zA/HOlWEtt-
f ïS 4 RUBRIEK,
1
k
7
Waar de weg zich splitst.
ONZE KLEEOING.
Voorjaars- en
Zomerhoeden,
Kleeding voor onze
kinderen.
Het schreeuwen van
zuigelingen.
Schoonheidsvlekjes.
Walle jes onder de
oogen.
Practische wenken.
Recepten.
Patronen naar Maat
Er zijn zooveel soorten van jongens, maar
misschien is de onze zoo'n sloome, on-roman-
tische, die 'tidioot zou vinden een meisje
'n zoen te geven zelfs zijn zusters die
oog nooit "n vrouw heeft gekust behalve z'n
moeder, en dat blijft volhouden, 'n beetje
kinderlijk-machinaal.
asAMllt
Uit den Moppentrommel.
Elites .Zoo. Es hoe heet
Al» 't dan toch eenmaal zoo ver gekomen
Is, dan is 't voor moeder nog heel iets an
ders, oi haar iongen ofwel haar meisje haar
gaat verlaten om in 't huwelijksbootje te
stappen. Zoo oppervlakkig gezien zouden
we denken, dat we met 't wegschenken
_van onze dochter, het heel-en-al toever
trouwen aan een ander, op de meest abso
lute wijze afstand van haar doen. Maar in
de praktijk ontwikkelt zich de verhouding
heel anders dan 't zich eerst liet aanzien
Het huishouden van een getrouwde doch
ter wordt in normale gevallen een copti
van wat moeders bestier geweest is, na
tuurlijk met de kleine wijzigingen, die 't
„meegaan met den tijd" vereischt. Moe
ders raad en hulp in de kleine problemen
van allen dag is zeer gezocht, en in het be
gin zelfs onontbeerlijk. Tenzij het jonge huis
gezin zich elders vestigt, wordt een veel
vuldig „overwippen" om bijstand met raad
en daad al gauw tot een knusse gewoonte
Moeder voelt zich' in het nieuw gedoetje
heelemaal thuis: haar ei*en geest heerscb!
er haar eigen practische ervaringen en be
proefde huismiddeltjes worden er trouw ir
eere gehouden: het is als een verjongd
weerzien van haar eigen eerste nestje, met
al de naïeve heerlijkheid van kleine huise
lijke tri>.._fen en kleine humoristische ram
pen op kookkunstig gebied....
En als de kinderen komen.is het moe
der, of ze een tweede lente beleeft, of ?e
opnieuw haar hart voelt zwellen van jonge
moederweelde en moedertrots een nieuw
heerlijk, onverhoopt moederschap, maar nu
zonder de lasten en zorgen: niets dan lieve
lust en koesterend verheugen....
Maar het huwelijk van onzen jonger,
schept uit den aard der zaak heel andere
verhoudingen. Met de jonge schoondochter
komt een geheel vreemd element in het
gezin, hetgeen veel-verder-st'ekkende ge
volgen heeft voor het eigenlijk huiselijk
leven, dan in het eerste geval Daar was
het de jonge man, de schoonzm n, die als
buitenstaander in da huiselijke famflie-tra-
dirie werd ingeburgerd en op den gang van
zaken in de nederige afdeelingen: keuken
en kelder, hebben zijn eigen gewoonten
weinig of geen invloed. Maar hier is het
de vtouw, de ziel van het huiselijk bestier,
die de uitheemsche opvatting en werkwijze
aanbrengt, die het stempel van hèèr moe
der zal drukken op het jonge gezin van ons
kind. En het Is ongeloofelijk, hoe deze
kleine, schijnbaar slechts materieele ver
schillen dóórwerken in heel het gezinsleven
en hoe de geestelijke atmosfeer, de karak
teristieke huis-stemming er van doordron
gen en doordeesemd worden, tot wij ei
niets meer van onszelf in terugvinden. Dan
nas zien we, wat we nooit zouden hebben
willen gelooven: dat het de kleine gewoon-
ten en gebruiken, de onbeduidende mrich-
tings-tradities zijn, die het typeerend ka
rakter van een huisgezin vormen en ver
vermen.
O zoo gemakkelijk sluipt een soort moe
derlijke jaloezie in ons hart. een ijve-zucht
die zich uit in te scherpe critiek, in vitterig
bemoeien, in geringschattend afkeuren, in
leedvermaak al die onaangename hebbe
lijkheden, die de uitrusting vormen van Je
stereotiepe schoonmoeder uit de anecdotes.
