1 §1 m m m Radio-omroep, li i NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Vrijdag 26 Februari 1926 De rapporten in zake het valsche muntersschandaal en de debatten in de Nationale Vergadering. De nasleep der staking in de Amerikaansche anthracietmijnen. De wet tegen politieke agitators door de Wetgevende Vergadering van Australië in derde lezing aangenomen. Onder de Radio-berichten: Een Fransch-Russische conferentie geopend, ivaarvan De Mpnzie, minister van openbare werken, tot voorzitter is be noemd. In de Engelsche machine-industrie dreigt een staking. Het Grieksch-Turksche geschil over de grenslijn van de Maritsa-delta aan het Haagsche Hof ter advies voorgelegd. De boschbranden in Australië bedreigen Queenstown. De douane-kwestie in Kanton opgelost. GEM. BUITENL. BERICHTEN fm HP in Amsterdam heeft (nen onlangs voor een café op het Rembrandtplein de openluchtkachel in gebruik genomen. Hierdoor is het mogelijk ook op mooie voorjaarsdagen van het terras gebruik te maken. Een mooie foto van de blussching van den feilen brand aan de O. Z. Achterburgwal te Amsterdam. Wat is een naam? De Werkloosheid. Teraardebestelling van Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes. Nieuw Eerste Kamerlid. FEUILLETON. EEN GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. De wetgeving inzake de Indiërs. In het Engelsche Lagerhuis bracht Lord Olivier de quaestie ter sprake van de anti- Aziatische wetgeving in Zuid-Afrika, welke, naar hij beweerde, een duidelijke inbreuk is op de rechten der Indiërs, tot welker hand having en bescherming de Rijksregeering zich verbonden heeft. Lord Birkenhead uitte in zijn antwoord de ernstige hoop, dat het hernieuwd onder zoek, hetwelk thans in Zuid-Afrika aan den gang is en het voorleggen van de zaak der Indiërs aan de speciale commissie te Kaap stad, door de belanghebbenden, tot een be vredigende en duurzame regeling zal leiden. Onder de huidige omstandigheden achtte hij een uitvoeriger discussie niet gewenscht. Ramsey MacDonald over de niet-permanente zetels. Het Engelsche Kabinet heeft zich in zijn gisteren gehouden zitting zeer lang bezigge houden met de quaestie van den Volkenbond en de permanente zetels. In den boezem van het Kabinet heerscht de meening, dat men geen besluiten mag nemen, waardoor Cham berlain bij voorbaat reeds gebonden wordt en zijn bewegingsvriiheid, vooral als bemid delaar, wordt gefnuikt. Na de redevoeringen van Sir Austen Chamberiain in bet La*erhuis en lord Cecil in het Hoogerhuis, heeft Ramsay MacDonald tn een interview het voorstel gedaan, dat de bezetters van tüdelijke zetels drie jaren in junctie zullen blijven en aan het einde van leze periode niet herkozen zullen worden. De toelating van Duitschland. De Spaansche minister van Buitenlandsche Zaken heeft ondervraagd nopens een moge lijke uitbreiding van het aantal permanente zetels van den Volkenbondsraad, aan de pers verklaard, dat Spanje voor toelating van Duitschland tot den Volkbond is en voor de toekenning van een permanenten zetel aan dit land. De minister verzekerde, dat de re- gcering een vastberaden standpunt zal in nemen opdat Spanje op het oogenblik zelf, dat de samenstelling van het permanente deel van den Raad zal worden gewijzigd overeenkomstig art 4 van het pact een per manenten zetel kriigt, waarnaar het sedert het tot den Volkenbond,toetrad vurig heeft gestreefd en dat de regeering harerzijds gee- nerlei hinderpaal in den weg zal leggen aan de toelating tot den Raad van welk ander land ook. Naar de Duitsche draadlooze dienst ver neemt, zou dr Luther, het hoofd van de Duitsche delegatie naar Genève, na de for maliteit van de toetreding in een rede l.et Duitsche standpunt uiteenzetten. De consul-generaal ie Genève heeft reeds in hotel ..Metropol" voor de delegatie 35 slaapkamers en