i Mij smaakt alléén |een BROCHES c!garet| I Dtl nummer bestaat uit 24 blaflzijien, waaronder het geïllustreerd Zondagsblad In acht bladzijden. Leekepreeken. 1 0 Zegenrijke critiek. Kapitaalf £000.000 Reservef 4£Ö.OOO De nieuwe verkeersrege lingen te Zandvoort. Voornaamste Nieuws 30 ct. per half ons Plaatselijk Nieuws. Zaterdag 10 April 1926#< 50ste Jaargang No. 16221 Bureaux: NASSAULAAN 49, Haarlem - Telefoon No. 13866 (3 lijnen). - Postrekening Nummer 5970 S®®®®®®®®®®®®®®®®®®®® Een conferentie ten raadtiuize' Het standpunt van den burge meester ten opzichte der ver keersagenten. in dit nummer J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem. Ernstig ongeluk te IJmuiden* De bollenvelden. HAARLEMSGH VACANT De abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen Per week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post bij vooruitbetaling 3.58 Vraag- en aanood-adv—tentiën van 14 regels 60 cents per plaatsing: elke regel meer 15 cents, oij vooruitbetaling Advertentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke kor ting. AdvertentiëD tusschen den tekst als ingezonden mede- deeling 60 cents per regel, op de le Pagina's 75 cents yer regeL 134. DANSVERBOD EN LOGICA. Zen rare titel zult ge zeggen: dansverbod sn logica, twee dingen die even weinig met elkaar te maken hebben als Zwitsersche kaas en vliegmachines. Toch stond het na de pu blicatie van mijn artikelen over het dans vermaak al voor mij vast, dat mijn jongste preeken nog een staartje zouden hebben hetwelk ik uit de begrippen dansverbod en logica zou moeten samenvlechten. En zoo is het ook gegaan, gelijk u uit een ingezon den stuk zal blijken, hetwelk ik hieronder zal opnemen. Laat ik echter vooraf nog iets zeggen over de brieven, welke ik naar aanleiding van derzelfde artikelen ontvangen heb, de ge sprekken, welke ik beluisteren mocht en welke ik niet zal publiceeren. Er waren er bij, die mij aan bet blozen brachten om den rijkelijk toegezwaaiden lof. Voor een eventueel volgende gelegenheid verzoek ik enthousiaste lezers te bedenken, dat wierook voor een Adamskind een gevaarlijk genotmiddel is en dat men vooral een lee- kepreeker voor ijdelheid moet behoeden. Toch was er aan die goed bedoelde lof redenen ook een nuttige zijde, n.m. de be- bevestiging van een overtuiging, welke ik al lang ronddraag en die ik na de nieuwe ervaringen van de laatste weken meen te moeten meedeelen. Er is mij gebleken, dat de gevaren van bet dansvermaak meer en beter door de mannen dan door de vrouwen wor den ingezien Dat behoeft niemand te be vreemden; integendeel, het ligt in de na tuur der zaak. Maar wat ik voor me zelf al lang beredeneerd bad met mijn verstand is me nu' door de practijk ook als juist ge bleken. De ontvangen bewijzen van instem ming met mijn dansartikelen kwamen bijna uitsluitend van het sterke geslacht. Het is een bekend feit, dat de danslust onder de vrouwen en meisjes gropter is dan onder de mannen en jongelingen. Dit blijkt voor een deel te schuilen in een groot^ren schroom bij den man dan bij de vrouw voor het dan ser. althans voor den modernen dans. Mis schien wil'en onze Roomsche vrouwen en meisjes, die in argloosheid maar niet kunnen beseffen.' waarom er toch zoo tegen dien heerlijken dans gewaarschuwd wordt, dezen wenk eens ter harte nemen. Wanneer zij nu nog eens vernemen, dat mannen van de wereld, heelemaal geen kwezels of halve kloosterbroeders, maar menschen van erva ring en ondervinding mij hebben geschre ven en dat ik het jonge mannen, van wie men blij moet zijn, wanneer zif hun Paschcn houden, heb hooren zeggen: ja dat er tegen bet dansen gewaarschuwd wordt, dat kan ik me levendig indenken.... zie, dat is misschien een aanleiding voor onze danslus- l'.ge meisjes, om zich uit naasteliefde eens wat te gaan bedwingen. Door en om. haar toch voornamelijk blijft de danswoede in zwang! Naast lof en instemming