Radio-omroep. EEN GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT IDerde Blad Donderdag 18 Maart 1926 De bezuinigingspogingen van Churchill. De uitsluiting in de Engel- sche machine-industrie zal vermoedelijk niet doorgaan. Een stoom schip der Sovjets te Takoe in beslag genomen. Onder de Radio-berichten: Een studie-commissie zal worden benoemd ter bestudeering van het probleem van de samenstelling van den Raad. Duitschland zal in deze commissie zijn vertegenwoordigd. De daling van den Belgischen Franc. Verklaringen van Minister Poullet in de Kamer. Het wetsontwerp inzake de bezuiniging in tweede lezing door het En- gelsche Lagerhuis aangenomen. De zitting van den Volkenbond. Na de buitengewone zitting van den Volkenbond. Verklaringen van minister Poullet in de Belgische Kamer. De financieele crisis in Frankrijk. De bezuiniging in Engeland. De valsche munterszaak. Bijeenkomst van het z.g. Seniorenconvent. Kwestie omtrent herstel van den Muider-Zeedijk. Prof. Molengraaf f uit den V. D. Bond. Voor de slachtoffers van den watersnood. Watersnoodschade voor de Spoorwegen. Onderscheiding voor Dr. de Visser. Het Gezantschap bij het Vaticaan. FEUILLETON. De Vergadering uerdaagd. De Vergadering heeft het voorstel van Briand tot verdeging der bijeenkomst tot September, aangenomen. De gedelegeerden zullen vertrekken. Engelsche persstemmen. De Times", die de gebeurtenissen te Ge neve bespreekt, zegt dat uitstel van een beslissing de zeer ernstige bekentenis is van een aanstaande mislukking. Spanje en Brazilië schijnen zich in een positie te heb ben geplaatst, waarin zij he: odium van deze groote mislukking op zich Iaden. De „Morning Post" zegt: De Volkenbond is plotseling blootgesteld aan een onver wachte kritieke spanning en wanneer hij daar goed doorheen is gekomen, is dit meer te danken aan goed geluk dan aan inhaerente kracht. Zij die het meest bezorgd zijn voor net welzijn en den invloed van en Volken bond, zullen goed doen zulke incidenten voor te toekomst te vermijden door reke ning te houden met de dingen zooals zij zijn. Ook wanneer datgene waarop het het meest aankomt is gered, zoo is toch veel verloren, niet alleen door het teleurstellen van ge koesterde hoop, maar ook door het verlan gen van de waardigheid en het gezag van den Volkenbond. De „Daily Telegraph" zegt, dat er groote teleurstelling zal heerschen onder de vrien den van den Volkenbond over het bedroe vende resultaat van de onderhandelingen te Genève. Wanneer de Volkenbond zijn op richting wil rechtvaardigen, dan is het spel niet gespeeld zooals het gespeeld moet wor den. Indien het zoo gaat wanneer er een werkelijke nationale crisis tusschen twee groot mogendheden ontstaat? Een stem uit Australië. Bruce, de premier van Australië, heeft officieus geadviseerd tot uitstel van de stemming over Duitschlands toelating te Ge nève. Hij zeide, dat een groote ramp zou zijn, indien obstructie Duitschland een per manenten zetel in den Raad van den Vol kenbond onthield. De „Daily Telegraph", uit zich als volgt: „Het feit, dat een communiqué als dat van gisteravond uitgereikt werd" aldus het blad „bewijst dat de mogendheden, die niet onderteekend hebben, zich ernstig on gerust maken dat het protocol van Locarno niet in werking treedt alvorens Duitschland lid van den Volkenbond wordt. Ingeval daar nog zes maanden mee gemoeid zijn, dan is dat nog een lange tijd, waarin de dingen zich van dag tot dag kunnen wijzigen. Wan neer daardoor tijd gevonden wordt om tot overeenstemming te geraken, is er tevens rijkelijk tijd voor verdere intriges. Het is thans meer dan ooit duidelijk, dat de toe lating van Duitschland tot den Volkenbond en tot den Raad van den Volkenbond had moeen plaats hebben, afgescheiden van iedere andere overweging, hetzij een ver grooting van den Raad. hetzij een wijziging in de niet-permanente zetels wenschelijk 's. De indruk in Parijs. Er heerscht algemeene teleurstelling bij de Fransche openbare meening. Zelfs de aanhangers van de regeering Briand verhe len nauwelijks hun teleurstelling. Zij zijn van oordeel, dat de buitengewone zitting van den Volkenbond slecht was voorbereid. De Fransche diplomatie beging de fout de Bra- ziliaansche en Spaansche onverzoenlijkheid te vërgeten. Briand vermocht niet op 't laatste moment alles nog bij te leggen Dien tengevolge constateert de „Oeuvre" op me- luncolieke wijze, dat nog niets is geregeld en