1 Fiiüüw mm mm Waandenkbeelden ©ng&sausöe Ü3 Verkeersongevallen Voornaamste Nieuws P!aatseüjk nieuws. I NIET HALF NEGEN DOCH NEGEN UUR Amsterdamsohe Anthraciet P de^lA Dok te /Imsterdam leiden - Sussum - 0 mm Maandag 22 Februari 1926* 50ste Jaargang No. 16181 Dit nummer bestaat uit 10 bladzijden - Eerste blad precies begint morgen, DINSDAG AVOND de ALGEMEENE LEDENVERGADERING der R.-K. MIDDENSTANDS- VEREENIGING in een der zalen van Café Brinkmann. BINNENLANDSCH NIEUWS. De kwestie van den Directeur-Generaal der P. T. T. Wateronttrekking aan de duinen. De Hoogovens. Een nieuw nevenbedrijf. Successen van „Jacob van Lennep". Verbreeding overweg spoorbaan in de Zandvoortschelaan. Een verbreeding tot 15 Meter. Een hulde, die niet doorging. EEN OPLUCHTING. Een gelukkige arrestatie. in dit nummer. J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem. Telegrafisch Weerbericht DE STEUNACTIE VOOR DE GETEISTERDE STREKEN. LAATSTE NIEUWS. Doodelijk ongeluk. Lijk aangespoeld. In 't oog geschoten. De Rijn valt weer De Rijn wast. De abonnement .prijs bedraagt voa» Haarlem ea Agentschappen: Per kwartaal 3.25 Per week 0.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaus: NASSAULAAN 49. telefoon No. 13866 (3 lijnenj. Postrekening No. 5970. NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT Advertentie! 35 cents pat regeL Bij contract belangrijke korting Advertentie!] tusscben den tekst, els ingezonden mededeeling, 60 et per regel, op de le pagina's 75 ct per regeL Vraag- en aanbod-advt** tentiën 14 regels 60 ct. pet plaatsing; elke regel meer 15 ct bij vooruitbetaling. Alle abonne's op dit bïad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f 060(1 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f7*fl hij een ongeval met f Ol j hij verlies tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: vOw Jverlies van beide armen, beide beenen ol beide oogen: 1 9 oU» doodelijken afloop: 1 een voet van een of een oog hand, f JOC bij verlies van een fT.fl bij 'n breuk van f «ft bij verlies v. eet oog; I ILO.' duim of wijsvinger: 1 been of arm: 1 andere vinge; Een van de leuzen, die het ergst ons po litieke leven vertroebelen is de bewering, dat Nederland is een protestantsche natie Dit denkbeeld heeft meer dan drie eeuwen zijn stempel gedrukt op onze historie. De wording van den modernen staat sinds den val van Napoleon, heeft daarin geleidelijk verandering gebracht; nu en dan, b.v. in den April-storm van 1853, deed de oude opvat ting zich weer gelden; maar een diepere overtuiging en een juister inzicht van staat kunde dreef alle chistenen weer te zamen, om bóven geloofsverdeeldheid uit, te stre ven naar toepassing van beginselen, die allen dierbaar en allen gemeen zijn; de erkenning van God als hoogste macht, ook voor het openbare leven en de daaruit voortvloeiende begrippen omtrent gezag, eigendom en der_ gelijke. Toch heeft het waandenkbeeld der „pro testantsche natie" een taai leven; een groote groep der bevolking heeft er zich nog altijd niet aan ontworsteld en dat voert tot onge lukken, als wij nu weer op 11 November met de stemming over het Pauselijk Gezantschap hebben waargenomen. We kunnen dat be treuren; we dienen het feit te aanvaarden en daarbij er vooral op te letten, dat het waan denkbeeld niet enkel nog leeft in de_ hoof_ den van wat bekrompen dorpslui, maar ook nog gehuldigd en gepropageerd wordt door een aantal voormannen van een deel van het protestantsche kiezersvolk. Zoolang deze voorgangers niet van hun ongelijk zijn over tuigd, zullen wij altijd opnieuw April- of No- vember-stormen te duchten hebben. Nog dezer dagen heeft de heer Snoeek Henkemans in een rede voor den Kamer- kring-Nijmegen der Christelijk Historische Unie verklaard, dat het einde van deze cri sis een antwoord zal moeten geven op de