Radio-omroep.
EEN GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
IDerde Blad Donderdag 18 Maart 1926
De bezuinigingspogingen van Churchill. De uitsluiting in de Engel-
sche machine-industrie zal vermoedelijk niet doorgaan. Een stoom
schip der Sovjets te Takoe in beslag genomen.
Onder de Radio-berichten: Een studie-commissie zal worden benoemd
ter bestudeering van het probleem van de samenstelling van den Raad.
Duitschland zal in deze commissie zijn vertegenwoordigd. De daling
van den Belgischen Franc. Verklaringen van Minister Poullet in de Kamer.
Het wetsontwerp inzake de bezuiniging in tweede lezing door het En-
gelsche Lagerhuis aangenomen.
De zitting van den Volkenbond.
Na de buitengewone zitting
van den Volkenbond.
Verklaringen van minister
Poullet in de Belgische Kamer.
De financieele crisis
in Frankrijk.
De bezuiniging in Engeland.
De valsche munterszaak.
Bijeenkomst van het z.g.
Seniorenconvent.
Kwestie omtrent herstel van den
Muider-Zeedijk.
Prof. Molengraaf f uit den
V. D. Bond.
Voor de slachtoffers van den
watersnood.
Watersnoodschade voor
de Spoorwegen.
Onderscheiding voor
Dr. de Visser.
Het Gezantschap bij het
Vaticaan.
FEUILLETON.
De Vergadering uerdaagd.
De Vergadering heeft het voorstel van
Briand tot verdeging der bijeenkomst tot
September, aangenomen.
De gedelegeerden zullen vertrekken.
Engelsche persstemmen.
De Times", die de gebeurtenissen te Ge
neve bespreekt, zegt dat uitstel van een
beslissing de zeer ernstige bekentenis is
van een aanstaande mislukking. Spanje en
Brazilië schijnen zich in een positie te heb
ben geplaatst, waarin zij he: odium van deze
groote mislukking op zich Iaden.
De „Morning Post" zegt: De Volkenbond
is plotseling blootgesteld aan een onver
wachte kritieke spanning en wanneer hij
daar goed doorheen is gekomen, is dit meer
te danken aan goed geluk dan aan inhaerente
kracht. Zij die het meest bezorgd zijn voor
net welzijn en den invloed van en Volken
bond, zullen goed doen zulke incidenten
voor te toekomst te vermijden door reke
ning te houden met de dingen zooals zij zijn.
Ook wanneer datgene waarop het het meest
aankomt is gered, zoo is toch veel verloren,
niet alleen door het teleurstellen van ge
koesterde hoop, maar ook door het verlan
gen van de waardigheid en het gezag van
den Volkenbond.
De „Daily Telegraph" zegt, dat er groote
teleurstelling zal heerschen onder de vrien
den van den Volkenbond over het bedroe
vende resultaat van de onderhandelingen te
Genève. Wanneer de Volkenbond zijn op
richting wil rechtvaardigen, dan is het spel
niet gespeeld zooals het gespeeld moet wor
den. Indien het zoo gaat wanneer er een
werkelijke nationale crisis tusschen twee
groot mogendheden ontstaat?
Een stem uit Australië.
Bruce, de premier van Australië, heeft
officieus geadviseerd tot uitstel van de
stemming over Duitschlands toelating te Ge
nève. Hij zeide, dat een groote ramp zou
zijn, indien obstructie Duitschland een per
manenten zetel in den Raad van den Vol
kenbond onthield.
De „Daily Telegraph", uit zich als volgt:
„Het feit, dat een communiqué als dat van
gisteravond uitgereikt werd" aldus het
blad „bewijst dat de mogendheden, die
niet onderteekend hebben, zich ernstig on
gerust maken dat het protocol van Locarno
niet in werking treedt alvorens Duitschland
lid van den Volkenbond wordt. Ingeval daar
nog zes maanden mee gemoeid zijn, dan is
dat nog een lange tijd, waarin de dingen
zich van dag tot dag kunnen wijzigen. Wan
neer daardoor tijd gevonden wordt om tot
overeenstemming te geraken, is er tevens
rijkelijk tijd voor verdere intriges. Het is
thans meer dan ooit duidelijk, dat de toe
lating van Duitschland tot den Volkenbond
en tot den Raad van den Volkenbond had
moeen plaats hebben, afgescheiden van
iedere andere overweging, hetzij een ver
grooting van den Raad. hetzij een wijziging
in de niet-permanente zetels wenschelijk 's.
De indruk in Parijs.
Er heerscht algemeene teleurstelling bij
de Fransche openbare meening. Zelfs de
aanhangers van de regeering Briand verhe
len nauwelijks hun teleurstelling. Zij zijn
van oordeel, dat de buitengewone zitting van
den Volkenbond slecht was voorbereid. De
Fransche diplomatie beging de fout de Bra-
ziliaansche en Spaansche onverzoenlijkheid
te vërgeten. Briand vermocht niet op 't
laatste moment alles nog bij te leggen Dien
tengevolge constateert de „Oeuvre" op me-
luncolieke wijze, dat nog niets is geregeld
en alles nog hangende is. Andere radicale
bladen betreuren het, dat het uitstel van de
toelating van Duitschland. het uitstel van
den vrede van Locarno beteekent, en dat
deze onaangename verrassing aan alle na
tionalisten een voorwendsel zal bieden om
Genève te discrediteeren. Inderdaad roept
de „Action Franpaise'' reeds uit dat Lo
carno in het meer ligt, net als Genève. De
Echo de Paris" verklaart dat de Vol
kenbond onmachtig, anarchistisch en ver
deeld is, en hij beschuldigt de regeering
Frankrijk zijn vrienden te laten verliezen.
