po
litie te willen afwachten.
In de vergadering van den vorigen avond
werd aangenomen een voorstel om ook aan
de inspecteurs van politie uitbetaling van
gemaakte overuren te geven, doch spr.
vraagt den voorzitter niet tot uitbetaling
over te gaan, vooraleer de financieele gevcl-
gen daarvan grondig zijn bezien.
Zijn voorstel inzake de vermindering van
politieambtenaren trekt spr. in.
Nog enkele leden repliceeren.
De VOORZITTER deelt mede, dat zijn
beginselpunten omtrent het politiekorps
zijn, weinig personeel, maar goed gesala
rieerd, ook voor de overuren. Dit bevor
dert een goeden geest onder het personeel
Hiermede zijn de algemeene beschouwin
gen gesloten en wordt overgegaan tot de
artikelsgewijze behandeling der begrooting.
Bij post 28 stelt de heer GUNTERS voor,
het bedrag van f 800 voor reclames voor de
badplaats te geven als subsidie aan de plaat
selijke Vereeniging tot bevordering van
Vreemdelingenverkeer.
De VOORZITTER merkt op, dat een
verzoek in dien geest van de vereeniging
tot bevordering van het vreemdelingenver
keer is ingekomen.
Na eenige bespreking wordt besloten op
de volgende vergadering deze kwestie na
der te bespreken.
Bij post 84 vraagt mevr. WEENINK een
kloksignaal bij den tramoverweg aan den
Koninginneweg.
De VOORZITTER deelt mede, dat reeds
onderhandelingen met de directie der N.Z.
H.T.M. zijn gevoerd, echter tot nog toe zon
der resultaat.
De heer GEERS is van meening, dat waar
schuwingsborden veel meer safe zullen wer
ken dan kloksignalen.
B. en W. zeggen toe de aandacht aan deze
kwestie te zullen wijden.
Bij post 85 stelt de financieele-commissie
voor de gratificatie van den te Zandvoort
gestationneerden rijksveldwachter van f 150
te brengen op f 50, dus te verminderen met
f 100.
Dit voorstel wordt in stemming gebracht
en verworpen met 8 tegen 5 stemmen.
Hierna wordt de openbare vergadering
verdaagd tot Woensdagavond.
Postbestelling cp Zondag. Door den
directeur-generaal der posterijen en tele
grafie is bepaald, dat de Zcndagsbestelling
in deze gemeente zal worden opgeheven.
Inplaats van de Zondaasbestelling zal met
ingang van 14 Februari 1*26 gelegenheid ge
geven worden tct kostelooze afhaling van
alle corespendentie op het postkantoor aan
wezig, ook van die stukken, die niet in de
Zondagsbestelling zijn opgenomen.
Het uur, waarop kan worden afgehaald
zal nog nader bepaald worden.
In de middagzitting werd behandeld bet
voorstel tot uitvoering der Kanaalplannen
voor het noordelijk deel van het vasteland
van Noord-Holland.
De heer BOSMAN V. D, noemt dit voor
stel een der belangrijkste, in de laatste
jaren in de Staten behandeld. Het bedoelt
het voor de grootere schepen bruikbaar ma
ken van het vaarwater van Zaandam naar
het Noord-Hollandsch Kanaal en de betere
administratieve regeling van dien scheep
vaartweg. Verder betreft het de openlegging
van geheel West-Friesland en de verbete
ring van den waterstaatkundigen toestand
aldaar. Het werk zal millioenen kosten en
blijvenden insoannenden arbeid vereischen.
Spr. dankt Ged. Staten voor het komen met
dit voorstel en betrekt in dien dank aller
eerst den Commissaris der Koningin en ver
der den Hoofdingenieur-Directeur van den
Prov. Waterstaat, jhr. Reigersma.
