1
Fiiüüw mm mm
Waandenkbeelden
©ng&sausöe
Ü3
Verkeersongevallen
Voornaamste Nieuws
P!aatseüjk nieuws.
I NIET HALF NEGEN
DOCH NEGEN UUR
Amsterdamsohe Anthraciet P de^lA
Dok te /Imsterdam leiden - Sussum -
0
mm
Maandag 22 Februari 1926*
50ste Jaargang No. 16181
Dit nummer bestaat uit 10 bladzijden - Eerste blad
precies
begint morgen, DINSDAG
AVOND de
ALGEMEENE
LEDENVERGADERING
der
R.-K. MIDDENSTANDS-
VEREENIGING
in een der zalen van Café
Brinkmann.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De kwestie van
den Directeur-Generaal der
P. T. T.
Wateronttrekking aan de
duinen.
De Hoogovens.
Een nieuw nevenbedrijf.
Successen van
„Jacob van Lennep".
Verbreeding overweg spoorbaan
in de Zandvoortschelaan.
Een verbreeding tot 15 Meter.
Een hulde, die niet doorging.
EEN OPLUCHTING.
Een gelukkige arrestatie.
in dit nummer.
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Koningstraat 10 Haarlem.
Telegrafisch Weerbericht
DE STEUNACTIE VOOR DE
GETEISTERDE STREKEN.
LAATSTE NIEUWS.
Doodelijk ongeluk.
Lijk aangespoeld.
In 't oog geschoten.
De Rijn valt weer
De Rijn wast.
De abonnement .prijs bedraagt voa»
Haarlem ea Agentschappen:
Per kwartaal 3.25
Per week 0.25
Franco per post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaus: NASSAULAAN 49.
telefoon No. 13866 (3 lijnenj.
Postrekening No. 5970.
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
Advertentie! 35 cents pat regeL
Bij contract belangrijke korting
Advertentie!] tusscben den tekst,
els ingezonden mededeeling, 60 et
per regel, op de le pagina's 75 ct
per regeL Vraag- en aanbod-advt**
tentiën 14 regels 60 ct. pet
plaatsing; elke regel meer 15 ct
bij vooruitbetaling.
Alle abonne's op dit bïad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f 060(1 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f7*fl hij een ongeval met f Ol j hij verlies
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: vOw Jverlies van beide armen, beide beenen ol beide oogen: 1 9 oU» doodelijken afloop: 1 een voet
van een
of een oog
hand, f JOC bij verlies van een fT.fl bij 'n breuk van f «ft bij verlies v. eet
oog; I ILO.' duim of wijsvinger: 1 been of arm: 1 andere vinge;
Een van de leuzen, die het ergst ons po
litieke leven vertroebelen is de bewering,
dat Nederland is een protestantsche natie
Dit denkbeeld heeft meer dan drie eeuwen
zijn stempel gedrukt op onze historie. De
wording van den modernen staat sinds den
val van Napoleon, heeft daarin geleidelijk
verandering gebracht; nu en dan, b.v. in den
April-storm van 1853, deed de oude opvat
ting zich weer gelden; maar een diepere
overtuiging en een juister inzicht van staat
kunde dreef alle chistenen weer te zamen,
om bóven geloofsverdeeldheid uit, te stre
ven naar toepassing van beginselen, die allen
dierbaar en allen gemeen zijn; de erkenning
van God als hoogste macht, ook voor het
openbare leven en de daaruit voortvloeiende
begrippen omtrent gezag, eigendom en der_
gelijke.
Toch heeft het waandenkbeeld der „pro
testantsche natie" een taai leven; een groote
groep der bevolking heeft er zich nog altijd
niet aan ontworsteld en dat voert tot onge
lukken, als wij nu weer op 11 November met
de stemming over het Pauselijk Gezantschap
hebben waargenomen. We kunnen dat be
treuren; we dienen het feit te aanvaarden en
daarbij er vooral op te letten, dat het waan
denkbeeld niet enkel nog leeft in de_ hoof_
den van wat bekrompen dorpslui, maar ook
nog gehuldigd en gepropageerd wordt door
een aantal voormannen van een deel van het
protestantsche kiezersvolk. Zoolang deze
voorgangers niet van hun ongelijk zijn over
tuigd, zullen wij altijd opnieuw April- of No-
vember-stormen te duchten hebben.