Die dikwijls flauwe aardigheden overdrijven
natuurlijk schromelijk, zooals hun taak en
goed recht is maar het caricatuur zou dan
toch niet zoo algemeenen bijval en lachlust
opwekken, als de massa er niet een onder
grond van waarheid in vond. en het type
uit eigen ervaring herkende!
Zeker, bij alle vanzelfsprekende natuur
lijkheid is het een bevreemdende ondervin
ding voor elke moeder- dat een volslagen
vreemde zoo maar het heele leven van haar
kind in handen neemt en van haar weg-leidt
Daar is haar dochtertje, dat alles met haar
besprak en bedisselde, dat zoo moeilijk van
huis kon, dat eenvoudig kwijnde op de kost
school. en een maandje logeeren bij allerlict-
ste familie gewoon een bezoeking voneï In-
plaats van een pleiziertje. Nu komt er
iemand, dien ze tevoren nooit gezien heeft,
en onmiddellijk schijnt heel haar kinderleven
met de herinnering aan Moeders onontbeer
lijke zorgen als uitgewisebt. Den vreemde
aan w.en ze te voren nooit iets te danken
heeft gehad, vertrouwt ze heel haar lange
leven toe, en cfp t zoo blij en spontaan....
en niemand schijnt er iets verwogderlüks in
te zien dat Moeder met al haar zc-gen en
sloven wordt beschouwd als iets dat heeft
afgedaan, als een hoofdstuk waar een streeo
onder komt. Dat i s ook niet verwonderlijk
t is de meest alledaagsche loop der din
gen. we hebben dat alles honderd maal om
ons heen gezien, eer wij zelf in dat geval
verkeerden en tóch.
Maar voor de eigenliike moederlijke ijver
zucht is er toch zooveel plaats niet, als ons
dochtertje trouwt! Integendeel, onze moeder
trots krijgt ruim haar aandeel: het streelt
onze moederlijke ijdelheid als ons meisje al
iong bewonderd en gevierd is als ze jong
verloofd is, jong getrouwd veel jonger
dan de dochters van onze kennissen.mis
schien als allereerste van haar clubje vrien
dinnen.
En de vlotte, joviale jongeman, die zoo
hartelijk en jongensachtig met ons weet om
te springen, en ons op zoo'n onweerstaan
bare manier „mamatje" noemt, is in niet min
dere mate een voorwerp van onze rechtma
tige fierheid. We pronken heimelijk wel
graag zoo'n beetje met onzen knappen nieu
wen zoon en we hebben, buiten al zijn lof
felijke eigenschappen om, alreeds een zwak
voor hem om zijn keuze, omdat hij ons
dochtertje uit zooveel andere meisjes ver
koren heeft, omdat hij haar op de handen
draagt, en dezelfde trotsche bewondering
voor haar koestert als. wij. .Ia. een aanbidder
in zijn eerste vuur dat is de eenige waar
dige geestverwant die een moeder ooit vindt
in haar heimelijke verrukking over haar
kind, die niemand zóó met haar deelt, en die
ze aan niemand zóó stralend zou durven
laten blijken Zelfs als we ons meisje eigen
lijk nog wel wat jong vinden, of wat zwaar
op de hand zijn en allerlei grootere en klei
nere bezwaren maken, tegen het verleidelijk
vooruitzicht, dat die sympathieke jongen *an
den cultus van ons wonderkind dag voor dag
zal deelnemen, zijn we zelden bestandl En
het hart, de volle liefde van ons dochtertje
gunnen we hem graag en gul. en het blijft
genadig voor ons verborgen, hoeveel we er
op den duur zelf bij te kort komen, omdat
we duidelijk zien dat het „heel iets anders"
is en dat we ons vredig en sussend wijs
maken dat ze voor ons nog zooveel lieve
gedachten over zal hebben als vroeger.
