zA/HOlWEtt- f ïS 4 RUBRIEK, 1 k 7 Waar de weg zich splitst. ONZE KLEEOING. Voorjaars- en Zomerhoeden, Kleeding voor onze kinderen. Het schreeuwen van zuigelingen. Schoonheidsvlekjes. Walle jes onder de oogen. Practische wenken. Recepten. Patronen naar Maat Er zijn zooveel soorten van jongens, maar misschien is de onze zoo'n sloome, on-roman- tische, die 'tidioot zou vinden een meisje 'n zoen te geven zelfs zijn zusters die oog nooit "n vrouw heeft gekust behalve z'n moeder, en dat blijft volhouden, 'n beetje kinderlijk-machinaal. asAMllt Uit den Moppentrommel. Elites .Zoo. Es hoe heet Al» 't dan toch eenmaal zoo ver gekomen Is, dan is 't voor moeder nog heel iets an ders, oi haar iongen ofwel haar meisje haar gaat verlaten om in 't huwelijksbootje te stappen. Zoo oppervlakkig gezien zouden we denken, dat we met 't wegschenken _van onze dochter, het heel-en-al toever trouwen aan een ander, op de meest abso lute wijze afstand van haar doen. Maar in de praktijk ontwikkelt zich de verhouding heel anders dan 't zich eerst liet aanzien Het huishouden van een getrouwde doch ter wordt in normale gevallen een copti van wat moeders bestier geweest is, na tuurlijk met de kleine wijzigingen, die 't „meegaan met den tijd" vereischt. Moe ders raad en hulp in de kleine problemen van allen dag is zeer gezocht, en in het be gin zelfs onontbeerlijk. Tenzij het jonge huis gezin zich elders vestigt, wordt een veel vuldig „overwippen" om bijstand met raad en daad al gauw tot een knusse gewoonte Moeder voelt zich' in het nieuw gedoetje heelemaal thuis: haar ei*en geest heerscb! er haar eigen practische ervaringen en be proefde huismiddeltjes worden er trouw ir eere gehouden: het is als een verjongd weerzien van haar eigen eerste nestje, met al de naïeve heerlijkheid van kleine huise lijke tri>.._fen en kleine humoristische ram pen op kookkunstig gebied.... En als de kinderen komen.is het moe der, of ze een tweede lente beleeft, of ?e opnieuw haar hart voelt zwellen van jonge moederweelde en moedertrots een nieuw heerlijk, onverhoopt moederschap, maar nu zonder de lasten en zorgen: niets dan lieve lust en koesterend verheugen.... Maar het huwelijk van onzen jonger, schept uit den aard der zaak heel andere verhoudingen. Met de jonge schoondochter komt een geheel vreemd element in het gezin, hetgeen veel-verder-st'ekkende ge volgen heeft voor het eigenlijk huiselijk leven, dan in het eerste geval Daar was het de jonge man, de schoonzm n, die als buitenstaander in da huiselijke famflie-tra- dirie werd ingeburgerd en op den gang van zaken in de nederige afdeelingen: keuken en kelder, hebben zijn eigen gewoonten weinig of geen invloed. Maar hier is het de vtouw, de ziel van het huiselijk bestier, die de uitheemsche opvatting en werkwijze aanbrengt, die het stempel van hèèr moe der zal drukken op het jonge gezin van ons kind. En het Is ongeloofelijk, hoe deze kleine, schijnbaar slechts materieele ver schillen dóórwerken in heel het gezinsleven en hoe de geestelijke atmosfeer, de karak teristieke huis-stemming er van doordron gen en doordeesemd worden, tot wij ei niets meer van onszelf in terugvinden. Dan nas zien we, wat we nooit zouden hebben willen gelooven: dat het de kleine gewoon- ten en gebruiken, de onbeduidende mrich- tings-tradities zijn, die het typeerend ka rakter van een huisgezin vormen en ver vermen. O zoo gemakkelijk sluipt een soort moe derlijke jaloezie in ons hart. een ijve-zucht die zich uit in te scherpe critiek, in vitterig bemoeien, in geringschattend afkeuren, in leedvermaak al die onaangename hebbe lijkheden, die de uitrusting vormen van Je stereotiepe schoonmoeder uit