ZE-V^OUWETi- onze kleeding xmvmvxvwmwwwm Onze Gratis uit cr De toekomst van onze Meisjes. Ons huiswerk. Reukwerk. De nieuwe voorjaarsmode. Mutsje voor Baby. Recepten. Slachtoffers. Practische wenken. Patronen naar Maat 1 Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken cioor verlies van beide beide beenen os heide oogen, I 3000.—; bij e£** ongeval met doodelijken afloop f 750.verlies van een hand, een voet of een oog f 250.—; verlies van 'n duim of wijsvinger f 125»^ breuk van heen, of arm f50.verlies van 'n anderen vinger f 40. GROENTERESTEN MET AARDAPPE LEN. Wat is er aantrekkelijker dan zoo'n clubje frissche meisjes, allen nog met kindergezichten en toch een likje zelf bewustheid, met een haast onmerkbare vraag in de vroolijke oogen, wat dat heer lijke leven toch wel voor schatten verborgen houdt. Zij zijn altijd luidruchtig en vroolijk, altijd in clubjes of groepjes en als haar lach )pklatert in een stille straat, is het of lies vriendelijker wordt. t Ouders, gunt haar de jeugd en de rroolijkheid en waakt, dat zij zoolang mogelijk kinderen blijven. Maar ook voor de meisjes is tegen woordig de vraag even dringend als voor de jongens, het „wat zullen onze meisjes worden?" kost in menig gezin hoofdbreken genoeg. Het begint al in den arbeidersstand. Lag let vroeger voor de hand, dat een meisje len dienst zocht, eerst als dagmeisje in een ustige betrekking, waar de vrouw des nuizes haar van alles leerde, om dan later op te klimmen naar een meer zelfstandige betrekking; nu krijgt moeder ze er dikwijls niet meer toe en willen ze winkeljuffrouw worden of naar de kantoren, in fabrieks plaatsen naar de fabrieken en ook de ouders worden aangelokt door het mooie loon en het schijnbaar makkelijker leven. Ouders, waakt hier dubbel. Als ge zelf een betrekking voor uw kind zoekt en ge onderzoekt of ge ze bij gods dienstige menschen geplaatst krijgt, dan is uw meisje veel beter bewaakt bij dat eenê gezin, dan in een winkel, waar meisjes van allerlei slag met haar samenwerken, dan op een fabriek, waar haar deugd gevaar loopt. Daarbij komt nog, dat een meisje, dat dienstbode wordt, altijd veel degelijker opleiding tot toekomstige huisvrouw krijgt, en dat weten de ernstige jongens, die een degelijke huishouding willen stichten, ook wel en zij zullen veel eerder naar zulk een meisje uitzien. Dat wil niet zeggen, dat het daarom met alle andere meisjes verkeerd loopt. Er bestaat tegenwoordig in alle plaatsen haast gelegenheid om de meisjes, die de lagere school verlaten hebben, nog onder wijs te laten geven op patronaten, avond scholen. naaischolen e. d. En vooral doet men van Roomsche zijde wat men kan om bij meerdere ontwikkeling ook den gods dienst te verdiepen. En'al voelen de meisjes zelf misschien niet altijd de noodzakelijk heid daarvan, de ouders weten en voelen het toch wel, welk eèn grooten steun de godsdienst in het leven en zullen goed doen te zorgen, dat hun kinderen ook dit voortgezette onderwijs op katholieken grondslag krijgen. Het is voor alle meisje goed wat meer te leeren dan alleen wat lezen, schrijven, rekenen en hun catechismus, en doen de ouders hun best, dat voor hun jongens te zoeken, het is net zoo goed hun plicht het voor hun meisjes te doen Wat men in zijn jeugd leert, daar heeft men het heele leven plezier van, de jeugd dat is de tijd om te werken en het is veel gezonder ook de meisjes degelijken arbeid te laten doen dan haar op straat te laten loopen of onge zonde boeken te laten lezen. Ook een werkman vindt het veel pret tiger, dat zijn vrouw niet zit te gapen ais hij haar een stuk uit de krant voorleest, de kinderen worden veel beter groot ge bracht als zij zelf eens