BRIEVEN UIT FRANKRIJK. Radio-omroep. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Zaterdag 6 Maart 1926 Reims, het dorado der woningzoekenden. Een groep te Genève zou geprotesteerd hebben tegen de aanwezigheid van graaf Bethlen. De regeling met de vroegere Duitsche Vorstenhui zen en het daarmee samengaande plebisciet veroorzaakt strijd en sabo tage. Een ultimatum aan Abd el Krim. Een nieuw ^hineesch kabinet. Onder de Radio-berichten: Ten aanzien van de commissie voor het Saargebied is een voorloopige regeling getroffen. Eene ernstige ont ploffing te Praag. Verscheidene dooden en een groot aantal gewonden. FEUILLETON. EEN GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. KERK EN SCHOOL. De terugkeer der Karthuizers. Jubileum van Broeder Janianus. KUNST EN KENNIS. UIT BOEK EN BLAD. „Naar het Licht HANDEL EN NIJVERHEID. De Jaarbeurs te Utrecht. Een Fransche stad die als het ware om inwoners bedelt en tevens een keur van woningen ter beschikking heeft, is een zeld zaamheid. En toch bestaat die uitzondering waardoor de algemeene regel van bijna pijnlijken woningnood wordt bevestigd. Terwijl in Parijs met den besten wil van de wereld en een goed gevulden buidel een appartement niet is te vinden, zit Reims op twee uren afstand gelegen, met een duizend tal onverhuurde woningen verlegen. Een luilekkerland voor dakloozen. En men begrijpt niet dat zij die vrij zijn in de keuze van een woonplaats, dit dorado in een tijd van woningcrisis, onachtzaam voorbij gaan. Hier geen concierge die oppermachtig de lakens uitdeelt maar uiterst vriendelijk de nieuwe sleutels aan een eventueelen bewoner overhandigt. De overname van waardelooze meubelen tegen hoogen prijs is onbekend. Een bezoek aan deze herbouwde stad, waar de oorlog zoo gruwelijk heeft huis gehouden, heeft ons hiervan de verzekering gegeven. Reims is in den waren zin des woord uit fijn asch herrezen. Vol bewondering hebben wij de Bisschopsstad doorkruist en zijn wij getroffen door de werkkracht en de energie die zich sedert het einde van den oorlog hier hebben ontplooid. Het allereerst richtte zich onze blik naar de kathedraal, dat wonder van Middeleeuwsche schoonheid, waarvan het oorlogsvuur de steenen heeft geblakerd, de ruiten heeft vernield en een groot deel aan verwoesting heeft prijs gegeven. Nog altijd troont dit kerkgebouw als een verminkte te midden der bebouwde stad, de herinnering al te zeer levendig houdend aan jaren van leed en ontzetting. Maar toch hoe merkbaar is reeds de her- stellingsarbeid die onvermoeid wordt voort gezet. De grijze Aartsbisschop gesteund door zijn kundigen architect en de 10 millioen door Rockefeller geschonken, koestert de hoop met Paschen voor het eerst na den oorlog in dit Godshuis de H. Mis op te dra gen, al zullen vermoedelijk nog lange jaren noodig zijn om het geheel zijn ouden aanzien weer te geven. De stad zelf doet weinig meer denken aan e puinhoopen die wij er eens hebben aan schouwd. Zij heeft een nieuw kleed aan getrokken dat aantrekkelijk is door uiterlijke voornaamheid en getuigt van goeden smaak, maar dat helaas te wijd is voor het lichaam dat er mede is omhuld. Eenzaam en verlaten zijn de straten, onbewoond de huizen die in grooten getale wachten op bewoners, Reims telde voor den oorlog 120.000 in woners. Na den wapenstilstand was de bevolking ongeveer even groot, maar de aard was veranderd. Een 40.000 arbeiders, belast met den herbouw waren in de plaats getreden van de vaste bevolking van indu- strieelen en kooplieden, die de stad nood gedwongen den rug hadden toegekeerd en eens elders gevestigd er niet zijn terug gekomen. Thans hebben die arbeiders het werk grootendeels gereed, Reims verlaten, en nauwelijks 80.000 zielen blijven over. De berekeningen hebben gefaald. De 4 groote magazijnen, die op het hoofdplein hun gevels verheffen, wachten vergeefs op de noodige bezoekers. De middenstand doorleeft moei lijke tijden en de huiseigenaren zien hun bordjes met „woning te huur" al te lang aan wind en weer blootgesteld. De oorzaak is verklaarbaar. Reims leefde hoofdzakelijk van de champagne en de wol industrie. De eerste is nog altijd bloeiend, maar de laatste is door den