de anecdotes. Die dikwijls flauwe aardigheden overdrijven natuurlijk schromelijk, zooals hun taak en goed recht is maar het caricatuur zou dan toch niet zoo algemeenen bijval en lachlust opwekken, als de massa er niet een onder grond van waarheid in vond. en het type uit eigen ervaring herkende! Zeker, bij alle vanzelfsprekende natuur lijkheid is het een bevreemdende ondervin ding voor elke moeder- dat een volslagen vreemde zoo maar het heele leven van haar kind in handen neemt en van haar weg-leidt Daar is haar dochtertje, dat alles met haar besprak en bedisselde, dat zoo moeilijk van huis kon, dat eenvoudig kwijnde op de kost school. en een maandje logeeren bij allerlict- ste familie gewoon een bezoeking voneï In- plaats van een pleiziertje. Nu komt er iemand, dien ze tevoren nooit gezien heeft, en onmiddellijk schijnt heel haar kinderleven met de herinnering aan Moeders onontbeer lijke zorgen als uitgewisebt. Den vreemde aan w.en ze te voren nooit iets te danken heeft gehad, vertrouwt ze heel haar lange leven toe, en cfp t zoo blij en spontaan.... en niemand schijnt er iets verwogderlüks in te zien dat Moeder met al haar zc-gen en sloven wordt beschouwd als iets dat heeft afgedaan, als een hoofdstuk waar een streeo onder komt. Dat i s ook niet verwonderlijk t is de meest alledaagsche loop der din gen. we hebben dat alles honderd maal om ons heen gezien, eer wij zelf in dat geval verkeerden en tóch. Maar voor de eigenliike moederlijke ijver zucht is er toch zooveel plaats niet, als ons dochtertje trouwt! Integendeel, onze moeder trots krijgt ruim haar aandeel: het streelt onze moederlijke ijdelheid als ons meisje al iong bewonderd en gevierd is als ze jong verloofd is, jong getrouwd veel jonger dan de dochters van onze kennissen.mis schien als allereerste van haar clubje vrien dinnen. En de vlotte, joviale jongeman, die zoo hartelijk en jongensachtig met ons weet om te springen, en ons op zoo'n onweerstaan bare manier „mamatje" noemt, is in niet min dere mate een voorwerp van onze rechtma tige fierheid. We pronken heimelijk wel graag zoo'n beetje met onzen knappen nieu wen zoon en we hebben, buiten al zijn lof felijke eigenschappen om, alreeds een zwak voor hem om zijn keuze, omdat hij ons dochtertje uit zooveel andere meisjes ver koren heeft, omdat hij haar op de handen draagt, en dezelfde trotsche bewondering voor haar koestert als. wij. .Ia. een aanbidder in zijn eerste vuur dat is de eenige waar dige geestverwant die een moeder ooit vindt in haar heimelijke verrukking over haar kind, die niemand zóó met haar deelt, en die ze aan niemand zóó stralend zou durven laten blijken Zelfs als we ons meisje eigen lijk nog wel wat jong vinden, of wat zwaar op de hand zijn en allerlei grootere en klei nere bezwaren maken, tegen het verleidelijk vooruitzicht, dat die sympathieke jongen *an den cultus van ons wonderkind dag voor dag zal deelnemen, zijn we zelden bestandl En het hart, de volle liefde van ons dochtertje gunnen we hem graag en gul. en het blijft genadig voor ons verborgen, hoeveel we er op den duur zelf bij te kort komen, omdat we duidelijk zien dat het „heel iets anders" is en dat we ons vredig en sussend wijs maken dat ze voor ons nog zooveel lieve gedachten over zal hebben als vroeger. Met onzen tongen echter zullen we het No. 356. Een keurig wandelcostuum, deze tweedeelige japon van kasha-naturel. De rok, verbonden met een dun katoenen lijfje van dezeffde kleur, zit van boven zeer strak om de heupen maar valt wat lager in wij de fraaie plooien welke ontstaan door in voeging van lange driehoekige stukken in de zijden van het beneden gedeelte. De hlouse