heb ik ook cri- tiek en onvoldaanheid over de bedoelde artikelen hooren uitspreken. Dat had ik v erwacht. Over één punt was ik zelf niet voldaan n.m, over bet feit, dat ik geen op lossing had gegeven voor de vraag: hoe kunnen goed willende Roomsche ouders hun kinderen laten dansen, waneer gij alle dansgelegenheden afsluit? Ik dacht, die op merking komt bij de repliek wel naar voren. Inderdaad heb ik ze van verscheidene kan ten vernomen. En het scherpst komt ze uit in onderstaand ingezonden stuk. Een mijner lezers zond aan de redactie het volgende schrijvent Geachte Redactie!! Alhoewel het niet mijn gewoonte is, wan neer ik in het openbaar mijn meening uit, deze onder stoelen of banken te steken, ben ik echter noodgedwongen, vanwege de materie, welke het ditmaal geldt. onder staande regelen niet met mijn naam te on- derleekenen. Ziet eens, geachte redactie, liet is mij reeds eenmaal gebeurd, dat ik in een bepaalde zaak advies gevende, al was dit niet geheel in overeenstemming met een van „höchster Stelle" gedaan verzoek en alleen gegeven in het waarachtig belang van onze „studeerende ieugd", rustende op een i&tenlange ondervinding, het geven van dit advies genoemd werd, als komende „van iemand, die niet goed Katholiek was". Slechts enkele maanden nadien werd dit advies, en met succes, toch opgevolgd. Om nu iets dergelijks te ontgaan, schrijf ik in dit geval liever anoniem. Nu ter zake. Mijn bedoeling is dan mijn mcening eens te uiten over hetgeen door „Homo Sapiens" over het dansvermaak in een drietal artikelen in uw geacht blad is geschreven. Als vader van een aantal groote kinderen en mijn ooren en oogen niet di rect gesloten houdende voor wat er alzoo in de hedendaagsche maatschappij voorvalt, ook onder ons Katholieken, vermeen ik mij het recht te mogen aanmatigen over deze materie een meening te hebben. Laat ik dan onmiddellijk beginnen met te constateeren, dat ik de moderne dansen maar ook de hedendaagsche danswoede ver afschuw de eerste vooral, zooals die meest al in openbare dansgelegenheden wordt ge demonstreerd. Dat hier veel, zeer veel zon digs in zit, is buiten kijf. Ik geloof dus. wat de hoofdgedachte betreft, H. S, en ik het volkomen eens zijn. Maar nu een andere vraag! W i e dansen daar in die openbare gelegenheden, bals. e. d.? Zijn dat alléén niet-katholieken en jonge menschen, die het met een Christelijke zedeleer niet zoo nauw nemen? Het ware te wenschen! Het tegen deel is maar' al te waar. \Vij, ouders, we ten maar al te goed, hoe tegen ons verlan gen in, wat zeg ik. tegen ons, verbod, toch clandestien, al is 't dan niet door allen, dan toch door vele onzer kinderen daaraan wordt medegedaan. Men bedenke het wek de evolutie der laatste decennia heeft niet alleen buiten, doch ook in de gezinnen haar helaas niet steeds heilzamen invloed doen gelden. En nu' dit onloochenbare feit als vaststaande accepteerende, dringt zich d vraag op: Is het juist gezien, om op onze Katholieke feestavonden, uitvoeringen voor liedadige doeleinden enz. hardnekkig elk dansje als toegift op zoo'n avond te ver bieden? En hier zit m de kneep. Juist wan neer op dit gebied niet zoo alles werd geweigerd, verboden, zou het voor ons, ouders, zooveel gemakelijker gaan onze kin deren in onze Katholieke organisaties te krijgen en te houden. Vooral dit laatste is een heksentoer. Het komt mij dan ook voor. dat wanneer wij. Katholieken, ons niet herzien en wél evenals bij de sport, op gepaste wijze onze kinderen toestaan zich te amuseeren onder leiding en toezicht van ons, hun ouders, die de èischen van de Katholieke moraal, maar ook de practijk van het leven kennende, er van hel organiseeren onzer jeugd niet veel terecht komt. Men versta mij wel: Onze Kerk heeft als zoodanig het dansen niet" aan te moedigqn, zooals bij de sport het geval is. Daarvoor is nog een te ëroot verschil tus schen beide materies. Maar het