1
§1
m
m
m
Radio-omroep,
li
i
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Vrijdag 26 Februari 1926
De rapporten in zake het valsche muntersschandaal en de debatten in de
Nationale Vergadering. De nasleep der staking in de Amerikaansche
anthracietmijnen. De wet tegen politieke agitators door de Wetgevende
Vergadering van Australië in derde lezing aangenomen.
Onder de Radio-berichten: Een Fransch-Russische conferentie geopend,
ivaarvan De Mpnzie, minister van openbare werken, tot voorzitter is be
noemd. In de Engelsche machine-industrie dreigt een staking. Het
Grieksch-Turksche geschil over de grenslijn van de Maritsa-delta aan het
Haagsche Hof ter advies voorgelegd. De boschbranden in Australië
bedreigen Queenstown. De douane-kwestie in Kanton opgelost.
GEM. BUITENL. BERICHTEN
fm
HP
in Amsterdam heeft (nen onlangs voor een café op het Rembrandtplein
de openluchtkachel in gebruik genomen. Hierdoor is het mogelijk ook op
mooie voorjaarsdagen van het terras gebruik te maken.
Een mooie foto van de blussching van den feilen brand aan de
O. Z. Achterburgwal te Amsterdam.
Wat is een naam?
De Werkloosheid.
Teraardebestelling van
Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes.
Nieuw Eerste Kamerlid.
FEUILLETON.
EEN GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
De wetgeving inzake de Indiërs.
In het Engelsche Lagerhuis bracht Lord
Olivier de quaestie ter sprake van de anti-
Aziatische wetgeving in Zuid-Afrika, welke,
naar hij beweerde, een duidelijke inbreuk is
op de rechten der Indiërs, tot welker hand
having en bescherming de Rijksregeering zich
verbonden heeft.
Lord Birkenhead uitte in zijn antwoord
de ernstige hoop, dat het hernieuwd onder
zoek, hetwelk thans in Zuid-Afrika aan den
gang is en het voorleggen van de zaak der
Indiërs aan de speciale commissie te Kaap
stad, door de belanghebbenden, tot een be
vredigende en duurzame regeling zal leiden.
Onder de huidige omstandigheden achtte hij
een uitvoeriger discussie niet gewenscht.
Ramsey MacDonald over de
niet-permanente zetels.
Het Engelsche Kabinet heeft zich in zijn
gisteren gehouden zitting zeer lang bezigge
houden met de quaestie van den Volkenbond
en de permanente zetels. In den boezem van
het Kabinet heerscht de meening, dat men
geen besluiten mag nemen, waardoor Cham
berlain bij voorbaat reeds gebonden wordt
en zijn bewegingsvriiheid, vooral als bemid
delaar, wordt gefnuikt.
Na de redevoeringen van Sir Austen
Chamberiain in bet La*erhuis en lord Cecil
in het Hoogerhuis, heeft Ramsay MacDonald
tn een interview het voorstel gedaan, dat de
bezetters van tüdelijke zetels drie jaren in
junctie zullen blijven en aan het einde van
leze periode niet herkozen zullen worden.
De toelating van Duitschland.
De Spaansche minister van Buitenlandsche
Zaken heeft ondervraagd nopens een moge
lijke uitbreiding van het aantal permanente
zetels van den Volkenbondsraad, aan de pers
verklaard, dat Spanje voor toelating van
Duitschland tot den Volkbond is en voor de
toekenning van een permanenten zetel aan
dit land. De minister verzekerde, dat de re-
gcering een vastberaden standpunt zal in
nemen opdat Spanje op het oogenblik zelf,
dat de samenstelling van het permanente
deel van den Raad zal worden gewijzigd
overeenkomstig art 4 van het pact een per
manenten zetel kriigt, waarnaar het sedert
het tot den Volkenbond,toetrad vurig heeft
gestreefd en dat de regeering harerzijds gee-
nerlei hinderpaal in den weg zal leggen aan
de toelating tot den Raad van welk ander
land ook.
Naar de Duitsche draadlooze dienst ver
neemt, zou dr Luther, het hoofd van de
Duitsche delegatie naar Genève, na de for
maliteit van de toetreding in een rede l.et
Duitsche standpunt uiteenzetten.
De consul-generaal ie Genève heeft reeds
in hotel ..Metropol" voor de delegatie 35
slaapkamers en niet minder dan acht salons
besproken. Tot de delegatie zullen ook de
staatssecretarissen v. Schubert en Kempner
behoqren.
Het valschemuntersschandaal.