Het blad voorziet dat de betrekkingen met
Engeland moeilijk zullen worden en schrijft:
In Cenlraal-Europa is het vooral van Frank
rijk in 't bijzonder merkbaar. Dit is een toe
passing op de Italiaansch-Servische onder
handelingen betreffende Oostenrijk, doch
volgens-de laatste diplomatieke inlichtingen
werd Frankrijk geenszins van deze onder
handelingen buitengesloten Zelfs maakte
Briand van de aanwezigheid van Nintsjftsj
te Genève gebruik om zijn besprekingen
over de maatregelen tegen een eventueel
OostenrijkschDuitsche aaneensluiting te
beëindigen. Er zou thans een formeel accoord
voor een gemeenschappelijke actie, tusschen
Frankrijk, Italië en de Kleine Entente be
staan.
De financieele toestand in
België.
Het offensief tegen de Belgische frank
werd gisteren niet voortgezet in hetzelfde
tempo. De frank noteerde 117 tegen giste
ren ruim 121.
De minister van financiën had haast den
ganschen dag besprekingen met bekende
financiers, ender wie baron Houtart, oud
minister Vandevijvere en de gouverneurs
van de Nationale Bank.
Gistermorgen had een vergadering van de
Kamercommissie van financiën plaats, waar
Janssen, in tegenwoordigheid van de minis
ters Poullet, Carton, Laboulle en Hu^smans,
een overzicht gaf van den toestand na het
plotseling offensief en van het verloop der
onderhandelingen met de buitenlandsche
financiers. Uit de besprekingen, die naar het
schijnt soms op vrij scherpen toon, werden
gevoerd, zou zijn gebleken, dat de onder
handelingen kunnen werden voortgezet,
mits er eenige veranderingen komen en
enkele nieuwe condities worden gesteld.
Daaruit blijkt natuurlijk, dat de te Londen
gevoerde onderhandelingen nog geen resul
taat hebben opgeleverd, terwijl Janssen,
toen hij zijn wetsontwerpen in het parle-
men verdedigde, het heeft doen voorkomen,
alsof de onderhandelingen toen reeds tot
een definitief accoord hadden geleid, dat
uitgevoerd zou worden, zoodra de wetten
waren aangenomen.
Onder de bevolking heerscht groote op
gewondenheid. Daaraan hebben gistermiddag
twee Kamerleden, de liberaal Jangon en de
christen-democraat Van Dievoet, lucht ge
geven door den eersten minister- met na
druk te verzoeken op staanden voet omtrent
den toestand verklaringen af te leggen. Hij
beloofde echter gisterenmiddag de Kamer op
de hoogte van den toestand- te brengen.
(Zie hiervoor onder dp Rubriek Radio
nieuws.
Intusschen verklaarde minister Janssen
na de vergadering van de Kamercommisie,
dat de plannen der regeering in zake de
stabiliteit ongewijzigd bleven en tot een goed
resultaat zouden worden geleid. Zeer weini
gen deelen die optimistische meening. Eer
der verwacht men een zeer ernstige crisis
op politiek terrein.
Churchill's bezuinigingspogingen
Bij het debat over het wetsontwerp
nopens de bezuiniging,, dat, naar hij hoopt,
zal leiden tot een besparing van 8 a 10 mil-
lioen pond, verklaarde Churchill, dat de
uitgaven voor het komende jaar zouden
bedragen omstreeks f 799.500.000. d. i. onge
veer evenveel als die van het loopende
jaar. Daarvan werd uitgegeven oor de ver
plichte diensten, met inbegrip van schulden-
delging en pensioenen, f 476 millioen. Nog
meer bezuiniging was z. i. noodzakelijk. De
met te vermijden nieuwe uitgaven bedragen
31.000.000 en om dit bedrag niet te over
schrijden moesten nieuwe bezuinigingen
worden gemaakt. De bezuinigingen bij leger
vloot en luchU'oart, te voegen bii die in
gevolge dit wetsontwerp, zouden in totaal
28 millioen bedragen.
In verband met de lootuitgaven, zeide
Churchill overtuigd te zijn, dat Engeland
verstandig en jui,st handelde door aanvaar
ding van de één-mogendbeid-standaard d.w.z.
de gelijkheid met de sterkste vreemde vloot.
Verder zou men niet gaan. De een-mogend-
heid-standaard moest gehandhaafd blijven,
daar Engeland, wat zijn leensmiddelenvoor-
ziemng betrof voor 4/5 deel afhankelijk was
van de scheepvaart. De bepalingen der be-
zuinigingswet zouden niet leiden tot eeniger-
lei verkeerde beperking der nationale ver
dediging of bij sociale diensten.
Snowden (labour) en Simon (lib.) criti-
seerden de wet op grond van het feit, dat
de bezuinigingen onvoldoende waren.