oorlog ten onder gang gebracht. Nieuwe bronnen van inkomsten zullen noodig zijn om deze stad het hoofd boven water te doen houden. Nieuwe industrie dient gezocht om het ontvolkte Reims den welstand van weleer terug te geven en het aantal inwoners te vergrooten. Men sprak- van een linoleumfabriek die 4 a 5000 ar beiders aan het werk zal stellen en andere ondernemingen die worden voorbereid. De financieele moeilijkheden ontkenen echter niet alleen hieraan hun bezorgdheid. De benepen toestand van de Fransche schatkist speelt ook een rol. Voor het jaar 1925 waren 25 miliioen door het Rijk toe gezegd, 200.000 francs zijn slechts gestort en in de laatste maanden is niets ontvangen. Reims verkeert inderdaad in een betreurens- waardigen toestand ondanks de uiterlijke teekenen van herleving en den aanblik die het herstelde stadsbeeld bij oppervlakkige beschouwing biedt. Het is verwonderlijk dat niet uit alle oorden de menschen samenstroomen om zich hier te vestigen. Uiterst gunstig gelegen ten opzichte van Parijs, België en Zwitser land, biedt het bovendien als stad zelf menige bekoring. Het leven is er niet bijzonder duur, de woningen staan er te keus en te keur de bevolking is de vreemdelingen goed gezind en de gezondheidstoestand laat niets te wenschen over. In de Fransche pers is dan ook een cam pagne geopend om zooveel mogelijk de aan dacht op Reims als woonstad te vestigen. Of het baten zal De trek der Franschen naar de groote steden, waaronder wij Reims maar eens zullen rekenen, waar voor dit land een stad met 100.000 inwoners al aan zienlijk heet, beperkt zich voornamelijk tot Parijs. Het lij kt" wel of allen die het platte land vaarwel zeggen, slechts een wensch koesteren, de ville lumière te gaan bewonen. En zoo groeit iederen dag de bevolking van deze millioenenstad tot schade van de dorpen, die hoe langer hoe meer arbeids krachten gaan missen tenzij deze door buitenlandsche worden aangevuld. Parijs is als een kaars waarop een ieder aanvliegt, zonder te denken aan het gevaar zich te zullen schroeien. De woningnood schrikt blijkbaar niet. af, de moeite arbeid te vinden evenmin. Liever dan in Gods vrije natuur van een behoorlijk bestaan verzekerd te zijn, zoekt de mannelijke en ook de vrouwelijke jeugd de lichtstad op, om er vaak een zorgelijk en lichamelijk en geestelijk een gevaarlijk leven te leiden. Dit laatste geldt zeker op het oogenblik, nu de franc bergafwaarts holt, de dagelijksche levensbehoeften ontstellend in prijs stijgen en de loonen daarmede alles behalve gelijken tred houden. Hoeveel ellende, zelfs honger in deze dagen te Parijs wordt geleden door duizenden die in hoopvolle verwachtingen er heen zijn gekomen, doch zonder zekere waarborgen, is niet te zeggen. Onze wekelijksche zittingen der Ver. voor Liefdadigheid, en hier komen nog slechts Hollanders of met Franschen gehuwde land- genooten, spreken boekdeelen. Mocht Reims, dat het zoo broodnoodig heeft, een deel der overtollige Parijsche bevolking, natuurlijk de beter gesitueerde, tot zich zien getrokken. Over smaken valt echter niet te twisten. Parijs heeft nog altijd de voorkeur. - r-r.-.r.p-nu-. Vó-v i i.i. j. uUiNInuk iVüh". L. A. wo l. (raad-adviseur aan het Dep. van Just.), (hoogleeraar te*Delft) Minister van Oorlog Minister van Justitie. en ai. van Marine. Parijs, 24 Febr. Mr. P. v. S. De quaestie der Raadszetels. Volgens de Matin" zou de Duitsche ge- :ant te Parijs gisteren ter kennis van Briand lebben gebracht, dat de Duitsche regeering ;en voorloopige Fransch-Brilsch-Duitsche bijeenkomst te Genève zou wenschen vóór :iat de Raad van den Volkenbond bijeen komt. De „Matin" acht het zeker dat de Fran- voorstel zal aanvaarden. Er zou en confe rentie tusschen de zeven onderteekenaars van het verdrag van Locarno worden be oogd, welke zeer kort zou zijn en morgen te Parijs of Zondag te Genève zou plaats vinden. Italië steunt Polen. Het „Petit Journal" maakt melding van het gerucht volgens hetwelk er een gehei me overeenkomst tusschen Italië en Polen zou zijn gesloten, welke de voorwaarden vaststelt waaronder Italië zich verbindt de Poolsche candidatuur tot een permanenten zetel in den Raad te steunen. Een