Zij stonden allen in gespannen afwach
ting, ademloos, brandend van nieuws
gierigheid wat er nu verder zou gebeuren.
„Hebt ge den grond voelen bewegen
„Hebt ge dat krakend geweld gehoord
„Het was alsof een dondersteen uit-
eensprong 1"
Toen werd de bediende ondervraagd.
Welke plaats was dat, die het laatst vuur
had gevat Wat was San Sebastiano
Wat massa di Somma De arme man,
verward en zenuwachtig als hij was, gaf
in het wild antwoorden, zoo goed als hij
kon. De vierde brand moest te Pollena
zijn, het eerstvolgende dorp na Massa
di Somma. Dat was Massa di Somma
daar in het midden dat andere, rechts,
was San Sebastiano meer naar deh
voet van den berg, aan dezen kant naar
Napels toe, was San Giorgio a Cremano.
Hij kon niet zeggen, hoeveel inwoners
er te San Sebastiano waren misschien
twee of drie duizend. Massa di Somma
was een groote plaats veel grooter
dan San Sebastiano, met een drie-vier
maal grooter bevolking. Maar zij waren
allen gevluchtl Er waren geen menschen
in die brandende huizen gebleven. Waar
zij heengegaan waren? Kijk eens! de
stad was er Vol van de kloosters, hospi
talen, barakken en de kerken, alles was
er vol van. Wel, de commissaris van po
litie was nog geen half uur geleden hier
geweest in het kantoor van den hote
lier beneden en men had hem, den
commissaris, hooren zeggen, dat in de
laatste twaalf uren vijftig duizend vluch
telingen in Napels waren gekomen
Plotseling keek Mr. Fink op zijn' hor
loge, en zeide dat het half negen en voor
hem tijd was om heen te gaan.
Toen kwam het voor den dag, dat hij,
na het uitstroomen van de lava uit den
krater boven aan dien grimmigen hol
len weg tusschen den top en Monte Som
ma, die als Atriz del Cavallo bekend stond
gezien te hebben, nu ook haar verderen
loop langs de helling van den berg wensch-
te te volgen. Dus stelde hij voor, naar
zeker dorp, Santa Anastasia genaamd,
te rijden, aan de Noord-westelijke hel
ling van den Vesuvius, en van daar een
weg te zoeken naar den rand van het
groote lava-meer op dat bovenvlak of
plat, in de wandeling door de bewoners
„het eerste plateau" genoemd. Voor dit
uitstapje had hij diensten van den gids
uit het hotel besproken en een licht één-
paards wagentje besteld, dat nu op het
plein op hem moest staan wachten. Zou
Lord Brackenbury de tweede plaats in
dat wagentje willen innemen en met hem
meerijden
Lancelot antwoordde, dat hij niets lie
ver wenschen zou.
De Gravin was opgetogen die slech
te man had geweigerd dat zij hem zou
vergezellen en alleen te worden gelaten
in het hotel zou afschuwelijk zijn. Maar
nu was het autre chose Nu zou zij die
lieve Lady Brackenbufy geheel voor
zichzelve hebben en samen zouden zij
verder toeschouwers zijn van de uitbar
sting, tot de heeren terugkwamen. Het
zou met recht heerlijk zijn
Winifrieda zeide niets. Waren zij al
leen geweest, dan zou zij haar man ver
zocht hebben zich niet bloot te stellen
maar zij was een te jonge vrouw en te ver
legen, om ten overstaan van deze vreem
delingen tusschenbeiden te komen.
Mr. Fink ontdeed zich van zijn horlo
geketting en geldbeurs, en gaf ze der Gra
vin ter bewaring.
„Zakkenrollers op voetpaden zijn geen
zeldzame dingen in dit deel van de we
reld," zeide hij „en vanavond zullen
er bij duizenden op uit zijn. Ik raad u,
Lord Brackenbury mijn voorbeeld te
volgen."
Zoo, terwijl hij zijn los zilvergeld in
den zak van zijn jas stak, volgde Lance
lot den .raad van Mr. Fink.
„Ge zult u niet in gevaar begeven,
Lancelotfluisterde Winifrieda en leg
de een bevende hand op zijn arm.
„Neen, neen, lievelingnatuurlijk
niet."
„En zult ge terugkeeren spoedig?"
„Zoo spoedig als ik kan maar ik ga als
gast, bedenk d t."
Haastig drukte hij haar handen tus
schen de zijne. Toen gaf Mr. Fink hem
Zijn hoed aan, en met een kort „goeden
dag" w s hij weg.