niet minder dan acht salons besproken. Tot de delegatie zullen ook de staatssecretarissen v. Schubert en Kempner behoqren. Het valschemuntersschandaal. In den Senaat vroeg Senator Wheeler een anderzoek te doen instellen naar de actie van den Hongaarschen gezant en het detec tive-bureau, hetwelk de gezant zou hebben gebruikt in verband met de verbanning van graaf Karolyi uit de Ver. Staten. De resolutie, die naar de commissie voor buitenlandsche zaken is verwezen, beweert dat de gezant 20.000 dollars aan het detec tivebureau heeft betaald om „graaf en gravin Karolyi weg te jagen". Het minderheidsrapport is door vijf op de 35 commissieleden geteekend. Onder de 19 eden, die het meerderheidsrapport onder- eekend hebben, bevinden zich gematigden, leden van de uiterste oppositie en onafhan- kelijken Fen res riutie, ingediend door den onafhankelijke afgevaardigde Farkas con stateert, dat de fe.ten, waarop het rapport is gegrond, te onvoldoende zijn om de po litieke zijde van de zaak te bel'chten, zoodat de commissie opdracht behoort te krijgen haar onderzoek voort te zetten, nadat de volksvertegenwoordiging haar zou hebben gemachtigd getuigen voor zich te dagen, dit ander eeden hun verklaringen zouden moe ten afleggen. Gisteren zijn in een druk bezochte zitting ran de Nationale vergadering, terwijl de tribunes dicht bezet waren, de rapporten van de commissie van enquête rondgedeeld. Zooals reeds in het kort gemeld .s, consta teert het meerderheidsrapport, dat de re geering geen politieke verantwoordelijkheid treft, daar zij tijdig en met volle energie al het mogelijke gedaan heeft om de misdaad aan het licht te brengen; het minderheids rapport evenals twee afzonderlijke rappor ten komen tot een tegenovergestelde mee ning. Met de indiening van deze rapporten schijnt voorloopig althans wel elke kans op een schikking tusschen oppostie en regee ring verkeken, al geven zich de „eerlijke makelaars", die met het oog op de verga dering te Genève daarnaar streven, nog niet alle hoop op. Het parlement begon met de debatten over de valschemunters-affaire. De regee- ringspartij hoopt dat deze debatten nog voor het vertrek van Bethlen naar Geneve beëin digd kunnen worden met het aannemen van een motie van vertrouwen. De oppositie echter zal trachten de regeering tot aftreden te dwingen. Nintsjitsj naar Rome, Groote belangstelling is in diplomatieke kringen gewekt door het- bericht, dat de Zuid-Slav.sche minister van buitenlandsche zaken Nintsjitsj Belgrado op weg naar Rome verlaten heeft, teneinde met Mussolini te ccnfereeren. Een belangrijke conferentie wordt verwacht, temeer omdat Nmtsjitsj vergezeld wordt door den Italiaanschen gezant te Belgrado, Fodrero, die een be langrijke rol gespeeld heeft tijdens de onder handelingen tusschen beidt landen inzake het vraagstuk van Fiume. Gemeld wordt dat be.de staatslieden den toestand zullen bespreken, die geschapen is door de ver dragen van Locamo. Echter wordt afge- meen aangenomen, dat Nintsjitsj bezorgd is over de aansluit.ngsactie van Duitschland en Oostenrijk en derhalve de opinie van Italië en Frankrijk wenscht te vernemeh. Het is nog niet bekend of Nmtsjitsj naar Rome komt in zijn hoedanigheid van minister van Zu.d-Slavië of als vertegenwoordger der kleine Entente. In het laatste geval zou de belangrijkheid van zijn bezoek nog aan zienlijk toenemen. De bladen interpreteeren het bezoek van Nintsjitsj aan Rome als een reactie tegen de idee van een Pan-Germanistisch bloc. Na het échec der Roemeensche regeeringspartij. Het resultaat van de gemeenteraadsver kiezingen, neerkomende op een volkomen échec van de heerschende regime der libe rale partij van Bratanoe is in den minister raad besproken. De regeering bleek van oordeel dat er geen aanle.ding was om ter stond af te treden. Wel echter zag