EEN GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Donderdag 4 Februari 1926
Een rumoerige zitting der Belgische Kamer in verband met het aftre
den van generaal Kestens. De burgemeester van Stockholm, een be
kend pacifist, candidaat voor den Nobelprijs 1926. Over een concor
daat tusschen Turkije en het Vaticaan zijn onderhandelingen geopend.
Onder de Radio-berichten: Stresemann?s verklaringen over Duitsch-
and's toetreding tot den Volkenbond. De samenzwering tegen den
Griekschen dictator, Pangalos. Een revolutionnaire beweging in Por
tugal bezworen.
KERK EN SCHOOL.
Father Schoemaker.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De Capucijnen in Ned.-lndië.
4.
„Zoudt u zoo goed willen zijn, weer alle
deuren en vensters, daar te gaan openen,
en dan midden in den salon te gaan staan?
Ik moet u eenige oogenblikken verlaten,"
Zonder tegen te spreken gehoorzaamde
doctor Minières onmiddellijk aan den
wensch van den politieman.
En toen hij midden in den salon stond,
hoorde hij opeens een kreet, een lang kla
gend geluid.
Hij snélde naar het terras.
Maar toen hij de richting van de rivier
insloeg, kwam de heer ViauWe hem ai tege
moet.
„Ga niet verder," zei hij. „Ik ben het, die
den kreet geslaakt heb, dien gij gehoord
hebt."
„Ik dacht, dat er een ongeluk gebeurd
was, zei de doctor.
„Houdt u bedaard. Ik stond op den
rotsachtigen oever, toen ik dien kreet
slaakte. En ik stond nog wel met het ge
laat naar de overzijde van de rivier gericht.
En toch heeft het geluid uwe ooron be
reikt."
„Ja zeker. Maar welke gevolgtrekking
maakt u daaruit?"
('Nog geen enkele. Gij zijt al te voorba
rig. Volg mij nu naar den oever van de
rivier."
Toen beiden daar waren gekomen, zei de
inspecteur:
„Ga nu aan den kant van het water
staan, en pas op. Het heeft geregend, en
de rotsen zijn nog glibberig. Ga nu plat
op den bodem liggen. Wat ziet gij nu?"
„Water, dat niet helder is, en water
planten."
„Juist. Eens vrouw, die hier in het water
valt, zou zeker een angstkreet slaken, en
die kreet zou gehoord worden door de per
sonen die zich in den salon bevinden. En
vergeet ook niet, dat het nu dag is, en dat
in de duisternis het geluid veel verder
doordringt. En er is nog meer: de heer de
Prévannes zat op zijne bruid te wachten,
en luisterde dus scherp, en een klagende
kreet zooals ik dien daareven heb geuit,
moest wel zijne opmerkzaamheid hebben
getrokken."
„Welnu."
„Wacht even. Een mensch, die op deze
plek zou uitglijden, zou in het water val
len, dat hier twee voet diep is."
„Jawel. Maar dan zou hij door den
stroom worden ^neegevoerd."
„Zeer juist. Maar hij zou hier een spoor
hebben achtergelaten, en hier heb ik geen
enkel spoor gevonden."
„En wat besluit u hieruit?"
„Dat juffrouw Chaligny hier niet in het
water is gestort."
„U gelooft dus niet aan een ongeval?
„Neen."
„Waaraan denkt u dan?"
„Aan een misdaad. Maar ik heb daar
voor nog andere redenen."
Charles Minières wachtte.
Maar de heer Viaüme zweeg.
Eenige oogenblikken later nam hij den
doctor weer mede naar den kleinen salon.
Daar ging hij weer tegenover den doctor
zitten, haalde een stuk papier te voorschijn,
vouwde dat open, en toonde het aan den
doctor, die vroeg:
„Wat is dat?"
„Dat zijn verwelkte rozenbladeren. Er zijn
er drie. En bemerkt gij daaraan niets bij
zonders?"
„Neen."
„Bezie ze dan eens nauwkeurig."