De uitnoodiging was zóó plotseling
gedaan en aangenomen, en de geheele
zaak was zóó snel in zijn werk gegaan,
dat Winifrieda nauwelijks de werkelijk
heid begreep, eer zij zich zelve naast de
Gravin Castelrosso op een klein balkon
vond staan, voor het middelste venster
van de groote eetzaal. Van hier uit zagen
zij nu het wagentje het plein van het ho
tel afrijden met den gids naast den
koetsier op den bok Lancelot en Mr.
Fink keken naar het venster en namen
de hoeden af, toen zij het voorbijgingen
In het volgend oogenblik werd het wa
gentje, met hen die er in zaten, in een
golvenden stroom van voertuigen meege
sleept en was het uit het oog verdwenen.
Gedurende geruimen tijd bleven de
twee vrouwen hier sta2n, om naar de me
nigte en den berg te zien. De dampkring
was zoo benauwd, drukkend en met on
aangename geuren bezwangerd, alsof
zij onder liet koepeldak van een reusach
tig conservatorium gestaan hadden. De
kade onder hen scheen met hoofden ge
plaveid. En bij den teruggekaatsten gloed
op de zee en aan den hemel, en bij het
licht van straat- en rijtuiglantaarns en
open vensters (ieder huis was van onder
tot boven verlicht, en ieder venster met
toeschouwers volgepropt), was het too-
neel zoo goed zichtbaar, als zag men het
bij het rosse licht van een stormachtigen
zonsondergang. De Vesuvius, die ver
schrikkelijk dichtbij scheen te zijn, was
als 't ware in een vurig kantwerk gehuld,
terwijl men langs de geheele lijn der
veroordeelde dorpen de vlammen duide
lijk zag voortwoekeren en voordekken van
punt tot punt het eene huis na het an
dere vatte vuur als een rij notendoppen
ieder huis zag er voor een oogenblik uit,
alsof zijn vensters geïllumineerd waren,
om dan als een vreugdevuur op te vlam
men, krakend ineen testorten, en tot ascn
en sintels te vergaan, als onder een regen
van vonken. Daar was een vreeselijke
aantrekkingskracht in die brandende hui
zen die, onzichtbaar en ongezien, totdat
zij door hun noodlot overrompeld werden,
plotseling in vurige lijnen te voorschijn
kwamen en bij het licht van hun eigen
vernietigingsproces verdwenen.
Doch Napels het zorgelooze, pret-
lievende Napels kon niet lang treurig
blijven, zelfs niet al donderde de berg
voor hare poorten, al vertoonde de lava
al de verschrikkingen van haar ontboei
de krachten voor hare vensters. De eerste
ontzagwekkende schok was reeds voor
bij De bevolking was weder begonnen
vroolijk te worden en pleizicr te maken.
Het is waar, de schouwburgen waren ge
sloten, maar de wijnhuizen stonden open
en naarmate de nacht voortging, brak het
gewone rumoer, van vioolspelen, guitaar-
tokkelen, zingen en castagnetten-geklep
onder het plebs dat aan de zeezijde der
stad woonde, zelfs nog doller uit dan ge
woonlijk.
Toen had er een vreemd voorval plaats.
Te midden van al deze spookachtige vróo-
lijkheid, te midden van al dit tumult van
rollende wielen, voetgangers, stemmen en
feestvieren kwam een oogenblik pauze
zulk een pauze als er soms in het hevigst
van een orkaan kan ontstaan. Toen zag
men plotseling een" gloed van toortsen,
en hoorde men den klank van een boet
zang en in statigen optocht, met afge
meten tred, verscheen een processie van
priesters. Een van hen droeg hoog voor
zich uit een zwart geworden olieschilderij
in een lijst, de overigen hadden fakkels,
waskaarsen en getijboeken. En terwijl zij
nader kwamen, door een grooten hoop
der armsten uit de bevolking gevolgd,
ging de menigte uiteen, viel op de kniëen,
barstte in weeklagen, smartkreten en tra
nen uit, en met duizends stemmen klonk
machtig de droevige litanie
„Sancto Januario, ora pro nobis 1"
Zij gingen verderen de processie met
haar volgelingen geraakte uit het zicht.
En toen sloot de menigte zich achter haar,
de rijtuigen kwamen weer in beweging
en het zingen en schreeuwen begon op
nieuw.
