Historische Processen. A nieuwe'haarlemsche courant. Brieven uit Oeganda Vijfde Blad Zaterdag 3 April 1926 SPORT EN WEDSTRIJDEN. WATERSPORT. HOCKEY. GYMNASTIEK. De misdaden der familie Cenci te Rome (1598). Paler Preijde zendt ons de volgende inte ressante geschiedenis van de wording der thans zoo bloeiende missie in de Oegand;.. De eerste Europeanen kwamen m Oeganda onder de regeering van Mutesa, den groot- Sten en wijsten der Koningen. Europeesche goederen en manieren deden hun intrede katoenen goederen in plaats van het boom schorskleed, geweren in plaats van speren. De koninklijke vloot op het Meer bracht die goederen van de Zuidkust van het Meer, waar zij voor slaven en ivoor ingewisseld wer den. Arabieren, die als handelaars 't land bin nenkwamen, leerden denMohammedaanschen godsdienst. Baganda, die met Arabische ka ravanen naar de kust gingen, kwamen als Mohammedanen terug en hielpen de leer ver spreiden. Mutesa's halfbroeder Mopgo werd Mohammedaan en verdedigde hen aan het hof. In 1861 kwam Speke voor het eerst in Oeganda en Stanley in 1875. Deze was zoo enthousiast over de beschaving, die hij er vond, dat hij een vurigen brief aan de „Times" schreef, om Missionarissen aan te sporen hier het Evangelie te verkondigen. The Church Missionary Society, een Pro- testantsch Genootschap, stuurde in 18/7 haar eerste Zendelingen naar Oeganda, op den voet gevolgd door de Witte Paters. On gelukkigerwijs veroorzaakte de gelijktijdige prediking van het Katholicisme door de Wit te Paters en van het Protestantisme door de Engelsche zendelingen, groote verwarring in de geesten der Zwarten, die op politiek zoo wel als godsdienstig gebied aan absoluut ge zag en eenheid gewoon waren. Godsdienst tn Nationaliteit werden verward Katho liek was Fransch en Protestant was Engelsch. In 1884 stierf Mutesa en werd door zijn zoon Mwanga opgevolgd. Mwanga had een slech ten aard en begon aan zijn hof praktijken, die door de leden van geen enkelen godsdienst toegestaan worden. En zoo kwamen de con flicten om beurten met de Mohammedanen, Protestanten en Katholieken. Terechtstel lingen volgden en de vervolging van zoowel Christenen als Mohammedanen werd zoo he vig, dat er, ondanks den bijna godsdienstigen eer dien de gewijde persoon des Konings in Oeganda genoot, een sterk verlangen groeide om Mwanga af te zetten. Mwanga wist dit maar al te goed en hij bedacht een plan om Zich van de voornaamsten zijner tegenstan ders te ontdoen. Hij zou het eiland Buvuma aanvallen en veroveren. De Bavuma op hun eiland in het Victoria Meer hadden Mwanga's toorn dp- gewektwaarom, wist niemand, maar Mwan ga was kwaad op hen en hij zou zich op een voorbeeldige wijze wreken. En zijn voor naamste tegenstanders werden uitgenoodigd hem naar Buvuma te vergezellen. Christe nen en Mohammedanen, opperhoofden en waardigheidsbekleeders zouden zijn expe ditie begeleiden. Zijn werkelijk plan was, om zijn voornaamste vijanden dus bij elkaar tê krijgen, op een eenzaam eilandje aan wal te zetten en met al de cano's te vertrekken, om hen daar te laten sterven van honger en ont- beriijg. Maar zijn plan lekte uit en viel in het Water. Mwanga nam in een paniek de vlucht. De Mohammedanen kregen de overhand en dwongen Mwanga's broer en opvolger, Ki- wewa, hun godsdienst te omhelzen. Kiwewa weigerde beslist en toen de aanvoerders der Mohammedaansche partij probeerden om hem met geweld te besnijden, brak hij los en doode verscheidenen van hen. Kiwewa werd in zijn huis aangevallen door de Mohammedanen en vluchtte, maar hij werd gevangen en ver moord. Zijn broer Kalema volgde hem op en regeerde alsMohammedaansch Vorst. Hij ver volgde de Christenen en de Missionarissen moesten het land verlaten. Talrijke Christe nen volgden hen en zetten zich neer in An- kole en ten Zuiden van 't Meer. De Moham medanen doodden verscheidene prinsessen om de Christenen te verhinderen haar als Koningin uit te roepen. De bannelingen zochten Mwanga op en verzamelden zich rond hem. Hij wist, dat de Baganda de Mo hammedaansche heerschappij slechts nood gedwongen verdroegen. Toen zijn aanhang dan voldoende aangegroeid was, stak hij het meer over, verzamelde zijn volgelingen en slaagde er in Kalema te verdrijven. Hij stond godsdienstvrijheid toe, maar vele Mohame- danen verlieten het land en gingen naar Bunyovo. De Katholieke en Protest. Missio narissen keerden terug en de uitgeweken Christenen zochten hun haardsteden weer op. De Christelijke godsdienst was officieel gevestigd. Niet zoodra was het Mohamme daansche gevaar bezworen of de twisten braken weer uit tusschen de Christenen. In 1892 kwam de uitbarsting en het zou tot een burgeroorlog gekomen zijn, als een Machine geweer, opgesteld in het fort op Kampala- heuvel, de menigte niet in bedwang gehouden had. Bij het eerste onraad was Mwanga ge vlucht en na lange onderhandelingen werd hij overgehaald weer terug te keeren naar Mengo. Bij zijn komst daar vond hij