Nog dezer dagen heeft de heer Snoeek
Henkemans in een rede voor den Kamer-
kring-Nijmegen der Christelijk Historische
Unie verklaard, dat het einde van deze cri
sis een antwoord zal moeten geven op de
vraag, of Nederland zal Wijven een protes-
tantsch land. Men kan niet aanvaarden de
gelijkgerechtigdheid van alle gezindten
zei hij en daarbij zeggen: toch is het eigen
lijk niet waar, dat Nederland is een protes-
tansch land. „Want de erkenning van de ge
lijkgerechtigdheid van alle gezindten vloeit
voort uit het protestantsch beginsel!"
Dat lijkt niet alleen ons, Katholieken, maar
ook duizenden niet-Katholieken een onge
rijmdheid, zooals in de laatste maanden ook
in de liberale en socialistische pers is tot
uiting gekomen. Maar ook eeii groot aantal
protesianten hindert het, dat men voortgaat
met aan die waanvoorstelling voedsel te ge
ven, zeer tot schade van een gezond poli
tiek leven.
Het Christelijk-Historische hoofdorgaan
meende daarom nogmaals een Verklaring te
moeten geven, van wat is vastgelegd in art.
4 van het program der Chr. Hist. Unie cn
wat luidt:
In overeenstemming met de historische
ontwikkeling van het christendom op Neder-
landschen bodem, moet Nederland bestuurd
worden als een christelijke staat in protes-
tanschen zin.
Ter verklaring van „ons protestantsch
volkskarakter' is nogmaals afgedrukt een ar
tikel, hetwelk 9 April 1921 in dezelfde „Ne
derlander" verscheeii en hetwelk de redactie
nog volkomen handhaaft.
Wanneer men dit artikel nog eens naleest
en de absolute onhoudbaarheid van de daarin
verkondigde opvattingen tegenover de histo
rie, maar vooral tegenover de möderne
staatsontwikkeling ziet, dan staat men op
nieuw verbaasd over het feit, dat het waan
denkbeeld der „protestantsche natie" zóó
hardnekkig heeft kunnen stand houden.
De leus wordt verdedigd op louter prin-
cipieele en niet op practische gronden; niet
het wordt met evenveel woorden gezegd
omdat de Chr. Hist. Unie zich de verte
genwoordigster van d e protestantsche kerk
in Nederland beschouwt; „de" protestant
sche kerk bestaat niet, wordt terecht toe
gegeven en bovendien de Unie is een poli
tieke en geen godsdienstige partij. In zoo
verre gaan we dus accoord.
Ook niet, omdat het aantal Nederlanders
overwegend protestant is.
Het gaat ook niet over getallen, zegt de
„Nederlander".
Niet zelden wordt berekend hoeveel Pro
testanten Nederland telt bedoeld zijn dan:
Kerkclijk-belangstellende Protestanten na
aftrek van onkerkelijken en onverschilligen;
volgt de opgave van het aantal Roomschen;
waarna dan de getallen moeten uitwijzen, of
Nederland „protestant" heeten mag.
Menig cijferaar komt tot een ontkennend
tntwoord. En menig politiek-kerkelijk Pro
testant is dan verontwaardigd of onthutst....
terwijl hij zelf meê schuld is aan het opzetten
van de rekensom.
Met getallen en kerken heeft ons protes
tantsch volkskarakter in politieken zin niet
on doen.
Maar waaruit moet dat „protestansche
Volkskarakter" dan wèl blijken?
Ziehier, hoe de Nederlander" het tracht
te verklaren:
Wel komt 't tot uiting in een Grondwet-
xtikel als dit: dat ieder zijn godsdienstige
«eeningen met volkomen vrijheid belijdt èn
at de belijders der onderscheiden godsdien-
iten allen dezelfde burgerlijke en burger-
ichapsrechten genieten.
Men zal vragen, waarin het specifiek pro
testantsche dezer artikelen schuilt. Wordt
hetzelfde niet door duizenden verdedigd, die
op den naam „protestant" gansch geen prijs
stellen? Door Israëlieten b.v. en door gods-
dienstig-onverschilligen?
Wü antwoorden, dat de artikelen in elk
geval politiek gesproken specifiek anti-
Roomsch zijn.
Ideaal en dogma der Roomsche Kerk
vraagt van een grondwet andere bepalingen
inzake den godsdienst! Niet alleen doen dit
dogma en ideaal. Maar in alle landen, waar
Rome op het politiek leven zijn stempel kan
drukken, heerschen andere toestanden tot
vandaag toe.