alles nog hangende is. Andere radicale bladen betreuren het, dat het uitstel van de toelating van Duitschland. het uitstel van den vrede van Locarno beteekent, en dat deze onaangename verrassing aan alle na tionalisten een voorwendsel zal bieden om Genève te discrediteeren. Inderdaad roept de „Action Franpaise'' reeds uit dat Lo carno in het meer ligt, net als Genève. De Echo de Paris" verklaart dat de Vol kenbond onmachtig, anarchistisch en ver deeld is, en hij beschuldigt de regeering Frankrijk zijn vrienden te laten verliezen. Het blad voorziet dat de betrekkingen met Engeland moeilijk zullen worden en schrijft: In Cenlraal-Europa is het vooral van Frank rijk in 't bijzonder merkbaar. Dit is een toe passing op de Italiaansch-Servische onder handelingen betreffende Oostenrijk, doch volgens-de laatste diplomatieke inlichtingen werd Frankrijk geenszins van deze onder handelingen buitengesloten Zelfs maakte Briand van de aanwezigheid van Nintsjftsj te Genève gebruik om zijn besprekingen over de maatregelen tegen een eventueel OostenrijkschDuitsche aaneensluiting te beëindigen. Er zou thans een formeel accoord voor een gemeenschappelijke actie, tusschen Frankrijk, Italië en de Kleine Entente be staan. De financieele toestand in België. Het offensief tegen de Belgische frank werd gisteren niet voortgezet in hetzelfde tempo. De frank noteerde 117 tegen giste ren ruim 121. De minister van financiën had haast den ganschen dag besprekingen met bekende financiers, ender wie baron Houtart, oud minister Vandevijvere en de gouverneurs van de Nationale Bank. Gistermorgen had een vergadering van de Kamercommissie van financiën plaats, waar Janssen, in tegenwoordigheid van de minis ters Poullet, Carton, Laboulle en Hu^smans, een overzicht gaf van den toestand na het plotseling offensief en van het verloop der onderhandelingen met de buitenlandsche financiers. Uit de besprekingen, die naar het schijnt soms op vrij scherpen toon, werden gevoerd, zou zijn gebleken, dat de onder handelingen kunnen werden voortgezet, mits er eenige veranderingen komen en enkele nieuwe condities worden gesteld. Daaruit blijkt natuurlijk, dat de te Londen gevoerde onderhandelingen nog geen resul taat hebben opgeleverd, terwijl Janssen, toen hij zijn wetsontwerpen in het parle- men verdedigde, het heeft doen voorkomen, alsof de onderhandelingen toen reeds tot een definitief accoord hadden geleid, dat uitgevoerd zou worden, zoodra de wetten waren aangenomen. Onder de bevolking heerscht groote op gewondenheid. Daaraan hebben gistermiddag twee Kamerleden, de liberaal Jangon en de christen-democraat Van Dievoet, lucht ge geven door den eersten minister- met na druk te verzoeken op staanden voet omtrent den toestand verklaringen af te leggen. Hij beloofde echter gisterenmiddag de Kamer op de hoogte van den toestand- te brengen. (Zie hiervoor onder dp Rubriek Radio nieuws. Intusschen verklaarde minister Janssen na de vergadering van de Kamercommisie, dat de plannen der regeering in zake de stabiliteit ongewijzigd bleven en tot een goed resultaat zouden worden geleid. Zeer weini gen deelen die optimistische meening. Eer der verwacht men een zeer ernstige crisis op politiek terrein. Churchill's bezuinigingspogingen Bij het debat over het wetsontwerp nopens de bezuiniging,, dat, naar hij hoopt, zal leiden tot een besparing van 8 a 10 mil- lioen pond, verklaarde Churchill, dat de uitgaven voor het komende jaar zouden bedragen omstreeks f 799.500.000. d. i. onge veer evenveel als die van het loopende jaar. Daarvan werd uitgegeven oor de ver plichte diensten, met inbegrip van schulden- delging en pensioenen, f 476 millioen. Nog meer bezuiniging was z. i. noodzakelijk. De met te vermijden nieuwe uitgaven bedragen 31.000.000 en om dit bedrag niet te over schrijden moesten nieuwe bezuinigingen worden gemaakt. De bezuinigingen bij leger vloot en luchU'oart, te voegen bii die in gevolge dit wetsontwerp, zouden in totaal 28 millioen bedragen. In verband met de lootuitgaven, zeide Churchill overtuigd te zijn, dat Engeland verstandig en jui,st handelde door aanvaar ding van de één-mogendbeid-standaard d.w.z. de gelijkheid met de sterkste vreemde vloot. Verder zou men niet gaan. De een-mogend- heid-standaard moest gehandhaafd blijven, daar Engeland, wat zijn leensmiddelenvoor- ziemng betrof voor 4/5 deel afhankelijk was van de scheepvaart. De bepalingen der