De Rijksconferentie.
Thans is bepaald, dgt de bijeenkomst te
Londen van de vertegenwoordigers van de
Domin'ons en Groot-Britannië in October
van dit jaar zal plaats hebben.
De toestand in de Engelsche
machine-industrie.
De uitsluiting in de Engelsche machine
industrie, welke aanvankelijk 13 Maart zou
worden afgekondigd en vervolgens tot 18
Maart werd verschoven, zal thans waar
schijnlijk in het geheel niet doorgaan. De
vakvereenigingen in de machine-industrie
blijken op de uitsluiting in het minst niet
gesteld en bewegen hemel en aarde om de
negenhonderd arbeiders van de Londensche
machinefabriek Hoe, die, zooals men weet,
tegen de officieele instructie in, den arbeid
hebben neergelegd, weer aan 't werk te
krijgen. Indien deze arbeiders bij hun wei
gering om den arbeid te hervatten mochten
volharden, dan zal de vakvereeniging, waar
van zij lid zijn, hen royeeren.
Intusschen zijn de veertig vakvereenigin
gen voornemens hun actie tot loonsverhoo-
ging voort te zetten, ziet, zooals oorspron
kelijk in de bedoeling heeft gelegen, na
tionaal, doch plaatselijk en alleen in die in-
austriën, waar de vakvereenigingen loons-
verhooging mogelijk achten. Alleen in het
alleruiterste geval, wanneer alle andere
middelen mochten falen, zullen de arbei
ders in de machine-nijverheid tot stakingen
overgaan.
Nieuwe mijnongelukken
in Opper-Silezië.
De ongelukken in het Opper-Silezischt
mijngebied houden aan. Wederom zijn ze
ven mijnwerkers bedolven; zes hunner wer
den gered, hoewel drie zwaar gewond wa
ren. De zevende bleek overleden.
Onder mijnwerkers en bevolking heerscht
groote onrust; vele vreezen dat de bodem
dar te veel wordt ondergraven door de
mijnen.
De autoriteiten houden vol, dat een en
ander het gevolg is van aardschokken. De
bevolking dringt met klem aan op een des
kundig onderzoek, dat geen rekening houdt
met particuliere mijnbelangen.
Het „Volksbegehren".
Heden is de laatste dag van de inschrij
ving op de lijsten van het „Volksbegehren"
Het totaal aantal inschrijvers in Berlijn al
leen wordt geSchat op 1.3 millioen op een
aantal kiesgerechtigden van 2,9 millioen.
Volgens 'de berichten uit andere deelen
van het land is Zondag druk ingeschreven,
vooral in Hamburg en het westen.
Op grond van de resultaten, tot dusver
bekend, wordt geschat, dat minstens een
acht millioen personen op de lijsten zullen
teekenen (het vereischte minimum bedraagt
vier millioen).
Generaal Broessilow f
Generaal Broessilow is, volgens een te
legram uit Moskou, aan longontsteking
overleden.
Uit het Ts. Slowaaksche parlement.
Het huis van afgevaardigden beëindigde
heden het driedaagsche debat over het ini
tiatiefvoorstel van alle Duitsche partijen
waarm wantrouwen wordt uitgesproken in
de regeering wegens schending van het in
ternationaal gega-andeerle bescherming
van de taal der nationale minderheden
door de afkondiging der taalverordening.
Het Huis besloot overeenkomstig het voor
stel van de meerderheid der commissie,
omtrent het voorstel over te gaan tot de
orde van den dag.
De toestand in Syrië.
Lange maanden duurt nu reeds de strijd
in Syrië tegen de opstandige Droezen en
de komst van Henry de Jouvenel, den nieu
wen Franschen hoogen commissaris, die
generaal Sarrail heeft vervangen, heeft
geen verlichting gebracht.
Een Engelschman, die dezer dagen in
Syrië heeft rondgereisd, vertelt in de
„Manchester Guardian", dat steden als
Homs en Beiroet uiterlijk rustig zijn, maar
dat de openbare 'meening haar vertrouwen
in de regeering heeft verloren. Ofschoon de
Franschen in Damascus een garnizoen van
10.000 man hebben, dringen de plunderen
de Droezen haast dagelijks tot de stad
door. Een groep Droezen-leiders woonden
onlangs een dienst in een der groote mos
keeën bij, na eerst bun geweren voor de,
deur te hebben neergezet. Zij werden niet
door de politie lastig gevallen. In Damas
cus gaat de bevolking, die ontwapend is en
aan de genade van de troepen zoowel als
van de plunderaars is overgeleverd, zoo
goed en zoo kwaad als het gaat haar gang.
Algemeen wordt gezegd, dat de Fran
schen eigenlijk niets doen. Zij geven niet
toe, dat de' onrust ernstig is en sparen,
blijkbaar uit politieke redenen, de Fransche
soldaten. Zoodat de Fransche troepen, die
alleen in staat zijn, den toestand in het
reine te brengen, op den achtergrond wor
den gehouden. De strijd wordt door In-
landsche troepen gevoerd. Dat is dan ook
de reden, waarom het garnizoen zich in de
citadel terugtrekt als de plunderaars nade
ren en waarom er geen politie-toezicht op
de wegen wordt uitgeoefend.