„De bladen zijn verwelkt. Men zou zeg
gen dat ze gedeeltelijk zijn afgeknaagd."
„Juist".
„Misschien door het een of ander insect."
„Neen, doctor, niet door een insect," zei
de de inspecteur op beslisten toon, „Ze
zijn verteerd door een bijtend vocht, dat
ook aan de rozen haar geur ontnam. Ruik
maar eens aan die bladen, dan zult gij ont
dekken, dat er geen geur meer aan is."
„En wat besluit u daaruit?"
„Ik besluit nog niets. Wees niet voorba
rig. Ik zeg alleen, dat ik die bladen ge
vonden heb in de kapel bij den bidstoel,
waarop juffrouw Chaligny was neergeknield
tegenover het altaar, en dat er waarschijn
lijk op de rozen, waarvan deze bladereu
zijn afgevallen, een bijtend vocht is uit
gestort."
Terwijl doctor Minières die bladen met
aandacht beschouwde, kon men duidelijk
zien, dat hij het niet eens was mét den
politieman, die zulk em groot gewicht aan
deze vondst scheen te hechten.
„Ja, ik kan mij volkomen begrijpen, dat
die bladen u op het oogenblik nog niets
zeggen. Maar ik kan u nog meer -laten
zien."
Toen haalde de inspecteur uit zijn zak
een nog veel grooter pak te voorschijn,
opende het en haalde daaruit twee stukken
kalk te voorschijn.
„Ziehier! Dat heb ik aan den voet van
den muur van het park gevonden. Beide
stukken kalk lagen naast elkaar. Zij zijn
van den top van den muur afgevallen, en
moeten door een" menschenhand zijn afge
rukt, Iemand moet over den muur zijn ge
klommen. Maar ik heb u nog niet alles ge
zegd. Op dezelfde plaats, waar ik die twee
stukken kalk heb gevonden heb ik den die
pen indruk van den hak van een laars ont
dekt, en aan de overzijde van den muur weer
denzelfden indruk, en dat doet mij veron
derstellen, dat degene, van wien die afdruk
afkomstig is, een zwaren last droeg, mis
schien wel een menschelijk lichaam,
„0, als dat eens zoo was!" rieD doctor
Minières uit.
„Het is nog wel niet geheel zeker, maar'
de mogelijkheid bestaat toch," vervolgde de
Inspecteur.„Maar er is nog meer. Indien mijn
veronderstelling juist is, en die indrukken
afkomstig zijn van den man van den beren
wagen, dan had ik dezelfde indrukken ook
moeten vinden op de plaats, waar die wagen
heeft gestaan, en de indrukken, die ik daar
heb gevonden, komen in 't geheel niet daar
mee overeen. In dat geval zou de dader van
schoeisel hebben moeten verwisselen, om
ons op een valsch spoor te leiden, Temeer
acht ik dat waarschijnlijk, omdat hij wist,
dat het eerste spoor niet kon worden uit-
gewischt."
„Ik bewonder uw schranderheid, mijnheer
Viaüme. Nooit had ik dat durven hopen.
Maar wat moeten wij nu doen?"
„Wij moeten in 't geheim, en op voor
zichtige wijze mijnheer de Prévannes waar
schuwen. Wanneer u mijn raad wilt opvol
gen, dan moeten wij van dat alles niets aan
mijnheer en mevrouw Chaligny zeggen. Dat
zou tot niets dienen. Wij hebben wel eene
waarschijnlijkheid, maar nog geen volkomen
zekerheid. Het zijn alleen maar vermoedens
enmen kan nooit weten. En ik ben van
gevoelen, dat het wreed zou zijn, aan die
ongelukkige ouders eene hoop te geven, die
wij hun misschien later weer zouden moe
ten ontnemen. De teleurstelling zou dan zoo
groot zijn. Vindt u dat ook niet?"
„Ja zeker. U hebt volkomen gelijk En ik
ken mijn vriend voldoende. Maurice kan een
geheim bewaren Hij zal zwijgen."
„Wilt u hem dan gaan halen?"