Met onzen tongen echter zullen we het
No. 356. Een keurig wandelcostuum, deze
tweedeelige japon van kasha-naturel. De
rok, verbonden met een dun katoenen lijfje
van dezeffde kleur, zit van boven zeer strak
om de heupen maar valt wat lager in wij
de fraaie plooien welke ontstaan door in
voeging van lange driehoekige stukken in
de zijden van het beneden gedeelte. De
hlouse moet eveneens goed aansluiten om
de heupen opdat de indruk ontsta, dat lijfje
en rok eigenlijk één geheel zijn. Het voor
pand heeft een ingezet front dat zich van
boven uitbreidt tot aan schoudernaad en
armgat; het bestaat uit twee 6tukken, waar
van het rechtsche met een smal strookje
een klein overslagje beeft, hetwelk met
parelmoeren knoopen op de andere helft
sluit; het bevenste gedeelte is verwerkt tol
een kleine revers met kraagje De mouwen
zijn geheel «-echt en hebben vanonder een
lange split welke men later overdekt en
sluitbaar maakt door middel van een opge
zet strookje met parelmoer knoopen De
beide zakjes in het voorpand worden met
een tresje van dezelfde kleur omboord De
rug is recht en strak Bij'deze robe kan een
kleurige hoed gedragen worden; rood.
paars, blauw, lila. Kousen licht beige en
schoenen donker bruin. Patroon 1.85.
No. 357. Engelsche stoffen, de z. g. n
twssds, hebbes dit jaar een buitengewone
bekoorh,kheid door hun fraaie en alüjd be
schaafde kleurstellingen waardoor ze steeds
minder op de weefsels der heerenkleedin*
gaan lijken Er zijn mooie beiges, door
spikkeld met enkele tinten lila; een derge
lijke tint zouden we willen aanbevelen - oor
den boven afgabeelden tailleur De rok
heeft In de linkerzijde, een eindje voor den
zijnaad, een split, welke van achter alge
dekt wordt door een strook, gevouwen op
de wijze van een stolpplooi De mantel
heeft een zeer lange revers en slu't op twee
bijkleurende hoornen knoopen waarvan
er nog eens twee, aan de andere zijde, als
'arneering geplaatst worden De beide
voorpanden hebben vanaf den schouder
recht naar beneden tot aan de taille, een
naad waarmee men den mantel len juisten
sluitenden, en strengen vorm geeft In bei
de zijden op natuurlijke taillehoogte een
split voor een zakje dat men met bijpassen
de tres omboordt; de mouwen zijn recht en
vanonder gegarneerd met een knoop Men
oere het iasje met een bijpassende effen
zijde. De blouse welke men er onder draagt
rij van witte crêpe de chine; zij behoort
over, dus niet in den rok gedragen te wor
den. De hoed van vilt of stroo moet in de
tint zijn van de tailleur; kousen beige en
schoenen donker bruis oi zwart Patroon
1-35.
▼eel, veel zwaarder hebben diep, heel diep
in ons hart want natuurlijk, niemand zal er
iets van merken, en we zullen trachten zoo
blij en onbevangen mogelijk met hem mee
te leven. Maar juist door dat zelfbedwang,
door de koele, strenge verstandelijkheid,
waartoe we dat alles in ons zelf opsluiten,
loepen we nog gevaar ons inwendig door
onze moeder-jaloezie te laten vergiftigen.
Een echte vrouw is veel minder ijverzuch
tig op wat een ander van het voorwerp
harer liefde ontvangt, dm op wat zij hem
gééft. Wat een moeder haar schoondoch
ter benijdt, misgunt soms. is de zórg voor
haar jongen, die héar uit de handen wordt
genomen, en zij weigert volstrekt te geloo-
ven dat die verandering, zelfs in het gun
stigste geval, 'n verbetering zou kunnen zijn
Warneer we zelf dit alles nog niet bij on-
dervindmg gehad hebben misschien wanen
daar altijd boven verheven te zullen zijn. la
ten we dan inch vooral niet neerzien op
zulke, misschien heel onvolmaakte, maar
toch zoo tragisch-menscheliike meeders. en
ons eens in haar omstandigheden verplaat
sen!
Hij aanvaardt onze zorgen schijnbaar ge
dachteloos, maar bemerkt 't toch onmiddel
lijk als er ergens iets aan mankeert. Hij
heeft weinig pretenties en klaagt nooit, maar
kent en vGelt het onderscheid tusschen luxe
en „behelpen" met gesloten gelatenheid er,
groote expressieve oogen. die alles langzaam
en zacht opnemen. Dat is het aandoenlijke
in hem, hoewel hij geen uitbundlg-vriendelijk
type is.