De voorbereiding voor deze voordracht
was goed. Tot in alle onderdeden is de zaak
bekeken en aan ingebrachte bezwaren is
overvloedig aandacht geschonken,
In deze voordracht zijn twee voordrach
ten, Voordracht a. betreft de verbetering j Ioopig niet voldaan kan worden aan de
van den bcslaandcn vaarweg van de Zaan verzoeken van de heeren Commandeur en
over bet Alkmaarder meer. Als spr. het Trapman, Mocht echter, wat zij gevraagd
goed begrijpt, gaat het thans uitsluitend om hebben, noodzakelijk blijken, dan kunnen
de kosten van de verbetering van het vaar- j daartoe nog altijd plannen ingediend wor-
water van Knollendam tot het Noord-Hol- den.
landsch Kanaal bij Akersloo.t. Over het be
heer van de Zaan en van dc Wilhelminasluis
te Zaandam zullen voorsteilen te wachten
zijn. Spr. juicht die verbetering toe en be
pleit de noodzakelijkheid, dat de provincie
het beheer over dit vaarwater ter hand
neemt.
Hoofdzaak is thans het voorstel tot aanleg
der kanalen, onder punt b. genoemd. Spr.
brengt enkel te berde gebrachte moeilijkhe
den ter sprake betreffende het kanaalge
deelte AvenhornHoorn. Zal men trachten,
met belanghebbenden een bevredigende op
lossing te verkrijgen?
De VOORZITTER interrumpeert beves
tigend.
De heer BOSMAN dankt hiervoor en be
spreekt verder onderdeelen van de kanaal
plannen, In deze plannen is niet opgenomen
het stuk Obdam—OpmeerOostwoud, om
dat het daarin niet paste, als hebbende te
zeer een locaal karakter.
Doortrekking van het kanaal Andijk
Grootebroek naar Broekerhaven heeft geen
nut en zou verbazend kostbaar zijn.
Ten slotte bespreekt spr, de bijdrage in
de kosten door de onmiddellijk belangheb
benden en inerkt op, dat de oppositie uit de
Streek voortkomt uit vrees, te moeten be
talen, Spr. meent, da die belanghebbenden
desnoods gedwongen moeten worden tot
betaling der bijdrage. De commissie-Van
Aalst zou eerst de plannen tot nadere re
geling dier bijdrage-betaling met de belang
hebbenden kunnen bespreken.
De heer BEST V. D. sluit zich geheel
aan bij de woorden van hulde, gebracht aan
den voorzitter en aan de commissie van
voorbereiding.
Spr. brengt enkele wenschen naar voren,
o.m, de doortrekking van het kanaal naar
Opmeer. Spr. vraagt maatregelen te treffen
tegen het bezwaar van verzouten van pol
derwater in de Westerkogge. Verder
vraagt spr. toezegging van Ged. Staten, dat
vóór de toekenning van schadevergoeding
overleg gepleegd wordt met het Waterschap
De Westerkogge.
De heer COMMANDEUR R.K. verdedigt
de doortrekking van het kanaal naar Op
meer, Spr. becijfert, dat in een tweetal ja
ren voor ruim 20.000 ton aan veevoeder en
materialen is aangevoerd. De doortrekking
van het kanaal is van belang voor West-
Friesland en vooral voor de Vier Noor
derkoggen,
Als doortrekking niet geschiedt, acht spr.
het kanaal RustenburgObdam niet van
belang. En spr. vraagt, of Ged. Staten niet
bereid zijn, de toezegging tot doortrekking
te doen, als belanghebbenden bereid zijn,
hun 1/6 aandeel der kosten te dragen.
•De heer BALK Platt. bespreekt de plan
nen betreffende de Westerkogge en merkt
verder op, dat bij het dwingen tot het ge
ven door belanghebbenden van bijdragen
overwogen moet worden, of dé aanleg van
een kanaal wel van belang genoeg is, om
dien dwang te rechtvaardigen.
De heer VERSCHURE R.K,, merkt op,
dat, wanneer de scheepvaart uitgebreid
wordt, daarmede de welvaart ook uitge
breid wordt.
