i Mij smaakt alléén
|een BROCHES c!garet|
I
Dtl nummer bestaat uit 24 blaflzijien, waaronder het
geïllustreerd Zondagsblad In acht bladzijden.
Leekepreeken.
1 0
Zegenrijke critiek.
Kapitaalf £000.000
Reservef 4£Ö.OOO
De nieuwe verkeersrege
lingen te Zandvoort.
Voornaamste Nieuws
30 ct. per half ons
Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 10 April 1926#<
50ste Jaargang No. 16221
Bureaux: NASSAULAAN 49, Haarlem - Telefoon No. 13866 (3 lijnen). - Postrekening Nummer 5970
S®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®
Een conferentie ten raadtiuize'
Het standpunt van den burge
meester ten opzichte der ver
keersagenten.
in dit nummer
J. WEBER ZOON
OPTICIENS FABRIKANTEN
Koningstraat 10 Haarlem.
Ernstig ongeluk te IJmuiden*
De bollenvelden.
HAARLEMSGH
VACANT
De abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen
Per week 0.25 Per kwartaal 3.25
Franco per post bij vooruitbetaling 3.58
Vraag- en aanood-adv—tentiën van 14 regels 60 cents per plaatsing: elke regel meer 15 cents, oij vooruitbetaling
Advertentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke kor
ting. AdvertentiëD tusschen den tekst als ingezonden mede-
deeling 60 cents per regel, op de le Pagina's 75 cents yer regeL
134.
DANSVERBOD EN LOGICA.
Zen rare titel zult ge zeggen: dansverbod
sn logica, twee dingen die even weinig met
elkaar te maken hebben als Zwitsersche kaas
en vliegmachines. Toch stond het na de pu
blicatie van mijn artikelen over het dans
vermaak al voor mij vast, dat mijn jongste
preeken nog een staartje zouden hebben
hetwelk ik uit de begrippen dansverbod en
logica zou moeten samenvlechten. En zoo
is het ook gegaan, gelijk u uit een ingezon
den stuk zal blijken, hetwelk ik hieronder
zal opnemen.
Laat ik echter vooraf nog iets zeggen over
de brieven, welke ik naar aanleiding van
derzelfde artikelen ontvangen heb, de ge
sprekken, welke ik beluisteren mocht en
welke ik niet zal publiceeren. Er waren
er bij, die mij aan bet blozen brachten om
den rijkelijk toegezwaaiden lof. Voor een
eventueel volgende gelegenheid verzoek ik
enthousiaste lezers te bedenken, dat
wierook voor een Adamskind een gevaarlijk
genotmiddel is en dat men vooral een lee-
kepreeker voor ijdelheid moet behoeden.
Toch was er aan die goed bedoelde lof
redenen ook een nuttige zijde, n.m. de be-
bevestiging van een overtuiging, welke ik
al lang ronddraag en die ik na de nieuwe
ervaringen van de laatste weken meen te
moeten meedeelen. Er is mij gebleken, dat de
gevaren van bet dansvermaak meer en beter
door de mannen dan door de vrouwen wor
den ingezien Dat behoeft niemand te be
vreemden; integendeel, het ligt in de na
tuur der zaak. Maar wat ik voor me zelf
al lang beredeneerd bad met mijn verstand
is me nu' door de practijk ook als juist ge
bleken. De ontvangen bewijzen van instem
ming met mijn dansartikelen kwamen bijna
uitsluitend van het sterke geslacht. Het is
een bekend feit, dat de danslust onder de
vrouwen en meisjes gropter is dan onder
de mannen en jongelingen. Dit blijkt voor een
deel te schuilen in een groot^ren schroom
bij den man dan bij de vrouw voor het dan
ser. althans voor den modernen dans. Mis
schien wil'en onze Roomsche vrouwen en
meisjes, die in argloosheid maar niet kunnen
beseffen.' waarom er toch zoo tegen dien
heerlijken dans gewaarschuwd wordt, dezen
wenk eens ter harte nemen. Wanneer zij nu
nog eens vernemen, dat mannen van de
wereld, heelemaal geen kwezels of halve
kloosterbroeders, maar menschen van erva
ring en ondervinding mij hebben geschre
ven en dat ik het jonge mannen, van wie
men blij moet zijn, wanneer zif hun Paschcn
houden, heb hooren zeggen: ja dat er tegen
bet dansen gewaarschuwd wordt, dat kan
ik me levendig indenken.... zie, dat is
misschien een aanleiding voor onze danslus-
l'.ge meisjes, om zich uit naasteliefde eens
wat te gaan bedwingen. Door en om. haar
toch voornamelijk blijft de danswoede in
zwang!