vraag, of Nederland zal Wijven een protes- tantsch land. Men kan niet aanvaarden de gelijkgerechtigdheid van alle gezindten zei hij en daarbij zeggen: toch is het eigen lijk niet waar, dat Nederland is een protes- tansch land. „Want de erkenning van de ge lijkgerechtigdheid van alle gezindten vloeit voort uit het protestantsch beginsel!" Dat lijkt niet alleen ons, Katholieken, maar ook duizenden niet-Katholieken een onge rijmdheid, zooals in de laatste maanden ook in de liberale en socialistische pers is tot uiting gekomen. Maar ook eeii groot aantal protesianten hindert het, dat men voortgaat met aan die waanvoorstelling voedsel te ge ven, zeer tot schade van een gezond poli tiek leven. Het Christelijk-Historische hoofdorgaan meende daarom nogmaals een Verklaring te moeten geven, van wat is vastgelegd in art. 4 van het program der Chr. Hist. Unie cn wat luidt: In overeenstemming met de historische ontwikkeling van het christendom op Neder- landschen bodem, moet Nederland bestuurd worden als een christelijke staat in protes- tanschen zin. Ter verklaring van „ons protestantsch volkskarakter' is nogmaals afgedrukt een ar tikel, hetwelk 9 April 1921 in dezelfde „Ne derlander" verscheeii en hetwelk de redactie nog volkomen handhaaft. Wanneer men dit artikel nog eens naleest en de absolute onhoudbaarheid van de daarin verkondigde opvattingen tegenover de histo rie, maar vooral tegenover de möderne staatsontwikkeling ziet, dan staat men op nieuw verbaasd over het feit, dat het waan denkbeeld der „protestantsche natie" zóó hardnekkig heeft kunnen stand houden. De leus wordt verdedigd op louter prin- cipieele en niet op practische gronden; niet het wordt met evenveel woorden gezegd omdat de Chr. Hist. Unie zich de verte genwoordigster van d e protestantsche kerk in Nederland beschouwt; „de" protestant sche kerk bestaat niet, wordt terecht toe gegeven en bovendien de Unie is een poli tieke en geen godsdienstige partij. In zoo verre gaan we dus accoord. Ook niet, omdat het aantal Nederlanders overwegend protestant is. Het gaat ook niet over getallen, zegt de „Nederlander". Niet zelden wordt berekend hoeveel Pro testanten Nederland telt bedoeld zijn dan: Kerkclijk-belangstellende Protestanten na aftrek van onkerkelijken en onverschilligen; volgt de opgave van het aantal Roomschen; waarna dan de getallen moeten uitwijzen, of Nederland „protestant" heeten mag. Menig cijferaar komt tot een ontkennend tntwoord. En menig politiek-kerkelijk Pro testant is dan verontwaardigd of onthutst.... terwijl hij zelf meê schuld is aan het opzetten van de rekensom. Met getallen en kerken heeft ons protes tantsch volkskarakter in politieken zin niet on doen. Maar waaruit moet dat „protestansche Volkskarakter" dan wèl blijken? Ziehier, hoe de Nederlander" het tracht te verklaren: Wel komt 't tot uiting in een Grondwet- xtikel als dit: dat ieder zijn godsdienstige «eeningen met volkomen vrijheid belijdt èn at de belijders der onderscheiden godsdien- iten allen dezelfde burgerlijke en burger- ichapsrechten genieten. Men zal vragen, waarin het specifiek pro testantsche dezer artikelen schuilt. Wordt hetzelfde niet door duizenden verdedigd, die op den naam „protestant" gansch geen prijs stellen? Door Israëlieten b.v. en door gods- dienstig-onverschilligen? Wü antwoorden, dat de artikelen in elk geval politiek gesproken specifiek anti- Roomsch zijn. Ideaal en dogma der Roomsche Kerk vraagt van een grondwet andere bepalingen inzake den godsdienst! Niet alleen doen dit dogma en ideaal. Maar in alle landen, waar Rome op het politiek leven zijn stempel kan drukken, heerschen andere toestanden tot vandaag toe. In Spanje bestaat ook heden, ondanks een liberaal artikel in de grondwet geen gelijke politieke vrijheid voor Protestanten als voor Roomschen, zelfs niet