We hebben altijd getracht hem met groote
zorgzaamheid te voorkomen juist omdat hij
zich nooit uit We hebben routine gekregen
in het raden en aanvoelen van zijn onuit
gesproken wenschen en ónze intuïtie faalt
zelden, dat weten we ook zonder dat hij ons
prijst.
Onze groote jongen! Misschien -zijn we niet
rijk. en als we voor het kreupele kastje op
zijn kamer staan, en zijn schoone wasch rang
schikken, kunnen we soms in plotseling pein
zen over de toekomst voor het kunstelooze
open deurtje blijven staan, met een slap, dun
stapeltje pretentie-looze overhemdjes op onze
handen.
Over 't linnengoed van 'n armen jongen
met veel illusies en weinig eischen, ligt iets
aandoenlijks, iets zacht-kinderlljks 't kastje
is altijd netjes omdat er zoo bitter weinig
inligt.
Dan moeten we soms plotseling zonder
overgang danken aan „Haar". Wat hebben
we al dikwijls zóó gestaan in den loop der
iaren: met baby-goed. met poppige kieltjes,
met de eerste kleine blauwe pyama's later,
mei lange sterke kousen, met frissche sport-
blouses toen met overhemden, sokken....
En eens komt er een dag. dan staat zij
zóó voor een behoorlijker kast denkelijk,
maar met hetzelfde soort goed over haar
arm en ze maakt keurige bescheiden sta-
oeltjesmet dezelfde teederheid? Dat is
dan haar recht, voor altijd. Het lijkt zoo
vèr-af en onwaarschijnlijk, nu we ziin eigen
dhgen zoo tastbaar vasthouden, dat wij ze
eenmaal uit de handen moeten geven zijn
lieve schamele dingen....
En hoe zal Ze denken over dien rommel
van kranten-knipsels, die in allemaal aparte
enveloppen over zijn teekentafel zwerven
en zijn oude munten, waarvan de zeldzaam
ste beslist vergiftig tzijn en de minst waarde
volle altijd nog hoogst onhygiënisch zal
ze daar geduld mee hebben, en ook met zijn
handen als hij ze heeft zitten bezien?
Het kan ons soms overweldigen met be
nauwende realiteit: hij zal werkelijk, wèrke-
lijk op haar aangewezen zijn.
Zij zij.... zelfs de gedachte, dat we
alweer contact met haar zullen vinden in de
gemeenschappelijke liefde voor ons kind, kan
ons niet troosten over de onafwendbare ze
kerheid dat we als verzorgster, als trooste-
res voorgoed van onze eerste plaats verdron
gen worden, dat een ander, een andere
vrouw hem Mies zal zijn, dat voor hóór zijn
innigste gedachten, zijn vertrouwelijkste
woorden zullen ziin juist dat besef wond!
ons in 't diepst van onze vrouwelijkheid. En
inplaats van, als het oogenblik gekomen is,
te trachten, nog iets van onzen vroegeren
rijkdom te behouden, door hartelijk in alles
wat zijn keuze betreft, te deelen, door zijn
vertrouwen te winnen en te behouden
verspelen we jns laatste bezit door humeu
rig wantrouwen en onredelijke tegenwerpin
gen door minderwaardige scènes zelfs....
Laten we dêêr toch voor waken ons
déartegen toch hi'tijds wapenen en ons
verborgen offer zal zegen brengen over onze
verhoudinrf tot ons nieuw dochtertje en wie
weef over haar eigen roeoing, haar levenstaak
tegenover onzen jonden! Niemand kan de ver
strekkende heilzame gevolgen berekenen van
geheime harie-offers juist voor hen, door
wier toedoen we ze gebracht hebben!
MACHTELD.
De rechte, slanke lijnen blijven bestaan
bij de voorjaars- en zomermode van 1926.
Het ziet er tenminste niet naat uit, dat de
drecoire-mode veel bijval zal vinden. Men
heeft te veel het aangename van een recht,
los costuum ondervonden, dan dat men licht
zinnig toi een andere mode overgaaf.
Men draagt losse costuums van 's mor
gens tot 's avonds, en brengt voor de ve-
schillende uren van verkleeding, slechts wij
ziging in materiaal en garneering Des mo.-
gens draagt men een recht costuum, van
eenvoudige wollen ot waschechte stof, soms
ook gestreept of geruit, van voren dichtge
knoopt. en met een das gegarneerd. Hel
middagroiletje is veel eleganter. Mooie,
dunne wollen ripsstof crêpe marocain of
crêpe de Chine in moderne kleuren, ge
garneerd mei crème kant, of wel gekleurde
zijden kant of parels, dienen ter vervaardi
ging van het toilet.
