y -
I's
sokf ONZE K.LEEDING
Geborduurde kinderjurkjes.
f/M
De zwart*
lakensche Moeder.
Een medisch
oordeel over de
vrouwenkleeding.
De Oostersche
mode.
De Parfummerieën
in de middeleeuwen
Gekleurde
glasgordijnen.
Het wasschen van
zwarte zijde en
zwarte kant.
Eten en drinken.
Practische wenken.
Recepten.
Patronen naar Maat
J
;J ill K/
m'JImmw f-
Ifl
zeV^ouweti-
„Wat 'n zonderlinge titel!" denken na
tuurlijk m'n lezeressen, 't Klinkt zoo on
geveer als „blikken dominee", en schijnt
een humoreske aan te kondigen in
ieder geval moet 't den indruk maken
dat ik van 't begin af aan mijn onderwerp
roo'n beetje in 't belachelijke wil trek-
Ken. En dat bedoel ik juist heelemaal
niet!
Integendeel. Met 't zwarte laken ver-
tinnebeeld ik de verdwijnende moeder
figuur die ik wil bezingen!
Een uiterlijk verschil, speciaal 'n klee-
ding-verschil, is voor vrouwen het spre
kendst argument, wanneer het geldt een
innerlijk onderscheid aan te toonen.
De moeders der laatste jaren, de jonge
nieuwbakken moeders zoowei als de
sinds langeren tijd ingeleefde, zijn rips-
travers-, kasha- en toile-de-soie-moe-
ders. Ze dragen: rips-travers, kasha en
toile-de-soie. Ze denken: toile-de-soie,
kasha en rips-travers. Hun gedaAten zijn
niet altijd afgezaagd 't zelfde, want er
zijn in toile de soie immers veel verschil
lende strepen. En zooveel afwisselende
'patronen er zijn, zooveel variatie van ge
dachten is er voor de vrouw mogelijk
De moedertaak dier hyper-modernen
bestaat dan in t opleiden harer dochters
in rips-travers. kasha en toile de soie en
t kiezen van de dessins voor haar jurken
gewoonlijk in wat gedekter tint dan
haar eigene. Voorts in 't leiden en raden
van haar zoons bij de adoratie van nabu
rige kasha en toile-de-soie, met al wat
daaraan vast zit.
O verdwijnende moeder in je mantel
van zwart-laken-tot-op-den-grond
moeder die appreciaties wist als „béste
japon en „uitgaanshoed en ze in prak
tijk bracht óók, waar wij slechts de on
derscheidingen: jas, complet en avond
jurk kennen verdwijnende moeder met
lanÊi grijs haar en schildpadden haarspel
den; ik zou je willen opsporen, overal
waar je nog te vinden bent, en je smee-
ken. niet heelemaal van ons weg te gaan!
„Eerst dc weduwen, die waarlijk we
duwen zijn, zegt Sint Paulus. Mijn zwart-
lakensche moeders zijn voor een goed
deel weduwen, échte weduwen van Sint
aulus, die ook na het afleggen van den
ewaarsten rouw toch levenslang zwart
blijven dragen.
In de hoogere standen worden er nog
meer aangetroffen, dan je zoo oppervlak
kig zoudt meenen; uit de chaotische lagen
v an den middenstand, die sinds den oor
log uit de wonderlijkste elementen is
samengesteld, zijn ze onvindbaar en ho-
peloos_ verdwenen. Maar de allerbeste
vmdt je nog onder de kleine burgerij en
de goede volksklasse.
De houding van deze moeders tegen
over modekwesties typeert heelemaal het
standpunt dat ze innemen tegenover de
problemen van den nieuwsten tijd. Ze
gaan juist genoeg mee met hun tijd en
zijn nog juist genoeg jong om gemoedelijk
te spotten met al wat gedecideerd „an
tiek is; en juist conservatief genoeg om
de vreedzame illusie te hebben dat ze er
„heel netjes" uitzien soms vinden ze
met coquette naïviteit zelfs: „keurig".
Het wil er bij hen niet in, dat een kanten
stukje of een gedrongen stiksel van tal-
looze kleine plooitjes kan verouderen tot
n 't belachelijke, en ze herhalen zooiets,
met allerlei fantastische kleine variaties'
van eigen vinding, op elk stuk nieuwe
stof dat ze in handen krijgen.