Intusschen tracht de nieuwe Fransche
commissaris door onderhandelingen den
strijd te voorkomen. Maar de rebellen zijn
de baas en voeren hun campagne met
groote handigheid. Zij vechten in groepjes
van 25 man en verklaren, dat elk zoo'n
groepje in staat is een Fransch bataljon be
zig te houden. Zij schijnen volop van wa
penen en munitie te zijn voorzien. Zij re-
cruteeren in de dorpen door de jonge man
nen bij verassing te grijpen en ze in hun ge
lederen in te lijven. Het sanitaire probleem
is, vlug opgelost, doordat in de steden en
dorpen de doktoren worden meegevoerd en
gedwongen worden óm te werken.
Maar inmiddels verarmt het land: handel
en industrie staan stil, de velden worden
niet meer bebouwd, terwijl de stroom van
vluchtelingen aanhoudt. Gedurende vijf ja
ren reeds verkeert het land in een gesta
dige onrust en de laatste zes maanden is
één der drie groote steden door rebellen
van het overige land afgesneden.
De toestand te Takoe.
Het Sovjettistisch stoomschip „Olag" dat
dezer dagen te Takoe aankwam, is door
een Mandsjoerijsch oorlogsschip te Takoe
in beslag genomen. Bij een inspectie van t
schip, ontdekte men een groote hoeveelheid
geweren en munitie tot een waarde van 2
millioen dollar, bestemd voor het leger van
Feng Joe Hsiang.
De vice-consul der Sovjets te Tientsin
begaf zich naar Takoe om de invrijheidstel
ling van het schip< te verkrijgen, doch zijn
pogingen bleven vruchteloos.
De beschieting van de Ja-
pansche destroyers.
Men meldt uit Tokio aan de „Times'
dat het Japansche kabinet heeft besloten
den heer Yosjizawa, den Japanschen ge
zant te Peking, op te dragen om, behalve
dé vrije vaart op de rivier de Peihoe, de
bestraffing te eischen van allen, die ver
antwoordelijk zijn voor de beschieting van
de Japansche destroyers te Takoe, com
pensaties voor degenen, die werden ge
wond en het ontmantelen van de forten van
Takoe.
Motta verklaarde in de zitting der
Assemblee o. a., dat het een levenskwestie
voor den Volkenbond is. de toelating van
Duitschland tot September uit ,te stellen,
daar anders een ineenstorting van den Bond
onder de woedende kreten der volken z°u
plaats hebben.
Jhr. Loudon (Nederland) verscherpte deze
opmerking door de toevoeging, dat de
Assemblee, waartoe vertegenwoordigers van
48 landen bijeengekomen waren, slechts
enkele brokstukken te hooren heeft gekre
gen van hetgeen in de afgelcopen tien dagen
is voorgevallen. De diepgaande ontstem
ming van de voor een opneming van
Duitschland over het algemeen geestdriftig
gestemde Assemblée is daarom maar al te
goed te begrijpen. Het was te vreezen, dat
een vermindering van het aanzien van den
Bond, maar minstens een verlies aan gezag
het gevolg zou zijn van een mislukking
van de toelating van Duitschland,
Nansen betoogde, dat noch een vergade
ring van de Assemblée, noch zelfs een f01"-
meele zitting van den Raad de hangeende
moeilijkheden ter bespreking heeft gekregen.
Daarom treft den Volkenbond zelf voor de
ten zeerste te betreuren mislukking van rijn
taak geen blaam.
Vervolgens noemde de Chineesche gedele
geerde het onjuist, dat de Volkenbond mili
taire macht als maatstaf voor den invloed
van een staat neemt in plaas van meer
waarde te hechten aan de geografische en
economische overwegingen, en tevens, dat
de Bond de Europeesche belangen een over
wegend gezag toekent.
De Roemeensche gedelegeerde verklaarde
het eens te zijn met de maatregelen van
dr. Benesj gedurende de crisis.
De Duitsche delegatie vertrok gisteravond
naar Berlijn.
Isjii stelt voor om een commissie te be
noemen voor de bestudeering van het pro
bleem der samenstelling van den Raad, m
welke commissie, op aandrang van Loudon
en Nansen ook,- de Assemblée krachtig
moet vertegenwoordigd worden, aangezien
het vraagstuk den ganschen Volkenbond
aangaat.
Dat de Assemblée zich ietwat veronacht
zaamd voelt, bleek trouwens ook uit het
betoog van den Zwitser Motta. die het ver
wijt uitsprak, dat het mechanisme van de
Assemblée, dat voor niet-permanente zetels
competent is en dat het algemeen bonds-
gevoelen als waarschuwing tegen den on-
verzettelijken had kunnen uiten, niet ge
raadpleegd werd. Waaraan Loudon toe
voegde dat de kwestie in September beter
voorbereid aangevat moest worden en dat
de Assemblée bij de voorbereiding niet mag
ontbreken. Tenslotte zeide Loudon nog, dat
Bond en Raad ongetwijfeld tijdelijk aan
prestige zullen verliezen bij vele sceptici,
maar dat de gedachte aan de reeds ver
richte geslaagde daden het vertrouwen in
den Bond geleidelijk zal herstellen.