inzake hun kerkelijk leven. In Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije heeft pas sinds een paar jaren de revolutie vrijheid gebracht, welke door Rome nooit gegund was, Ziedaar het waandenkbeeld; de gods dienstvrijheid en de daaruit voortvloeiende gelijke burgerlijke rechten voor allen zijn aan het „protestantsche beginsel" te danken. Dit nu is een historische onwaarheid van den eer sten rang. De godsdienstvrijheid is hier on der de Fransche overheersching gekomen, vóór dien bestond zij voor Katholieken niet. Na den val van Napoleon is de consti- tutioneele staatsvorm in de meeste Europve- sche landen opgekomen; ook hier; en deze bracht gelijke rechten voor allen mee. Die staatsvorm wordt door Katholieken niet min der verdedigd dan door wie ook. Sterker) in de encyclieken der laatste pausen kan mer: uitdrukkelijke vermaningen vinden, dat iedei zich houdt aan den staatsvorm en de wetten van zijn land. 't Is een hersenschim te mee- nen, dat de Katholieken een overheersching najagen en wachten op de meerderheid om de minderheid in gewetensvraagstukken en godsdienstige belijdenis te onderdrukken. Wie anders zegt, of zich op andere ge schiedkundige tijdperken of landen beroept, geeft blijk de historische evolutie niet te verstaan. Trouwens, het is wel stout gesproken, om vooral in Nederland te beweren, dat de Ka tholieken hun volle godsdienstige vrijheid aan het protestantsche beginsel te danken heb ben. De „Nederlander" zal goed doen, eerxs uit de geschiedenis en met de stukken te be wijzen, dat het herstel der bisschoppelijke hiërachie in Nederland eerste Voorwaarde voor de Katholieken om in volle vrijheid bun godsdienst uit te oefenen aan de protes tanten te danken is! En strookt de tegen stand, openlijk en bedekt, welke jarenlang in Christ. Hist, kringen is geboden legen het bezetten der voornaamste openbare betrek kingen door Katholieken, soms ook met het „protestantsche beginsel" van vrijheid en ge lijkheid voor allen? Neen, we hebben hier te doen met een hardnekkig waandenkbeeld, dat, we nemen het aan, te goeder trouw door een deel der Ned, protestanten wordt aangehangen, maar dat toch met kracht zal moeten worden uit geroeid; willen wij weer ooit komen tot zui vere politieke verhoudingen. Vele jaren zijn om der wille der coalitie de oogen dicht gedaan voor art. 4 vaa het Chr. Hist, programmapunt. Beter ware geweest, stelselmatig op de onjuistheid dezer opvat ting te wijzen. In ieder geval lijkt het ons plicht der Katholieke propaganda om van nu af bezadigd, zakelijk, wetenschappelijk, telkens weer op de onhoudbaarheid van het Nederlandsche „protestantsche volkskarak ter" te wijzen, opdat de goedwillenden van het verwarringstichtende waandenkbeeld be vrijd worden. Wat den minister deed ingrijpen. Zijn houding jegens den Dir.-Generaal. Het antwoord op de vragen van 18 No vember 1925 van het Tweede-Kamerlid Boon in zake de verhoudingen bij de lei ding der P. T. T., dat reeds geruimen tijd ter inzending gereed ligt, houdt aldus deelt minister Bongaerts thans mede, in een ver wijzing naar een bij de Memorie van Ant woord op de Postbegrooting 1926 gevoegde nota, waarin uitvoerige mededeelingen om trent de hoofdlijnen en de reorganisatie der bedrijfsleiding en postraad zijn vervat en waarin drie vragen tevens reeds haaf beantwoording hadden gevonden. De Memorie lag ter inzending gereed, toen de vragen door den minister werden ontvangen, doch de inzending kon niet ge schieden vanwege de crisis. Uit den aard kan ook thans niet daartoe worden over gegaan, omdat de minister dienaangaande aan zijn eventueelen ambtsopvolger de vrije hand moet laten. Omtrent zijn voornemen om al of niet de instelling eener meerhoofdige directie te bevorderen, moet de minister zich in hui dige omstandigheden .evenzóö van zijn ant woord