de Brit- sche vlag boven zijn paleis waaien, maar hij legde zich bij zijn lot neer en verzoende zich met de Engelsche embtenaren en de bescher ming, die zij hem brachten. Maar hij kon zijn ouden aard niet verloochenen. In 1897 smeedde hij wederom een complot tegen de Engelsche Regeering. Het werd ontdekt en Mwanga werd als een politieke gevangene naar de Seychelle eilanden verbannen, waar hij stierf. Zijn jonge zoon Daudi Chwa volgde hem op, maar om zijn jeugd werd de macht n handen gegeven van drie Regenten. Weliswaar was een burgeroorlog voorko men, maar er moest iets gedaan worden om ook verdere ongelukken te voorkomen. Wat de Mohammedanen betreft, de Engelsche Re geering slaagde er in zich de trouw te ver zekeren van Mbogo, Mutesa's broeder en Mwanga's oom, 't hoofd der'Mohammedaan sche partij. Nu moest nog het idee uit den weg dat 't verschil tusschen den Christelij ken godsdienst afhing van Nationaliteit, het idee dat de Inlanders deed gelooven, dat een Ka tholiek Europeaar/ noodzakelijkerwijs een Franschman moest zijn en dat de Protestante Godsdienst uitsluitend behoorde aan de Engelschen, de regeerders in Oeganda. Om dit resultaat te bereiken stichtte Rome een nieuw Vicariaat en vertrouwde het toe aan de Katholieke Engelsche Missie Congregatie van Mill Hill. DE 2DE WATERSPORTTENTOONSTEL LING TE KOOG AAN DE ZAAN. In tegenwoordigheid van zeer veel be langstellenden is Donderdag te Koog aan de Zaan de Watersporttenloonstelling geopend Deze tentoonstelling is grootendeels geor ganiseerd door de actieve Z. Z. V., waarbij: echter de medewerking is genoten van ge heel zeilminnend Nederland. De Burgemeester van Koog, de heer W. F. G. L. Driessen sprak de openingsrede, waarin hij bijzonder de aandacht vestigde op het nut van de mooie watersport, voor al voor de Zaan en het vele goede dat de Z, Z. V. voor die sport doet. De voorzitter der V. V. de heer Schoen herinnerde er aan dat het welslagen van de eerste show had aangezet tot het hou den van deze 2de tentoonstelling. Zodals de meesten van u bekend is, al dus de heer Schoen, is deze tentoonstelling gesplitst in twee afdeelingen; le. Een tentoonstelling van modellen van jachten en modeljachten. 2e. Een tentoonstelling van benoodigdbe- den op watersporigebied. Velen, die zelf een jacht hebben, vinden het aardig om een model daarvan te ma ken of te laten maken, ter versiering van huiskamer of later als herinnering aan een vroeger bezeten jacht of schip. Het maken van deze modellen is niets nieuws. Zoolang er schepen waren, werden ook reproducties 'van die schepen in elkaar geknutseld. Op de jubileumtentoonstelling, georgani seerd door de zeilverceniging ,,'t Y", ia den loop van het vorige jaar, hebben velen van u verschillende eeuwenoude modellen kunnen bewonderen, Er bestaan echter nog veel oudere en het alleroudst bekende mo del van een schip, waarover ik gehoord heb, heeft men, zooals met zooveel zaken het geval is, gevonden in een Egyptisch graf, n.l. het graf van Mehenkwetre, die geleefd heeft omstreeks 2000 jaar voor Christus. Dit origineele model is uit zijn graftombe overgebracht naar een museum en, wanneer ik goed ingelicht ben, is het beland in het Metropolitan Museum in New-York. Dit zeer oude model is ook zeer nauw keurig gemaakt, en voor zoover men uit afbeeldingen van oude Egyptische vaartui gen kan controleeren, een geheel juist mi niatuur van een origineel schip, zooals toen gebruikt werd. Men heeft, zooals thans niet de gewoonte is, zelfs de bemanning ver kleind erin gemaakt. Men had Ook toen tertijd scheepsmodellen welke varen kon den en die men den Nijl af liet drijven als zoenoffer voor de riviergoden, welk gebruik in andere landen later nog, na den Egyp- tischen tijd, ook voorkwam. In de ruïnes van Cartago en op Cyprus, heeft men ook verkleinde afbeeldingen ge vonden van schepen,- doch die warén ge maakt van aardewerk en konden dus niet varen. U ziet dus, dat, wat men in den tijd van den grooten bloei van onze scheepvaart ee- nige eeuwen deed op het gebied van ma ken van modellen van schepen niets nieuws is en ook thans wat wij doen op dit gebied en op dat van het maken van modellen van jachten, ook zoo oud is als de weg naar Rome, of eigenlijk zegt dat beeld nog niet genoeg, want het is nog veel ouder. Ook onze vakliteratuur is op dit gebied tegenover het buitenland achteraan geko men. Het bij de meeste modeljachtmakende Hollanders welbekende boek van Arthur Til Ier werd reeds voor de eerste maal in 1910 uitgegeven en waren er toen reeds andere boeken op dat gebied in Duitschland ver schenen. Wedstrijden werden in het buiten land ook toen reeds regelmatig gehouden en was er reeds groote deelname voor. Goed georganiseerd was het en indeeling met bepaalde klassevoorschriften waren al daar reeds lang bekend. •In het eerste Nederlandsche werk van waarde op het gebied van modeljachten van vice-admiraal Bauduin wordt geschreven in de inleiding, dat