Nader verluidt dat Duitschland in de
studiecommissie za zijn vertegenwoordigd
en aldus zal kunnen medewerken aan een
betere atmosfeer in September.
In een dichtbezette Kamer legde Poullet
een verklaring af over den financieelen toe
stand. Ik zal precies zeggen, hoe het er
mee staat, zeide hij. Spr. herinnerde er aan
dat de wetsontwerpen tot gezondmaking
der financiën, waarbij machtiging werd ver
leend voor een buitenlandsche leening in
November werden aangekondigd. Janssen
verduidelijkte later dat de voorwaarden
voor de leening waren het evenwicht der
begrooting en de bevestiging van het pri
vilege der Nationale Bank. Wij wilden toen
de onderhandelingen voor een leening her
vatten, maar men zeide ons, dat zekere
omstandigheden de eerste leeningsvoor-
waarden wijzigden.
De leening op langen termijn werd een
leening op korten termijn. Andere voor
waarden werden verscherpt. De vlottende
schuld moest worden geconsolideerd. Het
verband tusschen deze consolidatie en de
gezondmaking springt in het oog. Zonder
consolidatie is het onmogelijk zich voor
nieuwe inflatie te behoeden. In de laatste
dagen is dat verband nog sterker gebleken
België zelf moet zich redden. Welnu, het
plan tot gezondmaking ondervond bedekten
en openlijken tegenstand in financieele en
beurskringen en ook in de geheele pers,
zoowel de politieke als de financieele. De
oppositie van de fiancieele zijde ging alle
perken te buiten en deed het plan misluk
ken, waaraan wij onze beste krachten had
den gewijd. Als kenmerkend staaltje dezer
défaitistische mentaliteit sp-ak Poullet over
zekere artikelen van het „Journal Bruxel-
lols": „Laat de Belgische franc ondergaan,
als de regeering maar valt."
De minister van Finar heeft een
beroep gedaan op zijn collega's en hun al-
geheele medewerking gevraagd bij zijn
streven naar de zoo groot mogelijke be
perking der staatsuitgaven, ten einde al
dus de lasten, welke verder nog aan het
land moeten worden opgelegd, zooveel
mogelijk te verlichten.
Het Lagerhuis heeft in tweede lezing het
wetsontwerp inzake de bezuiniging aange
nomen.
De rechtbank heeft alle wegens bankbil-
jettenvervalsching gedetineerde personen
schuldig verklaard, behalve negen techni
sche beambten van het kartografisch insti
tuut.
De aalmoezenier Zadrawetsj werd buiten
vervolging gesteld.
B
TO-j
De bedoeling is de begrooting
1926 vóór Paschen in de Tweede
Kamer al te doen. De punten
waarover debat te wachten is,
zouden dan onbesproken blijven
Woensdagmorgen heeft op initiatief van
den Tweede Kamer-president, Jhr. Ruys de
Beerenbrouck, een bijeenkomst plaats gehad
van de leiders der Tweede Kamer-fracties,
het zg. Seniorenconvent ten einde overleg
te plegen over de behandeling van de
Staatsbegrooting voor 1926. Het ligt in de
bedoeling, om deze begrooting voor Paschen
in de Tweede Kamer af te doen. Van de
begrootingshoofdstukken zouden dan de
punten onbesproken blijven, waarover debat
te wachten is.
De beraadslagingen _over de onderdeden
van het beleid van elk der ministers zouden
dan na Paschen gevoerd kunnen worden,
terwijl eveneens na Paschen de aanhangige
zes interpellaties aan de orde gesteld zou
den worden.
In dezen gedachtengang zouden dan de
aanhangige wetsontwerpen tot vaststelling
der onderscheidene begrootings-hoofdstuk-
ken, het karakter van credietwetten krijgen,
waardoor het aanhangige wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 5 October 1841
houdende instructie voor de Algemeene
Rekenkamer, overbodig zou worden.
Besluiten zijn echter in bovenbedoelde
bijeenkomst niet genomen, daar verschillende
partijleiders nog hun fracties wenschten te
raadplegen.
Ten slotte verneemt de Tel, nog, dat het
in de bedoeling van de regeering ligt, met
de 'Staatsbegrooting voor 1 Mei a. s. gereed
te zijn, waartoe echter ook de medewerking
van de Eerste Kamer noodig is. welke na
de vaststelling der begrooting door de
Tweede Kamer, met haar begrootingsarbeid
kan beginnen.
Een adres van de Polderbesturen
aan de Koningin-
Naar de Tel. verneemt, is door de besturen
van den Noordpolder beoosten Muiden, den
Zuidpolder beoosten Muiden, den nieuwen
Keverdijkschen Polder, Weesperkarspel en
door de besturen van den Binnendijkschen-,
Overscheenschen-, Berger- en Meentpolder,
Naarden, een adres gericht to de Koningin,
waarin herinnerd wordt aan de zeer ernstige
schade, toegebracht bij den storm van 25
op 26 November j.l. aan den zeedijk, staande
onder het beheer van het Hoogheemraad
schap van den Zeedijk beoosten Muiden.
