Binneniandsch Nieuws. De stoute streken van Boefie en Foefie, de rattenbengels. ELCK WAT WILS TREKJES NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Dinsdag 27 April 1928 De gemeente-ontvanger van Leimuiden. Na den watersnood. Een jubileum te Leiden. Het heengaan van minister Van Royen. De weeldebelasting in studie genomen. Mr. A. R. Zimmerman. De Weldadigheidszegels van 1925. Verlaging inkoopprijs voor goud. VERKEER EN POSTERIJEN. Reizen naar Frankrijk. Goedkooper postvervoer. Postzegels van 7l/> cent. UIT ONZE OOST. Nieuwe strijd tegen Atjehers. Uitgesteld HANDEL EN NIJVERHEID. Tentoonstelling schoenindustrie. AMSTERDAMSCH NIEUWS. Jongetje door de E. S. M. overreden. MARKTNIEUWS. VISSCHERIJ. Het fraude-geval te Wehl. KERK EN SCHOOL. Het Int. Eucharistisch Congres te Chicago. >11 (t/d No. 442. G.N. Het Lestuur van de afd, Zuid-Holland ^an den Ned. Bond van Gemeente-ambte naren heeft Ged. Staten verzocht, goedkeu ring te willen onthouden aan het besluit van den raad van Leimuiden, waarbij onge vraagd ontslag is gegeven als ontvanger dier gemeente aan den heer C. van Hepningen. Weer een gift van het Smeroe-fonds van 15.000. Het bestuur van den Koninklijken" Natio- nalen Bond voor Reddingswezen en Eerste Hulp bij ongelukken „Het Oranje Kruis" deelt mede, dat het van het Smeroe-fonds te Batavia een achtste gift van 15.000 heeft ontvangen ten behoeve van de slacht offers van den watersnoodramp. Met deze gift heeft genoemd bestuur nu 270.000 al9 bijdrage van Nederlandsch Oost-Indië aan de Algemeene Vereenigde Commissie tot leniging van rampen dóór watersnood overgemaakt. Zaterdag 1 Mei zal het 25 jaar geleden zijn, dat Mr. Dr. J. C. Overvoerde werd be noemd tot gemeente-archivaris te Lelden en tc conservator, later tot Directeur van het 'Stedelijk Museum „De Lakenhal.' Met het oog op dit 25-jarig jubileum fieeft zich een commissie gevormd ten einde Dr. Overtoom een huldeblijk aan te bieden. Deze viering van het jubileum zal plaats hebben Zaterdag 1 Mei, des namiddags 4 uur. Prof. Dr. W. Martin, directeur van het Mauritshuis te 's-Gravenhage, zal daarbij een toespraak houden, waarna de burge meester van Leiden, Jhr. de» Gijselaar, eere voorzitter van het comité, het huldeblijk zal overhandigen. Een mededeeling uan minister De Geer. Het Tweede Kamerlid, de heer Van Gijn, heeft d.d. 24 April de volgende schriftelijke vragen gericht tot den minister van Finan ciën, voorzitter van den Raad van minis ters: Kan de minister mededeelen, waarom de afgetreden minister van Oorlog, minister van Marine a.i., gemeend heeft zijn ontslag aanvrage te moeten indienen? Welke nieuwe omstandigheden hebben er toe geleid, dat de eerst voor kort afge reden minister van Oorlog, Lambooy, de portefeuille van Oorlog en van Marine a.i. wederom kan aanvaarden? Op deze vragen heeft minister De Geer het volgende geantwoord: In de regeeringsverklaring van 11 Maart j..l iverd o.m aangekondigd: „Samenvoeging van de departementen van Oorlog en Marine tot een departement van Landsverdediging; nadere overweging van het vraagstuk van de splitsing der Marine" Eenig verschil van gevoelen is gerezen, of deze beide punten in dien zin onafhankelijk aan elkaar verbonden" waren (woorden uit de rede van den minister van Marine a.i. op 23 Maart j.l.), dat bij een ongunstige beslis sing op het tweede punt, ook de aannemelijk beid van het eerste twijflachtig zou worden, dan wel. of de samensmelting der departe menten in ieder geval zou behooren te wor den doorgevoerd, c.q. zonder splitsing, b.v., in den geest van het K. B. van 27 September 1920, van het nog bij de Kamer aanhangig wetsontwerp van 15 November 1920. Hoewel de minister-president dit ver schil niet acuut achtte en daarvan aan zijn ambtgenoot blijk gaf, heeft deze, wegens uiteraard te eerbiedigen en voor hem afdoen de redenen, met name, wijl hij zich in geen geval zou kunnen vereenigen met een oplos sing