de schrijver zichzelf nu wel niet zoo'n groot expert achtte op dit gebied, doch „In het land der blinden is éénoog koning." Gelukkig zijn, dank zij het werken van verschillende heeren, verschil lende blinden op dit gebied echter ziende geworden en hebben wij een werkelijk ge organiseerde bevordering van deze sport hier te lande verkregen en zonder twijfel is reeds op belangrijke resultaten te wijzen. Wanneer u straks de tentoonstelling ziet en het getoonde vergelijkt met onze eerste tentoonstelling, dan zult tt zichzelf van het kwaliteitsverschil van de getoonde model jachten kunnen overtuigen. Verder bracht spreker in het bijzonder een dank aan de heeren H. Kersten Hzn., H. L. v, Ameijden en den burgemeester van Koog, die zooveel deden om het welslagen dezer 2de Watersporttentoonstelling te hel pen bevorderen. Ook werd nog het woord gevoerd door den heer Lucassen, voorz. der K. V. N. M. burgemeester ter Laan van Zaandam en de burgemeester van Westzaan. Rondgeleid door het bestuur van de, Z. V. V. hebben wij de tentoonstelling bezich tigd, welke is ondergebracht in eenige zalen van „De Waakzaamheid"- Het geheel maakt een inderdaad uitste kenden indruk. De zeilers kunnen er hun hart ophalen, doch ook voor de outsiders in de zeilsport is er verbazend veel moois' te genieten en men krijgt hier als leek wel een juist beeld van hetgeen er met die mooie watersport al zoo gemoeid is. In de mooi versierde groote benedenzaal zijn de meeste stands geplaatst. Men vindt er een uitgebreide collectie werkjes, gidsen en kaarten, alles betrek king hebbende op de zeilsport. Kijkers, fo totoestellen, terwijl ook veel aandacht is geschonken aan de bij zeilen gebruikelijke pic nies, waarvoor het materiaal in natura aanwezig is, en men bovendien voor een ruime sorteering artikelen heeft gezorgd, welke bij dat werk van pas komen. Een aardige miniatuur kano met zeil trekt bijzonder de aandacht. Bijzonder interessant is het groote aan tal modeljachten dat is ingezonden® Men kijkt hier werkelijk ds oogen uit. In de bovenzaal zijn voorts tentoongesteld het groote aantal prijzen dat- door de Neder landsche zeilvereenigingen is behaald, o.a. de One Ton Cup en de Zuiderzeeprijs. Van de Haarlemschc Jachtclub is er een fraaie verzameling. Het zou ons te *ver voeren om alles m détails te bespreken. Hetgeen er ditmaal in de Koog te zien is zal den zeiler in alle opzichten kunnen bevredigen. Doch, zooals wij reeds opmerk ten, ook voor de leek is er veel te genie ten en wij achten het voor een ieder de moeite waard om eens te gaan zien wat er in de zeilsport alzoo te koop is. De ijverige organisatoren verdienen dat de expositie met een rijk bezoek beloond Per fiets is men er vanaf Haarlem en omstreken in een goed uur. Het tochtje er heen is ook al aan te bevelen. Nog zij vermeld dat de fa. Schoorl aan elke 500ste bezoeker der tentoonstelling een zilveren lepel schenkt. INTERNATIONAL HOCKEY! THE HAMPSHIRE AND DORSET WANDERERS VERSUS EEN M. H. C.- BLOEMENDAAL-COMBINATIE. Onder een heerlijk, maar voor de spelers zeer warm zomerzonnetje verschijnen ver over den aangekondigden tijd de beide teams op het veld. Captain v. Beugen Bik wint den toss en wenscht eerst tegen de zon in te spelen. Onder leiding van de beide referee's Lieut, Gowett (Hampsihre and Dorset) en Jhr. Elias (M. H. C.Bloemendaal) stellen de volgende ploegen zich op: The Hampshire and Dorset Wanderers: D. H, B. Hatfeild (d); W. K. Perace en H. Woodhouse (a); S. P. Solosom, Lieut, G. Richards en H. Burnett (m); Dr. P. Montgo mery, C. B. Aylward, A. Morrisson,, F. E. Nugent en F. T. Lee Norman (v). M. H. C.Bloemendaal-Combinatie: Katte (d); v. Béugen Bik en de Visser (a); Muller von Czernicki, Brand en Hut (m); Kop, Drijver, Mingels, Lohman en Visser 't Hooft (v.) De belangstelling van het publiek is bui tengewoon groot. De eerste aanvallen onder nemen de Haarlemmers, doch al onmiddellijk breken de backs alles. Drijver wordt op een zeer juiste manier het schieten belet. Doch de combinatie laat een buitengewoon enthousiast spel zien, waartegen de gasten voorloopig niet opge wassen zijn, zoodat zij zich tot verdedigen moet bepalen. Aanval op aanval wordt ondernomen, zon der dat de Hampshire ook maar een enkele keer het vijandig terrein kan betreden. Een goede ren besloot Kop met een hard schot, dat in het zijnet belandt. Even later denkt Visser 't Hooft het beter te doen, doch ook hij mist. Plotseling een uitval der Engelschen en het gevaar is niet van de lucht. Keurig centerend gaat het naar Katte toe. v. Beu gen Bik tracht met een ver schot het spel te verplaatsen, doch de bal wordt opgevan gen en weer zit de vijand voor denHaarlem- schen doelmond. Plotseling lost Nugent van rechts af een venijnig hard schot, dat precies in de linkerbenedenhoek doel treft (01). Er is dan 10 minuten gespeeld. Direct van de bully af hebben de Haarlemmers weer den bal te pakken, maar de backs weten van geen wijken