In den Senaat vroeg Senator Wheeler een
anderzoek te doen instellen naar de actie
van den Hongaarschen gezant en het detec
tive-bureau, hetwelk de gezant zou hebben
gebruikt in verband met de verbanning van
graaf Karolyi uit de Ver. Staten.
De resolutie, die naar de commissie voor
buitenlandsche zaken is verwezen, beweert
dat de gezant 20.000 dollars aan het detec
tivebureau heeft betaald om „graaf en gravin
Karolyi weg te jagen".
Het minderheidsrapport is door vijf op de
35 commissieleden geteekend. Onder de 19
eden, die het meerderheidsrapport onder-
eekend hebben, bevinden zich gematigden,
leden van de uiterste oppositie en onafhan-
kelijken Fen res riutie, ingediend door den
onafhankelijke afgevaardigde Farkas con
stateert, dat de fe.ten, waarop het rapport
is gegrond, te onvoldoende zijn om de po
litieke zijde van de zaak te bel'chten, zoodat
de commissie opdracht behoort te krijgen
haar onderzoek voort te zetten, nadat de
volksvertegenwoordiging haar zou hebben
gemachtigd getuigen voor zich te dagen, dit
ander eeden hun verklaringen zouden moe
ten afleggen.
Gisteren zijn in een druk bezochte zitting
ran de Nationale vergadering, terwijl de
tribunes dicht bezet waren, de rapporten
van de commissie van enquête rondgedeeld.
Zooals reeds in het kort gemeld .s, consta
teert het meerderheidsrapport, dat de re
geering geen politieke verantwoordelijkheid
treft, daar zij tijdig en met volle energie al
het mogelijke gedaan heeft om de misdaad
aan het licht te brengen; het minderheids
rapport evenals twee afzonderlijke rappor
ten komen tot een tegenovergestelde mee
ning.
Met de indiening van deze rapporten
schijnt voorloopig althans wel elke kans op
een schikking tusschen oppostie en regee
ring verkeken, al geven zich de „eerlijke
makelaars", die met het oog op de verga
dering te Genève daarnaar streven, nog niet
alle hoop op.
Het parlement begon met de debatten
over de valschemunters-affaire. De regee-
ringspartij hoopt dat deze debatten nog voor
het vertrek van Bethlen naar Geneve beëin
digd kunnen worden met het aannemen van
een motie van vertrouwen. De oppositie
echter zal trachten de regeering tot aftreden
te dwingen.
Nintsjitsj naar Rome,
Groote belangstelling is in diplomatieke
kringen gewekt door het- bericht, dat de
Zuid-Slav.sche minister van buitenlandsche
zaken Nintsjitsj Belgrado op weg naar Rome
verlaten heeft, teneinde met Mussolini te
ccnfereeren. Een belangrijke conferentie
wordt verwacht, temeer omdat Nmtsjitsj
vergezeld wordt door den Italiaanschen
gezant te Belgrado, Fodrero, die een be
langrijke rol gespeeld heeft tijdens de onder
handelingen tusschen beidt landen inzake
het vraagstuk van Fiume. Gemeld wordt
dat be.de staatslieden den toestand zullen
bespreken, die geschapen is door de ver
dragen van Locamo. Echter wordt afge-
meen aangenomen, dat Nintsjitsj bezorgd is
over de aansluit.ngsactie van Duitschland en
Oostenrijk en derhalve de opinie van Italië
en Frankrijk wenscht te vernemeh. Het is
nog niet bekend of Nmtsjitsj naar Rome
komt in zijn hoedanigheid van minister van
Zu.d-Slavië of als vertegenwoordger der
kleine Entente. In het laatste geval zou de
belangrijkheid van zijn bezoek nog aan
zienlijk toenemen.
De bladen interpreteeren het bezoek van
Nintsjitsj aan Rome als een reactie tegen
de idee van een Pan-Germanistisch bloc.
Na het échec der Roemeensche
regeeringspartij.
Het resultaat van de gemeenteraadsver
kiezingen, neerkomende op een volkomen
échec van de heerschende regime der libe
rale partij van Bratanoe is in den minister
raad besproken. De regeering bleek van
oordeel dat er geen aanle.ding was om ter
stond af te treden. Wel echter zag men de
noodzakelijkhe.d in den wetgevenden arbeid
verder te staken en allen de hervorming van
de kieswet door te zetten. De Kamer komt
hiertoe 1 Maart bijeen en wordt 3 April
ontbonden, daar de wettelijke periode van
vier jaar dan ten einde is
Kamer en Senaat zullen dus binnen twee
maanden worden gekozen volgens de nieuwe
kieswet welke o. a. de samenstelling der
eerste kamer sterk zal wijzigen, zoo zal
het aantal der leden, die ipso jure senator
zijn, met 25 pet. verhoogd, terwijl de senaat
acht jaar zal zitten.