in den geest van bedoeld wetsontwerp, in dit latente geschil aanleiding gevonden zijn ontslagaanvrage bij H. M. de Koningin in të^ dienen. De beantwoording van de tweede vraag meent minister De Geer minder op zijn weg te liggen. Hij heeft bij het zoeken naar een opvolger, die in de huidige onzekere situatie bereid en geschikt zou zijn, de zware voor liggende taak op rich te nemen, met derge lijke overwegingen geen rekening kunnen houden. Na ingewonnen informatie bij den betrokken deelen, dat als „nieuwe omstan digheden" ten deze zijn aan te merken de zelfde, die genoemd in de verklaring, 'door het Kamerlid den heer Nolens afgelegd, vóór de stemming over de begrooting van Buiten- landsche Zaken, op Vrijdag 19 Maart j.l., met name deze- de aard van 't huidige ka binet en de verhouding waarin dit kabinet Staat tegenover de fracties in de Kamer, In zijn antwoord op het verslag der Eer ste Kamer over de begrooting van Financiën, zegt de minister, dat hij, evenals zijn ambts voorganger, den tijd voor een algemeene her ziening van de classificatie in de personeele belasting nog niet gekomen acht en ook hem komt het niet wenschelijk voor dat inciden teel in de classificatie eener bepaalde ge meente wijziging wordt gebracht. De zaak der weeldebelasting is in studie genomen, en verkeert op het oogenblik in een stadium, waarin het resultaat nog niet kan worden medegedeeld. De heer mr. A. R. Zimmerman, die voor een week in ons land vertoeft, zal zich naar het Rott. Nbl. meldt, na 1 Juli, wanneer zijn opdracht van den Volkerenbond in Oosten rijk ten einde loopt, weer in Nederland ves tigen. Eerst gaat hij echter reizen, wellicht ook naar Amerika, waar men hem voor le zingen heeft uitgenoodigd. Opbrengst ruim 80.000. Naar verluidt, heeft de verkoop van de weldadigheidspostzegels-1925 ruim 80.000 opgebracht. Te Amsterdam beliep de opbrengst ruim 18.000. In 1924 was de netto-opbrengst 56.723.32Vi\ in 1923 (het eerste jaar van uitgifte dezer zegels) 18.265.82. Machtiging door de regeering niet vereischt. In een nota, naar aanleiding van het af- deelingsverslag der Eerste Kamer, over de begrooting van Financiën, beantwoordt mi nister De Geer de vraag, of de onlangs plaats gehad hebbende verlaging van den inkoopsprijs voor goud door de Nederland- sche Bank geschied is, na van de regee ring bekomen machtiging, in ontkennenden zin. Zoodanige machtiging van de regeering wordt daarvoor niet vereischt, en is dus door de directie van de Bank ook niet ge vraagd. Het al of niet bekendmaken van motie ven welke de directie van de Nederland- sche Bank hobben geleid tot het nemen van belangrijke beslissingen, behoort tot het bankbedrijf, dat aan de directie moet worden overgelaten. De regeering is ook formeel niet bevoegd, daaromtrent eenige gedragslijn voor te schrijven. Naar „Reizen en Trekken" meldt, zullen waarschijnlijk met ingang van 1 Mei a.s. de voornaamste Nederlancische stations (Am sterdam, Arnhem, Haarlem, Den Haag, Lei den, Nijmegen, Roosendaal, Kotierdam, Utrecht) rechtstreeksche enkele reis- en re tourbiljetten kunnen afgeven naar ongeveer 90 Fransche stations. De retourbiljetten geven op de trajecten n Frankrijk de volgende voordeelen: le .korting van 25 pCt. in de le klasse van 20 pCt. in de 2e en 3e Klasse, op twee maal den prijs van een biljet enkele reis; 2e. het recht om de reis af te breken op alle Fransche stations; 3e. toegang tot alle treinen (L.