Het kampeeren bij nacht op het Zandvoortsche strand. Sport en Spel. DE VOOR- EN TEGENSTANDERS AAN HET WOORD. NOG GEEN OVEREENSTEMMING. GEMEENTERAAD VAN ZANDVOORT. Het kampeeren aan het strand. De begrooting 1926. Algemeene be schouwingen. Bezuiniging bij het politiekorps te verwachten? Is het instituut verkeersagent een verwennerij van den automobilist? Provinciale Staten van Noord-Holland. DE BEHANDELING VAN HET KANALENPLAN. Pensioenregeling voor weduwen en weezen van leden van Gedeputeerde Staten HOCKEY. Noord-Holl. Hockeybond. competente behoorde. Spr. heeft eveneens j de eerstvolgende vergadering advies zullen iafbrengen over het geamendeerde voorstel. Hiermede gaat de raad accoord en blijft 1e zaak voorloopig nog onbeslist. het achtelijk kampeeren, heeren Geers en Siegers bezwaar tegen waarin hij de steunt, De VOORZITTER zegt, dat B, en W. De veelbesproken kwestie vafi het kam- peeren bij nacht aan 't Zandvoortsche strand heeft Dinsdagavond een langdurige bespre king ondergaan in den Zandvoortschen ge meenteraad, echter zonder definitief resul taat. De lezer zal ia hoofdzaak reeds weten, waaromtrent de zaak draait. De raadsleden Gunters, mevr. v. Weenink- Heida en de heer v. Voorthuysen dienen een voorstel in, om het kampeeren voor den nacht op het strand te verbieden. B. en W. van Zandvoort deelen echter den raad, naar aanleiding van het verzoek van de leden van den raad C. Pé. dunters. H. D. WeeninkHeida en G. v. Voorthuysen om het kampeeren op het strand voortaan gedurende den nacht te verbieden, geen zgn. kampeerbelasting voor den dag te heffen en de leges verordening dienovereenkomstig te wijzigen, mede, dat het ingevolge art. 118 der Algemeene Politieveroïdening verboden is stoelen of tenten aan het zeestrand te plaat sen. B. en W. zijn echter bevoegd van die bepaling ontheffing te verleenen. Ingevolge de verordening op de heffing der leges, is nu voor een door hen af te geven vergunning 1 verschuldigd. De vergunningen worden afgegeven voor een week of korter. Zij zijn van meening, dat in verband met de thans van kracht zijnde verordening het voorstel niet kan wor den aangenomen en adviseeren het voor ken nisgeving aan te nemen. Door vele raadsleden werd de zaak be sproken. De heer PADT neemt het eerst 't woord. Spr. beschouwt de kwestie belangrijk en van groote beteekenis, want het zijn feiten, die zich duidelijk zichtbaar tegen den horizon afgeteekend, afspelen. Het gaat hier nu maar om de vraag: Waarheen gaat men met de badplaats? Nu kunnen hierover tweeërlei opvattingen gelden. Be eerste is het feit te aanvaarden, dat Amsterdam het achterland van Zandvoort is; de andere is het streven om Zandvoort gelijk te maken aan badplaatsen, zooals Noordwijk, Bergen, enz,, die geen achterland hebben. Spr. /vqpr zich aanvaardt Zandvoort als de badplaats met Amsterdam als achterland en dit moet Zandvoort blijven. Blijft Zandvoort dit, dan brengt het zijn consequenties mede. Wat waren de motieven, dat de 3 raads leden met het voorstel kwamen? Wit s—s. het kampeeren opheffen dan die nen daartoe toch belangrijke motieven aan leiding te geven, want het gaat er nogmaals om: Wat denkt men van Zandvoort te maken? Een badplaats met Amsterdam als achterland, Amsterdam met zijn arbeidersbevolking. Spr. beschouwt het«^eit van de wereld stad, zooals Amsterdam toch is, als cul tuurverschijnsel. De wereldstad met al haar wanhoop en al haar ellende. Spr. kent Amsterdam door en door, ook de oude stad met haar steegjes en slopjes. Spr.'is overtuigd van de verschrikking en de ellende van het stadsleven. Thans is ook een strooming gaande om den menschen terug te brengen tot de natuur opdat zij de verschrikkingen van het stads leven ontvluchten. Daarom is reeds het in- stitu,uLtuindorpen in het leven gekomen. Spr. betreurt het lot van die gedoemd zijn. in achterbuurten der wereldstad te leven en daarom juist is het 'n streven om het stads- proletariaat naar buiten te brengen en het licht én lucht te geven, o. a. ook door het kampeeren. Neemt de raad het voorstel-Gunters c.s. aan, dan weigert Zandvoort 't stadsproleta- riaat. Om zoo iets te doen, moet men toch wel sterke motieven hebben. Spr. heeft na gegaan, welke-motieven de voorstellers zou den kunnen hebben. Een argument zou kunnen zijn, dat Zand voort en vooral dc kamerverhuurders schade zouden lijden bij het kampeeren. Maar omdat de menschen juist geen hui-1 zen kunnen huren, hebben ze tenten. Wat het verhurende deel van Zandvoort betreft, dit heeft er geen schade van, want de kam peerders waren toch geen huurders ge worden. Als t wet de argument zou men willen la ten gelden, dat de logé's in hotels, de bad gasten. zich aan het kampcercn zouden er geren. Het vorig seizoen was spr. niet in Zandvoort, maar al mag het dan waar zijn, meent