moet eveneens goed aansluiten om de heupen opdat de indruk ontsta, dat lijfje en rok eigenlijk één geheel zijn. Het voor pand heeft een ingezet front dat zich van boven uitbreidt tot aan schoudernaad en armgat; het bestaat uit twee 6tukken, waar van het rechtsche met een smal strookje een klein overslagje beeft, hetwelk met parelmoeren knoopen op de andere helft sluit; het bevenste gedeelte is verwerkt tol een kleine revers met kraagje De mouwen zijn geheel «-echt en hebben vanonder een lange split welke men later overdekt en sluitbaar maakt door middel van een opge zet strookje met parelmoer knoopen De beide zakjes in het voorpand worden met een tresje van dezelfde kleur omboord De rug is recht en strak Bij'deze robe kan een kleurige hoed gedragen worden; rood. paars, blauw, lila. Kousen licht beige en schoenen donker bruin. Patroon 1.85. No. 357. Engelsche stoffen, de z. g. n twssds, hebbes dit jaar een buitengewone bekoorh,kheid door hun fraaie en alüjd be schaafde kleurstellingen waardoor ze steeds minder op de weefsels der heerenkleedin* gaan lijken Er zijn mooie beiges, door spikkeld met enkele tinten lila; een derge lijke tint zouden we willen aanbevelen - oor den boven afgabeelden tailleur De rok heeft In de linkerzijde, een eindje voor den zijnaad, een split, welke van achter alge dekt wordt door een strook, gevouwen op de wijze van een stolpplooi De mantel heeft een zeer lange revers en slu't op twee bijkleurende hoornen knoopen waarvan er nog eens twee, aan de andere zijde, als 'arneering geplaatst worden De beide voorpanden hebben vanaf den schouder recht naar beneden tot aan de taille, een naad waarmee men den mantel len juisten sluitenden, en strengen vorm geeft In bei de zijden op natuurlijke taillehoogte een split voor een zakje dat men met bijpassen de tres omboordt; de mouwen zijn recht en vanonder gegarneerd met een knoop Men oere het iasje met een bijpassende effen zijde. De blouse welke men er onder draagt rij van witte crêpe de chine; zij behoort over, dus niet in den rok gedragen te wor den. De hoed van vilt of stroo moet in de tint zijn van de tailleur; kousen beige en schoenen donker bruis oi zwart Patroon 1-35. ▼eel, veel zwaarder hebben diep, heel diep in ons hart want natuurlijk, niemand zal er iets van merken, en we zullen trachten zoo blij en onbevangen mogelijk met hem mee te leven. Maar juist door dat zelfbedwang, door de koele, strenge verstandelijkheid, waartoe we dat alles in ons zelf opsluiten, loepen we nog gevaar ons inwendig door onze moeder-jaloezie te laten vergiftigen. Een echte vrouw is veel minder ijverzuch tig op wat een ander van het voorwerp harer liefde ontvangt, dm op wat zij hem gééft. Wat een moeder haar schoondoch ter benijdt, misgunt soms. is de zórg voor haar jongen, die héar uit de handen wordt genomen, en zij weigert volstrekt te geloo- ven dat die verandering, zelfs in het gun stigste geval, 'n verbetering zou kunnen zijn Warneer we zelf dit alles nog niet bij on- dervindmg gehad hebben misschien wanen daar altijd boven verheven te zullen zijn. la ten we dan inch vooral niet neerzien op zulke, misschien heel onvolmaakte, maar toch zoo tragisch-menscheliike meeders. en ons eens in haar omstandigheden verplaat sen! Hij aanvaardt onze zorgen schijnbaar ge dachteloos, maar bemerkt 't toch onmiddel lijk als er ergens iets aan mankeert. Hij heeft weinig pretenties en klaagt nooit, maar kent en vGelt het onderscheid tusschen luxe en „behelpen" met gesloten gelatenheid er, groote expressieve oogen. die alles langzaam en zacht opnemen. Dat is het aandoenlijke in hem, hoewel hij geen uitbundlg-vriendelijk type is. We