EEN GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Donderdag 4 Februari 1926 Een rumoerige zitting der Belgische Kamer in verband met het aftre den van generaal Kestens. De burgemeester van Stockholm, een be kend pacifist, candidaat voor den Nobelprijs 1926. Over een concor daat tusschen Turkije en het Vaticaan zijn onderhandelingen geopend. Onder de Radio-berichten: Stresemann?s verklaringen over Duitsch- and's toetreding tot den Volkenbond. De samenzwering tegen den Griekschen dictator, Pangalos. Een revolutionnaire beweging in Por tugal bezworen. KERK EN SCHOOL. Father Schoemaker. GEM. BUITENL. BERICHTEN. De Capucijnen in Ned.-lndië. 4. „Zoudt u zoo goed willen zijn, weer alle deuren en vensters, daar te gaan openen, en dan midden in den salon te gaan staan? Ik moet u eenige oogenblikken verlaten," Zonder tegen te spreken gehoorzaamde doctor Minières onmiddellijk aan den wensch van den politieman. En toen hij midden in den salon stond, hoorde hij opeens een kreet, een lang kla gend geluid. Hij snélde naar het terras. Maar toen hij de richting van de rivier insloeg, kwam de heer ViauWe hem ai tege moet. „Ga niet verder," zei hij. „Ik ben het, die den kreet geslaakt heb, dien gij gehoord hebt." „Ik dacht, dat er een ongeluk gebeurd was, zei de doctor. „Houdt u bedaard. Ik stond op den rotsachtigen oever, toen ik dien kreet slaakte. En ik stond nog wel met het ge laat naar de overzijde van de rivier gericht. En toch heeft het geluid uwe ooron be reikt." „Ja zeker. Maar welke gevolgtrekking maakt u daaruit?" ('Nog geen enkele. Gij zijt al te voorba rig. Volg mij nu naar den oever van de rivier." Toen beiden daar waren gekomen, zei de inspecteur: „Ga nu aan den kant van het water staan, en pas op. Het heeft geregend, en de rotsen zijn nog glibberig. Ga nu plat op den bodem liggen. Wat ziet gij nu?" „Water, dat niet helder is, en water planten." „Juist. Eens vrouw, die hier in het water valt, zou zeker een angstkreet slaken, en die kreet zou gehoord worden door de per sonen die zich in den salon bevinden. En vergeet ook niet, dat het nu dag is, en dat in de duisternis het geluid veel verder doordringt. En er is nog meer: de heer de Prévannes zat op zijne bruid te wachten, en luisterde dus scherp, en een klagende kreet zooals ik dien daareven heb geuit, moest wel zijne opmerkzaamheid hebben getrokken." „Welnu." „Wacht even. Een mensch, die op deze plek zou uitglijden, zou in het water val len, dat hier twee voet diep is." „Jawel. Maar dan zou hij door den stroom worden ^neegevoerd." „Zeer juist. Maar hij zou hier een spoor hebben achtergelaten, en hier heb ik geen enkel spoor gevonden." „En wat besluit u hieruit?" „Dat juffrouw Chaligny hier niet in het water is gestort." „U gelooft dus niet aan een ongeval? „Neen." „Waaraan denkt u dan?" „Aan een misdaad. Maar ik heb daar voor nog andere redenen." Charles Minières wachtte. Maar de heer Viaüme zweeg. Eenige oogenblikken later nam hij den doctor weer mede naar den kleinen salon. Daar ging hij weer tegenover den doctor zitten, haalde een stuk papier te voorschijn, vouwde dat open, en toonde het aan den doctor, die vroeg: „Wat is dat?" „Dat zijn verwelkte rozenbladeren. Er zijn er drie. En bemerkt gij daaraan niets bij zonders?" „Neen." „Bezie ze dan eens nauwkeurig." „De bladen zijn verwelkt. Men zou zeg gen dat ze gedeeltelijk zijn afgeknaagd." „Juist". „Misschien door het een of ander insect." „Neen, doctor, niet door een insect," zei de de inspecteur op beslisten toon, „Ze zijn verteerd door een bijtend vocht, dat ook aan de rozen haar geur ontnam. Ruik maar eens aan die bladen, dan zult gij ont dekken, dat er geen geur meer aan is." „En wat besluit u daaruit?" „Ik besluit nog niets. Wees niet voorba rig. Ik zeg alleen, dat ik die bladen ge vonden heb in de