spr., dat het er in het tentenkamp on gegeneerd toegaat, welnu, zegt spr., laat men dan zijn hoofd afwenden en er niet naar kijken. Als derde argument zou moeten gelden, dat de zedelijke toestanden door het kam peeren en bij het kampeeren beneden peil zouden zijn. Een verbetering is hierin te brengen door beter politioneel toezicht; men hoeft zich echter geen illusies te scheppen van ideale toestanden, want die krijgt men toch niet. En wat het waken voor de zedelijkheid betreft vreest spr. voor een te groote be moeiing van de overheid. Men wil Zandvoort weer maken tot Zand voort van vóór 1914. Maar dat kan niet, want de tijden zijn nu eenmaal veranderd. Een vierde argument zou moeten zijn, dat de Zandvoortsche winkeliers aan het tenten kampleven nic'ts verdienen. Maar alleen dan zou het motief gelden, indien de winkeliers ér schade bij leden. Dat men niets verdient, is ook niet geheel juist, volgens spr., want van het kamp is nog heel wat te halen. Dit alles brengt spr. tot de overtuiging, dat het bedenkelijk zou zijn ,als men het kampeeren ging verbieden. Als men dat deed, maakte men van Zandvoort meer en meer 'n élite-badplaats en dat vindt spr. niet goed. Wanneer men niet kan aahtoonen, dat Zand voort ten gronde zou gaan door het kamp leven, zal spr. zijn houding te dien opzichte niet veranderen. Hij is een sterk voorstan der van het kampleven en hij betreurt het in dat verband te meer, dat steeds meer duin wordt afgesloten. Laat men nu menschen zijn. die het bui tenleven voor iedereen openstellen en laat men geen maatregelen gaan nemen om te beletten, dat de menschen van dat buitenleven kunnen genieten De heer VOORTHUYSEN zegt, dat nic- maad er op tegen zal zijn, dal Amsterdam mers gaan kampeeren, maar dan niet op terrein der gemeente Zandvoort. De Zandvoortsche bevolking moet allereerst beschermd worden. De voorstellers wenschen intusschen een amendement op hun voorstel in te dienen. Het gewijzigde voorstel komt nu hierop neer, om het kampeeren op hel strand ge durende den nacht voortaai te verbieden en daartoe art. 118 van de Algemeene Poli tieverordening voor Zandvoort aan te vullen met een derde alinea, luidende: „In ieder geval is het verboden, des nachts op het strand te kampeeren. Voor de toepassing dezer bepaling wordt de nacht geacht in te gaan te 9 uur n,m. en te eindigen te 6 uur v.m." Verder wordt voorgesteld, om met ingang van 1 Mei a.s. de zoogenaamde Kampeer belasting af te schaffen en de legesverorde ning dienovereenkomstig te wijzigen. De heer BRAMSON merkt op, dat het voorstel van den Vrijheidsbond indrpischt tegen den naam Vrijheidsbond. Dc voorstellers zouden daarom eerst hun naam wel eens mogen veranderen, want vrij heid is heel iets anders, dan het voorstal beoogt. De VOORZITTER: Beperk u- tot het kam peeren. De heer BRAMSON: Het voorstel druischt in tegen iedere vrijheid. De YOORZITTER. Ik kan geen afwijkin gen toestaan. De heer BRAMSON betreurt het, dat het voorstel ondersteuning in den raad zal vinden. Ook spr. behandelt de motieven, welke dc voorstellers zouden kunnen leiden. Eerstens ten opzichte van de zedelijkheid. Spr, durft' te verklaren, dat van onzedelijk heid in het kampentent geen sprake is. Als men het kampleven aanschouwt zal men tot die conclusie komen, meent spr. Want er is geen onzedelijkheid. Men kan 't een rommel noemen, maar dan dient de rommel verbeterd en i.n een goeden toestand herschapen te worden. Het motief van on zedelijkheid aciit spr. dus van geenerlci waarde. Als een ander motief geldt het nadeelig gevolg voor de Zandvoortsche kamerver huurders. Maar wat zijn dan de kampeerders, vraagt spr. Het zija zwoegers, die in de fa brieken en werkplaatsen moeten arbeiden voor een hongerloon. Dat zijn geen menschen, waarvan de ka merverhuurders voordeej zouden kunnen hebben gehad. Als derde motief wordt aangevoerd het feit, dat Zandvoorts goede naam met het kampeeren ten gronde gaat. Spr. heeft vooraanstaande badgasten ge raadpleegd en gevraagd, of zij aanstoot had den genomen aan het kampleven. Ea het antwoord luidde, dat zij het kampeerstrand nog nooit gezien hadden. Dat Zandvoorts goede naam verloren zou gaan, noemt spr. daarom larie. Behalve dit is nu door den heer v, Voort huysen een amendement op het voorstel in gediend. Maar dit amendement kan nu niet 11 den raad behandeld worden en er zal eerst door B. en W. praeadvies moeten worden gegeven. Maar als het geamendeerde voorstel aan genomen wordt, dan is heel het kampeeren van de baan. En zich aansluitend bij het betoog van den heer Padt, zegt spr. er geen snars voor te gevoelen om in een enkel opzicht ook maar tqgemoet te komen aan dit voorstel. Laten de raadsleden in oogenschouw nemen, aldus spr.. dat ze met het aannemen van het voorstel Gunters c.s. een immoreele