De Nassaulaan voorheen, thans en in de toekomst IN EN OM HAARLEM. Derde Blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Woensdag 10 Februari 1926 Onze Duinwaterleiding. Waarschuwing. inbraak. wSSs Dezer dagen is het gemeentebestuur begon nen met de verbetering en verfraaiing van de Nassaulaan. In het midden komt een door twee rijen hoornen geflankeerd wandelpad en aan Weerszijden daarvan een flinke rijweg. Ook is men verleden week begonnen met Waaigat. Dat was op 4 April 1888. Het Militair Hospitaal, dat, zooals bekend, achter onze drukkerij is gelegen, was vroe ger het kinderhuis en gaf den naam aan Kdnderhuisvest, Kinderhuissingel en Kinder huisstraat. In 1474 werd daar gesticht het St. Maria- aalmoezeniers-armenhuis om eindelijk (1856) te worden bestemd tot infirmerie van het garnizoen. *- Niet ver van het kinderhuis af, in de rich ting van de Nieuwe Gracht, maar daar niet legen aan, want de Nieuwe Gracht werd pas later gegraven, stond de Pijntoren, die dezen hoek der wallen beschermde. Later werd op de grondvesten van dezen toren een molen gebouwd, de „Pinckmolen" (een verbaste ring van ,,Pijnmolen"). Ongeveer ter hoogte van het tegenwoordige Nassauplein, stond aan de eene zijde van de Kraaienhorstergracht, de Magdalenatoren en aan den anderen oever de Ravensteintoren Dit waren echter meer blokhuizen dan torens. Door de welwillendheid van den heer Knappert, onzen stads-archivaris, zijn wij in de gelegenheid een paar aardige plaatjes te geven van den vroegeren toestand om en nabij de plek, waar nu het mooie bouwwerk van de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad" zal verfijzen. Allereerst een kijkje op de vroegere ves tingwallen van Haarlem aan den kant van de tegenwoordige Kinderhuisvest. Het is zeer geschikt om er zich een voorstelling van te maken hoe het er toen ui'.zag. Het water in de gracht is het water van de tegenwoordige Kinderhuisvest en het afgebeelde gebouw is het tegenwoordige Militaire Hospitaal, vroeger Kinderhuis. Een andere kiek is die van een Boerderij., geteekend door P. G. Westenberg in 1842. De boerderij stond aan de Kraaienhorster gracht, tusschen de Plantage (thans Nassau plein) en de Magdalenasteeg, dus op de plek waar nu de N.V Drukkerij De Spaar nestad staat. Een derde kiekje is een gezicht op de Kraaienhorstergtacht, de tegenwoordige Nas saulaan, gezien in de richting van de Zijl straat. De gracht was toen nog ongedempt. Het brutfgetip op ons mooie plaatie is de brug in de Zijlstraat over de Kraaienhorster- gracht. Het torentje is dat van het vroegere Zijlklooster in 1825 afgebroken. mooi plaatje van H. Spilman, geteekend in 1775. Het geeft een kiekje op het Kinderhuis, (thans meer Het stond ter plaatse waar nu het Post- bekend als militair hospitaal), en op Haarlem's wallen aan de zijde van de Kinderhuisvest. Het bruggetje kantoor is, of juister gezegd op de plaats js dat over de Garenkokersvaart. IVIen moet zich dus indenken te staan voor het nu open terrein, waar waar vroeger het gebouw was van de Mi,, j de katoenfabrjek t d tot Nut van t Algemeen De Nassaulaan van voor eenige maanden. De nog ongedempte Kraaienhorstergracht in 1787 gezien in de richting Van de Zijlstraat. Het torentje is dat van het vroegere Zijlklooster, een nonnenconvent. de voorbereidende werkzaamheden voor de uitbreiding van onze drukkerij, de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad". Te verwachten is dat het najaar van 1926 een aanzienlijke verfraaiing van dit punt der Nassulaan zal te zien geven. Het bestaande gebouw wordt uitgebreid tot aan de Nassaustraat. Tot halverwege deze straat, die op dit punt eigenlijk de toegang is tot het Militair Hos pitaal, vallen de huisjes reeds onder de mokerslagen van sloopers. Liefhebbers van oud Haarlem en die zijn er velen! zullen allicht belangstellen in eenige historische bijzonderheden over de Veranderingen, die Haarlem in den loop der