kapel bij den bidstoel, waarop juffrouw Chaligny was neergeknield tegenover het altaar, en dat er waarschijn lijk op de rozen, waarvan deze bladereu zijn afgevallen, een bijtend vocht is uit gestort." Terwijl doctor Minières die bladen met aandacht beschouwde, kon men duidelijk zien, dat hij het niet eens was mét den politieman, die zulk em groot gewicht aan deze vondst scheen te hechten. „Ja, ik kan mij volkomen begrijpen, dat die bladen u op het oogenblik nog niets zeggen. Maar ik kan u nog meer -laten zien." Toen haalde de inspecteur uit zijn zak een nog veel grooter pak te voorschijn, opende het en haalde daaruit twee stukken kalk te voorschijn. „Ziehier! Dat heb ik aan den voet van den muur van het park gevonden. Beide stukken kalk lagen naast elkaar. Zij zijn van den top van den muur afgevallen, en moeten door een" menschenhand zijn afge rukt, Iemand moet over den muur zijn ge klommen. Maar ik heb u nog niet alles ge zegd. Op dezelfde plaats, waar ik die twee stukken kalk heb gevonden heb ik den die pen indruk van den hak van een laars ont dekt, en aan de overzijde van den muur weer denzelfden indruk, en dat doet mij veron derstellen, dat degene, van wien die afdruk afkomstig is, een zwaren last droeg, mis schien wel een menschelijk lichaam, „0, als dat eens zoo was!" rieD doctor Minières uit. „Het is nog wel niet geheel zeker, maar' de mogelijkheid bestaat toch," vervolgde de Inspecteur.„Maar er is nog meer. Indien mijn veronderstelling juist is, en die indrukken afkomstig zijn van den man van den beren wagen, dan had ik dezelfde indrukken ook moeten vinden op de plaats, waar die wagen heeft gestaan, en de indrukken, die ik daar heb gevonden, komen in 't geheel niet daar mee overeen. In dat geval zou de dader van schoeisel hebben moeten verwisselen, om ons op een valsch spoor te leiden, Temeer acht ik dat waarschijnlijk, omdat hij wist, dat het eerste spoor niet kon worden uit- gewischt." „Ik bewonder uw schranderheid, mijnheer Viaüme. Nooit had ik dat durven hopen. Maar wat moeten wij nu doen?" „Wij moeten in 't geheim, en op voor zichtige wijze mijnheer de Prévannes waar schuwen. Wanneer u mijn raad wilt opvol gen, dan moeten wij van dat alles niets aan mijnheer en mevrouw Chaligny zeggen. Dat zou tot niets dienen. Wij hebben wel eene waarschijnlijkheid, maar nog geen volkomen zekerheid. Het zijn alleen maar vermoedens enmen kan nooit weten. En ik ben van gevoelen, dat het wreed zou zijn, aan die ongelukkige ouders eene hoop te geven, die wij hun misschien later weer zouden moe ten ontnemen. De teleurstelling zou dan zoo groot zijn. Vindt u dat ook niet?" „Ja zeker. U hebt volkomen gelijk En ik ken mijn vriend voldoende. Maurice kan een geheim bewaren Hij zal zwijgen." „Wilt u hem dan gaan halen?" „Ja zeker. Ik zal het dadelijk doen." Het uiterlijk van Maurice de Prévannes was wel in staat, het medelijden op te wek ken. Vanaf het oogenblik, dat deze ontzetten de slag hem had getroffen, was hij de wan hoop nabij. „Moet gij mij spreken?" vroeg hij met doffe stem, toen zijn vriend hem kwam roe pen. Met gebogen hoofd volgde hij den doc tor. „Wal is er nu weer?" vroeg hij ontevre den. „Kan men mij dan niet met rust laten?" „Ik zelf moet je noodzakelijk spreken, beste vriend," zei de doctor „O, neem het mij dan niet kwalijk. Char les. Wat kan ik er aan doen? Het verdriet doet mij mijne bezinning verliezen. En gij moet alles verlaten, om mij in mijn*ongcluk bi; te staan. O, hoe ondankbaar ben ik toch jegens' mijn besten vriend." Hij barstte in snikken uit. „Ja, beste vriend, laat den vrijen loop aai. je tranen, en schaam je daarover niet. Nie mand dan ik ziet het immers. Het zal je verlichting brengen, maar wanneer je hebt uitgeweend, luister dan eens bedaard naar hetgeen ik je te zeggen heb," „Helaas, wat kunt