In Spanje bestaat ook heden, ondanks een
liberaal artikel in de grondwet geen gelijke
politieke vrijheid voor Protestanten als voor
Roomschen, zelfs niet inzake hun kerkelijk
leven. In Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije
heeft pas sinds een paar jaren de revolutie
vrijheid gebracht, welke door Rome nooit
gegund was,
Ziedaar het waandenkbeeld; de gods
dienstvrijheid en de daaruit voortvloeiende
gelijke burgerlijke rechten voor allen zijn aan
het „protestantsche beginsel" te danken. Dit
nu is een historische onwaarheid van den eer
sten rang. De godsdienstvrijheid is hier on
der de Fransche overheersching gekomen,
vóór dien bestond zij voor Katholieken
niet. Na den val van Napoleon is de consti-
tutioneele staatsvorm in de meeste Europve-
sche landen opgekomen; ook hier; en deze
bracht gelijke rechten voor allen mee. Die
staatsvorm wordt door Katholieken niet min
der verdedigd dan door wie ook. Sterker) in
de encyclieken der laatste pausen kan mer:
uitdrukkelijke vermaningen vinden, dat iedei
zich houdt aan den staatsvorm en de wetten
van zijn land. 't Is een hersenschim te mee-
nen, dat de Katholieken een overheersching
najagen en wachten op de meerderheid om
de minderheid in gewetensvraagstukken en
godsdienstige belijdenis te onderdrukken.
Wie anders zegt, of zich op andere ge
schiedkundige tijdperken of landen beroept,
geeft blijk de historische evolutie niet te
verstaan.
Trouwens, het is wel stout gesproken, om
vooral in Nederland te beweren, dat de Ka
tholieken hun volle godsdienstige vrijheid aan
het protestantsche beginsel te danken heb
ben. De „Nederlander" zal goed doen, eerxs
uit de geschiedenis en met de stukken te be
wijzen, dat het herstel der bisschoppelijke
hiërachie in Nederland eerste Voorwaarde
voor de Katholieken om in volle vrijheid bun
godsdienst uit te oefenen aan de protes
tanten te danken is! En strookt de tegen
stand, openlijk en bedekt, welke jarenlang
in Christ. Hist, kringen is geboden legen het
bezetten der voornaamste openbare betrek
kingen door Katholieken, soms ook met het
„protestantsche beginsel" van vrijheid en ge
lijkheid voor allen?
Neen, we hebben hier te doen met een
hardnekkig waandenkbeeld, dat, we nemen
het aan, te goeder trouw door een deel der
Ned, protestanten wordt aangehangen, maar
dat toch met kracht zal moeten worden uit
geroeid; willen wij weer ooit komen tot zui
vere politieke verhoudingen.
Vele jaren zijn om der wille der coalitie de
oogen dicht gedaan voor art. 4 vaa het Chr.
Hist, programmapunt. Beter ware geweest,
stelselmatig op de onjuistheid dezer opvat
ting te wijzen. In ieder geval lijkt het ons
plicht der Katholieke propaganda om van
nu af bezadigd, zakelijk, wetenschappelijk,
telkens weer op de onhoudbaarheid van het
Nederlandsche „protestantsche volkskarak
ter" te wijzen, opdat de goedwillenden van
het verwarringstichtende waandenkbeeld be
vrijd worden.
Wat den minister deed ingrijpen.
Zijn houding jegens den Dir.-Generaal.
Het antwoord op de vragen van 18 No
vember 1925 van het Tweede-Kamerlid
Boon in zake de verhoudingen bij de lei
ding der P. T. T., dat reeds geruimen tijd
ter inzending gereed ligt, houdt aldus deelt
minister Bongaerts thans mede, in een ver
wijzing naar een bij de Memorie van Ant
woord op de Postbegrooting 1926 gevoegde
nota, waarin uitvoerige mededeelingen om
trent de hoofdlijnen en de reorganisatie
der bedrijfsleiding en postraad zijn vervat
en waarin drie vragen tevens reeds haaf
beantwoording hadden gevonden.
De Memorie lag ter inzending gereed,
toen de vragen door den minister werden
ontvangen, doch de inzending kon niet ge
schieden vanwege de crisis. Uit den aard
kan ook thans niet daartoe worden over
gegaan, omdat de minister dienaangaande
aan zijn eventueelen ambtsopvolger de vrije
hand moet laten.
Omtrent zijn voornemen om al of niet de
instelling eener meerhoofdige directie te
bevorderen, moet de minister zich in hui
dige omstandigheden .evenzóö van zijn ant
woord onthouden.