"Adressanten wijzen er op, dat, indien de
storm slechts even langer had geduurd, een
doorbraak niet zou zijn uitgebleven en het
water zich over een groot gedeelte van
Noord-Holland, Utrecht, en Zuid-Holland
zou hebben verspreid. Wat de kosten van
herstelling van den zeedijk aangaat, welke
enkele tonnen gouds zullen vergen, meenen
adressanten, dat niet slechts de water
schappen, maar ook de achter gelegen lan
den hun aandeel in de kosten moeten bij
dragen.
Herinnerd wordt er aan, hoe eenzelfde
beginsel reeds na den watersnood van 1916
in het Noorderkwartier der provincie is toe
gepast en geleid heeft tot de oprichting van
het Hoogheemraadschap Noord-Hollands
Noorderkwartier, waardoor eenheid in het
dijkbeheer kwam. Wel blijken Ged. Staten
van Noord-Holland bereid te zijn te bevor
deren, dat ook het beheer van de zee
weringen in het Gooi opnieuw zal worden
geregeld in dier voege, dat de belangensfeer
werdt uitgebreid. Adressanten vreezen
echter, dat aan de grensomschrijving der
schuldplichtige eigendommen een tijdroo-
vende beandeling door de betrokken autori
teiten zal voorafgaan. Het is daarom, dat
zij de tusschenkomst van de Koningin in
roepen, opdat de totstandkoming van een
groot waterschap in het Zuiderkwartier be
spoedigd worde.
Naar de Tel. verneemt, heeft prof. mr. W.
P. L. A. Molengraaff bedankt als lid van
den Vrijzinnig Democratischen Bond.
Meermalen had prof. Molengraaff doen blij-
VRIJDAG, 19 MAART,
Hilversum. 1050 M. 12.00 en 7.30 uuf
Politiebericht; 7.45 en 10 uur Persbe
richten; 8.10—9.10 Lezing van het Nut
van het Algemeen. Spreker: Herman
Poort: De Nederl2ndsche literatuur „De
Gids" en de radicale tendenzen. Potgieter,
Multatuli; 9.1010.30 Concert. Mej. W. M.
Russche, sopraan. Het verstrekte H.D.O.-
orkest o. 1. v. Fr. Lupgens; 10.4512 uur
Dansmuziek uit Café-restaurant „Mille
Colonnes", te Amsterdam.
Daventry 1600 M. 10.50 Tijdsein,
weerbericht; 11.201.20 Concert door het
Radio-kwartet en solisten (sopraan-bari-
ton-cello); 1.202.20 uur. Tijdsein, lunch-
muzielc; 4.05 Concert door de People-
society; 5.05 Vocaal concert. D. Dennis,
sopraan; 5.35 Kinderuurtje; 6.20 Dans
muziek;, 7.13 Uittreksel uit de Radio
bladen; 7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht,
nieuws; 7.45 Pianosonates van Weber;
8 uur; Lezing: Clothing and health; 8.20
Fragmenten van „De dochter van den
tambour-major", Offenbach. Orkest, koor
en solisten; 9.10 Speeches en muziek a. h.
diner v. d. Electr. Development Ass: 9.25
Zang: Vesti la Giubba", van Pagliacci,
Leoncavallo; 9.31 Speech; 9.40 Orkest
muziek; 9.50 Het Shakespeare-Rutterford
trio (cornet-concertina en saxophonie-
piano); 10.20 Tijdsein, weerbericht, nieuws,
Landbouwcausene; 10.5012.50 Dans
muziek
Parijs „Radio-Paris" 1750 M. 12.50
Concert Lucien Paris (Piano-riol-cellol;
2.05 Nieuws; 5.05 Jazzmuziek: 8.35 Engel
sche les; 9.0510.20 Concert, gewijd aan
een Fransch departement.
Königswiisterhausen 1300 M. 6.20 uur
„Freischutz", opera in 3 acten van C. M.
van Weber. Speelt in het Duitsche Berg
land, kort na den 30-jarigen oorlog. Daar
na nieuws; \9.5011.20 Dansmuziek.
Brussel, 262 M. 8.20 Orkestconcert;
8.50 Sportlezing; 9.05 Gramafoonmuziek;
9.35 „Waterloo", drama in 1 acte van Sr.
Conan Doyle! 10.20 Nieuwsbericht.
Munster, 410 M. 12.351.50 Viool
concert van E. Brüggemann; 3.35 Concert.
Fragmenten uit Laagland, Tosca en
Salcmé; 4.20 Gedichtenvoorlez.ing van J-
Metz; 4.505.20 Twee melodrama's met
muzikale begeleiding; 6.40 Lezing; 7.20
Engelsche les; 8.05 „De Troubadour",
opera in 4 acten van Cammerano, muziek
van Verdi. Speelt in Biscaje en Argcnië
in 1500.
ken, dat hij niet instemde met de actie der
Vrijz. Democraten voor eenzijdige nationale
ontwapening.
Het Roode Kruis stort 200.000,
Het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis heeft op de rekening van de
Alg, Vereeniging van Commissie tot leniging
van rampen van Watersnood in Nederland
te Amsterdam een bedrag van 200.00C
doen storten.
Een onvoorziene verliespost.
Tot nu toe werd bij het specificeeren vaü
de schade, door den Iaatsten watersnood
aan dijken, gebouwen landerijen enz. toe
gebracht. slechts weinig de aandacht geves
tigd op het nadeel, dat het hooge water aan
de Nederlandsche Spoorwegen berokkende.