„Ja zeker. Ik zal het dadelijk doen."
Het uiterlijk van Maurice de Prévannes
was wel in staat, het medelijden op te wek
ken.
Vanaf het oogenblik, dat deze ontzetten
de slag hem had getroffen, was hij de wan
hoop nabij.
„Moet gij mij spreken?" vroeg hij met
doffe stem, toen zijn vriend hem kwam roe
pen. Met gebogen hoofd volgde hij den doc
tor.
„Wal is er nu weer?" vroeg hij ontevre
den. „Kan men mij dan niet met rust laten?"
„Ik zelf moet je noodzakelijk spreken,
beste vriend," zei de doctor
„O, neem het mij dan niet kwalijk. Char
les. Wat kan ik er aan doen? Het verdriet
doet mij mijne bezinning verliezen. En gij
moet alles verlaten, om mij in mijn*ongcluk
bi; te staan. O, hoe ondankbaar ben ik toch
jegens' mijn besten vriend."
Hij barstte in snikken uit.
„Ja, beste vriend, laat den vrijen loop aai.
je tranen, en schaam je daarover niet. Nie
mand dan ik ziet het immers. Het zal je
verlichting brengen, maar wanneer je hebt
uitgeweend, luister dan eens bedaard naar
hetgeen ik je te zeggen heb,"
„Helaas, wat kunt ge mij nog te zeggen
hebben!"
„Ik weet nog niets met zekerheid, maar ik
zou wenschen, dat ge een onderhoud hadt
met iemand, die hier is' gekomen, en wiens
De Belgische Kamer over het
aftreden van generaal Kestens.
De liberale Kamerleden Franck en De-
véze hebben gisteren de regeering geïnter
pelleerd over het ontslag van generaal Kes
tens als minister van landsverdediging.
Daar men verwachtte, dat zich bij die ge
legenheid heftige tooneelen zouden voor
doen, was de belangstelling van het publiek
zeer groot. Generaal Kestens zelf woonde
in burgerkleeding de vergadering in de tri
bune der ambtenaren bij./""
Te midden van de grootste opschudding
en hevig lawaai verweet Franck de regee
ring, dat, indien het leger in 1914 niet pa
raat was, dit aan haar is te wijten, wat
heftig verzet van de zijde der Katholieken
uitlokte. Met trillende stem besloot Franck
met „ce grand mort, le cardinal Mercier" in
het debat te mengen en den lof te zingen
van het leger, dat de overwinning heeft be
vochten en zooveel ondank op zijn weg ont
moet.
De minister-president antwoordde dade
lijk, dat Kestens inderdaad alleen ontslag
heeft genomen om de enkele reden, dat "de
regeering de nieuwe regeling op de lichting
van 1925 wilde toepassen. De technische
redenen, die de géneraal aanvoerde kwa
men den anderen leden der regeering niet
steekhoudend voor. Kestens, die de passage
in de regeeringsverklaring over de noodza
kelijkheid om den diensttijd te verminderen
eigenhandig heeft geschreven, verdiende
overigens wegens de door hem bewezen
diensten onvermengden lof. Eerlang wordt
hij in een belangrijken post benoemd. Poül-
let zei nog, dal hij op geen enkelen gene
raal een beroep had gedaan om Kestens op
te volgen. Hij zou het verkeerd hebben ge
vonden een generaal tegenover een anderen
generaal te stellen.
Verder besloot hij met te zeggen, dat de
nieuwe regeling, die vóór de bezetting van
het Ruhrgebied reeds was ingevoerd en ten
gevolge van die bezetting was geschorst,
allerminst ten gevolge zou hebben, dat de
legerorganisatie zou worden verzwakt en
dat het leger onder het nieuwe regiem ster
ker zou zijn dan het geweest zou zijn, als de
plannen van Devèze ten uitvoer waren ge-
egd.
Poulle.t werd langdurig toegejuicht door
le leden der coalitie-meerderheid.
Hierna hield Devèze een opgewonden
ede.