Vier jaar heeft thans het regime van de
broeders Bratianoe Joan en Vintila (premier
en financiën) geduurd.
Natuurlijk zal de premier, die in het
parlement nog een groote meerderheid
heeft, trachten de kieswet m vpor zijn
partij gewenschte richting te doen wijz gen
Afgewacht zal echter dienen te worden, hoe
de groeiende ontevredenheid in den lande
zich bij de komende verkiezingen zal uiten
Het schijnt in verband met een en ander
niet uitgesloten, dat het land in den tus-
schentijd een onrustige periode zal moeten
doormaken.
De douanequaestie te Kanton.
De opschorting van het laden en lossen
van schepen duurt voort. Alleen de invoer
van rijst is toegestaan. Het aantal werk-
looze schepen bed-aagt thans reeds meer
dan vijftig. De toestand is rustig ofschoon
toch verontrustend. Toen de commissaris
van douane zijn houding voor een groep
Chineezen uiteenzette, werd hij toegejuicht.
Tien ladingen zullen door de posten, die
toezicht houden op den boycot, aan de
douane worden teruggegeven. Geen enkel
schip is sedert vijf dagen uit Hongkong aan
gekomen.
Geheimzinnige branden.
Op de pieren der Hudsonrivier braken
Woensdag twee branden uit. De eerste
brand brak op pier 27 uit, waar een En-
gelsch stoomschip, de „Seminole", juist be
zig was met het lossen van katoen en tabak
tot een waarde van eenige millioenen dol
lar. Dit schip leed echter geen schade. Een
half uur later werd ala-m geslagen op pier
37, waar het Engelsche* schip „Jefferson"
met een lading katoen en stukgoederen
ter waarde van één millioen dollar had ge
meerd. Ook dit schip werd, doordat het
zich naar het midden van den stroom be
gaf, gered, doch 800 balen goederen, die
reeds gelost waren, werden door brand ver
nield.
Na de staking in de Amerikaan
sche anthracietmijnen.
De „New York Times" meldt, dat de
steenkolenhandelaars in hun opslagplaatsen
700.000 ton anth~aciet-vervangende brand
stof hebben, die, nu de staking in de anthra
cietmijnen geëindigd is, onverkoopbaar is
Verscheidene handelaars worden met fail
lissement bedreigd. De opslagplaatsen var
de spoorwegen bevatten 12.000 wagon'
zachte steenkool en in verband met he
dalen der prijzen vreest men, dat deze wa
gons voor onbepaalden tijd niet van hun
plaats zullen komen, waa~door alle nieuw i
vervoer van anthraciet uit de mijnen onmo
gelijk en groote werkloosheid veroorzaakt
wordt.
De Australisch» boschbranden.
Er woeden groote boschbranden in het
gebied der Ringmuren. De aangerichte
schade is enorm. Gevreesd wordt voor het
leven van honderdvijftig menschen uit het
dorp Kinglake, die de wijk namen in het
postkantoor, dat volgens de jongste berich
ten door vlammen omringd is. Ook andere
dorpen worden bedreigd. De wegen zijn
versperd door brandende boomen.
De wet tegen politieke agitators
in Australië.
Een draadloos telegram uit Melbourne
meldt, dat de Wetgevende Vergadering het
wetsontwe~p, dat de regeering uitgebreide
volmachten geeft om op te treden tegen
revolutionnaire agitators, in derde lezing
met 37 tegen 11 stemmen heeft aangeno
men.
(Dit wetsontwerp werd ingediend naar
aanleiding van de uitspraak van het Hoog
gerechtshof dat de regeering niet de be
voegdheid had Waesh en Johannsen te de-
oorteeren, die bij de jongste zeeliedensta
king zoo'n groote rol hebben gespeeld.)
DE MAN MET DE VELE NAMEN.
De man met de zes en dertig, met de hon
derd namen zelfs, zoo omschreven de Fran
sche bladen den toen nog geheimzinnigen
misdadiger, van wiens aanhouding wij dezer
dagen melding maakten en die onder allerlei
vermommingen misdrijven pleegde. Omschre
ven, want hij heeft dezer dagen zelf den
«luier die over zijn identiteit hing, opgelicht,
nadat trouwens de rechter van instructie
-eeds volledige inlichtingen over hem had
ontvangen. Hij vertelde dan dat hij Ulysse
Ruel heette, in 1885 in valence (Dróme) ge
boren was en 1908 te Lyon met een meisje
lit die stad was getrouwd.