andere uiterste komt mij ook verkeerd voor, ja zelfs verderfelijk. Mij komt het voor, dat daarmede juist het tegendeel wordt bereikt, van wat men beoogt. Niemand, die de te genwoordige mentaliteit der jongelui kent, een enkele „conservatief" uilgesloten, zal ontkennen, dat het „alles verbieden" op dit terrein onwillens provoceeren is van om gang met jongelui van andere godsdienstige gezindte, lid zijn of bezoeken van tooneel e. a. uitvoeringen van neutrale Vereenigin- gen, enz. maar vooral het bezoeken van de moderne cabarets en dancing. Bewijzen heb ik hiervan te over voorhanden, laat men mij het tegendeel bewijzen! Het is mij nog altijd een raadsel, hoe men er mordicus tegen kan zijn, een dansje, zij het dan geen ouderwetsc'ne volksdans, in een goed-verlichte zaal, onder het toe zicht van ouderen, uitsluitend in katholiek gezelschap te laten geschieden, terwijl men b.v. nimmer een stem heeft hooren opgaan tegen een ander vermaak van den lateren tijd, het tennisspel, iets wat onder „zoo ge heel andere omstandigheden" wordt be oefend, dan een vermaak, natuurlijk in den vorm als hierboven is' aangegeven, 't Is me onbegrijpelijk! Wanneer ik de gevaren van het een en ander tegen elkaar zou opwegen, zou ik wel weten wat MIJN geweten mij in deze te zeggen heeft, vooral met het oog op het „alles verbieden", wat het dansver maak betreft. Ten slotte moet mij nu toch nog één ding van het hart. Is H. S nu hee'emaal een vreemdeling m Jerusalem? Het dansen heelemaal verbieden, o neen, „een derge lijke raad zou onverstandig zijn.'' Maar ook niet roepen om R.-K. dansclubs, of het verbinden van een dansje aan een bijeen komst eener R.K. Vereeniging? H. S., met uw verlof, waar wilt u het dansen dan la ten leeren? 't Is nog niet zoo^r, gelukkig, dat de kinderen deze kunst reeds met de paplepel binnen krijgen. En wanneer u allen dans wilt verbieden, waar wil u dan wél laten dansen, wanneer het niet op katho lieke avonden mag geschieden? Voor mij is de consequentie zoek! Laten we toch met beide beenen op den grond blijven staan en erkennen de juist heid van H. S.' opmerking: „Aan de verantwoordelijkheid der ouders en opvoeders moeten wij de beslissing „of er gedanst moet worden" overlaten. Gees telijken en anderen kunnen slechts inlich ten omtrent de gevaren, waarschuwen en tot groote voorzichtigheid aanmanen; de verantwoordelijkheid der traders en der dansers tegenover zich zelf kunnen zij niet overnemen," Dankend voor de plaatsruimte; t het dansen in onze katholieke organisaties niet kan worden toegelaten, evenmin, dat ei speciale R. K. dansclubs kunnen worden op gericht. De verantwoordelijkheid voor den dans blijft bij de ouders en opvoeders. Me dunkt, dat is een logische redenee ring en ik vraag: wie kan daar nu iets tus schen steken? Mijn geachte inzender pro beert liet, maar toch zeker niet op een lo gische wijze; hij onderschrijft mijn betoog, dat aan de verantwoordelijkheid van ouders en opvoeders de beslissing moet worden -enigingen tot dansgelegenheden wil om scheppen. die begrijpt het wezen en het karakter onzer Katholieke organisaties niet. Misschien is dit dansdebat een aanleiding geweest om dat karakter scherper Je doen uitkomen. En dan is dat winst op den koop toe! HOMO SAPIENS. In Frankrijk geeft de Abbé Bethléem on der den titel „Livres a lire, livres a pros- crive", sinds jaar en dag een tijdschrift uit, dat alle nieuwe uitgaven op letterkundig gebied, peciaal romans, van het standpunt der Katholieke Geloofs- en Zedeleer, on der het scherpe ontleedmes der critiek brengt. Dat dit hoogst verdienstelijke werk niet zonder succes geschiedt h#wi;sl .wel een felle aanval van den romanchrijver Merlic, een scribent van twijfelachtige re- AARIME bAimk Wanneer ik eens een veronderstelling mag maken, dan is de schrijver van dit stuk, die zich om zulke ondoorgrondelijke re denen verbergt, iemand, met een stel