men de noodzakelijkhe.d in den wetgevenden arbeid verder te staken en allen de hervorming van de kieswet door te zetten. De Kamer komt hiertoe 1 Maart bijeen en wordt 3 April ontbonden, daar de wettelijke periode van vier jaar dan ten einde is Kamer en Senaat zullen dus binnen twee maanden worden gekozen volgens de nieuwe kieswet welke o. a. de samenstelling der eerste kamer sterk zal wijzigen, zoo zal het aantal der leden, die ipso jure senator zijn, met 25 pet. verhoogd, terwijl de senaat acht jaar zal zitten. Vier jaar heeft thans het regime van de broeders Bratianoe Joan en Vintila (premier en financiën) geduurd. Natuurlijk zal de premier, die in het parlement nog een groote meerderheid heeft, trachten de kieswet m vpor zijn partij gewenschte richting te doen wijz gen Afgewacht zal echter dienen te worden, hoe de groeiende ontevredenheid in den lande zich bij de komende verkiezingen zal uiten Het schijnt in verband met een en ander niet uitgesloten, dat het land in den tus- schentijd een onrustige periode zal moeten doormaken. De douanequaestie te Kanton. De opschorting van het laden en lossen van schepen duurt voort. Alleen de invoer van rijst is toegestaan. Het aantal werk- looze schepen bed-aagt thans reeds meer dan vijftig. De toestand is rustig ofschoon toch verontrustend. Toen de commissaris van douane zijn houding voor een groep Chineezen uiteenzette, werd hij toegejuicht. Tien ladingen zullen door de posten, die toezicht houden op den boycot, aan de douane worden teruggegeven. Geen enkel schip is sedert vijf dagen uit Hongkong aan gekomen. Geheimzinnige branden. Op de pieren der Hudsonrivier braken Woensdag twee branden uit. De eerste brand brak op pier 27 uit, waar een En- gelsch stoomschip, de „Seminole", juist be zig was met het lossen van katoen en tabak tot een waarde van eenige millioenen dol lar. Dit schip leed echter geen schade. Een half uur later werd ala-m geslagen op pier 37, waar het Engelsche* schip „Jefferson" met een lading katoen en stukgoederen ter waarde van één millioen dollar had ge meerd. Ook dit schip werd, doordat het zich naar het midden van den stroom be gaf, gered, doch 800 balen goederen, die reeds gelost waren, werden door brand ver nield. Na de staking in de Amerikaan sche anthracietmijnen. De „New York Times" meldt, dat de steenkolenhandelaars in hun opslagplaatsen 700.000 ton anth~aciet-vervangende brand stof hebben, die, nu de staking in de anthra cietmijnen geëindigd is, onverkoopbaar is Verscheidene handelaars worden met fail lissement bedreigd. De opslagplaatsen var de spoorwegen bevatten 12.000 wagon' zachte steenkool en in verband met he dalen der prijzen vreest men, dat deze wa gons voor onbepaalden tijd niet van hun plaats zullen komen, waa~door alle nieuw i vervoer van anthraciet uit de mijnen onmo gelijk en groote werkloosheid veroorzaakt wordt. De Australisch» boschbranden. Er woeden groote boschbranden in het gebied der Ringmuren. De aangerichte schade is enorm. Gevreesd wordt voor het leven van honderdvijftig menschen uit het dorp Kinglake, die de wijk namen in het postkantoor, dat volgens de jongste berich ten door vlammen omringd is. Ook andere dorpen worden bedreigd. De wegen zijn versperd door brandende boomen. De wet tegen politieke agitators in Australië. Een draadloos telegram uit Melbourne meldt, dat de Wetgevende Vergadering het wetsontwe~p, dat de regeering uitgebreide volmachten geeft om op te treden tegen revolutionnaire agitators, in derde lezing met 37 tegen 11 stemmen heeft aangeno men. (Dit wetsontwerp werd ingediend naar aanleiding van de uitspraak van het Hoog gerechtshof dat de regeering niet de be voegdheid had Waesh en Johannsen te de- oorteeren, die bij de jongste zeeliedensta king zoo'n groote rol hebben gespeeld.) DE MAN MET DE VELE NAMEN. De