be- zuinigingswet zouden niet leiden tot eeniger- lei verkeerde beperking der nationale ver dediging of bij sociale diensten. Snowden (labour) en Simon (lib.) criti- seerden de wet op grond van het feit, dat de bezuinigingen onvoldoende waren. De Rijksconferentie. Thans is bepaald, dgt de bijeenkomst te Londen van de vertegenwoordigers van de Domin'ons en Groot-Britannië in October van dit jaar zal plaats hebben. De toestand in de Engelsche machine-industrie. De uitsluiting in de Engelsche machine industrie, welke aanvankelijk 13 Maart zou worden afgekondigd en vervolgens tot 18 Maart werd verschoven, zal thans waar schijnlijk in het geheel niet doorgaan. De vakvereenigingen in de machine-industrie blijken op de uitsluiting in het minst niet gesteld en bewegen hemel en aarde om de negenhonderd arbeiders van de Londensche machinefabriek Hoe, die, zooals men weet, tegen de officieele instructie in, den arbeid hebben neergelegd, weer aan 't werk te krijgen. Indien deze arbeiders bij hun wei gering om den arbeid te hervatten mochten volharden, dan zal de vakvereeniging, waar van zij lid zijn, hen royeeren. Intusschen zijn de veertig vakvereenigin gen voornemens hun actie tot loonsverhoo- ging voort te zetten, ziet, zooals oorspron kelijk in de bedoeling heeft gelegen, na tionaal, doch plaatselijk en alleen in die in- austriën, waar de vakvereenigingen loons- verhooging mogelijk achten. Alleen in het alleruiterste geval, wanneer alle andere middelen mochten falen, zullen de arbei ders in de machine-nijverheid tot stakingen overgaan. Nieuwe mijnongelukken in Opper-Silezië. De ongelukken in het Opper-Silezischt mijngebied houden aan. Wederom zijn ze ven mijnwerkers bedolven; zes hunner wer den gered, hoewel drie zwaar gewond wa ren. De zevende bleek overleden. Onder mijnwerkers en bevolking heerscht groote onrust; vele vreezen dat de bodem dar te veel wordt ondergraven door de mijnen. De autoriteiten houden vol, dat een en ander het gevolg is van aardschokken. De bevolking dringt met klem aan op een des kundig onderzoek, dat geen rekening houdt met particuliere mijnbelangen. Het „Volksbegehren". Heden is de laatste dag van de inschrij ving op de lijsten van het „Volksbegehren" Het totaal aantal inschrijvers in Berlijn al leen wordt geSchat op 1.3 millioen op een aantal kiesgerechtigden van 2,9 millioen. Volgens 'de berichten uit andere deelen van het land is Zondag druk ingeschreven, vooral in Hamburg en het westen. Op grond van de resultaten, tot dusver bekend, wordt geschat, dat minstens een acht millioen personen op de lijsten zullen teekenen (het vereischte minimum bedraagt vier millioen). Generaal Broessilow f Generaal Broessilow is, volgens een te legram uit Moskou, aan longontsteking overleden. Uit het Ts. Slowaaksche parlement. Het huis van afgevaardigden beëindigde heden het driedaagsche debat over het ini tiatiefvoorstel van alle Duitsche partijen waarm wantrouwen wordt uitgesproken in de regeering wegens schending van het in ternationaal gega-andeerle bescherming van de taal der nationale minderheden door de afkondiging der taalverordening. Het Huis besloot overeenkomstig het voor stel van de meerderheid der commissie, omtrent het voorstel over te gaan tot de orde van den dag. De toestand in Syrië. Lange maanden duurt nu reeds de strijd in Syrië tegen de opstandige Droezen en de komst van Henry de Jouvenel, den nieu wen Franschen hoogen commissaris, die generaal Sarrail heeft vervangen, heeft geen verlichting gebracht. Een Engelschman, die dezer dagen in Syrië heeft rondgereisd, vertelt in de „Manchester Guardian", dat steden als Homs en Beiroet uiterlijk rustig zijn, maar dat de openbare 'meening haar vertrouwen in de regeering heeft verloren. Ofschoon de Franschen in Damascus een garnizoen van 10.000 man hebben, dringen de plunderen de Droezen haast dagelijks tot de stad door. Een groep Droezen-leiders woonden onlangs een dienst in een der groote mos keeën bij, na eerst bun geweren voor de, deur te hebben neergezet. Zij werden niet door de politie lastig gevallen. In Damas cus gaat de bevolking, die ontwapend is en aan de genade van de troepen zoowel als van de plunderaars is overgeleverd, zoo goed en zoo kwaad als het gaat haar gang. Algemeen wordt gezegd, dat de Fran schen eigenlijk niets doen. Zij geven niet toe, dat de' onrust ernstig is en sparen, blijkbaar uit politieke redenen, de Fransche soldaten. Zoodat