en keeper is eenvoudig niet te passeeren. Uit een schermutseling krijgt Mingels de bal op borsthoogte voor de stick 'en met een onhoudbaar vliegend schot brengt hij de partijen onder luid gejuich weer op gelijken voet (11). Weer zitten de enthousiaste gastheeren voor de Engelsche doelmond. De beide vleugelspelers Kop en Visser 't Hooft zijn watervlug en telkenmale glippen zij langs hun tegenstanders. Hun voorzetten zijn echter of te scherp of worden niet benut. Dan weer een aanval der gasten. Er gaat daar iets bekorends van uit: hun schitterende combinatie, het naar elkaar toetikken der bal, het „dood" laten liggen der bal, het is alles af en bewonder?nswafir- dig. Katte krijgt een hard schot te verwer ken, wat hij naar behooren doet. v. Beugen Bik redt eenige malen op sublieme wijze. Dan komen de gecombineerden weer in actie, maar alles stuit af op backs en keeper. In eens zoo'n verradelijke Engelsche uitval. In een oogwenk is de bal naar de andere kant. Een strafcorner moet genomen wor den en met een onhoudbaar, keihard schot geeft Nugent aan zijn landgenooten opnieuw de leiding (1—2). Direct daarop is het rust. Weer blijken de Haarlemmers sterker te zijn, doch in doelpunten kunnen zij dat niet uitdukken om de doodeenvoudige reden, dat hen het schieten steeds belet wordt. De Engelschen aanvallen daarentegen zijn zeer gevaarlijk, wat men noemt venijnig! De Èngelsche backs zijn prima, alles ?n alles wordt door hen opgevangen en onderbroken, terwijl in laatste instante Hatfield een kee per blijkt met buitengewone talenten. Een rush van Kop loopt op niets uit en al even min gelukt het aan Visser 't Hooft het doel te vinden. De Engelschen zijn weer eens bij Katte op visite. En het duurt niet lang of zij kunnen door de stick van Nugent een gaatje vinden om den bal er door te jagen: met een hard schot vergrooten zij de voorsprong (13). Een onverwacht schitterend schot van Mingels klemt de keeper muurvast tus schen de voeten en werkt vlug en goed weg. Een tweetal corners op het doel der gasten leveren geen resultaat. De combinatie blijft in de meerderheid. Weer een hard schot van Mingels en weer stopt de keeper. Min- wordt gelost, maar telkens wordt gered. De gels wordt er wanhopig van. Schot op schot Hampshire gaat nu weer wat meer aanval lend optreden, doch v. Beugen Bik kan nog reddend optreden. Als de geheele Engelsche voorhoede echter met den bal komt opzet ten, wordt het mis. Na enkele strubbelingen komt de bal voor den vierden keer achter Katte terecht (14). De voorhoede klemt nog eens de tanden op elkaar om nog iets in te halen, daar het al tegen het einde gaat loopen. Maar niets helpt meer! Lohman en Mingels schieten nog een paar keer in, maar de keeper weet van geen wijken. Als 't einde wordt aangekondigt, hebben The Hampshire and Dorset Wanderers verdiend, doch wel eenigszins geflatteerd gewonnen. Maar ver diend zeker, omdat hun spel beslist tech nisch beter was dan dat der Haarlemmers. De balcontrole en stickvastheid, trouwens vrijwel alles aan hun spel, dwong verwon dering af. Hun eminente keeper echter heeft voor een groot deel mede de overwinning behaald. De beide backs hebben wij geen enkele fout zien maken. En in de voorhoede was Nugent DE man! De andere spelers wa ren ook zeer goed doch hei genoemde vier tal stak boven alles uit. Bij de Haarlemmers ontbrak het teamverband. Individueel waren alle goede spelers, doch vooral Kop en Visser 't Hooft vergaten maar al te vaak, dat zij nog partners naast zich hadden. Katte heeft naast goede momtenten, ook minder goede gehad. In ieder geval hebben vrij hem weieens beter aan het werk gezien, v. Beu gen Bik was de beste van het geheele elftal. Zijn collega de Visser viel niet op. De half- linie was geheel in orde. Brand heeft hier nog het beste werk geleverd, al kunnen Muller von Czernicki en Hut met eere ge noemd worden. In de voorhoede ontbrak, zooals reeds gezegd, het noodige verband. Het waren allen harde werkers. Drijver viel hier nog het meest uit zijn rol. Met een beetje meer samenspel had allifljit wat meer bereikt kunnen worden. Toch is dit Haar- lemsche elftal, dat lang niet het sterkste is, ons niet tegenvallen. Over het geheel geno men een zeer gezelligen, sjmttieven wedstrijd waar gezien de groote belangstelling ontegen zeggelijk een groote propagandistische waarde van uitgaat. Na afloop van den wed strijd werd den Engelschen een tea aangebo den. C.a. half zes zouden zij met den trein naar Hilversum vertrekken waar zij heden (Zater dag) een match tegen een „van Booven XI'" spelen. R. K. G. V. HERCULES OVERVEEN. Dezer dagen hield bovengenoemde ver- eeniging een ledenvergadering. Nadat de vergadering door den waarne mend voorzitter was geopend, werden de noutlen voorgelezen welke zonder eenige aanmerking werden goedgekeurd. Het verslag van den penningmeester wees een batig saldo der kas aan van 2,21 Bi. Ook had er een bestuursverkiezing plaats waarbij