ge zonde hersens, een nuchter man met een goede opmerkingsgave. Het moet, dunkt mij, ook een zakenman zijn en wel een, die het erg druk beeft, want de lezers zullen met mij in dit stuk tot bun verwondering ont dekken, dat de schrijver mij inconsequentie verwijt, terwijl hij zelf aantoont, dat ik con sequent ben. Dat wijst er m, i, op, dat de geachte inzender tusschen andere dingen door mijn artikelen maar vluchtig gelezen heeft en zijn al lang vaststaande opinie in heilige verontwaardiging heeft neergeschre ven. Welke immers was de draad yan mijn redeneering? Deze, dat men dansen niet, zooals sommigen doen, moet vereenzelvigen met op zich zelf nuttige zaken, als b.v, de sport; dat men het ook niet als een kwaad in en op zich zelf moet afwijzen (zooals b.v. de vrome kloosterbroeder deed, die tegen Franciscus van Sales uitviel), maar dat dansen een onverschillige zaak is. Dat was dus een standpunt nemen tusschen twee richtingen in. Welnu, zoo redeneerde ik, wanneer dansen een onverschillige zaak is, dan moet men ook niet eischen, dat de kerkelijke overheid er zich mee inlaat, ten zij, om tegen misbruik er van te waarschu wen. Want iedere onverschillige zaak kan door' een verkeerd gebruik zondig worden. Het dansen nu geeft al heel spoedig aanlei ding tot misbruik, vooral door de moderne dansfiguren en niet minder door de tegen woordige vrouwenkleeding; vandaar voort durende waarschuwingen tegen de dansge- varen. Wie nu, zoo redeneerden wij verder, dit alles onderschrijft, die moet begrijpen, dat overgelaten „of er gedanst mag worden," Maar meteen noemt hij mij inconsequent, omdat ik geen dansje op de agenda's van de R, K. vereenigingen geoorloofd acht. Bij wien is nu de logica zoek? Laten wij er niet lang om heen draaien en inzien, dat het meeningsverschil schuilt in een misverstand omtrent het karakter der R. K. vereeniging. Wat wil dat zeggen? Nog maar altijd zijn er velen, die meenen, dat, wanneer een aantal Roomschtn bij elkaar komen, voor een gezamenlijk doei, men dan een R. K. vereeniging heeft. Dit nu lijkt er niet op. Een R. K. organisatie is een vereeniging, waarvan de statuten Bisschop, pelijk zijn goedgekeurd en waar een gees telijk adviseur een wakend oog houdt op het ongerept naleven der statuten. Wat zou men nu zeggeii van een R. K. vereeni ging, die in haar statuten o.m, een bepaling opnam over het geven van uitvoeringen met bal na. Zulk een bepaling zou natuurlijk moeten worden geschrapt, wilde men de kerkelijke goedkeuring verkrijgen. Bleef ze gehandhaafd, dan zou de kerkelijke overheid de verantwoording op zich nemen voor de dansuitvoeringen van zulk een vereeniging. En wij zijn het er over eens, dat die verant woordelijkheid uitsluitend bij de ouders en de dansers zelf berust. Zeg ik daar nu mee, dat dus alle gelegenheid voor katholieken tot dansen wordt afgesneden? Natuurlijk niet. De moderne danswoede heeft onze hoofden een weinig in de war gebracht, wat niet te verwonderen is. Bekijk de zaak plaatselijk en persoonlijk. Wanneer er een goede gelegenheid is, om uw kind zondei gevaar, in Roomsche omgeving, dansles te laten nemen, dan zult ge als vader en moeder te beslissen hebben of gij het vol gen van zoo'n cursus kunt toestaan. Dat zal van verschillende omstandigheden af hangen. Ik kan me heel goed voorstellen, dat er plaatselijk of persoonlijk redenen te over zijn, om zulk een toestemming niet, maar ook om ze wel te geven. En wanneer, zooals onze inzender zegt, het absoluut noodig is, de jongelui in den winter gele genheid te geven een dansje te maken, wat belet dan een aantal Roomsche ouders, die elkander kennen, van elkaar's godsdienstig heid en moraliteit op de hoogte zijn, eenige malen per winter zulk een gelegenheid te scheppen, waar onder hun oog, onder hun toezicht en verantwoordelijkheid gedanst kan worden, zonder dat hier van een naaste gelegenheid tot zonde gesproken