de Fransche troepen, die alleen in staat zijn, den toestand in het reine te brengen, op den achtergrond wor den gehouden. De strijd wordt door In- landsche troepen gevoerd. Dat is dan ook de reden, waarom het garnizoen zich in de citadel terugtrekt als de plunderaars nade ren en waarom er geen politie-toezicht op de wegen wordt uitgeoefend. Intusschen tracht de nieuwe Fransche commissaris door onderhandelingen den strijd te voorkomen. Maar de rebellen zijn de baas en voeren hun campagne met groote handigheid. Zij vechten in groepjes van 25 man en verklaren, dat elk zoo'n groepje in staat is een Fransch bataljon be zig te houden. Zij schijnen volop van wa penen en munitie te zijn voorzien. Zij re- cruteeren in de dorpen door de jonge man nen bij verassing te grijpen en ze in hun ge lederen in te lijven. Het sanitaire probleem is, vlug opgelost, doordat in de steden en dorpen de doktoren worden meegevoerd en gedwongen worden óm te werken. Maar inmiddels verarmt het land: handel en industrie staan stil, de velden worden niet meer bebouwd, terwijl de stroom van vluchtelingen aanhoudt. Gedurende vijf ja ren reeds verkeert het land in een gesta dige onrust en de laatste zes maanden is één der drie groote steden door rebellen van het overige land afgesneden. De toestand te Takoe. Het Sovjettistisch stoomschip „Olag" dat dezer dagen te Takoe aankwam, is door een Mandsjoerijsch oorlogsschip te Takoe in beslag genomen. Bij een inspectie van t schip, ontdekte men een groote hoeveelheid geweren en munitie tot een waarde van 2 millioen dollar, bestemd voor het leger van Feng Joe Hsiang. De vice-consul der Sovjets te Tientsin begaf zich naar Takoe om de invrijheidstel ling van het schip< te verkrijgen, doch zijn pogingen bleven vruchteloos. De beschieting van de Ja- pansche destroyers. Men meldt uit Tokio aan de „Times' dat het Japansche kabinet heeft besloten den heer Yosjizawa, den Japanschen ge zant te Peking, op te dragen om, behalve dé vrije vaart op de rivier de Peihoe, de bestraffing te eischen van allen, die ver antwoordelijk zijn voor de beschieting van de Japansche destroyers te Takoe, com pensaties voor degenen, die werden ge wond en het ontmantelen van de forten van Takoe. Motta verklaarde in de zitting der Assemblee o. a., dat het een levenskwestie voor den Volkenbond is. de toelating van Duitschland tot September uit ,te stellen, daar anders een ineenstorting van den Bond onder de woedende kreten der volken z°u plaats hebben. Jhr. Loudon (Nederland) verscherpte deze opmerking door de toevoeging, dat de Assemblee, waartoe vertegenwoordigers van 48 landen bijeengekomen waren, slechts enkele brokstukken te hooren heeft gekre gen van hetgeen in de afgelcopen tien dagen is voorgevallen. De diepgaande ontstem ming van de voor een opneming van Duitschland over het algemeen geestdriftig gestemde Assemblée is daarom maar al te goed te begrijpen. Het was te vreezen, dat een vermindering van het aanzien van den Bond, maar minstens een verlies aan gezag het gevolg zou zijn van een mislukking van de toelating van Duitschland, Nansen betoogde, dat noch een vergade ring van de Assemblée, noch zelfs een f01"- meele zitting van den Raad de hangeende moeilijkheden ter bespreking heeft gekregen. Daarom treft den Volkenbond zelf voor de ten zeerste te betreuren mislukking van rijn taak geen blaam. Vervolgens noemde de Chineesche gedele geerde het onjuist, dat de Volkenbond mili taire macht als maatstaf voor den invloed van een staat neemt in plaas van meer waarde te hechten aan de geografische en economische overwegingen, en tevens, dat de Bond de Europeesche belangen een over wegend gezag toekent. De Roemeensche gedelegeerde verklaarde het eens te zijn met de maatregelen van dr. Benesj gedurende de crisis. De Duitsche delegatie vertrok gisteravond naar Berlijn. Isjii stelt voor om een commissie te be noemen voor de bestudeering van het pro bleem der samenstelling van den Raad, m welke commissie, op aandrang van Loudon en Nansen ook,- de Assemblée krachtig moet vertegenwoordigd worden, aangezien het vraagstuk den ganschen Volkenbond aangaat. Dat de Assemblée zich ietwat veronacht zaamd voelt, bleek trouwens ook uit het betoog van den Zwitser Motta. die het ver wijt uitsprak, dat het mechanisme van de Assemblée, dat voor niet-permanente zetels competent is en dat het algemeen bonds- gevoelen als waarschuwing tegen den