.Herhaaldelijk werd hij heftig in de rede
gevallen. Hij besloot met te zeggen, dat het
ontslag van Kestens, Maglinse en verdere
officieren de grootste ontevredenheid in het
leger had teweeg gebracht.
Poullet verklaarde dadelijk daarop,
dat, als die geest in het leger
heerscht, dit aan Devèze, die Kestens'
voorganger was, is te wijten. Zeer ier
snede merkte Poullet op, dat het gan-
sche leger de „Megalomaansche plan
nen" van Devèze heeft afgezworen
zöodra hij, Devèze, door een generaal
werd vervangen. Devèze was trouwens
steeds tegen de plannen van Maglinse
gekant. Nu speelt hij Maglinse tegen
de regeering uit. Poullet besloot zijn
tweede rede met te verklaren, dat
geen nieuwe vermindering van den
diensttijd door de .regeering zal wor
den voorgesteld (men weet dat socia
listen en christen-democraten den
diensttijd op zes maanden willen te
rugbrengen), maar dat een geheele
hervorming van de legerorganisatie zal
worden voorgesteld, volgens een plan.
dat, naar spr. meende te mogen zeg
gen, de algemeene goedkeuring zal
wegdragen.
De actie van het Duitsche
spoorwegpersoneel.
Het bestuur der centrale organisatie
fan overheidspersoneel heeft met al
gemeene stemmen besloten om, indien
de gisteren begonnen onderhandelin
gen tusschen het spoorwegpersoneel
en de directie der spoorwegmaat
schappij geen resultaten opleveren, de
andere centrale organisaties tot een
gemeenschappelijke actie tegen de
maatschappij uit te noodigen.
dit was bekend gemaakt verscheen zij in de
zaal iji begeleiding van een communistisch
landdaglid, die tevens advocaat is, wien zij
verzocht had de verdediging van haar man
op zich te nemen, waartegen Stein zich ver
zette.
Kort voordat het vonnis werd voorgelezen
drong de wanhopige vrouw door tot bij de
beklaagdenbank en bezwoer haar man onder
tranen alles te zeggen wat hij wist.
Later verklaarde de vrouw materiaal in
handen te hebben, waaruit zou blijken, dat
het heele moordplan van v. Senden was uit
gegaan.
Toen v. Senden na zijn vrijspraak met
zijn echtgenoote en advocaat het gerechts
gebouw verliet, riep de vrouw van Stein
hem na: „Jij bent de moordenaar!"
In antwoord op een desbetreffende vraag
van communistische zijde of minster Strese-
mann eenige oLicieele stappen had gedaan
om de openbaarheid bij het Berlijnsche
veemmoordproces uit te sluiten, heeft de
minister in de begrootingscommissie ver
klaard, dat door hem géén officieele
stappen tegenover de rechtbank zijn
gedaan.
De landbouwpolitiek der
Engelsche regeering.
De regeering publiceert een Witboek,
waarin zij haar landbouwpolitiek uiteenzet.
Subsidies worden definief afgeschaft. Den
landbouwers wordt aangeraden al hun
krachten te besteden aan de bevordering
van de veeteelt, ten einde tegemoet te
komen aan de behoeften der bevolking aan
vleesch en melk. De regeering zal hulp ver-
leenen door het voorbereiden van een stel
sel van cr.edieten op korten termijn, de be
vordering van het kleinbedrijf, de uitbreiding
der bebossching, en het beschikbaar stellen
van een bedrag van een millioen pond ster
ling, verdeeld over vijf jaar, voor het uit
voeren van Hraineerwerken. Ten slotte
wordt verklaard, dat verzoeken om onder
steuning van coöperatieve organisties in
welwillende overweging zullen worden ge
nomen. Men stelt zich voor de ondersteu
ning der productie in het Rijk uit te breiden
tot die in Engeland zelf.
Mishandeling van een
Sovjetdiplomaat.