man met de zes en dertig, met de hon derd namen zelfs, zoo omschreven de Fran sche bladen den toen nog geheimzinnigen misdadiger, van wiens aanhouding wij dezer dagen melding maakten en die onder allerlei vermommingen misdrijven pleegde. Omschre ven, want hij heeft dezer dagen zelf den «luier die over zijn identiteit hing, opgelicht, nadat trouwens de rechter van instructie -eeds volledige inlichtingen over hem had ontvangen. Hij vertelde dan dat hij Ulysse Ruel heette, in 1885 in valence (Dróme) ge boren was en 1908 te Lyon met een meisje lit die stad was getrouwd. Uit dit huwelijk werd een kind geboren, lat thans 16 jaar moest zijn. Zijn vrouw had volgens hem in 1911 zelfmoord gepleegd. Toen de rechter van instructie er op zin speelde, dat hij verdacht werd zijn vrouw vermoord te hebben, sprak hij dit beslist te gen. In 1915 was hij voor de tweede maal gehuwd na te Londen een „morganistisch" ïuwelijk te.hebben gesloten. In 1912 werd hij in Algiers tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Toen de oorlog uitbrak, nam hij dienst en was in 1916 onder luitenant. Op een dag verliet hij de Fransche linie om een tocht te maken naar de Duit sche linies. Hij had er volgens zijn zeggen zijn chefs van in kennis gesteld, maar bij zijn terugkeer werd hij door den krijgsraad gevangen gezet wegéns desertie of spionnage. Hij slaagde er evenwel in te ontsnappen... Waarom? vroeg de rechter Van instructie. Ge waart toch onschuldig? A. Het was oorlog, aldus antwoordde Ulysse, an in dien tijd was iemand die beschuldigd werd, gauw gefusilleerd. Daafom had hij er de voorkeur aan gegeven té ontvluchten. Hij wist niet of hij bij verstek veroordeeld was en had er zich ook nooit ongerust over gemaakt. Dan zal ik u inlichten, repliceerde de rech ter van instructie. Ge zijt in Januari 1917 door den krijgsraad bij verstek ter dood veroordeeld. Een mededeeling, die den ver dachte nu niet bepaald op zijn-gemak stel de, maar hij troostte zich met de gedachte, dat er nog wel zwaarder beschuldigingen op hem rustten en dat hij niettemin hoopte zich van schuld vrij te pleiten. Sedert die ontvluchting, zoo vertelde hij verder, heb ik geleefd met werken, maar vooral met stelen, al moest de rechter van hem geen algemeene bekentenis verwach ten. Wel was hij bereid om, ondervraagd over een bepaald feit de waarheid te zeg den. De rechter van instructie vulde de verkla ringen van den niet meer geheimzinnigen gedetineerde nog met eenige bijzonderheden aan o.a. deze, dat hij in 1916 in de uniform van luitenant, waarop hij geen recht had, in Valence was teruggekeerd, getooid met het Legioen van Eer, waartoe hij evenmin ge rechtigd was. Ik was voorgedragen, bracht de ander hiertegen in. Jawel, antwoordde de rechter, maar ge hebt het kruis van het Legioen van Eer ge lukkig nooit gekregen. DE VRIJE ZONE BIJ SALONIKI. Naar uit Belgrado wordt gemeld, is de Zuid-Slavische commissie, belast met de uit zetting van een vrije Zuid-Slavische zone bij Saloniki, na 20 dagen te hebben onder handeld met de Grieksche gedelegeerden, onverrichterzake naar Belgrado terugge keerd. 133 JAAR OUD? Volgens een bericht uit Boecharest zou. in ,'if i - een dorpsgemeente een boer van 133 jaar zijn overleden! DE VERKOOP DER KROONJUWEELEN. De voorzitter der „Chambre syndicale de la bijouterie et de la joaillerie" te Parijs spreekt het ook door ons vermelde bericht tegen, dat de Russische kroonjuweelen door Fransche juweliers zouden gekocht zijn. De in dat bericht genoemde twee personen zijn volgens den voorzitter der „Chambre syn dicale" geen juweliers en ook geen Fran- schen. DE OVERBEVOLKING VAN MOSKOU. De woningnood heeft te Moskou zulke af metingen bereikt, dal de regeering zich ge dwongen zag een gedeelte van de bureaux naar Petersburg over te brengen. Er werd een speciale