on- verzettelijken had kunnen uiten, niet ge raadpleegd werd. Waaraan Loudon toe voegde dat de kwestie in September beter voorbereid aangevat moest worden en dat de Assemblée bij de voorbereiding niet mag ontbreken. Tenslotte zeide Loudon nog, dat Bond en Raad ongetwijfeld tijdelijk aan prestige zullen verliezen bij vele sceptici, maar dat de gedachte aan de reeds ver richte geslaagde daden het vertrouwen in den Bond geleidelijk zal herstellen. Nader verluidt dat Duitschland in de studiecommissie za zijn vertegenwoordigd en aldus zal kunnen medewerken aan een betere atmosfeer in September. In een dichtbezette Kamer legde Poullet een verklaring af over den financieelen toe stand. Ik zal precies zeggen, hoe het er mee staat, zeide hij. Spr. herinnerde er aan dat de wetsontwerpen tot gezondmaking der financiën, waarbij machtiging werd ver leend voor een buitenlandsche leening in November werden aangekondigd. Janssen verduidelijkte later dat de voorwaarden voor de leening waren het evenwicht der begrooting en de bevestiging van het pri vilege der Nationale Bank. Wij wilden toen de onderhandelingen voor een leening her vatten, maar men zeide ons, dat zekere omstandigheden de eerste leeningsvoor- waarden wijzigden. De leening op langen termijn werd een leening op korten termijn. Andere voor waarden werden verscherpt. De vlottende schuld moest worden geconsolideerd. Het verband tusschen deze consolidatie en de gezondmaking springt in het oog. Zonder consolidatie is het onmogelijk zich voor nieuwe inflatie te behoeden. In de laatste dagen is dat verband nog sterker gebleken België zelf moet zich redden. Welnu, het plan tot gezondmaking ondervond bedekten en openlijken tegenstand in financieele en beurskringen en ook in de geheele pers, zoowel de politieke als de financieele. De oppositie van de fiancieele zijde ging alle perken te buiten en deed het plan misluk ken, waaraan wij onze beste krachten had den gewijd. Als kenmerkend staaltje dezer défaitistische mentaliteit sp-ak Poullet over zekere artikelen van het „Journal Bruxel- lols": „Laat de Belgische franc ondergaan, als de regeering maar valt." De minister van Finar heeft een beroep gedaan op zijn collega's en hun al- geheele medewerking gevraagd bij zijn streven naar de zoo groot mogelijke be perking der staatsuitgaven, ten einde al dus de lasten, welke verder nog aan het land moeten worden opgelegd, zooveel mogelijk te verlichten. Het Lagerhuis heeft in tweede lezing het wetsontwerp inzake de bezuiniging aange nomen. De rechtbank heeft alle wegens bankbil- jettenvervalsching gedetineerde personen schuldig verklaard, behalve negen techni sche beambten van het kartografisch insti tuut. De aalmoezenier Zadrawetsj werd buiten vervolging gesteld. B TO-j De bedoeling is de begrooting 1926 vóór Paschen in de Tweede Kamer al te doen. De punten waarover debat te wachten is, zouden dan onbesproken blijven Woensdagmorgen heeft op initiatief van den Tweede Kamer-president, Jhr. Ruys de Beerenbrouck, een bijeenkomst plaats gehad van de leiders der Tweede Kamer-fracties, het zg. Seniorenconvent ten einde overleg te plegen over de behandeling van de Staatsbegrooting voor 1926. Het ligt in de bedoeling, om deze begrooting voor Paschen in de Tweede Kamer af te doen. Van de begrootingshoofdstukken zouden dan de punten onbesproken blijven, waarover debat te wachten is. De beraadslagingen _over de onderdeden van het beleid van elk der ministers zouden dan na Paschen gevoerd kunnen worden, terwijl eveneens na Paschen de aanhangige zes interpellaties aan de orde gesteld zou den worden. In dezen gedachtengang zouden dan de aanhangige wetsontwerpen tot vaststelling der onderscheidene begrootings-hoofdstuk- ken, het karakter van credietwetten krijgen, waardoor het aanhangige wetsontwerp tot wijziging van de wet van 5 October 1841 houdende instructie voor de Algemeene Rekenkamer, overbodig zou worden. Besluiten zijn echter in bovenbedoelde bijeenkomst niet genomen, daar verschillende partijleiders nog hun fracties wenschten te raadplegen. Ten slotte verneemt de Tel, nog, dat het in de bedoeling van de regeering ligt, met de 'Staatsbegrooting voor 1 Mei a. s. gereed te zijn, waartoe echter ook de medewerking van de Eerste Kamer noodig is. welke na de vaststelling der begrooting door de Tweede Kamer, met haar begrootingsarbeid kan beginnen. Een adres van de Polderbesturen aan de