„Zoo zong Nero ook, toen Rome in
vlammen stond 1" zeide de Gravin Castel
rosso. „Maar ten laatste trok hij boetklee
deren aan en zong van Troje, dit in vlam
men verging. Deze Napol tanen beschou
wen den Vesuvius als een groote zwerm
pot, die voor hun genoegen wordt afge
stoken 1"
Daarop zette zij zich gemakkelijk in
een luienstoel bij het open venster
want zij waren nu naar boven, naar Wi-
nifrieda's kamer gegaan en voegde
er met vleiende stem bij
„Ge weet zeker, dat het u niet lastig is,
lieve Lady Brackenbury, dat ik hier bij u
blijf totdat onze zwervende echtgenooten
terugkomen
„Ik zou buiten mijzelf raken van angst
als ik alleen was," antwoordde Winifrie
da. „Hoe lang denkt ge, dat zij zullen uit
blijven?"
„O, ik durf wel zeggen, den geheelen
nacht."
„Den geheelen nacht?"
De gravin lachte.
„Lieve Lady Brackenbury, vindt ge
dat zoo erg Denk eens aan den 'afstand
denk aan den toestand van de wegen
aan de volte de verwarring de moei
lijkheden."
„En aan het gevaar
O, wat dat betreft, ik geloof niet, dat
er veel gevaar is. Men is te spoedig ge
neigd, van de lava als van een woedenden
bergstroom te spreken maar bij slot van
rekening gaat zij niet heel snel voort.
Hoe snel Lady Brackenbury Nu, mis
schien een mijl, of anderhalve mijl in het
uur maar (fan moet ge er nog iets af
doen voor de oneffenheden van den grond.
Die stroomen, die wij langs den kegel zien
vloeien, gaan natuurlijk sneller dan de
lava in den Atrio del Cavallo."
„En waar denkt ge dat zij op het oogen
blik zijn Waar is Santa Anastasia
„O mijn lieve Lady Brackenbury, nu
plaatst ge mij voor een moeilijke vraag 1
Santa Anastasia is ver weg, ver voorbij
San Sebastiano en Massa maar hoewel
ik het vandaag van het Observatorium
uit zag liggen, zou ik u niet het minste
begrip kunnen geven van zijn omgeving
en betrekkelijke ligging. En wat ces mes
sieurs betreft, ik denk dat zij zelve niet
weten waar zij zijn
Na deze woorden de Gravin was te
vermoeid en Winifrieda te angstig en ge
spannen om te praten staakte het ge
sprek en zoetjes aan, in weerwil van het
schudden der vloeren eft het rammelen
der vensters, viel de schoone Amerikaan-
sche vast in slaap.
Nog steeds bleef Winifrieda wakker
nog steeds bleef zij waken nog steeds
kwamen en gingen de nietsdoeners uit
Napels op het plein onder het venster
en ginds, opbruisend uit het brandend
hart van „den grooten aardbol zeiven",
rees en daalde en stroomde die vreeselijke
vuurfontein. E'en gloeiend rookdak had
zich intusschen over het vlakke land en
de baai uitgespreid de geheele hemel
zag rood de huizen en schepen waren
verlicht de' glans der sterren was ver
doofd door dien rossen troonhemel, die
de ijselijkheden van den nacht half ver
duisterde, half verlichtte.
En waar, gedurende al dien tijd, waren
de heeren gebleven? De Gravin had het
goed geraden, toen zij onderstelde, dat ces
messieurs nauwelijks zelve die vraag kun
nen beantwoorden. Waar, met recht,
waar waren zij Hier- en daarheën
waren zij gereden, achteruit, voor
uit, in duisternis, verwarring en haast.
Eerst waren zij langs den grooten weg
naar Santa Anastasia gegaan, en toen, op
een halve mijl afstands van Ponticelli,
waar zij door een piket bereden carabi-
niers teruggedrongen werden tot aan
Barra teruggekeerd, hadden zij de zijwe
gen genomen en zich naar San Sebastiano
gewend, waar zij zoo dicht bij de lava kwa
men, dat zij haar heeten terugge
kaatsten gloed konden voelen, en de vlam
men in vurige tongen tusschen de wijn
gaarden zagen spelen. Hier opnieuw door
wachten te paard teruggedreven, maken
zij een langen omweg naar La Cercola,
een vijfde dorp, bijna beneden in de vallei,
waarin de lava nu met groote snelheid
neerstroomt, belanden in een soort van
kamp van karren, en wagens, in enkele
waarvan geheele familiën den nacht door
brengen, en stappen uit, terwijl zij den
koetsier aan zijn lot overhten, met bevel,
zoo mogelijk met het rijtuig naar Barra
terug te keeren en daar hun komst af te
wachten. Nu gaan zij te voet verder, on
der geleide van een gids, d en zij door het
land vo'gen, schuttingen en steenen muur
tjes overklauterend, roekeloos door akkers
met te veld staand koren en over het voor
de oogen schemerend gevlochten hek
werk van wijngaarden en moerbezie-
boomgaarden heen, om op de erven van
verlaten pachterswoningen terecht te ko
men en tot de ontdekking te geraken, dat
Zij al dien tijd te veel noordelijk gehouden
hebben dan gaat het weer verder langs
de bedding, van een uitgedroogden
bergstroom, waarna zij met moeite de
helling van een heuvel beklimmen, met
oude olijfboomen beplant, en eindelijk on
der de muren van een groot gebouw staan,
dat, donker tegen den rossen gloed van den
hemel afstekend, uit den nacht opdoemt.