Naast lof en instemming heb ik ook cri-
tiek en onvoldaanheid over de bedoelde
artikelen hooren uitspreken. Dat had ik
v erwacht. Over één punt was ik zelf niet
voldaan n.m, over bet feit, dat ik geen op
lossing had gegeven voor de vraag: hoe
kunnen goed willende Roomsche ouders hun
kinderen laten dansen, waneer gij alle
dansgelegenheden afsluit? Ik dacht, die op
merking komt bij de repliek wel naar voren.
Inderdaad heb ik ze van verscheidene kan
ten vernomen. En het scherpst komt ze uit
in onderstaand ingezonden stuk.
Een mijner lezers zond aan de redactie
het volgende schrijvent
Geachte Redactie!!
Alhoewel het niet mijn gewoonte is, wan
neer ik in het openbaar mijn meening uit,
deze onder stoelen of banken te steken,
ben ik echter noodgedwongen, vanwege de
materie, welke het ditmaal geldt. onder
staande regelen niet met mijn naam te on-
derleekenen. Ziet eens, geachte redactie,
liet is mij reeds eenmaal gebeurd, dat ik in
een bepaalde zaak advies gevende, al was
dit niet geheel in overeenstemming met een
van „höchster Stelle" gedaan verzoek en
alleen gegeven in het waarachtig belang van
onze „studeerende ieugd", rustende op een
i&tenlange ondervinding, het geven van dit
advies genoemd werd, als komende „van
iemand, die niet goed Katholiek was".
Slechts enkele maanden nadien werd dit
advies, en met succes, toch opgevolgd. Om
nu iets dergelijks te ontgaan, schrijf ik in dit
geval liever anoniem.
Nu ter zake. Mijn bedoeling is dan mijn
mcening eens te uiten over hetgeen door
„Homo Sapiens" over het dansvermaak in
een drietal artikelen in uw geacht blad is
geschreven. Als vader van een aantal groote
kinderen en mijn ooren en oogen niet di
rect gesloten houdende voor wat er alzoo in
de hedendaagsche maatschappij voorvalt,
ook onder ons Katholieken, vermeen ik mij
het recht te mogen aanmatigen over deze
materie een meening te hebben.
Laat ik dan onmiddellijk beginnen met
te constateeren, dat ik de moderne dansen
maar ook de hedendaagsche danswoede ver
afschuw de eerste vooral, zooals die meest
al in openbare dansgelegenheden wordt ge
demonstreerd. Dat hier veel, zeer veel zon
digs in zit, is buiten kijf. Ik geloof dus. wat
de hoofdgedachte betreft, H. S, en ik het
volkomen eens zijn. Maar nu een andere
vraag! W i e dansen daar in die openbare
gelegenheden, bals. e. d.? Zijn dat alléén
niet-katholieken en jonge menschen, die het
met een Christelijke zedeleer niet zoo nauw
nemen? Het ware te wenschen! Het tegen
deel is maar' al te waar. \Vij, ouders, we
ten maar al te goed, hoe tegen ons verlan
gen in, wat zeg ik. tegen ons, verbod, toch
clandestien, al is 't dan niet door allen,
dan toch door vele onzer kinderen daaraan
wordt medegedaan. Men bedenke het wek
de evolutie der laatste decennia heeft niet
alleen buiten, doch ook in de gezinnen haar
helaas niet steeds heilzamen invloed doen
gelden. En nu' dit onloochenbare feit als
vaststaande accepteerende, dringt zich d
vraag op: Is het juist gezien, om op onze
Katholieke feestavonden, uitvoeringen voor
liedadige doeleinden enz. hardnekkig elk
dansje als toegift op zoo'n avond te ver
bieden? En hier zit m de kneep. Juist wan
neer op dit gebied niet zoo alles werd
geweigerd, verboden, zou het voor ons,
ouders, zooveel gemakelijker gaan onze kin
deren in onze Katholieke organisaties te
krijgen en te houden. Vooral dit laatste
is een heksentoer.
Het komt mij dan ook voor. dat wanneer
wij. Katholieken, ons niet herzien en wél
evenals bij de sport, op gepaste wijze onze
kinderen toestaan zich te amuseeren onder
leiding en toezicht van ons, hun ouders, die
de èischen van de Katholieke moraal, maar
ook de practijk van het leven kennende, er
van hel organiseeren onzer jeugd niet veel
terecht komt. Men versta mij wel: Onze
Kerk heeft als zoodanig het dansen niet" aan
te moedigqn, zooals bij de sport het geval is.