wat geleerd en gelezen heeft over kinderopvoeding en niet denkt dal alle ondeugden uit te roeien zijn met een pak slaag of een grooten mond. Er zouden heel wat minder onge lukkige huwelijken zijn als veel moeders haar meisjes degelijker hadden groot ge bracht en dit geldt voor alle standen, want in alle standen neemt eigenlijk het getal ongelukkige huwelijken toe. Is het niet erg, dat de blaam daarvan veelal op de lichtzinnigheid der vrouw valt als onze meisjes geen goede echtgenooten en moeders worden, valt dan de schuld niet op ons als moeders Als er voorschriften gegeven worden over voegzame kleeding op scholen en onderwijs inrichtingen dan willen de meisjes wel, maar de bezwaren komen van de moe ders, n.b. van de moeders, zei mij nog één dezer dagen een geestelijke. Wat dus voor het bestwil van de kinderen wordt bevolen, dat keuren de moeders af in haar kort zichtigheid. Zijn dat nu goede opvoedsters, moet er niet allereerst samenwerking zijn? En ik vraag u in gemoede zoo'n 15 16-jarige met een friscb zomerjurkje, maar behoorlijk een paar eerlijke oogen, is die niet honderdmaal liever dan het kind naast haar met haar gewaagde jurk, die met een paar coquette oogen oplet of de mannen wel naar haar kijken. Foei. moeder gij stelt zelf uw meisje aan verachting bloot. Wat moeten onze meisjes worden.' .Vlier- eerst reine, hoogstaande vrouwen of zij arm zijn of rijk. En dat hebben de ouders in de hand, er is gelegenheid te over om ze bekwaam te maken voor een betrekking, een vak, een positie, maar zorg allereerst, dat het eene belang niet uit het oog wordt verloren en dat ze juist op dien ontvanke- lijken leeftijd gesteund worden in haar gods dienst en in haar deugd, en vertrouw er op, dat de voorschriften die gegeven wor den, voortkomen uit wijs beleid en zuiver inzicht en tracht er zooveel ge kunt mee samen te werken. Er zijn zooveel menschen tegenwoordig, die meenen, dat de huiselijke bezigheid der rrouw wel geheel van geest en ziel ont vloot is. Zij betoogen, dat „iedere dienstbode stof afnemen en kopjes wasschen. koken en schoonmaken kan." Waarom zou men zich zelf het hoofd breken met dat saaie en minderwaardige werk? En zij, die er zoo op los praten, gaan op de fiets naar de ten nisbanen, en leeren Mah-Jongh spelen, le zen van de leer van Tagore, dweeDen met de liederen van Strawinsky, met raffiawerk, Perzische, parfums en badzouten. Inmiddels krijgt manlief iederen middag een slecht gekookt maal, is het linnengoed slordig ge streken, het zilver slecht gepoetst en klopt het huishoudboekje geen enkele week. En dat komt, wijl de ziel van het alledaagsere, huishoudelijke werk, zich verwaarloosd, ge voelt en in opstand komt. Want nog altijd is het een onweerleg- baar feil, dat slechts het ooj£ des meesters het paard vet maakt. Het moge waar zijn, dat men onder de hedendaagsche dienstbo den niet veel geschoolde krachten vindt, het is niet minder waar. dat een gedeelte der jongere vrouwen-generatie zelve even min aanspraak kan maken op de titula tuur: geschoold. Voornamelijk, omdat bij velen harer het wanbegrip heerscht, dat het er veel meer op aan komt om met een air te kunnen zeggen: ,,0, ik ben eigenlijk ana- Iyste of: ,,Ik was correspondente in de drie talen op dal en dat kantoor", dan om „alleen maar huishoudelijk" te ziin. Maar noch een acte Duitsch. noch scheikundige kennis, noch de vaardigheid om Engelsche handelscorrespondentie prima getypt af te leveren zijn in staat om zelfs het 'eenvou digste huishoudentje vlot te laten loopen tenzij het huisvrouwtje nog iets anders in aar mars heeft. De subtiele en niet gering te achten kunst van smakelijk koken leert memand zoo-maar'gelijk sommige