laatste eeuwen in dit stadsdeel onderging. Er blijkt uit hoe spoedig en radicaal een stadsbeeld kan veranderen. De Nassaulaan droeg vroeger den histo- rischen naam „Kraaienhorstergracht". Die gracht vormde oudtijds den buitenwal der stad. Tot in 1355 vormden het Spaarne, de Oude- en Kraaienhorstergracht, verlengd tot den hoek der tegenwoordige'Korte Jansstraat (dus ter plaatse ongeveer waar nu de Nas saustraat en Ridderstraat loopt) en de Bakenessergracht vallende in het Spaarne, de grenzen. In genoemd jaar werd de stad aan de overzijde van het Spaarne uitgelegd en in het begin der 15e eeuw onderging zij een Verdere en grootere uitbreiding aan de over zijde van de Oude- en Kraaienhorstergracht 8 April 1859 besloot de gemeenteraad tot demping der beide laatst genoemde grachten, ^velk werk voor 72000, volgens de gegevens uit het werkje „Haarlemsche Straatnamen" van W. P. J. Overmeer, waaraan wij deze bijzonderheden ontleenen werd uitbesteed en waarmede men 25 Juni d.a.v. een aanvang uiaakte. 8 Mei 1861 ontving de Kraaienhors tergracht het voorvoegsel „Gedempte" vóór haar naam, doch in April 1888, werd hij ver anderd in Nassaulaan en wel op verzoek van een aantal omwonenden, die „een meer wel- luidenden naam" begeerden. De Kraaienhorstergracht heette zoo naar het reeds vóór eeuwen uitgestorven geslacht V an Craijenhorst, dat zeker in dit gedeelte der stad nog al g-ondeigendommen bezat Crayenhorst is zeker een historische naam, hoewel hij niet overal in de historie met luis ter vermeld staat. Gerard van Crayenhorst tvas een der saamgezworenen tegen Floris (1296) viel in handen der aanhangers van den vermoorden Graaf en werd op bevel van den heer Van Voorne te Dordrecht gerad braakt. Het Nassauplein kreeg dezen naam op 19 November 1884. De gemeenteraad besloot toen het gedeelte terrein, waarop vroeger de cavaleriestallen stonden en als het ware ®en vérlenging uitmaakte van de Gedempte Kraaienboutersgracht tot de Nieuwe Gracht den naam te geven van Nassauplein. Hier Was vroeger de zoogenaamde Plantage. De Uaam Nassaustraat verving dien van het Magdalenaklooster (vandaar: Magdalena- straat), ook wel genaamd het „Klooster der Bekeerde zondaressen of zusters van Boet- Er is dezer dagen door B. en W. van Amsterdam weer eens de aandacht geves tigd op de drinkwatervoorziening van de hoofdstad des lands. lijkheid begrensd, als gevolg van de over eenkomst met Haarlem van 1898, waarbij werd bepaald, dat Amsterdam geen werken tot wateronttrekking zal maken benoorden een lijn HaarlemZandvoort, terwijl een Het toekomstig gebouw onzen Drukkerij N.V. „De Spaarnestad", op den hoek van Nassaulaan en Nassaustraat. vaardigheid." Later diende dit gebouw o.a. tot een pesthuis, ter verpleging van pest lijders. En toen deze pestlijders verhuisden naar het tegenwoordige Stads-Armen en Ziekenhuis aan den Schotersingel, werd het vroegere pesthuis ingericht tot een arme- kinderhuis, daarna tot een diaconiehuis en Tusschen Plantage en IViagdalenasteeg door P. G. Westenberg. De Boerderij, die in 1842 nog stond op de plek waar nu onze drukkerij „De Spaarnestad" verrijst. Dit centrum van rond zevenhonderd der tig duizend zielen stelt aan de voorziening met eerste levensbehoeften zeer bijzondere eischen en in 't bijzonder de drinkwater- voorzienig baart telkens en telkens weer zo-gen Vaa het nemen van doortastende maatregelen op dit gebied is in Amsterdam in den loop der jaren nimmer sprake ge weest en zoo is het altijd kwakkelen ge bleven. Thans stellen B. en W. van Amsterdam den Raad van de hoofdstad des lands voor, de noodige voorbereidingen te doen treffen tot stichting van een nieuwe waterleiding. Dit zal natuurlijk, mits goed opgezet en uitgevoerd, afdoende wezen, maar deze spe- critiek Amsterdamsche aangelegenheid zou voor ons geen aanleiding zijn er een „In en om Haarlem" aan te wijden, indien B. en W. van Amsterdam ook Haarlem niet in hun