kan wor den. Wanneer, zooals inzender zegt, de mo derne ouders zoo precies weten wat op dit terrein goed en kwaad is, wat geoorloofd kan worden geacht en wat niet, waarom klagen en vragen zij dan nog? Heeft men in onzen jongen tijd ooit hooren roepen om Roomsche dansclubs en Roomsche uitvoe ringen met bal na? Of zou de oorzaak ook hierin schuilen, dat men niet volstaan wil met nu en dan een gelegenheid voor jonge lieden om elkaar onder behoorlijk toezicht te ontmoeten, maar dat men ook in onze Roomsche kringen een meegaan wil met de moderne danswoede en de R K. vereeni gingen wil aanprijpen als geschikte midde len om avond aan avond den dag aan dei, nacht te dansen; of liever nog voor Roomsen gebruik afzonderlij'ke „R. K." dansgelegen heden op te richten? Men gevoelt, dat er van het Katholieke organisatiewezen al heel spoedig niets meer dan een schijn zou over blijven; men zou wellicht uitdijen in getal, maar afnemen in gehalte zóó, dat er niets dan een schim overbleef. Wie dus het eerste wil: n.m. zoo nu en dan aan zijn kinderen onschuldig dansvermaak te verschaffen, die zoek e plaatselijk onder eigen stands- en geloofs- genooten zijn weg. Wanneer dit wat meer moeite aan Roomsche ouders kost dan vroeger, dan hebben zij dit met hun nu een maal grooter geworden verantwoordelijk heid aanvaarden. Wie de R. K. ver- putaties, in het anti-Katholieke blad ,.Vo- lonté'". Deze Merlic schrijft o.m.: De schade die deze priester (abbé Bethléem) onzen boekhandel toebrengt, is bijna onberekenbaar. Zijn tijdschrift en ziin catalogus van boeker zijn reeds in een op laag van 100.000 ex. verschenen. Opmerkelijk is het. dat hij onbevreesd schijnt te wezen voor gerechtelijke vervol ging, want tekens wanneer onze vrienden, die zich door hei geschrijf van dien priester beleedigd achtten hem een proces aandeden, werd hij het klinkt haast ongeloofelijk vrijgesproken. Er zit dus niets anders op, dan andere wegen op te sporen, cm zich tegen dezen belachelijken verdediger van Godsdenst en Moraal te weer te stellen." Tot zoover de aandoenlijke!?) klacht van den vuilschrijver Merlic. Ons Katholieken wordt het daardoor dui- aelijk, dat de voortdurende degelijke cri tiek die door Katholieke schrijvers op slechte persproducten wordt uitgeoefend haar verblijdende uitwerking niet schijnt te missen. Op het Raadhuis te Zandvoort had gis teravond een conferentie plaats tusschen den burgemeester van Zandvoort, den heer H. v. Alphen en vertegenwoordigers der pers betreffende de nieuw in te voeren verkeersregelingen in het zomerseizoen in de badplaats. Deze conferentie werd o.m. bijgewoond door wethouder A. Molenaar en het raads lid den heer L. M, M. Geers, Om het doel der bijeenkomst uiteen te zetten hield burgemeester v. Alphen een korte inleiding waaraan wij het volgende ontleenen. „Het verkeer neemt schrikbarend toe,1' hoort men zeggen en sommigen verkondigen: ,Er kunnen niet genoeg verkeersagenten zijn." Laat mij hierover eenige beschouwingen geven. Neemt het verkeer op een schrikba rende wijze toe? Zeer zeker neemt het ver keer der auto's groote afmetingen aan, kijk maar naar de Amerikaansche statistieken van de verdiensten van 's lands bewoners en Ford slaat geen gek figuur. Het verkeer neemt sterk toe, is het ook schrikbarend, het behoeft dit allerminst te zijn; autofabri kanten trachten het tegendeel te bevorde ren, ik noem slechts de vierwielremmen; eene toeneming van het aantal automobie len kan de kwaliteit slechts ten goede ko men, het gehalte van de minder kostbare wagens wordt beter, de prijs goedkooper en oude auto's verdwijnen van den weg. Waar zit dan het schrikbarende in? In de eerste plaats in de behandeling van de auto, in de mentaliteit van den rijder„ in de z.g. .branirijders", men ziet ze han gen achter hun stuur, dikwijls pratende, veelal rookende, wei eens dronken," „zwij nen van den weg'' noemt een