naie- ve naturen nog steeps veronderstellen. Wie „zóó-maar" aan het koken tijgt, ziet de pijpen macaroni, (welke ze vergat te bre ken) als lange wormen uit de pan kruipen- haar gehakt wil uit elkaar vallen, haar groente zal te flauw, haar soep te zout zijn En wanneer zij het ODgeeft en de afdeeïing „koken" in handen stelt van de kalm en superieur glimlachende gedienstige, zal ze ca een week tot de ontdekking komen, dat boter en suiker het huis schijnen uit te vliegen, dat de eieren verdwijnen als sneeuw voor de zon en dat de rekeningen van groenten en vruchten verdubbeld zijn. En daarom, resumeerende: men leert naaien, handwerken, machineschrijven, les geven, telegrafeeren, tuinieren, of wat ook. Maar „huishouden leert de groote meer- oerheid der onafhankelijke jon£e vrouwen v- .thans nog steeds niet. Toch is dat „vak minstens zoo moeilijk en ingewik keld als de bovengenoemde beroepen. Er komt organisatie-talent en economie aan te pas, handigheid, takt, zelfbeheersching, en last not least: kennis. Wie die kennis bezit, kan den arbeid in haar eigen kleinen wijngaard #iet saai en kleurloos vinden, want een welgeslaagde schotel, een stel keurig gewasschen gordijnen, een uitne mend verloopen dinertiedat alles is in Raat om haar te doen beseffen, dat de ziel van het verachte huiswerk een heel lieve en innige ziel is, die het, o zoo goed, met de huisvrouwen meent. Het gebruik van reukwerken cn geurige zalven en vloeistoffen is vrij algemeen ver breid, zoo sterk zelfs, dat er hier en daar van overdrijving kan worden gesproken, als een of meer dames samen een heel huis ver giftigen of nog, nadat zij voorbij zijn gegaan, een stroom van geur achterlaten, die dat bedenken zij niet hinderlijk is voor hen, die wandelen om frissche lucht in te ademen. En als nu dezulken niet anders mee voerden dan den geur van rozen vi ooltjes en reseda, dan was het leed nog te overzien, maar de overdrijving strekt zich niet alleen uit tot het overvloedig ge bruik, maar ook tot den aard, de scherpte der geuren en men mag het niet kwalijk ne men, als wat de een geur noemt, door den ander als stank wordt aangeduid. In de oudheid speelde de liefde voor reuk werk een heel andere rol dan tegenwoor dig De oude Egyptenaren, Perzen, Assy- riërs, Babyloniërs, Grieken en- Romeinen gebruikten veel rqukwerk en welriekende stoffen Zij kenden de bereiding van bloe men en specerijen tot oliën, zalven en reuk water. en het gebruik van wierook, die uit geurige harssoorten wordt bereid, gaat tot de oude tijden terug. Ook hing het ge bruik van welriekende stoffen nauw samen met godsdienstige en burgerlijke plechtig heden. Wie b.v. het Oude en Nieuwe Tes tament leest, zal telkens melding gemaakt vinden va-n kostbare olie of zalf of balsem. De oude Grieken en Romeinen verkwist ten fabelachtige hoeveelheden reukwaren Geheele landstreken waren met rozen en andere geurige planten bebouwd en nog werden er scheepsladingen rozen uit Alexan- drië aangevoerd. De aanzienlijken wierpen massa's rozen en viooltjes in hun badwater. Geen maaltijd ging voorbij zonder dat er met reukwerk werd gestrooid, de eetzalen waren vervuld van geur, de tafel werd onder rozenbladeren begraven en na het maal legde men zich ter ruste op een bed van rozen of rozenblad. Meii bericht, dat de Egyptische Koningin Cleopatra ter eere van Antonius een gastmaal gaf en de vloer van de zaal zoo dicht onder de rozen lag, dat men een netwerk er over moest spannen, opdat de gasten niet in de rozen verzonken. En toen de gemalin van keizer Nero ge storven was. bet de Keizer bii de begrafenis meer reukwerk verbranden dan Arabië 'n een jaar kon leveren. De rijke Grieken wreven zich driemaal