toelichting op hun voorstel in het geding brachten en er onze waterleiding min of meer een verwijt van maakten dat zij niet tot een goede oplossing van de Amsterdam sche drinkwaterkwestie wil medewerken B. en W. wijzen er in hun toelichting op dat zij hebben gemeend gelet op de goede erva ring met de duinwatervoorziening te moeten nagaan of en in Hoeverre het mo gelijk zou zijn, door verdere uitbreiding van de duinwater prise d'eau in de huidige en in de toekomstige behoefte te voorzien De duinwaterwinplaats, merken zij op, is hans gelegen in de duinen nabij Zandvoort, die ter plaatse een zeer g-oote breedte heb ben en o.a. daaraan hun groote waarde als „watermijn" ontleenen. Zuidelijk van dit be zit worden de duinen belangrijk smaller en is ook de hydrologische positie minder gun stig. Een exploitatie van die zuidelijker ge legen duinen als winplaats is derhalve niet economisch te achten. B. en W. van Amsterdam schrijven verder: In het Noorden is de uitbreidingsmoge- zuidelijke grenslijn voor het wingebied van Haarlem is vastgesteld van Haarlem tot na bij strandpaal 63. Overwegende, dat de duinstrook benoorden het gemeentebezit als wingebied gunstig kan worden beoordeeld, zijn pogingen aangewend, om Haarlem te bewegen tot ontbinding van genoemde over eenkomst en tot het aangaan van een be langengemeenschap voor de exploitatie van het gebied tusschen Zandvoort en het Noord zeekanaal. Bij de onderhandelingen waar aan ook de provincie deelnam in verband met de gevraagde levering ten behoeve van Haarlemmermeer, Aalsmeer en Uithoorn bleek dat overeenstemming niet was te ver krijgen, niettegenstaande groote inschikke lijkheid van Amsterdam. Intusschen zijn, na dat de besprekingen hierover tusschen Haar lem en Amsterdam gedurende eenigen tijd waren gestaakt, deze onlangs weder herval. Of deze besprekingen tot een voor Amster dam gewenscht resultaat zullen kunnen lei den, kan op dit oogenblik nog niet worden gezegd. Wij gelooven niet ver van de waarheid af te zijn als wij de verzekering geven dat de besprekingen tusschen Haarlem en Amster dam niet tot het door Amsterdam gewenscht resultaat zullen leiden Sterker zelfs nog- wij gelooven niet, dat men in Haarlem nog van meening is dat er besprekingen gaande zi;n en men ziet er, zeker geen nut in der- geliike besprekingen levendig te maken of te houden. Dit vindt g-enszins zijn oorzaak in animo siteit of gebrek aan gemeenschapszin, maar de Haarlemsche Duinwaterleiding kan het groote Amsterdam in dezen niet tegemoet komen op gevaar af van straks zelf gebrek aan duinwater te krijgen. Amsterdam moge al beweren dat het een tegemoetkomende houding tegenover Haar lem heeft aangenomen en dat het tot vele concessies bereid is, de heele zaak komt toch in feite hierop neer dat Haarlem een deel van zijn waterwinningsgebied aan Am sterdam afstaat. Oorspronkelijk leverde Amsterdam aan Haarlem duinwater, maar later kreeg Haar lem een eigen waterleiding. Overeengeko men werd, dat Amsterdam zou water putten bezuiden een denkbeeldige lijn, loopende van de Groote Kerk te Haarlem naar Zand voort en Haarlem benoorden die lijn.- Er werd ook een zoogenaamde neutrale strook vastgesteld, waar geen van beide water- producenten zou grasduinen. Deze strook, gevormd door den denkbeeldigen driehoek, Groote Kerk Haarlem—ZandvoortGroote Kerk Bloemendaal, is 700 H.A. groot en 't is deze strook, die Amsterdam bij het huidige waterwinningsgebied wil trekken. Terecht vreest Haarlem daarvan schade aan zijn waterwinning. Bovendien wil Am sterdam gemeenschappelijke exploitatie van het waterwinningsgebied van Haarlem. Het behoeft geen betoog, dat de betrek kelijke overvloed van drinkwater, waarin Haarlem zich op dit oogenblik mag verheu gen, dan spoedig in een tekort zou veran deren. En ware de toestand nu nog zoo dat met de inschikkelijkheid van Haarlem, Amster dam althans voor langen tijd, zou zijn gehol pen, dan