ge mij nog te zeggen hebben!" „Ik weet nog niets met zekerheid, maar ik zou wenschen, dat ge een onderhoud hadt met iemand, die hier is' gekomen, en wiens De Belgische Kamer over het aftreden van generaal Kestens. De liberale Kamerleden Franck en De- véze hebben gisteren de regeering geïnter pelleerd over het ontslag van generaal Kes tens als minister van landsverdediging. Daar men verwachtte, dat zich bij die ge legenheid heftige tooneelen zouden voor doen, was de belangstelling van het publiek zeer groot. Generaal Kestens zelf woonde in burgerkleeding de vergadering in de tri bune der ambtenaren bij./"" Te midden van de grootste opschudding en hevig lawaai verweet Franck de regee ring, dat, indien het leger in 1914 niet pa raat was, dit aan haar is te wijten, wat heftig verzet van de zijde der Katholieken uitlokte. Met trillende stem besloot Franck met „ce grand mort, le cardinal Mercier" in het debat te mengen en den lof te zingen van het leger, dat de overwinning heeft be vochten en zooveel ondank op zijn weg ont moet. De minister-president antwoordde dade lijk, dat Kestens inderdaad alleen ontslag heeft genomen om de enkele reden, dat "de regeering de nieuwe regeling op de lichting van 1925 wilde toepassen. De technische redenen, die de géneraal aanvoerde kwa men den anderen leden der regeering niet steekhoudend voor. Kestens, die de passage in de regeeringsverklaring over de noodza kelijkheid om den diensttijd te verminderen eigenhandig heeft geschreven, verdiende overigens wegens de door hem bewezen diensten onvermengden lof. Eerlang wordt hij in een belangrijken post benoemd. Poül- let zei nog, dal hij op geen enkelen gene raal een beroep had gedaan om Kestens op te volgen. Hij zou het verkeerd hebben ge vonden een generaal tegenover een anderen generaal te stellen. Verder besloot hij met te zeggen, dat de nieuwe regeling, die vóór de bezetting van het Ruhrgebied reeds was ingevoerd en ten gevolge van die bezetting was geschorst, allerminst ten gevolge zou hebben, dat de legerorganisatie zou worden verzwakt en dat het leger onder het nieuwe regiem ster ker zou zijn dan het geweest zou zijn, als de plannen van Devèze ten uitvoer waren ge- egd. Poulle.t werd langdurig toegejuicht door le leden der coalitie-meerderheid. Hierna hield Devèze een opgewonden ede. .Herhaaldelijk werd hij heftig in de rede gevallen. Hij besloot met te zeggen, dat het ontslag van Kestens, Maglinse en verdere officieren de grootste ontevredenheid in het leger had teweeg gebracht. Poullet verklaarde dadelijk daarop, dat, als die geest in het leger heerscht, dit aan Devèze, die Kestens' voorganger was, is te wijten. Zeer ier snede merkte Poullet op, dat het gan- sche leger de „Megalomaansche plan nen" van Devèze heeft afgezworen zöodra hij, Devèze, door een generaal werd vervangen. Devèze was trouwens steeds tegen de plannen van Maglinse gekant. Nu speelt hij Maglinse tegen de regeering uit. Poullet besloot zijn tweede rede met te verklaren, dat geen nieuwe vermindering van den diensttijd door de .regeering zal wor den voorgesteld (men weet dat socia listen en christen-democraten den diensttijd op zes maanden willen te rugbrengen), maar dat een geheele hervorming van de legerorganisatie zal worden voorgesteld, volgens een plan. dat, naar spr. meende te mogen zeg gen, de algemeene goedkeuring zal wegdragen. De actie van het Duitsche spoorwegpersoneel. Het bestuur der centrale organisatie fan overheidspersoneel heeft met al gemeene stemmen besloten om, indien de gisteren begonnen onderhandelin gen tusschen het spoorwegpersoneel en de directie der spoorwegmaat schappij geen resultaten opleveren, de andere centrale organisaties tot een gemeenschappelijke actie tegen de maatschappij uit te noodigen. dit was bekend gemaakt verscheen zij in