daags met welriekenden zalf in en zij ge bruikten voor de verschillende lichaatnsdee- len verschillende zalven.... Hel gebruik werd zoo overdreven, dat dt wet er tegen moest optreden. Arabië was het land dat de meeste reuk werken leverde. De rijkdom van de Ara bische handelaars in deze artikelen was spreekwoordelijk Perzië deed maar weinig voor Arabië onder. Na den val van het Romeinsche rijk ge raakte het gebruik wat in vergetelheid. Eerst in de 17e en 18e eeuw werd het weer mode en vooral aan het weelderige hof der Fransche koningen. In den tijd van Lodewijk XV was het mode dat de cavalier dezelfde welriekende watertjes en zalfjes gebruikte als „zijn dame", zooals in de Middeleeuwen de ridder de kleur zijner dame droeg No. 330. Een aardige japon van beige crêpe marocain met een overtrek van opengewerkte goudkant. Het rokgedeeltc heeft in de zijden en van voren groote in gezette stukken die een ruimen klokvorm bewerkstelligen De rug is glad en recht, en geheel overtrokken met dc opengewerk te goudkant. Deze laatste is van voren zoo aangebracht, dat n 12 c.M breede strook over het midden geheel vrij blijft, terwijl verder ook de ingezette stukken onbedekt biijven. De mouwen hebben naar beneden een flinke verwijding halverwege den, on derarm; zij zijn zoodanig overtrokken met de goudkant, dat alleen het verwijdende stuk vrij blijft; men drage Hcht-bcige kou sen en zwarte schoenen bij deze robe. Pa troon 1.35. No. 331 Een zeer elegante mantel van zwarte velours de laine. Het bovengedeelte is recht, terwijl het ondergedeelte den klokvorm heeft door de invoeging van breede stukken in de beide zijden. Deze stukken hebben van boven een afgeknotten puntvorm; de beide bovenste naden wor sen met een paar sroken soutache afge werkt De rug is recht en de kraag met lange revers wordt gegarneerd met ronden eenigszins staanden kraag van chinchilla bont Dit laatste wordt eveneens aange wend voor de manchetten aan de mouwen; nauw aangezet, loopen ze wijduit op de hand; hun aanzet is afgewerkt met een paar rijen soutache. Men voere den mantel met gebloemde, lichtgrijze zijde. Een grij ze hoed. van fluweel of vilt, zachtgrijze kousen en zwarte of grijze peau de suède schoenen. Patroon 1.35. No. 232. Een eenvoudige kindermantel van zware, beige velours de laine; hij is door het ontbreken van eenige garneering zeer geschikt voor schoolmantel. De beide voorpanden hebben in de zijden elk een zak welks onderste naad het begin is van n groep van drie stolpplooien. De kraag moet door een diepe insnijding van de re vers gescheiden worden om hem in den nek eenigszins staande te kunnen dragen. De rug van den mantel is' recht; knoopen neemt'men in galalith, terwijl voor de voering lichtbeige zijde kan dienen; kou sen of slobkousen moeten de zelfde kleur of een iets donkerder tint hebben als de mantel Voor de school kieze men een bruinleeren hoed en dito schoenen. Pa troon 1. No. 333. Bleu velours de laine diene als stof voor dezen eenvoudigen maar zeer correcten mantel. Van voren is hij heel recht en streng, met een lange revers sluiting op een enkele knoop en grooten overslag. De rug is verdeeld door een taillenaad; het gedeelte onder deze laatste heeft twee stolpplooien waardoor drie partijen ontstaan, van welke de middelste boven de andere uitsteekt. De mouwen zijn recht tol op de hand, doch hier gegar neerd met manchetten van bisambont van grootere wijdte, van achter vrijhangend echter bij den zoom der mouw weer aan sluitend Van hetzelfde bont drage men een loss ensjaal om den hals. Hoed in een zelfde kleur blauw en vilt of fluweel kou sen beige en schoenen zwart of beige; voe ring bijpassend blauw of licht