hebben altijd getracht hem met groote zorgzaamheid te voorkomen juist omdat hij zich nooit uit We hebben routine gekregen in het raden en aanvoelen van zijn onuit gesproken wenschen en ónze intuïtie faalt zelden, dat weten we ook zonder dat hij ons prijst. Onze groote jongen! Misschien -zijn we niet rijk. en als we voor het kreupele kastje op zijn kamer staan, en zijn schoone wasch rang schikken, kunnen we soms in plotseling pein zen over de toekomst voor het kunstelooze open deurtje blijven staan, met een slap, dun stapeltje pretentie-looze overhemdjes op onze handen. Over 't linnengoed van 'n armen jongen met veel illusies en weinig eischen, ligt iets aandoenlijks, iets zacht-kinderlljks 't kastje is altijd netjes omdat er zoo bitter weinig inligt. Dan moeten we soms plotseling zonder overgang danken aan „Haar". Wat hebben we al dikwijls zóó gestaan in den loop der iaren: met baby-goed. met poppige kieltjes, met de eerste kleine blauwe pyama's later, mei lange sterke kousen, met frissche sport- blouses toen met overhemden, sokken.... En eens komt er een dag. dan staat zij zóó voor een behoorlijker kast denkelijk, maar met hetzelfde soort goed over haar arm en ze maakt keurige bescheiden sta- oeltjesmet dezelfde teederheid? Dat is dan haar recht, voor altijd. Het lijkt zoo vèr-af en onwaarschijnlijk, nu we ziin eigen dhgen zoo tastbaar vasthouden, dat wij ze eenmaal uit de handen moeten geven zijn lieve schamele dingen.... En hoe zal Ze denken over dien rommel van kranten-knipsels, die in allemaal aparte enveloppen over zijn teekentafel zwerven en zijn oude munten, waarvan de zeldzaam ste beslist vergiftig tzijn en de minst waarde volle altijd nog hoogst onhygiënisch zal ze daar geduld mee hebben, en ook met zijn handen als hij ze heeft zitten bezien? Het kan ons soms overweldigen met be nauwende realiteit: hij zal werkelijk, wèrke- lijk op haar aangewezen zijn. Zij zij.... zelfs de gedachte, dat we alweer contact met haar zullen vinden in de gemeenschappelijke liefde voor ons kind, kan ons niet troosten over de onafwendbare ze kerheid dat we als verzorgster, als trooste- res voorgoed van onze eerste plaats verdron gen worden, dat een ander, een andere vrouw hem Mies zal zijn, dat voor hóór zijn innigste gedachten, zijn vertrouwelijkste woorden zullen ziin juist dat besef wond! ons in 't diepst van onze vrouwelijkheid. En inplaats van, als het oogenblik gekomen is, te trachten, nog iets van onzen vroegeren rijkdom te behouden, door hartelijk in alles wat zijn keuze betreft, te deelen, door zijn vertrouwen te winnen en te behouden verspelen we jns laatste bezit door humeu rig wantrouwen en onredelijke tegenwerpin gen door minderwaardige scènes zelfs.... Laten we dêêr toch voor waken ons déartegen toch hi'tijds wapenen en ons verborgen offer zal zegen brengen over onze verhoudinrf tot ons nieuw dochtertje en wie weef over haar eigen roeoing, haar levenstaak tegenover onzen jonden! Niemand kan de ver strekkende heilzame gevolgen berekenen van geheime harie-offers juist voor hen, door wier toedoen we ze gebracht hebben! MACHTELD. De rechte, slanke lijnen blijven bestaan bij de voorjaars- en zomermode van 1926. Het ziet er tenminste niet naat uit, dat de drecoire-mode veel bijval zal vinden. Men heeft te veel het aangename van een recht, los costuum ondervonden, dan dat men licht zinnig toi een andere mode overgaaf. Men draagt losse costuums van 's mor gens tot 's avonds, en brengt voor de ve- schillende uren van verkleeding, slechts wij ziging in materiaal en garneering Des mo.