Daarvoor is nog een te ëroot verschil tus
schen beide materies. Maar het andere
uiterste komt mij ook verkeerd voor, ja
zelfs verderfelijk. Mij komt het voor, dat
daarmede juist het tegendeel wordt bereikt,
van wat men beoogt. Niemand, die de te
genwoordige mentaliteit der jongelui kent,
een enkele „conservatief" uilgesloten, zal
ontkennen, dat het „alles verbieden" op dit
terrein onwillens provoceeren is van om
gang met jongelui van andere godsdienstige
gezindte, lid zijn of bezoeken van tooneel
e. a. uitvoeringen van neutrale Vereenigin-
gen, enz. maar vooral het bezoeken van de
moderne cabarets en dancing. Bewijzen heb
ik hiervan te over voorhanden, laat men mij
het tegendeel bewijzen!
Het is mij nog altijd een raadsel, hoe men
er mordicus tegen kan zijn, een dansje,
zij het dan geen ouderwetsc'ne volksdans,
in een goed-verlichte zaal, onder het toe
zicht van ouderen, uitsluitend in katholiek
gezelschap te laten geschieden, terwijl men
b.v. nimmer een stem heeft hooren opgaan
tegen een ander vermaak van den lateren
tijd, het tennisspel, iets wat onder „zoo ge
heel andere omstandigheden" wordt be
oefend, dan een vermaak, natuurlijk in den
vorm als hierboven is' aangegeven, 't Is me
onbegrijpelijk! Wanneer ik de gevaren van
het een en ander tegen elkaar zou opwegen,
zou ik wel weten wat MIJN geweten mij in
deze te zeggen heeft, vooral met het oog
op het „alles verbieden", wat het dansver
maak betreft.
Ten slotte moet mij nu toch nog één ding
van het hart. Is H. S nu hee'emaal een
vreemdeling m Jerusalem? Het dansen
heelemaal verbieden, o neen, „een derge
lijke raad zou onverstandig zijn.'' Maar ook
niet roepen om R.-K. dansclubs, of het
verbinden van een dansje aan een bijeen
komst eener R.K. Vereeniging? H. S., met
uw verlof, waar wilt u het dansen dan la
ten leeren? 't Is nog niet zoo^r, gelukkig,
dat de kinderen deze kunst reeds met de
paplepel binnen krijgen. En wanneer u allen
dans wilt verbieden, waar wil u dan wél
laten dansen, wanneer het niet op katho
lieke avonden mag geschieden? Voor mij is
de consequentie zoek!
Laten we toch met beide beenen op den
grond blijven staan en erkennen de juist
heid van H. S.' opmerking:
„Aan de verantwoordelijkheid der ouders
en opvoeders moeten wij de beslissing „of
er gedanst moet worden" overlaten. Gees
telijken en anderen kunnen slechts inlich
ten omtrent de gevaren, waarschuwen en
tot groote voorzichtigheid aanmanen; de
verantwoordelijkheid der traders en der
dansers tegenover zich zelf kunnen zij niet
overnemen,"
Dankend voor de plaatsruimte; t
het dansen in onze katholieke organisaties
niet kan worden toegelaten, evenmin, dat ei
speciale R. K. dansclubs kunnen worden op
gericht. De verantwoordelijkheid voor den
dans blijft bij de ouders en opvoeders.
Me dunkt, dat is een logische redenee
ring en ik vraag: wie kan daar nu iets tus
schen steken? Mijn geachte inzender pro
beert liet, maar toch zeker niet op een lo
gische wijze; hij onderschrijft mijn betoog,
dat aan de verantwoordelijkheid van ouders
en opvoeders de beslissing moet worden
-enigingen tot dansgelegenheden wil om
scheppen. die begrijpt het wezen en het
karakter onzer Katholieke organisaties niet.
Misschien is dit dansdebat een aanleiding
geweest om dat karakter scherper Je doen
uitkomen. En dan is dat winst op den koop
toe!
HOMO SAPIENS.