Uit dit huwelijk werd een kind geboren,
lat thans 16 jaar moest zijn. Zijn vrouw had
volgens hem in 1911 zelfmoord gepleegd.
Toen de rechter van instructie er op zin
speelde, dat hij verdacht werd zijn vrouw
vermoord te hebben, sprak hij dit beslist te
gen. In 1915 was hij voor de tweede maal
gehuwd na te Londen een „morganistisch"
ïuwelijk te.hebben gesloten.
In 1912 werd hij in Algiers tot twee jaar
gevangenisstraf veroordeeld. Toen de oorlog
uitbrak, nam hij dienst en was in 1916 onder
luitenant. Op een dag verliet hij de Fransche
linie om een tocht te maken naar de Duit
sche linies. Hij had er volgens zijn zeggen
zijn chefs van in kennis gesteld, maar bij
zijn terugkeer werd hij door den krijgsraad
gevangen gezet wegéns desertie of spionnage.
Hij slaagde er evenwel in te ontsnappen...
Waarom? vroeg de rechter Van instructie.
Ge waart toch onschuldig?
A.
Het was oorlog, aldus antwoordde Ulysse,
an in dien tijd was iemand die beschuldigd
werd, gauw gefusilleerd. Daafom had hij er
de voorkeur aan gegeven té ontvluchten.
Hij wist niet of hij bij verstek veroordeeld
was en had er zich ook nooit ongerust over
gemaakt.
Dan zal ik u inlichten, repliceerde de rech
ter van instructie. Ge zijt in Januari 1917
door den krijgsraad bij verstek ter dood
veroordeeld. Een mededeeling, die den ver
dachte nu niet bepaald op zijn-gemak stel
de, maar hij troostte zich met de gedachte,
dat er nog wel zwaarder beschuldigingen
op hem rustten en dat hij niettemin hoopte
zich van schuld vrij te pleiten.
Sedert die ontvluchting, zoo vertelde hij
verder, heb ik geleefd met werken, maar
vooral met stelen, al moest de rechter van
hem geen algemeene bekentenis verwach
ten. Wel was hij bereid om, ondervraagd
over een bepaald feit de waarheid te zeg
den.
De rechter van instructie vulde de verkla
ringen van den niet meer geheimzinnigen
gedetineerde nog met eenige bijzonderheden
aan o.a. deze, dat hij in 1916 in de uniform
van luitenant, waarop hij geen recht had, in
Valence was teruggekeerd, getooid met het
Legioen van Eer, waartoe hij evenmin ge
rechtigd was.
Ik was voorgedragen, bracht de ander
hiertegen in.
Jawel, antwoordde de rechter, maar ge
hebt het kruis van het Legioen van Eer ge
lukkig nooit gekregen.
DE VRIJE ZONE BIJ SALONIKI.
Naar uit Belgrado wordt gemeld, is de
Zuid-Slavische commissie, belast met de uit
zetting van een vrije Zuid-Slavische zone
bij Saloniki, na 20 dagen te hebben onder
handeld met de Grieksche gedelegeerden,
onverrichterzake naar Belgrado terugge
keerd.
133 JAAR OUD?
Volgens een bericht uit Boecharest zou. in
,'if
i -
een dorpsgemeente een boer van 133 jaar
zijn overleden!
DE VERKOOP DER KROONJUWEELEN.
De voorzitter der „Chambre syndicale de
la bijouterie et de la joaillerie" te Parijs
spreekt het ook door ons vermelde bericht
tegen, dat de Russische kroonjuweelen door
Fransche juweliers zouden gekocht zijn. De
in dat bericht genoemde twee personen zijn
volgens den voorzitter der „Chambre syn
dicale" geen juweliers en ook geen Fran-
schen.
DE OVERBEVOLKING VAN MOSKOU.
De woningnood heeft te Moskou zulke af
metingen bereikt, dal de regeering zich ge
dwongen zag een gedeelte van de bureaux
naar Petersburg over te brengen. Er werd
een speciale commissie ingesteld, die belast
werd met de overbrenging van de daarvoor
in aanmerking komende instellingen en met
de regeling van alles wat hieraan annex is.
De commissie heeft vijf jaar gewerkt en
nu heeft zij haar rapport bij de centrale
regeering ingediend. In dezen tijd heeft de
commissie 1000 woningen vrijgemaakt. Voor
de buitenlandsche gezantschappen werden 43
heerenhuizen aangewezen. Uit Moskou wer
den 24 instellingen naar andere steden ver
plaatst. Vierhonderdtachtig huizen, die voor
bureaux werden ingenomen, zijn voor
woningen ingericht. Op het oogenblik zijn
er te Moskou geen vrije kamers te vinden,
en dat, terwijl er niet minder dan 85000
verzoekschriften bij de desbetreffende auto
riteiten waren ingekomen om toewijzing van
een kamer. De commissie stelt daarom aan
de regeering voor nog meer regeeringsdepar-
tementen naar Petersburg en andere steden
over te plaatsen en raadt bovendien aan de
regeeringsbureaux te concentrecren in één
wijk.