de zaal iji begeleiding van een communistisch landdaglid, die tevens advocaat is, wien zij verzocht had de verdediging van haar man op zich te nemen, waartegen Stein zich ver zette. Kort voordat het vonnis werd voorgelezen drong de wanhopige vrouw door tot bij de beklaagdenbank en bezwoer haar man onder tranen alles te zeggen wat hij wist. Later verklaarde de vrouw materiaal in handen te hebben, waaruit zou blijken, dat het heele moordplan van v. Senden was uit gegaan. Toen v. Senden na zijn vrijspraak met zijn echtgenoote en advocaat het gerechts gebouw verliet, riep de vrouw van Stein hem na: „Jij bent de moordenaar!" In antwoord op een desbetreffende vraag van communistische zijde of minster Strese- mann eenige oLicieele stappen had gedaan om de openbaarheid bij het Berlijnsche veemmoordproces uit te sluiten, heeft de minister in de begrootingscommissie ver klaard, dat door hem géén officieele stappen tegenover de rechtbank zijn gedaan. De landbouwpolitiek der Engelsche regeering. De regeering publiceert een Witboek, waarin zij haar landbouwpolitiek uiteenzet. Subsidies worden definief afgeschaft. Den landbouwers wordt aangeraden al hun krachten te besteden aan de bevordering van de veeteelt, ten einde tegemoet te komen aan de behoeften der bevolking aan vleesch en melk. De regeering zal hulp ver- leenen door het voorbereiden van een stel sel van cr.edieten op korten termijn, de be vordering van het kleinbedrijf, de uitbreiding der bebossching, en het beschikbaar stellen van een bedrag van een millioen pond ster ling, verdeeld over vijf jaar, voor het uit voeren van Hraineerwerken. Ten slotte wordt verklaard, dat verzoeken om onder steuning van coöperatieve organisties in welwillende overweging zullen worden ge nomen. Men stelt zich voor de ondersteu ning der productie in het Rijk uit te breiden tot die in Engeland zelf. Mishandeling van een Sovjetdiplomaat. Het „Journal" meldt dat een Geor- gisch oud-officier Georges Molidge zich Dinsdagmorgen v erschillende malen aan de Russische ambassade te Parijs vervoegde en tenslotte bij den secretaris der ambassade Konstantijn Jabceboski werd toegelatefl, dien hij nadrukkelijk te spreken vroeg. Hij diende deze eenige hevige vuistslagen in het gelaat toe. Hij werd onmiddel lijk aangehouden, doch weigerde iede re inlichting over de reden van zijn optreden. Jaboeboski verklaarde zijn aanvaller niet te kennen. De Nobelprijs voor den vrede. Acbl-en-tachtig leden van den Zweedschen Rijksdag hebben een ver zoekschrift gericht tot het Noorsche Storting, waarin zij voor den Nobel prijs van 1926 aanbevelen den burge meester van Stockholm, Carl Lindha- gen, tevens lid van den Rijksdag. Massa-ontslag van ambtenaren. Bij besluit van generaal Pangalos volgens inlichtingen van bevoegde zijde met den minister van buitenlandsche zaken on derhandelingen heeft aangeknoopt voor het sluiten van een concordaat tusschen het Va ticaan en Turkije. De vreemdelingenwetten. Het Amerikaansche antwoord op de Mexi- caansche nota inzake de onlangs uitgevaar digde wetten betreffende de vreemdelingen in Mexico is verzonden. De voorbereidende ontwa peningsconferentie. Volgens een telegram uit Washington aan de (Parijsche) „New York Herald" heeft dc Amerikaansche gezant te Bern instructie ontvangen om er Sir Eric Drummond van in kennis te stellen, dat Amerika geen formeel De nieuwe premier van Japan. Premier Wakatsoeki heeft ir> een rede verklaard, dat hij in verband nel de nood zakelijkheid van het economisch oerstel van Japan voorstander is van ontwapening. Kanton contra Hongkong. Uit Hongkong wof-dt gemeld: De onder handelingen met Kanion over een opheffing van den boycot en staking zijn niet hervat en hoe meer het Chineesche Nieuwjaar (13 Februari) nadert, des te grooter wordt het gevaar voor