Koningin- Naar de Tel. verneemt, is door de besturen van den Noordpolder beoosten Muiden, den Zuidpolder beoosten Muiden, den nieuwen Keverdijkschen Polder, Weesperkarspel en door de besturen van den Binnendijkschen-, Overscheenschen-, Berger- en Meentpolder, Naarden, een adres gericht to de Koningin, waarin herinnerd wordt aan de zeer ernstige schade, toegebracht bij den storm van 25 op 26 November j.l. aan den zeedijk, staande onder het beheer van het Hoogheemraad schap van den Zeedijk beoosten Muiden. "Adressanten wijzen er op, dat, indien de storm slechts even langer had geduurd, een doorbraak niet zou zijn uitgebleven en het water zich over een groot gedeelte van Noord-Holland, Utrecht, en Zuid-Holland zou hebben verspreid. Wat de kosten van herstelling van den zeedijk aangaat, welke enkele tonnen gouds zullen vergen, meenen adressanten, dat niet slechts de water schappen, maar ook de achter gelegen lan den hun aandeel in de kosten moeten bij dragen. Herinnerd wordt er aan, hoe eenzelfde beginsel reeds na den watersnood van 1916 in het Noorderkwartier der provincie is toe gepast en geleid heeft tot de oprichting van het Hoogheemraadschap Noord-Hollands Noorderkwartier, waardoor eenheid in het dijkbeheer kwam. Wel blijken Ged. Staten van Noord-Holland bereid te zijn te bevor deren, dat ook het beheer van de zee weringen in het Gooi opnieuw zal worden geregeld in dier voege, dat de belangensfeer werdt uitgebreid. Adressanten vreezen echter, dat aan de grensomschrijving der schuldplichtige eigendommen een tijdroo- vende beandeling door de betrokken autori teiten zal voorafgaan. Het is daarom, dat zij de tusschenkomst van de Koningin in roepen, opdat de totstandkoming van een groot waterschap in het Zuiderkwartier be spoedigd worde. Naar de Tel. verneemt, heeft prof. mr. W. P. L. A. Molengraaff bedankt als lid van den Vrijzinnig Democratischen Bond. Meermalen had prof. Molengraaff doen blij- VRIJDAG, 19 MAART, Hilversum. 1050 M. 12.00 en 7.30 uuf Politiebericht; 7.45 en 10 uur Persbe richten; 8.10—9.10 Lezing van het Nut van het Algemeen. Spreker: Herman Poort: De Nederl2ndsche literatuur „De Gids" en de radicale tendenzen. Potgieter, Multatuli; 9.1010.30 Concert. Mej. W. M. Russche, sopraan. Het verstrekte H.D.O.- orkest o. 1. v. Fr. Lupgens; 10.4512 uur Dansmuziek uit Café-restaurant „Mille Colonnes", te Amsterdam. Daventry 1600 M. 10.50 Tijdsein, weerbericht; 11.201.20 Concert door het Radio-kwartet en solisten (sopraan-bari- ton-cello); 1.202.20 uur. Tijdsein, lunch- muzielc; 4.05 Concert door de People- society; 5.05 Vocaal concert. D. Dennis, sopraan; 5.35 Kinderuurtje; 6.20 Dans muziek;, 7.13 Uittreksel uit de Radio bladen; 7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht, nieuws; 7.45 Pianosonates van Weber; 8 uur; Lezing: Clothing and health; 8.20 Fragmenten van „De dochter van den tambour-major", Offenbach. Orkest, koor en solisten; 9.10 Speeches en muziek a. h. diner v. d. Electr. Development Ass: 9.25 Zang: Vesti la Giubba", van Pagliacci, Leoncavallo; 9.31 Speech; 9.40 Orkest muziek; 9.50 Het Shakespeare-Rutterford trio (cornet-concertina en saxophonie- piano); 10.20 Tijdsein, weerbericht, nieuws, Landbouwcausene; 10.5012.50 Dans muziek Parijs „Radio-Paris" 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris (Piano-riol-cellol; 2.05 Nieuws; 5.05 Jazzmuziek: 8.35 Engel sche les; 9.0510.20 Concert, gewijd aan een Fransch departement. Königswiisterhausen 1300 M. 6.20 uur „Freischutz", opera in 3 acten van C. M. van Weber. Speelt in het Duitsche Berg land, kort na den 30-jarigen oorlog. Daar na nieuws; \9.5011.20 Dansmuziek. Brussel, 262 M. 8.20 Orkestconcert; 8.50 Sportlezing; 9.05 Gramafoonmuziek; 9.35 „Waterloo", drama in 1 acte van Sr. Conan Doyle! 