beige. ?a troon 1.35. No. 334. Een charmante japon voof dagelijksch gebruik; als stof kieze m®n een mooie oud-lila wollen rips. Uit e borst is een van onder in een punt eindi gend stuk weggeknipt en door een onder gezet front vervangen; in het midden hier van een kleine spleet met dubbele knooP' sluiting voor den hals. De halsopening wordt gegarneerd met een beige zijden rond kraagje. Het onderste gedeelte van den zijnaad tot het voorste gedeelte der heupen, juist op taillehoogte, twe® dwarse bandjes waaruit plisségröepen ont springen; elk dezer groepen heeft in h®' midden een 5 c.M. breed gedeelte dat vla» gelaten is. De mouwen hebben van onder aan hun buitenkant een ingezet strookj® dal tevens als sluiting dient; de knoope® hiervan zijn met stof overtrokken. De rug is van boven tot onder glad en recht. Kou sen beige en schoenen zwart. PatrOOO 1.85. De nieuwe mode van het a.s. Voorjaar geeft ons toiletten te zien, die we gerust gecompliceerd kunnen noemen. Het geheel rechte model wordt niet meer gezien. De lijn wordt onderbroken door eeu lint, een strik, of een uit de stof zelve vervaardigde ceintuur. Soms geeft eenig rimpelwerk de plaats der taille aan. De rokken omsluiten nauw de heupen, doch worden benedenwaarts ruimer. Van onderen zijn sommigen ongelijk val lend. in punten geknipt, of in over elkaar vailcnde haantjes verdeeld. Effen stoffen met een bewerkten rand zal men in veel uitvoeringen kunnen be wonderen. Japonnen van dergelijke stof fen gemaakt, behoeven weinig of geen gar neering en behalen meerendeéls een groot succes, daar de variatie in de randen met gewerkt dessin zóó groot is dat algemeen heid uitgesloten is. Vooral in zijden sloffen treft men prach tige, met broderie bewerkte randen aan. Sommige gekleede toiletten zijn geheel met borduursel bewerkt, andere zijn bezet met paarlen of glinsterende steenen Cubistische teekeningen treft men in de nieuwe voorjaarscollecties veel aar,. Lange kettingen van houten of beenen kralen, waaraan een groote, zijden kwast bevestigd is decoreeren veelal het toilet. Groote oorhangers staan nog op het pro gram en worden bii klein-mndel hoeden ge dragen. De handschoenen met bewerkte geschulpte kap is zeer in aanzien en wordi in heel veel variaties uitgevoerd, vooral wat het versieren der kap betreft. Men draagt ze bij de wandeljapon met lange mouwen en soms ook bij die, waarvan de mouwen niet lang zijn. Lange mouwen worden echter meer en meer geprefereerd en-het is juist de mouw, die aan het nieuwe voorjaarstoilet origina liteit vermag te geven. De modellen loopen zeer uitéén en het vcschil in bewerking is eveneens groot daar er veel aandacht wordt gewijd aar het garneeren van de ondermouw en iede modehuis, natuurlijk met iets oorspronk- lijks voor den dag wil komen. De borduursels zijn dan ook veelal zee- stijlvol. waa-door bet toilet aan elegance wint. Voor gure dagen heeft baby een warm wollen mutsje noodig, dat z n kleine bolletje lekker warmpjes houdt. Zoo'n baby-mutsje'is eenvoudj^er te ma ken, dan de meeste moeders wel vermoeden. Als ge het aardige kapje van onze afbeelding ziet, zult ge waarschijnlijk niet denken, dat het ^rechte, hoekige lapje van ons tweede plaatje het patroon voorstelt. Bij de gestip pelde lijn begint de omslag, die liefst van afstekende kleur moet zijn. Ge kunt dit aardige kapie breien, recht toe, recht aan, net als het patroon voorstelt, of van wollen stof vervaardigen. Voor een baby van een jaar is de voorzijde van het mutsje ongeveer 27 centimeier, de overige maten dienovereenkomstig. De onderzijde van het kapji wordt ingehaald'en men strikt '1 met een gekleurd lintje vast. DRIE IN DE PAN. •/2 Liter melk, 3 ons