Hij meent er pochtans op te kunnen wij
zen, dat voor hem in de gedrukte rappor
ten Nolting en Van Royen, die ten einde
een officieelen grondslag voor de beslissin
gen te hebben, door de regeering zijn uit
gelokt, de groote meerderheid der opvat
tingen duidelijk wijst op de noodzakelijk
heid van een directorium.
Echter moet hij hieraan toevoegen, dat
op het rapport-Nolting voor den admini
stratieven dienst zoowel kan kloppen een
eenhoofdige directie, mits de directeur-
generaal uit den dienst van het Staatsbe
drijf is betrokken als een meerhoofdige be
stuur, waarin althans de meerderheid der
gelijkgerechtigde leden uit het dienstvak
afkomstig is.
Op 1 Juni 1925 is de heer Ir. M, H.
Damme, niet voortkomende uit het dienst
vak, als directeur-generaal opgetreden. In
dien met riin benoemind beoogd ware, eens
AGENDA;
1. Opening.
2. Notulen.
3. Mededeelingen.
4. Jaarverslag secretaris over 192
5. Idem van den Penningmeester.
6. Benoeming Controle Commissie.
7. Uitloten Hypoth. Obligaiielee-
ning,
8. Vaststellen gewijzigde Staiuten.
Verkiezing.
a. van een voorzitter.
b. van zes overige bestuurslr.
den,
{De Heeren P. J.M. van Teterin
W. J. B. van Liemt, R. A. J. M.
Schlatmar.n, J, van der Piggc,
J. F. G. Huizing, Joh. F. Lamp
en H. J. M. Bartels, treden col_
lectief af).
10. Rede v;n den ZeerEerwaarden
Rector J, P. J. KOK.
11. Rondvraag.
12 Sluiting.
Hierna kaarten en domineeren
FLINKE OPKOMST VERZOCHT!
HET BESTUUR.
en vooral omtrent den bedrijfsvorm te be
slissen, zou dit niet overeenkomstig het
vorenstaande zijn, hetwelk niet behoeft
mede te brengen, dat de waarde van even
tueel gedane toezeggingen buiten beschou
wing wordt gelaten. Eenige weken later
heeft de minister de reorganisatie van het
Staatsbedrijf in groote lijnen onderzocht en
is hij omtrent den vorm der leiding tot een
conclusie gekomen.
Verder heeft hij „gesteund op de boven
bedoelde oi'ficieele adviezen, en op bet in
zicht en de ervaring, welke hij omtrent de
oorzaken van de moeilijkbeden, die zich
bij het Staatsbedrijf in het verloop der ja
ren achtereenvolgens hadden voorgedaan
gedurende zijn langdurig Kamerlidmaat
schap waarbij hij zich veel had bezig ge
houden met aangelegenheden van het De-,
parlement van Waterstaat, had verkregen.
Dienaangaande had hij geen advies Nan
den direceiir-generaal of van eenig ander
hQofd-ambtenaar gevraagd of ontvangen.
Vervolgens heeft hij den directeur-generaal
verzocht, zijn vrij langdurig verblijf bij de
Internationale Telegruafconferentie te Pa
rijs voor enkele dagen te onderbreken, ten
einde hem mondeling en persoonlijk daar
van mededeeling ie doen en tevens uit te
noodigen zijn medewerking voor den ver
deren gang der voorbereidingen te ver-
leenen
Ofschoon de beslissing der regecring niet
met zijn inzichten strookte, heeft de di
recteur-generaal met bereidwilligheid aan
een en ander dadelijk gevolg gegeven. Hij
heef vervolgens in samenwerking met den
heer Duynstee en Van Royen de bovenbe
doelde nota-bijlage der Memorie van Ant
woord voorbereid. Hij verklaarde zich be
reid om, mocht het tot een directorium
komen, daarvan deel uit te maken met in
achtneming van zekere distincties. Op die
wijze zoude zijn werkkracht en zijn erva
ring omtrent bedrijfsleiding in algemeenen
zin voor het Staatsbedrijf ten goede kun
nen komen naast de kennis, de ervaring
en het inzicht omtrent nationale of inter
nationale postale toestanden en verhoudin
gen van twee uit het dienstvak te betrek
ken directieleden.
De directeur-generaal acht het zijn plicht
om de bestaande organisaties en de daarin
thuishoorende verhoudingen te bestendigen
niet alleen, doch om binnen het hem be
kende geen rekening te houden met de
mogelijkheid van daarin voorkomende ver
anderingen, zoolang de regeeringsvoorne-
mens tot wijziging van den bedrijfsvorm nog
niet de sanctie hebben, die deze behoeven
om den grondslag van het beleid le kunnen
vormen.