GEEN AFSCHAFFING DER PICADORES?
Volgens den Madrileenschen correspon
dent van het „Journal" is er geen sprake
van de bereden picadores bij de stierenge
vechten af te schaffen. De Spanjaarden zou
den volgens hem liever revolutie maken dan
de picadores niet meer in de arena te zien.
Het is echter mogelijk dat de vereeniging
voor dierenbescherming weet te bereiken,
dat de paarden, evenals in het Zuiden van
Frankrijk, van een beschermend dekkleed
zullen worden voorzien.
DE HAVEN VAN ALEXANDRIA
De Engelsche, Fransche en Italiaansche
ingenieurs, die een ontwerp hebben onder
zocht tot vergrooting van de haven van
Alexandrië, hebben een rapport opgesteld,
volgens hetwelk een bedrag van 2.250.000
pond sterling noodig zou zijn tot uitvoering
van' dit ontwerp.
In het gebouw van het Haagsche Vak
comité is een vergadering gehouden van
vertegenwoordigers van een aantal plaatse
lijke stucadoorsgezellenvereenigingen en
groepen, welke niet zijn opgenomen in mo
derne, christelijke of R. K. bonden. De eer
ste stoot is gegeven tot de oprichting van
een Psychologisch Federalistisch Verbond
van autonome groepen van werkers in het
Stucadoorsbedrijf,
Wie lacht daar?
13 Februari waren bij 207 organen der
openbare arbeidsbemiddeling in gemeenten
met 5000 of meer inwoners als werkzoeken
den (hetgeen niet altijd beteekent, dat zij
werkloos zijn) 41.000 mannen ingeschreven.
Bovendien stonden ingeschreven 35000
andere mannelijke werkzoekenden, nage
noeg allen tot de meer ongeschoolde be
roepen of de losse werklieden behoorend,
en die men voor een goed deel niet onder
de geheel werkloozen kan rangschikken.
(Van deze categorie waren er ingeschre
ven te Amsterdam 7350, te Rotterdam 4650,
te 's-Gravenhage 2900).
Ingeschreven waren van beide bovenver
melde groepen: op 14 Febr. 1925 40,000 en
35,000 personen.
ZATERDAG 27 FEBRUARI.
Hilversum, 1050 M. 12 en 7.30 Politie-
ber. 4.306.30 Vooravondconcert door
het H. D. O.-orkest, onder leiding van
Fr, Lupgens. 6.307.30 Cursus in han
delskennis en handelstecbniek, door den
heer J. Pelser Jr., accountant te Am
sterdam. Spr. de heer J. Allebrandi, ge-
admiteerd convooilooper. Onderwerp:
Het entrepot verkeer en de werking van
de veemen. 7.45 en 10 Persberichten,
8.10 Ver. v. Arb radio-amatéurs. Con
cert met medew. van: Den heer Paul
Loewer-fluit. Mevr. M. Appclins van Ho-
boken-begel. Het gemengde Zangkoor
„De stem des Volks", te Hilversum, o.l.v.
den heer A Aletrino. Spreker: De heer
R. Stenhuis, voorz. v. h. Nederl. verbond
van vakver. over: De strijd der socialis
tische arbeidersbeweging legen het kapi
talisme. 1. Sonate voor fluit en piano.
Bach 2. Koor: a. Eccc quemedo mo-
ritur, Handel, b. Alma Redemptoris, Pa
lestina. 3 Fluit en piano. Uit een
suite van Fl. H. H. Verhey, a. Contem
plation. b. Caprice, Isr. J. Olman. b.
Morgenrood, Otto de Nobel, 6 Tweed*
ged. v. d. rede van den hew R. Stenhuxs.
7 Koor: De Internationale. 8 Fluite
en piano; a. Intermezzo, Charlenrv b.
Menuet, Debussy. 9 Koor: a. 't Rijn-
dertje, Isr. J. Olman. b. Meiliedje. Jul,
Röntgen, c. 't Halsken, Mart. P Zijder
laan.
Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsein, weer-
ber. 1.20 Tijdsein. 4.20 Tijdsein
causerie. 4.35 Kinderuurtje. 5.20
Concert, Orkest. P. Roselli-sopraan,- R.