-treinen met Jen gebruikelijken toeslag); 4e. een buitengewone geldigheidsduur (hijvoorbeeld Parijs 8 dagen, Bordeaux 30 oagen, Genève 30 dagen, Lyon 30 dagen, Marseille 30 dagen, Nice 30 dagen, Menton 30 dagen.) Met ingang van 1 Mei wordt zoowel in ons land als in 't verkeer met ons land het int. posttarief voor drukwerk verlaagd. - Een vermindering van 2 ct. per 50 gram. "Met ingang van 1 Mei zal, naar de Tel. verneemt, zoowel hier te lande als in het verkeer met ons land, vermindering van het internationaal posttarief voor drukwerk toepassing vinden voor: nieuwsbladen en tijdschriften, welke rechtstreeks door de uitgevers worden ver zonden; ingenaaide of ingebonden boeken, met uit sluiting van alle bekendmakingen en recla- me-geschriften, en letterkundige en wetenschappelijke uitga ven, welke wetenschappelijke instellingen elkander toezenden. Het port' van deze stukken zal bij ver zending van ons land uit bedragen 2 ct per 50 gram, doch uitsluitend in het verkeer met de landen, die gebruik maken van deze bevoegdheid, daartoe door het Postverdrag van Stockholm gegeven. Naar de Tel. verneemt zal tuinen enkele dagen de uitgifte van het nieuwe portzegel van 7)4 cent plaats vinden. Bij den vijand vielen negen dooden. Zaterdagmiddag omsingelden, naar Aneta seint, troepen, onder bevel van den eerste luitenant W. A. M. Molenaar een bende kwaadwilligen, bij Kampong Goeha, land schap Kandang, onder-afdeeling Taptoean, westkust van Atjeh. Bij den vijand vielen 9 dooden. Onzerzijds sneuvelde een inlandsch fusilier. Een in- landsch fusilier werd licht gewond. De opening van de R. K Hariffelshooge- school te Tilburg, welke in September van dit jaar zou plaats- hebben, is uitgesteld tot September 1927. Op initiatief der Ned. Schoenmakerspa- troonsvereeniging wordt te Nijmegen in den loop van de maand Mei een nationale ten toonstelling voor de schoenindustrie gehou den. Op slag gedood. Maandagmiddag omstreeks kwart over 3 is op den Admiraal de Ruyterweg ter hoogte van de Zeven Provinc ënstraat een ernstig ongeluk gebeurd met de E. S. M. Een jongetje van een jaar of vijf, wilde, omdat hij aan de overzijde van de straat een vriendje zag staan, die naar het stoken van een vuurtje stond te kijken, over het hek, dat de trambaan afsluit, klimmen. Een voorbijganger waarschuwde het kind nog, op te passen voor de tram, en was ook van meering, dat het op het hek zou blijven zitten. Juist toen evenwel een der trams van den sneldienst AmsterdamHaarlem naderde, sprong het knaapje van het hek op de trambaan; hij geraakte onder den motor wagen en was onmiddellijk dood De bestuurder kon op dezen korten af stand natuurlijk niet onmiddellijk stoppen. Evenwel heeft hij nog zoodanig geremd, dat de reminrichting ontzet was ALKMAAR, 24 April. Eieren. (N. V. Eierveiling voor Hollands Noorderkwartier) Aanvoer 195.000 kipeieren. Prijzen 56/60 Kg. f5.20—5.70, 60/64 Kg. f 5.40—6.20, bruine f 5.70—6.30 per 100 stuks. Aanvoe 50.000 eendeieren. Prijs f 5.30 per 100 stuks. EDE, 26 April. Eieren f 5—6 per 100 st. Biggen f 17—24 per stuk. Aangevoerd 150.000 eieren, 130 biggen. GORINCHEM, 26 April. Aangevoerd 540 koeien, 15 nuchtere kalveren 1131 big gen, 334 overloopers, 18 schapen, 58 lam meren. Men besteedde voor kalfkoeien f 450525, kalfvaarzen f 180275, guiste vaarzen f 150225, melkkoeien f 300400 pinken f 100—180, nuchtere kalveren (fok) f 1830, idem (export) f 1018, overloo pers f 3045, biggen per stuk f 1830, schapen f 2580, lammeren f 1520. Boter f 1.101.15 per Kg. Eieren f 0.05 0.06 per stuk. HOORN, 26 April. Vee. (Groote voor jaarsveemarkt). Aangevoerd 1656 stuks. Vet te koeien f 300370, kalfkoeien f 300 450, vare of gelde koeien f 200325, stie ren f 150—300, pinken f 125—175. Handel goed. KAMPEN, 26 April. (Weekmarkt). Eie ren aanvoer 25.000 stuks, f 5.506 per 100 stuks. Boter f 2.10 per Kg. Kippen f 1.75 —2.50, Konijnen f 1.602.25 per stuk. Russchen matten t 810 per rol. ALPHEN. N.V. Tuinbouwveiling .Al phen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn. Veiling van 23 April. 