Binneniandsch Nieuws.
De stoute streken van Boefie en Foefie, de rattenbengels.
ELCK WAT WILS
TREKJES
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Dinsdag 27 April 1928
De gemeente-ontvanger
van Leimuiden.
Na den watersnood.
Een jubileum te Leiden.
Het heengaan van minister
Van Royen.
De weeldebelasting in
studie genomen.
Mr. A. R. Zimmerman.
De Weldadigheidszegels
van 1925.
Verlaging inkoopprijs
voor goud.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Reizen naar Frankrijk.
Goedkooper postvervoer.
Postzegels van 7l/> cent.
UIT ONZE OOST.
Nieuwe strijd tegen Atjehers.
Uitgesteld
HANDEL EN NIJVERHEID.
Tentoonstelling schoenindustrie.
AMSTERDAMSCH NIEUWS.
Jongetje door de E. S. M.
overreden.
MARKTNIEUWS.
VISSCHERIJ.
Het fraude-geval te Wehl.
KERK EN SCHOOL.
Het Int. Eucharistisch Congres
te Chicago.
>11
(t/d
No. 442.
G.N.
Het Lestuur van de afd, Zuid-Holland
^an den Ned. Bond van Gemeente-ambte
naren heeft Ged. Staten verzocht, goedkeu
ring te willen onthouden aan het besluit
van den raad van Leimuiden, waarbij onge
vraagd ontslag is gegeven als ontvanger dier
gemeente aan den heer C. van Hepningen.
Weer een gift van het Smeroe-fonds
van 15.000.
Het bestuur van den Koninklijken" Natio-
nalen Bond voor Reddingswezen en Eerste
Hulp bij ongelukken „Het Oranje Kruis"
deelt mede, dat het van het Smeroe-fonds
te Batavia een achtste gift van 15.000
heeft ontvangen ten behoeve van de slacht
offers van den watersnoodramp.
Met deze gift heeft genoemd bestuur nu
270.000 al9 bijdrage van Nederlandsch
Oost-Indië aan de Algemeene Vereenigde
Commissie tot leniging van rampen dóór
watersnood overgemaakt.
Zaterdag 1 Mei zal het 25 jaar geleden
zijn, dat Mr. Dr. J. C. Overvoerde werd be
noemd tot gemeente-archivaris te Lelden en
tc conservator, later tot Directeur van het
'Stedelijk Museum „De Lakenhal.'
Met het oog op dit 25-jarig jubileum
fieeft zich een commissie gevormd ten einde
Dr. Overtoom een huldeblijk aan te bieden.
Deze viering van het jubileum zal plaats
hebben Zaterdag 1 Mei, des namiddags 4
uur.
Prof. Dr. W. Martin, directeur van het
Mauritshuis te 's-Gravenhage, zal daarbij
een toespraak houden, waarna de burge
meester van Leiden, Jhr. de» Gijselaar, eere
voorzitter van het comité, het huldeblijk zal
overhandigen.
Een mededeeling uan minister De Geer.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van Gijn,
heeft d.d. 24 April de volgende schriftelijke
vragen gericht tot den minister van Finan
ciën, voorzitter van den Raad van minis
ters:
Kan de minister mededeelen, waarom de
afgetreden minister van Oorlog, minister
van Marine a.i., gemeend heeft zijn ontslag
aanvrage te moeten indienen?
Welke nieuwe omstandigheden hebben
er toe geleid, dat de eerst voor kort afge
reden minister van Oorlog, Lambooy, de
portefeuille van Oorlog en van Marine a.i.
wederom kan aanvaarden?
Op deze vragen heeft minister De Geer het
volgende geantwoord:
In de regeeringsverklaring van 11 Maart j..l
iverd o.m aangekondigd: „Samenvoeging
van de departementen van Oorlog en Marine
tot een departement van Landsverdediging;
nadere overweging van het vraagstuk van de
splitsing der Marine"
Eenig verschil van gevoelen is gerezen, of
deze beide punten in dien zin onafhankelijk
aan elkaar verbonden" waren (woorden uit
de rede van den minister van Marine a.i. op
23 Maart j.l.), dat bij een ongunstige beslis
sing op het tweede punt, ook de aannemelijk
beid van het eerste twijflachtig zou worden,
dan wel. of de samensmelting der departe
menten in ieder geval zou behooren te wor
den doorgevoerd, c.q. zonder splitsing, b.v.,
in den geest van het K. B. van 27 September
1920, van het nog bij de Kamer aanhangig
wetsontwerp van 15 November 1920.
Hoewel de minister-president dit ver
schil niet acuut achtte en daarvan aan zijn
ambtgenoot blijk gaf, heeft deze, wegens
uiteraard te eerbiedigen en voor hem afdoen
de redenen, met name, wijl hij zich in geen
geval zou kunnen vereenigen met een oplos
sing in den geest van bedoeld wetsontwerp,
in dit latente geschil aanleiding gevonden zijn
ontslagaanvrage bij H. M. de Koningin in të^
dienen.