onthouden. Hij meent er pochtans op te kunnen wij zen, dat voor hem in de gedrukte rappor ten Nolting en Van Royen, die ten einde een officieelen grondslag voor de beslissin gen te hebben, door de regeering zijn uit gelokt, de groote meerderheid der opvat tingen duidelijk wijst op de noodzakelijk heid van een directorium. Echter moet hij hieraan toevoegen, dat op het rapport-Nolting voor den admini stratieven dienst zoowel kan kloppen een eenhoofdige directie, mits de directeur- generaal uit den dienst van het Staatsbe drijf is betrokken als een meerhoofdige be stuur, waarin althans de meerderheid der gelijkgerechtigde leden uit het dienstvak afkomstig is. Op 1 Juni 1925 is de heer Ir. M, H. Damme, niet voortkomende uit het dienst vak, als directeur-generaal opgetreden. In dien met riin benoemind beoogd ware, eens AGENDA; 1. Opening. 2. Notulen. 3. Mededeelingen. 4. Jaarverslag secretaris over 192 5. Idem van den Penningmeester. 6. Benoeming Controle Commissie. 7. Uitloten Hypoth. Obligaiielee- ning, 8. Vaststellen gewijzigde Staiuten. Verkiezing. a. van een voorzitter. b. van zes overige bestuurslr. den, {De Heeren P. J.M. van Teterin W. J. B. van Liemt, R. A. J. M. Schlatmar.n, J, van der Piggc, J. F. G. Huizing, Joh. F. Lamp en H. J. M. Bartels, treden col_ lectief af). 10. Rede v;n den ZeerEerwaarden Rector J, P. J. KOK. 11. Rondvraag. 12 Sluiting. Hierna kaarten en domineeren FLINKE OPKOMST VERZOCHT! HET BESTUUR. en vooral omtrent den bedrijfsvorm te be slissen, zou dit niet overeenkomstig het vorenstaande zijn, hetwelk niet behoeft mede te brengen, dat de waarde van even tueel gedane toezeggingen buiten beschou wing wordt gelaten. Eenige weken later heeft de minister de reorganisatie van het Staatsbedrijf in groote lijnen onderzocht en is hij omtrent den vorm der leiding tot een conclusie gekomen. Verder heeft hij „gesteund op de boven bedoelde oi'ficieele adviezen, en op bet in zicht en de ervaring, welke hij omtrent de oorzaken van de moeilijkbeden, die zich bij het Staatsbedrijf in het verloop der ja ren achtereenvolgens hadden voorgedaan gedurende zijn langdurig Kamerlidmaat schap waarbij hij zich veel had bezig ge houden met aangelegenheden van het De-, parlement van Waterstaat, had verkregen. Dienaangaande had hij geen advies Nan den direceiir-generaal of van eenig ander hQofd-ambtenaar gevraagd of ontvangen. Vervolgens heeft hij den directeur-generaal verzocht, zijn vrij langdurig verblijf bij de Internationale Telegruafconferentie te Pa rijs voor enkele dagen te onderbreken, ten einde hem mondeling en persoonlijk daar van mededeeling ie doen en tevens uit te noodigen zijn medewerking voor den ver deren gang der voorbereidingen te ver- leenen Ofschoon de beslissing der regecring niet met zijn inzichten strookte, heeft de di recteur-generaal met bereidwilligheid aan een en ander dadelijk gevolg gegeven. Hij heef vervolgens in samenwerking met den heer Duynstee en Van Royen de bovenbe doelde nota-bijlage der Memorie van Ant woord voorbereid. Hij verklaarde zich be reid om, mocht het tot een directorium komen, daarvan deel uit te maken met in achtneming van zekere distincties. Op die wijze zoude zijn werkkracht en zijn erva ring omtrent bedrijfsleiding in algemeenen zin voor het Staatsbedrijf ten goede kun nen komen naast de kennis, de ervaring en het inzicht omtrent nationale of inter nationale postale toestanden en verhoudin gen van twee uit het dienstvak te betrek ken directieleden. De directeur-generaal acht het zijn plicht om de bestaande organisaties en de daarin thuishoorende verhoudingen te bestendigen niet alleen, doch om binnen het hem be kende geen rekening te houden met de mogelijkheid van daarin voorkomende ver anderingen, zoolang de regeeringsvoorne- mens tot wijziging van den bedrijfsvorm nog