Harris en Ch. Treharne-barriton en le-
norduetten. 7.20 Tijdsein Big Ben,
weerber., nieuws. Lezing: A railway acci
dent in Siberia. 7.45 Pianopreludes van
Rachmaninow. 8 uur Radio-causerie,
8.20 Dansmuziek door de radio-dansband.
9.20 Concert van hotel Cecil. 9.55
Weerber., nieuws. 10.05 Concert van
hotel Cecil. 10.50 Weerber. 10.55
12.20 Dansmuziek van het Savoyhotel.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50 Con
cert Lucien Paris. 2.05 Nieuwsber.,
5.05 Concert. 8.50 Galaconcert van ,,L"
Matin",, orkest en zangsolisten.
Königswusterhausen, 1300 M, 7.50 Con
cert door het muziekkorps van het 3e
bat., 9e Pruis. Infant, regiment, Militai
re muziek. Daarna nieuwsber. 9.50—
11.20 Dansmuziek.
Brussel, 262 M, 5.20 Concert, Mme. S.
Derville, zang. 8.20 Kamermuziek.
8.50 Lezing over de Vlaamsche letter
kunde. 9.30 Liefdesliederen, van Adam
de la Hale, Schumann, Brahms e.a.. Let
terkundige lezing, 10.20 Nieuws.
Münster, 410 M. 12.351.50 Orkestcon
cert. 3.05 Kindertooneel. 5.35 Es-
perantoles. 6.20 Lezing over de radio
techniek, 7.20 Engelsche les. 7.50
Werken van Beethoven door viool en pia
no. 8.20 „Wer hat dich du schoner
Wald", woud-idylle. Orkest en zangsolis-
tcn. Daarna dansmuziek.
Woensdagmiddag om half één heeft op de
begraafplaats der N. Hervormde gemeente te
Voorschoten de begrafenis plaats gehad van
het stoffelijk overschot van Prof. Dr. H.
Kamerlingh Onnes, oud-hoogleeraar in da
experimentele natuurkunde aan de Leidsche
Universiteit en oud-directeur van het na
tuurkundig laboratorium te Leiden. Toen de
lijkkoets het sterfhuis aan den Haagweg te
Leiden verliet was dè belangstelling zeer
groot. Achter den met talrijke bloemkransen
bedekten lijkwagen volgden een tiental rij
tuigen, waarin o.a. gezeten waren prof.
Matthias uit Clermont-Ferrand, en Prof.
Lefebure uit Brussel vanwege het Instituut,
Solvay, de rector magnificus der Leidsche
Universiteit prof de Sitter en de secr. van
den acedemischen senaat prof Meyers.
Voorts hoogleeraren Zeeman, Haga, Siertse-
ma, Keesom, M. en W. J. de Haas, Nolen e.a.
Ook op de begraafplaats te Voorschoten
was de belangstelling buitengewoon groot.
Hier waren onder meer aanwezig de presi
dent-curator der Leidsche Universiteit Jhr.
de Gijselaar, en de secretaris van curatoren
Jhr. Boddaert, Mr. van Beeck Calkoen, chef
van de afdeeling Hooger Onderwijs namens
den minister die verhinderd was, en de heer
P. Visser, chef van de afd. K. en W.; Jhr.
Mr, dr. A. Roëll, commissaris der Koningin
in N.-Holland als voorzitter der Hollandsche
Mij. van Wetenschap, prof. dr. Kraus, voor
zitter en Jhr. Strick van Linschoten, secre
taris van curatoren der Technische Hooge-
school te Delft, voorts de rector-magnificus
J en de secretaris van den senaat dezer hoo-
geschool, prof. dr. van Itterson en prof. Jans
sen van Raay, de hoogleeraren de Haas,
Keesom en Verschafelt vanwege het Institut
International de Froid, Ir. van Sandich,
voorzitter van het Kon. Inst. van Ingenieurs
en de heeren E. Elias en Ir. R. Dufour van
wege de afd. Electrotechniek van dit insti
tuut. Voorts de heeren Löhnis, voorz. en Ir.
Koopman, secr. van de Ver. voor Koeltech
niek, de burgem. van Voorschoten de heer
Vernède, het collegium van het Leidsch Stu
dentencorps, de Ver. voor Vrouw. Studenten
de R.-K. Stud. Ver. St. Augustinus, de Bond
van Leidsche Stud., verschillende faculteits
besturen, het wetenschappelijk en technisch
personeel van het Gén. Mathesis scientiarum
genetrix, en verschillende aanwezigen.