daad stellen voor dat deel van het menschdom, dat om lichff en lucht vraagt. De heer GEERS meent te moeten zeggen, dat zoolang hij als raadslid zitting heeft, door hem steeds gepoogd is voor de arbei ders dat te doen wat goed is en alleen dat, wat hen ten goede komt. Spr. noemt het verschil tusschen den per soon en het raadslid, dat het gemeentebe lang dient te behartigen .Het voorstel wordt gesteund met vele adhaesiebetuigingen. Ook interviews in de dagbladen bespreken de zaak. Het kamp is rommelig, maar wat noemt men rommelig? Spr. kan het zich voorstellen, dat perso nen, die bet kamp nooit hebben gezien, er zich ook geen oordeel van zullen kunnen vormen. Ook wordt gezegd dat de toestand in het kamp niet zoo erg is en dat meer politietoezicht wenschelijk zou zijn. Meer toezicht eisebt controle ook op hygiënisch gebied en die controle zal zich voortdurend uitbreiden. Zulk een controle kost veel, met het gevolg: Belastingverhooging. Intusschen meent spr., dat de laatste ja ren de arbeiders bevolking minder verhuurd heeft dan dit vroeger geschiedde en dit juist om het Kampeeren. Men moet zorgen voor de belangen van zijn eigen gemeente en Zaadvoort zal niet de eenige zijn, die het Kampeeren dan zal verbieden, waarom Zandvoort ook geen uitzonderingspositie wil scheppen. Er zijn er vele onder de kampeerders, die met de beste bedoeli.igen komen, maar er zijn er ook, die met mipder goede bedoe lingen hun tent opslaan. Dit zijn allemaal redenen, waarom spr. het voorstel-Gunters ondersteunt. Weth. SLEGERS wenscht ook de aan dacht op dit belangrijk voorstel te vestigen. Overtuigd is spr. ervan, dat in 't kamp din gen gebeuren, die de ovéirheid niet kan toe staan. Maar toen het voorstel Gunters c.s. ingediend werd, vroeg spr. zich de moge lijkheid van succes daarvan af. En hij dacht daarbij aan een voorstel v. d. Plas, eveneens betreffende het kampleven, waarvoor maar 4 stemmen te vinden waren. Dit voorstel-Gunters zou daarom zeer waarschijnlijk evenmin succes hebben. In dit verband heeft spr. gemeend met scherper politiemaatregelen meer te kunnen bereiken. Later echter bleek, dat dc beslissing omtrent de zaak niet tot de competentie van den raad behoorde, maar aan B. en W. Waar nu het voorstel geamendeerd is en er blijkbaar een sterke stroomng vóór het Kampeeren en een tégen het Kampeeren is, zou spr. liever zien dat een motie werd in gediend, om aan B. en W. te verzoeken het nachtelijk kampeeren niet meer toe te staan. Dan kan de raad Zich pro of contra uitspreken. De heer GUNTERS zegt met belangstel ling het betoog van den heer Padt gevolgd te hebben .De heer Padt vraagt, hoe men Zandvoort zich denkt. En daarop antwoordt spr.: als badplaats en louter als badplaats. En als men aan het kampeeren geen paal en perk stelt, zullen de rijke badgasten Zandvoort gaan schuwen. Intusschen denkt men cr.niet aan om de Am sterdammers te weigeren, maar Amsterdam moet voor haar eigen inwoners zorgen. Laat Amsterdam in haar eigen duinen een kamp oprichten, maar laat men dat niet doen op het eenigste sieraad van Zandvoort, het strand. Weth, MOLENAAR wijst er op, dat het voorstel is gedaan geheel n strijd met de orde. Dc bevoegdheid berust 'nier bij B. en W. De heer V. d. PLAS vindt, dat dc zaak in verwarring komt. Men had er den raad bui ten moeten laten als de zaak niet tot zijn Dinsdagavond werd onder voorzitterschap van den burgemeester, den heer H. v. Al phen de vergadering van den gemeenteraad voortgezet. Ook nu waren alle leden aanwezig. De belangstelling op de publieke tribune was onverflauwd, geen plaatsje onbezet, meerendeels weer dezelfde typen als van den avond te voren. Het kampeeren aan het strand. Elders in dit blad vindt de lezer uitvoe rig beschreven hetgeen behandeld werd om trent het veelbesproken kampeeren aan het Zandvoortsche strand. De begrooting 1926. Hierna komt in behandeling de begroo ting der gemeente en der bedrijven voor 1926. Begonnen wordt met de algemeene be schouwingen De heer ZWAAN opent de rij der spre kers. Spr. wenscht enkele woorden te spre ken over de volkshuisvesting, die volgens spr. zeer veel te wenschen overlaat, waar van spr. voorbeelden geeft van verschillen de wantoestanden. Een en ander eischt dringende voorzie ning In het afgeloopen jaar is er niets aan ge daan. Dit bedoelt spr. niet als een verwijt. Waar, de Raad reeds tot bouw- van huur woningen besloot, doch slechts 16 gegadig den zich aanmeldden meent spr., dat de voorwaarden te bezwarend zijn. Spr. vraagt herziening hiervan. Verder drignt spr. aan op meer samenwer king tusschen het college van B. en W. en den Raad, vooral wat de competentie van den Raad betreft. Spr. noemt enkele voor beelden uit het afgeloopen jaar. Spr. hoopt op meer samenwerking wat tot bloei van de gemeente zal