Hier, ademloos en geheel ontdaan, ver
ward, houden zij halt om verkenning te
houden.
„Waar zijn wij in 's hemelsnaam?"
roept Lancelot ongeduldig en hoe hard
hij mocht roepefl, slaagt hij er slechts met
moeite in zich te doen verstaan. „Gij
schijnt al even weinig van het land hier
te kennen als wij."
Met beide handen als een trechter voer
den mond, schreeuwt de gids terug, dat
dit het klooster der Cappucini moet zijn.
„Welke Cappucini?"
„De Cappucini van San Lorenzo."
„Wat is San Lorenzo Een dorp
De gids schudt het hoofd.
„Een district. Pachthoeven bosschen
wijnbergen. Alles eigendom van het
klooster."
Dan naar de hoogte wijzend, hooren zij
hem zeggen, dat daarboven een terras is,
vanwaar de Signori de lava, de brandende
steden, het eerste plateau alles zien
kunnen. Zij moeten hem maar volgen.
Zoo, door een dicht kreupelbosch van
doornstruiken en heesters, klimmen zij
de laatste steilte op, en komen uit op een
vlak plein, dat zich voor de kloosterpoor
ten uitstrekt. Hier vinden zij, onder de
muren op elkander gehurkt, een troenje
landvolk, allen vluchtelingen, voo.n„n.e-
lijk vrouwen en kinderen, aan wie een
paar monniken brood en wijn uitdeelen.
Verhit, dorstig en vermoeid, nemen de
beide Engelschen en hun gids dankbaar
hun aandeel van de giften der weldadig
heid aan. Hun komst trekt de opmerk
zaamheid. Hun voorkomen niettegen
staande Lancelot zijn hoed heeft verloren,
de doornen handen en kleederen van
alle drie verscheurd hebben in hun schoe
nen door de steenen aan stukken gereten
wekt geen verwondering. Zijn zij geen
vluchtelingen gelijk de overigen?
Het klooster staat hoog op de uiterste
punt van een uitstek van de Monte Som
ma: Het vlakke land en de stad Napels
de baai van Portici tot aan Ischia, de ge
heele zijde van den berg van Santa Anasta
sia in het Oosten tot aan de Hermitage
in het Westen, worden door het terras
buiten zijn poorten beheerscht. Maar he
dennacht is de ééne helft van dat pano
rama in de duisternis uitgewischt en de
andere helft door een gordijn, van rook en
vuur half aan het oog onttrokken. Want
van hun verheven, veilige standplaats
zien zij, die zich op het terras bevinden,
op het tooneel in al zijn volle verschrik
kelijkheid neer. Ginds, uit de openingen
van den Atrio del Cavallo, als kwam het
uit de monden der hel zelve, zien zij den
geheelen loop van dien voortgolvenden
lavastroom. Door honderden beken ge
voed, gezwollen, treedt hij ter linker- en
rechterzijde buiten zijn oevers, terwijl hij
steeds brullend en bruisend voortjaagt
naar de hoogvlakte waar hij zich tot een
uitgestrekte, hijgende, roodgloeiende,
half vloeibare zee verwijdt, om dan in
lange vuurstralen over te loopen, die,
alles voor zich heen verwoestend, naar de
vallei voortstroomen. De vuur-rivier is
op haar grootste breedte twee mijlen breed
en op de plek, waar de voorsteden van
La Cercola in laaien gloed staan, heeft de
lava haar weg gegraven door wijngaarden,
zes mijl van haar oorsprong verwijderd.
Zelfs nu, terwijl zij er naar zien, ziet
men de lava zich boven La Cercola ver
deden, en een smal rood stroompje af
zenden in de richting van de bebouwde
hellingen aan den voet van den berg,
waarop het klooster staat.
Op dit gezicht gaat een kreet van
panischen schrik op uit de kleine menirté
op het terras. Het zijn allen menschen uit
San Lorenzo en toen de lava op La
Cercola aand ong, hielden zij zich ver
zekerd, dat hun eigen wijngaarden en olij-
venbosschen veilig waren.