commissie ingesteld, die belast werd met de overbrenging van de daarvoor in aanmerking komende instellingen en met de regeling van alles wat hieraan annex is. De commissie heeft vijf jaar gewerkt en nu heeft zij haar rapport bij de centrale regeering ingediend. In dezen tijd heeft de commissie 1000 woningen vrijgemaakt. Voor de buitenlandsche gezantschappen werden 43 heerenhuizen aangewezen. Uit Moskou wer den 24 instellingen naar andere steden ver plaatst. Vierhonderdtachtig huizen, die voor bureaux werden ingenomen, zijn voor woningen ingericht. Op het oogenblik zijn er te Moskou geen vrije kamers te vinden, en dat, terwijl er niet minder dan 85000 verzoekschriften bij de desbetreffende auto riteiten waren ingekomen om toewijzing van een kamer. De commissie stelt daarom aan de regeering voor nog meer regeeringsdepar- tementen naar Petersburg en andere steden over te plaatsen en raadt bovendien aan de regeeringsbureaux te concentrecren in één wijk. GEEN AFSCHAFFING DER PICADORES? Volgens den Madrileenschen correspon dent van het „Journal" is er geen sprake van de bereden picadores bij de stierenge vechten af te schaffen. De Spanjaarden zou den volgens hem liever revolutie maken dan de picadores niet meer in de arena te zien. Het is echter mogelijk dat de vereeniging voor dierenbescherming weet te bereiken, dat de paarden, evenals in het Zuiden van Frankrijk, van een beschermend dekkleed zullen worden voorzien. DE HAVEN VAN ALEXANDRIA De Engelsche, Fransche en Italiaansche ingenieurs, die een ontwerp hebben onder zocht tot vergrooting van de haven van Alexandrië, hebben een rapport opgesteld, volgens hetwelk een bedrag van 2.250.000 pond sterling noodig zou zijn tot uitvoering van' dit ontwerp. In het gebouw van het Haagsche Vak comité is een vergadering gehouden van vertegenwoordigers van een aantal plaatse lijke stucadoorsgezellenvereenigingen en groepen, welke niet zijn opgenomen in mo derne, christelijke of R. K. bonden. De eer ste stoot is gegeven tot de oprichting van een Psychologisch Federalistisch Verbond van autonome groepen van werkers in het Stucadoorsbedrijf, Wie lacht daar? 13 Februari waren bij 207 organen der openbare arbeidsbemiddeling in gemeenten met 5000 of meer inwoners als werkzoeken den (hetgeen niet altijd beteekent, dat zij werkloos zijn) 41.000 mannen ingeschreven. Bovendien stonden ingeschreven 35000 andere mannelijke werkzoekenden, nage noeg allen tot de meer ongeschoolde be roepen of de losse werklieden behoorend, en die men voor een goed deel niet onder de geheel werkloozen kan rangschikken. (Van deze categorie waren er ingeschre ven te Amsterdam 7350, te Rotterdam 4650, te 's-Gravenhage 2900). Ingeschreven waren van beide bovenver melde groepen: op 14 Febr. 1925 40,000 en 35,000 personen. ZATERDAG 27 FEBRUARI. Hilversum, 1050 M. 12 en 7.30 Politie- ber. 4.306.30 Vooravondconcert door het H. D. O.-orkest, onder leiding van Fr, Lupgens. 6.307.30 Cursus in han delskennis en handelstecbniek, door den heer J. Pelser Jr., accountant te Am sterdam. Spr. de heer J. Allebrandi, ge- admiteerd convooilooper. Onderwerp: Het entrepot verkeer en de werking van de veemen. 7.45 en 10 Persberichten, 8.10 Ver. v. Arb radio-amatéurs. Con cert met medew. van: Den heer Paul Loewer-fluit. Mevr. M. Appclins van Ho- boken-begel. Het gemengde Zangkoor „De stem des Volks", te Hilversum, o.l.v. den heer A Aletrino. Spreker: De heer R. Stenhuis, voorz. v. h. Nederl. verbond van vakver. over: De strijd der socialis tische arbeidersbeweging legen het kapi talisme. 1. Sonate voor fluit en piano. Bach 2. Koor: a. Eccc quemedo mo- ritur, Handel, b. Alma Redemptoris, Pa lestina. 3 Fluit en piano. Uit een suite van Fl. H. H. Verhey, a. Contem plation. b. Caprice, Isr. J. Olman. b. Morgenrood, Otto de Nobel, 6 Tweed* ged. v. d. rede van den hew R. Stenhuxs. 