- gens draagt men een recht costuum, van eenvoudige wollen ot waschechte stof, soms ook gestreept of geruit, van voren dichtge knoopt. en met een das gegarneerd. Hel middagroiletje is veel eleganter. Mooie, dunne wollen ripsstof crêpe marocain of crêpe de Chine in moderne kleuren, ge garneerd mei crème kant, of wel gekleurde zijden kant of parels, dienen ter vervaardi ging van het toilet. Als avondtoilet gebruikt men meest kost bare stoffen, brokaat, goud- of zilverlamé, gemaakt in recht model. Men ziet echte nog we 1 enkele afwijkingen van dit rechte model,- o.a. een wijdere rok, rondgeknipte volants, enz Voor zomertoilctten zijn er zeer vele soorten stoffen, waaronder ook de bewerkte een groote rol spelen. Daarbij onderscheidt men foulard met nieuwe patronen, bedrukte zijde, ge bloemde crêpe georgette, crêpe marocain en crêpe de Chine en verder nog al die gebloemde stoffen, welke men van vroege: kent Voot den zomei zijn het mees' verkiese lijk alle soorten voilestof. Men draagt witte voile-costuums met handborduurwerk ver sierd, of ook wel met kant of open zoomen gegarneerd. Voor costuums en mantels gebruikt men hoofdzakelijk zijde, welke men in de lengte en dwars verwerkt, waardoor een zeer goed etfekt ontstaat Wollen stof en ripts'offen zijn het materiaal voor practische costuums. De costuummantels zijn lang, soms zelfs heel iang, zoodat er slechts een handbreed te van den rok te voorschijn komt. Men draagt echter ook wel korte mantels, voor al bil costuums van dezelfde stof. Hef jurkje, dat den indruk maakt, twee- deelig te zijn, bestaande uit jumper en rokje is zeer gezocht voor de jeugd. Ook wordt het jurkje hetwelk een aparte jumper en rokje heeft, wel gezien, doch dit laatste is niet meer zoo populair. Het cape-manteltje met dubbelen kraag, dikwijls met bijbehoo- rend jurkje, is een aardige kleeding, die zeer veel wordt gedragen. Op de onder- jurkjes worden kraagjes en manchetten aangebracht, van geplisseerd batist of crêpe de chine. Op de meer gekleede jurkep voor al brengt men gameering aan van crêpe de chine of crêpe georgette. Gebloemde taffe tas is voor gelegenheidsjurken „de" stof, die thans modieus kan genoemd worden. Het kleine volkje kan er daarmede 'uitzien om te stelen! Veel kleuren zijn mode-tinten voor de ieugd-kleeding. Verscheidene tinten groen bois de rose in alle nuancen, geel, rose en alle pasteltinten, zijn voor het kind als aan gewezen om zijn bekoorlijkheid nog te ver- hoogen. Hoe eenvoudiger hoe mooier, geldt voor al voor het kind. Waar de jonge vrouw zich voordeel doet met een juist gekozen gar neering, kan het kind nadeel berokkend worden door overlading. Een kinderjurk moet sober zijn. Een voor vele moeders verblijdend be richt is de aankondiging van de mode dei ernock-werk garneering. Welke allerliefste jurkjes worden het, wanneer deze versie ring goed wordt toegepast. Het smookwerk is in 't geheel niet moeilijk te leeren. Gelijk en precies te werk gaan is een vereischte ervoor. Er bestaan boekjes waarin de wijze van dit handwerk duidelijk wordt uitéén gezet. Bijna alle bovenkleeding voor meisjes kan ervoor in aanmerking komen, zoowel jurkjes als manteltjes zijn snoezig, wanneer een keurig smock-borduursel in harmo- nieerende of soms contrasteerende tint is aangebracht Ook voor het kind is kleureneenheid in kleeding vereischt Hoedje, jurk en mantel in één kleur van afloopende nuancen is een zeer gezochte samenstelling die voor „hon ton" wordt gehouden. Gezonde zuigelingen behooren eigenlijk slechts dfie dingen te doen eten, slapen en groeien. In hun leven spelen de spierbewe gingen nog geen roldit is eigenlijk wel merk waardig, omdat de volwassene een groot deel van de ingenomen energie aan spierbeweging weer kwijtraakt. Het