10.20 Nieuwsbericht. Munster, 410 M. 12.351.50 Viool concert van E. Brüggemann; 3.35 Concert. Fragmenten uit Laagland, Tosca en Salcmé; 4.20 Gedichtenvoorlez.ing van J- Metz; 4.505.20 Twee melodrama's met muzikale begeleiding; 6.40 Lezing; 7.20 Engelsche les; 8.05 „De Troubadour", opera in 4 acten van Cammerano, muziek van Verdi. Speelt in Biscaje en Argcnië in 1500. ken, dat hij niet instemde met de actie der Vrijz. Democraten voor eenzijdige nationale ontwapening. Het Roode Kruis stort 200.000, Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft op de rekening van de Alg, Vereeniging van Commissie tot leniging van rampen van Watersnood in Nederland te Amsterdam een bedrag van 200.00C doen storten. Een onvoorziene verliespost. Tot nu toe werd bij het specificeeren vaü de schade, door den Iaatsten watersnood aan dijken, gebouwen landerijen enz. toe gebracht. slechts weinig de aandacht geves tigd op het nadeel, dat het hooge water aan de Nederlandsche Spoorwegen berokkende. De schade, veroorzaakt door het doorbreken van spoordijken, bet-instorten van gebouwen en het teniet gaan van materiaal beloopt al is het juiste bedrag nog niet aan te geven ongetwijfeld eenige honderdduizenden. In de overeenkomst van den Staat der Ne derlanden met de spoorwegen met de spoor wegen van 1890 was o.m. in art. 10 bepaald, dat voor rekening van den Staat zijn: „lo. de kosten van herstelling van de beschadi ging, toegebracht door ijsgang, oorlog, op roer, doorbraak van een spoorwegdijk, mili taire inundatiën of door overstrooming, wel ke het gevolg is van het doorbreken van een dijk, bestemd om te allen tijde het buiten water te keeren. Volgens dit artikel zou dus de Staat de schade van dezer watersnood hebben moet- ten betalen. Doch bij de wet van 29 Juni 1925 is het vervallen verklaard, zoodat dergelijke kosten thans door de Nederlandsche Spoor wegen zelf betaald moeten worden. Waar uiteraard op dezen verliespost niet is gerekend, zal het sluitend maken van de rekenipg der Ned Spoorwegen voor 1926 moeilijker zijn dan men kon verwachten. Van Christelijk-Historische zijde deelt men aan het Handelsblad mede, dat dr. J Th. de Visser benoemd is tot groot-officier in het Legioen van Eer. Voorstel om den post weer op de begrooting te brengen. Een nota van wijzigingen is thans bij de Tweede Kamer ingediend op hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) van de Staatsbegroo ting voor 1926. Daarbij woedt voorgesteld een nieuw artikel 10 bis in te voegen, be treffende de: Jaarwedde en de verblijfsver goeding van den gezant bij den Pausclijken Stoel. Dit voorstel wordt gedaan aldus de toelichting in aansluiting op de Regee- ringsverklaring in de vergadering van de Tweede Kamer van 11 Maart jl. 42 Eenige minuten later kwam Zorka met eenige cigaretten aandragen. „Zijt u nu tevreden, meesteres?" „Ja zeker. Het is al zoo lang geleden, dat ik cigaretten gerookt heb en deze schijnen mij toe, voortreffelijk te zijn." „Hebt u dan vroeger werkelijk gerookt, meesteres?" „Ja. Alle dagen. Tot nu toe heb ik er niet aan gedacht, maar ge zult zien, hoe het mij smaakt." Ze bracht eene cigaret aan den mond, en vroeg: ..Geef mij lucifers." Zorka zocht om zich heen, maar vond geen lucifers. Ze bracht des avonds de lampen altijd brandende boven. Nooit had Fabienne lucifers in hare ka mer. Toen ging Zorka naar beneden, en een minuut later kwam ze terug, met een klein lucifersdoosje in de hand, dat ze bare meesteres aanbood. ..Ik dank u, Zorka," zei Fabienne, ter wijl ze een cigarette aanstak. Toen richtte ze het woord tot de kleine Martha. „Komaan, kindlief, wij gaan wandelen." Dat liet Martha zich geen tweemaal zeg- „0, hoe heerlijk!" riep ze uit, „En gaan wij nu bloemen plukken?" Beiden begaven zich naar het park. Haastig ging Fabienne naar den ingaan van het doolhof, waar zich de bank bevond, waarop ze zoo dikwijls had uitgerust, dicht bij den boom, waarin ze de letters had ge sneden. In het doolhof stonden tamelijk hooge pi'nboomen dicht bij elkaar. Overal lagen dorre bladeren verstrooid op den grond. Fabienne raapte eene groote menigte van "Be bladeren bijpen, bracht die aan den voet van een der pünboomen. en toen deed ze 'lie bladeren door middel van een lucifer ovthran''en. Spoedig deelde het vuur zich aan de pijn- heomen mede. Toen ze vonken hoog zag opsti'gen "am ze de kleine Ma-tha weer mede naar -inn inganrf van het park Mi-ko, die den brand bad zien uitbreken, melde toe, onder bet uiten van afschuwe lijke verwenscbingen. Doodelük beangst klemde de kleine Mar tha zich aan Fabienhe vast. die z'cb zoo sooodig mogeli'k naar hare kamer begaf. Maar graaf Malthen had ziine voorborgen <toed genomen, voor het geval, dat zulk een brand zou uitbreken. Mirko had in alle haast het geheele per soneel bijeen geroepen, en met behujp van spuiten was de brand spoedig gebluscht. Het plan van Fabienne was dus mislukt. En ze zou het zeker voor de tweede maal niet meer beproeven. In den avond werd Fabienne door een groot rumoer opgeschrikt. Met doodelijk ontsteld gelaat trad Zorka hare