niet de sanctie hebben, die deze behoeven om den grondslag van het beleid le kunnen vormen. Diensvolgens werd sinds de maand Oc tober 1925 de bedrijfsleiding gevoerd in den vorm, en op een wijze, die hiet strookt met het inzicht en de'wenschen, die de regeering dienaangaande 'heeft, doch waar in zij tendens de crisis moest berusten. De minister zag zich herhaaldelijk verplicht zelfstandig zijn houding te bepalen en be slissingen te nemen, zonder daaromtrent eenig advies te vragen of te volgen, ook niet van den directeur-generaal. De nositie wordt voor den minister zeer moeilijk, ook in verband met den tiid en de aandacht, die hij aan ahdere dringender aangelegenheden, o.a. in verband met den watersnood, moest en wilde wüden. In Januari j.l kwam de minister voo- enkele voldongen feiten *e staan, die hü maar uiterst bezwaarlijk voor zijn verant woording kon nernen. Na rijp beraad besloot hij den directeur- generaal naar buiten niettemin met zijn verantwoordelijkheid te dekken, doch te vens in te grijpen, en tijdelijk zelf de teu gels in handen te nemen en een regeling te treffen, waardoor hij een herhaling van dergelijke crisis-moeilijkheden niet meer zal hebben te vreezen. Hij gtff dep Ir. Damme een maand verlof, met opdracht zelf de dienstwaarneming op de gewone wijze te regelen, doch toen deze bij her haling weigerde, zich daarnaar te gedragen en zich aldus een gezagskwestie aandiende, bestond voor den minister hierin aanlei ding den heer Ir. Damme tijdelijk geduren de de maand Febr. ontheffing van de uit oefening van zijn ambt te verleenen. Deze berichtte hem daarop, dat hij, om in het belang -van het bedrijf verdere mogelijke complicaties te vermijden, voorhands niet meer in dit hoofdbestuur zou verschijnen zulks echter onder voorbehoud van al zijn rechten. Hiermede was, voor zoover dit deel be treft, door Ir. Damme van zijn kant aan de bedoelingen van den minister voldaan. Krachtens art. 1 .van het K. B. van 31 De cember 1919 trok hij voorts bij zijn be schikking allé beslissingen in zake de lei ding aan zich. Krachtens art. 11 van het zelfde besluit belastte hij drie hoofd-amb- tenaren met de voorbereiding van zijn be slissingen, onder zijn onmiddellijke beve len en rechtstreeksche verantwoordelijk heid, onderscheidenlijk voor aangelegen heden van postalen, tèchnischen en gel- delijken aard. De -uitoefening van de functie van direc teur-generaal werd aldus tijdelijk gesplitst cn voor zoover het beslissingen betreft, bij den minister gebracht, voor zoover het be handeling van loopende zaken betreft, ver deeld over drie hoofdambtenaren. Het is zeer juist, dat het geenszins in dc bedoeling van den minister lag, het pres tige van den directeur-generaal te schok ken, doch het was evenmin zijn bedoeling, zijn eigen prestige in het gedrang te laten komen. Indien de directeur-generaal de verhoudingen en de moeilijkheden van den beginne af in het juiste licht had gezien, ware de prestige-kwestie in het geheel niet aan de orde gekomen. Niemand op het hoofdbureau wist, dat de minister den directeur-generaal verlof had gegeven, voordat tot vorenbedoelde beschikking moest worden overgegaan. Het ligt niet aan den minister, dat deze aan gelegenheid naar buiten niet binnen de kleinst mogelijke grenzen is gehouden. Een gepaste diffèrentie voer de ministerieele verantwoordelijkheid en net inzicht, om onvermijdelijk tijdelijke moeilijkheden met kalme wijsheid te onderscheiden en zich daaraan aan te passen, zouden de stroef heid van een formeel correcte houding vol ledig hebben kunnen corrigeeren. Het is niet juist, dat de minister door de regeling omtrent den dienst tijdens de afwezigheid van den heer Damme een di rectorium heeft voorbereid, zooals reeds uit bovenstaande uiteenzetting dienaangaan de duidelijk zal zijn. Overigens acht