lichaam in rust heeft een bepaalde hoeveelheid ernergie, dus voedsel, noodig. Zoodra echter werk wordt verricht, vermeerdert deze hoeveelheid zeer belangrijk; bij flinken arbeid is vaak de dubbele hoeveel heid energie noodig als in rust. Men heefi nu opgemerkt, dat het schreeu wen van zuigelingen zeer veel spierarbeid ver eischt en in overeenstemming hiermede is het gebleken, dat bij het schreeuwen veel energie verloren gaat. Men heeft dit gezien bij het onderzoek van zuigelingen in den ca lorimeter zoodra het kind ging huilen, waren de bepalingen in de war zijn stofwisseling bedroeg het dubbele van den toestand in rust. Huilt een kind, een uur van de 24 uur. dan is zijn stofwisseling 4% toegenomen (huilt, het kind dag en nacht dan bedraagt dit 100%) Om duidelijk te maken hoeveel arbeid daarbij noodig is, diene, dat dit overeenkomt met 570 kg-meter arbeid. Bij het schreeuwen gaat dus veel voedsel verloren, dat anders voor den groei van het lichaam zou kunnen worden ge bruikt en er blijkt dus uit, dat het wenschelijk is het schreeuwen van den zuigeling zooveel mogelijk te voorkomen. Een volkomen ge zonde, goed gevoede zuigeling, huilt weinig. In den goeden ouden tijd behoorde het tot een van de zeven schoonheden der vrouw om een paar moedervlekjes op het gezicht te hebben. Indien de natuur daar niet voor zorgde, legden de dames ze kunst matig op, hetzij met een penseeltje of als een kleine, ronde, donkerbruine of zwarte pleister. Men zegt, dat dit gebruik voor Europa reeds stamt uit den tijd der Kruis tochten en dat het een Arabische zede was. De mode van de „taches de beauté" was echter het meest verbreid in de zestiende en zeventiende eeuw. Een Fransch schrijver vertelt, dat het lang zoo eenvoudig niet was om het juiste punt te bepalen, waar de mouche vastgehecht behoorde te zijn. Men moest reeds eenige routine bezitten, wilde men er in slagen het moedervlekje daar te plaatsen, waar het de meeste kans had op succes. Een vaste regel viel hier niet bij voor te schrijven. Een Itafiaansch tijdschrift met modebabbeltjes gaf indertijd de volgen- ne negen plekjes voor de ntouches op; zij hielden verband met het karakter der vrouw; De sentimenteele freule droeg het vlekje bij den hoek van het linkeroog, de trotsche op het midden van het voorhoofd, de vroo- liykc juist op den rand van het kuiltje in haar wang, dat zich bij het lachen vertoon de, de deftige dame had er een op het mid den van haar wang, de luchthartige bij den mondhoek, de geestige vlak naast den neus vleugel, de kokette droeg de mouche boven de lip, de bescheidene onder de onderlip, terwijl de flirt er zich een onder het oor maakte, vlak vóór de schelp. Niets fs ieelijker voor een vrouw, hoe jong of oud ze ook moge zijn, dan walletjes onder de oogen, vooral als ze een eenigszins don kere gelaatskleur heeft. Deze kwaal kan veel verschillende oor zaken hebben, b.v. aanleg voor rheutnatiek, te veel zuren in het bloed of te weinig slaap. Als dit laatste de oorzaak is, ziet men de wal letjes slechts van tijd tot tijd verschijnen, en een paar uren extra rust en slaap doen dan al wonderen. Maar als de*oorzaak van ernsti ger aard is, zal men de walletjes vooral des morgens na het opstaan opmerken, en in dat geval kan men verschillende middeltjes te baat nemen. De hoeveelheid suiker, die men gebruikt, wordt tot het minimum terugge bracht en men drinkt iederen dag een glas zuiver koud water. Het sap van een citroen opgelost in een groot glas water,wordt genomen iederen avond vóór het naar bed gaan. Baadt verder de huid om uw oogen 's morgens en 's avonds in koud water en gebruik daarna een ver zachtende huidcream die ge zachtjes om de oogen wrijft. «JG Q. Het geeft altijd een prettige gedachte als men een stuk van z'n huishouden, zij het ook mét inspanning, zelf gemaakt heeft, Zoo'n voorwerp verveelt niet op den duur, zooals zoovele dingen waar men gemakke lijker aangekomen _is. 