In Frankrijk geeft de Abbé Bethléem on
der den titel „Livres a lire, livres a pros-
crive", sinds jaar en dag een tijdschrift uit,
dat alle nieuwe uitgaven op letterkundig
gebied, peciaal romans, van het standpunt
der Katholieke Geloofs- en Zedeleer, on
der het scherpe ontleedmes der critiek
brengt. Dat dit hoogst verdienstelijke werk
niet zonder succes geschiedt h#wi;sl .wel
een felle aanval van den romanchrijver
Merlic, een scribent van twijfelachtige re-
AARIME
bAimk
Wanneer ik eens een veronderstelling
mag maken, dan is de schrijver van dit stuk,
die zich om zulke ondoorgrondelijke re
denen verbergt, iemand, met een stel ge
zonde hersens, een nuchter man met een
goede opmerkingsgave. Het moet, dunkt mij,
ook een zakenman zijn en wel een, die het
erg druk beeft, want de lezers zullen met
mij in dit stuk tot bun verwondering ont
dekken, dat de schrijver mij inconsequentie
verwijt, terwijl hij zelf aantoont, dat ik con
sequent ben. Dat wijst er m, i, op, dat de
geachte inzender tusschen andere dingen
door mijn artikelen maar vluchtig gelezen
heeft en zijn al lang vaststaande opinie in
heilige verontwaardiging heeft neergeschre
ven.
Welke immers was de draad yan mijn
redeneering? Deze, dat men dansen niet,
zooals sommigen doen, moet vereenzelvigen
met op zich zelf nuttige zaken, als b.v, de
sport; dat men het ook niet als een kwaad
in en op zich zelf moet afwijzen (zooals b.v.
de vrome kloosterbroeder deed, die tegen
Franciscus van Sales uitviel), maar dat
dansen een onverschillige zaak is. Dat was
dus een standpunt nemen tusschen twee
richtingen in. Welnu, zoo redeneerde ik,
wanneer dansen een onverschillige zaak is,
dan moet men ook niet eischen, dat de
kerkelijke overheid er zich mee inlaat, ten
zij, om tegen misbruik er van te waarschu
wen. Want iedere onverschillige zaak kan
door' een verkeerd gebruik zondig worden.
Het dansen nu geeft al heel spoedig aanlei
ding tot misbruik, vooral door de moderne
dansfiguren en niet minder door de tegen
woordige vrouwenkleeding; vandaar voort
durende waarschuwingen tegen de dansge-
varen.
Wie nu, zoo redeneerden wij verder, dit
alles onderschrijft, die moet begrijpen, dat
overgelaten „of er gedanst mag worden,"
Maar meteen noemt hij mij inconsequent,
omdat ik geen dansje op de agenda's van de
R, K. vereenigingen geoorloofd acht.
Bij wien is nu de logica zoek?
Laten wij er niet lang om heen draaien
en inzien, dat het meeningsverschil schuilt
in een misverstand omtrent het karakter der
R. K. vereeniging. Wat wil dat zeggen? Nog
maar altijd zijn er velen, die meenen, dat,
wanneer een aantal Roomschtn bij elkaar
komen, voor een gezamenlijk doei, men
dan een R. K. vereeniging heeft. Dit nu lijkt
er niet op. Een R. K. organisatie is een
vereeniging, waarvan de statuten Bisschop,
pelijk zijn goedgekeurd en waar een gees
telijk adviseur een wakend oog houdt op
het ongerept naleven der statuten. Wat
zou men nu zeggeii van een R. K. vereeni
ging, die in haar statuten o.m, een bepaling
opnam over het geven van uitvoeringen
met bal na. Zulk een bepaling zou natuurlijk
moeten worden geschrapt, wilde men de
kerkelijke goedkeuring verkrijgen. Bleef ze
gehandhaafd, dan zou de kerkelijke overheid
de verantwoording op zich nemen voor de
dansuitvoeringen van zulk een vereeniging.
En wij zijn het er over eens, dat die verant
woordelijkheid uitsluitend bij de ouders en
de dansers zelf berust. Zeg ik daar nu mee,
dat dus alle gelegenheid voor katholieken
tot dansen wordt afgesneden? Natuurlijk
niet. De moderne danswoede heeft onze
hoofden een weinig in de war gebracht, wat
niet te verwonderen is. Bekijk de zaak
plaatselijk en persoonlijk. Wanneer er een
goede gelegenheid is, om uw kind zondei
gevaar, in Roomsche omgeving, dansles te
laten nemen, dan zult ge als vader en
moeder te beslissen hebben of gij het vol
gen van zoo'n cursus kunt toestaan. Dat
zal van verschillende omstandigheden af
hangen. Ik kan me heel goed voorstellen,
dat er plaatselijk of persoonlijk redenen te
over zijn, om zulk een toestemming niet,
maar ook om ze wel te geven. En wanneer,
zooals onze inzender zegt, het absoluut
noodig is, de jongelui in den winter gele
genheid te geven een dansje te maken, wat
belet dan een aantal Roomsche ouders, die
elkander kennen, van elkaar's godsdienstig
heid en moraliteit op de hoogte zijn, eenige
malen per winter zulk een gelegenheid te
scheppen, waar onder hun oog, onder hun
toezicht en verantwoordelijkheid gedanst
kan worden, zonder dat hier van een naaste
gelegenheid tot zonde gesproken kan wor
den. Wanneer, zooals inzender zegt, de mo
derne ouders zoo precies weten wat op dit
terrein goed en kwaad is, wat geoorloofd
kan worden geacht en wat niet, waarom
klagen en vragen zij dan nog? Heeft men in
onzen jongen tijd ooit hooren roepen om
Roomsche dansclubs en Roomsche uitvoe
ringen met bal na? Of zou de oorzaak ook
hierin schuilen, dat men niet volstaan wil
met nu en dan een gelegenheid voor jonge
lieden om elkaar onder behoorlijk toezicht
te ontmoeten, maar dat men ook in onze
Roomsche kringen een meegaan wil met de
moderne danswoede en de R K. vereeni
gingen wil aanprijpen als geschikte midde
len om avond aan avond den dag aan dei,
nacht te dansen; of liever nog voor Roomsen
gebruik afzonderlij'ke „R. K." dansgelegen
heden op te richten? Men gevoelt, dat er
van het Katholieke organisatiewezen al heel
spoedig niets meer dan een schijn zou over
blijven; men zou wellicht uitdijen in getal,
maar afnemen in gehalte zóó, dat er niets
dan een schim overbleef.