De beantwoording van de tweede vraag
meent minister De Geer minder op zijn weg
te liggen. Hij heeft bij het zoeken naar een
opvolger, die in de huidige onzekere situatie
bereid en geschikt zou zijn, de zware voor
liggende taak op rich te nemen, met derge
lijke overwegingen geen rekening kunnen
houden. Na ingewonnen informatie bij den
betrokken deelen, dat als „nieuwe omstan
digheden" ten deze zijn aan te merken de
zelfde, die genoemd in de verklaring, 'door
het Kamerlid den heer Nolens afgelegd, vóór
de stemming over de begrooting van Buiten-
landsche Zaken, op Vrijdag 19 Maart j.l.,
met name deze- de aard van 't huidige ka
binet en de verhouding waarin dit kabinet
Staat tegenover de fracties in de Kamer,
In zijn antwoord op het verslag der Eer
ste Kamer over de begrooting van Financiën,
zegt de minister, dat hij, evenals zijn ambts
voorganger, den tijd voor een algemeene her
ziening van de classificatie in de personeele
belasting nog niet gekomen acht en ook hem
komt het niet wenschelijk voor dat inciden
teel in de classificatie eener bepaalde ge
meente wijziging wordt gebracht.
De zaak der weeldebelasting is in studie
genomen, en verkeert op het oogenblik in
een stadium, waarin het resultaat nog niet
kan worden medegedeeld.
De heer mr. A. R. Zimmerman, die voor
een week in ons land vertoeft, zal zich naar
het Rott. Nbl. meldt, na 1 Juli, wanneer zijn
opdracht van den Volkerenbond in Oosten
rijk ten einde loopt, weer in Nederland ves
tigen. Eerst gaat hij echter reizen, wellicht
ook naar Amerika, waar men hem voor le
zingen heeft uitgenoodigd.
Opbrengst ruim 80.000.
Naar verluidt, heeft de verkoop van de
weldadigheidspostzegels-1925 ruim 80.000
opgebracht.
Te Amsterdam beliep de opbrengst ruim
18.000.
In 1924 was de netto-opbrengst
56.723.32Vi\ in 1923 (het eerste jaar van
uitgifte dezer zegels) 18.265.82.
Machtiging door de regeering
niet vereischt.
In een nota, naar aanleiding van het af-
deelingsverslag der Eerste Kamer, over de
begrooting van Financiën, beantwoordt mi
nister De Geer de vraag, of de onlangs
plaats gehad hebbende verlaging van den
inkoopsprijs voor goud door de Nederland-
sche Bank geschied is, na van de regee
ring bekomen machtiging, in ontkennenden
zin. Zoodanige machtiging van de regeering
wordt daarvoor niet vereischt, en is dus
door de directie van de Bank ook niet ge
vraagd.
Het al of niet bekendmaken van motie
ven welke de directie van de Nederland-
sche Bank hobben geleid tot het nemen
van belangrijke beslissingen, behoort tot
het bankbedrijf, dat aan de directie moet
worden overgelaten. De regeering is ook
formeel niet bevoegd, daaromtrent eenige
gedragslijn voor te schrijven.
Naar „Reizen en Trekken" meldt, zullen
waarschijnlijk met ingang van 1 Mei a.s. de
voornaamste Nederlancische stations (Am
sterdam, Arnhem, Haarlem, Den Haag, Lei
den, Nijmegen, Roosendaal, Kotierdam,
Utrecht) rechtstreeksche enkele reis- en re
tourbiljetten kunnen afgeven naar ongeveer
90 Fransche stations.
De retourbiljetten geven op de trajecten
n Frankrijk de volgende voordeelen:
le .korting van 25 pCt. in de le klasse
van 20 pCt. in de 2e en 3e Klasse, op twee
maal den prijs van een biljet enkele reis;
2e. het recht om de reis af te breken op
alle Fransche stations;
3e. toegang tot alle treinen (L.-treinen met
Jen gebruikelijken toeslag);
4e. een buitengewone geldigheidsduur
(hijvoorbeeld Parijs 8 dagen, Bordeaux 30
oagen, Genève 30 dagen, Lyon 30 dagen,
Marseille 30 dagen, Nice 30 dagen, Menton
30 dagen.)
Met ingang van 1 Mei wordt zoowel in ons
land als in 't verkeer met ons land het int.
posttarief voor drukwerk verlaagd. - Een
vermindering van 2 ct. per 50 gram.
"Met ingang van 1 Mei zal, naar de Tel.
verneemt, zoowel hier te lande als in het
verkeer met ons land, vermindering van het
internationaal posttarief voor drukwerk
toepassing vinden voor:
nieuwsbladen en tijdschriften, welke
rechtstreeks door de uitgevers worden ver
zonden;
ingenaaide of ingebonden boeken, met uit
sluiting van alle bekendmakingen en recla-
me-geschriften, en
letterkundige en wetenschappelijke uitga
ven, welke wetenschappelijke instellingen
elkander toezenden.