Spr. vestigt verder de aandacht op de
goede exploitatie der kanalen en gaat de
kosten na, Spr. hoopt, dat nooit kanaalrech
ten geheven vullen worden, want het ver
voer moet zoo goedkoop mogelijk gehouden
worden.
V. d. VALL, S.D.A.P. heeft den indruk dat
de belanghebbenden niet begrijpen de scha
de, welke zij door hun oppositie berokkenen.
Ged, Staten moeten niet te veel naar die
opmerkingen luisteren, maar flink en forsch
er tegen in gaan. Men wil de kool zelfs per
verkeerde vooruitstrevendheid. Spr. meent,
dat de oppositie alteen gevoerd wordt in de
hoop,, dat de provincie alles zal betalen. Des
noods moeten de gemeenten er. de colleges
gedwongen worden tot mede-betaling aan de
kosten.
De heer TRAPMAN (V.D.) brengt een en
kel bezwaar naar voren betreffende de vaart-
verbinding met Schagen. Het kanaalgedcelte
Schagen naar Kolhorn is geprojecteerd voor
de vaart van schepen van 40 ton inhoud en
deze afmeting aciit spr. voor de toekomst
niet voldoende.
Spr. bespreekt den bloeienden toestand
van Schagen ondanks de thans gebrekkige
wateren en vraagt in verband met den
verderen bloei dier gemeente verbreediug
van het vaarwater Schagen-Kolhorn.
De heer v, d. WAERDEN S.D.A.P. wijst
er op, dat thans aog niets beslist wordt om
trent de kanaalnlannen rondom Hoorn en hij
vraagt de aandacht van de Prov. Commissie
of van Ged. Staten voor deze plannen in
verband met de tijdsorde en met de droog
making der Zuiderzee.
Dc heer HENDRIX, lid van Ged, Staten,
brengt dank aan de Prov. Staten voor dc
wijze, waarop deze de voordracht ontvangen
De VOORZITTER brengt woorden van
dank, voor de woorden van hulde, gebracht
aan Ged. Staten, Prov. Commissie en aan
spr, zelf. Hij is voor de hulde, hem per
soonlijk gebracht, zeer gevoelig en hoopt
naar zijn vermogen verder te kunnen mede
werken aan de behartiging der belangen der
provincie.
De voordracht wordt dan onder applaus
der leden z, h. s. aangenomen.
Hierna wordt de zitting verdaagd tot
Dinsdag 16 Maart, des morgens half 11.
Verschenen is het Rapport van de Com.
missie', benoemd bij besluit van de Provin
ciale Staten van Noord-Holland van 8 Dec.
1925, ten einde van advies te dienen in zake
cene pensioenregeling voor weduwen en
'weezen van leden van Gedeputeerde Staten.
De Commissie nam als uitgangspunt voor
hare besprekingen de pensioenreglementen
der andere Provincies. Bij beschouwing dier
reglementen bleek, dat in alle Provincies
een pensioenregeling voor Gedeputeerden
bestaat, in vijf ook eene regeling voor de
weduwen en weczen van Gedeputeerden,
namelijk in Utrecht, Overijsel, Drente, Gro
ningen en Friesland.
De vraag rees nu, of ook met betrekking
tot Noordholland een pensioenregeling voor
de weduwen en weezen van Gedeputeerden
wenschelijk moest worden geacht, welke
vraag de Commissie eenparig bevestigend
heeft beantwoord, krachtens de overwe
ging, dat, nu een pensioenregeling voor Ge
deputeerden zelf bestaat, een pensioenrege
ling voor de weduwen en weezen van Ge
deputeerden als een. logisch gevolg moet
worden aanvaard,
Bij het ontwerpen eener regeling voor
het weduwen- en weezenpensioen, meende
de commissie zooveel mogelijk te moeten
volgen het Pensioenreglement Noordhol
land voor de ambtenaren, en dit. waar noo
dig, te moeten wijzigen en aanvullen met
bepalingen, gedeeltelijk ontleend aan de
reglementen, waarin bovengenoemde Pro
vincies het pensioen voor weduwen en wee
zen van Gedeputeerden hebben geregeld.