Nadat de kist in het familiegraf was neer
gedaald, hield prof. Lorentz een rede;
Opvolger van Jhr. van der Maesen d
Sombreff, als lid der Eerste Kamer, is het
rid der Provinciale Staten van Limburg, Jhr.
Mr. G. A, H. Michiels van Kessenich te
Roermond.
25
„U zijt wel goed voor mij, heer graaf,
zei Conrad, met een diepe buiging. „Ik heb
het voortreffelijk in uw dienst."
„Geen vleierij! Ge weet bij ondervinding
dat ik daar niet van houd. De arbeid moet
belcond worden, dat is niet meer dan billijk.
En nu moeten wij eens ernstig over de
zaak spreken. We hebben daartoe nog al
den tijd."
„Maar zij moeten al spoedig hier zijn,
heer graaf."
„Babi Als er een politieman bij is, dan
zult gij zien, dat de zaak heel gemakkelijk
zal werden."
„In elk geval zullen al uwe bevelen stipt
ten uitvoer worden gebracht heer graaf,
daarvan kunt u verzekerd zijn."
„Goed Ik reken er op, en des te meer
omdat mijn oude lust tot reizen weer bij
mi) opkomt, en ik vanavond op reis denk
te gaan. Gij moet dadelijk mijn rijtuig laten
inspannen, want ik vertrek naar de grenzen
van ^Polen."
„Ja, heer graaf," zei Conrad,
j \Toen wachtte hii eenige oogenblikken. of
zijn meester hem nog meer zou mededeelen.
Maar toen graaf Malthen zich in een ge
heimzinnig stilzwijgen hulde vroeg hij
eindelijk:
„En wat hebt u mij nog meer op te dra
gen, heer graaf, gedurende den tijd van uw
afwezigheid?"
„Maar gij moet immers mijn waardige
vertegenwoordiger zijn, Conrad, en ik re
ken op je, om alles naar behooren te be
sturen. Gij moet d.e heeren ontvangen, met
al de eerbewijzen, die wij aan hun rang
verschuldigd zijn. Gij moet alle deuren voor
hen openen, en hen alles laten zien."
„Wat zegt u daar, heer graaf?" vroeg
Conrad, terwijl hij zijn meester verbaasd
aanstaarde. „Moet ik...."
Hij sprak niet uit.
„Maar het wil mij toch voorkomen, dat
alleen de bezichtiging van het kasteel van
Lekno voor die heeren de moeite voor een
reis wel waard .s," zei graaf Malthèn op
schertsenden toon. „Er zijn daar schilderij
en, die een zeldzame kunstwaarde bezitten
En er zijn daar nog zoovele andere be
zienswaardigheden, ant eke meubelen,
kunstvoorwerpen, vazen van Chineesch
porcelein. Gij spreekt nooit over dat alles
en ik zelf hecht ook niet zulk een- bijzonde
re waarde daaraan, maar iedereen heeft
niet het geluk, om evenals ik. onthecht te
zijn aan al die weelde, en al zijn'geluk te
vinden in de geheimen der wetenschap."
„Ja, heèr graaf, ik zal hen dus het kas
teel van I-akno laten risu,"
„En alles. Alles, tot .n zijn diepste schuil
hoeken. Hebt gij mij begrepen?"
„Ja, heer graaf."
„Maar dat is nog niet alles. Ik ben er
zeker van, dat die heeren nog nooit zout
mijnen in hun leven hebben gezien. En de
zoutmijnen van Lekno zijn bijzonder inte
ressant, al kunnen zij misschien niet met
de mijnen van Polen worden vergeleken
Maar toch is het voor hen de moeite waard
die te bez chtigen, vooral, omdat zij uit
Frankrijk komen en zoutmijnen daar on
bekend zijn."
„Opperbest, heer graaf."
En dan hebben wij nog Retzow. Dat had
ik bijna vergeten. Hoe is het mogelijk! Mijn
verblijf, het kasteel te midden van een ei
land gelegen, dat is ook de moe.te van een
bezoek wel waard. En dan het meer van
Retzow, dat nooit bevriest! Vindt gij dat
dan niet interessant? Neen, beste kerel, ik
begrijp je niet langer. Je moet wel erg
eeleischend zijn."
Conrad scheen hem nog altijd maar nie'
ed te begrijpen.
Zóó' had hij zijn meester nog nooit hoo
-en spreken.
Wat moest hij van dat alles denken?
„Ik w.l, dat die voorname bezoekers, die
k tot mijn grooten spijt niet persoonlijk kan
ontvangen, om hen al mijne bezitingen te
toonen, met de grootste eerbewijzen wor
den ontvangen. Zij moeten alles bezichti
gen: de zolders, de kelders, en wanneer het
mij ter oore mocht komen, dat gij hun den
toegang tot welk vertrek ook. mocht heb-
hen geweigerd, dan jaag ik je onverbidde
lijk weg. Heb je mij nu goed begrepen.