vijandigheden. De Kantonneezen doen la het mogelijKe om te bewerken, dat de Chineesche kooplieden en arbeiders te Honkong aan de staking deelnemen, doch de kooplieden verklaren, dat zij niet het voor nemen hebben, zich bij de staking aan te sluiten. Verscheidene hunner echter, die de Nieuwjaarsbetalingen niet zullen overleven en anderen, die eveneens in financieele OVERDRIJVING. In New-York, waar al 'n hotel voor honden beslaat, kan men ook 't rijtuig van dit hotel door de straten zien rijden, waarin de dieren worden vervoerd. Beieren en hel plan- Dawes. In de begrootingscommissie uit den Beierschen Landdag is Dinsdag een voorstel der D.-nationalen aangeno men, waarin aan de Beiersche regee ring wordt verzocht er bij de rijksre- geering op aan te dringen stappen te doen tot herziening van het plan- Dawes. De soc.-dem. stemden blanco. Vóór de stemming verklaarde de ver tegenwoordiger der Beiersche regee ring, dat deze reeds van den aanvang af overtuigd was geweest, dat de ver plichtingen ingevolge het plan-Dawes niet konden worden vervuld. Met het stijgen der jaarlijksche lasten van dit plan zal ook van jaar tot jaar de on mogelijkheid der uitvoering duidelijker blijken. Zells de tegenpartij zal moeten erkennen, dat dit niet de schuld van Duitschland is, maar haar eigen schuld, omdat zij bij de berekening van het Duitsche prestatievermogen van ver keerde veronderstellingen is uitge gaan. De pensioenen der Hohenzollerns. In de juridische commissie uit den rijksdag deed de vertegenwoordiger der Pruisische regeering mededeelin- gën omtrent de pensioenen der leden van het voormalige Pruisische konings huis. EEN OLIFANT VAN BLOEMEN. Bij een blcemenfeest in Kalifornië is de eerste prijs toegekend aan dit reusachtige bloemstuk. EEN GOUDEN FEEST. Dc jubileum-feesten te Baroda gehouden ter gelegenheid van het 50-jarig regeeringsjubileum van den Maharadja van Sayajiroc in voor-indië. De veemmoorden. Dinsdagmiddag is het in het gerechtsge bouw tot dramatische tooneelen gekomen. De vrouw van Stein, een der ter dood ver oordeelden, wilde als getuigen worden ge hoord, waariygen de verdediger zich ver zette. Zij stak niet onder stielen of banken dat zij den vrijgesproken kapitein von Sen den wilde bezwaren. Ondanks het protest van den verdediger besloot de» rechtbank haar als getuige te hooren, doch nog voor Ex-prins Eitel Friedrich ontvangt sedert 1 Dec. 1923 als voormalig divisiecomman dant met den rang van generaal-majoor 10.074 mark per jaar; ex-prins Adalbert als voormalig korvetkapitcin 4830 M.; ex-prins Oskar als konoel 7554 M.; ex-prins Hein- ïich als „Grossadmiral" en inspecteur-gene raal der marine sedert 1 Maart 1925 per jaar 17.127 M„ en Joachim Albrecht van Pruisen sedert 1 Mei 1908 jaarlijks 3013 M. zijn 20.000 ambtenaren om bezuinigingsrede nen ontslagen. De Kleine Entente. Op 10 Februari zal te Temesvar (Roeme-' nië) een conferentie der Kleine Entente-sta- ten worden' gehouden. Een concordaat tusschen Turkije en het Vaticaan. Mgr. Rotta, de apostolische gedelegeerde, is heden uit Angora teruggekeerd, waar hij bezwaar heeft tegen de verdaging der voor bereidende ontwapeningsconferentie. De staking in de Ameri kaansche anthracietmijnen. De conferentie tusschen mijneigenaars en mijnwerkers te Philadelphia bijeengeroepen ter beëindiging van de staking in de anthra cietmijnen, is mislukt, zoodal dc staking blijft voorduren. Ontwapening, Wereldhof en Volkenbond. Uil Washington wordt aan de „Times" gemeld: De woordvoerder van hel Witte Huis, als hoedanig Coolidge persoonlijk be schouwd wordt wanneer hij tot de pers spreekt, gaf op die vragen va£ de pers zijn opvattingen, wat betreft het Wereldge rechtshof. den Volkenbond en het ontwa- peningsvraagstuk. De president wenscht. dat bekend wordt, dat hij diep teleurgesteld is door