Engelsch- sprekendehen; in de tweede plaats in de conditii van den weg, ik versta hieronder den aard van het wegdek in verband met remmogelijkheden, verder bet profiel van den weg bij bochten, dat in de binnenbocht eenigszins lager moet zijn dan in. de buitenbocht, maar meer nog of bij wegkruisingen of samenkomen van wegen de bestuurder van den auto vrij uitzicht heeft en in de derde plaats: de wielrijders. Kunnen verkeersagenten het schrikbaren de van de rijdende weggebruikers vermin deren c. q. opheffen? Alvorens deze vraag te beantwoorden moet ik mij in de eerste plaats afvragen: wat verstaat men onder verkeersagenten. Voor verkeersagenten worden wel eens personen gebruikt die in de verste verte geen idee van verkeer kunnen hebben om de eenvoudige reden dat in de plaatsen waar zij als zoodanig dienst moeten doen nooit een druk verkeer voorkomt, dikwijls worden zij m.i. als eene uiting van gewich tigheid, als een quasi reclame voor de be langrijkheid der gemeente op een post ge plant waar automobilisten die z.g. leiding kunnen missen. Wat zien wij toch meerma len in ons land. In een groote plaats wordt b.v. een motor-brigade ingesteld, vermoe delijk voor die plaats van groot belang, wat is 't gevolg: op vele gemeentebegroo- tingen verschijnen posten waarop motorrij wielen, zijspanwagens enz. aangevraagd worden, een soort „meedoen". Ik herinner mij voor eenige jaren terug een autotocht in 't buitenland van meer dan 3000 K.M. gemaakt te hebben; o.a. pas seerde ik vele steden groot en klein, ver keersagenten zag ik weinig, werkelijk groot was mijne verbazing, toen bij terugkomst door een vriendelijk stadje in 't Oosten van ons land rijdende zoowel bij den ingang als bij den uitgang een verkeersagent; behalve een wagen achter mij was er op dat oogen- blik geen verkeer, ik moest hier naar links en het spreekt van zelf. om den verkeers agent heen, die pal midden op den weg ge plaatst was. Wanneer de man een halve meter opzij was gegaan had ik de bocht ineens kunnen nemen; door als een stand beeld te blijven staan was hij een verkeers- belemmering. Ik haal dit slechts aan niet als eene uiting van vooringenomenheid met al les wat in 't buitenland geschiedt, ver van dat. Men zal door veel in 't buitenland vertoefd te hebben 't goede van ons eigen land slechts te meer op prijs te stellen; de kleine uitwijding beoogt slechts, om aan te toonen mijn hierboven geuite meening, dat verkeersagenten wel eens als uiting van gewichtigdoenerij geplaatst zullen worden. Mij is beknd, dat verschillende automobi listen wanneer zij door een groote stad van ons land rijden niet angstig zijn voor eene aanrijding tengevolge van de drukte maar wel vreeze een soms niet al te duidelijk teeken van een verkeersagent verkeerd op te vatten met als gevolg een duren dag. Aangenomen evenwel, dat een verkeers agent ten volle berekend is vcor zijn taak, wanneer is hij van nut? m. i. alleen bij een zeer druk verkeer b.v. bij kruisingen van wegen om orde in de verschillende r'chtin. gen te scheppen en bij kruisingen of samen komen van wegen, waar het uitzicht belem merd is. Men moet vooral het rijdend publiek niet verwennen, verkeersagenten zijn geen kin derjuffrouwen, de branirijders geneest men niet met verkeersagenten, een strenge con trole op de wijze van rijden meer speciaal in bebouwde kommen helpt beter, ik bedeel de nalevitig van het motor- en rijwielregle- ment. Ik erken ten volle, dat in de steden de rijwielen een der grootste hinderpalen voor een goed geregeld verkeer zijn, zfonder hier mede nu direct de aanstelling van ver keersagenten te ractiveeren. maar voor landelijke gemeenten kan hier als regel tcch worden voorzien door den aanleg van rijwielpaden te bevorderen en het naast elkaar rijden te verbieden. Resumeerende geef ik als mijn meening, dat bp drukke wegen in de bebouwde kom eener gemeente voor zoover mogelijk, zoo wel in