Sprakeloos van verbazing zag Conrad zijn
meester aan.
„Vergeving, heer graaf," zei hii eindelijk,
terwijl hij zich met den rechterhand voor
het voorhoofd sloeg, „ik kon u zoo dade
lijk niet begrijpen. Het is mijn schuld niet.
Maar wij hebben niet veel tijd meer over,
om alles af te spreken. Ik zal mijn best doen
al uwe bevelen zoo goed mogelijk te vol
brengen, heer graaf."
Intusschen was de slede Lekno genaderd.
Eenige oogenblikken later hield men voor
het kasteel van graaf Malthen stil.
Dadelijk riep Conrad het geheele perso
neel, en gelastte om zoo spoed.-g mogelijk
het rijtuig in te spannen, waarmede graaf
Malthen zich gewoonlijk op reis begaf, daar
de graaf nauwelijks tijd had. in de haast
eenige spijzen te gebru ken.
Wij weten, dat graaf Malthen buitenge
woon sober was in spijs en drank.
Een glas mineraalwater en het een of
ander gerecht, bij zijn middagmaal, meer
verlangde hij niet.
Slechts een ge minuten later kwam graaf
Malthen te voorschijn, in reisgewaad ge
kleed.
Het rijtuig was al ingespannen.
Zes krachtige Oostenrijksche paarden
'trekken het voort.
Een gemakkelijk veldbed was binnen in
dat groote rijtuig uitgespreid.
In een bonten mantel gehuld, een uit be
renhuid bestaande re.sdeken over zijn le
dematen uitgespreid, strékte graaf Malthen
zich gemakkelijk op zijn veldbed uit.
In gestrekten draf gingen de paarden
vooruit. Alleen Conrad bleef nog eenige
oogenblikken staan om het rijtuig na te
staren.
„Ik geloof waarlijk, dat hij zich niet ver
gist," mompelde hij bij zichzelven, terwijl
hi) het hoofd schudde. „De zaak begint nu
vermakelijk te worden."
Toen liet hij zich een uitstekend middag
maal voorzetten.
Hij wachtte zich wel ervoor, dezelfde so
berheid als zijn meester in acht te nemen.
En toen begaf hij zich te bed en het
duurde niet lang of hij sliep in.
En den volgenden morgen stond bij al
zeer vroeg op.
F.n toen
Maar nu moeten wij weer naar Maurice
de Prévannes en zijn gevolg teruggaan.
Ccnrad had juist gezien!
De vier Fransche heeren hadden hem op
ongeveer den 'afstand van eene dagrelze
gevolgd.
En in den avond van den volgenden dag
waren zij te Posen aangekomen.
En in den morgen van den daaropvolgen-
den dag stapten zij te Lekno in de eenigp
daar aanwezige herberg af,
August, de nspecteur, was niet erg te
vreden op het beloop van de expeditie.
Men voltfde ziin raadgevinden niet vol
doende op.
Die gezamenlijke aankomst te Posen en te
Lekno vond hij bedenkelijk
„Gij had mij moeten laten begaan," her
haalde hij gedur.g tot Charles Miniéres.
„Wanneer - ik volgens mijn eigen z.'n had
gehandeld, dan zou ik als advertentie-
colporteur, als paardenkoopman, of wie
weet in weike hoedanigheid, h.er alleen
zijn aangekomen. En dan zou ik wel meer
te weten zijn gekomen. Wanneer... hij ge
waarschuwd is, dat wij in aantocht zijn
en wij hebben alle redenen om dat te vree
zen dan zal de vogel gevlogen zijn, en
zullen wij hier niets vinden. En dan?....
Maar er is nu eenmaal n ets meer aan te
doen. En de uitkomst zal leeren of ik
gelijk heb."
Toch had de oude professor Hans Rhum-
ster alles zeer goed beschikt.
Maurice de Prévannes en Charles Miniéres
waren in het bezit van twee reispassen,
die volkomen in orde waren, op naam van
Maurice en Charles Durand. twee neven,
die het beroep van ingenieur u.toefenden,
en met een wetenschappelijke zending belast
waren, o mde ontginning der mijnen te be-
studeeren.
F.n de inspecteur van politie had zijn eens
aangenomen naam van August behouden.
En Justin Bréjon ging door voor den be
diende van Maurice Durand.
Alles was dus volkomen in orde.
(Wordt vervolgd.)