moreele steun. Het Fabra Ag. meldt dat de rtgeering van „Gij heet dus ook Durand," vervolgde de hoofdofficier, „en gij zijt ook ingenieur En ook civiel-ingenieurOpperbest En zijt gij beiden soms familie?" „Wij zijn neven," antwoordde Charles Minières. De hoofdofficier beschouwde beiden met doordringenden blik. „Het is wel vreemd. Zeer vreemd,' zei de hoofdofficier, terwijl hij bedenkelijk het hoofd schudde „Gij hebt geen enkelen familietrek met elkaar gemeen. „En toch is het de waarheid." zei Justin Brejon, d.e ten gunste van zijn kapitein wilde getuigen. „Zwijg," zei een der soldaten, terwijl hij Justin Bréjon met de kolf van zijn geweer een stomp gaf. „Er wordt u niets gevraagd. „De reispassen van de andere heeren zal ik maar niet vragen. Ze heeten misschien ook wel Durand," vervolgde de hoofdoffi cier op spottenden toon. „Een groote fa milie!" Het was overbodig, daarop te antwoorden Het viertal begreep wel, dat zij in de val waren geloopen, en dat de hoofdofficier zich erg met het geval amuseerde. „Welnu," zoo besloot hij met vriendelij ken glimlach, „nu zult ge zien, hoe vlug en gemakkelijk de zaak zal afloopen." Toen richtte hij het woord tot Maurice de Prévannes. „Ik verzoek u alleen een kleine formali teit te willen vervullen, en dan zal ik u en ook uwe reisgenoot onmiddellijk in vrijheid stellen. Wilt u mij de volgende woorden na zeggen?" t Toen vervolgde hij langzaam, terwijl hij op elke lettergreep den nadruk lei: „Ik verklaar op mijn eerewoQrd. dat mijn naam werkelijk is: Maurice Durand, en dat mijn neef Charles Durand. hier aanwezig, evenals ik, het beroep van civiel-ingenieur uitoefent, en dat ik geen Fransch offecicr ben." „O, de schurken!" mompelde Justin Bré jon binnensmonds. Maar dc soldaat, die naast hem stond, gaf hem weer een stomp met de kolf van zijn geweer, nod harder dan de eerste maal, zoodat hij een kreet niet kon onderdrukken. „Het is mij onmogelijk aan uw verzoek te voldoen, antwooidde Maurice de Pré vannes den hoofdofficier. „Ja, dat wist k wel vooruit.' antwoord de deze met een schaterlach. En terwijl hij Maurice de Prévannes drei gend aanzag, voegde hij erbii: „Gij erkent dus, dat gij Fransch officier zijt. En dat gij een spion zijt. die een val- Panama een draadloos telegram naar den Volkenbond te Genève heeft gericht, waar in zij zich uitspreekt ten gunste van Spanje's verkiezing tot permanent lid van den Raad. Spanje bereidt zich op den strijd om een zetel voor. De Spaansche minister van buitenland sche zaken heeft de diplomatieke vertegen woordigers van Engeland, Italië, Polen en Brazilië ontvangen, die met hem een be spreking hebben gehad over de samenstel ling van den Raad en de houding van Spanje. De Duitsche zaakgelastigde begal zich eveneens naar den minister, die daarna een langdurig onderhoud met Primo de Ri vera over dezelfde quaestie had. De minister zal hedenochtend naar Ge nève vertrekken. E«n betooging tegen Bethlen. De „Matin" verneemt uit Genève, dat zich aldaar een groep zou hebben gevormd om te protesteeren tegen de aanwezigheid van graal Bethlen, den Hongaarschen minister president, te Genève ter gelëgenheid van het bijeenkomen van den Volkenbond. De regeling met de vroegere vorsten. Mag men het „Berl. Tag." gelooven, dan blijken de monarchistische kringen alle middelen van terreur en sabotage aan te wenden teneinde het „Volksbegehren" tegen te gaan en de inschrijving in de lijsten te verhinderen. De geheele monarchistische pers schrijft dagelijks vol verontwaardiging over de „Fiirstenbereubung", terwijl over al vetgedrukte manifesten zijn aangeplakt, waarin een ieder, die op de lijsten teekent, voor bolsjewist, dief en roovers wordt uitge maakt. De Duitsche officiersbond en derge lijke vereenigingen komen met luider stem op voor de vorstelijke beurzen en spreken van de bedreigde moraliteit. De van de agrariërs afhankelijke platte landers worden bedreigd met vergeldings maatregelen de controle is thans gemak kelijk: immers wie een inteekeningslokaal binnentreedt, bewijst daarmede aanhanger van het „Volksbegehren" te zijn. Het blad verneemt, dat ook in Berlijn op den eersten inschrijvingsdag, Donderdag, vele lokalen te laat geopend zijn, dat de be trokken beambten ontbraken en dat het op verschillende plaatsen tot onverkwikkelijke tooneelen is gekomen. Een D.