Het port' van deze stukken zal bij ver
zending van ons land uit bedragen 2 ct per
50 gram, doch uitsluitend in het verkeer
met de landen, die gebruik maken van deze
bevoegdheid, daartoe door het Postverdrag
van Stockholm gegeven.
Naar de Tel. verneemt zal tuinen enkele
dagen de uitgifte van het nieuwe portzegel
van 7)4 cent plaats vinden.
Bij den vijand vielen negen dooden.
Zaterdagmiddag omsingelden, naar Aneta
seint, troepen, onder bevel van den eerste
luitenant W. A. M. Molenaar een bende
kwaadwilligen, bij Kampong Goeha, land
schap Kandang, onder-afdeeling Taptoean,
westkust van Atjeh.
Bij den vijand vielen 9 dooden. Onzerzijds
sneuvelde een inlandsch fusilier. Een in-
landsch fusilier werd licht gewond.
De opening van de R. K Hariffelshooge-
school te Tilburg, welke in September van
dit jaar zou plaats- hebben, is uitgesteld tot
September 1927.
Op initiatief der Ned. Schoenmakerspa-
troonsvereeniging wordt te Nijmegen in den
loop van de maand Mei een nationale ten
toonstelling voor de schoenindustrie gehou
den.
Op slag gedood.
Maandagmiddag omstreeks kwart over 3
is op den Admiraal de Ruyterweg ter hoogte
van de Zeven Provinc ënstraat een ernstig
ongeluk gebeurd met de E. S. M.
Een jongetje van een jaar of vijf, wilde,
omdat hij aan de overzijde van de straat een
vriendje zag staan, die naar het stoken van
een vuurtje stond te kijken, over het hek,
dat de trambaan afsluit, klimmen. Een
voorbijganger waarschuwde het kind nog, op
te passen voor de tram, en was ook van
meering, dat het op het hek zou blijven
zitten. Juist toen evenwel een der trams
van den sneldienst AmsterdamHaarlem
naderde, sprong het knaapje van het hek op
de trambaan; hij geraakte onder den motor
wagen en was onmiddellijk dood
De bestuurder kon op dezen korten af
stand natuurlijk niet onmiddellijk stoppen.
Evenwel heeft hij nog zoodanig geremd, dat
de reminrichting ontzet was
ALKMAAR, 24 April. Eieren. (N. V.
Eierveiling voor Hollands Noorderkwartier)
Aanvoer 195.000 kipeieren. Prijzen 56/60
Kg. f5.20—5.70, 60/64 Kg. f 5.40—6.20,
bruine f 5.70—6.30 per 100 stuks. Aanvoe
50.000 eendeieren. Prijs f 5.30 per 100 stuks.
EDE, 26 April. Eieren f 5—6 per 100 st.
Biggen f 17—24 per stuk.
Aangevoerd 150.000 eieren, 130 biggen.
GORINCHEM, 26 April. Aangevoerd
540 koeien, 15 nuchtere kalveren 1131 big
gen, 334 overloopers, 18 schapen, 58 lam
meren. Men besteedde voor kalfkoeien
f 450525, kalfvaarzen f 180275, guiste
vaarzen f 150225, melkkoeien f 300400
pinken f 100—180, nuchtere kalveren (fok)
f 1830, idem (export) f 1018, overloo
pers f 3045, biggen per stuk f 1830,
schapen f 2580, lammeren f 1520.
Boter f 1.101.15 per Kg.
Eieren f 0.05 0.06 per stuk.
HOORN, 26 April. Vee. (Groote voor
jaarsveemarkt). Aangevoerd 1656 stuks. Vet
te koeien f 300370, kalfkoeien f 300
450, vare of gelde koeien f 200325, stie
ren f 150—300, pinken f 125—175. Handel
goed.
KAMPEN, 26 April. (Weekmarkt). Eie
ren aanvoer 25.000 stuks, f 5.506 per 100
stuks. Boter f 2.10 per Kg. Kippen f 1.75
—2.50, Konijnen f 1.602.25 per stuk.
Russchen matten t 810 per rol.
ALPHEN. N.V. Tuinbouwveiling .Al
phen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.
Veiling van 23 April. 1926. Spinazie
f 49; Postelein 34. per 100 K.G.; Radijs
j 4—4 90; Seldery 2—3.30; Rabarber 2
3.10; Peen f 24, per 100 bos: Kropsla I
7—7.20; idem II 3—5 20; Bloemkool 1
2126, per 100 stuks; Kipeieren f 4.5C
6.10; Eer.deièren 5.205.60: Kalkoen
f 9. Per 100 stuks. Aanvoer 16725 stuks.