1926. Spinazie f 49; Postelein 34. per 100 K.G.; Radijs j 4—4 90; Seldery 2—3.30; Rabarber 2 3.10; Peen f 24, per 100 bos: Kropsla I 7—7.20; idem II 3—5 20; Bloemkool 1 2126, per 100 stuks; Kipeieren f 4.5C 6.10; Eer.deièren 5.205.60: Kalkoen f 9. Per 100 stuks. Aanvoer 16725 stuks. IJMUIDEN, 26 April. Heder. waren aan de Rij ksvischafslag 26 stoomtreilers, 6 log gers, 3 beugers. De prijzen waren als volgt: Tarbot f 1.251, tongen f2.101.70 per Kg.; griet f 6722, gr. schol f 3322, mid schol f27—24, zetschol f29—19, kl. schol f 149, f7—3.70, scharren f 8.50—5 per 50 Kg. roggen f 207.50 per hoop Vleet f2.20—-0.80 per stuk; Makreel f 1917, Pieterman en Poon f 177.50, Gr. Schel- visch f 4024, Md. Schelvisch f 2917, K.md. Schelvisch f 10—10.50, Kl. Schel- Schelvisch f 126.607.502.40, Kabel; jaufv f 4427, Gr. Gullen 146.40, Ki Gullen f7.50— 3.40. Wijting f3.80—2.40 per 50 Kg. IJMUIDEN, 26 April. De stoomtreiler IJ.M. 168 (Odin) keerde heden van de IJs- landvisscherij in onze haven terug met een aanvoer van 800 manden versche- en 343 kantjes zoutevisch. De ambtenaar naar Arnhem overgebracht. Het onderzoek in de zaak tegen K. T ambtenaar ter sfecretarie, heeft tot heden aan het licht gebrachit. dat verschillende kleine landbouwers voor een bedrag van 1200 zijn gedupeerd. Vermoedelijk zal dit cijfer nog belangrijk hooger worden. T. is in het huis van bewaring te Arnhem ingesloten. Mgr. Caccia Dominirioni, de maestro di camera des Pausen, zal. naar de Msb. verneemt, den Pauselijken legaat voor het Eucharistisch congres, Kardinaal Bonzano, naar Chicago vergezellen. Voor de heeren geestelijken, die -de reis zullen me.emaken, zijn bijzondere maatrege len getroffen. Op de Amerikaansche spoor wegen wordt hun een reductie verleend, terwijl op de boot het H. Misoffer kan wor den opgedragen. Een circulaire met nadere bijzonderheden hierover, wordt na schrifte lijke aanvrage o, a. toegestuurd door den heer L. van der Broee, Jacob Marisstraat, N. 14, te Amstedam. 177. We moesten Joris Langoor zien te waarschuwen, zei Boefie. Laat eens kijken, komt de tram nog niet? De twee vrienden keken in de rich ting van het stadje, dat zich scherp tegen den rooden hemel afteekende. Maar ze zagen geen tram. 178. Plotseling kwam er een fel verblindend licht om een bocht. Dat is de tram! riep Foefie. Kom Boef, zei hij tot zijn maat, we gaan hem tege moet. We zullen probeeren, Jo ris te beduiden, dat hij moet stoppen, 179. De twee rattenbengels snelden vooruit, het felle zoek licht van de tram tegemoet. Ze dachten niet meer aan hun natte kleeren en aan de kou, maar al leen aan de passagiers van de tram, die niet wisten, welk vree- :elijk gevaar hen bedreigde. 180. I.i de tram zaten de pas sagiers genoegelijk te slapen. Ze hadden kermis gehouden en gingen nu vermoeid naar huis. Aan een ongeluk dachten ze na tuurlijk niet. Als ze even wak ker schoten, knikkebolden ze dadelijk weer in slaap. Daghitje's wroeging. Zeven minuten voor achten Verdikkempie, dan most ze opschieten. Ze kwam niet graag te laat. Niet dat mevrouw d'r wat van zou zeggen zoo knieperig pre cies keek ze niet als je 's 'n paar minuutjes over tijd was. Daar was 't 'n vééls te best mensch voor. Maar 't was Zaterdag en dan was 'r 'n hoop te doen. En als ze dan flink opschoot keek mevrouw saves ook niet op 'n half uurtje. Nee, ze had 't maar best getroffen bij me vrouw Breedewegen. 'n Echt aardige mevrouw was 't, die nooit opspeelde. Als ze deris wat verkeerd dee, of wat had vergeten, dan zee mevrouw d'r natuurlek wél wdt van, maar toch altijd op 'n zachte manieren dan dee je juist nog eens zoo goed je best. 'n Heel verschil met die vorige hoor. Bij dit mirakel dee je nou nooit wat naar d'r zin, nooit was 't genoeg, al stonden je vingers krom van 't werken en sjouwen. En altijd mopperen en schelden, 't Was maar goed, dat ze daar niet langer was gebleven.ze zou compleet 'n zenuwpasjent zijn geworden. Toch.... heel héél effies most ze kij ken bij de hoedenwinkel van Bakker.dan zou zé zoo medeen wel wat harder loopen. Ja.'t stond er nog.dat blauwe zije hoedje met die snoepies van knoopies d'r op an weerskanten. Drie-tachtig.drie-tachtig.noggeeh eens vier gulden. En toch, voor haar was 't onbereikbaar. d'r viel niet eens over te dénken. Waarom