De vrouwen vallen weenend op de
knieën de mann-n klemmen de tanden
op elkaar cn ballen de vuisten de mon
niken staan sprakeloos. Hun landen zijn bloedend, en de handen vol blaaren, nadat zij hun recht van toelating tot de zoo getroffen, dat zij geloofde dat hij wer-
veroordeeld zoo is de wil des hemels, stond hij voor haar. school veroverd hadden, studenten te kelijk in den nacht van de groote uit-
Dat dunne roode stroompje is reeds tot „Lancelot 1 o, God zij dank i Waar Cambridge. De „baby", sedert lang door barsting Cuthbert Brackenbury ontmoet
een rivier aangezwollen en golft snel naar is Mr. Fink? Waar is de Gravin?" nieuwe rechthebbenden op dien titel ont- had. Maar toen er weder niets van kwam,
beneden. Zijn er geen Christenzielen on- „Zij is op het oogenblik de kamer uit- troond, is te Rugby. De „baby" is de bij- de familie Petrucelli gezccht, gevonden
der die daken daarginder in die boer- gegaan. Fink is bij haar. Hij is ongedeerd zondere gunsteling van Lady Bracken- en ondervraagd was en alle onderzcekin-
derij achter de moerbezieboomgaarden? alleen een beetje gebrand en geha- bury, aan wier goedheid hij het geld voor gen vruchteloos bleken toen begon
in dat huis tusschen de wijngaarden vend, zooals ik zelf." zijn school te danken heeft. Intusschen is Winifrieda te denken, dat haar echtgenoot
Waar is Andrea Petrucelli? Hij was hier „Gebrand? Kemel! waar zijt ge ge- Mrs. Pennefeather, nii zij jaarlijks zooveel zich in de opwinding van het .oogenblik
een oogenblik geleden. Waar is de bioe- weest Maar nu zijt ge veilig veilig 1" sixpennies kan uitgeven als zij wil, op vergist had. Wat Mr. Fink aangaat, die
der GaetanoKijk! daar gaan zij „O zeker wij zijn veilig genoeg! Wij haar wijze zoo bedrijvig en hulpvaardig behandelde de geheele zaak als een werk
als krankzinnigen hollen zij den heüvel zijn in geen wezenlijk gevaar geweest; als Mr. Pennefeather zelf. Haar manier van Lancelots verbeelding. F ij had den
af. maar.... Winifrieda, ik moet u iets ver- is bovendien een prettige manier, die man ook gezien, en wilde niet toegeven,
Groote God hun moeder is op de tellen." Zeer in den smaak valt. Haar medelijden dat er eenige de minste grond was voor
hoeve. Hun moeder, de weduwe Fran- „Iets vertellen? Waarom kijkt gij mij is spoedig opgewekt en haar hand is „open Lord Brackenbury's idee fixe. Het was
cesca Petrucelli, hun vrouwen, hun zus- met zulke oogen aan Ge maakt mij ang- als de dag tot verzachtende weldadigheid": een groot, ruw man geweest, met een
ters al hun vrouwelijke betrekkingen stig.... wat is het?" - Bij slot van rekening is het niet vreemd, doodgewoon uiterlijk, niet meer gelijkend
Zijn daar Hij nam haar handen in de zijne. Hij dat haar geniale natuur meer en spoediger op den vermisten Lord dan hij zelf op
In het volgend oogenblik vliegt ieder liet zijn stem' tot een gefluister afdalen, liefde wekt dan de ernstiger deugden van Hercules geleek. Zóó langzamerhand tot
man, die op het terras is, naar beneden, „Ik heb hem gezien Cuthbert haar echtgenoot. Zij is nog steeds, in spijt de overtuiging komende, dat rijn vrouw
om te helpen wat hij kan. De gids, haas- mijn broeder van aangezicht tot aan- van tijdsverloop en veranderde omstaii- en zijn eigen medegetuige beiden onge-
tig een zakdoek om zijn hoofd bindend, gezicht 1" digheden, Lady Brackenbury heeft zij loovig waren, liet Lancelot het ondeiwerp
geeft zijn eigen slappen vilten hoed aan reeds iets toevertrouwd van den knoop van rusten, en Winifrieda keepte na eejugen
Lancelot. Zij gaan voort, zooals het gaan HOOFDSTUK LXIII. dien nog niet geschreven roman, die aan tijd, dat hij de zaak vergetemhad. Maar hij
wil, hollend, springend, struikelend over Twaalf jaar later twaalf belangrijke de wereld moet toonen, dat zij ook schrij- vergat haar nooit en zijn overtuiging wan
den opgebroken grond. Uit het duister jaren in de geschiedenis van de wereld ven kan onder de indrukken van den kelde geen cogenblik.