7 Koor: De Internationale. 8 Fluite en piano; a. Intermezzo, Charlenrv b. Menuet, Debussy. 9 Koor: a. 't Rijn- dertje, Isr. J. Olman. b. Meiliedje. Jul, Röntgen, c. 't Halsken, Mart. P Zijder laan. Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsein, weer- ber. 1.20 Tijdsein. 4.20 Tijdsein causerie. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Concert, Orkest. P. Roselli-sopraan,- R. Harris en Ch. Treharne-barriton en le- norduetten. 7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws. Lezing: A railway acci dent in Siberia. 7.45 Pianopreludes van Rachmaninow. 8 uur Radio-causerie, 8.20 Dansmuziek door de radio-dansband. 9.20 Concert van hotel Cecil. 9.55 Weerber., nieuws. 10.05 Concert van hotel Cecil. 10.50 Weerber. 10.55 12.20 Dansmuziek van het Savoyhotel. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50 Con cert Lucien Paris. 2.05 Nieuwsber., 5.05 Concert. 8.50 Galaconcert van ,,L" Matin",, orkest en zangsolisten. Königswusterhausen, 1300 M, 7.50 Con cert door het muziekkorps van het 3e bat., 9e Pruis. Infant, regiment, Militai re muziek. Daarna nieuwsber. 9.50— 11.20 Dansmuziek. Brussel, 262 M, 5.20 Concert, Mme. S. Derville, zang. 8.20 Kamermuziek. 8.50 Lezing over de Vlaamsche letter kunde. 9.30 Liefdesliederen, van Adam de la Hale, Schumann, Brahms e.a.. Let terkundige lezing, 10.20 Nieuws. Münster, 410 M. 12.351.50 Orkestcon cert. 3.05 Kindertooneel. 5.35 Es- perantoles. 6.20 Lezing over de radio techniek, 7.20 Engelsche les. 7.50 Werken van Beethoven door viool en pia no. 8.20 „Wer hat dich du schoner Wald", woud-idylle. Orkest en zangsolis- tcn. Daarna dansmuziek. Woensdagmiddag om half één heeft op de begraafplaats der N. Hervormde gemeente te Voorschoten de begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes, oud-hoogleeraar in da experimentele natuurkunde aan de Leidsche Universiteit en oud-directeur van het na tuurkundig laboratorium te Leiden. Toen de lijkkoets het sterfhuis aan den Haagweg te Leiden verliet was dè belangstelling zeer groot. Achter den met talrijke bloemkransen bedekten lijkwagen volgden een tiental rij tuigen, waarin o.a. gezeten waren prof. Matthias uit Clermont-Ferrand, en Prof. Lefebure uit Brussel vanwege het Instituut, Solvay, de rector magnificus der Leidsche Universiteit prof de Sitter en de secr. van den acedemischen senaat prof Meyers. Voorts hoogleeraren Zeeman, Haga, Siertse- ma, Keesom, M. en W. J. de Haas, Nolen e.a. Ook op de begraafplaats te Voorschoten was de belangstelling buitengewoon groot. Hier waren onder meer aanwezig de presi dent-curator der Leidsche Universiteit Jhr. de Gijselaar, en de secretaris van curatoren Jhr. Boddaert, Mr. van Beeck Calkoen, chef van de afdeeling Hooger Onderwijs namens den minister die verhinderd was, en de heer P. Visser, chef van de afd. K. en W.; Jhr. Mr, dr. A. Roëll, commissaris der Koningin in N.-Holland als voorzitter der Hollandsche Mij. van Wetenschap, prof. dr. Kraus, voor zitter en Jhr. Strick van Linschoten, secre taris van curatoren der Technische Hooge- school te Delft, voorts de rector-magnificus J en de secretaris van den senaat dezer hoo- geschool, prof. dr. van Itterson en prof. Jans sen van Raay, de hoogleeraren de Haas, Keesom en Verschafelt vanwege het Institut International de Froid, Ir. van Sandich, voorzitter van het Kon. Inst. van Ingenieurs en de heeren E. Elias en Ir. R. Dufour van wege de afd. Electrotechniek van dit insti tuut. Voorts de heeren Löhnis, voorz. en Ir. Koopman, secr. van de Ver. voor Koeltech niek, de burgem. van Voorschoten de heer Vernède, het collegium van het Leidsch Stu dentencorps, de Ver. voor Vrouw. Studenten de R.