bleef ze d'r dan weer vóór staan Ze maakte d'r eigen d'r maar kriebelig mee. Ze zag haar gezicht in de etalage-spiegel en beeldde zich in, dat ze 't hoedje, dat lekke re blauwtje, op had. Verdori, wat zou 't haar fijn staan op die blonde haren. Ze had 'n aar dig toetje, dat wist ze. Daar hoefde je heelegaar niet groos voor te zijn.ze liep 'r niks mee te koop. Alle joden, daar begon 't al acht uur te spe len Ze zette 't op 'n drafje en schelde om bijna vijf ovei chten aan bij mevrouw Breedewegen Gelukkig, mevrouw zei niks. Ze ging vlug aan d'r werk van alle Zater dagen. En toch.'t was net of ze niet opschoot. Dat kwam van 't blauwe zij'tje, dat geregeld in d'r kop zat te hengsten. Zou ze 't vanavond, als ze met d'r centen thuiskwam, nog es an moeder durven vragen Ach, wel nee, 't gaf ommers toch niks. Ze zou 't mensch nog maar weer méér in de zorg brengen. Toen vader nog leefde was 't toch 'n heel andere tijd.toen kreeg je nog es 'n nieuw bloesie, 'n manteltje, 'n hoed of 'n paar schoentjes. Maar afijn, dat wis nou een maal zoo.daar viel niks tegen in te bren gen. Ze zou maar afwachten of ze van mevrouw nog 'n schoonmaak-ekstraatje kreegMaar hield 't blauwe zij'tje 't niet uit in die etela- ziedaar was 't 'n veels te tof hoedje voor. Toch wel naar hoor, als je altoos met die centenkwesties zat te houwen. Ze ging weer harder doorwerken, om die vervelende gedachten kwijt te raken. 't Lukte tamelijk wel, maar 't hoedje kwam toch ieder oogenblik om 'n hoekje kijken. Toen ze 's avonds haar geld op tafel lei, keek ze moeder even in 't bleeke zorg-ge- zichten wou toen heelemaal niet meer d'r over beginnen. Maar moeder begreep wel wat 'r in haar omging en zei zuchtend ,,'t Kan heusch nog niet, kind.Henkie en Pietje motte hoog noodig kousies hebben en straks komt de schoenmaker met 'n paar gulden ripperasie." „Nou moeder.... wat niet kan, dat kan niet.... Misschien as bij mevrouw de schoonmaak echter de rug is „V/el ja.dan zalle me wel wéér zien." 't Was mooi weer Zondags en ze ging met haar vriendin Bertha Stoomers, an de loop. Alleinachies, wat 'n nieuwe hoedjes zag je dragen Van alderlei kleuren en modellen, 't Was haar 'n triestig genot, om al dat moois te bekijken en te becritiseeren met haar vrien din, die zelf ook nog niet aan 'n nieuw hoedje was toegekomen. Ze troonde Bertha mee naar de hoeden winkel en wees haar 't blauwe zij'tje, dat daar nog glanzend te pronken stond op 't koperen standaardje. „Kom maar mee, meid" zei Bertha „da's toch geen spekkie voor ons bekkie." En met 'n armrukje trok ze haar van de étala ge weg. En de Maandag kwam weer.en andere dagen en weken volgden.en eer ze er erg in had zat ze bij mevrouw in de schoonmaak. Op 'n morgen, toen ze weer bij de étalage bleef staan, kreeg ze 'n schok. 't Blauwe zij'tje was weg. Daar had je 't nou aldat moest zij nou juist weer tref fen. Ze kon waarachies wel grienen. Juist kwam er 'n winkeljuffrouw naar bui ten, om 'n stofdoek uit te slaan. „Zeg, juffrouw.... dat blauwe zij'tje van drie-tachtig.... dat daar in dat hoekie sting...." „O ja.... da's verkocht.... Maar we hebben binnen nog precies zoo een..|moet u 't hebben?" „Ja.nou nog niet.ik denk de an dere week...." „Dan zal 't wel weg wezen.afijn u kan altijd zien." Weg was ze alweer. Zoo.zoo.-dus ze hadden nog zoo'n zelfde. En hoelang zou 't duren Nee, ze wou d'r niet an denken, 't Zou toch wel weer mis wezen.... zoo trof zij 't altijd. „Mevrouw.'t briefje van de slager. acht gulden dertig." x „O.... hier.... Veertig gulden.... hij Zal wel terug hebben." „Veertig, slager.... hei je terug?" „Dat zal wel gaan, Annie." Toen ie 't bankbiljet aanpakte kneep ie haar gelijk even in d'r arm. „Toe, knul, schei uit" bloosde ze met 'n verlegen lachje. „Nouje houdt toch weLvan 'n lolletje, niet Da's acht-vijftig, negen vijftig, tien bedacht ze ineens weer spijtig dat kon twintig.Wanneer gaan we nou es naar de nog wel drie of vier weken duren. Zoo lang beijeskoop, Annie I „Niks te biejeskoope.... let maar op je centen „Wil je niet graag uit met 'n slager Da s twintig, dertig...." „Niks hoor Je ruikt me te veel naar de bloederigheid." „Ha, ha ha.... naar de bloede..... das dertig, zee ikda's veertigNaar de bloederigheid.hoe kom je daar nou bij „Ach, vent, schiet op.... 