Het „Journal" meldt dat een Geor-
gisch oud-officier Georges Molidge
zich Dinsdagmorgen v erschillende
malen aan de Russische ambassade te
Parijs vervoegde en tenslotte bij den
secretaris der ambassade Konstantijn
Jabceboski werd toegelatefl, dien hij
nadrukkelijk te spreken vroeg. Hij
diende deze eenige hevige vuistslagen
in het gelaat toe. Hij werd onmiddel
lijk aangehouden, doch weigerde iede
re inlichting over de reden van zijn
optreden. Jaboeboski verklaarde zijn
aanvaller niet te kennen.
De Nobelprijs voor
den vrede.
Acbl-en-tachtig leden van den
Zweedschen Rijksdag hebben een ver
zoekschrift gericht tot het Noorsche
Storting, waarin zij voor den Nobel
prijs van 1926 aanbevelen den burge
meester van Stockholm, Carl Lindha-
gen, tevens lid van den Rijksdag.
Massa-ontslag van ambtenaren.
Bij besluit van generaal Pangalos
volgens inlichtingen van bevoegde zijde met
den minister van buitenlandsche zaken on
derhandelingen heeft aangeknoopt voor het
sluiten van een concordaat tusschen het Va
ticaan en Turkije.
De vreemdelingenwetten.
Het Amerikaansche antwoord op de Mexi-
caansche nota inzake de onlangs uitgevaar
digde wetten betreffende de vreemdelingen
in Mexico is verzonden.
De voorbereidende ontwa
peningsconferentie.
Volgens een telegram uit Washington aan
de (Parijsche) „New York Herald" heeft dc
Amerikaansche gezant te Bern instructie
ontvangen om er Sir Eric Drummond van in
kennis te stellen, dat Amerika geen formeel
De nieuwe premier van Japan.
Premier Wakatsoeki heeft ir> een rede
verklaard, dat hij in verband nel de nood
zakelijkheid van het economisch oerstel van
Japan voorstander is van ontwapening.
Kanton contra Hongkong.
Uit Hongkong wof-dt gemeld: De onder
handelingen met Kanion over een opheffing
van den boycot en staking zijn niet hervat
en hoe meer het Chineesche Nieuwjaar (13
Februari) nadert, des te grooter wordt het
gevaar voor vijandigheden. De Kantonneezen
doen la het mogelijKe om te bewerken, dat
de Chineesche kooplieden en arbeiders te
Honkong aan de staking deelnemen, doch de
kooplieden verklaren, dat zij niet het voor
nemen hebben, zich bij de staking aan te
sluiten. Verscheidene hunner echter, die de
Nieuwjaarsbetalingen niet zullen overleven
en anderen, die eveneens in financieele
OVERDRIJVING. In New-York, waar al 'n hotel voor honden beslaat, kan men ook
't rijtuig van dit hotel door de straten zien rijden, waarin de dieren worden vervoerd.
Beieren en hel plan-
Dawes.
In de begrootingscommissie uit den
Beierschen Landdag is Dinsdag een
voorstel der D.-nationalen aangeno
men, waarin aan de Beiersche regee
ring wordt verzocht er bij de rijksre-
geering op aan te dringen stappen te
doen tot herziening van het plan-
Dawes. De soc.-dem. stemden blanco.
Vóór de stemming verklaarde de ver
tegenwoordiger der Beiersche regee
ring, dat deze reeds van den aanvang
af overtuigd was geweest, dat de ver
plichtingen ingevolge het plan-Dawes
niet konden worden vervuld. Met het
stijgen der jaarlijksche lasten van dit
plan zal ook van jaar tot jaar de on
mogelijkheid der uitvoering duidelijker
blijken. Zells de tegenpartij zal moeten
erkennen, dat dit niet de schuld van
Duitschland is, maar haar eigen schuld,
omdat zij bij de berekening van het
Duitsche prestatievermogen van ver
keerde veronderstellingen is uitge
gaan.
De pensioenen der
Hohenzollerns.
In de juridische commissie uit den
rijksdag deed de vertegenwoordiger
der Pruisische regeering mededeelin-
gën omtrent de pensioenen der leden
van het voormalige Pruisische konings
huis.