Diensvolgens werd sinds de maand Oc
tober 1925 de bedrijfsleiding gevoerd in
den vorm, en op een wijze, die hiet strookt
met het inzicht en de'wenschen, die de
regeering dienaangaande 'heeft, doch waar
in zij tendens de crisis moest berusten. De
minister zag zich herhaaldelijk verplicht
zelfstandig zijn houding te bepalen en be
slissingen te nemen, zonder daaromtrent
eenig advies te vragen of te volgen, ook
niet van den directeur-generaal.
De nositie wordt voor den minister zeer
moeilijk, ook in verband met den tiid en
de aandacht, die hij aan ahdere dringender
aangelegenheden, o.a. in verband met den
watersnood, moest en wilde wüden.
In Januari j.l kwam de minister voo-
enkele voldongen feiten *e staan, die hü
maar uiterst bezwaarlijk voor zijn verant
woording kon nernen.
Na rijp beraad besloot hij den directeur-
generaal naar buiten niettemin met zijn
verantwoordelijkheid te dekken, doch te
vens in te grijpen, en tijdelijk zelf de teu
gels in handen te nemen en een regeling
te treffen, waardoor hij een herhaling van
dergelijke crisis-moeilijkheden niet meer
zal hebben te vreezen. Hij gtff dep Ir.
Damme een maand verlof, met opdracht
zelf de dienstwaarneming op de gewone
wijze te regelen, doch toen deze bij her
haling weigerde, zich daarnaar te gedragen
en zich aldus een gezagskwestie aandiende,
bestond voor den minister hierin aanlei
ding den heer Ir. Damme tijdelijk geduren
de de maand Febr. ontheffing van de uit
oefening van zijn ambt te verleenen. Deze
berichtte hem daarop, dat hij, om in het
belang -van het bedrijf verdere mogelijke
complicaties te vermijden, voorhands niet
meer in dit hoofdbestuur zou verschijnen
zulks echter onder voorbehoud van al zijn
rechten.
Hiermede was, voor zoover dit deel be
treft, door Ir. Damme van zijn kant aan
de bedoelingen van den minister voldaan.
Krachtens art. 1 .van het K. B. van 31 De
cember 1919 trok hij voorts bij zijn be
schikking allé beslissingen in zake de lei
ding aan zich. Krachtens art. 11 van het
zelfde besluit belastte hij drie hoofd-amb-
tenaren met de voorbereiding van zijn be
slissingen, onder zijn onmiddellijke beve
len en rechtstreeksche verantwoordelijk
heid, onderscheidenlijk voor aangelegen
heden van postalen, tèchnischen en gel-
delijken aard.
De -uitoefening van de functie van direc
teur-generaal werd aldus tijdelijk gesplitst
cn voor zoover het beslissingen betreft, bij
den minister gebracht, voor zoover het be
handeling van loopende zaken betreft, ver
deeld over drie hoofdambtenaren.
Het is zeer juist, dat het geenszins in dc
bedoeling van den minister lag, het pres
tige van den directeur-generaal te schok
ken, doch het was evenmin zijn bedoeling,
zijn eigen prestige in het gedrang te laten
komen. Indien de directeur-generaal de
verhoudingen en de moeilijkheden van den
beginne af in het juiste licht had gezien,
ware de prestige-kwestie in het geheel
niet aan de orde gekomen.
Niemand op het hoofdbureau wist, dat
de minister den directeur-generaal verlof
had gegeven, voordat tot vorenbedoelde
beschikking moest worden overgegaan. Het
ligt niet aan den minister, dat deze aan
gelegenheid naar buiten niet binnen de
kleinst mogelijke grenzen is gehouden. Een
gepaste diffèrentie voer de ministerieele
verantwoordelijkheid en net inzicht, om
onvermijdelijk tijdelijke moeilijkheden met
kalme wijsheid te onderscheiden en zich
daaraan aan te passen, zouden de stroef
heid van een formeel correcte houding vol
ledig hebben kunnen corrigeeren.
Het is niet juist, dat de minister door
de regeling omtrent den dienst tijdens de
afwezigheid van den heer Damme een di
rectorium heeft voorbereid, zooals reeds
uit bovenstaande uiteenzetting dienaangaan
de duidelijk zal zijn. Overigens acht hij
het in overeenstemming met een goede
constitutioneele practijk om zich in de hui
dige omstandigheden een definitief stand
punt omtrent den vorm der bedrijfsleiding
voor te behouden.