De schade, veroorzaakt door het doorbreken
van spoordijken, bet-instorten van gebouwen
en het teniet gaan van materiaal beloopt
al is het juiste bedrag nog niet aan te geven
ongetwijfeld eenige honderdduizenden.
In de overeenkomst van den Staat der Ne
derlanden met de spoorwegen met de spoor
wegen van 1890 was o.m. in art. 10 bepaald,
dat voor rekening van den Staat zijn: „lo.
de kosten van herstelling van de beschadi
ging, toegebracht door ijsgang, oorlog, op
roer, doorbraak van een spoorwegdijk, mili
taire inundatiën of door overstrooming, wel
ke het gevolg is van het doorbreken van een
dijk, bestemd om te allen tijde het buiten
water te keeren.
Volgens dit artikel zou dus de Staat de
schade van dezer watersnood hebben moet-
ten betalen. Doch bij de wet van 29 Juni 1925
is het vervallen verklaard, zoodat dergelijke
kosten thans door de Nederlandsche Spoor
wegen zelf betaald moeten worden.
Waar uiteraard op dezen verliespost niet
is gerekend, zal het sluitend maken van de
rekenipg der Ned Spoorwegen voor 1926
moeilijker zijn dan men kon verwachten.
Van Christelijk-Historische zijde deelt men
aan het Handelsblad mede, dat dr. J Th.
de Visser benoemd is tot groot-officier in
het Legioen van Eer.
Voorstel om den post weer op de
begrooting te brengen.
Een nota van wijzigingen is thans bij de
Tweede Kamer ingediend op hoofdstuk III
(Buitenlandsche Zaken) van de Staatsbegroo
ting voor 1926. Daarbij woedt voorgesteld
een nieuw artikel 10 bis in te voegen, be
treffende de: Jaarwedde en de verblijfsver
goeding van den gezant bij den Pausclijken
Stoel.
Dit voorstel wordt gedaan aldus de
toelichting in aansluiting op de Regee-
ringsverklaring in de vergadering van de
Tweede Kamer van 11 Maart jl.
42
Eenige minuten later kwam Zorka met
eenige cigaretten aandragen.
„Zijt u nu tevreden, meesteres?"
„Ja zeker. Het is al zoo lang geleden, dat
ik cigaretten gerookt heb en deze schijnen
mij toe, voortreffelijk te zijn."
„Hebt u dan vroeger werkelijk gerookt,
meesteres?"
„Ja. Alle dagen. Tot nu toe heb ik er niet
aan gedacht, maar ge zult zien, hoe het mij
smaakt."
Ze bracht eene cigaret aan den mond, en
vroeg:
..Geef mij lucifers."
Zorka zocht om zich heen, maar vond
geen lucifers.
Ze bracht des avonds de lampen altijd
brandende boven.
Nooit had Fabienne lucifers in hare ka
mer.
Toen ging Zorka naar beneden, en een
minuut later kwam ze terug, met een klein
lucifersdoosje in de hand, dat ze bare
meesteres aanbood.
..Ik dank u, Zorka," zei Fabienne, ter
wijl ze een cigarette aanstak.
Toen richtte ze het woord tot de kleine
Martha.
„Komaan, kindlief, wij gaan wandelen."
Dat liet Martha zich geen tweemaal zeg-
„0, hoe heerlijk!" riep ze uit, „En gaan
wij nu bloemen plukken?"
Beiden begaven zich naar het park.
Haastig ging Fabienne naar den ingaan
van het doolhof, waar zich de bank bevond,
waarop ze zoo dikwijls had uitgerust, dicht
bij den boom, waarin ze de letters had ge
sneden.
In het doolhof stonden tamelijk hooge
pi'nboomen dicht bij elkaar.
Overal lagen dorre bladeren verstrooid
op den grond.
Fabienne raapte eene groote menigte van
"Be bladeren bijpen, bracht die aan den voet
van een der pünboomen. en toen deed ze
'lie bladeren door middel van een lucifer
ovthran''en.
Spoedig deelde het vuur zich aan de pijn-
heomen mede.
Toen ze vonken hoog zag opsti'gen
"am ze de kleine Ma-tha weer mede naar
-inn inganrf van het park
Mi-ko, die den brand bad zien uitbreken,
melde toe, onder bet uiten van afschuwe
lijke verwenscbingen.
Doodelük beangst klemde de kleine Mar
tha zich aan Fabienhe vast. die z'cb zoo
sooodig mogeli'k naar hare kamer begaf.
Maar graaf Malthen had ziine voorborgen
<toed genomen, voor het geval, dat zulk een
brand zou uitbreken.
Mirko had in alle haast het geheele per
soneel bijeen geroepen, en met behujp van
spuiten was de brand spoedig gebluscht.
Het plan van Fabienne was dus mislukt.
En ze zou het zeker voor de tweede maal
niet meer beproeven.
In den avond werd Fabienne door een
groot rumoer opgeschrikt.
Met doodelijk ontsteld gelaat trad Zorka
hare kamer binnen.
„O, kom toch spoedig, meesteres!" riep
ze uit. „Er is een groot ongeluk gebeurd!"