EEN OLIFANT VAN BLOEMEN. Bij
een blcemenfeest in Kalifornië is de
eerste prijs toegekend aan dit
reusachtige bloemstuk.
EEN GOUDEN FEEST. Dc jubileum-feesten te Baroda gehouden ter gelegenheid van
het 50-jarig regeeringsjubileum van den Maharadja van Sayajiroc in voor-indië.
De veemmoorden.
Dinsdagmiddag is het in het gerechtsge
bouw tot dramatische tooneelen gekomen.
De vrouw van Stein, een der ter dood ver
oordeelden, wilde als getuigen worden ge
hoord, waariygen de verdediger zich ver
zette. Zij stak niet onder stielen of banken
dat zij den vrijgesproken kapitein von Sen
den wilde bezwaren. Ondanks het protest
van den verdediger besloot de» rechtbank
haar als getuige te hooren, doch nog voor
Ex-prins Eitel Friedrich ontvangt sedert
1 Dec. 1923 als voormalig divisiecomman
dant met den rang van generaal-majoor
10.074 mark per jaar; ex-prins Adalbert als
voormalig korvetkapitcin 4830 M.; ex-prins
Oskar als konoel 7554 M.; ex-prins Hein-
ïich als „Grossadmiral" en inspecteur-gene
raal der marine sedert 1 Maart 1925 per jaar
17.127 M„ en Joachim Albrecht van Pruisen
sedert 1 Mei 1908 jaarlijks 3013 M.
zijn 20.000 ambtenaren om bezuinigingsrede
nen ontslagen.
De Kleine Entente.
Op 10 Februari zal te Temesvar (Roeme-'
nië) een conferentie der Kleine Entente-sta-
ten worden' gehouden.
Een concordaat tusschen
Turkije en het Vaticaan.
Mgr. Rotta, de apostolische gedelegeerde,
is heden uit Angora teruggekeerd, waar hij
bezwaar heeft tegen de verdaging der voor
bereidende ontwapeningsconferentie.
De staking in de Ameri
kaansche anthracietmijnen.
De conferentie tusschen mijneigenaars en
mijnwerkers te Philadelphia bijeengeroepen
ter beëindiging van de staking in de anthra
cietmijnen, is mislukt, zoodal dc staking
blijft voorduren.
Ontwapening, Wereldhof en
Volkenbond.
Uil Washington wordt aan de „Times"
gemeld: De woordvoerder van hel Witte
Huis, als hoedanig Coolidge persoonlijk be
schouwd wordt wanneer hij tot de pers
spreekt, gaf op die vragen va£ de pers zijn
opvattingen, wat betreft het Wereldge
rechtshof. den Volkenbond en het ontwa-
peningsvraagstuk. De president wenscht. dat
bekend wordt, dat hij diep teleurgesteld is
door de noozakelijkheid, die is gebleken om
de voorbereidende ontwapeningsconferentie
te Genève uit te stellen. Zijn belangstelling
voor het verminderen van de bewapeningen
is nog altijd even groot en deze belangstel
ling gaf hem aanleiding om aanstonds de
uitnooding tot de conferentie aan te nemen
in weerwil van het feit, dat hij het vraag
stuk moet aanvatten op een wijze, die naar
zijn meening niet bepaald de beste was en
de beste resultaten zou afwerpen.
Wat het Haagsche Gerechtshof betreft
koestert Coolidge het vertrouwen, dat het
volk der Vereenigde Staten niet zal worden
beïnvloed door degenen, die verklaren, dat
dit de eerste stap is tot het lidmaatschap
van Amerika van den Volkenbond. Coolidge
geloofde, dat de landen, die reeds tot het
Gerechtshof toetraden, de aanvaarding door
Amerika van het protocol zelf met voldoe
ning en aanmoediging zullen beschouwen.