de heeren P. v. Rixtel en B. Vree- negoor werden gekozen. Nadat nog was besloten onderlinge wed strijden te organiseeren, waarbij door een der leden een prijs werd beschikbaar ge steld, sloot de waarnemend voorzittet deze geanimeerde vergadering. Heb het uitstekeadste aan te ried»! dal iemand wenschen kan, hoe zal ie wereld het weten, indien gij niet adverteert. JOHN P. ROCKEFELLER Het Rome der Middeneeuwen toont, on danks den luister, dien de „Eeuwige Stad" ten allen tijde is blijven omstralen, dikwijls een weinig opwekkend beeld. Nadat het Romeinsche Keizerrijk was uiteengevallen, en nadat ook het latere Grieksch-Romeinsche Keizerrijk zich niet had kunnen handhaven, werd de wereldlij ke macht in Italië gelegd in de handen der Dogen en der Hertogen, waar aan Venetië, Bologna, Genua, Florence, Mantua en andere machtige steden nog herinneren. Te Rome en in het destijds uit gestrekte gebied van den Kerkelijken Staat heerschte de Paus, maar, gelijk bij koningen en keizers in hun wereldlijk optreden, •ing het ook van de mindefe of meerdere kracht en bekwaamheid van den Paus af, hoe het be stuur in zijne landen werd gevoerd. Daarbij verschaften de aanzienlijke Romeinsche fa- iniliën meestentijds geen of bijna geen mede werking integendeel, langen tijd is het zoo geweest, dat de Paus zich tegen niemand krachtiger te verweren had dan juist tegen over de Romeinsche adelijke familiën. Een bijzondere figuur in dat opzicht is Paus Sixtus V, de Paus, van wien het ver haal gaat, dat hij, alvorens in den dienst der Kerk te komen, als jonge herder het dage lij ksch brood heeft verdiend. Sixtus V, van wiens optreden als heerscher nog vele bouw werken in Rome getuigenis afleggen, was een rechtvaardig en streng regent. Hij verklaarde bij zijn optreden als Paus, dat niet aan genade, naar zijn oordeel te veel uitgeoefend, behoefte was, maar aan gerechtigheid. De goeden moeten beloond, de misdadigers daarentegen gestraft worden. En hij liet het niet bij woor den, hij nam met krachtige middelen de ver volging op zich van de in steeds grooter tantal opduikende rooversbenden. Hij beval dat alle baronnen en gemeenten hun sloten en hun grondgebieden, zelf van bandieten zouden zuiveren, en dat elke schade door de roovers aangericht, vergoed zou worden door de baronnen of de gemeenten op wier grondgebied de daad gepleegd was. Hij stelde prijzen op de hoofden der bandieten en beval dat die door de bloedverwanten der roovers of, indien die te arm waren, door de gemeen ten waaruit de bandieten afkomstig waren betaald zouden worden. Het behoeft geen be toog, dat, vanaf dat oogenblik door het ge heele land drijfjachten op de bandieten wer den gehouden. Wat men voor onmogelijk ge houden had geschiedde dan ook, en nauwe lijks was een jaar verstreken, of de tijding kwam te Rome, dat de laatst bekende aanvoerders van rooversbenden gegrepen en gedood warén. En waarlijk niet alleen tegen roovers was Paus Sixtus V streng. Ook ver grijpen van anderen aard, in het bijzonder tegen de zedelijkheid, werden zonder aan zien des persoons gestraft. Een jongeman die een vrouw geschaakt had, werd opge hangen voor het huis waaruit hij het meisje geroofd ,had, hoewel zijn oom, die vroeger den Paus belangrijke diensten had bewezen, voor hem in de bres sprong. Graaf Pepoli, die uit een der eerste huizen van Bologna afstamde,liet de Paus ter dood brengen, omdat hij bandieten ondersteund had. Zijn hand drukte zwaar op de misdadigers, en al moest hij, om den slechten toestand der financiën te herstellen, hooge belastingen heffen, toch was zijn bewind voor Rome, waar de bandeloos heid den scepter zwaaide, een zegen. Het Rome van vroeger jaren herkende zichzelf nauwelijks In de jaren die onmiddellijk op het bestuur van Paus Sixtus V volgden en onder diens opvolger Paus Clemens VIII, vallen de misdaden van de familie Cenci, die een dus danig samenweefsel van slechtheid en ver stoktheid doen zien, dat zelfs Rome, toch wel aan een en ander gewend op het gebied der misdaden, ervoor terugschrok. Het hoofd van familie Cenci was Francesco Cenci, wiens vader als thesaurier van Paus Pius V zich menig bedrag uit de Pauselijke schatkist had toegeëigend en dientengevolge een familie fortuin had gesticht, dat Francesco gelegen heid schonk om aan al zijn slechte neigingen to£ te geven. Hij was berucht door geheel het gebied van den Kerkelijken Staat. Om streeks dien tijd was hij reeds een man van 40 a 45 jaren hij was 5 voet 4 duim groot, had een flinke gestalte, en was heel sterk, hoewel men hem dit op het eerste oog niet zou aanzien. Zijn haren vergrijsden reeds hij had groóte oogen vol uitdrukking, een groote neus, en een glimlach vol gratie, maar wee hem, op wien deze glimlach als een vijand neerdaalde dan werd de blik hard en wreed en men gevoelde het in het gezicht van dezen man, dat hij niets zou ontzien om een tegenstander te verderven. Hij was in alle lichamelijke oefeningen