hij het in overeenstemming met een goede constitutioneele practijk om zich in de hui dige omstandigheden een definitief stand punt omtrent den vorm der bedrijfsleiding voor te behouden. Als er iéts is, waarvan bet Staasbedrijf geen behoefte heeft, dan is het een com missie van onderzoek omtrfcnt de perso- neelsverhoudingen 'bij het hoofdbestuur. Ook de minister heeft daaraan geen be hoefte. Veeleer bestaat er grond voor waardeering en aanmoediging ter zake van het vele en goede werk, dat aldaar van hoog tot laag met veel ijver en intelligen tie werd en wordt verricht. De minister stelt zich tot taak, te bevorderen, dat daarbij ook de juistheid tot haar recht komt, opdat continualiteit, objectiviteit en recjii in het bedrijf en de leiding gewaar borgd zijn. De minister nam en neemt zoo veel mogelijk de maatregelen,, welke naar zijn- mecning tot dit doel kunnen leiden. DER00KENDF MOOR vervolgde ieder zijns Alleen OR. HOUT9TR, 187, Tuli f. 12504. Ihans is door Jhr. G. Boreel van Wester hout te Wijk aan Duin, door de N.V. Koster's Bloemkweekerij en 14 anderen, krachtens art. 15, le lid der Hinderwet, hooger beroep aangeteekend tegen de beslissing, waarbij aan de Veresnigde Koninklijke Papierfabrie ken der firma Van Gelder Zonen, door B. en W. vergunning werd verleend voor den proef tijd van'een jaar, voor het plaatsen van diep- W'aterpompen op de terreinen ten Noord- Oosten van den Groeten Hout- of Konings weg. Door ^le Kon. Ned. Hoogovens en Staal fabrieken zal een nieuw nevenlbedrijf op hare terreinen gevestigd worden. Men is thans n.l. bezig den bouw van een brikettenfabriek voor te bereiden. Ter gelegenheid van haar 70-jarig jubileum heeft de tooneelvereenigihg „Litteris Sa crum" te Leiden een internationalen tooneel- wedstrijd gehouden. Tot besluit van dezen Wedstrijd voerden de leden der jubileerende vereeniging Zateragavond zélf (buiten me dedinging) hyt tooneelspel „Liefde's daemon" op, bewerkt door hun voorzitter, den heer F. Bloemink Het stuk bleek door de talrijke aanwezigen zeer gewaardeerd te worden. Er waren prachtige bloemen en kransen voor de spe lers en ook geschenken en harteli'ke toe spraken werden niet vergeten. Tenslotte werd de uitslag van den wedstrijd bekend gemaakt, welke luidde als volgt: le prijs „de Vrijheidsliefde'' uit Antwer pen; 2e pr. „de Noodstar" uit Brussel: 3e pr. „Jacob van Lennep" uit Haarlem. Eereprijs beste uitspraak „Vrijheidsliefde uit Ant werpen, welke vereeniging ook een eere prijs voor keuze van stuk verwierf. Éere-prijs beste samenspel, Ado den Haag; le pr regie, Nicolaas Beets, Utrecht; 2e pr. regie. Jacob van Lennep, Haarlem. Personeelprijzen: lc pr. dames, mej. Diel- tjens, Brussel, 2e pr. mevr Kuiper van „Ado". den Haag- le pr. heeren. de heer Poulussen uit. Antwerpen; 2e pr. de heer A. v. Hemert, Jacob van Lennep, te Haarlem. Aanrijding te Velseroord. Zondagmiddag 3 uur had er op den hoek Willebrordstraat en Stationsweg een aan rijding plaats van een luxe auto en één der nieuwste autobussen van den heer Schoone De autobus stond juist in de bocht van den weg en had eenige passagiers opgenomen toen de heer M. uit IJmuiden met zijn auto kwam aangereden. De heer M. gaf signalen om te willen passeeren,. maar tegelijk zette He autobus zich in beweging en reden el kaar daardoor in de zij aan, waardoor de carrosserie van de bus een deuk en eenige krassen opliep. De beide bestuurders gaven elkaar de schuld, waardopr zij het niet eens konden worden. Na elkanders nummer te hebben opgenomen, weegs. B. en W. van Heemstede schrijven aan den Raad In ons praeadvies van 10 September 1925, deelden wij mede, dat onder de geraamde kosten voor het maken van een brug in de Zandvoortschelaan over de Leidschevaart niet waren inbegrepen de kosten verbonden aan verbreeding van den spoorwegovergang