kon er nog een gefundeerd pleidooi voor worden opgezet. Maar ook dit is niet het geval. ZeLs bij de gunstigst denk bare oplossing zou, naar B. en W. van Am- sterdam zelf toegeven, rekening gehouden moeten worden met het feit, dat zij nog slechts voor een beperkte periode uitkomst zou kunnen brengen. Afdoende is de oplossing dus niet. Het spreekwoord „ieder voor zich," heeft een leelijken klank, maar is hier moeilijk op Haarlem toe te passen in dit geval, omdat gemeenschapszin niet eischt, dat men met zijn broeder in het water springt, met de stellige zekerheid van te verdrinken. Zoo'n daad moge geprezen worden als een daad van zelfverloochening, vereischt wordt zij niet en het gemeentebestuur van Haarlem zou een later optredend watertekort in onze gemeente ook niet gemakkelijk kunnen ver antwoorden met een beroep op zulke opoffe ringsgezindheid. Terecht past Haarlem hier het Fransche spreekwoord toe: Charité bien ordonnée commence par soi-même. Goede naasten liefde begint bij zich zelf. Wij hebben trouwens eens geïnformeerd of eventueel de Provincie Noord-Holland, die een belangrijk deel der duinen exploi teert voor haar waterleiding benoorden het Noordzeekanaal, bereid zou zijn een belan gengemeenschap aan te gaan met Amsterdam teneinde gezamenlijk dat duingebied te ex- ploiteeren. Het antwoord was ontkennend, ol liever ontwijkend. Beweerd werd, dat het brengen van water uit de duinen benoorden het Noordzeekanaal afstuit op technische be zwaren. Volgens onzen zegsman moet het niet mogelijk zijn een waterleidingbuis door het Noordzeekanaal te leggen, die het water naar Amsterdam kan voeren. Of dit inder daad onmogelijk of zoo moeilijk is, willen wij hier niet beoordeelen, maar wel trekken wij er de conclusie uit, dat ook de Provin cie voorloopig met Amsterdam geen belan gengemeenschap voor de exploitatie der duinen als waterwingebied zal aangaan. Het is trouwens logisch. Haarlem heeft op dit oogenblik tot in lengte van jaren vol doende water in de duinen, de Provincie ook. Alleen Amsterdam zit in moeilijkheden. Beter dan dat èn Haarlem èn Amsterdam èn de Provincie in het nauw komen te zitten, is het dat Amsterdam een oplossing zoekt En ware dat onmogelijk, dan zou de plicht van naastenliefde allicht meespreken. Maar dit is zoo niet. Amsterdam kan zich helpen, zij het dan niet zoo gemakkelijk als met simpele uitbreiding van het waterwingebied in de duinen het geval zou zijn. Amsterdam kan zich helpen door het ge brek aan duinwater aan te vullen met rivierwater uit de Lek of de Vecht. Daar zal het heen gaan. En dan zijn èn Haarlem èn Amsterdam èn de Provincie uit den brand. Het gemis aan samenwerking dat B. en W van Amsterdam aan Haarlem's gemeente bestuur verwijten is dus niet zoo ernstig als de uitspraak van een zoo ernstig college zou doen verwachten. En zeker uient Haarlem, naar onze vaste overtuiging, met aan zijn standpunt vast te houden, het belang van deze geheele streek.... en dat van Amsterdam. Op 1 IVlaart is het 25 jaar geleden dat veerman C. Bouwes als zgod an ig dienst doet aan 't overzetveer Noord en Zuid Spaarndammerpolder. Hierboven ziet men Bouwes in zijn veerboot. De Burgemeester van Schoten geeft den winkeliers in overweging aan. Maarten Groenveld, geboren te Haarlem 6 Februari 1892 en diens vrouw Alberta Johanna Gies- berts, geboren te Huizen 21 Januari 1897. beiden voorgevende te wonen Rijksstraat weg 91, doch wonende Van Sillemstraat 23, te Schoten, geen goederen te leveren, al vorens betaling daarvan heeft plaatsgehad. Door P. v. D., wonende Teding van Berkhoutstraat 15, is aangifte gedaan, dat vermoedelijk gisterenavond gedurende zijn afwezigheid van zeven tot elf uur bij hem is ingebroken. In de voorkamer is uit een geldkistje 360 ontvreemd. Tevens werd een ongesloten bureau door zocht. Van de daders geen spoor. Een on- deizoek wordt ingesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 11