Als avondtoilet gebruikt men meest kost
bare stoffen, brokaat, goud- of zilverlamé,
gemaakt in recht model. Men ziet echte
nog we 1 enkele afwijkingen van dit rechte
model,- o.a. een wijdere rok, rondgeknipte
volants, enz
Voor zomertoilctten zijn er zeer vele soorten
stoffen, waaronder ook de bewerkte een groote
rol spelen. Daarbij onderscheidt men foulard
met nieuwe patronen, bedrukte zijde, ge
bloemde crêpe georgette, crêpe marocain
en crêpe de Chine en verder nog al die
gebloemde stoffen, welke men van vroege:
kent Voot den zomei zijn het mees' verkiese
lijk alle soorten voilestof. Men draagt witte
voile-costuums met handborduurwerk ver
sierd, of ook wel met kant of open zoomen
gegarneerd.
Voor costuums en mantels gebruikt men
hoofdzakelijk zijde, welke men in de lengte
en dwars verwerkt, waardoor een zeer goed
etfekt ontstaat Wollen stof en ripts'offen
zijn het materiaal voor practische costuums.
De costuummantels zijn lang, soms zelfs
heel iang, zoodat er slechts een handbreed
te van den rok te voorschijn komt. Men
draagt echter ook wel korte mantels, voor
al bil costuums van dezelfde stof.
Hef jurkje, dat den indruk maakt, twee-
deelig te zijn, bestaande uit jumper en rokje
is zeer gezocht voor de jeugd. Ook wordt
het jurkje hetwelk een aparte jumper en
rokje heeft, wel gezien, doch dit laatste is
niet meer zoo populair. Het cape-manteltje
met dubbelen kraag, dikwijls met bijbehoo-
rend jurkje, is een aardige kleeding, die
zeer veel wordt gedragen. Op de onder-
jurkjes worden kraagjes en manchetten
aangebracht, van geplisseerd batist of crêpe
de chine. Op de meer gekleede jurkep voor
al brengt men gameering aan van crêpe de
chine of crêpe georgette. Gebloemde taffe
tas is voor gelegenheidsjurken „de" stof, die
thans modieus kan genoemd worden. Het
kleine volkje kan er daarmede 'uitzien om
te stelen!
Veel kleuren zijn mode-tinten voor de
ieugd-kleeding. Verscheidene tinten groen
bois de rose in alle nuancen, geel, rose en
alle pasteltinten, zijn voor het kind als aan
gewezen om zijn bekoorlijkheid nog te ver-
hoogen.
Hoe eenvoudiger hoe mooier, geldt voor
al voor het kind. Waar de jonge vrouw zich
voordeel doet met een juist gekozen gar
neering, kan het kind nadeel berokkend
worden door overlading. Een kinderjurk
moet sober zijn.
Een voor vele moeders verblijdend be
richt is de aankondiging van de mode dei
ernock-werk garneering. Welke allerliefste
jurkjes worden het, wanneer deze versie
ring goed wordt toegepast. Het smookwerk
is in 't geheel niet moeilijk te leeren. Gelijk
en precies te werk gaan is een vereischte
ervoor. Er bestaan boekjes waarin de wijze
van dit handwerk duidelijk wordt uitéén
gezet.
Bijna alle bovenkleeding voor meisjes
kan ervoor in aanmerking komen, zoowel
jurkjes als manteltjes zijn snoezig, wanneer
een keurig smock-borduursel in harmo-
nieerende of soms contrasteerende tint is
aangebracht
Ook voor het kind is kleureneenheid in
kleeding vereischt Hoedje, jurk en mantel
in één kleur van afloopende nuancen is een
zeer gezochte samenstelling die voor „hon
ton" wordt gehouden.
Gezonde zuigelingen behooren eigenlijk
slechts dfie dingen te doen eten, slapen en
groeien. In hun leven spelen de spierbewe
gingen nog geen roldit is eigenlijk wel merk
waardig, omdat de volwassene een groot deel
van de ingenomen energie aan spierbeweging
weer kwijtraakt. Het lichaam in rust heeft een
bepaalde hoeveelheid ernergie, dus voedsel,
noodig. Zoodra echter werk wordt verricht,
vermeerdert deze hoeveelheid zeer belangrijk;
bij flinken arbeid is vaak de dubbele hoeveel
heid energie noodig als in rust.