tot 15 Meter, waaromtrent met de Directie van deNed. Spoorwegen nog werd overlegd. Verder spraken wij in dat praeadvies reeds net vermoeden uit, dat de vereischte mede werking wel zal worden verleend, ofschoon de kosten daarvan geheel door de gemeente zullen moeten worden gedragen. Dit ver moeden is bewaarheid en de Spoorweg Maatschappij bereid bevonden de noodige medewerking te verleenen voor het tot stand komen van deze verbreeding. De Maatschap pij stelt zich evenwel op het standpunt, dat zij bij de verbreeding van den overweg geen enkel belang heeft en mitsdien niet bereid is c'aarvoor zelf kosten te maken. Volgens berekening van de Directie van de Ned. Spoorwegen zuilen de kosten ver bonden aan het maken van deze verbreeding met alle daaruit voortvloeiende werkzaamhe den 730Ó.- bedragen, terwijl nog een be drag van 4700.- noodig wordt geacht voor door de gemeente uit te voeren werken aan weerszijden van dien spoorwegovergang. De aan de Spoorweg Maatschappij te leveren materialen zijn onder laatstgenoemd bedrag inbegrepen. Bovendien werd oorspronkelijk door de Directie van de Ned. Spoorwegen een bedrag van 9000.- gevorderd als vergoeding voor meerdere kosten van onderhoud en periodieke vernieuwing aan bestratingen, sporen, keer- oalken, seinhuisje, sluitboomer, met bewe gingsinrichtingen en trekdraadgeleidingen. Hiertegen hebben wij ons zooveel mogelijk verzet, doch de Directie van genoemde Maatschappij heeft er zich bij de gehouden besprekingen op beroepen, dat deze regeling ook geldende voor gelijksoortige werkzaam heden uitgevoerd in andere plaatsen, moest worden gehandhaafd. Na overleg is de Maat schappij evenwel bereid gevonden den eisch tot betaling van dit bedrag in eens te laten varen én er genoegen mede te nemen, dat door de gemeente voor onderhoud per jaar een bedrag van 450.- aan haar wordt betaa ld B. en W. stellen daarom voor hun een cre- diet te verleenen van ten hoogste 12.000.- noodig voor de uitvoering van de verschillen de werkzaamheden, verbonden aan de ver breeding van den overgang der spoorbaan in de Zandvoortschelaan met verbreeding van de daarop aansluitende weggedeelten voor het gedeelte van den spoorwegover gang in de Zantvoorrschelaan tusschen de cïfsluitboomen, dat bij de Spoorweg Maat schappij in onderhoud blijft, 450.- per jaar voor onderhoudskosten te vergoeden, waar onder is begrepen periodieke vernieuwing aan bestratingen, sporen, keerbalken, sein huisje, sluitboomen met bewegingsinrich tingen en trekdraadgeleidingen. DE DOODE, DIE ER NIET WAS. Men schrijft aan de „O.H.Crt." Het bovenstaande speelde zich af, een dezer dagen op de Algemeene Begraafplaats aan de Kleverlaan. Om een versch gedolven groeve staan ee nige vrienden en bekenden te wachten, om den overledene, die hier straks ter ruste zal worden gelegd, een laatsten groet te brengen. Stil en ernstig staan zij daar, onder den indruk van datgene wat straks zal gaan ge beuren. Daar naderen nog eenige heeren. Ook zij komen naar hetzelfde graf. Ook zij willen den overledene een laatste hulde brengen. Hun hulde zal echter teen gewone zijn. Hun hulde zal een hulde zijn van zangers die hun overleden zangbroeder ten grave dragen. Inmiddels voeren diverse trams nog meer dere heeren-leden, alsook den dirigent aan, zoodat weldra een breede zangerschare de groeve omringt. Bijkans allen hebben gevolg gegeven aan dei\ plotselingen oproep tot een spoedrepe- titie den avond te voren, waar de treurliederen werden ingestudeerd, welke straks in pleche tigen ernst door het luchtruim zullen ruischen terwijl tevens besloten werd, als laatste bewijs van sympathje, eenkrans te doen zenden aan den zanger-collega, die men zoo noode zou midden. Plotseling ontstaat een heftige ontroering onder de zangerschare. Welke hevige emotie is het, die die gezich