Wie dus het eerste wil: n.m. zoo
nu en dan aan zijn kinderen onschuldig
dansvermaak te verschaffen, die zoek e
plaatselijk onder eigen stands- en geloofs-
genooten zijn weg. Wanneer dit wat meer
moeite aan Roomsche ouders kost dan
vroeger, dan hebben zij dit met hun nu een
maal grooter geworden verantwoordelijk
heid aanvaarden. Wie de R. K. ver-
putaties, in het anti-Katholieke blad ,.Vo-
lonté'".
Deze Merlic schrijft o.m.:
De schade die deze priester (abbé
Bethléem) onzen boekhandel toebrengt, is
bijna onberekenbaar. Zijn tijdschrift en ziin
catalogus van boeker zijn reeds in een op
laag van 100.000 ex. verschenen.
Opmerkelijk is het. dat hij onbevreesd
schijnt te wezen voor gerechtelijke vervol
ging, want tekens wanneer onze vrienden,
die zich door hei geschrijf van dien priester
beleedigd achtten hem een proces aandeden,
werd hij het klinkt haast ongeloofelijk
vrijgesproken.
Er zit dus niets anders op, dan andere
wegen op te sporen, cm zich tegen dezen
belachelijken verdediger van Godsdenst en
Moraal te weer te stellen."
Tot zoover de aandoenlijke!?) klacht van
den vuilschrijver Merlic.
Ons Katholieken wordt het daardoor dui-
aelijk, dat de voortdurende degelijke cri
tiek die door Katholieke schrijvers op
slechte persproducten wordt uitgeoefend
haar verblijdende uitwerking niet schijnt te
missen.
Op het Raadhuis te Zandvoort had gis
teravond een conferentie plaats tusschen
den burgemeester van Zandvoort, den heer
H. v. Alphen en vertegenwoordigers der
pers betreffende de nieuw in te voeren
verkeersregelingen in het zomerseizoen in
de badplaats.
Deze conferentie werd o.m. bijgewoond
door wethouder A. Molenaar en het raads
lid den heer L. M, M. Geers,
Om het doel der bijeenkomst uiteen te
zetten hield burgemeester v. Alphen een
korte inleiding waaraan wij het volgende
ontleenen.
„Het verkeer neemt schrikbarend toe,1'
hoort men zeggen en sommigen verkondigen:
,Er kunnen niet genoeg verkeersagenten
zijn."
Laat mij hierover eenige beschouwingen
geven. Neemt het verkeer op een schrikba
rende wijze toe? Zeer zeker neemt het ver
keer der auto's groote afmetingen aan, kijk
maar naar de Amerikaansche statistieken
van de verdiensten van 's lands bewoners
en Ford slaat geen gek figuur. Het verkeer
neemt sterk toe, is het ook schrikbarend,
het behoeft dit allerminst te zijn; autofabri
kanten trachten het tegendeel te bevorde
ren, ik noem slechts de vierwielremmen;
eene toeneming van het aantal automobie
len kan de kwaliteit slechts ten goede ko
men, het gehalte van de minder kostbare
wagens wordt beter, de prijs goedkooper en
oude auto's verdwijnen van den weg. Waar
zit dan het schrikbarende in?