-nationale wethouder zou voor een en ander aanspra kelijk zijn. De ontwapeningsconferentie. Volgens den Duitschen draadloozen dienst rekent men in Weensche politieke kringen met de mogelijkheid van het houden der voorbereidende ontwapeningsconferentie te Weenen, ten einde de Sovjet-regeering deel neming gemakkelijker te maken. Tsjccho-Slowakije en Oostenrijk. De minister van buitenlandsche zaken van Tsjeeho-Slowakije, Benesj, werd door pre sident Hainisch ontvangen, die hem de ver sierselen van het grootkruis van de Repu bliek overhandigde. Bondskanselier Ramek gaf een diner ter eere van Benesj. De Bondskanselier hield een rede, waarin hij betoogde, dat de politiek van Benesj door drongen was van de overtuiging der nood zakelijkheid van samenwerking tusschen de Donaustolen eri van de zekerheid, dat het herstel van Europa slechts mogelijk is door vrede. Dit nu is ook het program van Oos tenrijk. Benesj wees op de loyale en vriendschap pelijke samenwerking van beide landen. De T. S. zaakgelastigde overhandigde den bondskanselir Ramek de versirselen van het grootkruis van de orde van de Witte Leeuw De T. S. minister vertoeft, zooals men weet, té Weenen, op zijn doorreis naar Ge nève, teneinde in de Oostenrijksche hoofd stad van de gelegenheid der onderteekening van een arbitrigeverdrag ter aanvulling van het verdrag van Lana van Dcc. '21 (hetwelk de betrekkingen tusschen beide landen na der regelde op den grondslag natuurlijk van dc erkenning der vredesverdragen) gebruik te maken om door zijn persoonlijke aanwe zigheid daarbij de toenadering tusschen bei de landen te accentueeren. Aan het sluiten van dit arbitrageverdrag is reeds een dergelijk verdrag van Tsjecho- Slowakije met Polen en Duitschland vooraf gegaan, zoodat door deze nieuwe politieke daad wederom een stap is gezet in de rich ting der consolideering van Midden-Europa en van de algemeene poging om langs vreed- zamen weg eventueele moeilijkheden en wrijvingen weg te nemen. Welk karakter van het huidige politieke gebeuren te Weenen ook duidelijk blijkt uit de gehouden toespraken. De anti-ltaliaansche campagne in Tirol. Ofschcrn er na de heftige redevoeringen van Mussolini over de vermeende anti-lta liaansche actie in Zuid-Tirol en de daarop gevolgde diplomatieke verwikkelingen niets meer omtrent den toestand in Tirol is ver nomen, meldt de correspondent van de „Temps" in Rome dat de rust er nog lang niet is weergekeerd. Vooral de Oostenrijk sche geestelijkheid verzet zich sterk tegen het verilalianiseeren van Zuid-Tirol. Tever- geefsch is b.v. getracht dc Duitsche nonnen van verschillende religieuse congregaties door Italia&nsche te vervangen; de regee ring te Rome wilde in de nieuwe provincie de Italaansche wet op de relg euse instel lingen toepassen, doch hiertoe dienden de Duitsche congregaties te worden schadeloos- geteld en de toestemming te worden ge vraagd van het Vaticaan, dat tot dusver de kathedraal in Bozen onder het beheer van het Duisch kapittel heeft gelaten. De Italianen beschikken slechts over een klein kerkje, dat slechts tweehonderd personen bevatten kan. Het valschemuntersschandaal. Hongaarsche politieke kringen en de bladen zijn over het algemeen voldaan over de door Briand gisteren afgelegde ver klaringen, met name over de passage," dat de vervalschers niet met de Hongaarsche natie behooren te worden vereenzelvigd. De betrekkingen tusschen Grieken land en Italië. Mussolini ontving den Griekschen minis ter van buitenlandsche zaken en besprak met hem de voornaamste quaesties, waarbij beide landen, belkng hebben en die betref fende den Europeeschen toestand. Het bleek, dat tusschen de opvattingen der béi de staatslieden ten aanzien van een groot aantal quaesties overeenstemming bestond. Een Engelsche school gesloten. Gemeld wordt uit Konstantinopel dat de poliiie gisteren de Engelsche meisjesschool aldaar heeft gesloten na een ultimatum, waarin met sluiting werd gedreigd indien men niet §en Turkschen Ieeraar zou toe laten, die echter tot tweemaal toe in