bloem, 2 ct. gist, theelepel zout, 1 ei, theekopje krenten, 1 thee kopje rozijnen, 1 ons boter, gesmolten vet of 1/4 liter slaolie. De gist in een kopje aanmengen met een heel klein beetje lauwe melk en een snuifje suiker, daarna laat men het '/2 uurtje staan. De bloem in een kom doen, een kuiltje er in maken waarin men het stukgeslagen ei legt. Dar» begint men te roeren onder langzame toevoeging der melk. Góed roeren en kloppen totdat geen enkel klontje meer te vinden is. Eerst dan voegt men het zout en de goed gewasschen krenten en rozijnen er bij en het laatste de gist. Laat het beslag uur rijzen. Maak in een koekenpan een stukje boter of vet of een scheutje slaolie goed heet, roer dan ferm in het beslag en neem telkens 3 schepjes er uit, doè deze in de pan, zoo dat men 3 koekjes tegelijk bakt, Wanneet ze lichtbruin zijn, bakt men ze evenzoo aan de andere zijde en legt ze op een heetwater- bord of op een schaal, die men op een pan heet water warm houdt. Men presenteert er stroop of bruine suiker bij. Noodig Ongeveer 1 pond groenteresten op 1V2 pond overgebleven aardappelen, ongeveer twee theekopjes overgebleven jus. Bereiding leg onder in de pan de over gebleven aardappelen met zooveel magere jus of wat water, dat ze halverwege bedekt zijn. Leg daarop de groente en waf overge bleven vet van de jus. Laat alles samen langzaam door en door warm worden (ongeveer U uur) en stamp het dan met een houten lepel door elkaar. Voeg er naar verkiezing wat nootmuskaat ot peper bij en als 't noodig is, wat zout. Deze smakelijke stamppot kan bereid wo'- den met de verschillende koolsoorten, kool rapen, knollen, andijvie, ingemaakte snij- boonen, princesseboonen. wortelen, uien, prei. selderij knol STROOPWAFELEN. 1 K.G. bloem, 3 eieren, 3 ons boter, 20 gr. gist, iets zout, 8 d.L. melk (lauw-warm) of melk en water door elkaar Maak de gist aan met lauwe melk of suiker. Voeg daarna de gist, de eieren, de boter en het zout bij het meel en daarna de lauwe melk. Maak er een stijf deeg van en laat hét een half uur rijzen. Rol van het deeg kleine ronde balle tjes en bak deze in een oblieënijzer. Doe er later de stroop tusschen. Hij was altijd gezond geweest. Toen hij in de wieg lag, waren bewonderende buur vrouwen en vriendinnen van zijn moeder al tijd, om hem heen om te verzekeren dat hij een prachtstuk was Naderhand, op school, zetten de juffrouwen en meesters hem pe riodiek voor de klas, knepen hem in zijn roode wangen en vermaanden de toekijkende kinderen „ook zoo te worden". Het tijd perk Van zijn verliefdheden had zijn gezond heid ook niet geschaad. Hij mocht eens een half uur langer wakker liggen omdat Mina een brief van hem onbeantwoord had gela ten, hij mocht eens een avond uil zijn hu meur zijn omdat Drna hem met plaatsen voor hét circus had laten zitten zijn wangen werden niet magerder en niet min der rood en zijn blauwe oogen straalden niet minder levenslustig. Zoo was hij ge trouwd, zoo had hij een vrouw gekregen die zijn potje kookte, hem verzorgde en vele zonen en dochteren schonk, die hem op verjaardagen een zoen gaf en die hem ge- nocgelijk bekijve.i 'kon. fn den loop; der ja ren kreeg hij wat rimpels en wat grijze haren, een gevuld spaarbankboekje en een gekleede jas. Het ging hem goed en hij bleef gezond. Niets kon hem deren. Hij leefde matig en rustig, bemoeide zich weinig met andere menschen, voelde zich gelukkig in zijn stoel met zijn pijp en zijn krantje. Zijn kinderen trouwden. Zijn vrouw huilde om de leegte die ze achterlieten, maar hij vond er rust in. Hij was nog altijd een heel sterke man, die veel at en goed sliep De jaren vergleden. Hij kreeg kjeinkinderen en zoo nu en dan ook wel