'k heb wel wat anders te doen.... hou me niet van me werk „Nou.... as je nog trek krijgtaan hoor ik 't vandaag of morgen wel.ajuus, Annie 1" „Ajuus hoor 1" Wat duivekaterhoeveel had ie d r nou teruggegeven? Zetelde.... telde nog eens jaze had 'n briefje van tien te veel Ze wou naar de voordeur terughollen en hem naschreeuwen Maar opeens vloog 't als 'n heete golf naar d'r hoofd't blauwe zij'tje't hoedje Vandaag was 't er nog.tmorgen misschien niet meergunst, gunst, wat zou dat wat zou dat...." „Annie Waar blijf je kind?" klonk me- vrouw's stem. Schichtig keek ze op. „Ja mevrouw, ik ben d'r al 1" Voor ze de kamer in ging had ze, haast zonder te beseffen wat ze deed, 't te veel ont vangen bankbiljet tusschen d'r goed verstopt. Ze ging weer an d'r werk.en heel gauw drong 't tot haar door wat ze had gedaan GestolengestolenGroote hemel zij 'n dieveggehoe was dat nou mo gelijk. Maar dan kwam weer verleidelij k het blau we zij'tje voor d'r oogen dansenen ze begon 't goed te praten, 't Kon best wezen dat ie twee briefjes van tien op-elkaar had ontvangen bij een of andere rijke mevrouw, die 'r toch geen boterham minder om hoefde te eten. 't Was gewoon gevonden geld.... niks anders.... heelemaal niks anders. Maar.... o, lieve deugd! Wat most ze beginnen als de slager terugkwam om^ na vraag te doen Konze zeggen, dat ze t in haar zak had gestopt? Nee, nee.... ze had nou eenmaal A gezegd.dan most ze ook B. zeggen als 't er op an kwam. Gewoon d r eigen van de domme houwe.... ze kon nou niet meer terug, 't Was die slager z'n eigen schuld ook. Most ie maar niet zoo mal tegen d'r gedaan, hébben met z'n ge knijp en z'n ge-biejeskoóp. 't Was meteen 'n goeie leer voor 'm, om niet met de boje te vrijen en beter op z'n centen te letten. Ja, zoo zou ze 't op vatten.... als 'n les voor die slager. Dan had 't toch ook weer z'n goeie zij. Maar heel de morgen zat ze in de grootste onrust. Iedere keer, dat er werd gebeld, kreeg ze 'n geweldige schok en ging met trillende beenen naar de deur. Ze had de grootste moei te, om gewoon te blijven.telkens deed ze malle, verkeerde dingen en gaf verstrooide antwoorden als mevrouw iets zei. „Kind, wat heb je toch vroeg deze op 't laatst „Nu sta je weer kopjes af te drogen dc met de vaatdoek en de theedoek hangt voor 't grijpen.Ben je niet goed „Ik mevrouw.ik mankeer heusch niets hoor." „Je beeft.... dat zie ik.... je beeft, An nie.... en je hoofd gloeit. Je hebt koorts. „Zou 't.... zou 't waar wezen? Ja, nou zie 'k ook, dat 'k beef.... da's gek..-r. ik voel me toch...." 1 „Nee, neeik vind 't heel mooi van je, Annie, dat je jezelf er tegen wilt verzetten maar ik mag niet toelaten, dat je zoo door werkt. Ga maar gauw naar huis en kruip on der de wolmisschien ben je dan morgen weer opgeknapt". 'n Kwartier later ging ze de deur uit.... ze was blij toe, want ze zou d'r eigen op 't laatst niet meer goed gehouwen hebben. Had ze 't briefje nog wel Ja.ja, daar zat 't nog. 't Was mal, dat ze d'r nog naar voelde, want 't woog wel tien pond Zou ze nou meteen naar de hoedenwinkel gaan? En wat most ze thuis zeggen, als ze daar aan kwam zetten, veels te vroeg en met 'n nieuwe hoed bij d'r? Stilnee't kwam prachtig uit. moeder was nog in d'r werkhuis en de jongens zaten nog op school. Ze zou d'r hoedje weg stoppen en Zaterdagavond tegen moeder zeg gen, dat de schoonmaak achter de rug was en dat ze 't ekstraatje had.... de rest kwam in orde. 't Was of haar beenen allebei sliepen toen ze de hoedenwinkel binnen ging en naar 't blauwe zij'tje vroeg van drie-tachtig. Ja, hoor, 't was er nog. 