gehard hij was een uitnemend ruiter en reed enkele keeren in één rit van Rome naar Napels, hoewel dit een groote afstand is die door bosschen en de Pontijnsche moerassen voerde, welke berucht waren door de rooversbenden die er huisden. Viel zijn paard van moeheid uit geput neer, dan kocht hij een ander wilde men er hem geen verkoopen dan nam hij het zou men weerstand hebben geboden, dan zou hij iemand onmiddellijk doodgeslagen hebben, Maar juist, omdat men in den Kerkelijken Staat ook zijn goedgeefschheid kende, verzette men zich niet spoedig tegen zijn wil, hetzij uit vrees, hetzij uit geldzucht. Francesco was bekend om zijn schandelijke goddeloosheid. Hij had een rijke vrouw ge trouwd, maar haar naam is niet bekend. Toen zij stierf, hem zeven kinderen nalatende, waarvan vijf jongens en twee meisjes, her trouwde hij met Lucrezia Petroni, die hem geen kinderen schonk. Alsof alle gewone menschelijke gevoelens Francesco vreemd moesten zijn, werd hij door een geweldigen haat jegens zijn kinderen verteerd. Hij deed in den hof van zijn prachtig paleis, aan den Tiber gelegen, een kerk bouwen, gewijd aan den H. Thomas. Tot den architect, wien hij het ontwerp voor een graf tombe opdroeg, zeide hij, dat hij hoopte daar in al zijn kinderen begraven te zien, en dat hij niet gelukkig zou zijn, voordat de laatste was bijgezet. Ja, later verklaarde hij zelfs, dat hij bij wijze wan vreugdevuur zijn paleis in brand zou steken op den dag, dat dit geschiedde. De architect herinnerde zich later dikwijls,hoe hij geschrokken was van het afgrijselijk ge lach, dat deze bedreigingen had vergezeld en hoe hij, had het geld hem daar niet toe gedwongen, de opdracht aan een ander zou hebben overgelaten. Het gedrag van dezen vader tegenover zijn kinderen, ook in het openbaar, was werkelijk schandelijk. Nauwelijks konden de drie oudsten zich volwassen noemen of hij stuurde ze naar de Universiteit van Salamanca in Spanje, vermoedelijk hopende, dat zij op de verre reis daarheen zouden omkomen. Hij liet zorgvuldig na, hun eenig geld of on dersteuning te zenden, en na verloop van een jaar tijds waren zij dan ook te Rome terug, bijna zonder kleeren en schoenen, bedelende hun weg van Salamanca naar Rome afge legd hebbend. Dat was in de eerste jaren van het Pausschap van Clemens VIII, die bekend was om zijn rechtvaardigheid. De zonen besloten zich tot den Paus te wenden, ten einde uit de rijkdommen van hun vader een toelage te verkrijgen. De Paus erkende hun recht en dwong Francesco, om aan ieder der zonen 2000 goudstukken per jaar toe te leggen. Toen echter korten tijd daarop Francesco, reeds voor de derde maal tijdens zijn leven, in de gevangenis werd gezet wegens niet nader te noemen misdrijven, en de zonen vreesden dat hij zich daaruit, evenals de vorige malen, zou vrijkoopen, wendden zij zich opnieuw tot den Paus, en verzochten dezen om den vader zoo streng te straffen, als met de wet in de hand mogelijk was. Maar de Paus wees dezen eisch af. Dat Francesco dientengevolge een diepe haat tegen deze kinderen opvatte, kan moeilijk verwonderen. De zonen ont trokken zich, althans gedeeltelijk, aan den vaderlijken haattwee hunner vonden op onverklaarbare wijze en kort na elkander den dood de derde, Jacques, werd daardoor de oudste der familie na zijn vader. Maar de beide dochters waren zonder mededoogeri aan Francesco overgeleverd, en terwille van deze beiden werd een nieuw smeekschrift bij den Paus ingediend. Deze schonk daar aan gehoor, dwong Francesco aan de oudste een bruidschat te geven en huwelijkte haar uit. Maar de jongste, Beatrice, die nog nau welijks dertien jaren telde, kwam voor een huwelijk niet in aanmerking, en werd tyran- niek door haar vader bewaakt en op zijn ma nier „opgevoed". Het behoeft nauwelijks gezegd, dat Fran cesco ook op zedelijk gebied alle denkbare en ondenkbare misdaden bedreef. Zijn pa leis was nacht op nacht getuige van de drink gelagen, die hij aarfrichtte, en waaraan hij dikwijls zijn echtgenoote dwong mede te doen. Beatrice werd opgesloten in een kamer in een afgelegen deel van het paleis, waartoe slechts toegang bestond door een deur, waar van haar vader de sleutel had. Zelf bracht hij haar eiken dag haar maaltijden, en was hij hard en streng voor haar. Wellicht zou Beatrice een onbekende ge bleven zijn een der vele slachtoffers, die aan de misdaden van dien tijd leven en geluk zouden hebben ten offer gebracht, ware het niet, dat Frapcesco genoodzaakt werd een korten tijd in het buitenland verblijf te hou den. Vier maanden bleef hij weg, en echt genoote en dochter grepen dien tijd aan om zich te wenden tot den Heiligen Vader en dezen hunne bezwaren tegen zijn op treden als man en vader mee te deelen. Maar Cenci was erin geslaagd om in de omgeving van den Heiligen Vader velen om te koopen, en nimmer bereikte het geschrift Üijn be stemming. Vandaar, dat de toestand van moeder en stiefdochter bleef, zooals hij was vandaar