Het Pensioenreglement Noordholland is
weliswaar voor de ambtenaren der Provin
cie vervangen door de Rijkspensioenwet,
maar het geldt nog voor hen, die recht op
pensioen verkregen hebben vóór de invoe
ring dier wet, indien dit in hun voordeel
Is.
Het eerste punt, dat bij de samenstelling
van het ontwerp naar voren kwam, was 't
aanvragen van het pensioen. De commissie
meent deze bepaling te moeten opnemen in
haar ontwerp, Men behoeft de .aanvrage
niet aan een termijn te binden, maar kan
de bepaling opnemen, dat de aanvrage te
allen tijde nog mogelijk zal blijven.
Naar het oordeel der Commissie moet in
de Verordening aan Gedeputeerde Staten de
taak worden opgelegd, op aan hen gerichte
aanvrage het pensioen te verleenen,
Een tweede punt van overweging was de
vraag, of het rveduwenpensioen moet ver
vallen bij hertrouwen der weduwe. Deze
bepaling is aanvaard in de andere Provin
cies, maar zij komt niet voor in liet Pen
sioenreglement Noordholland. De commis
sie is van oordeel, dat zii evenmin in de
thans tc maken regeling moet worden opge
nomen, aangezien er geen reden bestaat
voer Gedeputeerden een uitzondering te
vliegmachine vervoeren, maar dat is een>,f>'maken.
Wat betreft de weezen van Gedeputeer
den, is de commissie van oordeel, dat hun
het pensioen moet worden toegekend ge
durende hun minderjarigheid.
Ten aanzien van het bedrag der te ver
leenen pensioenen wordt voorgesteld dc be
palingen van het IJensioenrcglement Noord
holland over te nemen met de toevoeging,
dat het minimum-weduwenpensioen 500
en het minimum-weezenpensioen 100 zal
bedragen.
Behoudens bovengenoemde wijzigingen
geelt de Commissie Uwe vergadering in
overweging, de bepalingen van bet Pen-
sioenreglcment Nocrdholland van toepas
sing te doen zijn ook op dc weduwen en
weezen van Gedeputeerden. Een ontv/erp-
pensicenregeling op dezen grondslag gaat
bij dit adres.
Ten slotte meent de Commissie aan bare
beschouwingen te moeten toevoegen, dat
door haar uitvoerig is besproken de vraag
der cumulatie van pensioenen. Zij heeft
deze quaestie niet binnen hare voorstellen
betrokken, omdat zij buiten de grenzen van
hare opdracht ligt. Maar nu het instituut
der pensionneering wederom wordt uitge
breid, meent zij, dat nog meer dan te voren
aanleiding bestaat om deze vraag te gele
gener tijd aan de orde te stellen.
hebben. Spr. brengt hulde aan Ir, Ringers en c Een an(jere vraag, die naar het oordeel
brengt namens alle leden hulde aan den Com
missaris der Koningin voor zijn werkzaam
heden betreffende deze zaak» (Applaus.)
Spr. komt dan tot het voorstel In 1918
reeds was de Westfriesche Karialenverceni-
ging opgericht met het doel tot aanleg en
verbetering van vaarwateren. In 1915 werd
een verzoek gericht tot Ged. Staten; in
1916 kwam de watersnood in Noord-Hol
land Doch na den oorlog heeft men dc
plannen der Westfriesche Kanalenvereeni-
ging ter hand genomen. Die plannen waren
echter niet voldoende. Een deskundige Pro
vinciale Commissie werd ingesteld tot on
derzoek der zaak, alsmede de commissie-
Van Aalst, de laatste opgericht door de
Westfriesche Kanalenvereeniging Er heersch
te goede samenwerking tusschen beide com
missies.
In 1922 werd het rapport van Ir. Ringers
gepubliceerd. Critiek is er op uitgeoefend,
doch met plannen als deze kunnen niet alle
wenschen ingewilligd worden, doch bet
voorstel, thans ter tafel zijnde, is wél-over
wogen.