van het olijvenwoud beneden komende, Jaren van oorlog en vrede, van winst en voorspoed. En nu zijn Lancelot en Winifrieda
steken zij dwars het stroombed over, dat verlies; van veranderingen, zonneschijn De Brackenbury's hebben gedurende twaalf jaren getrouwd, en twaalf jaren
zij daareven juist beklommen hebben, en storm. In Indië waren de laatste spo- deze twaalf jaren hoofdzakelijk op Brac- en zes maanden zijn voorbijgegaan, sedert
Maar tusschen dit punt en de hoeve der ren van opstand uitgedoofd. In Abyssi- kenbury Court gewoond, op hun eigen Mr. Marrables Lancelot c^ireede, het
Petrucelli liggen nog een mijl lang wijn- nië was de inname van Magdalena door goederen, onder hun eigen volk. Somtijds testament van zijn broeder ten uitvoer té
gaarden. den treurigen dood van Koning Theo- gaan zij een paar maanden in het najaar brengen en zeventien jaren en één maand
Mr. Fink volgt ongeloovig. Dat men- dorus gevolgd. op reis, en zij hebben de gewoonte, een waren verloopen, sedert Cuthbert, Lord
schen, zoo zij niet stapelgek waren, in hun Dichterbij hadden de Fransche en paar weken gedurende ieder seizoen in Brackenbury, zijn diamanten in Genua
huizen zouden blijven tegenover een ge- Sardimsche legers de Lombardische pro- een of ander hotel te Londen door te gekocht en Borghetto en La Spezzia ver
vaar als dit, schijnt hem onmogelijk. vinciën heroverd, en Victor Emmanuel brengen maar zij hebben geen huis in dween.
Intusschen gaan de helpers op hun was koning van Italië geworden. Maar de stad, en niet vóórdat hun kinderen op Het is Mei de tweede dag in Mei
moeilijken weg voort, de groene druiven- de oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen, den leeftijd zijn, dat zij in de wereld moe- en de Brackenbury's zijn nog te Bracken-
trossen vertredend, over de grensmuur- de val der Napoleontische dynastie, de ten komen, denken zij zich dia kostbare bury-Court, hoewel zij van plan zijn in
tjes heen, recht op de verder verwijderd opkomst van het Duitsche Keizerrijk weelde te veroorlooven. De wereld of den loop der eerstvolgende week naar
liggende moerbezieboomgaarden aan, moesten nog plaats hebben. Aan den ande- liever dat kleine ding van eigen maaksel, stad te gaan. Lancelot is op dezen sefcoo-
waarachter een groot licht oprijst, als het ren kant waren er eenige veranderingen dat zichzelf de wereld noemt verwon- nen, frisschen Mei-morgen sedert half
licht van een brandend bosch. die, hoewel zij geen bloed gekost en de derd er zich over, dat Lord Brackenbury zes buiten en Lady Brackenbury wandelt
Nu ademen zij rook en zwaveldamp in staatkundige kaart van Europa onveran- zoo weinig van zijn geld geniet. de laan op en neer, langs de vensters van
en dan, plotseling zien zij neer op een derd gelaten hadden, in een ander op- Hij heeft een voldoend huis, dat is zoo de ontbijtzaal. De tijd is goedgunstig ge-
brandend huis, dat door vlammende hooi- zicht mogen heeten de kaart der geheele hij onthaalt, niet buitensporig weelderig, weest voor die Winifrieda, die Cochrane
mijten, schuren en bijgebouwen omringd wereld te hebben veranderd. De verst maar gastvrij hij vult nu en dan zijn huis zoo hartelijk bewonderde, toen zij haar
is. Achter deze mijten en schuren, achter van elkander verwijderde steden, de meest voor eenige weken met bezoekers hij duiven voederde op het binnenplein van
die brandende populieren, die er als vuur verschillende volken waren door een net- schrijft met milde hand in voor de jacht Langtrey-Grange. Meer dan ooit was zij
obelisken uitzien, komt een onophoudelijk werk van rails en ijzerdraad met elkau- en de plaatselijke instellingen vrn welda- thans waardig, door dien uitstekenden
voortrollende golf van gloeiende lava, rood der verbonden terwijl de tunnel van den digheid maar hij geeft zijn geld niet zoo portretschilder, Paris Eordone, geschil
als gesmolten metaal, breed als de rivier Mont Cenis, het -Kanaal van Suez, de lichtvaardig uit, als „de wereld" begrijpt derd te worden. Haar houding heeft die
Sela in de velden van Paestum, hooger Atlantische Kabel de natuurlijke gren- dat een edelman met 20.000 pd. st. jaar- bevallige deftigheid gekregen, die zoo