dat Francesco, toen hij terugkwam, onbeperkt bezit van zijn macht kon nemen. Intusschen had Beatrice's broeder Jacques, een jongen man, Guerra geheeten, bij zijn familie geïntroduceerd. Hij was een knap en levenslustig man, en evenzeer als hij spoedig liefde opvatte voor de schoone Beatrice, deed deze het ,voor hem. Maar al spoedig na de terugkomst van den vader bleek, dat deze nooit zijn toestemming zou geven. Het Italiaansch karakter wreekte zich bij beiden, en niet alleen bij hen, maar ook bij de moeder, Lucrezia Petroni, die jaren ach tereen alle schande en ellende had doorstaan. Het plan werd opgevat om Francesco uit den weg te ruimen. Het plan werd listig opgemaakt. Fran cesco was gewoon jaarlijks een geruimen tijd op zijn buitenplaats in het Napolitaansche door te brengen. Als hij zich daarheen zou begeven, zouden roovers, door Guerra in dienst genomen, worden gewaarschuwd zij zouden geheel de familie oplichten en den zoon ermede belasten om een losgeld te Rome te gaan koopen. Deze zou dan na tuurlijk niet terugkomen en uit woede daar over zou de vader door de roovers worden gedood. Op die manier kon geen verdenking op de familie vallen de misdaad zou onge straft blijven. Maar, gelijk het meer gaat bij dergelijke dingen, door een toeval liep de bode van de roovers, die hen van het vertrek van Francesco uit Rome op de hoogte moest stellen, hen mis. Dientengevolge verlaatten zich de roovers, en kwamen eerst op den grooten weg toen Francesco reeds veilig en wel vertrokken was. Dé roovers hadden geen tijd om langer te wachten en zochten naar een anderen buit. Maar Beatrice, die onder haar zacht uiter lijk een vasten wil verborg, een wil, die zoo wel ten goede als ten kwade kon worden ge leid, liet zich van haar voornemen niet af- brlengen. Nu het plan was verijdeld, nam zij zef het planter hand. Zij huurde, ook al weer gebruikelijk in die dagen, een paar politie dienaars van de stad Rome, dikwijls lieden, die zich daarvoor uitgaven, teneinde onge stoord in dienst van anderen misdaden te kunnen bedrijven. Een dezer twee, Mazaro geheeten, deed het uit liefde voor haar, hoewel hij wist niets van die liefde te kunnen hopende andere deed het voor het geld. Op een avond, dat moeder en dochter met Francesco alleen waren, wis ten zij hem, die toch waarlijk wantrouwend genoeg was, te verschalken deden opium in zijn wijn en deden hem zoo in diepen slaap verzinken. De beide trawanten, een een paar dagen reeds in het buitenverblijf opgesloten, werden geroepen zij zouden de misdaad volbrengen. De maan scheen op het gelaat van den slapende hij lag er vredig en stil in zijn slaap, en de mannen deinsden voor de daad terug. Beatrice echter zette hen aan wilden zij het niet doen, dan zou zij, Beatrice, zelf het moordwerk ter hand nemen. Toen gingen zij naar binnen en sloegen lange spijkers door het lichaam van den man, dien zij daarmede een pijnlijken dood bezorgden. Zij droegen daarna het lijk naar een eind van den wandelgang in het kasteel, en lieten het vandaar, na zorgvuldig eerst de spijkers eruit getrokken te hebben, in het ravijn neer vallen. De indruk werd gewekt, dat Fran cesco, in een zijner vele dronken buien, niet meer geweten had waar hij wandelde en in de diepte gestort was. Maar één ding werd vergeten, dat Beatrice een laken, waarin het bebloede lichaam was vervoerd, aan de waschvrouw had gegeven, en dat deze maar gedaan had alsof zij de leugen geloofde, waar mede Beatrice het bloed ervan verklaarde Aanvankelijk scheen alles goed te gaan. Maar geruchten van moord laten zich zelden onderdrukken, en op zekeren dag deed het gerecht uit Napels een inval in het kasteel. Bij de verhooren viel de waschvrouw door de mand; zij bekende niet te gelooven aan wat Beatrice haar omtrent het bloedige laken had verteld. De beide trawanten werden ook gevangen genomen. Guerra, een geslepen Romein, wist een dezer twee uit den weg te ruimen, voordat hij iets had kunnen be kennen, maar de ander bekende alles. In tegenwoordigheid echter van Beatrice, te Rome met haar familie in haar paleis ge vangen genomen, gebracht, bleef zij met zoo groote hardnekkigheid ontkennen, dat de ongelukkige man opnieuw alles loochende, haar schuld bleef loochenen ook toen men hem op de pijnbank bracht. Misschien waren de Cenci aan hun gerechte straf ontkomen, ware het niet, dat de man, door Guerra af gezonden om den anderen trawant te ver moorden, voordat deze iets had kunnen ver raden, gepakt was wegens vele andere mis drijven. Hij wilde toen geheel zijn geweten ontlasten en bekende ook den moord op den politieman, waaruit de justitie nieuwe ge gevens tegen de familie Cenci en ook tegen Guerra kreeg. Guerra, die juist kolen op deed, toen men hem de boodschap van deze bekentenis kwam brengen, sloot den kolen brander in een kamer op, vermomde zich, reed de straten van Rome door als was hij kolenbrander en stelde zich aldus in veilig heid. Nooit heeft men meer