IJMUIDEN, 26 April. Heder. waren aan
de Rij ksvischafslag 26 stoomtreilers, 6 log
gers, 3 beugers. De prijzen waren als volgt:
Tarbot f 1.251, tongen f2.101.70 per
Kg.; griet f 6722, gr. schol f 3322, mid
schol f27—24, zetschol f29—19, kl. schol
f 149, f7—3.70, scharren f 8.50—5 per
50 Kg. roggen f 207.50 per hoop Vleet
f2.20—-0.80 per stuk; Makreel f 1917,
Pieterman en Poon f 177.50, Gr. Schel-
visch f 4024, Md. Schelvisch f 2917,
K.md. Schelvisch f 10—10.50, Kl. Schel-
Schelvisch f 126.607.502.40, Kabel;
jaufv f 4427, Gr. Gullen 146.40, Ki
Gullen f7.50— 3.40. Wijting f3.80—2.40
per 50 Kg.
IJMUIDEN, 26 April. De stoomtreiler
IJ.M. 168 (Odin) keerde heden van de IJs-
landvisscherij in onze haven terug met een
aanvoer van 800 manden versche- en 343
kantjes zoutevisch.
De ambtenaar naar Arnhem overgebracht.
Het onderzoek in de zaak tegen K. T
ambtenaar ter sfecretarie, heeft tot heden
aan het licht gebrachit. dat verschillende
kleine landbouwers voor een bedrag van
1200 zijn gedupeerd. Vermoedelijk zal dit
cijfer nog belangrijk hooger worden. T. is in
het huis van bewaring te Arnhem ingesloten.
Mgr. Caccia Dominirioni, de maestro
di camera des Pausen, zal. naar de Msb.
verneemt, den Pauselijken legaat voor het
Eucharistisch congres, Kardinaal Bonzano,
naar Chicago vergezellen.
Voor de heeren geestelijken, die -de reis
zullen me.emaken, zijn bijzondere maatrege
len getroffen. Op de Amerikaansche spoor
wegen wordt hun een reductie verleend,
terwijl op de boot het H. Misoffer kan wor
den opgedragen. Een circulaire met nadere
bijzonderheden hierover, wordt na schrifte
lijke aanvrage o, a. toegestuurd door den
heer L. van der Broee, Jacob Marisstraat,
N. 14, te Amstedam.
177. We moesten Joris
Langoor zien te waarschuwen,
zei Boefie. Laat eens kijken,
komt de tram nog niet? De
twee vrienden keken in de rich
ting van het stadje, dat zich
scherp tegen den rooden hemel
afteekende. Maar ze zagen geen
tram.
178. Plotseling kwam er een
fel verblindend licht om een
bocht. Dat is de tram! riep
Foefie. Kom Boef, zei hij tot
zijn maat, we gaan hem tege
moet. We zullen probeeren, Jo
ris te beduiden, dat hij moet
stoppen,
179. De twee rattenbengels
snelden vooruit, het felle zoek
licht van de tram tegemoet. Ze
dachten niet meer aan hun natte
kleeren en aan de kou, maar al
leen aan de passagiers van de
tram, die niet wisten, welk vree-
:elijk gevaar hen bedreigde.
180. I.i de tram zaten de pas
sagiers genoegelijk te slapen.
Ze hadden kermis gehouden en
gingen nu vermoeid naar huis.
Aan een ongeluk dachten ze na
tuurlijk niet. Als ze even wak
ker schoten, knikkebolden ze
dadelijk weer in slaap.
Daghitje's wroeging.
Zeven minuten voor achten
Verdikkempie, dan most ze opschieten. Ze
kwam niet graag te laat. Niet dat mevrouw
d'r wat van zou zeggen zoo knieperig pre
cies keek ze niet als je 's 'n paar minuutjes
over tijd was. Daar was 't 'n vééls te best
mensch voor.
Maar 't was Zaterdag en dan was 'r 'n hoop
te doen. En als ze dan flink opschoot keek
mevrouw saves ook niet op 'n half uurtje.
Nee, ze had 't maar best getroffen bij me
vrouw Breedewegen. 'n Echt aardige mevrouw
was 't, die nooit opspeelde.
Als ze deris wat verkeerd dee, of wat had
vergeten, dan zee mevrouw d'r natuurlek
wél wdt van, maar toch altijd op 'n zachte
manieren dan dee je juist nog eens zoo
goed je best.
'n Heel verschil met die vorige hoor. Bij
dit mirakel dee je nou nooit wat naar d'r zin,
nooit was 't genoeg, al stonden je vingers
krom van 't werken en sjouwen. En altijd
mopperen en schelden, 't Was maar goed, dat
ze daar niet langer was gebleven.ze zou
compleet 'n zenuwpasjent zijn geworden.
Toch.... heel héél effies most ze kij
ken bij de hoedenwinkel van Bakker.dan
zou zé zoo medeen wel wat harder loopen.
Ja.'t stond er nog.dat blauwe zije
hoedje met die snoepies van knoopies d'r op
an weerskanten.
Drie-tachtig.drie-tachtig.noggeeh
eens vier gulden.
En toch, voor haar was 't onbereikbaar.
d'r viel niet eens over te dénken.
Waarom bleef ze d'r dan weer vóór staan
Ze maakte d'r eigen d'r maar kriebelig mee.