Over het geheel leggen ze een respec
tabele onafhankelijkheid aan den dag
tegenover de mode en haar grillen, zoo
als we werkelijk niet vinden bij de wan
delende mode-prentjes, die slaafs en min
of meer benepen alle snufjes van het sei
zoen afwerken.
Ze onthouden zich geenszins van alle
waardeering. Ze. hebben een kinderlijke
belangstelling voor mode-journalen en een
waarlijk philosophische manier van ze
door te zien en te bewonderen. Som
mige dingen vinden ze ronduit „afschuwe
lijk", maar het meeste „héél aardig"
terwij! je je aldoor zit te verwonderen,
dat 't niet in hun hoofd schijnt op te
komen, iets van al dat moois te begee-
ren.
Het eigenaardige is dat deze vrouwen
buiten de society-wet schijnen te staan.,
of liever: erboven. Waar we als vrouw
alle anderen onmiddellijk taxeeren met
een vluggen blik langs schoenen, schou
dersnit van den jas, en silhouette van 't
hoedje komt het niet bij ons op, bij
hèn eenige critische aandacht te schen
ken aan de kleeding. We weten van ouds
her, en zonder dat we 't ons realiseeren,
dat deze bijkomstigheden buiten de lijn
van hun eigen persoonlijkheid vallen
en persoonlijkheden zijn ze, dat bewijst
juist hun afwijking op mode-gebied, die
voor de vrouwenmentaliteit zoo teeke
nend is. Hun uiterlijke verschijning vormt
geen onderdeel van onze belangstelling
in hen, zooals dat gewoonlijk het geval
is bij onderlinge vrouwelijke sympathieën;
en we willen onder alle omstandigheden
van harte graag met hen gezien worden,
hoe merkwaardig ze er ook kunnen uit
zien omdat we ze zoo liefhebben, om
dat ze zoo onweerstaanbaar beminnelijk
zijn in de onschuldige zelfvoldaanheid
van hun voorwereldlijke Zondags-dracht.
De moeders, met hun onbewust-held-
haftige, bijna artistieke onverschilligheid
voor het gangbare, zijn allerliefst toege
felijk voor de kleine ijdelheden van hun
dochters, en laten deze geheel vrij in hun
keuze, mits ze binnen de grenzen van
hun fatsoensbegrippen blijven. Nooit zul
len ze haar hun eigen duistere makelijen
opdringen; zoo blind en naïef ze in bun
persoonlijken smaak zijn, zoo'n scherpen
blik hebben ze vaak voor wat hun doch
ter kan flatteeren.
Hoeveel toewijding en zorg, die andere
moeders van middelbare jaren verspillen
aan hun eigen dubieuse bekoorlijkheden,
besparen zij voor hun omgeving, winnen
zij uit om kwistig rond te deelen over
allerlei belangen, door hun grandioos ne-
geeren van dien egoïstischen zelf-cultus,
waarin bijna alle vrouwer? door tijdgeest
en mode worden meegesleept.
Och zwart-lakensche moeder, zoo on
verhoopt en sterk individucel door uw
rustig mijden van het weeë schabionen-
pakje der anderen laat ons niet voor
goed in den steek, laat ons niet heele
maal verweesd achter tusschen de troos-
telooze bêtisc van heupwiegend kasha en
toile de soie!
Nu we voor kort het vermaan dar
geestelijke overheid betreffende onze
kleediig hebben geboord, is het belang
wekkend. daarnaast eens te vernemen,
hetgeen op een onlangs gehouden jaar
vergadering der R. K. Artsenvereeniging
dokter Bergmann uit Kleef zeide in een
zeer merkwaardige rede over de moder
ne vrouwenkleeding, waaraan wij hieron
der een en ander zullen ontleenen.
Na met leedwezen te hebben gecon
stateerd, dat in den tegenwoordigen tijd
het zedelijk peil der menschheid eerder
daalt dan stijgt in weerwil van de ver
maningen, die onze Kerkelijke Overheid
v 7
rh
|\®n
No. 390. Eenvoudige japon voor dage-
lijksch gebruik, op kantoor of in huis.