In de eerste plaats in de behandeling van
de auto, in de mentaliteit van den rijder„
in de z.g. .branirijders", men ziet ze han
gen achter hun stuur, dikwijls pratende,
veelal rookende, wei eens dronken," „zwij
nen van den weg'' noemt een Engelsch-
sprekendehen; in de tweede plaats in de
conditii van den weg, ik versta hieronder
den aard van het wegdek in verband met
remmogelijkheden, verder bet profiel van
den weg bij bochten, dat in de
binnenbocht eenigszins lager moet zijn dan
in. de buitenbocht, maar meer nog of bij
wegkruisingen of samenkomen van wegen
de bestuurder van den auto vrij uitzicht
heeft en in de derde plaats: de wielrijders.
Kunnen verkeersagenten het schrikbaren
de van de rijdende weggebruikers vermin
deren c. q. opheffen?
Alvorens deze vraag te beantwoorden
moet ik mij in de eerste plaats afvragen:
wat verstaat men onder verkeersagenten.
Voor verkeersagenten worden wel eens
personen gebruikt die in de verste verte
geen idee van verkeer kunnen hebben om
de eenvoudige reden dat in de plaatsen
waar zij als zoodanig dienst moeten doen
nooit een druk verkeer voorkomt, dikwijls
worden zij m.i. als eene uiting van gewich
tigheid, als een quasi reclame voor de be
langrijkheid der gemeente op een post ge
plant waar automobilisten die z.g. leiding
kunnen missen. Wat zien wij toch meerma
len in ons land. In een groote plaats wordt
b.v. een motor-brigade ingesteld, vermoe
delijk voor die plaats van groot belang,
wat is 't gevolg: op vele gemeentebegroo-
tingen verschijnen posten waarop motorrij
wielen, zijspanwagens enz. aangevraagd
worden, een soort „meedoen".
Ik herinner mij voor eenige jaren terug
een autotocht in 't buitenland van meer dan
3000 K.M. gemaakt te hebben; o.a. pas
seerde ik vele steden groot en klein, ver
keersagenten zag ik weinig, werkelijk groot
was mijne verbazing, toen bij terugkomst
door een vriendelijk stadje in 't Oosten van
ons land rijdende zoowel bij den ingang als
bij den uitgang een verkeersagent; behalve
een wagen achter mij was er op dat oogen-
blik geen verkeer, ik moest hier naar links
en het spreekt van zelf. om den verkeers
agent heen, die pal midden op den weg ge
plaatst was. Wanneer de man een halve
meter opzij was gegaan had ik de bocht
ineens kunnen nemen; door als een stand
beeld te blijven staan was hij een verkeers-
belemmering. Ik haal dit slechts aan niet als
eene uiting van vooringenomenheid met al
les wat in 't buitenland geschiedt, ver van
dat. Men zal door veel in 't buitenland
vertoefd te hebben 't goede van ons eigen
land slechts te meer op prijs te stellen;
de kleine uitwijding beoogt slechts, om aan
te toonen mijn hierboven geuite meening,
dat verkeersagenten wel eens als uiting van
gewichtigdoenerij geplaatst zullen worden.
Mij is beknd, dat verschillende automobi
listen wanneer zij door een groote stad van
ons land rijden niet angstig zijn voor eene
aanrijding tengevolge van de drukte maar
wel vreeze een soms niet al te duidelijk
teeken van een verkeersagent verkeerd op
te vatten met als gevolg een duren dag.
Aangenomen evenwel, dat een verkeers
agent ten volle berekend is vcor zijn taak,
wanneer is hij van nut? m. i. alleen bij een
zeer druk verkeer b.v. bij kruisingen van
wegen om orde in de verschillende r'chtin.
gen te scheppen en bij kruisingen of samen
komen van wegen, waar het uitzicht belem
merd is.
Men moet vooral het rijdend publiek niet
verwennen, verkeersagenten zijn geen kin
derjuffrouwen, de branirijders geneest men
niet met verkeersagenten, een strenge con
trole op de wijze van rijden meer speciaal in
bebouwde kommen helpt beter, ik bedeel de
nalevitig van het motor- en rijwielregle-
ment.
Ik erken ten volle, dat in de steden de
rijwielen een der grootste hinderpalen voor
een goed geregeld verkeer zijn, zfonder hier
mede nu direct de aanstelling van ver
keersagenten te ractiveeren. maar voor
landelijke gemeenten kan hier als regel
tcch worden voorzien door den aanleg van
rijwielpaden te bevorderen en het naast
elkaar rijden te verbieden.