Het Gerechtshof is een juridische corporatie,
terwijl het Volkenbond als een politieke
corporatie moet worden beschouwd en aan
sluiting van Amerika bij de eene sluit aan
sluiting bij de andere geenszins in zich.
moeilijkheden verkeeren zouden graag hun
onbekwaamheid om hun linacieelu verplich
tingen na te komen, op de staking schuiven.
Groote strijdkrachten uit Kanton bewegen
zich intusschen naar het Noorden om de
grenzen te beschermen en we! naar aanlei
ding van hel bericht, dat Woe Pei Foe een
beweging tegen het Zuiden in den zin heeft.
zakenmenschen is dat voorwaar een groot
gemak, daar men nu alleen maar 'in het be
zit moet zijn v an een geidigen pas en moet
men onverwacht voor zaken naar Holland,
dan behoeft inen uiei op een visum te
wachten. Ook voor talrijke dienstmeisjes
is het een gemak, voor mevrouw een gel
delijk voordeel, daar deze meestal voor
deze onkosten opdraaide.
Hel afschaffen van het pasvisum heeft
echter ook zijn schaduwzijde, dat onder
vond men reeds heden aan het station
aldaar. Alle Duitsche treinen waren vol.
sommige overbezet, meest jonge mannen en
meisjes. Vroeg men hun of zij reeds een be
trekking hadden, dan was het antwoord
meestal: „Nein, aber wir boffen bald,
eine Steliung zd bekommen." De meeste man
nen waren bankwerkers, metaaldraaiers,
metselaars enz., welke krachten men mo
menteel hier in Holland ook niet te kort
komt, en daar er in Duitschland tiendui
zendtallen werkloozen zijn, zoo komen deze
menschen op goed geluk naar hier, om ten
slotte onzen valklui het brood uit den mond
te stooten. Hoe handelt de Duitsche regee
ring daarentegen? Dagelijks komen Hol
landers uit Duitschland. menschen, die
twintig, vijf en twintig jaar op dezelfde fa
briek hebben gewerkt, maar thans ontsla
gen zijn, daar eerst de Duitschers moeten
te werk gesteld worden. De Hollanders, die
nog in Duitschland blijven, hopende op
betere tijden, moeten door ons land on
dersteund worden (hetgeen honderdduizen
den kost), daar ze anders. ..als zijnde zon
der middel van bestaan", over de grenzen
gezet worden. En in ons land worden de
Duitschers in vele gevallen ie werk gesteld,
vooral als ze voor minder 'non willen wer
ken en bij geen bond zijn ingesloten, waar
de patroons dus ook geen si. van hebben.-
Het vorige jaar moest inen o een verkla
ring hebben van de Arbeidsbeurs (sinds
Januari opgeheven), dat er een dergelijke
Hollandsche werkkracht, niet te krijgen was.
waarop de Duitsche aanv règer het Holl
visum kon krijgen.
Ook zag men vele juiirouwtjes, welke in
hun pas hadden staan: Ehefrau zus en zoo.
Deze dametjes waren echter opvallend opge
dirkt en gepoeierd en hoewel ze ook op
gaven een betrekking hier te zoeken, zal dit
wel met andere Jredoelinge, zijn. Het is
moeilijk deze vrouwen thans te weren, zij
begeven zich naar het „Burgermeister Amt'
in dc- plaats hunner inwoning; krijgen daar
'voor 5 Mark een pas, geldig voor twee jaar
en worden aan de grenzen niet geweerd. Zij
verdwijnen in de groote steden, waar zij
meestal geen vaste woonplaats hebben, tot
zij het te bont maken en ore» de grenzen ge
zet worden.
Naar de Msb. verneemL is de toestand
van den Zeereerw. Father Schoemaker,
rector van het St. Joseph's Missiehuis tc
Roosendaal gced vooruitgaande. Hij is geheel
bij kennis maar zal nog enkele weken rust
moeten nemen.
HET TREFBOEK.
Het Keulsche Vreemdelingenverkeer heeft
een „Treff"- of „Findebuch" ingevoerd om
het handelsvrienden gemakkelijker te ma
ken elkaar ergens op een bepaald punt aan
te treffen.