Ze zag haar gezicht in de etalage-spiegel
en beeldde zich in, dat ze 't hoedje, dat lekke
re blauwtje, op had. Verdori, wat zou 't haar
fijn staan op die blonde haren. Ze had 'n aar
dig toetje, dat wist ze. Daar hoefde je heelegaar
niet groos voor te zijn.ze liep 'r niks mee
te koop.
Alle joden, daar begon 't al acht uur te spe
len
Ze zette 't op 'n drafje en schelde om bijna
vijf ovei chten aan bij mevrouw Breedewegen
Gelukkig, mevrouw zei niks.
Ze ging vlug aan d'r werk van alle Zater
dagen.
En toch.'t was net of ze niet opschoot.
Dat kwam van 't blauwe zij'tje, dat geregeld
in d'r kop zat te hengsten.
Zou ze 't vanavond, als ze met d'r centen
thuiskwam, nog es an moeder durven vragen
Ach, wel nee, 't gaf ommers toch niks. Ze
zou 't mensch nog maar weer méér in de zorg
brengen. Toen vader nog leefde was 't toch
'n heel andere tijd.toen kreeg je nog es
'n nieuw bloesie, 'n manteltje, 'n hoed of 'n
paar schoentjes. Maar afijn, dat wis nou een
maal zoo.daar viel niks tegen in te bren
gen.
Ze zou maar afwachten of ze van mevrouw
nog 'n schoonmaak-ekstraatje kreegMaar
hield 't blauwe zij'tje 't niet uit in die etela-
ziedaar was 't 'n veels te tof hoedje voor.
Toch wel naar hoor, als je altoos met die
centenkwesties zat te houwen.
Ze ging weer harder doorwerken, om die
vervelende gedachten kwijt te raken.
't Lukte tamelijk wel, maar 't hoedje kwam
toch ieder oogenblik om 'n hoekje kijken.
Toen ze 's avonds haar geld op tafel lei,
keek ze moeder even in 't bleeke zorg-ge-
zichten wou toen heelemaal niet meer
d'r over beginnen.
Maar moeder begreep wel wat 'r in haar
omging en zei zuchtend
,,'t Kan heusch nog niet, kind.Henkie
en Pietje motte hoog noodig kousies hebben
en straks komt de schoenmaker met 'n paar
gulden ripperasie."
„Nou moeder.... wat niet kan, dat kan
niet.... Misschien as bij mevrouw de
schoonmaak echter de rug is
„V/el ja.dan zalle me wel wéér zien."
't Was mooi weer Zondags en ze ging met
haar vriendin Bertha Stoomers, an de loop.
Alleinachies, wat 'n nieuwe hoedjes zag je
dragen Van alderlei kleuren en modellen,
't Was haar 'n triestig genot, om al dat moois
te bekijken en te becritiseeren met haar vrien
din, die zelf ook nog niet aan 'n nieuw hoedje
was toegekomen.
Ze troonde Bertha mee naar de hoeden
winkel en wees haar 't blauwe zij'tje, dat daar
nog glanzend te pronken stond op 't koperen
standaardje.
„Kom maar mee, meid" zei Bertha
„da's toch geen spekkie voor ons bekkie."
En met 'n armrukje trok ze haar van de étala
ge weg.
En de Maandag kwam weer.en andere
dagen en weken volgden.en eer ze er erg
in had zat ze bij mevrouw in de schoonmaak.
Op 'n morgen, toen ze weer bij de étalage
bleef staan, kreeg ze 'n schok.
't Blauwe zij'tje was weg. Daar had je 't
nou aldat moest zij nou juist weer tref
fen. Ze kon waarachies wel grienen.
Juist kwam er 'n winkeljuffrouw naar bui
ten, om 'n stofdoek uit te slaan.
„Zeg, juffrouw.... dat blauwe zij'tje van
drie-tachtig.... dat daar in dat hoekie
sting...."
„O ja.... da's verkocht.... Maar we
hebben binnen nog precies zoo een..|moet
u 't hebben?"
„Ja.nou nog niet.ik denk de an
dere week...."
„Dan zal 't wel weg wezen.afijn u kan
altijd zien."
Weg was ze alweer.
Zoo.zoo.-dus ze hadden nog zoo'n
zelfde. En hoelang zou 't duren
Nee, ze wou d'r niet an denken, 't Zou
toch wel weer mis wezen.... zoo trof zij 't
altijd.
„Mevrouw.'t briefje van de slager.
acht gulden dertig." x
„O.... hier.... Veertig gulden.... hij
Zal wel terug hebben."
„Veertig, slager.... hei je terug?"
„Dat zal wel gaan, Annie."
Toen ie 't bankbiljet aanpakte kneep ie
haar gelijk even in d'r arm.
„Toe, knul, schei uit" bloosde ze met 'n
verlegen lachje.