'Daarom geven we deze week eens de modellen voor twee lampekappen, waarvan de zijde met de hand beschilderd moet worden. De geraamtes van ijzerdraad laat men natuurlijk bij een lampekappenzaak maken; ze behooren om woeld te worden met batist of zijde. Om op de zijde te kunnen schilderen, wordt deze eerst in schoon water gedrenkt en voorzich tig weer uitgewrongen, vervolgens opnieuw in een kom met water, waarin 5 gram ko persulfaat en 20 gram aluin is opgelost, gedompeld, er weer uitgehaald en zondei wringen te drogen gehangen. Als ze bijna droog is voorzichtig strijken onder een schoonen doek. Door calqueeren kan men er nu de teekening op aanbrengen in dun ne potloodlijnen, waarna men de verschil lende vlakken met watervaste gekleurde teekeninkt invult met een goed waterverf- penseel. Later maakt men de randen met een siersteek in de zijde van afstekende kleur af. Gouddraad is in vele gevallen ook mooi. Onder het verven legt men on der het werk een flink vel vloeipapier; dit zuigt de overtollige verf op en voorkomt zoodoende vlekken. Als alles klaar is, naait men de zijde op htt geraamte en garneert den kap met een mooie bijpassende franjq of volant. HET REINIGEN VAN HANDSCHOE NEN. Zijden handschoenen moet men, om ze goed te wasschen, aantrekken, vóórdat men ze reinigt. Dan wascht men ze in lauw water, waarin witte zeep is opgelost. Als ze goed zijn nagespoeld in schoon water, moeten ze een paar uur te drogen worden gelegd tusschen een schoonen doek. Half-nat moeten ze zoo veel mogelijk in hun oorspronkelijken vorm worden getrokken -en daarna opgestreken. Het is aan te bevelen, veiligheidshalve bij het strijken een velletje postpapier over de handschoenen te leggen. VOCHTIGE VERTREKKEN. Men moet steeds vermijden om ib voch- t ge vertrekken de meubels, schilderijen en spiegels vlak tegen den muur te p.aatsen of te hangen,. Omdat er zich dan schimme' vormt, die èn voor den muur èn 't behang sel èn voor de meubels en schilderijen scha delijk kan zijn. Kasten moet men dus een eindje van den muur afzetten en bij schil derijen en spiegels moet men onder de hoe ken van de lijsten dunne schijven kurk, van gewone fleschkurken bevestigen, zoodoende vormt de kurk een k'einen afstand tusschen de lijeten en den. muur. zoodat de lucht vrij kan toetreden en schimmelvorming wordt voorkomen. HET REINIGEN VAN ALBAST, Albasten beelden en andere voorwerpen reinigt men het beste met marmerzeep. Voorwerpen van albast mogen nooit in het water gelegd worden, daar anders de aan elkaar gelijmde deelen los laten. Men bor stelt ze met zeep af, zuigt met een sponsje het water uit de hoeken en wrijft ze voor zichtig op met een wit doekje. Een an der middel is afborstelen met slap soda water en daarna afwrijven met een drogen doek. Ook is het goed de voorwerpen met magnesia te bestrijken, droog laten worden en dan afborstelen. ALLUMINIUM REINIGEN EN DOEN GLIMMEN, Om aluminium glimmend te maken, be handelt men het met bijtende kaliloog. De doffe tint verdwijnt en de voorwerpen wor den glanzend en blijven dit ook wanneer ze aan de lucht zijn blootgesteld. Om allumi- nium dat vuil en zwart van kleur is gewor den, schoon te maken, kan men dezelfde behandeling toepassen als boven, of was schen in een liter water met 30 gram borax, waaraan-eenige droppels geest van salmiak z'jn toegevoegd. PEAU DE SUEDE. Een onzer lezeressen