be schonken toestand op school was gekomen. De oorlog in Marokko. De door het opperbevel noodzakelijk ge oordeelde operatie in den sector Tetoean, om de plaatselijke acties van den vijand te beletten, is begonnen. De operatie zal be staan uit verschillende stadia, waarvan het eerste heden met succes is beëindigd. De verliezen waren minimaal, geen enkel offi cier werd getroffen. De Spaansche troepen ontmoetten den verwachten tegenstand niet. Uit Madrid wordt aan dc ..Westminster Gazette" gemeld, dat aan Abd el Krim is medegedeeld dat in geval de vredesvoor waarden, met inbegrip van den waarborg van zijn goede trouw, niet vóór 15 April ontvangen zijn, een gemeenschappelijke militaire actie door Frankrijk en Spanje zal worden ondernomen. Het „Journal" weet mede te deelen, in verband met de verschillende geruchten, welke omtrent het opperbevel in Marokko de ronde doen, dat aangaande den terug keer van maarschalk Pétain naar het oor- logstooneel nog niets is beslist. Tot nader order is generaal Boichut opperbevelhtbbei der troepen. Sedert 15 Februari heeft hij zijn -hoofdkwartier in Rabat gevestigd. Op het noordelijk front zijn de strijd krachten in twee groepen verdeeld .welker kwartieren in Fez en Taza zijn gevestigd. Generaal Dufieu, oud-commandant der Hoogere Krijgsschool heeft het bevel over de groep van Fez, generaal Mittelhausei, oud-chef van den generalen staf van het Tsjccho-Slowaaksche leger, over de groep van Taza. Het bevel over de verschillende gebieden is als volgt verdeeld: kolonel Huot in Taza, generaal de Chambrun in Fez, generaal Freydenberg in Meknès en generaal Dau- gan in Marrakesj. Generaal Georges is Pè- tains onmiddellijke medewerker. De strijd om Peking. Een regeeringsbesluit benoemt' generaal Feng Joe Hsing tot commissaris van pacifi catie in de provincies Sjihli, Honan en Sjensi en geeft hem aldus officieel het bevel over de strijdmachten, die staan tegenover de verbonden troepen van de maarschalken J Woe Pei Foe en Tsjang Tso Lin Een nieuw Chineesch Kabinet. Een regeeringsbesluit aanvaardt het ont slag van Hsoe Sjih Jing en zijn ministers en benoemt Tsjoe Joeng Koeang tot minister van Binnenlandsche Zaken. Ho Teh Lin, Financiën; Koeng Hsin Tsjan, Verkeer; ad miraal Foeh Si Kwei, Marine; Loeh Sin, Justitie; Matsjoenoere, Onderwijs; Jang Wen Kai, Landbouw. Het nieuwe kabinet bestaat voor het meerendeel uit aanhangers van de Koeo Min Tsjoen, doch de benoeming van Wio Jen(?) wijst op den wensch om een invloedrijk lid van de Sjihlipartij in het kabi net op te nemen. Naar „De Gooische Post" verneemt, zal op het omstreeks Paschen a.s. te houden gene- raal-kapittel van de Orde der Karthuizers een voorstel worden behandeld om weder om een chartreuse te vestigen in Nederland, In breede kringen wordt deze beslissing met belangstelling tegemoet gezien. In het Kart- huizerklooster van Valsainte (Gruère), Zwit serland, vindt men reeds een kleine Holland- sche kolonie koormonniken zoowel als lee- kebroeders. Ook in andere kloosters der Orde bevinden zich Hollandsche gepro-fes- ten. De plaats der eventueele vestiging schijnt nog niet vast te staan. Men berichtte aan het blad, dat verschillende onderhandelin gen over de verkrijging van terreinen wor den gevoerd. Omstreeks 80 K.A. grond zou den voor den kloosterbouw noodig zijn. Ver moedelijk zal de belangwekkende stichting daar gevestigd worden, waar deze terrei nen geheel kosteloos worden aangeboden. Van" verschillende zijden moeten reeds bijdragen voor den kloosterbouw zijn ge schonken, terwijl ook de gelegenheid zou bestaan om den bouw van een of meer cel len te bekostigen. Men schrijft ons: De Eerwaarde Broeder Junianus, eerste Provinciaal Assistent en Overste van het sanatorium „Overdonk" te Dongen, voor dien Overste van het gesticht „Voorburg" te Vught, hoopt 19 Maart 1926 zijn vijf en twintig jarig Professiefeest te herdenken. Met het oog op den H. Vastentijd zal het feest nadien op plechtige wijze gevierd worden. Dit is de algemeene titel van een serie lectuur. Het edel streven der missionarissen, cm „licht te brengen aan hen, die zitten in de duisternis" wordt daarin geteekend en de moeilijkheden of