„Nouje houdt toch weLvan 'n lolletje,
niet Da's acht-vijftig, negen vijftig, tien
bedacht ze ineens weer spijtig dat kon twintig.Wanneer gaan we nou es naar de
nog wel drie of vier weken duren. Zoo lang beijeskoop, Annie
I „Niks te biejeskoope.... let maar op je
centen
„Wil je niet graag uit met 'n slager Da s
twintig, dertig...."
„Niks hoor Je ruikt me te veel naar de
bloederigheid."
„Ha, ha ha.... naar de bloede..... das
dertig, zee ikda's veertigNaar de
bloederigheid.hoe kom je daar nou bij
„Ach, vent, schiet op.... 'k heb wel wat
anders te doen.... hou me niet van me
werk
„Nou.... as je nog trek krijgtaan
hoor ik 't vandaag of morgen wel.ajuus,
Annie 1"
„Ajuus hoor 1"
Wat duivekaterhoeveel had ie d r nou
teruggegeven? Zetelde.... telde nog eens
jaze had 'n briefje van tien te veel
Ze wou naar de voordeur terughollen en
hem naschreeuwen
Maar opeens vloog 't als 'n heete golf naar
d'r hoofd't blauwe zij'tje't hoedje
Vandaag was 't er nog.tmorgen misschien
niet meergunst, gunst, wat zou dat
wat zou dat...."
„Annie Waar blijf je kind?" klonk me-
vrouw's stem.
Schichtig keek ze op.
„Ja mevrouw, ik ben d'r al 1"
Voor ze de kamer in ging had ze, haast
zonder te beseffen wat ze deed, 't te veel ont
vangen bankbiljet tusschen d'r goed verstopt.
Ze ging weer an d'r werk.en heel gauw
drong 't tot haar door wat ze had gedaan
GestolengestolenGroote hemel
zij 'n dieveggehoe was dat nou mo
gelijk.
Maar dan kwam weer verleidelij k het blau
we zij'tje voor d'r oogen dansenen ze
begon 't goed te praten, 't Kon best wezen
dat ie twee briefjes van tien op-elkaar had
ontvangen bij een of andere rijke mevrouw,
die 'r toch geen boterham minder om hoefde
te eten. 't Was gewoon gevonden geld....
niks anders.... heelemaal niks anders.
Maar.... o, lieve deugd! Wat most ze
beginnen als de slager terugkwam om^ na
vraag te doen Konze zeggen, dat ze t in
haar zak had gestopt? Nee, nee.... ze had
nou eenmaal A gezegd.dan most ze ook
B. zeggen als 't er op an kwam. Gewoon d r
eigen van de domme houwe.... ze kon nou
niet meer terug, 't Was die slager z'n eigen
schuld ook. Most ie maar niet zoo mal tegen
d'r gedaan, hébben met z'n ge knijp en z'n
ge-biejeskoóp. 't Was meteen 'n goeie leer
voor 'm, om niet met de boje te vrijen en beter
op z'n centen te letten. Ja, zoo zou ze 't op
vatten.... als 'n les voor die slager. Dan
had 't toch ook weer z'n goeie zij.
Maar heel de morgen zat ze in de grootste
onrust. Iedere keer, dat er werd gebeld, kreeg
ze 'n geweldige schok en ging met trillende
beenen naar de deur. Ze had de grootste moei
te, om gewoon te blijven.telkens deed ze
malle, verkeerde dingen en gaf verstrooide
antwoorden als mevrouw iets zei.
„Kind, wat heb je toch vroeg deze op
't laatst „Nu sta je weer kopjes af te drogen
dc
met de vaatdoek en de theedoek hangt voor
't grijpen.Ben je niet goed
„Ik mevrouw.ik mankeer heusch niets
hoor."
„Je beeft.... dat zie ik.... je beeft, An
nie.... en je hoofd gloeit. Je hebt koorts.
„Zou 't.... zou 't waar wezen? Ja, nou
zie 'k ook, dat 'k beef.... da's gek..-r. ik
voel me toch...." 1
„Nee, neeik vind 't heel mooi van je,
Annie, dat je jezelf er tegen wilt verzetten
maar ik mag niet toelaten, dat je zoo door
werkt. Ga maar gauw naar huis en kruip on
der de wolmisschien ben je dan morgen
weer opgeknapt".
'n Kwartier later ging ze de deur uit....
ze was blij toe, want ze zou d'r eigen op 't
laatst niet meer goed gehouwen hebben.
Had ze 't briefje nog wel Ja.ja, daar
zat 't nog. 't Was mal, dat ze d'r nog naar
voelde, want 't woog wel tien pond
Zou ze nou meteen naar de hoedenwinkel
gaan? En wat most ze thuis zeggen, als ze
daar aan kwam zetten, veels te vroeg en met
'n nieuwe hoed bij d'r?
Stilnee't kwam prachtig uit.
moeder was nog in d'r werkhuis en de jongens
zaten nog op school. Ze zou d'r hoedje weg
stoppen en Zaterdagavond tegen moeder zeg
gen, dat de schoonmaak achter de rug was en
dat ze 't ekstraatje had.... de rest kwam in
orde.