vraagt, op welke wijze zij peau de Suède kan schoonmaken. Er zijn verscheiden middeltjes om hand schoenen of schoeisel van dit leer te reinigen of van vlekken te ontdoen. Men bevochtigt een flanellen lap met wa ter, doopt dien vervolgens in tot poeder ge maakte zeep en wrijft daarmede over het peau de Suède-leer. Vervolgens droogt men het af met een anderen flanellen lap, die zeer droog moet zijn. Men kan zich op dezelfde wijze bedienen van een mengsel van melk en koolzure soda. Een andere methode om peau de Suède schoon te maken is de vuile plekken goed in te wrijyen met broodkruim of ook wel kan men ze wasschen met benzine of koud water Vlekken in peau de Suède laten zich in veel gevallen verwijderen met melk. Ook wel eens door "de vuile plek, die eerst met water bevochtigd is, geruimen tijd aan het zonlicht bloot te stellen. (Telkens opnieuw nat maken natuurlijk). Het licht scheidt de zuurstof uit het water en doet de vlek verbleeken. EEN GOEDE HUISVROUW. Bertha, er is een gat in mijn vest!" „Dat hindert niet, 't wordt tocb door de las bedektl" ttr- t ook k'mt!" „Zoo, maar beb je dan geen overjas?" DOORZIEN. Louise: „Ach, Elise, wat is de wereld toch wonderschoon!" BRUSSELSCH LOF AU GRATIN. 1 K.G. Brusselsch lof. 400 gram kalfsge hakt, brood, ei, 50 gr. boter, 30 gr. kaas (oude zoetemelksche of Gruyère). Bereiding He: lof schoonmaken, wasschen en gaar koken in ruim kokend water met zout. Het goed uii laten lekken. Van boter, bloem en melk een gebonden saus maken en een gedeelte der kaas er door roeren. De stronkjes lof netjes schikken in een vuurvasten schotel en de saus er tusschen en overheen gieten. Den bovenkant bestrooien met de rest van de kaas en er iets gesmolten boter over heen gie ten. 't Schoteltje in 'n oven met veel boven- warmte, snel een lichtbruin korstje laten krijgen. NIERENHACKE. Zet een rundernier een uurtje in water en azijn. Haal ze eruit en zout ze. Snijd de, nier in plakjes en braad deze mooi bruin, daarna de plakjes in kleine stukjes snijden Hen paar fijn gesnipperde uitjes worden dan in het vet bruin gebraden. Doe de stukjes nier erbij en laat alles met elkaar nog even braden. Roer er een eetlepel bloem door en langzaam wat koud water, tot de haché dfe juiste dikte heeft. Nog een uurtje laten stoven met een paar rauwe uien, een paar laurierbladeren (deze samen gebonden, San kunnen ze voor het opdoen er uit gehaald worden) 5 kruidnagels en het sap van een y2 citroen. KOOLRAAP MET RIJST. Koolraap wordt op de gewone wijze schoongemaakt en aan kleine dunne reep jes gesneden. In ruim water met zout afge kookt ongeveer ruim een kwartier. In dien tusschentijd heeft men in een pan rijst met water opgezet, 4 maal zooveel water als rijst. Dan giet men de koolraap af en als de rijst kookt, doet men er de koolraap bij met nog wat zout en een stuk vet van jus (of planten- vet). Laat dit alles weer aan de kook komen en verder op zij van de kachel zachtjes gaar en droog koken. Dit is ook een zeer goed re cept om in couranten klaar te maken, wat veel besparing geeft aan brandstof. Als vleesch geeft men hierbij varkenslapjes. HUISELIJK RECEPT VOOR BOTER KOEK. Benoodigd 3 ons bloem, 2y2 ons boter, 1 y2 ons suiker. Kneed alles flink door elkaar besmeer een bakblik of platten vuurvasten schotel met boter. Rol het deeg uit en leg het op het blik of in den schotel. Zet den koek in een matig warm oven en laat hem ongeveer 30 minuten bakken. Als de koek gereed is, snijdt men hem in vierkante s* kjes. Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag, De maten op te geven volgens onderstaande teekening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 12