vertroostingen, die ge paard gaan met dat streven, zullen in allerlei schakeering en afwisseling in deze beekjes worden beschreven. Wij hebben hier niet te doen met dorre taal, land- en volkenkunde, niet met devote bespiege lingen of propagandistische preekjes, maar met prettige leerzame schetsen, zooals de Missionarissen van het H. Hart, die vanuit hun verschillende Missiegebieden van Nieuw-Guinea, Celebes, Philippijnen, Bra zilië enz. hebben geschreven. Met recht mag een ruime verspreiding dezer bovendien fraai geïllustreerde boekjes, onder onze geloofsgenoot en in 't algemeen en de Missie-vrienden in het bijzonder, worden verwacht. Tijdens de 14de Jaarbeurs die van 9 tot 18 Maart te Utrecht gehouden wordt, zullen wederom, zooals gebruikelijk is, verschil lende vereenigingen te Utrecht vergaderen, o.a. de Vereeaiging van Gemeeuttleijke Bouwtechnische Hoofdambtenaren, de nieuwe Grossiersbond, de Ver, van Hande laren in Bouwmaterialen, die van de secre tarissen van de Kamers v. Koophandel in Nederland en de Vereeniging van Schelp kalkfabrikanten. Ook heeft de Kon. Lucht vaart Mij. dit jaar weder pleiziervluchten georganiseerd en wel van 11 tot en met 17 Maart. Dagelijks zal worden gevlogen van 11 tot 6 uur, ook 's Zondags. Het vliegtuig, dat hiervoor bestemd is, is de bekende Fokker F. VII, waarmede de expeditie naar Indië werd ondernomen, en waarin acht pas sagiers plaats kunnen nemen. Op den eer sten Jaarbeursdag zal om 11 uur de ten toonstelling van gemeentewerken, die in het dezer dagen overkapte gedeelte tusschen de Handelsbeurs en het vaste Jaarbeursgebouw is ondergebracht, officieel door den burge meester worden geopend. Ondanks den kor ten tijd, dien men voor het gereed maken van deze ruimte beschikbaar had, is ze thans gereed gekomen. Vernomen wordt nog, dat Donderdag zeven firma's, die op de Meubelbeurs te Amsterdam hebben geëx poseerd, aanvragen tot het secretariaat hebben gericht om eveneens te Utrecht te exposeeren. Aan enkele dezer aanvragen kon nog worden voldaan; wegens gebrek aan plaatsruimte moesten er ook eenigc worden afgewezen. Alle beschikbare ruimte van deze beurs is dan ook besproken, en er kan geen enkel verzoek om nog te exposeeren worden ingewilligd. ZONDAG 7 MAART. Hilversum. 1050 M. R.K. Radio-omroep 8.309.30. Morgenwijding. Spreker: J. C. Berger, directeuur Nederl. R.-K. Bond van Bouwpatroons. Onderwerp: Voor Christus arbeiden. Zang: Mej. Truus ter Steege. so praan, de heer Eduard Koopmans, bariton, beiden van Amsterdam. Mej. Ter Steegs zingt. 1. Kom süsser Tod, Bach. 2. Patrons mea, Jansen. 3. Liebster Herr Jesu, Bach. De heer Koopmans zingt: 1. Maris Stella. Jansen Pr. 2. Die Schöpfung: Arie des Ra phael, Haydn. Und Gott sprach: „Es bringe die Erde hervor". 3. Celèbre Agnus Dei (melodie religieuse), Bizet. 4. Petrus Klage, Brandts-Buys. Pianobegek Jan Nieland. 7.00 Vrijz. Prot. Radio-Omroep. Ds. A. Trouw, voorganger Vrijz. Hcrv. Kerk, te Haarlem. Kerlöiitzending. 8.00 Pesberichten voetbal- en andere sportuitslagen. 8.10 „De Tooverfluit", opera van Mozart. Rolver- deeling: Pami~a-Lotte Musken Sleurs. Ko ningin der Nacht, Jeanne Bacilec. Papa- gena Annie Hofman. Ie Dame en le Knaap Annie Lieman. 2e Dame en 2c K-aap Ma rie Hendriks. 3c Dame en 5e Knaap A. Cup. Tamino Louis van Tul Ier Sarastro Gerard Leenders. Papagana M. van Reen. Spreker B. Leewin Monostat's Iwan Mo- nasch. le Priester J. Jansen 2e Priester I. Hattink. le Geharnaste J. van Rijn, 2e Geharnaste K. v. Zanten. 1 oor van de Amersfoortsche Zangver., beslaande uit 28 dames en heeren Het versterïte H. D. O.- orkest, o. 5. v. d enheer J. J v. Amerom, Königswiisterhausen. 1300 M. 10.5012.10 Steiner-kapel. E. Transky, tebor. 7.20 „Fa- tinitza". operette in 3 actef) van F. v. Suppé 9.5011.20 Dansmuziek. Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsei-., weerber., 3.50 Lichte klassieke muziek door het sym- phonie-orkest. L.Trenton, sopiaan. L. Ficu- ry. fluit. 4.35 „Twelfth night van Sha kespeare. 2e acte, 5e scène eu 3e acte, 4e scène. 4.55 Orkest. L. Trenton, sopraan, en L. Fleury. fluit. 5.205.50 Orkestmuziek 8.20 Klokkengelui. 8.25 Orgelconcert van de St. Marv Le Bow. 8.35 Kerkdienst in de studio. Preek, zang en orgelconcert. 