Nietwaar, hoe vaak gebeurt het niet^ bijv.
door het missen van een treinaansluiting of
door een plotselinge verhindering, dat men
onmogelijk op het afgesproken uur op een
bepaald punt in dc stad kan zijn. zonder dat
men tijd heeft gehad den ander te waarschu
wen. Deze staal tevergeefs te wachten en
geen van beiden weet waar nu op een later
uur elkaar te treffen.
Nu biedt het „Treffbuchuitkomst.
Op enkele schreden van het hoofdstation
is liet bureau van het V. V. gevestigd. Han
delende in de lijn van zijn doel:: bevorde
ring van het vreemdelingenverkeer en
het uil den weg ruimen voor vreem
de bezoekers van e\entueele moeilijkhe
den. heeft het in zijn gebouw een „Finden-
buch" ter beschikking gelegd. De te laai
voor zijn afspraak gekomen handelsman
schrijft daarin waar en boelaat hij te treffen
is en zijn kameraad, die hem te vergeefs ge
wacht heeft weet. dat hij op hel bureau van"
het V. V. de nieuwe afspraak kan vinden.
De geheele bemiddeling is kosteloos.
EVANGELINE BOOTH.
Evangeline Booth, de leidster van het
Amerikaansche Heilsleger moet op raad
van haar dokters tijdelijk haar werkzaam
heden staken en volkomen rust nemen aan
zee. Vier jaar geleden heeft zij een ernstige
bronchitis en pleuris gehad, waarvan zij
nooit geheel hersteld is, en gevreesd uordi
nu dat, wanneer zij
geen rust neemt, LIEVE HUISDIERTJES. Een jonge Amerikaansche wetenschappelijke
zij is reeds 54 jaar dame heeft vriendschap gesloten met twee giflslangen, met dc
oud laar zenu- bedoeling de dieren te besludeeren.
wen de spanning,
die haar zware
arbeid eischt, niet
langer zullen uit
houden.
Men acht het niet
uitgesloten, dat zij
voorgoed haar po
sitie van leidster
van het Ameri
kaansche Heilsle
ger zal moeten op
geven.
DE AFSCHAF
FING DER
PASVISA.
Men schrijft uit
Zevenaar aan de
„Am. Crt." d.d. 1
Februari:
Zooals men weet,
is van af heden, het
Ned. visum voor
Duitschland afge
schaft. Voor de
Aan een statistiek betreffende de missiën
der paters Capucijnen in Ned.-lndië onl-
leenen wij het volgende:
Apostolisch Vicaraat van Borneo: 22 pa
ters, 21 broeders en 53 zusters.
Het aantal katholieken bedraagt 5357 met
559 catechumenen.
Te Sanggau. twee Sagen van Pontianak,
komt een nieuwe missieslatie. Te Sambas
aan de Westkust verrees een flinke meisjes
school en ziekenhuis. Voor dit ziekenhuis
hebben zoowel heidenen als Mohamme
danen offers bijgedragen.
'Spoedig zal men ook le Pontianak. be
ginnen met het oprichten van een R. K.
ziekenhuis evenals te Pemangkat.
Apostolische Prefectuur van Sumatra, In
dat missiegebied zijn werkzaam 16 paters en
6 broeders Capucijnen, 10 fraters van Til
burg, 56 zusters, 17 leeken-onderwijzers en
onderwijzeressen en 11 catechisten. Hei
aantai katholieken bedraagt 5506, dat der
catechumenen 886.
Het gehalte der Katholieken gaat goed
vooruit. Aan 213 -personen wordt geregeld"
catechismus-onderwijs gegeven.
In de 20 scholen zijn nu meer dan 1900
leerlingen.
De fraters-scholen te' Padang gaan uit
stekend. Momenteel tellen ze ruim 400 jon
gens, tegen het vorig jaar 219.
De school der Chineesche meisjes telt
286 leerlingen.
3 October kwamen de zusters van Benne-
broek te Sawah-Loento en nu hebben zii
reeds 180 leerlingen.