-K. Stud. Ver. St. Augustinus, de Bond van Leidsche Stud., verschillende faculteits besturen, het wetenschappelijk en technisch personeel van het Gén. Mathesis scientiarum genetrix, en verschillende aanwezigen. Nadat de kist in het familiegraf was neer gedaald, hield prof. Lorentz een rede; Opvolger van Jhr. van der Maesen d Sombreff, als lid der Eerste Kamer, is het rid der Provinciale Staten van Limburg, Jhr. Mr. G. A, H. Michiels van Kessenich te Roermond. 25 „U zijt wel goed voor mij, heer graaf, zei Conrad, met een diepe buiging. „Ik heb het voortreffelijk in uw dienst." „Geen vleierij! Ge weet bij ondervinding dat ik daar niet van houd. De arbeid moet belcond worden, dat is niet meer dan billijk. En nu moeten wij eens ernstig over de zaak spreken. We hebben daartoe nog al den tijd." „Maar zij moeten al spoedig hier zijn, heer graaf." „Babi Als er een politieman bij is, dan zult gij zien, dat de zaak heel gemakkelijk zal werden." „In elk geval zullen al uwe bevelen stipt ten uitvoer worden gebracht heer graaf, daarvan kunt u verzekerd zijn." „Goed Ik reken er op, en des te meer omdat mijn oude lust tot reizen weer bij mi) opkomt, en ik vanavond op reis denk te gaan. Gij moet dadelijk mijn rijtuig laten inspannen, want ik vertrek naar de grenzen van ^Polen." „Ja, heer graaf," zei Conrad, j \Toen wachtte hii eenige oogenblikken. of zijn meester hem nog meer zou mededeelen. Maar toen graaf Malthen zich in een ge heimzinnig stilzwijgen hulde vroeg hij eindelijk: „En wat hebt u mij nog meer op te dra gen, heer graaf, gedurende den tijd van uw afwezigheid?" „Maar gij moet immers mijn waardige vertegenwoordiger zijn, Conrad, en ik re ken op je, om alles naar behooren te be sturen. Gij moet d.e heeren ontvangen, met al de eerbewijzen, die wij aan hun rang verschuldigd zijn. Gij moet alle deuren voor hen openen, en hen alles laten zien." „Wat zegt u daar, heer graaf?" vroeg Conrad, terwijl hij zijn meester verbaasd aanstaarde. „Moet ik...." Hij sprak niet uit. „Maar het wil mij toch voorkomen, dat alleen de bezichtiging van het kasteel van Lekno voor die heeren de moeite voor een reis wel waard .s," zei graaf Malthèn op schertsenden toon. „Er zijn daar schilderij en, die een zeldzame kunstwaarde bezitten En er zijn daar nog zoovele andere be zienswaardigheden, ant eke meubelen, kunstvoorwerpen, vazen van Chineesch porcelein. Gij spreekt nooit over dat alles en ik zelf hecht ook niet zulk een- bijzonde re waarde daaraan, maar iedereen heeft niet het geluk, om evenals ik. onthecht te zijn aan al die weelde, en al zijn'geluk te vinden in de geheimen der wetenschap." „Ja, heèr graaf, ik zal hen dus het kas teel van I-akno laten risu," „En alles. Alles, tot .n zijn diepste schuil hoeken. Hebt gij mij begrepen?" „Ja, heer graaf." „Maar dat is nog niet alles. Ik ben er zeker van, dat die heeren nog nooit zout mijnen in hun leven hebben gezien. En de zoutmijnen van Lekno zijn bijzonder inte ressant, al kunnen zij misschien niet met de mijnen van Polen worden vergeleken Maar toch is het voor hen de moeite waard die te bez chtigen, vooral, omdat zij uit Frankrijk komen en zoutmijnen daar on bekend zijn." „Opperbest, heer graaf." En dan hebben wij nog Retzow. Dat had ik bijna vergeten. Hoe is het mogelijk! Mijn verblijf, het kasteel te midden van een ei land gelegen, dat is ook de moe.te van een bezoek wel waard. En dan het meer van Retzow, dat nooit bevriest! Vindt gij dat dan niet interessant? Neen, beste kerel, ik begrijp je niet langer. Je moet wel erg eeleischend zijn." Conrad scheen hem nog altijd maar nie' ed te begrijpen. Zóó' had hij zijn meester nog nooit hoo -en spreken. Wat moest hij van dat alles denken? „Ik w.l, dat die voorname bezoekers, die k tot mijn grooten spijt niet persoonlijk kan ontvangen, om hen al mijne bezitingen te toonen, met de grootste eerbewijzen wor den ontvangen. Zij moeten alles bezichti gen: de zolders, de