9.20 Weerber.. nieuws. 9.35 Concert door de band van H. M. Royal Air Force. 9.50 R. Helder. Zang. 10.10 Lafitte-fluitsoli. 10.30 De band. 10 45 R. Helder, Zang. Daarna weder bardmuziek tot 11.05. Parys „Radio-Paris", 1750 M. 1.05 Concert Lucien Paris (piano, viool, cello). 2.05 Nieuws. 8.35 Havespersber. en sportuitsla gen. 9.0510.50 Jazzmuziek door het or kest Mario Cazes. Brussel, 262 M. 8.35 Concert met roede werking van den heer M. Neles, declama tor. 9.05 Causerie: Les evènements de ia semaine. 9.20 Voortzetting v, h. concert- 10.20 Nieuws. Munster, 410 M. 8.20 Morgenconcert door het Strijkkwartet en zang. 9.2010.00 Een- fceidskortschriftles. 10.5011.50 i-ezing. Klaag der Landschaft in gesprochener Dichtung. 3.20 Concert door de Frciherr v. Stein-schoo! 4.20 Orkestconcert. 5.20 Le zing: Paul Ernst. 5.50 Schaaklcs. 6.20 Lo zing: Was soil unser Junge werden? 6.50 Lezing: Die Schnepfe und ihr Strich. 7.20 Lezing: Die Bedeuturg der Pflanzkartoffel für die Ertrage. 7.50 „Die Regimentstoch- ter'', opera v. Donizetti. MAANDAG, 8 Maart. HILVERSUM 1050 M. 12.00 en 7.30 Politieberichten 5—6 u Kinderuurtje verzorgd door Mevr. Ant. v. Dijk. 6.05 7.05 Vooravondconcert door het H D. O.-orkest. o. 1. van Fr. Lupgens. 7.05 —7.30 Radio-praatje. Spreker de heer R- Swierstra. Onderwerp: Hoe wordt muziek overgebracht? -7.45 en 10.00 Persbe richten 8.10 Kamermuziek door liet Dresdener Strijkkwartet (aangeboden door de N.V. Philips-Radio) bestaande uit de heeren Fritsche, le viool, Schneider, 2e viool, Rysbahn. altviool. Kropholler, cello. Mevr. Sophier Haas. sopraan. Kwartet A Mol op. 132 Beethoven. Kwartet op. 41.111, Schumann. Hier tus- schendoor zang van Mevr. Sophie Haas. KONINGSWUSTERHAUSEN 1300 M - 7.509.20 Kamermuziek van Schubert door het Mahlke-trio (piano-viool-ceiio.) K. Raitz, viola, H. Schubert, contra-bas. Daarna nieuws. 9.5011.20 Dansmuziek. DAVENTRY 1600 M. 10.50 Tijdsein, weerber. 11.201.20 Concert dóór het Radio-kwartet en solisten (sopraan-ba riton-piano) 1 202.20 Tijdsein. Orgel concert. 3.35 Lezing: British wild ani mals. 4.20 Tijdsein. Causerie: Persona lity and clothes. 4.35 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje 6.20 Dansmuziek^ 6.50-^7.20 Omroep voor Europa. 7.20 Tijdsein. Big-Ben, weerber., nieuws. -- 7.45 Pianocomposities van Debussy 8.00 Causerie: On the National memorial to Queen Alexandra. 8.209.20 Concert door het quintet (viool, 2 viola's, celle en hoorn.) M. Richardson, mezzo-sopraan. J. P. Dunn, piano. 9.20 Concert door het Colombo's orkest van Hotel Victoria. K. Opperman, contra-alt. 10.20 Tijdsein weerber. nieuws. Lezing: Development of the horn, met muzik. illustr. op de post hoorn een moderne orkeslhoorn. 11.20 Sluiten. 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO PARIS" 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris (piano, viool, cello,) 2.05 Nieuws, 5.05 Orkestconcert 8.5010.20 Concert. Het vocale kwartet Torelli. Operette-selectie L. Hatu. orkest Radio Paris. Feuilleton dramatique. MUNSTER 410 M. 12.35—1.50 Orkest concert 3.204.20 Concert door de scholieren van het Gymnasium Reckling hausen. 4.20 Orkestconcert. L. Stoll, declamatie en Ch. Schroeder, sopraan. 5.50 Lezing: Bienenzucht 6.40 Sportle- zing. 7.05 Lezing: Stneifzüge in das Gebiet der modernen Biologie 7.50 Concert door het Schoenmakerkwartet 9.50 Uitslagen van de 6-daagsche wie lerwedstrijden. schen naam hebt aangenomen. Het gelaat van Maurice de Prévannes werd vuurood van schaamte. En terwijl hij zijn verontwaardiging niet langer kon bedwingen, riep hij met bevende stem uit: Dal is een leugen! En dat weet gij ook wel!" De hoofdofficier behield zijn kalmte on der d:e voor hem beleedigende woorden die hem in zijn hooge waardigheid aantastten. Hij vergenoegde zich er mede, onverschil lig de schouders op te halen en antwoordde bedaard: „Denkt gij dan werkelijk, dat gij het iemand, wie dan ook, aannemelijk zult ma ken, dat een F'ransch officier, die onder een valschen naam in Posen reist, met een val- schen reispas, vergezeld van drie' andere personen, die eveneens van valsche reis passen zijn voorzien, geen