't Stond haar netjes, keurig, vond de juffrouw. Zelf keek ze er maar nau welijks naar en legde meteen 't bankbiljetje neer. De hoed ging in 'n groote witte zak met blauwe letters. Ze greep er beverig naar en liep meteen weg. „Ho, hou geeft toch tien gulden u krijgt toch geld terug „O, ja" schrok ze lacherig en liet de guldens in haar hand neertellen. Ze kneep haar hand zeer om 't harde geld en liep als opgejaagd door de straten. "Ze scheurde 'n stuk van de hoedenzak en pakte daar 't overgeschoten geld in.toen rolde ze er nog eens haar zakdoek omheen en hield die stijf vast. 't Kwam uit. Er was niemand thuis. Toen buurvrouw de sleutel gaf maakte ze 'n smoes, dat ze vroeger weg mocht, omdat mevrouw uit moest. Regelrecht ging ze naar 't zolder kamertje waar ze sliep. Angstig, als 'n kat, die 'n stuk vleesch heeft gegapt, zocht ze naar 'n veilig plekje. Na lang dralen stopte ze hoed en geld, alles nog ingepakt en wel, onder 't ledikant heel diep, in 't verste hoekje. Toen ging ze de straat op en bleef loopen tot 't haar gewone tijd van thuiskomen was. Doch de angst bleef op haar zitten als 'n klauw, die haar elk oogenblik kon worgen. Ze at haast niksdeed nu weer dwaas druk en uitgelaten, dan weer zat ze te kijken alsof ze geen tien kon tellen. Gelukkig, dat moeder drukte genoeg had, en er niet op let- tc 'ijverig hielp ze mee aan de huishoudelijke bezigheden en dankte de hemel, dat ze einde lijk met goed fatsoen baar bed kon gaan. Zes, zevenmaal keek ze onder 't ledikant, of alles er nog wel lag. Ze kreeg groote lust, om 't hoedje uit te pakken en 't nog eens op te zetten voor 't kleine spiegeltje.... maar ze dorst niet.... als ze er naar greep, trok ze weer snel haar hand terug, alsof ze zich had gebrand. De slaap kwam vooreerst niet.en toen ze eindelijk sliep had ze allerlei verschrikke lijke droomen, van politie, rechters, gevange nissen, en van honderd slagers die met groote messen op haar afkwamen.... Als geradbraakt stond ze op.veel vroe ger dan anders.keek weer tienmaal onder 't ledikant en ging huiverend n"* beneden. Wel tien minuten te vroeg was ze aan haar dienst en ging direct weer hard aan 't werk. Ze wou geen tijd krijgen om te dénken. Doods angsten stond ze uit als zoo meteen de slager zou komenals ze zich maar goed hield en geen kleur kreeg. Na 'n paar uur van marteling was ie er. Knikkerig ging ze open doen en zag, dat 't niet de slager van gisteren was, maar n ande re knecht. Dat was 'n verachting. Die duurde echter maar.heel kort, want nieu we angst kwam weer voor de dag van morgen voor moeder ook, die misschien toeval lig op haar kamertje zou komen en de ont dekking doen. 'n Nieuwe nacht weer van angsten en ban ge droomen werd gevolg door 'n nieuwe mor gen van angst. Wederom kwam de andere knecht. De opluchting van 'n oogenblik maakte plaats voor de beklemmende vraag, wat dat had te beduiden, en of het soms verband hield met de Heel gewoontjes trachtte ze aan de knecht te vragen waar z'n kameraad zat, die anders altijd kwam. „O, die is ziek 1" „Ziek?" schrok zeWaarvan?" „Waarvan Dat zal je an de dokter motte vragen, zus" klonk het lachend. „Nou jaik bedoel maar zooof- ter soms wat is gepasseerd zal 'k maar zeg ge. „Voor zoover as 'k weet niet, hoor...." „O, gelu.... hm.... zoonou dan zal 't wel niet zoo slim wezen, 't Kon soms zijn, zie jevan 'n kwestie of zoo ies met de baas, of 'n klant. Dat heb 'n neef van me ook es gehad, die was bij 'n kruienier en toen was-ter ies met 't geld en toen...." „Ja, toevallig is er Maandag wel 'n geld- kwestietje geweest, met afrekenen van de briefjes.... d'r was geloof 'k 'n tientje te weinig, weet ik veelhij scheen d'r wel 'n beetje van overstuur te zijn. „O:en.verders niks gehoord vreemdde haar stem bijna schor. „O.ik heb 't al in de smiezen" knip oogde de knecht met 'n lachje. „Wat Wat heb jij in deje hebt niks niks. „Ja, ja.jullie hebbe 'n oogie