dan de dubbele lengte van den langsten zen van bergen, woestijnen en zee ver- lijksch inkomen doen moest. Lord en bijzonder de edele Venetiaansche dames
man. Zij komt, noch vloeiend, noch rol- uietigd hadden. Lady Everton of Toffee, die, zooals men van Eordone kenmerkt. Rood-goud schit-
lend, maar onafgebroken als een eindeloo- Dit waren in hoofdtrekken de voor- wel weet, niet rijker zijn dan de Bracken- tert, terwijl zij wandelt, haar-kastanjebruin
ze bank, een vaste massa, die voortdurend naamste gebeurtenissen, die achtereen- bury's, geven tweemaal zooveel diners haar in de zon. Haar lang gewaad sleept
zich voortbeweegt, en altijd van achteren volgens dat tijdperk van twaalf jaren op en de Oostersche feesten van Mr. Fink als een sleep achter haar aan. Men zou
wordt opgestuwd, zonder te haasten, zon- het tooneel der geschiedenis hadden ge- en de Gravin Castelrosso zijn de roem van haar gekleed willen zien in echt Venetiaan-
der ophouden, onweerstaanbaar als het kenmerkt. Op het kleiner tooneel, waarop het land. Bals, jachtpartijen, picnics, fees- sche dracht, in een kleed van wit en goud
noodlot de personen optreden, mét wier lotgeval- ten in den tuin, bijzondere tooneelvoor- brocaat, met een waaier van vederen in de
Maar er is geen tijd om te staan kijken len wij ons hier bezig houden, hebben stellingen, vormen den dampkring, waar- hand en een snoer paarlen in de losse
geen tijd om te denken Ginds, het geen treffende veranderingen noch ten in dat populaire paar leeft en streeft. Wie vlechten van heur haar.
paard tot vollen galop aangezet, vliegt een goede, noch ten kwade, plaats gevonden, dacht er daar in de Noordelijke provincie Plotseling wordt de deur der ontbfjt-
kar over den weg, met vrouwen en kinde- Voor Lancelot en Winifrieda is het pad aan, een bal te geven bij klaarlichten dag, kamer geopend en een heer komt de ka
ren volgepropt, en hier, heen en weer der liefde zoo effen en glad geweest, dat met een dansvloer in de laan, eer deze mer door en uit het open venster naar
snellend tusschen de erven, zijn een aan- het door den tijd geheiligd spreekwoord schoone Amerikaansche uit het verre buiten.
tal mannen bezig (zeelieden, naar het er door gelogenstraft wordt. Gezegend Westen kwam, om aan ons Engelsch land- „Eindelijk zegt zij verheugd,
uiterlijk), van huisraad en pachters- in hun huis, in hun kinderen, in elkander, volk te leeren, hoe zij de hun toegezonden „Eindelijk, liefste. Hebt ge niet op mij
werktuigen te redden, wat zij kunnen zijn zij zeiven gelukkig en een bron van gaven der goden moeten genieten gewacht
Het huis schijnt vol vuur tegen het geluk voor degenen, die hen omringen. Wie noodigde hen ooit te voren uit op „Wij hebben tot negen uur gewacht en
.laatste raam ginds staat een ladder. Onder hun zegenrijk bestuur is een bloeien een Drie-Koningenfeest en vermaakte hen toen waren de jonger* zoo hongerig, dat
Daar is een man aan het venster Een de kolonie op de Burfield-heide geves- met een geest van Ben Johnsons, in een zij mij zouden opgegeten hebben, als ik
man met iets een kind zekej; in tigd. In het begin bestond zij slechts uit hal door vijftig fakkeldragers verlicht, in niet om het ontbijt had gescheld. Maar gij
zijn armen. Hij komt naar beneden, snel, de kerk, scholen, de pastorie en een twin- de kleederdfacht der oude Engelsche zult ook wel honger hebben
met vasten, zekeren tred. De laatste poort tigtal hutten, maar in deze twaalf jaren biefstuk-eters Wie liet ooit de Fransche „Vreeselijk
overspringend, haasten de twee Enge' heeft het nieuwe district het aanzien ge- tooneelisten van Londen overkomen, of „En de oude Lois
schen zich naar de vlakte en ontmoeten kregen van een groot verspreid dorp engageerde een dozijn keeren per jaar een „Zij stierf een twintig minuten nadat
hem halverwege. en de bevolking telt een acht honderd militair muziekcorps'? Waarom, zoo vroeg ik was aangekomen geheel zonc'er pijn
„Zijn er nog menschen te redden zielen. Het zou te veel gezegd zijn te be- de wereld, waarom volgden de Bracken- en buiten kennis. Het was een ophouden
Een kloek man was het, blootshoofds, weren, dat allen van het „Zwarte volk" bury's dit bewonderenswaardig voor- met ademen. Niets meer."