't Was of haar beenen allebei sliepen toen
ze de hoedenwinkel binnen ging en naar 't
blauwe zij'tje vroeg van drie-tachtig. Ja, hoor,
't was er nog. 't Stond haar netjes, keurig,
vond de juffrouw. Zelf keek ze er maar nau
welijks naar en legde meteen 't bankbiljetje
neer. De hoed ging in 'n groote witte zak met
blauwe letters. Ze greep er beverig naar en
liep meteen weg.
„Ho, hou geeft toch tien gulden
u krijgt toch geld terug
„O, ja" schrok ze lacherig en liet de
guldens in haar hand neertellen.
Ze kneep haar hand zeer om 't harde geld
en liep als opgejaagd door de straten.
"Ze scheurde 'n stuk van de hoedenzak en
pakte daar 't overgeschoten geld in.toen
rolde ze er nog eens haar zakdoek omheen en
hield die stijf vast.
't Kwam uit. Er was niemand thuis. Toen
buurvrouw de sleutel gaf maakte ze 'n smoes,
dat ze vroeger weg mocht, omdat mevrouw
uit moest. Regelrecht ging ze naar 't zolder
kamertje waar ze sliep. Angstig, als 'n kat, die
'n stuk vleesch heeft gegapt, zocht ze naar 'n
veilig plekje.
Na lang dralen stopte ze hoed en geld, alles
nog ingepakt en wel, onder 't ledikant
heel diep, in 't verste hoekje.
Toen ging ze de straat op en bleef loopen
tot 't haar gewone tijd van thuiskomen was.
Doch de angst bleef op haar zitten als 'n
klauw, die haar elk oogenblik kon worgen.
Ze at haast niksdeed nu weer dwaas
druk en uitgelaten, dan weer zat ze te kijken
alsof ze geen tien kon tellen. Gelukkig, dat
moeder drukte genoeg had, en er niet op let-
tc
'ijverig hielp ze mee aan de huishoudelijke
bezigheden en dankte de hemel, dat ze einde
lijk met goed fatsoen baar bed kon gaan.
Zes, zevenmaal keek ze onder 't ledikant,
of alles er nog wel lag. Ze kreeg groote lust,
om 't hoedje uit te pakken en 't nog eens op
te zetten voor 't kleine spiegeltje.... maar
ze dorst niet.... als ze er naar greep, trok
ze weer snel haar hand terug, alsof ze zich
had gebrand.
De slaap kwam vooreerst niet.en toen
ze eindelijk sliep had ze allerlei verschrikke
lijke droomen, van politie, rechters, gevange
nissen, en van honderd slagers die met groote
messen op haar afkwamen....
Als geradbraakt stond ze op.veel vroe
ger dan anders.keek weer tienmaal onder
't ledikant en ging huiverend n"* beneden.
Wel tien minuten te vroeg was ze aan haar
dienst en ging direct weer hard aan 't werk.
Ze wou geen tijd krijgen om te dénken. Doods
angsten stond ze uit als zoo meteen de slager
zou komenals ze zich maar goed hield
en geen kleur kreeg.
Na 'n paar uur van marteling was ie er.
Knikkerig ging ze open doen en zag, dat 't
niet de slager van gisteren was, maar n ande
re knecht. Dat was 'n verachting.
Die duurde echter maar.heel kort, want nieu
we angst kwam weer voor de dag van morgen
voor moeder ook, die misschien toeval
lig op haar kamertje zou komen en de ont
dekking doen.
'n Nieuwe nacht weer van angsten en ban
ge droomen werd gevolg door 'n nieuwe mor
gen van angst.
Wederom kwam de andere knecht.
De opluchting van 'n oogenblik maakte
plaats voor de beklemmende vraag, wat dat
had te beduiden, en of het soms verband hield
met de
Heel gewoontjes trachtte ze aan de knecht
te vragen waar z'n kameraad zat, die anders
altijd kwam.
„O, die is ziek 1"
„Ziek?" schrok zeWaarvan?"
„Waarvan Dat zal je an de dokter motte
vragen, zus" klonk het lachend.
„Nou jaik bedoel maar zooof-
ter soms wat is gepasseerd zal 'k maar zeg
ge.
„Voor zoover as 'k weet niet, hoor...."
„O, gelu.... hm.... zoonou dan
zal 't wel niet zoo slim wezen, 't Kon soms
zijn, zie jevan 'n kwestie of zoo ies
met de baas, of 'n klant. Dat heb 'n neef van
me ook es gehad, die was bij 'n kruienier en
toen was-ter ies met 't geld en toen...."
„Ja, toevallig is er Maandag wel 'n geld-
kwestietje geweest, met afrekenen van de
briefjes.... d'r was geloof 'k 'n tientje te
weinig, weet ik veelhij scheen d'r wel
'n beetje van overstuur te zijn.
„O:en.verders niks gehoord
vreemdde haar stem bijna schor.
„O.ik heb 't al in de smiezen" knip
oogde de knecht met 'n lachje.