Als er iéts is, waarvan bet Staasbedrijf
geen behoefte heeft, dan is het een com
missie van onderzoek omtrfcnt de perso-
neelsverhoudingen 'bij het hoofdbestuur.
Ook de minister heeft daaraan geen be
hoefte. Veeleer bestaat er grond voor
waardeering en aanmoediging ter zake van
het vele en goede werk, dat aldaar van
hoog tot laag met veel ijver en intelligen
tie werd en wordt verricht. De minister
stelt zich tot taak, te bevorderen, dat
daarbij ook de juistheid tot haar recht
komt, opdat continualiteit, objectiviteit en
recjii in het bedrijf en de leiding gewaar
borgd zijn. De minister nam en neemt zoo
veel mogelijk de maatregelen,, welke naar
zijn- mecning tot dit doel kunnen leiden.
DER00KENDF
MOOR
vervolgde ieder zijns
Alleen OR. HOUT9TR, 187, Tuli f. 12504.
Ihans is door Jhr. G. Boreel van Wester
hout te Wijk aan Duin, door de N.V. Koster's
Bloemkweekerij en 14 anderen, krachtens
art. 15, le lid der Hinderwet, hooger beroep
aangeteekend tegen de beslissing, waarbij
aan de Veresnigde Koninklijke Papierfabrie
ken der firma Van Gelder Zonen, door B. en
W. vergunning werd verleend voor den proef
tijd van'een jaar, voor het plaatsen van diep-
W'aterpompen op de terreinen ten Noord-
Oosten van den Groeten Hout- of Konings
weg.
Door ^le Kon. Ned. Hoogovens en Staal
fabrieken zal een nieuw nevenlbedrijf op hare
terreinen gevestigd worden.
Men is thans n.l. bezig den bouw van een
brikettenfabriek voor te bereiden.
Ter gelegenheid van haar 70-jarig jubileum
heeft de tooneelvereenigihg „Litteris Sa
crum" te Leiden een internationalen tooneel-
wedstrijd gehouden. Tot besluit van dezen
Wedstrijd voerden de leden der jubileerende
vereeniging Zateragavond zélf (buiten me
dedinging) hyt tooneelspel „Liefde's daemon"
op, bewerkt door hun voorzitter, den heer
F. Bloemink
Het stuk bleek door de talrijke aanwezigen
zeer gewaardeerd te worden. Er waren
prachtige bloemen en kransen voor de spe
lers en ook geschenken en harteli'ke toe
spraken werden niet vergeten. Tenslotte
werd de uitslag van den wedstrijd bekend
gemaakt, welke luidde als volgt:
le prijs „de Vrijheidsliefde'' uit Antwer
pen; 2e pr. „de Noodstar" uit Brussel: 3e pr.
„Jacob van Lennep" uit Haarlem. Eereprijs
beste uitspraak „Vrijheidsliefde uit Ant
werpen, welke vereeniging ook een eere
prijs voor keuze van stuk verwierf.
Éere-prijs beste samenspel, Ado den Haag;
le pr regie, Nicolaas Beets, Utrecht; 2e pr.
regie. Jacob van Lennep, Haarlem.
Personeelprijzen: lc pr. dames, mej. Diel-
tjens, Brussel, 2e pr. mevr Kuiper van
„Ado". den Haag- le pr. heeren. de heer
Poulussen uit. Antwerpen; 2e pr. de heer A.
v. Hemert, Jacob van Lennep, te Haarlem.
Aanrijding te Velseroord.
Zondagmiddag 3 uur had er op den hoek
Willebrordstraat en Stationsweg een aan
rijding plaats van een luxe auto en één der
nieuwste autobussen van den heer Schoone
De autobus stond juist in de bocht van den
weg en had eenige passagiers opgenomen
toen de heer M. uit IJmuiden met zijn auto
kwam aangereden. De heer M. gaf signalen
om te willen passeeren,. maar tegelijk zette
He autobus zich in beweging en reden el
kaar daardoor in de zij aan, waardoor de
carrosserie van de bus een deuk en eenige
krassen opliep. De beide bestuurders gaven
elkaar de schuld, waardopr zij het niet eens
konden worden. Na elkanders nummer te
hebben opgenomen,
weegs.
B. en W. van Heemstede schrijven aan den
Raad
In ons praeadvies van 10 September 1925,
deelden wij mede, dat onder de geraamde
kosten voor het maken van een brug in de
Zandvoortschelaan over de Leidschevaart
niet waren inbegrepen de kosten verbonden
aan verbreeding van den spoorwegovergang
tot 15 Meter, waaromtrent met de Directie
van deNed. Spoorwegen nog werd overlegd.