gehoord wat er van hem is geworden De Cenci Lucrezia Petroni, Beatrice en Jacques, die in alles door de beide vrouwen gekend was geworden, werden van hun pa leis aan den Tiber, waar zij aanvankelijk- werden gevangen gehouden, naar een der vele Romeinsche gevangenissen overgebracht. Al len bekenden, behalve Beatrice, die met groote hardnekkigheid bleef ontkennen. Wat men jegens haar ook probeerde, overreding, zacht heid, hardheid, het mocht niet baten. Men bracht haar ook voor den beul, die in dien tijd over beproefde middelen beschikte. Ook dat hielp nietzij bleef zelfs, toen de ergste folteringen op haar werden toegepast, ont kennen. Maar haar familieleden, die haar hoorden kermen en steunen, drongen haar om te bekennen, wijl de zaak toch verloren was zij immers hadden niet dezelfde standvastig heid in den leugen getoond Toen bekende Beatrice. Paus Clemens VIII was over het wreede misdrijf van moeder en stiefdochter en van de geheele familie zóó ontdaan, dat hij de strengste straffen nog te zacht voor hen achtte. Maar de Cenci, hadden vele betrek kingen in de groote Romeinsche wereld, efl herhaaldelijk werd de Heilige Vader met ver- Zoeken bestormd om genade voor recht te doen gelden. Aanvankelijk zouden zij terecht gesteld worden zonder verdediging, gelijk het gebruik dier dagen tegenover §erlooze misdadigers medebracht. Maar tengevolge van de vele tot hem gerichte smeekbeden, stond de Paus een uitstel van drie dagen toe, en de meest bekende advocaten van Rome van dien tijd maakten zich op om hun zaak te ver dedigen. Het geding werd voor den Heiligen Vader gevoerd. Toen de Paus zijn verwondering te kennen gaf, dat advocaten, te goeder naam en faam bekend staande, zich wilden leenen tot de verdediging van deze misdadige vrou wen, werd door de advocaten eerbiedig tegengeworpen, dat de vrouwen inderdaad misdadig waren, maar tot het uiterste waren gebracht door de slechte handelingen van den vader. Geheel het zonaenregister van Fran cesco Cenci, door getuigen bevestigd, trok aan het oog van den Paus voorbij, en de er kenning scheen nabij, dat hier inderdaad genade voor recht mocht gelden. Maar, juist toen de genade voor de familie Cenci werd verwacht, kwam het bericht, dat de Markies van Santa-Croce, een oud man, docr zijn zoon op lafhartige wijze was gedood met 15 a 20 dolksteken, omdat de vader hem niet tot universeel erfgenaam had willen benoe men. De Paus, die het misdadige Rome van vroeger voor zijn geest zag herleven, meen de, dat een voorbeeld gesteld moest wor den dat de van hem jegens de Cenci ver wachte zachtmoedigheid reeds ten kwade werkte. Hij ontbood Mgr. Taverna, Gouver neur van Rome, en beval hem, de zaak der Cenci met gestrengheid af te doen en te be rechten. Vanaf dat oogenblik kon geen twijfel meer heerschen omtrent het lot, dat aan de Cenci zou ten deel vallen. Zij werden ter dood ver oordeeld tot den dood der misdadigers, op het schavot. De beide vrouwen en ook Jaques zagen den dood met kalmte tegemoet tevoren beleden zij hun schuld, maar ver klaarden gedwongen te zijn te handelen gelijk zij deden. De terechtstelling van zoo aanzienlijke vrouwen, van de mooie Beatrice en van de Romeinsche patricische Lucrezia Petroni, werd door duizenden in karossen, in booten en te voet, bijgewoond. Zij had. plaats in den aanvang van September 1599, en de warmte was zoo groot, dat velen flauw vielen. Wie thans Rome bezoekt, kan daar de schoonheid van Beatrice in beeld vinden uit gedrukt. In de galerij Barberini is haar ge schilderd portret aanwezig, naar het zeggen van den een gemaakt in den nacht, aan hare terechtstelling voorafgaanden volgens den ander op haar weg naar het schavot. In de onmiddellijke nabijheid is het portret van Lucrezia Petronihet type van een Romein sche matrone, met al haar trots, met al haar niet-gedistingeerde schoonheid. En wie aan den rechteroever van den Tiber, na een oogen blik op het terras van de kerk San-Pietro in Monterio het prachtig uitzicht dat men er over Rome en zijn heuvels heeft, te hebben bewonderd, de kerk binnengaat, zal op de plaats, terzijde van het altaar een kleinen steen vinden, te" herkennen aan een kruis, en ban het enkele woord Orate. Daar is Beatrice Cenci, op haar verzoek, begraven, in dezelfde kerk, waarop zij vanuil haar sombere kamer in het paleis Cencj steeds keek in dezelfde kerk, waar vroeger de prachtige Raphaël heeft gehangen, die door de Franschen in 1809 werd ontvreemd en door de Geallieerden in 1814 aan den Hei ligen Vader werd teruggegeven. HISTORISCH. Meester: „Jongens, bij de woorden, dié met ,,on' beginnen, beteekent dat ,,on' zooveel als „niet goed". Wie van jullie kar mij een voorbeeld noemen?" Piet: „Ondeugend, meester." Meester: „Goed! Wie weet er nog een?' Jan: „Ongehoorzaam." Meester: „Ook goed." Bram: ongeduldig knippend met de via. gers, roept uit: „Onderwijzer, meester!" Tableau!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 15