het belang van de automobilisten, als in dat van de voetgangers, die den weg moeten oversteken een één richting "verkeer dient ingesteld te worden en dat verkeers agenten als regel alléén op bovenomschre ven punten leiding aan het verkeer kunnen geven. Wal betreft de verkeersregeling te Zand voort beoogt de nieuwe regeling de ver mindering van het aantal verkeers-agenten en d entengevolge meer agenten beschik baar voor het strand Op drukke dagen zal een verkeerspost in de omgeving van het Badhuisplein geplaatst worden en indien ncod'g op het Tramplein; de verkeersposten bij café Riehe op den hoek van de Haltestraat en de Zeestraat, worden ingetrokken. Bij café Riche zal het verboden worden de Zeestraat in te rijden, terwijl op het Kruispunt HaltestraatZee straat het uitzicht vrij is en bij toegepaste snelheid van de automobilist en wielrijder, hieraan neg toe te voegen, duidelijke waar- schuwingsteekens en de kennis van het feit, dat bij een ontmoeting „rechts" voorgaat, geen gevaar aanwezig kan zijn, daarenboven is komende uit de Zeestraat van zee af ce bocht bij den ingang der Haltestraat- 1.60 M, verbreed en het straatprofiel ver anderd, HeL verkeer wordt op den Boule vard Barnaart en op de Boulevard De Fa- vauge in één richting geleid en wel van NoordZuid met verhind.ng naar de Mez- gerstraat langs den Zuidkant van 't Kur- haus; in de richting Zuid—Noord wordt cp de Burgemeester Engelbertsstraat en de Mezgerstraat het verkeer ZuidNoord ge leld met verbinding naar den boulevard door de Dr. Smitstraat, de weg ten Noorden van het Kurhaus en de Van Galenstraat; haus en de edwheehd (laatste weg aan den linkerkant) deze stiaat wordt wat richting betreft verbeterd. Om zooveel mogelijk den blinden hoek Oranjestraat-Tramplein te ontloopen wordt het inrijden van de Oranjestraat van uit den Hoogeweg verboden. In de drukke zo mermaanden zal het overweging verdienen de Kerkstraat na twaalven ieaeren dag voor auto's en rijwielen te verbieden, er beslaat dan op het Badhuisplein voor de menschen die naar zeer gaan en terug ko men minder gevaar aangezien zooals tot nu toe ook het geval was bij Driehuizen, slechts van Hotel d'Orange af naar 't Bad huisplein mag gereden worden. De verkeersbelemmeringen in den Para- dijsweg en in de Zuiderstraat worden op geheven. Er zal voortdurend gecontroleerd worden op de overtreding der maximum snelheid, zonder in 't minst hiermede te beoogen automobilisten die even meer dan 20 K.M. rijden te verbaliseeren; snelheden van over de 70 K.M. kunnen niet toege staan worden. Men zou Zandvoort als eene gemeente aan kunnen merken die de komst van auto mobilisten niet op prijs stelt aangezien de snelheid geregeld gecontroleerd wordt en de wijze van rijden zal worden nagegaan, niets is minder waar; weet het publiek dat in de bebouwde kom dezer gemeente reeds nu snelheden (drie op één middag van pl.m. 76 K.M. per uur) worden gereden; waarom die haast, Zandvoort is toch geen plaats waar men met spoed doorheen jaagt op weg naar andere oorden, kunnen de cocktail en yazz niet drie minuten later gesavoureerd worden? Weet het publiek, dat op een der Paasch- dagen bij klaarlichtendag een auto in de gemeente stond waarin twee menschen on der den invloed van sterken drank als beesten (de qualificatie is ten opzichte van het dier niet vleiend) hingen te slapen, volkomen onbekwaam om te chauffeeren Voor dergelijke rijders moeten krasse maat regelen genomen worden, zeer zeker ook ter beveiliging van de rustige autobobilis- ten. Moge de ontworpen regeling zoowel den Uitspraak in de mishandelingen 0* Glindhorst". f Nadere bijzonderheden omtrent de Neder- lancsche tankbcot „SJvanus", op de Missis* sipi gezenken. De heer J. H. Schaper lid van Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland. De in Atjeh gesneuvelde kapitein Paris. Mr, J. Limburg in de Prov. Staten van Zuid-Holland gehuldigd. De herhalingsoefeningen voor 1926, f Kassink en Sandberg spelen in het Ned. Elital vcor v. Linge en v. Heel. In Frankrijk is een nation, al com'té ge vormd (eere-vcorzitter president Doumer- gue, voorzitter maarschalk Joffre) voor vrik willige bijdragen tot herstel van den franc. Durand, opvolger van Maivy, Fransqh minister van binnenlandsche zaken. Vredesonderhandelingen znlien 15 AprG a.s. in Oedjda tusschen de Riflijnen, Span jaarden en Franschen werden geopend. Zie verder ook LaatSle Nieuws. Barometerstand 9 uur v.m.: 760. Stilstand. Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 7.18 en overmorgen om 7.20. bewoners als den bezoekers van onze bad plaats ten goed komen. Verder wees de burgemeester er bij de verder besprekingen op, dat dc doortrek king van de boulevard de Fauvage tot aan hotel d'Orange hoogstwaarschijnlijk met Pinksteren gereed zal zijn. De gevaarlijke boek Zeestraat-Haltestraat zal verbreed worden en zoo mogelijk zal een vluchtheuvel worden aangebracht. Deze verkeersbepalingen zijn met bet oog op het drukke verkeer noodzakelijk ge bleken. Het zou een ideaal-toestand zijn, indien overal het verkeer in twee richtingen kon worden toegestaan, doch daarvoor zijn Zandvoorts straten en wegen te smal en in verband daarmede wees burgemeester v. Alphen er nog eens met nadruk op dat deze verkeersbelemmeringen niet zullen in gevoerd worden oin de automobilisten te, „zoeken". De datum van aanvang dezer bepaling zal vermoedelijk gesteld worden op 1 Mei a.s., terwijl ze zal duren tot October, dus slechts gedurende het badseizoen. Des win ters gelden dus deze belemmerende bepa lingen niet. (Voor de teekening van deze verkeersre* geling zie men pag. 2, 4de blad.) Vrijdagochtend half twaalf had te IJmui den een vrij ernstig ongeval plaats. Het 6- jarig zoontje van den heer Hartog was aan het spelen bij de stalhouderij van Gebr. Boon. Tegen de deur van de groote inrij poort was een dommekracht geplaatst» waaraan het kind is gaan draaien. De niets kwaads vermoedende jongen had er geen erg in, dat de dommekracht een dwarsbalk van het paneel van één der zware, met ijzer beslagen deuren greep. Hierdoor werd deze deur uit de hengsels gelicht en viel gedeel telijk op het kind. Direct toegeschoten per soneel van de ijsfabriek van den Vischhan- delvereeniging haalde het knaapje er onder vandaan en legde het op een inmiddels bij het Witte Kruis gehaalde brancar, Dr. Robles de Vries was onmiddellijk ter plaat se en constateerde, dat een been gebroken was. Het ventje werd naar de woning van zij® oude/s oevrgebracht. In. verband met het feit, dat de bollen velden er mooi voor staan, schrijft men ons uit Hillegom. De Bloemenvelden. Geheel de week zijn ze gekomen, de bewonderaars der bloe menvelden. Alle vervoermiddelen hebben hun goede diensten verricht. Het bloei proces heeft sinds de Paaschdagen weder beduidende vorderingen gemaakt en naast de Hyacinther: hebben de Tulpen terdege haar best gedaan. Zoo zal Zondag dan de Bollen (bloemen) Zondag zijn, schoon de naam steeds meer veroudert. Bedoelt men er mede, dat de feestdooi haar hoogtepunt heeft bereikt, dan kunnen we er vrede mee hebben. Maar ook na Zondag blijft het mooi, vooral ook, omdat de late tulpen en de Dar- winsoorten nog slechts in knop staan. Dat neemt niet weg, dat Zondag een enorme drukte mag worden verwacht, indien n.l. moeder natuur haar goedgunstige mede werking wenscht te_verleenen. Lisse. Aan hen, die morgen een kijkje wenschen te komen nemen van de bloembollenvejdet kunnen we mededeelen dat thans, behalve Hyacinthen en Narcissen, reeds vele hoeken vroege Tulpen in bloei zijn gekomen, het geen als vanzelf het effect der kleurscha- keeringen nog mooier doet uitkomen. Wij kunnen niet beter doen dan dt reeds eerder door ons aangegeven routa tevolgen bij een wandeling of fietstochtje!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 1