Men heefi nu opgemerkt, dat het schreeu
wen van zuigelingen zeer veel spierarbeid ver
eischt en in overeenstemming hiermede is
het gebleken, dat bij het schreeuwen veel
energie verloren gaat. Men heeft dit gezien
bij het onderzoek van zuigelingen in den ca
lorimeter zoodra het kind ging huilen, waren
de bepalingen in de war zijn stofwisseling
bedroeg het dubbele van den toestand in rust.
Huilt een kind, een uur van de 24 uur. dan is
zijn stofwisseling 4% toegenomen (huilt,
het kind dag en nacht dan bedraagt dit 100%)
Om duidelijk te maken hoeveel arbeid daarbij
noodig is, diene, dat dit overeenkomt met
570 kg-meter arbeid. Bij het schreeuwen gaat
dus veel voedsel verloren, dat anders voor den
groei van het lichaam zou kunnen worden ge
bruikt en er blijkt dus uit, dat het wenschelijk
is het schreeuwen van den zuigeling zooveel
mogelijk te voorkomen. Een volkomen ge
zonde, goed gevoede zuigeling, huilt weinig.
In den goeden ouden tijd behoorde het
tot een van de zeven schoonheden der
vrouw om een paar moedervlekjes op het
gezicht te hebben. Indien de natuur daar
niet voor zorgde, legden de dames ze kunst
matig op, hetzij met een penseeltje of als
een kleine, ronde, donkerbruine of zwarte
pleister. Men zegt, dat dit gebruik voor
Europa reeds stamt uit den tijd der Kruis
tochten en dat het een Arabische zede
was.
De mode van de „taches de beauté" was
echter het meest verbreid in de zestiende
en zeventiende eeuw. Een Fransch schrijver
vertelt, dat het lang zoo eenvoudig niet was
om het juiste punt te bepalen, waar de
mouche vastgehecht behoorde te zijn. Men
moest reeds eenige routine bezitten, wilde
men er in slagen het moedervlekje daar te
plaatsen, waar het de meeste kans had op
succes. Een vaste regel viel hier niet bij
voor te schrijven. Een Itafiaansch tijdschrift
met modebabbeltjes gaf indertijd de volgen-
ne negen plekjes voor de ntouches op; zij
hielden verband met het karakter der
vrouw;
De sentimenteele freule droeg het vlekje
bij den hoek van het linkeroog, de trotsche
op het midden van het voorhoofd, de vroo-
liykc juist op den rand van het kuiltje in
haar wang, dat zich bij het lachen vertoon
de, de deftige dame had er een op het mid
den van haar wang, de luchthartige bij den
mondhoek, de geestige vlak naast den neus
vleugel, de kokette droeg de mouche boven
de lip, de bescheidene onder de onderlip,
terwijl de flirt er zich een onder het oor
maakte, vlak vóór de schelp.
Niets fs ieelijker voor een vrouw, hoe jong
of oud ze ook moge zijn, dan walletjes onder
de oogen, vooral als ze een eenigszins don
kere gelaatskleur heeft.
Deze kwaal kan veel verschillende oor
zaken hebben, b.v. aanleg voor rheutnatiek,
te veel zuren in het bloed of te weinig slaap.
Als dit laatste de oorzaak is, ziet men de wal
letjes slechts van tijd tot tijd verschijnen, en
een paar uren extra rust en slaap doen dan al
wonderen. Maar als de*oorzaak van ernsti
ger aard is, zal men de walletjes vooral des
morgens na het opstaan opmerken, en in dat
geval kan men verschillende middeltjes te
baat nemen. De hoeveelheid suiker, die men
gebruikt, wordt tot het minimum terugge
bracht en men drinkt iederen dag een glas
zuiver koud water.
Het sap van een citroen opgelost in een
groot glas water,wordt genomen iederen
avond vóór het naar bed gaan. Baadt verder
de huid om uw oogen 's morgens en 's avonds
in koud water en gebruik daarna een ver
zachtende huidcream die ge zachtjes om de
oogen wrijft.
«JG Q.