eens een heel klein beetje rheumatiek Toen ontdekten zijn medemenschen plot seling dat hij weldra tachtig -jaar zou zijn. Hij had zich nooit met zijn medemenschen bemoeid en hij verdiende dus allerminst hun demonische belangstelling. Maar de mede menschen lieten niet af Ze vergaderden avonden lang met veel sigaren-rook en bier tjes, ze ontwierpen plannen en bliezen op instrumenten, ze vroegen in het geheim zijn vrouw te spreken en besmoesden allerlei met haar.' Zoo kwam de verjaardag. De jubilaris stond gezond op, kreeg den 'traditioneclen zoen van zijn vrouw, ontbeet en wilde naar zijn werk gaan. Want hij werkte nog altijd. Maar zijn vrouw, zenuwachtig er. in haar beste japon, bezwoer hem nog even te wachten. Toen "werd er gebeld. Fr kwamen twee mannen in Zonaagsche jasjes met een krans. De mannen transpireerden al c-n op de linten van den krans stond „Den 80- jarige heil!" De oudste van de twee stak een speech af en de jongere hielp als hij bleef steken Dc jubilaris stond er bedrem meld bij, maar zijn virouw knikte welgeval lig en tipte telkens denkbeeldige pluisjes van zijn jas. Het bleef met bij den krans en de toespraak Hij moest op zijn balcon- netie staan en naar beneden lfijken; daar stonden een achttal kameraden van hem en bliezen een ode De oude man voc-ide den wind door zijn haren strijken en een bibbering langs zijn ruggegraat sidderen. Hij deed zijn best om te glimlachen, maar het benauwde hem bovenmate. Toen kwam er een landauer met slingers groen en werd hij met zijn vrouw naar den patroon gere den. En die hield een toespraak en gaf hem een envelop en klopte hem op zijn schou ders en gaf hem eere-wijn en een dag vrij af Hij landauerde weer naar zijn woning, moest in zijn stoel zitten en handen scbud- 'e-n en taartjes ef.-- ,i bloemen krijger en versjes van de kleinkinderen aanhooren De gedachte, dat de dag tenslotte maar 24 uur had, hield hem op de been Maar toen die 24 uur om waren, Was hij niet meer op de been. Hij lag in bed en de dokter voelde zijn pols. Voor het eerst van zijn leven'. En voor het laatst. Het was te veel voor hem geweest Hij stierf aan de toespraken en VERSTUIKING. Bij het verstuiken van hand of voet, moet men deze flink wrijven met kampferspirit'us vermengd met water. SCHOONMAKEN VAN MEUBELEN Een zeemleeren lap is heel geschikt om bi; her schoonmaken te gebruiken voor meube len, die niet geboend behoeven te worden- Neem wat warm water en voeg er zóóveel azijn aan toe, dat het juist te ruiken is. DoOp daar den zeemen lap in onder en wring hem uit tot hij bijna droog is. Wrijf nu met dezen doek uw meubelen op. Alle vlekken moeten verdwijnen het hout krijgt een mooien'glans en de vingerafdrukken blijven er niet op staan EEN RAAD VOOR JUMPERBREISTERS Wees met wanhopig mevrouwtje, wanneet ge een aardigen jumper gebreid hebt, di® blijkt zóó nauw te zijn uitgevallen, dat hij meer van een harnas of maliënkolder heeft- Leg hef ongelukkige kleedingstuk onder een kletsnatten lap en strijk er voorzichtig met een heet ijzer overheen. Vervolgens rekt ge den jumper uit om hem wijder te maken- De mouwen kunnen op dezelfde wijz® worden behandeld. Papieren patronen, op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 ets. porto, aan het Comptoir de» Patrons, Molenstraat 48B Den Haag. D® maten op te -geven volgens onderstaande teekening. den wind op hét balconnetje en de bloe menlucht en den dag vrij-af, Zijn ,.fj menschen vergaten hem gauw. „HeerbJ dat hij zijn tachtigste nog gehaald heeft- zeiden ze wijs, „en dat we dien dag tot e® feestdag gemaakt hebben!" En toen ginge ze uitkijken naar een volgend slachtoff®r-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 8