Verder spraken wij in dat praeadvies reeds
net vermoeden uit, dat de vereischte mede
werking wel zal worden verleend, ofschoon
de kosten daarvan geheel door de gemeente
zullen moeten worden gedragen. Dit ver
moeden is bewaarheid en de Spoorweg
Maatschappij bereid bevonden de noodige
medewerking te verleenen voor het tot stand
komen van deze verbreeding. De Maatschap
pij stelt zich evenwel op het standpunt, dat
zij bij de verbreeding van den overweg geen
enkel belang heeft en mitsdien niet bereid is
c'aarvoor zelf kosten te maken.
Volgens berekening van de Directie van
de Ned. Spoorwegen zuilen de kosten ver
bonden aan het maken van deze verbreeding
met alle daaruit voortvloeiende werkzaamhe
den 730Ó.- bedragen, terwijl nog een be
drag van 4700.- noodig wordt geacht voor
door de gemeente uit te voeren werken aan
weerszijden van dien spoorwegovergang. De
aan de Spoorweg Maatschappij te leveren
materialen zijn onder laatstgenoemd bedrag
inbegrepen.
Bovendien werd oorspronkelijk door de
Directie van de Ned. Spoorwegen een bedrag
van 9000.- gevorderd als vergoeding voor
meerdere kosten van onderhoud en periodieke
vernieuwing aan bestratingen, sporen, keer-
oalken, seinhuisje, sluitboomer, met bewe
gingsinrichtingen en trekdraadgeleidingen.
Hiertegen hebben wij ons zooveel mogelijk
verzet, doch de Directie van genoemde
Maatschappij heeft er zich bij de gehouden
besprekingen op beroepen, dat deze regeling
ook geldende voor gelijksoortige werkzaam
heden uitgevoerd in andere plaatsen, moest
worden gehandhaafd. Na overleg is de Maat
schappij evenwel bereid gevonden den eisch
tot betaling van dit bedrag in eens te laten
varen én er genoegen mede te nemen, dat
door de gemeente voor onderhoud per jaar
een bedrag van 450.- aan haar wordt betaa ld
B. en W. stellen daarom voor hun een cre-
diet te verleenen van ten hoogste 12.000.-
noodig voor de uitvoering van de verschillen
de werkzaamheden, verbonden aan de ver
breeding van den overgang der spoorbaan in
de Zandvoortschelaan met verbreeding van
de daarop aansluitende weggedeelten
voor het gedeelte van den spoorwegover
gang in de Zantvoorrschelaan tusschen de
cïfsluitboomen, dat bij de Spoorweg Maat
schappij in onderhoud blijft, 450.- per jaar
voor onderhoudskosten te vergoeden, waar
onder is begrepen periodieke vernieuwing
aan bestratingen, sporen, keerbalken, sein
huisje, sluitboomen met bewegingsinrich
tingen en trekdraadgeleidingen.
DE DOODE, DIE ER NIET WAS.
Men schrijft aan de „O.H.Crt."
Het bovenstaande speelde zich af, een dezer
dagen op de Algemeene Begraafplaats aan de
Kleverlaan.
Om een versch gedolven groeve staan ee
nige vrienden en bekenden te wachten,
om den overledene, die hier straks ter ruste
zal worden gelegd, een laatsten groet te
brengen.
Stil en ernstig staan zij daar, onder den
indruk van datgene wat straks zal gaan ge
beuren.
Daar naderen nog eenige heeren. Ook zij
komen naar hetzelfde graf. Ook zij willen
den overledene een laatste hulde brengen.
Hun hulde zal echter teen gewone zijn.
Hun hulde zal een hulde zijn van zangers die
hun overleden zangbroeder ten grave dragen.
Inmiddels voeren diverse trams nog meer
dere heeren-leden, alsook den dirigent aan,
zoodat weldra een breede zangerschare de
groeve omringt.
Bijkans allen hebben gevolg gegeven aan
dei\ plotselingen oproep tot een spoedrepe-
titie den avond te voren, waar de treurliederen
werden ingestudeerd, welke straks in pleche
tigen ernst door het luchtruim zullen ruischen
terwijl tevens besloten werd, als laatste bewijs
van sympathje, eenkrans te doen zenden aan
den zanger-collega, die men zoo noode zou
midden.
Plotseling ontstaat een heftige ontroering
onder de zangerschare.