Ged, Stalen waren overtuigd, dit stuk
werk der Provinciale Commissie, dat na
overleg tot stand gekomen was, te moeten
aanvaarden.
'Aan het Rijk zal 1/3 als bijdrage in de
kosten gevraagd worden en daartegen zal
wel geen bezwaar gemaakt worden.
Wat de bijdragen van belanghebbenden
bedraagt, deze wilde men allereerst op 1/3
bepalen. Hun belangen zijn buitengewoon
groot, doch hun aandeel in dc kosten wordt
op 1/6 voorgesteld. Ged. Staten twijfelen er
geen oogenblik aan, of belanghebbenden
zullen hun bijdrage zeker verleenen.
der Commissie overweging verdient, is, of
Gedelegeerden, indien hun werkkring van.
groot gewicht en groeten omvang is, niet
moeten vallen onder een pensioenregeling,
evengoed als Gedeputeerden; zoo ja, dan
vloeit hieruit vanzelf voort, dat ook voor
hunne weduwen en weezen een pensioenre
geling zal -moeten worden getroffen.
Een en ander achtte de commissie noch-
thans te liggen buiten de grenzen der taak
die haar was opgelegd.
De Commissie bestaat uit de heeren; A.
B. Kleerekoper; W. C. Bosman, L. M. de
Jong Schouwenburg; P, J. M. Verschure, A.
C. v. d Bergh
Ie Klasse.
K. S.C. IConcordia 111,
Onder uitstekende leiding van de Heer
Broese van Groenou, stelden beide elftallen
met invallers zich op. Direct wordt van weers
kanten zeer fanatiek gespeeld. De eerste aan
vallen zijn voor K.S.C., maar dan wegen de
partijen tegen elkaar op en wordt er dan ook
goed spel vertoond. Müller kreeg voor Conc.
een prachtkans, om de leiding te nemen, doch
schiet jammerlijk hoog over 't K.S.C.-doel
heen. Het spel van K.S.C. is individueel
goed, maar zij kan het ten laatste niet bol
werken/ tegen een beter combineerende
Ëvenminn twijfelen zij aan de bereidwil- Conc.-voorhoede. Van een groot misverstand
ligheid van Amsterdam, om de bij'drage te
verleenen.
Geven Rijk en belanghebbenden hun bij
dragen, dan worden de kanalen aangelegd
overeeenkomstig de voorgestelde tracée's.
Spr, gaat dan de bezyearen, tegen enkele
tracée's aangevoerd, na.
Gevaar voor verzilting van polderwater
in de Westerkogge bestaat niet, doordat het
zeewater in een bassin zal afgevoerd wor
den, Over de toe te kennen schadevergoe
ding zal overleg gepleegd worden met het
Waterschap Westerkogge.
Het tracée-Hoorn zal nader aan de orde
komen en spr. hoopt, dat daaromtrent met
de gemeente Hoorn tot overeenstemming
geraakt zal kunnen worden.
van de conc.-backs maakt v. Dijk gretig ge
bruik en schiet onhoudbaar in 't conc.-doel
(1-0).
Concordia laat zich niet ontmoedigen en
zet er alles op, om gelijk te maken en wint
daardoor terrein. Rust komt met 10 voor
K.S.C. Na de thee krijgt K.S.C. een kleine
bevlieging doch dan is het gedaan en wordt
't geheele K.S.C.-elftal tot ver over de bully-
lijn op haar helft terug gedrongen. Concordia
komt dan los en hoewel er 11 K.S.C.ers
staan te verdedigen, weet Roding toch via
den K.S.C.-keeper gelijk'te maken (11)-
Met Concordia sterk in de meerderheid
komt het einde met een gelijk spel waardoor
Spr. beantwoordt verder nog enkele op- Concordia nog steeds ongeslagen de leiding
merkingen en deelt daarbij .ncde, dat voor- j heeft.