Resumeerende geef ik als mijn meening,
dat bp drukke wegen in de bebouwde kom
eener gemeente voor zoover mogelijk, zoo
wel in het belang van de automobilisten,
als in dat van de voetgangers, die den weg
moeten oversteken een één richting "verkeer
dient ingesteld te worden en dat verkeers
agenten als regel alléén op bovenomschre
ven punten leiding aan het verkeer kunnen
geven.
Wal betreft de verkeersregeling te Zand
voort beoogt de nieuwe regeling de ver
mindering van het aantal verkeers-agenten
en d entengevolge meer agenten beschik
baar voor het strand
Op drukke dagen zal een verkeerspost in
de omgeving van het Badhuisplein geplaatst
worden en indien ncod'g op het Tramplein;
de verkeersposten bij café Riehe op den
hoek van de Haltestraat en de Zeestraat,
worden ingetrokken. Bij café Riche zal het
verboden worden de Zeestraat in te rijden,
terwijl op het Kruispunt HaltestraatZee
straat het uitzicht vrij is en bij toegepaste
snelheid van de automobilist en wielrijder,
hieraan neg toe te voegen, duidelijke waar-
schuwingsteekens en de kennis van het feit,
dat bij een ontmoeting „rechts" voorgaat,
geen gevaar aanwezig kan zijn, daarenboven
is komende uit de Zeestraat van zee af
ce bocht bij den ingang der Haltestraat-
1.60 M, verbreed en het straatprofiel ver
anderd, HeL verkeer wordt op den Boule
vard Barnaart en op de Boulevard De Fa-
vauge in één richting geleid en wel van
NoordZuid met verhind.ng naar de Mez-
gerstraat langs den Zuidkant van 't Kur-
haus; in de richting Zuid—Noord wordt cp
de Burgemeester Engelbertsstraat en de
Mezgerstraat het verkeer ZuidNoord ge
leld met verbinding naar den boulevard
door de Dr. Smitstraat, de weg ten Noorden
van het Kurhaus en de Van Galenstraat;
haus en de edwheehd
(laatste weg aan den linkerkant) deze
stiaat wordt wat richting betreft verbeterd.
Om zooveel mogelijk den blinden hoek
Oranjestraat-Tramplein te ontloopen wordt
het inrijden van de Oranjestraat van uit
den Hoogeweg verboden. In de drukke zo
mermaanden zal het overweging verdienen
de Kerkstraat na twaalven ieaeren dag
voor auto's en rijwielen te verbieden, er
beslaat dan op het Badhuisplein voor de
menschen die naar zeer gaan en terug ko
men minder gevaar aangezien zooals tot nu
toe ook het geval was bij Driehuizen,
slechts van Hotel d'Orange af naar 't Bad
huisplein mag gereden worden.
De verkeersbelemmeringen in den Para-
dijsweg en in de Zuiderstraat worden op
geheven. Er zal voortdurend gecontroleerd
worden op de overtreding der maximum
snelheid, zonder in 't minst hiermede te
beoogen automobilisten die even meer dan
20 K.M. rijden te verbaliseeren; snelheden
van over de 70 K.M. kunnen niet toege
staan worden.
Men zou Zandvoort als eene gemeente
aan kunnen merken die de komst van auto
mobilisten niet op prijs stelt aangezien de
snelheid geregeld gecontroleerd wordt en
de wijze van rijden zal worden nagegaan,
niets is minder waar; weet het publiek dat
in de bebouwde kom dezer gemeente reeds
nu snelheden (drie op één middag van pl.m.
76 K.M. per uur) worden gereden; waarom
die haast, Zandvoort is toch geen plaats
waar men met spoed doorheen jaagt op weg
naar andere oorden, kunnen de cocktail
en yazz niet drie minuten later gesavoureerd
worden?
Weet het publiek, dat op een der Paasch-
dagen bij klaarlichtendag een auto in de
gemeente stond waarin twee menschen on
der den invloed van sterken drank als
beesten (de qualificatie is ten opzichte
van het dier niet vleiend) hingen te slapen,
volkomen onbekwaam om te chauffeeren
Voor dergelijke rijders moeten krasse maat
regelen genomen worden, zeer zeker ook
ter beveiliging van de rustige autobobilis-
ten.
Moge de ontworpen regeling zoowel den
Uitspraak in de mishandelingen 0*
Glindhorst".
f
Nadere bijzonderheden omtrent de Neder-
lancsche tankbcot „SJvanus", op de Missis*
sipi gezenken.
De heer J. H. Schaper lid van Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland.
De in Atjeh gesneuvelde kapitein Paris.
Mr, J. Limburg in de Prov. Staten van
Zuid-Holland gehuldigd.
De herhalingsoefeningen voor 1926,
f
Kassink en Sandberg spelen in het Ned.