ten zoo plotseling doet verschrikken wat is het toch dat dien plechtigen ernst zoo wreed verstoort Uit een gesprek n.l. met de eerst aanwezige vrienden en bekenden van den overledene, biijkt op het laatste oogenblik, dat hier geen sprake kan zijn van het overlijden van den zangercollega. Blijkbaar is de vereeniging de dupe gewor den van een noodlottige vergissing en heeft men den persoon van den overledene ver ward met den persoon van het Zangerscollega. Eindrelaas Zangers af, en als ttraks de be grafenisstoet aankon t zijn alleen nog de eerst aanwezige vrienden en bekenden van den overledene overgebleven. Wat er met dn krans gebeurd is, die ge zonden werd aan een gestorven collega, die gelukkig niet dood was, meldt de historie niet. Het was Zaterdagmiddag omstreeks half 5 !oen een rechercheur den bekenden A. F. H. op de Paviljoenslaan zag. Daar, zooals men weet, H. reeds geruimen tijd verdacht wordt De kwestie van den Directeur-Genera^ der P. en T. Wat den minister deed in grijpen. De hoogste waterstand bereikt. Val Tan Maas en Sambre in België. Het Smeroe-fonds zond een derde gift, thans f 60.000 voor de slachtoffers van den watersnood. Onderscheiding aan Dr. H. P. Bcrlage. Politieke rede van Baron van Wijnbergen te Doetinchem. De Rijn is wassend. Proi. Dr. Katnerlingh Onnes te Leiden overleden. Uit West-Duitschland en de omgeving van Luik komen berichten over was van het water. Het incident tusschen Ramek en Musso lini is als geëindigd te beschouwen. De Roemeensche regeeringspartij lijdt dort de gemeenteraadsverkiezingen gevoelige verliezen. De wankele positie van het Kabinet- Bethlen, Zie verder ook het Laatste Nieuw/ Barometerstand 9 uur v.m,: 763. Vooruit. Licht op, De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 5.55. Medegedeeld door het Kon. MeteoroL Instituut te De Bilt. Naar waarnemingen verricht in den morgen van 22 Februari. Hoogste Barometerstand 770.9 m.M, te Hcrnoesand. Laagste Barometerstand 738.6 ra.M. te Reykjavik. Verwachting van den avond van 22 tot den avond van 23 Februari. Matige tot krachtig westelijke tot zuid westelijken wind, aanvankelijk opklarend, later toenemende bewolking met kans op regen, zelfde temperatuur. van het plegen van niet r.ader te noemen handelingen met minderjarigen en het de po litie nog nooit gelukt was een bewijs tegen hem aan te voeren, werd hij steeds gevolgd en, hield de rechercheur den verdachte scher in 't oog. Hij zag, hoe H. met een 6-jarig misje een boschje inging. Toen greep de recheurcheur in en kon het individu op heeterdaad betrappen. Terzake overtreding van artikel 247 W. r, S. werd proces-verbaal opgemaakt, Vorige opgave 16.974.10H Van Schipper S1.50 Totaal 16.975.60 Pa ROERMOND, 22 Febr. Heden morgen cir ca. 7 Vi uur geraakte te Swalmen, de 16-jarige Flapper, werkende in de Glasslijperij van d« firma W. te Swalmen tusschen de drijfrie* men. De ongelukkige werd totaal vermor zeld. De toestand van het slachtoffers dal bij den broedertwist in de Schoolstraat gewond werd is, naar omstandigheden, tamelijk gbed, HOEK v. HOLLAND, 22 Febr, Nabij den steiger van de HollandAmerika-lijn is van morgen het lijk aangespoeld van den ma troos Rood, die op 9 Jan. j.l van de sleep boot Hudson overboord sloeg. HOEK v. HOLLAND, 22 Febr. Nabl Schiedam werd gister op den trein gescho ten, waarbij een 20-jarig -persoon te HoeE van Holland in 't oog getroffen werd dat h$ vermoedelijk zal moeten missen, Gevaar geweken, ZEVENAAR, 22 Febr.. Om 10 uur van mor« gen wordt nog geseind, dat de was van den Rijn gestaakt is In de ochtenduren is een val van 4 c.M. geconstateerd. Voor eenig ge vaar bestaat geen vrees. ZEVENAAR, 22 Febr. De Rijn is snel gfe. wassen. Het water staat bijna van dijk tot dijk. Het binnenwater werkt o»k.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 1