Fabienne volgde haar naar beneden.
In den corridor zag ze Mirko onbeweeg
lijk op den grond liggen.
Ook graaf Malthen, die waarschijnlijk ook
het rumoer gehoord had, snelde toe.
Hij boog zich over Mirko heen, en on
derzocht hem.
„Hij is door een beroerte getroffen," zoo
zei hij eindelijk, „maar hij leeft nog. Mis
schien kan hij nog gered worden, maar er
is geen oogenblik te verliezen."
Zorka trok zich van wanhoop de haren
uit hel hoofd.
„Het is zijn eigen schuld," zei graaf Mal
then. „Hij was bijna alle avonden smoor
dronken. Ik heb hem genoeg gewaarschuwd.
Ook vanavond was dat weer het geval. Mis
schien kan -eene aderlating hem nog red
den."
Toen ging hij eenige instrumenten halen,
en met medehulp van Conrad werd de ader
lating op het onbewegelijk daar liggend
lichaam van den Zigeuner toegepast.
Maar het duurde niet lang, of graaf Mal
then kon zich er van overtuigen, dat de on
gelukkige niet meer te redden was.
Hij was in den brandewijn gestikt.
Het ontzielde lichaata werd naar het la
boratorium van graaf Malthen gedragen.
Het zou voor hem een uitstekende gele
genheid zijn, tot het nemen van nieuwe
proeven.
AI sedert lang had hij er naar verlangd,
een lijk tot zijne, beschikking te hebben.
Conrad, die zooals wij gezien hebben, te
Parijs bijna in de val zou zijn geloopen, had
na zijn terugkeer te Retzow beslist gewei
gerd, om zijn meester nog meer levend
proefmateriaal te verschaffen.
„Dat is nu tweemaal gelukkig afgeloopen"
zoo had hij tot graaf Malthen gezegd, „maar
de derde maal zouden wij zeker worden
gesnapt. Zijt gij dan nooit tevreden? Gij
hebt nu twee springlevende menschen tot
uwe beschikking waarmee gij geheel naar
welgevallen kunt handelen, en die niemand
ier zal komen zoeken. En is dat dan nog
'Jet genoeg?"
Dat waren inderdaad verstandige woor
den!
En nu was graaf Malthen sedert eenigen
tijd met nieuwe plannen bezig.
In verschillende tijdschriften had hij arti
kelen geschreven over de mogelijkheid, de
beenderen van een gezond mensch te ge
bruiken, om daarmede een beschadigd deel
van het gebeente van een ander mensch te
vervangen.
En nu had hij een versch lijk tot zijne be
schikking. En nu moest Conrad hem bij het
ontleden van dat kolossale menschenlichaam
behulpzaam zijn.
Het lijk werd op de ontleedtafel gelegd.
„Morgen zal ik interessante proefnemin
gen op de hersens van den zuiplap gaan
doen," zoo zei graaf Malthen tot zijn be
diende, die een beweging van afschuw niet
kon onderdrukken. „Wij zullen beginnen,
het hoofd terzijde te leggen."
Met behulp van een groot ontleedmes was
het hoofd spoedig van den romp gescheiden.
Toen nam graaf Malthen dat hoofd,
waaruit een stroom van donkergekleurd
bloed vloeide, bij de haren en lei het op een
grooten schotel.
Toen begon hij de andere deelen van het
lijk beurtelings aan eene zorgvuldige ont
leding te onderwerpen.
Dat werk duurde voort tot diep in den
nacht.
Toen alles in het kasteel van Retzow in
diepe rust was gedompeld, sloop Zorka het
laboratorium binnen. Ze zag het hoofd van
Mirka op den schotel liggen,
„Mirko! Mirkol" riep ze wanhopig uit.
„Was het dan niet genoeg dat hij u gedood
heeft? Als hij u het bloed niet had ontno
men, dan zoudt gij weer. levend zijn gewor
den. O, waarom hebt gij mij verlaten, die n
zoo lief had!"
Ze wikkelde het hoofd van Mirko in een
doek, en verliet het laboratorium.
Nauwelijks was de zon den volgenden
morgen opgegaan, of graaf Malthen stond
op, en na zich haastig gekleed te hebben,
begaf hij zich naar zijn laboratorium, om
zijne proefnemingen te hervatten.
Dadelijk zag hij dat het hoofd van Mirko
verdwenen was.
En wie kon anders daarvan de schuld zijn
dan Zorka?
Maar waar was de Zigeunerin gebleven?
Ze was nergens te vinden!
Dadelijk ging hij Conrad wekken, die nog
vermoeid was van de werkzaamheden van
den vorigen avond.
„Zorka is verdwenen," zoo zei hij bedaard
tot zijn factotum.
Verschrikt sprong Conrad uit zijn bed.
„Zijt gij daar wel zeker van meester?"
vroeg hij.
„Ja zeker," zei graaf Malthen.- „Ze is ver
dwenen.... met het hoofd van Mirko En
dat is nog erger."
„Ja, ik heb het wel gedacht," zei Conrad,
die arbeid van gisterenavond heeft ons
geen geluk gebracht. Ik geloof dat, wanneer
Zorka de politie gaat waarschuwen, wij nog
voor heete vuren zouden komen te staan.
{Wordt vervolgd.)