Elital vcor v. Linge en v. Heel.
In Frankrijk is een nation, al com'té ge
vormd (eere-vcorzitter president Doumer-
gue, voorzitter maarschalk Joffre) voor vrik
willige bijdragen tot herstel van den franc.
Durand, opvolger van Maivy, Fransqh
minister van binnenlandsche zaken.
Vredesonderhandelingen znlien 15 AprG
a.s. in Oedjda tusschen de Riflijnen, Span
jaarden en Franschen werden geopend.
Zie verder ook LaatSle Nieuws.
Barometerstand 9 uur v.m.: 760. Stilstand.
Licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 7.18 en overmorgen
om 7.20.
bewoners als den bezoekers van onze bad
plaats ten goed komen.
Verder wees de burgemeester er bij de
verder besprekingen op, dat dc doortrek
king van de boulevard de Fauvage tot aan
hotel d'Orange hoogstwaarschijnlijk met
Pinksteren gereed zal zijn.
De gevaarlijke boek Zeestraat-Haltestraat
zal verbreed worden en zoo mogelijk zal een
vluchtheuvel worden aangebracht.
Deze verkeersbepalingen zijn met bet
oog op het drukke verkeer noodzakelijk ge
bleken.
Het zou een ideaal-toestand zijn, indien
overal het verkeer in twee richtingen kon
worden toegestaan, doch daarvoor zijn
Zandvoorts straten en wegen te smal en in
verband daarmede wees burgemeester v.
Alphen er nog eens met nadruk op dat
deze verkeersbelemmeringen niet zullen in
gevoerd worden oin de automobilisten te,
„zoeken".
De datum van aanvang dezer bepaling
zal vermoedelijk gesteld worden op 1 Mei
a.s., terwijl ze zal duren tot October, dus
slechts gedurende het badseizoen. Des win
ters gelden dus deze belemmerende bepa
lingen niet.
(Voor de teekening van deze verkeersre*
geling zie men pag. 2, 4de blad.)
Vrijdagochtend half twaalf had te IJmui
den een vrij ernstig ongeval plaats. Het 6-
jarig zoontje van den heer Hartog was aan
het spelen bij de stalhouderij van Gebr.
Boon. Tegen de deur van de groote inrij
poort was een dommekracht geplaatst»
waaraan het kind is gaan draaien. De niets
kwaads vermoedende jongen had er geen
erg in, dat de dommekracht een dwarsbalk
van het paneel van één der zware, met ijzer
beslagen deuren greep. Hierdoor werd deze
deur uit de hengsels gelicht en viel gedeel
telijk op het kind. Direct toegeschoten per
soneel van de ijsfabriek van den Vischhan-
delvereeniging haalde het knaapje er onder
vandaan en legde het op een inmiddels bij
het Witte Kruis gehaalde brancar, Dr.
Robles de Vries was onmiddellijk ter plaat
se en constateerde, dat een been gebroken
was. Het ventje werd naar de woning van
zij® oude/s oevrgebracht.
In. verband met het feit, dat de bollen
velden er mooi voor staan, schrijft men ons
uit
Hillegom.
De Bloemenvelden. Geheel de week
zijn ze gekomen, de bewonderaars der bloe
menvelden. Alle vervoermiddelen hebben
hun goede diensten verricht. Het bloei
proces heeft sinds de Paaschdagen weder
beduidende vorderingen gemaakt en naast
de Hyacinther: hebben de Tulpen terdege
haar best gedaan. Zoo zal Zondag dan de
Bollen (bloemen) Zondag zijn, schoon de
naam steeds meer veroudert. Bedoelt men
er mede, dat de feestdooi haar hoogtepunt
heeft bereikt, dan kunnen we er vrede mee
hebben. Maar ook na Zondag blijft het mooi,
vooral ook, omdat de late tulpen en de Dar-
winsoorten nog slechts in knop staan. Dat
neemt niet weg, dat Zondag een enorme
drukte mag worden verwacht, indien n.l.
moeder natuur haar goedgunstige mede
werking wenscht te_verleenen.
Lisse.
Aan hen, die morgen een kijkje wenschen
te komen nemen van de bloembollenvejdet
kunnen we mededeelen dat thans, behalve
Hyacinthen en Narcissen, reeds vele hoeken
vroege Tulpen in bloei zijn gekomen, het
geen als vanzelf het effect der kleurscha-
keeringen nog mooier doet uitkomen.
Wij kunnen niet beter doen dan dt
reeds eerder door ons aangegeven routa
tevolgen bij een wandeling of fietstochtje!