de noozakelijkheid, die is gebleken om de voorbereidende ontwapeningsconferentie te Genève uit te stellen. Zijn belangstelling voor het verminderen van de bewapeningen is nog altijd even groot en deze belangstel ling gaf hem aanleiding om aanstonds de uitnooding tot de conferentie aan te nemen in weerwil van het feit, dat hij het vraag stuk moet aanvatten op een wijze, die naar zijn meening niet bepaald de beste was en de beste resultaten zou afwerpen. Wat het Haagsche Gerechtshof betreft koestert Coolidge het vertrouwen, dat het volk der Vereenigde Staten niet zal worden beïnvloed door degenen, die verklaren, dat dit de eerste stap is tot het lidmaatschap van Amerika van den Volkenbond. Coolidge geloofde, dat de landen, die reeds tot het Gerechtshof toetraden, de aanvaarding door Amerika van het protocol zelf met voldoe ning en aanmoediging zullen beschouwen. Het Gerechtshof is een juridische corporatie, terwijl het Volkenbond als een politieke corporatie moet worden beschouwd en aan sluiting van Amerika bij de eene sluit aan sluiting bij de andere geenszins in zich. moeilijkheden verkeeren zouden graag hun onbekwaamheid om hun linacieelu verplich tingen na te komen, op de staking schuiven. Groote strijdkrachten uit Kanton bewegen zich intusschen naar het Noorden om de grenzen te beschermen en we! naar aanlei ding van hel bericht, dat Woe Pei Foe een beweging tegen het Zuiden in den zin heeft. zakenmenschen is dat voorwaar een groot gemak, daar men nu alleen maar 'in het be zit moet zijn v an een geidigen pas en moet men onverwacht voor zaken naar Holland, dan behoeft inen uiei op een visum te wachten. Ook voor talrijke dienstmeisjes is het een gemak, voor mevrouw een gel delijk voordeel, daar deze meestal voor deze onkosten opdraaide. Hel afschaffen van het pasvisum heeft echter ook zijn schaduwzijde, dat onder vond men reeds heden aan het station aldaar. Alle Duitsche treinen waren vol. sommige overbezet, meest jonge mannen en meisjes. Vroeg men hun of zij reeds een be trekking hadden, dan was het antwoord meestal: „Nein, aber wir boffen bald, eine Steliung zd bekommen." De meeste man nen waren bankwerkers, metaaldraaiers, metselaars enz., welke krachten men mo menteel hier in Holland ook niet te kort komt, en daar er in Duitschland tiendui zendtallen werkloozen zijn, zoo komen deze menschen op goed geluk naar hier, om ten slotte onzen valklui het brood uit den mond te stooten. Hoe handelt de Duitsche regee ring daarentegen? Dagelijks komen Hol landers uit Duitschland. menschen, die twintig, vijf en twintig jaar op dezelfde fa briek hebben gewerkt, maar thans ontsla gen zijn, daar eerst de Duitschers moeten te werk gesteld worden. De Hollanders, die nog in Duitschland blijven, hopende op betere tijden, moeten door ons land on dersteund worden (hetgeen honderdduizen den kost), daar ze anders. ..als zijnde zon der middel van bestaan", over de grenzen gezet worden. En in ons land worden de Duitschers in vele gevallen ie werk gesteld, vooral als ze voor minder 'non willen wer ken en bij geen bond zijn ingesloten, waar de patroons dus ook geen si. van hebben.- Het vorige jaar moest inen o een verkla ring hebben van de Arbeidsbeurs (sinds Januari opgeheven), dat er een dergelijke Hollandsche werkkracht, niet te krijgen was. waarop de Duitsche aanv règer het Holl visum kon krijgen. Ook zag men vele juiirouwtjes, welke in hun pas hadden staan: Ehefrau zus en zoo. Deze dametjes waren echter opvallend opge dirkt en gepoeierd en hoewel ze ook op gaven een betrekking hier te zoeken, zal dit wel met andere Jredoelinge, zijn. Het is moeilijk deze vrouwen thans te weren, zij begeven zich naar het „Burgermeister Amt' in dc- plaats hunner inwoning; krijgen daar 'voor 5 Mark een pas, geldig voor twee jaar en worden aan de grenzen