Het geeft altijd een prettige gedachte als
men een stuk van z'n huishouden, zij het
ook mét inspanning, zelf gemaakt heeft,
Zoo'n voorwerp verveelt niet op den duur,
zooals zoovele dingen waar men gemakke
lijker aangekomen _is. 'Daarom geven we
deze week eens de modellen voor twee
lampekappen, waarvan de zijde met de hand
beschilderd moet worden. De geraamtes
van ijzerdraad laat men natuurlijk bij een
lampekappenzaak maken; ze behooren om
woeld te worden met batist of zijde. Om op
de zijde te kunnen schilderen, wordt deze
eerst in schoon water gedrenkt en voorzich
tig weer uitgewrongen, vervolgens opnieuw
in een kom met water, waarin 5 gram ko
persulfaat en 20 gram aluin is opgelost,
gedompeld, er weer uitgehaald en zondei
wringen te drogen gehangen. Als ze bijna
droog is voorzichtig strijken onder een
schoonen doek. Door calqueeren kan men
er nu de teekening op aanbrengen in dun
ne potloodlijnen, waarna men de verschil
lende vlakken met watervaste gekleurde
teekeninkt invult met een goed waterverf-
penseel. Later maakt men de randen met
een siersteek in de zijde van afstekende
kleur af. Gouddraad is in vele gevallen
ook mooi. Onder het verven legt men on
der het werk een flink vel vloeipapier; dit
zuigt de overtollige verf op en voorkomt
zoodoende vlekken. Als alles klaar is, naait
men de zijde op htt geraamte en garneert
den kap met een mooie bijpassende franjq
of volant.
HET REINIGEN VAN HANDSCHOE
NEN.
Zijden handschoenen moet men, om ze
goed te wasschen, aantrekken, vóórdat men
ze reinigt. Dan wascht men ze in lauw water,
waarin witte zeep is opgelost. Als ze goed zijn
nagespoeld in schoon water, moeten ze een
paar uur te drogen worden gelegd tusschen
een schoonen doek. Half-nat moeten ze zoo
veel mogelijk in hun oorspronkelijken vorm
worden getrokken -en daarna opgestreken.
Het is aan te bevelen, veiligheidshalve bij
het strijken een velletje postpapier over de
handschoenen te leggen.
VOCHTIGE VERTREKKEN.
Men moet steeds vermijden om ib voch-
t ge vertrekken de meubels, schilderijen en
spiegels vlak tegen den muur te p.aatsen
of te hangen,. Omdat er zich dan schimme'
vormt, die èn voor den muur èn 't behang
sel èn voor de meubels en schilderijen scha
delijk kan zijn. Kasten moet men dus een
eindje van den muur afzetten en bij schil
derijen en spiegels moet men onder de hoe
ken van de lijsten dunne schijven kurk, van
gewone fleschkurken bevestigen, zoodoende
vormt de kurk een k'einen afstand tusschen
de lijeten en den. muur. zoodat de lucht vrij
kan toetreden en schimmelvorming wordt
voorkomen.
HET REINIGEN VAN ALBAST,
Albasten beelden en andere voorwerpen
reinigt men het beste met marmerzeep.
Voorwerpen van albast mogen nooit in het
water gelegd worden, daar anders de aan
elkaar gelijmde deelen los laten. Men bor
stelt ze met zeep af, zuigt met een sponsje
het water uit de hoeken en wrijft ze voor
zichtig op met een wit doekje. Een an
der middel is afborstelen met slap soda
water en daarna afwrijven met een drogen
doek. Ook is het goed de voorwerpen
met magnesia te bestrijken, droog laten
worden en dan afborstelen.
ALLUMINIUM REINIGEN EN DOEN
GLIMMEN,
Om aluminium glimmend te maken, be
handelt men het met bijtende kaliloog. De
doffe tint verdwijnt en de voorwerpen wor
den glanzend en blijven dit ook wanneer ze
aan de lucht zijn blootgesteld. Om allumi-
nium dat vuil en zwart van kleur is gewor
den, schoon te maken, kan men dezelfde
behandeling toepassen als boven, of was
schen in een liter water met 30 gram borax,
waaraan-eenige droppels geest van salmiak
z'jn toegevoegd.
PEAU DE SUEDE.
Een onzer lezeressen vraagt, op welke
wijze zij peau de Suède kan schoonmaken.