kelders, en wanneer het mij ter oore mocht komen, dat gij hun den toegang tot welk vertrek ook. mocht heb- hen geweigerd, dan jaag ik je onverbidde lijk weg. Heb je mij nu goed begrepen. Sprakeloos van verbazing zag Conrad zijn meester aan. „Vergeving, heer graaf," zei hii eindelijk, terwijl hij zich met den rechterhand voor het voorhoofd sloeg, „ik kon u zoo dade lijk niet begrijpen. Het is mijn schuld niet. Maar wij hebben niet veel tijd meer over, om alles af te spreken. Ik zal mijn best doen al uwe bevelen zoo goed mogelijk te vol brengen, heer graaf." Intusschen was de slede Lekno genaderd. Eenige oogenblikken later hield men voor het kasteel van graaf Malthen stil. Dadelijk riep Conrad het geheele perso neel, en gelastte om zoo spoed.-g mogelijk het rijtuig in te spannen, waarmede graaf Malthen zich gewoonlijk op reis begaf, daar de graaf nauwelijks tijd had. in de haast eenige spijzen te gebru ken. Wij weten, dat graaf Malthen buitenge woon sober was in spijs en drank. Een glas mineraalwater en het een of ander gerecht, bij zijn middagmaal, meer verlangde hij niet. Slechts een ge minuten later kwam graaf Malthen te voorschijn, in reisgewaad ge kleed. Het rijtuig was al ingespannen. Zes krachtige Oostenrijksche paarden 'trekken het voort. Een gemakkelijk veldbed was binnen in dat groote rijtuig uitgespreid. In een bonten mantel gehuld, een uit be renhuid bestaande re.sdeken over zijn le dematen uitgespreid, strékte graaf Malthen zich gemakkelijk op zijn veldbed uit. In gestrekten draf gingen de paarden vooruit. Alleen Conrad bleef nog eenige oogenblikken staan om het rijtuig na te staren. „Ik geloof waarlijk, dat hij zich niet ver gist," mompelde hij bij zichzelven, terwijl hi) het hoofd schudde. „De zaak begint nu vermakelijk te worden." Toen liet hij zich een uitstekend middag maal voorzetten. Hij wachtte zich wel ervoor, dezelfde so berheid als zijn meester in acht te nemen. En toen begaf hij zich te bed en het duurde niet lang of hij sliep in. En den volgenden morgen stond bij al zeer vroeg op. F.n toen Maar nu moeten wij weer naar Maurice de Prévannes en zijn gevolg teruggaan. Ccnrad had juist gezien! De vier Fransche heeren hadden hem op ongeveer den 'afstand van eene dagrelze gevolgd. En in den avond van den volgenden dag waren zij te Posen aangekomen. En in den morgen van den daaropvolgen- den dag stapten zij te Lekno in de eenigp daar aanwezige herberg af, August, de nspecteur, was niet erg te vreden op het beloop van de expeditie. Men voltfde ziin raadgevinden niet vol doende op. Die gezamenlijke aankomst te Posen en te Lekno vond hij bedenkelijk „Gij had mij moeten laten begaan," her haalde hij gedur.g tot Charles Miniéres. „Wanneer - ik volgens mijn eigen z.'n had gehandeld, dan zou ik als advertentie- colporteur, als paardenkoopman, of wie weet in weike hoedanigheid, h.er alleen zijn aangekomen. En dan zou ik wel meer te weten zijn gekomen. Wanneer... hij ge waarschuwd is, dat wij in aantocht zijn en wij hebben alle redenen om dat te vree zen dan zal de vogel gevlogen zijn, en zullen wij hier niets vinden. En dan?.... Maar er is nu eenmaal n ets meer aan te doen. En de uitkomst zal leeren of ik gelijk heb." Toch had de oude professor Hans Rhum- ster alles zeer goed beschikt. Maurice de Prévannes en Charles Miniéres waren in het bezit van twee reispassen, die volkomen in orde waren, op naam van Maurice en Charles Durand. twee neven, die het beroep van ingenieur u.toefenden, en met een wetenschappelijke zending belast waren, o mde ontginning der mijnen te be- studeeren. F.n de inspecteur van politie had zijn eens aangenomen naam van August behouden. En Justin Bréjon ging door voor den be diende van Maurice Durand. Alles was dus volkomen in orde. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5