op mekaar nou, ik kan 'm geen ongelijk geven. Met 'n zwaai sprong ie op z'n fiets en riep nog plagerig, dat ie 'm beterschap van d'r zou wenschen. Toen ze de deur dicht had was 't, of haar beenen met ijzers aan de grond zaten.... „Ziek" mompelde ze„Hij is 'r ziek van".... misschien z'n ontslag gekregen, om 't vermiste tientje, wat zij gestolen had Wie weet wat z'n baas allemaal tegen 'm gezegd hadhoe ie was uitgevaren.mis schien wel uitgescholden voor diefsla gersbazen zijn dikwijls zoo ruw.... En nou lag ie d'r ziek van ziek van de onrecht vaardige verdenking.... God, wat had ze toch gedaanwat had ze op d'r geweten as ie d'r maar niet dood van ging. dat had ze wel es meer gehoord. 't Was of 't met vuisten in d'r hoofd werd geslagen: jouw schuld, jouw schuld.... Haar keel was als toegeknepen en ze hapte naar adem. Ze sleepte zich naar de keuken, plofte op d'r stoeltje neer en bleef wezenloos zitten. Daar kwam mevrouw naar beneden en ze sprong op.deed haar werk met lam me armen.en toen ze 's avonds naar huis ging begreep ze nog niet hoe de dag was om gekomen. Moeder schrok van haar bleekheid. Ze zei, dat ze lang n et goed was, en dat loog ze n et. Moeder bracht haar naar bed met 'n heete citroen en stopte haar d'r extra goed onder. In de eenzaamheid van d'r kamertje, met 't gestolen blauwe zij'tje en de rest van 't geld onder haar bed, werd de wroeging nog eens zoo erg. Ze wou 't schreeuwen naar beneden alles aan 'moeder vertellen, maar ze durfde niet.... om 't vreeselijke voor moeder, die toch al zooveel zorg had. De nacht werd 'n afschuwelijke kwelling met de verschrikkelijkste droomgezichten, waaruit ze twintig maal wakker schokte. Tegen de morgen sliep ze pas 'n beetje langer in, ze was dood-op. Om bij negenen werd ze wakker, 't Was stil in huis. Moeder was naar d'r werk ge gaan en had haar dus maar stiekum laten lig gen. Ze kleedde zich aan, bibberend en met 'n lam gevoel in al haar leden. Ze nam opeens 'n besluitgreep de zak met de blauwe letters en 't papier met geld onder haar bed Vandaan en ging naar haar dienst. Mevrouw keek vreemd op en wou gaan vragen. Maar Annie liet haar geen tijd.ze duw de mevrouw de zak en 't papier met zilvergeld in de armen en vertelde alles onder schokkend gehuil en gejammer. Mevrouw liet haar begaan en wachtte tot ze wat bedaarde. Toen zei ze kalm „Ik wist 't, Annie „Wat zegt u, mevrouw.... u wist...." „Jaik merkte die dag direct al, dat er iets niet in de haak was met jou.en toen je 's middags naar huis wasen de sla ger hier kwam, om te vertellen, dat hier de vergissing gebeurd moest zijn, omdat ie geen ander bankpapier bij zich had toevallig. toen begreep ik 't.Ik deed net of ik naar binnen ging, om m'n geld na te kijken.en ik kwam terug met 'n briefje van tienik Zei ,,'t is in orde, slager, je hebt gelijk." „Dusdus hij is niet ziek van „Dat ziek worden is louter 'n toevallig heid geweest..waar ik aan een kant blij om was. Ik dachtik moet nu es afwachten wat Annie doetals 't 'n ondoordachte misstap is geweest, dan komt 't vapzel wel in orde.want in de grond is ze niet on eerlijk.... Ik heb ie stilletjes laten tobben want tobben, dat deed je, dat zag ik elk uur van de dagen, die volgden.... en nou ben je d'r met je bekentenisEn met je berouw, Annie?" „Ja, mevrouwjaik heb 'r echt, echt vreeselijke spijt van...en als moeder noudie weet nog niks." „Dat hoeft ook niet kind. Blijf voor je moeder wat je altijd geweest bent.... wat niet weet wat niet deert, 't Is mij voldoende, dat je 'r spijt van hebt. Hier, neem nou je hoedje terug.voor alle narigheid, die je hebt doorstaan. Zeg aan je moeder, dat je die van mij hebt gekregen, omdat ie zoo flink je best doet." Toen begon Annie nog es te huilenen de heele dag deed ze nog 'n beetje snikkerig af en toe. Maar 's Zondags pronkte ze lekker en hee lemaal opgekikkerd met 'r blauwe zij'tje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7