Er zijn verscheiden middeltjes om hand
schoenen of schoeisel van dit leer te reinigen
of van vlekken te ontdoen.
Men bevochtigt een flanellen lap met wa
ter, doopt dien vervolgens in tot poeder ge
maakte zeep en wrijft daarmede over het peau
de Suède-leer. Vervolgens droogt men het
af met een anderen flanellen lap, die zeer
droog moet zijn. Men kan zich op dezelfde
wijze bedienen van een mengsel van melk
en koolzure soda.
Een andere methode om peau de Suède
schoon te maken is de vuile plekken goed
in te wrijyen met broodkruim of ook wel kan
men ze wasschen met benzine of koud water
Vlekken in peau de Suède laten zich in
veel gevallen verwijderen met melk. Ook wel
eens door "de vuile plek, die eerst met water
bevochtigd is, geruimen tijd aan het zonlicht
bloot te stellen. (Telkens opnieuw nat maken
natuurlijk). Het licht scheidt de zuurstof
uit het water en doet de vlek verbleeken.
EEN GOEDE HUISVROUW.
Bertha, er is een gat in mijn vest!"
„Dat hindert niet, 't wordt tocb door de
las bedektl"
ttr- t ook k'mt!"
„Zoo, maar beb je dan geen overjas?"
DOORZIEN.
Louise: „Ach, Elise, wat is de wereld toch
wonderschoon!"
BRUSSELSCH LOF AU GRATIN.
1 K.G. Brusselsch lof. 400 gram kalfsge
hakt, brood, ei, 50 gr. boter, 30 gr. kaas (oude
zoetemelksche of Gruyère). Bereiding He:
lof schoonmaken, wasschen en gaar koken in
ruim kokend water met zout. Het goed uii
laten lekken. Van boter, bloem en melk een
gebonden saus maken en een gedeelte der
kaas er door roeren. De stronkjes lof netjes
schikken in een vuurvasten schotel en de
saus er tusschen en overheen gieten. Den
bovenkant bestrooien met de rest van de
kaas en er iets gesmolten boter over heen gie
ten. 't Schoteltje in 'n oven met veel boven-
warmte, snel een lichtbruin korstje laten
krijgen.
NIERENHACKE.
Zet een rundernier een uurtje in water
en azijn. Haal ze eruit en zout ze. Snijd de,
nier in plakjes en braad deze mooi bruin,
daarna de plakjes in kleine stukjes snijden
Hen paar fijn gesnipperde uitjes worden
dan in het vet bruin gebraden. Doe de
stukjes nier erbij en laat alles met elkaar nog
even braden. Roer er een eetlepel bloem
door en langzaam wat koud water, tot de
haché dfe juiste dikte heeft. Nog een uurtje
laten stoven met een paar rauwe uien, een
paar laurierbladeren (deze samen gebonden,
San kunnen ze voor het opdoen er uit gehaald
worden) 5 kruidnagels en het sap van een
y2 citroen.
KOOLRAAP MET RIJST.
Koolraap wordt op de gewone wijze
schoongemaakt en aan kleine dunne reep
jes gesneden. In ruim water met zout afge
kookt ongeveer ruim een kwartier. In dien
tusschentijd heeft men in een pan rijst met
water opgezet, 4 maal zooveel water als rijst.
Dan giet men de koolraap af en als de rijst
kookt, doet men er de koolraap bij met nog
wat zout en een stuk vet van jus (of planten-
vet). Laat dit alles weer aan de kook komen
en verder op zij van de kachel zachtjes gaar
en droog koken. Dit is ook een zeer goed re
cept om in couranten klaar te maken, wat
veel besparing geeft aan brandstof. Als
vleesch geeft men hierbij varkenslapjes.
HUISELIJK RECEPT VOOR BOTER
KOEK.
Benoodigd 3 ons bloem, 2y2 ons boter,
1 y2 ons suiker. Kneed alles flink door elkaar
besmeer een bakblik of platten vuurvasten
schotel met boter. Rol het deeg uit en leg het
op het blik of in den schotel. Zet den koek in
een matig warm oven en laat hem ongeveer
30 minuten bakken.
Als de koek gereed is, snijdt men hem in
vierkante s* kjes.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag
plus 15 cent porto, aan het Comptoir des
Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag, De
maten op te geven volgens onderstaande
teekening.