niet geweerd. Zij verdwijnen in de groote steden, waar zij meestal geen vaste woonplaats hebben, tot zij het te bont maken en ore» de grenzen ge zet worden. Naar de Msb. verneemL is de toestand van den Zeereerw. Father Schoemaker, rector van het St. Joseph's Missiehuis tc Roosendaal gced vooruitgaande. Hij is geheel bij kennis maar zal nog enkele weken rust moeten nemen. HET TREFBOEK. Het Keulsche Vreemdelingenverkeer heeft een „Treff"- of „Findebuch" ingevoerd om het handelsvrienden gemakkelijker te ma ken elkaar ergens op een bepaald punt aan te treffen. Nietwaar, hoe vaak gebeurt het niet^ bijv. door het missen van een treinaansluiting of door een plotselinge verhindering, dat men onmogelijk op het afgesproken uur op een bepaald punt in dc stad kan zijn. zonder dat men tijd heeft gehad den ander te waarschu wen. Deze staal tevergeefs te wachten en geen van beiden weet waar nu op een later uur elkaar te treffen. Nu biedt het „Treffbuchuitkomst. Op enkele schreden van het hoofdstation is liet bureau van het V. V. gevestigd. Han delende in de lijn van zijn doel:: bevorde ring van het vreemdelingenverkeer en het uil den weg ruimen voor vreem de bezoekers van e\entueele moeilijkhe den. heeft het in zijn gebouw een „Finden- buch" ter beschikking gelegd. De te laai voor zijn afspraak gekomen handelsman schrijft daarin waar en boelaat hij te treffen is en zijn kameraad, die hem te vergeefs ge wacht heeft weet. dat hij op hel bureau van" het V. V. de nieuwe afspraak kan vinden. De geheele bemiddeling is kosteloos. EVANGELINE BOOTH. Evangeline Booth, de leidster van het Amerikaansche Heilsleger moet op raad van haar dokters tijdelijk haar werkzaam heden staken en volkomen rust nemen aan zee. Vier jaar geleden heeft zij een ernstige bronchitis en pleuris gehad, waarvan zij nooit geheel hersteld is, en gevreesd uordi nu dat, wanneer zij geen rust neemt, LIEVE HUISDIERTJES. Een jonge Amerikaansche wetenschappelijke zij is reeds 54 jaar dame heeft vriendschap gesloten met twee giflslangen, met dc oud laar zenu- bedoeling de dieren te besludeeren. wen de spanning, die haar zware arbeid eischt, niet langer zullen uit houden. Men acht het niet uitgesloten, dat zij voorgoed haar po sitie van leidster van het Ameri kaansche Heilsle ger zal moeten op geven. DE AFSCHAF FING DER PASVISA. Men schrijft uit Zevenaar aan de „Am. Crt." d.d. 1 Februari: Zooals men weet, is van af heden, het Ned. visum voor Duitschland afge schaft. Voor de Aan een statistiek betreffende de missiën der paters Capucijnen in Ned.-lndië onl- leenen wij het volgende: Apostolisch Vicaraat van Borneo: 22 pa ters, 21 broeders en 53 zusters. Het aantal katholieken bedraagt 5357 met 559 catechumenen. Te Sanggau. twee Sagen van Pontianak, komt een nieuwe missieslatie. Te Sambas aan de Westkust verrees een flinke meisjes school en ziekenhuis. Voor dit ziekenhuis hebben zoowel heidenen als Mohamme danen offers bijgedragen. 'Spoedig zal men ook le Pontianak. be ginnen met het oprichten van een R. K. ziekenhuis evenals te Pemangkat. Apostolische Prefectuur van Sumatra, In dat missiegebied zijn werkzaam 16 paters en 6 broeders Capucijnen, 10 fraters van Til burg, 56 zusters, 17 leeken-onderwijzers en onderwijzeressen en 11 catechisten. Hei aantai katholieken bedraagt 5506, dat der catechumenen 886. Het gehalte der Katholieken gaat goed vooruit. Aan 213 -personen wordt geregeld" catechismus-onderwijs gegeven. In de 20 scholen zijn nu meer dan 1900 leerlingen. De fraters-scholen te' Padang gaan uit stekend. Momenteel tellen ze ruim 400 jon gens, tegen het vorig jaar 219. De school der Chineesche meisjes telt 286 leerlingen. 3 October kwamen de zusters van Benne- broek te Sawah-Loento en nu hebben zii reeds 180 leerlingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7