„Wat Wat heb jij in deje hebt niks
niks.
„Ja, ja.jullie hebbe 'n oogie op mekaar
nou, ik kan 'm geen ongelijk geven.
Met 'n zwaai sprong ie op z'n fiets en riep
nog plagerig, dat ie 'm beterschap van d'r
zou wenschen.
Toen ze de deur dicht had was 't, of haar
beenen met ijzers aan de grond zaten....
„Ziek" mompelde ze„Hij is 'r ziek
van".... misschien z'n ontslag gekregen,
om 't vermiste tientje, wat zij gestolen had
Wie weet wat z'n baas allemaal tegen 'm
gezegd hadhoe ie was uitgevaren.mis
schien wel uitgescholden voor diefsla
gersbazen zijn dikwijls zoo ruw.... En nou
lag ie d'r ziek van ziek van de onrecht
vaardige verdenking.... God, wat had ze
toch gedaanwat had ze op d'r geweten
as ie d'r maar niet dood van ging.
dat had ze wel es meer gehoord.
't Was of 't met vuisten in d'r hoofd werd
geslagen: jouw schuld, jouw schuld....
Haar keel was als toegeknepen en ze hapte
naar adem. Ze sleepte zich naar de keuken,
plofte op d'r stoeltje neer en bleef wezenloos
zitten. Daar kwam mevrouw naar beneden
en ze sprong op.deed haar werk met lam
me armen.en toen ze 's avonds naar huis
ging begreep ze nog niet hoe de dag was om
gekomen.
Moeder schrok van haar bleekheid. Ze zei,
dat ze lang n et goed was, en dat loog ze n et.
Moeder bracht haar naar bed met 'n heete
citroen en stopte haar d'r extra goed onder.
In de eenzaamheid van d'r kamertje, met
't gestolen blauwe zij'tje en de rest van 't geld
onder haar bed, werd de wroeging nog eens
zoo erg. Ze wou 't schreeuwen naar beneden
alles aan 'moeder vertellen, maar ze durfde
niet.... om 't vreeselijke voor moeder, die
toch al zooveel zorg had.
De nacht werd 'n afschuwelijke kwelling
met de verschrikkelijkste droomgezichten,
waaruit ze twintig maal wakker schokte.
Tegen de morgen sliep ze pas 'n beetje
langer in, ze was dood-op.
Om bij negenen werd ze wakker, 't Was
stil in huis. Moeder was naar d'r werk ge
gaan en had haar dus maar stiekum laten lig
gen.
Ze kleedde zich aan, bibberend en met 'n
lam gevoel in al haar leden.
Ze nam opeens 'n besluitgreep de
zak met de blauwe letters en 't papier met
geld onder haar bed Vandaan en ging naar
haar dienst.
Mevrouw keek vreemd op en wou gaan
vragen.
Maar Annie liet haar geen tijd.ze duw
de mevrouw de zak en 't papier met zilvergeld
in de armen en vertelde alles onder schokkend
gehuil en gejammer.
Mevrouw liet haar begaan en wachtte
tot ze wat bedaarde.
Toen zei ze kalm „Ik wist 't, Annie
„Wat zegt u, mevrouw.... u wist...."
„Jaik merkte die dag direct al, dat er
iets niet in de haak was met jou.en toen
je 's middags naar huis wasen de sla
ger hier kwam, om te vertellen, dat hier de
vergissing gebeurd moest zijn, omdat ie geen
ander bankpapier bij zich had toevallig.
toen begreep ik 't.Ik deed net of ik naar
binnen ging, om m'n geld na te kijken.en
ik kwam terug met 'n briefje van tienik
Zei ,,'t is in orde, slager, je hebt gelijk."
„Dusdus hij is niet ziek van
„Dat ziek worden is louter 'n toevallig
heid geweest..waar ik aan een kant blij
om was. Ik dachtik moet nu es afwachten
wat Annie doetals 't 'n ondoordachte
misstap is geweest, dan komt 't vapzel wel
in orde.want in de grond is ze niet on
eerlijk.... Ik heb ie stilletjes laten tobben
want tobben, dat deed je, dat zag ik elk
uur van de dagen, die volgden.... en nou
ben je d'r met je bekentenisEn met je
berouw, Annie?"
„Ja, mevrouwjaik heb 'r echt,
echt vreeselijke spijt van...en als moeder
noudie weet nog niks."
„Dat hoeft ook niet kind. Blijf voor je
moeder wat je altijd geweest bent.... wat
niet weet wat niet deert, 't Is mij voldoende,
dat je 'r spijt van hebt. Hier, neem nou je
hoedje terug.voor alle narigheid, die je
hebt doorstaan. Zeg aan je moeder, dat je die
van mij hebt gekregen, omdat ie zoo flink je
best doet."
Toen begon Annie nog es te huilenen
de heele dag deed ze nog 'n beetje snikkerig
af en toe.
Maar 's Zondags pronkte ze lekker en hee
lemaal opgekikkerd met 'r blauwe zij'tje.