spion is? „En toch zeg ik de waarheid. Ik hen geen spion." „Als ik in uw plaats was en gesnapt was zou ik er geen bezwaar in vinden het te erkennen," zei de hoofdofficier „Dat is mogelijk," antwoordde Maurice de Prevannes droog „Maar ik heb nu een maal een andere opvatting van de militaire M eer. Nu werd het gelaat van den boofdoff.cier vuurrood, „Wij zijn hier niet, om met elkaar te re detwisten," zoo riep hij driftig uit, terwij! hij met de vuist op de taiel sloeg. „Gij ziil in de val geloopen, en goed ook. Gij zult voor den krijgsraad moeten verschijnen en ik ben er zeker van, dat gij wegens spion- nage zult worden veroordeeld. „Dat is mogelijk. Misschien zelfs waar schijnlijk. Maar dan zullen rij een onschul dige veroordeelen," zei Maurice de Prévan nes bedaard. De hoofdofficier vervolgde zijn verhoor. „Hoe is uw werkelijke naam?" „Maurice de Prévannes „Wat is uw graad?" „Kapitein bij het 12e regiment dragonders in garnizoen te Nancv. De hoofdofficier scheen door dit ant woord bevredigd. „En met welk doel zijt gij naar het groot hertogdom Posen gekomen?" vroeg hij weer „Om redenen van geheel persoonlijken aard." „Zoudt gij zoo beleefd willen zijn, mij die geheel persoonlijke redenen mede te dee len?" vroeg de hoofdoff.cier toornig. „Dat is mij absoluut onmogelijk. „Maar gij reist toch zeker met bagage, evenals uwe reisgenóoten," „Ja. „En waar is die bagage?" „Bij graaf Mathen." „Te Lekno?" „Ja. In het kasteel te Lekno". „Opperbest. Naar de waarheid van uwe verklaringen zal onderzoek worden ge daan," zei de hoofdofficier. i Toen wees hij met zijn rechterhand naar Charles Miniéres en vroeg; „Is hij ook officier?" „Neen, Hij is militair geneesheer. Hij is een vriend van mij vanaf mijn eerste jeugd." De hoofdofficier gaf zich de moeite niet, de anderen nog eer, verhoor af te nemen. Hij scheen hen als ondergeschikten, als personen van minder gewicht te beschouwen Daarop stond hij op en zei: „Ik sluit het verhoor, en houdt u gevan gen. Ik laat u met uw reisgenooten in dit vertrek. En men zal u van spijs en drank voorzien, in dit goed verwarmde vertrek. Maar op één voorwaarde: Gij moet mij op uw eerewoord als, offic.er beloven, dat gij geen pogingen zult doen om te ontvluchten. Anders laat ik u in de gevangenis op sluiten, zonder vuur, met uwe re.sgenooten. De nachten zijn in dit land zeer koud. Denk daarom. En gedenk ook, of gij uwe lot- genooten aan die ontberingen en aan dat lijden zouden willen blootstellen." „Ik zwefcr u op mijn eere woord als offi cier, dat ik geen pogingen zal deen, om te ontvluchten," zei Maurice de Prévannes met opgeheven hand. Nu kon de hoofdofficier gerust zijn. Hij kon gaan slapen, a hij w st dat hij zijn gevangene den volgenden morgen opdezelfde plaats zou icrugvinden. De soldaten brachten stroozakken in het schoollokaal waar dit tooneel zich had af gespeeld. En men bracht ook een ketel, die warme soep bevatte, aardappelen en groenten. Toen ging de hoofdofficier heen. Ook dc soldaten verlieten het lokaal. De gevangenen bleven alleen. Maurice bood den inspecteur, en zijn vriend Charles Minières zijne verontschuldi gingen aan. „Bah!" zei de inspecteur „Het zal nog wel beter afloopen dan wij denken. Ze zul len ons niet levend verslinden. Ik heb wel voor heeter vuren gestaan. Maak u daar om niet beangst, mijn waarde kapitein. Voor ons is het zoo'erg niet. naar voor u.. Ik geloof niet, dat gij er zoo gemakkelijk af zult komen. Misschien krijgt gij wel eenige maanden vestingstraf." Charles Minières zag zijn vriend vol har telijk medelijden aan En terwijl Justin Bréjon de stroozakken op hun plaats lei, en Maurice de Prévannes bezig was, zijne eig enlegerstede gereed te maken, naderde August doctor Minières, en gaf hem een onmerkbaren wenk, om hem tc beduiden, dat hij hem iets in het geheim had te zeggen „Weet gij, wat ik denk?" fluisterde de inspecteur doctor Miniéres in het oor. „Ik ben bijna verheugd over heigeen nu ge beurt." „Wat zegt gij daar?" vroeg de doctor met de grootste verbazing. „Ja zeker. Ik weet zeer goed. wat ik zeg. Ik geloof, dat hetgeen nu gebeurd is, ons misschien te pas kan komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7