strekken. Spr. vindt ook dat het wettelijk niet juist is, dat de wethouder van financiën bij het nazien der gemeenterekening ook als con troleur optreedt. Ook verzoekt spr. den voorzitter in het- vervolg te doen voorko men, dat voorstellen van B. en W. in de pers verschijnen nog vóórdat deze de raads leden bereiken. De heer BRAMSON spreekt zijn ver wondering uit over de late behandeling van de begrooting. Spr. hoopt, dat ze het vol gend jaar vroeger komt. Als men de begroo ting zoo ziet, zou niên zoo zeggen: er is niets aan veranderd, wat die van 1925 betreft, be houdens de post publieke werken. Spr. bespreekt zijn voorstel om het poli tiepersoneel te bepalen op 1 commissaris, 1 inspecteur, 3 brigadiers en 12 agenten. Een corps van politie, zooals thans, gaat boven de draagkracht der gemeente met een kosten van f 60.000. In den winter ge beurt er in de gemeente niets. Er zijn geen verkeersregelingen te treffen enz. en waar om moet men dan een corps er op na hou den, dat aan eiken inwoner f 10 ongeveer kost. Spr. wil geen politiedienaren aan kant zetten, waarom hij ook heeft voorgesteld eventueele vacatures niet meer te laten aan vullen. Dus een voorstel van afvloeiing. Spr. wil geen directe maatregelen eischen, maar vraagt het te laten ingaan op 1 September 1926. Spr. behandelt enkele vraagstukken, die ofschoon beloofd door B. en W. nog niet zijn uitgevoerd, waarvan spr. noemt het tandheelkundige onderzoek voor school gaande kinderen. Wethouder Molenaar zou met voorstellen gekomen zijn, echter heeft nog niets dienaangaande den Raad bereikt. Spr. hoopt echter, dat ze alsnog en spoedig zullen komen. De post werkverschaffing is zoo goed als afgeschaft. Motief is men wenscht geen werkverschaffing maar een productieven arbeid voor de gemeente. In dit verband be twijfelt spr. het, dat deze tak van dienst wel geheel in orde zou zijn, waaromtrent spr. enkele voorbeelden noemt. Ook spr. be handelt de volkshuisvesting. Waarom wordt hier de onbewoonbaar ver klaring van woningen niet ter hand geno men,, vraagt spr. Dat komt, omdat men er geen aandacht aan schenkt. Spr. hoopt op een spoedig rapport betreffende den toestand van de volkshuisvesting. Het verwondert spr. dat de post publieke werken zoo verschilt van die van 1925. Reeds- in 1925 werd zoo geklaagd over de .bestra tingen. In 1925 werd 11.000 uitgegeven en nu in 1926 wordt 60.000 gevraagd. Bezui nigingen wreken zich dus Ook de ,post bur gerwacht frappeert spr. Moet deze post nog langer blijven bestaan, vraagt spr. Spr. had gehoopt, dat B. en W. verstan diger waren geweest. Hij zal bij het desbe treffend punt een voorstel tot afschaffing van deze subsidie indienen. Spr. bespreekt ten slotte de algemeene situatie in het afgeloopen jaar. Verschillende zaken hadden zijn bevrediging niet, omdat ze nooit ter tafel kwamen. Er werd niets afgehandeld, en dit is misschien te wijten aan gemis van samenwerking of te weinig verga deren van de commissies. Spr. hoopt hierin verbetering te zien gebracht. De raad wacht ook met groote belangstel ling de voorstellen van B. en W. betreffende de salarisregelingen af. De heer v. d. PLAS heeft in de begrooting een plan van reorganisatie van het onderwijs gemist. Zulk een plan is toch wel noodzake lijk, meent spr. Weth. SLEGERS heeft den tijd gekend, dat er geen algemeene beschouwingen wer den gehouden. Het verheugt spr. intusschen dat het college van B. en W. in deze algemeene beschouwin gen er thans beter is afgekomen, dan vroeger v/el eens het geval was. Wat de volkshuis vesting betreft, meent spr., dat het college van B. en W. hier geen verwijt treft, want B. en W. voelen hier zeer veel voor dit staaft spr. met voorbeelden. De voorwaarden zijn niet voordeelig, meent de heer Zwaan, doch weth. Siegers meent dat deze nog voordeeliger zijn -dan bij de woningbouwVereeniging. Dat er geen voldoende samenwerking tusschen B. en W. en den raad zou zijn, kan spr. niet beamen. Door den heer Bramson zijn volgens spr. onjuiste verwijten aan de commissie voor werkverschaffing gedaan daar de commissie in het bedoelde geval zeer lankmoedig was. Spr. zet ook het motief uiteen,, waarom ge meend werd de werkverschaffing af te schaf fen en daarvoor in de plaats productieven arbeid te plaatsen. Daarom is ook de post publieke werken zoo verhoogd, omdat de post werkverschaffing daarin is opgenomen. Als het mogelijk was, zou spr. zelfs den post werkverschaffing geheel afgevoerd willen zien, al was het maar om den drang naar het werkzoeken te vermeerderen. Weth. MOLENAAR had aanvankelijk algemeene beschouwingen willen houden over de politie en de leiding van dit corps in het afgeloopep jaar. Waar echter het voorstel Bramson nieuwe perspectieven voor 1926 opent, zal spr. liever zijn beschouwingen bij de behandeling van dat