Welke hevige emotie is het, die die gezich
ten zoo plotseling doet verschrikken wat is
het toch dat dien plechtigen ernst zoo wreed
verstoort
Uit een gesprek n.l. met de eerst aanwezige
vrienden en bekenden van den overledene,
biijkt op het laatste oogenblik, dat hier geen
sprake kan zijn van het overlijden van den
zangercollega.
Blijkbaar is de vereeniging de dupe gewor
den van een noodlottige vergissing en heeft
men den persoon van den overledene ver
ward met den persoon van het Zangerscollega.
Eindrelaas Zangers af, en als ttraks de be
grafenisstoet aankon t zijn alleen nog de eerst
aanwezige vrienden en bekenden van den
overledene overgebleven.
Wat er met dn krans gebeurd is, die ge
zonden werd aan een gestorven collega, die
gelukkig niet dood was, meldt de historie
niet.
Het was Zaterdagmiddag omstreeks half 5
!oen een rechercheur den bekenden A. F. H.
op de Paviljoenslaan zag. Daar, zooals men
weet, H. reeds geruimen tijd verdacht wordt
De kwestie van den Directeur-Genera^
der P. en T. Wat den minister deed in
grijpen.
De hoogste waterstand bereikt. Val Tan
Maas en Sambre in België.
Het Smeroe-fonds zond een derde gift,
thans f 60.000 voor de slachtoffers van den
watersnood.
Onderscheiding aan Dr. H. P. Bcrlage.
Politieke rede van Baron van Wijnbergen
te Doetinchem.
De Rijn is wassend.
Proi. Dr. Katnerlingh Onnes te Leiden
overleden.
Uit West-Duitschland en de omgeving van
Luik komen berichten over was van het
water.
Het incident tusschen Ramek en Musso
lini is als geëindigd te beschouwen.
De Roemeensche regeeringspartij lijdt dort
de gemeenteraadsverkiezingen gevoelige
verliezen.
De wankele positie van het Kabinet-
Bethlen,
Zie verder ook het Laatste Nieuw/
Barometerstand 9 uur v.m,: 763. Vooruit.
Licht op, De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 5.55.
Medegedeeld door het Kon. MeteoroL
Instituut te De Bilt.
Naar waarnemingen verricht in den
morgen van 22 Februari.
Hoogste Barometerstand 770.9 m.M, te
Hcrnoesand.
Laagste Barometerstand 738.6 ra.M. te
Reykjavik.
Verwachting van den avond van 22 tot
den avond van 23 Februari.
Matige tot krachtig westelijke tot zuid
westelijken wind, aanvankelijk opklarend,
later toenemende bewolking met kans op
regen, zelfde temperatuur.
van het plegen van niet r.ader te noemen
handelingen met minderjarigen en het de po
litie nog nooit gelukt was een bewijs tegen
hem aan te voeren, werd hij steeds gevolgd
en, hield de rechercheur den verdachte
scher in 't oog. Hij zag, hoe H. met een
6-jarig misje een boschje inging. Toen greep
de recheurcheur in en kon het individu op
heeterdaad betrappen.
Terzake overtreding van artikel 247 W. r,
S. werd proces-verbaal opgemaakt,
Vorige opgave 16.974.10H
Van Schipper S1.50
Totaal 16.975.60 Pa
ROERMOND, 22 Febr. Heden morgen cir
ca. 7 Vi uur geraakte te Swalmen, de 16-jarige
Flapper, werkende in de Glasslijperij van d«
firma W. te Swalmen tusschen de drijfrie*
men. De ongelukkige werd totaal vermor
zeld.
De toestand van het slachtoffers dal bij
den broedertwist in de Schoolstraat gewond
werd is, naar omstandigheden, tamelijk gbed,
HOEK v. HOLLAND, 22 Febr, Nabij den
steiger van de HollandAmerika-lijn is van
morgen het lijk aangespoeld van den ma
troos Rood, die op 9 Jan. j.l van de sleep
boot Hudson overboord sloeg.
HOEK v. HOLLAND, 22 Febr. Nabl
Schiedam werd gister op den trein gescho
ten, waarbij een 20-jarig -persoon te HoeE
van Holland in 't oog getroffen werd dat h$
vermoedelijk zal moeten missen,
Gevaar geweken,
ZEVENAAR, 22 Febr.. Om 10 uur van mor«
gen wordt nog geseind, dat de was van den
Rijn gestaakt is In de ochtenduren is een
val van 4 c.M. geconstateerd. Voor eenig ge
vaar bestaat geen vrees.
ZEVENAAR, 22 Febr. De Rijn is snel gfe.
wassen. Het water staat bijna van dijk tot
dijk. Het binnenwater werkt o»k.