met een langen baard, die met den eenen leden van deze ordelijke gemeente zijn beeld niet, en deden zij niets wezenlijk „En heeft zij niets gezegd?
arm het geredde kind aan zijn borst drukt geworden. Velen van de oude kudde zijn bijzonders voor de maatschappij in bet „Eén oogenblik mompelde zij iets
en met den anderen gebiedend naar ach- nog niet toegetreden maar Mr. Penne- algemeen maar het was bijna onverstaanbaar. Ik
teren wijstHij schijnt te zeggen „Ga feather, wiens pogingen met een uitslag Wat de wereld niet wist, en zelfs niet meende het woord „vuur" op te vangen,
voort Maar her brullen der vlammen bekroond zijn, die zijn warmste wenschen gissen kon, was, dat Lancelot Bracken- en ik dacht, dat zij misschien van haar
en het gedonder van den berg verdooven en verwachtingen overtrof, voorspelt, bury zichzelf nog steeds als „rentmeester"" grootmoeder en den brandstapel droom-
alle menschel'!ke geluid en, zonder ge- dat hij nog den dag beleven zal, dat de beschouwde. Rentmeester had hij zich- de."
hoord te wo. ea. snelt hij voorbij. Plants en de Stanway's het stroopen en zelf genoemd op den avond, dat Mr. Mar- „Enzijt ge teleurgesteld, Lancelot?"
Zonder gehoord, maar niet zonder ge- stelen zullen nalaten, en evenals de overi- rabies zijn spel gewonnen had, twaalf „Nu," antwoordt hij met een ongedul-
Zien tc worden. Want hoewel slechts ge- gen zich als eerbiedwaardige leden ves- jaren cn langer geleden en een rent- digen zucht, „neen, niets kan niij te
durende één seconde, één seconde viel tigen en huur en belasting betalen zullen, meester noemde hij zich in het diepst zijns dien aanzien meer teleurstellen. Ik ver-
hei licht op zijn gelaat. Mr Pennefeather is, wat eigenlijk on- harten nog. Dat meer dan zeventien jaren wacht niets. Ik heb het opgegeven iets
En Lancelot blijft staan als ware hij noodig is hierbij te voegen, de predikant sedert het verdwijnen van zijn broeder te verwachten. Toch, daar zij eens ge-
ploiseling in een steen veranderd. uit de Noordelijke districten, die het ern- voorbijgegaan wafen, woog bij hem als sproken had jaren geleden, was cr eeni-
Het was schemermorgen, eer Winifrie- stigst zich aan zijn taak toewijdt. Wat zijn niets. Vijf jaren na die verdwijning had hij ge kans, dat zij nog eens zou spreken. Hoe
da, door waken uitgeput, eindelijk in een hand vindt om te doen, doet hij met alle hem gezien hem gezien van aangezicht het zij, ik ben blij, dat ik er was toén zij
ongerusten slaap viel. Het was even dag macht, en zijn macht, zoowel in stoffe- tot aangezicht, in levenden lijve. Hij stierf."
de Vesuvius lag half verborgen achter een lijken als in geestelijken zin, is grooter leefde toen waarom zou hij nu niet meer Bij deze woorden keek hij op zij hor-
Zware rookwolk, en het woest geweld van dan die van de meeste menschen. Zij is tot de levenden bchooren Er mocht van loge, maakte de opmerking, dat het reeds
de uitbarsting was tot een diep en verwij- in alle geval geëvenredigd aan het werk, komen wat wilde, Lancelot zou nooit 0ver half elf was en keerde in de ontbijt
derd donderend gerommel verzwakt dat de arbeid en de kroon van zijn leven is. ophouden te gelooven, dat hij leefde tot- zaal terug.
toen zij ontwaakte. Wat Mrs. Pennefeather betreft, zij dat zijn dood bewezen werd. Terwijl hij zich aan tafel zette, vloog de
„Lancelotzelve zegt, dat zij te gelukkig is. Haar kin- Het was een onderwerp, dat hij cn Wi- deur open en stormden drie drukke jon-
Gcheel ontdaan en door den rook deen bloeien in de frissche lucht der nifrieda zelden aanroerden. De hevigheid gens, waarvan één een brieventasch droeg,
Zwart geworden met gescheurde kleeren, heide en haar twee oudste zonen zijn nu, zijner aandoening had haar in het eerst de kamer binnen. (Wordt vended.)