voorstel inlasschen. Den heer Zwaan antwoordt spr., dat zijn houding ten opzichte van het nazien der ge meenterekening slechts een adviseerende was. Ook de belastingpolitiek verdedigt spr. en spr. noemt den toestabd ten opzichte van andere gemeenten gunstiger. Aan tandheelkundige zorg voor school kinderen en klinische hulp kan de gemeente haar steun zeer zeker verleenen, doch het initiatief dient van particulieren uit te gaan. Aan een reorganisatie van het onderwijs blijven B. en W. hun aandacht schenken. Spr. hoopt, dat dit tot een goede oplossing zal komen. De VOORZITTER deelt mede inzake een ontijdige publicatie in de pers, dat dit toch in de laatste tijden niet het geval is. Spr. behandelt ook de politie. Bij zijn kennismaking met Zandvoort achtte spr. het politiecorps zeer uitgebreid en spr. meende, dat men goed daarvoor in 't geld moest zit ten. Maar die meening is bij spr. veranderd Zoo hoog zijn d? verdiensten in de gemeen, te niet, terwijl er veel achterstand in belas ting is. In het belang van Zandvoort dienen daarom de belastingen zooveel mogelijk verminderd. De vermindering van politie personeel is iets anders en spr. zou een ldein amendement wenschen op het voor- stel-Bramson. De aanvankelijke begrooting der politie bevredigde spr. niet, maar na bespreking werd besloten de begrooting 1925 te hand haven. Spr. kent alleen den winterdienst, niet den zomerdienst. Maar ook in den zomer dienst zal zij bezuinigen. Speciaal het insti tuut verkeersagenten. Dit instituut acht spr. een verwennerij van automobilisten en motorrijders en dat is niet noodig. Voor de zgn. „branierijders" helpen toch geen verkeersagenten en daarom wil spr. de posten verkeersagenten zoo weinig mo gelijk bezetten. Inzake verkeersregeling ligt het in spr.'s bedoeling vluchtheuvels te laten maken en enkele scherpe hoeken te laten afronden. Spr. behandelt het voorstel-Bramson en spr. zegt dat hij ook reeds zulk een idee had, waarvan hij echter geen zekerheid kan tref fen, omdat hij den zomerdienst niet kent. Spr. kan niet onvoorwaardelijk toezeg ging doen, dat geen vacatures zullen worden aangevuld, doch spr. wil toezeggen zooveel mogelijk in die richting werkzaam te zullen zijn. Een bedrag van f 60.000 is te hoog voor een gemeente als Zandvoort. Hoe bezuiniging kan plaats hebben, kan spr. nog niet zeggen omdat hij den zomer dienst wil afwachten. Spr. hoopt in dit ver band in Juli of Augustus een uitgebreid rap port daaromtrent bij den Raad in te dienen. De heer BRAMSON repliceert, waarbij hij mededeelt het rapport van den burge meester inzake de bezuiniging van de po litie te willen afwachten. In de vergadering van den vorigen avond werd aangenomen een voorstel om ook aan de inspecteurs van politie uitbetaling van gemaakte overuren te geven, doch spr. vraagt den voorzitter niet tot uitbetaling over te gaan, vooraleer de financieele gevcl- gen daarvan grondig zijn bezien. Zijn voorstel inzake de vermindering van politieambtenaren trekt spr. in. Nog enkele leden repliceeren. De VOORZITTER deelt mede, dat zijn beginselpunten omtrent het politiekorps zijn, weinig personeel, maar goed gesala rieerd, ook voor de overuren. Dit bevor dert een goeden geest onder het personeel Hiermede zijn de algemeene beschouwin gen gesloten en wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling der begrooting. Bij post 28 stelt de heer GUNTERS voor, het bedrag van f 800 voor reclames voor de badplaats te geven als subsidie aan de plaat selijke Vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer. De VOORZITTER merkt op, dat een verzoek in dien geest van de vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenver keer is ingekomen. Na eenige bespreking wordt besloten op de volgende vergadering deze kwestie na der te bespreken. Bij post 84 vraagt mevr. WEENINK een kloksignaal bij den tramoverweg aan den Koninginneweg. De VOORZITTER deelt mede, dat reeds onderhandelingen met de directie der N.Z. H.T.M. zijn gevoerd, echter tot nog toe zon der resultaat. De heer GEERS is van meening, dat waar schuwingsborden veel meer safe zullen wer ken dan kloksignalen. B. en W. zeggen toe de aandacht aan deze kwestie te zullen wijden. Bij post 85 stelt de financieele-commissie voor de gratificatie van den te Zandvoort gestationneerden rijksveldwachter van f 150 te brengen op f 50, dus te verminderen met f 100. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 8 tegen 5 stemmen. Hierna wordt de openbare vergadering verdaagd tot Woensdagavond. Postbestelling cp Zondag. Door den directeur-generaal der posterijen en tele grafie is bepaald, dat de Zcndagsbestelling in deze gemeente zal worden opgeheven. Inplaats van de Zondaasbestelling zal met ingang van 14 Februari 1*26 gelegenheid ge geven worden tct kostelooze afhaling van alle corespendentie op het postkantoor aan wezig, ook van die stukken, die niet in de Zondagsbestelling zijn opgenomen. Het uur, waarop kan worden afgehaald zal nog nader bepaald worden. In de middagzitting werd behandeld bet voorstel tot uitvoering der Kanaalplannen voor het noordelijk deel van het vasteland van Noord-Holland. De heer BOSMAN V. D, noemt dit voor stel een der belangrijkste, in de laatste jaren in de Staten behandeld. Het bedoelt het voor de grootere schepen bruikbaar ma ken van het vaarwater van Zaandam naar het Noord-Hollandsch Kanaal en de betere administratieve regeling van dien scheep vaartweg. Verder betreft het de openlegging van geheel West-Friesland en de verbete ring van den waterstaatkundigen toestand aldaar. Het werk zal millioenen kosten en blijvenden insoannenden arbeid vereischen. Spr. dankt Ged. Staten voor het komen met dit voorstel en betrekt in dien dank aller eerst den Commissaris der Koningin en ver der den Hoofdingenieur-Directeur van den Prov. Waterstaat, jhr. Reigersma. De voorbereiding voor deze voordracht was goed. Tot in alle onderdeden is de zaak bekeken en aan ingebrachte bezwaren is overvloedig aandacht geschonken, In deze voordracht zijn twee voordrach ten, Voordracht a. betreft de verbetering j Ioopig niet voldaan kan worden aan de van den bcslaandcn vaarweg van de Zaan verzoeken van de heeren Commandeur en over bet Alkmaarder meer. Als spr. het Trapman, Mocht echter, wat zij gevraagd goed begrijpt, gaat het thans uitsluitend om hebben, noodzakelijk blijken, dan kunnen de kosten van de verbetering van het vaar- j daartoe nog altijd plannen ingediend wor- water van Knollendam tot het Noord-Hol- den. landsch Kanaal bij Akersloo.t. Over het be heer van de Zaan en van dc Wilhelminasluis te Zaandam zullen voorsteilen te wachten zijn. Spr. juicht die verbetering toe en be pleit de noodzakelijkheid, dat de provincie het beheer over dit vaarwater ter hand neemt. Hoofdzaak is thans het voorstel tot aanleg der kanalen, onder punt b. genoemd. Spr. brengt enkel te berde gebrachte moeilijkhe den ter sprake betreffende het kanaalge deelte AvenhornHoorn. Zal men trachten, met belanghebbenden een bevredigende op lossing te verkrijgen? De VOORZITTER interrumpeert beves tigend. De heer BOSMAN dankt hiervoor en be spreekt verder onderdeelen van de kanaal plannen, In deze plannen is niet opgenomen het stuk Obdam—OpmeerOostwoud, om dat het daarin niet paste, als hebbende te zeer een locaal karakter. Doortrekking van het kanaal Andijk Grootebroek naar Broekerhaven heeft geen nut en zou verbazend kostbaar zijn. Ten slotte bespreekt spr, de bijdrage in de kosten door de onmiddellijk belangheb benden en inerkt op, dat de oppositie uit de Streek voortkomt uit vrees, te moeten be talen, Spr. meent, da die belanghebbenden desnoods gedwongen moeten worden tot betaling der bijdrage. De commissie-Van Aalst zou eerst de plannen tot nadere re geling dier bijdrage-betaling met de belang hebbenden kunnen bespreken. De heer BEST V. D. sluit zich geheel aan bij de woorden van hulde, gebracht aan den voorzitter en aan de commissie van voorbereiding. Spr. brengt enkele wenschen naar voren, o.m, de doortrekking van het kanaal naar Opmeer. Spr. vraagt maatregelen te treffen tegen het bezwaar van verzouten van pol derwater in de Westerkogge. Verder vraagt spr. toezegging van Ged. Staten, dat vóór de toekenning van schadevergoeding overleg gepleegd wordt met het Waterschap De Westerkogge. De heer COMMANDEUR R.K. verdedigt de doortrekking van het kanaal naar Op meer, Spr. becijfert, dat in een tweetal ja ren voor ruim 20.000 ton aan veevoeder en materialen is aangevoerd. De doortrekking van het kanaal is van belang voor West- Friesland en vooral voor de Vier Noor derkoggen, Als doortrekking niet geschiedt, acht spr. het kanaal RustenburgObdam niet van belang. En spr. vraagt, of Ged. Staten niet bereid zijn, de toezegging tot doortrekking te doen, als belanghebbenden bereid zijn, hun 1/6 aandeel der kosten te dragen. •De heer BALK Platt. bespreekt de plan nen betreffende de Westerkogge en merkt verder op, dat bij het dwingen tot het ge ven door belanghebbenden van bijdragen overwogen moet worden, of dé aanleg van een kanaal wel van belang genoeg is, om dien dwang te rechtvaardigen. De heer VERSCHURE R.K,, merkt op, dat, wanneer de scheepvaart uitgebreid wordt, daarmede de welvaart ook uitge breid wordt. Spr. vestigt verder de aandacht op de goede exploitatie der kanalen en gaat de kosten na, Spr. hoopt, dat nooit kanaalrech ten geheven vullen worden, want het ver voer moet zoo goedkoop mogelijk gehouden worden. V. d. VALL, S.D.A.P. heeft den indruk dat de belanghebbenden niet begrijpen de scha de, welke zij door hun oppositie berokkenen. Ged, Staten moeten niet te