kamer binnen. „O, kom toch spoedig, meesteres!" riep ze uit. „Er is een groot ongeluk gebeurd!" Fabienne volgde haar naar beneden. In den corridor zag ze Mirko onbeweeg lijk op den grond liggen. Ook graaf Malthen, die waarschijnlijk ook het rumoer gehoord had, snelde toe. Hij boog zich over Mirko heen, en on derzocht hem. „Hij is door een beroerte getroffen," zoo zei hij eindelijk, „maar hij leeft nog. Mis schien kan hij nog gered worden, maar er is geen oogenblik te verliezen." Zorka trok zich van wanhoop de haren uit hel hoofd. „Het is zijn eigen schuld," zei graaf Mal then. „Hij was bijna alle avonden smoor dronken. Ik heb hem genoeg gewaarschuwd. Ook vanavond was dat weer het geval. Mis schien kan -eene aderlating hem nog red den." Toen ging hij eenige instrumenten halen, en met medehulp van Conrad werd de ader lating op het onbewegelijk daar liggend lichaam van den Zigeuner toegepast. Maar het duurde niet lang, of graaf Mal then kon zich er van overtuigen, dat de on gelukkige niet meer te redden was. Hij was in den brandewijn gestikt. Het ontzielde lichaata werd naar het la boratorium van graaf Malthen gedragen. Het zou voor hem een uitstekende gele genheid zijn, tot het nemen van nieuwe proeven. AI sedert lang had hij er naar verlangd, een lijk tot zijne, beschikking te hebben. Conrad, die zooals wij gezien hebben, te Parijs bijna in de val zou zijn geloopen, had na zijn terugkeer te Retzow beslist gewei gerd, om zijn meester nog meer levend proefmateriaal te verschaffen. „Dat is nu tweemaal gelukkig afgeloopen" zoo had hij tot graaf Malthen gezegd, „maar de derde maal zouden wij zeker worden gesnapt. Zijt gij dan nooit tevreden? Gij hebt nu twee springlevende menschen tot uwe beschikking waarmee gij geheel naar welgevallen kunt handelen, en die niemand ier zal komen zoeken. En is dat dan nog 'Jet genoeg?" Dat waren inderdaad verstandige woor den! En nu was graaf Malthen sedert eenigen tijd met nieuwe plannen bezig. In verschillende tijdschriften had hij arti kelen geschreven over de mogelijkheid, de beenderen van een gezond mensch te ge bruiken, om daarmede een beschadigd deel van het gebeente van een ander mensch te vervangen. En nu had hij een versch lijk tot zijne be schikking. En nu moest Conrad hem bij het ontleden van dat kolossale menschenlichaam behulpzaam zijn. Het lijk werd op de ontleedtafel gelegd. „Morgen zal ik interessante proefnemin gen op de hersens van den zuiplap gaan doen," zoo zei graaf Malthen tot zijn be diende, die een beweging van afschuw niet kon onderdrukken. „Wij zullen beginnen, het hoofd terzijde te leggen." Met behulp van een groot ontleedmes was het hoofd spoedig van den romp gescheiden. Toen nam graaf Malthen dat hoofd, waaruit een stroom van donkergekleurd bloed vloeide, bij de haren en lei het op een grooten schotel. Toen begon hij de andere deelen van het lijk beurtelings aan eene zorgvuldige ont leding te onderwerpen. Dat werk duurde voort tot diep in den nacht. Toen alles in het kasteel van Retzow in diepe rust was gedompeld, sloop Zorka het laboratorium binnen. Ze zag het hoofd van Mirka op den schotel liggen, „Mirko! Mirkol" riep ze wanhopig uit. „Was het dan niet genoeg dat hij u gedood heeft? Als hij u het bloed niet had ontno men, dan zoudt gij weer. levend zijn gewor den. O, waarom hebt gij mij verlaten, die n zoo lief had!" Ze wikkelde het hoofd van Mirko in een doek, en verliet het laboratorium. Nauwelijks was de zon den volgenden morgen opgegaan, of graaf Malthen stond op, en na zich haastig gekleed te hebben, begaf hij zich naar zijn laboratorium, om zijne proefnemingen te hervatten. Dadelijk zag hij dat het hoofd van Mirko verdwenen was. En wie kon anders daarvan de schuld zijn dan Zorka? Maar waar was de Zigeunerin gebleven? Ze was nergens te vinden! Dadelijk ging hij Conrad wekken, die nog vermoeid was van de werkzaamheden van den vorigen avond. „Zorka is verdwenen," zoo zei hij bedaard tot zijn factotum. Verschrikt sprong Conrad uit zijn bed. „Zijt gij daar wel zeker van meester?" vroeg hij. „Ja zeker," zei graaf Malthen.- „Ze is ver dwenen.... met het hoofd van Mirko En dat is nog erger." „Ja, ik heb het wel gedacht," zei Conrad, die arbeid van gisterenavond heeft ons geen geluk gebracht. Ik geloof dat, wanneer Zorka de politie gaat waarschuwen, wij nog voor heete vuren zouden komen te staan. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7