veel naar die opmerkingen luisteren, maar flink en forsch er tegen in gaan. Men wil de kool zelfs per verkeerde vooruitstrevendheid. Spr. meent, dat de oppositie alteen gevoerd wordt in de hoop,, dat de provincie alles zal betalen. Des noods moeten de gemeenten er. de colleges gedwongen worden tot mede-betaling aan de kosten. De heer TRAPMAN (V.D.) brengt een en kel bezwaar naar voren betreffende de vaart- verbinding met Schagen. Het kanaalgedcelte Schagen naar Kolhorn is geprojecteerd voor de vaart van schepen van 40 ton inhoud en deze afmeting aciit spr. voor de toekomst niet voldoende. Spr. bespreekt den bloeienden toestand van Schagen ondanks de thans gebrekkige wateren en vraagt in verband met den verderen bloei dier gemeente verbreediug van het vaarwater Schagen-Kolhorn. De heer v, d. WAERDEN S.D.A.P. wijst er op, dat thans aog niets beslist wordt om trent de kanaalnlannen rondom Hoorn en hij vraagt de aandacht van de Prov. Commissie of van Ged. Staten voor deze plannen in verband met de tijdsorde en met de droog making der Zuiderzee. Dc heer HENDRIX, lid van Ged, Staten, brengt dank aan de Prov. Staten voor dc wijze, waarop deze de voordracht ontvangen De VOORZITTER brengt woorden van dank, voor de woorden van hulde, gebracht aan Ged. Staten, Prov. Commissie en aan spr, zelf. Hij is voor de hulde, hem per soonlijk gebracht, zeer gevoelig en hoopt naar zijn vermogen verder te kunnen mede werken aan de behartiging der belangen der provincie. De voordracht wordt dan onder applaus der leden z, h. s. aangenomen. Hierna wordt de zitting verdaagd tot Dinsdag 16 Maart, des morgens half 11. Verschenen is het Rapport van de Com. missie', benoemd bij besluit van de Provin ciale Staten van Noord-Holland van 8 Dec. 1925, ten einde van advies te dienen in zake cene pensioenregeling voor weduwen en 'weezen van leden van Gedeputeerde Staten. De Commissie nam als uitgangspunt voor hare besprekingen de pensioenreglementen der andere Provincies. Bij beschouwing dier reglementen bleek, dat in alle Provincies een pensioenregeling voor Gedeputeerden bestaat, in vijf ook eene regeling voor de weduwen en weczen van Gedeputeerden, namelijk in Utrecht, Overijsel, Drente, Gro ningen en Friesland. De vraag rees nu, of ook met betrekking tot Noordholland een pensioenregeling voor de weduwen en weezen van Gedeputeerden wenschelijk moest worden geacht, welke vraag de Commissie eenparig bevestigend heeft beantwoord, krachtens de overwe ging, dat, nu een pensioenregeling voor Ge deputeerden zelf bestaat, een pensioenrege ling voor de weduwen en weezen van Ge deputeerden als een. logisch gevolg moet worden aanvaard, Bij het ontwerpen eener regeling voor het weduwen- en weezenpensioen, meende de commissie zooveel mogelijk te moeten volgen het Pensioenreglement Noordhol land voor de ambtenaren, en dit. waar noo dig, te moeten wijzigen en aanvullen met bepalingen, gedeeltelijk ontleend aan de reglementen, waarin bovengenoemde Pro vincies het pensioen voor weduwen en wee zen van Gedeputeerden hebben geregeld. Het Pensioenreglement Noordholland is weliswaar voor de ambtenaren der Provin cie vervangen door de Rijkspensioenwet, maar het geldt nog voor hen, die recht op pensioen verkregen hebben vóór de invoe ring dier wet, indien dit in hun voordeel Is. Het eerste punt, dat bij de samenstelling van het ontwerp naar voren kwam, was 't aanvragen van het pensioen. De commissie meent deze bepaling te moeten opnemen in haar ontwerp, Men behoeft de .aanvrage niet aan een termijn te binden, maar kan de bepaling opnemen, dat de aanvrage te allen tijde nog mogelijk zal blijven. Naar het oordeel der Commissie moet in de Verordening aan Gedeputeerde Staten de taak worden opgelegd, op aan hen gerichte aanvrage het pensioen te verleenen, Een tweede punt van overweging was de vraag, of het rveduwenpensioen moet ver vallen bij hertrouwen der weduwe. Deze bepaling is aanvaard in de andere Provin cies, maar zij komt niet voor in liet Pen sioenreglement Noordholland. De commis sie is van oordeel, dat zii evenmin in de thans tc maken regeling moet worden opge nomen, aangezien er geen reden bestaat voer Gedeputeerden een uitzondering te vliegmachine vervoeren, maar dat is een>,f>'maken. Wat betreft de weezen van Gedeputeer den, is de commissie van oordeel, dat hun het pensioen moet worden toegekend ge durende hun minderjarigheid. Ten aanzien van het bedrag der te ver leenen pensioenen wordt voorgesteld dc be palingen van het IJensioenrcglement Noord holland over te nemen met de toevoeging, dat het minimum-weduwenpensioen 500 en het minimum-weezenpensioen 100 zal bedragen. Behoudens bovengenoemde wijzigingen geelt de Commissie Uwe vergadering in overweging, de bepalingen van bet Pen- sioenreglcment Nocrdholland van toepas sing te doen zijn ook op dc weduwen en weezen van Gedeputeerden. Een ontv/erp- pensicenregeling op dezen grondslag gaat bij dit adres. Ten slotte meent de Commissie aan bare beschouwingen te moeten toevoegen, dat door haar uitvoerig is besproken de vraag der cumulatie van pensioenen. Zij heeft deze quaestie niet binnen hare voorstellen betrokken, omdat zij buiten de grenzen van hare opdracht ligt. Maar nu het instituut der pensionneering wederom wordt uitge breid, meent zij, dat nog meer dan te voren aanleiding bestaat om deze vraag te gele gener tijd aan de orde te stellen. hebben. Spr. brengt hulde aan Ir, Ringers en c Een an(jere vraag, die naar het oordeel brengt namens alle leden hulde aan den Com missaris der Koningin voor zijn werkzaam heden betreffende deze zaak» (Applaus.) Spr. komt dan tot het voorstel In 1918 reeds was de Westfriesche Karialenverceni- ging opgericht met het doel tot aanleg en verbetering van vaarwateren. In 1915 werd een verzoek gericht tot Ged. Staten; in 1916 kwam de watersnood in Noord-Hol land Doch na den oorlog heeft men dc plannen der Westfriesche Kanalenvereeni- ging ter hand genomen. Die plannen waren echter niet voldoende. Een deskundige Pro vinciale Commissie werd ingesteld tot on derzoek der zaak, alsmede de commissie- Van Aalst, de laatste opgericht door de Westfriesche Kanalenvereeniging Er heersch te goede samenwerking tusschen beide com missies. In 1922 werd het rapport van Ir. Ringers gepubliceerd. Critiek is er op uitgeoefend, doch met plannen als deze kunnen niet alle wenschen ingewilligd worden, doch bet voorstel, thans ter tafel zijnde, is wél-over wogen. Ged, Stalen waren overtuigd, dit stuk werk der Provinciale Commissie, dat na overleg tot stand gekomen was, te moeten aanvaarden. 'Aan het Rijk zal 1/3 als bijdrage in de kosten gevraagd worden en daartegen zal wel geen bezwaar gemaakt worden. Wat de bijdragen van belanghebbenden bedraagt, deze wilde men allereerst op 1/3 bepalen. Hun belangen zijn buitengewoon groot, doch hun aandeel in dc kosten wordt op 1/6 voorgesteld. Ged. Staten twijfelen er geen oogenblik aan, of belanghebbenden zullen hun bijdrage zeker verleenen. der Commissie overweging verdient, is, of Gedelegeerden, indien hun werkkring van. groot gewicht en groeten omvang is, niet moeten vallen onder een pensioenregeling, evengoed als Gedeputeerden; zoo ja, dan vloeit hieruit vanzelf voort, dat ook voor hunne weduwen en weezen een pensioenre geling zal -moeten worden getroffen. Een en ander achtte de commissie noch- thans te liggen buiten de grenzen der taak die haar was opgelegd. De Commissie bestaat uit de heeren; A. B. Kleerekoper; W. C. Bosman, L. M. de Jong Schouwenburg; P, J. M. Verschure, A. C. v. d Bergh Ie Klasse. K. S.C. IConcordia 111, Onder uitstekende leiding van de Heer Broese van Groenou, stelden beide elftallen met invallers zich op. Direct wordt van weers kanten zeer fanatiek gespeeld. De eerste aan vallen zijn voor K.S.C., maar dan wegen de partijen tegen elkaar op en wordt er dan ook goed spel vertoond. Müller kreeg voor Conc. een prachtkans, om de leiding te nemen, doch schiet jammerlijk hoog over 't K.S.C.-doel heen. Het spel van K.S.C. is individueel goed, maar zij kan het ten laatste niet bol werken/ tegen een beter combineerende Ëvenminn twijfelen zij aan de bereidwil- Conc.-voorhoede. Van een groot misverstand ligheid van Amsterdam, om de bij'drage te verleenen. Geven Rijk en belanghebbenden hun bij dragen, dan worden de kanalen aangelegd overeeenkomstig de voorgestelde tracée's. Spr, gaat dan de bezyearen, tegen enkele tracée's aangevoerd, na. Gevaar voor verzilting van polderwater in de Westerkogge bestaat niet, doordat het zeewater in een bassin zal afgevoerd wor den, Over de toe te kennen schadevergoe ding zal overleg gepleegd worden met het Waterschap Westerkogge. Het tracée-Hoorn zal nader aan de orde komen en spr. hoopt, dat daaromtrent met de gemeente Hoorn tot overeenstemming geraakt zal kunnen worden. van de conc.-backs maakt v. Dijk gretig ge bruik en schiet onhoudbaar in 't conc.-doel (1-0). Concordia laat zich niet ontmoedigen en zet er alles op, om gelijk te maken en wint daardoor terrein. Rust komt met 10 voor K.S.C. Na de thee krijgt K.S.C. een kleine bevlieging doch dan is het gedaan en wordt 't geheele K.S.C.-elftal tot ver over de bully- lijn op haar helft terug gedrongen. Concordia komt dan los en hoewel er 11 K.S.C.ers staan te verdedigen, weet Roding toch via den K.S.C.-keeper gelijk'te maken (11)- Met Concordia sterk in de meerderheid komt het einde met een gelijk spel waardoor Spr. beantwoordt verder nog enkele op- Concordia nog steeds ongeslagen de leiding merkingen en deelt daarbij .ncde, dat voor- j heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 6