Als stof kieze men het z.g.n. radio-weef
sel den vorigen zomer reeds bekend
en thans verschenen in andere en nieu
we tinten: bois de rose is hiervoor een
geschikte tint. Het lijfje is van voor en
achter geheel glad, heeft een kleine split-
slniting voor den bals en een rond kraag
je, waaruit een groote das van zwart
satijn te voorschijn komt. De rok heeft
groote, ingevoerde zijpanden met veel
ruimte; zij worden omgeven door 5 c.M
breede strooken en vormen daarmede
twee stolpplooien in het voorpand De
mouwen zijn recht en hebben van on
der een opslagje. Kousen rose en schoe
ien zwart Patroon 1,85.
No. 391. Voor dames van middelbaren
leeftijd zijn zomerjaponnen van stemmi
ge tinten aan te bevelen. Bovenstaand
model kieze men in een donkerder lila-
tint rips. Het lijfje is glad en recht; een
split voor den hals wordt gemaskeerd
door een strik met afhangende einden,
welke te voorschijn komt uit een kraagje
van gele kant. De rug der robe bestaat
uit een stuk zonder naad in de taille. De
voorbaan van den rok heeft in *t midden
een diepe stolpplooi en vormt met het
achterpand eveneens stolpplooien in de
zijden Mouwen van onder met groote
musketiers manchetten van de gele kant.
Kousen beige en schoenen donkerbruin
of zwart. Pat. 1.85,
telkens en telkens weer doet hooren,
vervolgde spreker:
„Onder de vele, de goede zeden be
dreigende uitwassen in onze tegenwoor
dige maatschappij, wensch ik voor een
der voornaamste eenige oogenblikken
uw aandacht te vragen, namelijk voor de
indecente kleeding.
Wij, katholieke medici, gaan natuurlijk
geheel en al accoord met onze geeste
lijke leiders als zij het tekort aan klee
ding bij vrouwen, en meisjes en de onge
geneerde tentoonstelling der vrouwelijke
lichaamsvormen een bron van groot ze
delijk gevaar achten. Vooral van onz*.
jonge mannen worden hierdoor voortdu
rend daden van zelfbehetrsching ge-
ëischt, alsof zij geen alledaagsche men-
schenkinderen waren, zwak van vleesch
en met bruisend bloed.
Onze jonge vrouwen en meisjes, zeer
dikwijls argeloos en te goeder troud, be
grijpen maar niet boe haar frissche Hol-
landsche schoonheid in haar onbedekt
heid een ziiineprikkeling is voor het an
dere geslacht, hoe met het etaleeren en
aanbieden van haar vrouwelijkheden haar
schoonste bezit, baar eer, gevaar loopt.
Het ligt in mijn bedoeling om het
kleedingvraagstuk hier niet verder van
moreele zijde te bezien, maar ik wensch
mij meer te bepalen tot de medisch-hv-
giënische zijde er van en begin met de
verklaring, dat ik het in het geheel niet
eens ben met den Duitschen hoogleeraar
in de hygiëne, die onlangs in de „Mün-
chener klinische Wochenschrift" den lof
verkondigde van de hedendaagsche
vrouwenkleeding die raet haar luttel ge
wicht van 700 gram zoo gunstig afstak
bij dc vijf raaal zwaardere kleedingmas-
sa die de man gewoon is te dragen. De
tegenwoordige kleeding van vrouwen en
meisjes kenmerkt zich maar al te vaak
door een allertreurigst deficit
aan kleedingstof. Bedenkelijk laag uitge
sneden halzen, mouwen niet aanwezig,
rokken uitermate geschikt om een paar
goed gevormde beenen, of hetgeen veel
vaker voorkomt, een paar zijden kousen
te laten zien, geeft in grove trekken
weer, wat tegenwoordig als mode wordt
aangemerkt.'
Dit geldt niet alleen voor de kleeding
van de vrouw, maar evengoed voor die
van jonge meisjes en kinderen. Geheel
uit het oog wordt verloren, dat de klee
ding dient om een warmteregeling bin
nen de grenzen der behaaglijkheid moge
lijk te maken. Zooals de definitie van
Geigel luidt.
Voor elk individu is dit verschillend,
en het hangt op de eerste plaatst af van
het klimaat waarin men zich bevindt.
Geeft nu de mode aan een kleederdracht
geschikt voor een zacht en mild klimaat,
dan kan deze nooit een maatstaf vormen
voor landen waar de weersgesteldheid
zoo wisselvallig mag genoemd worden,
als in het onze Uit hygiënisch oogpunt
beschouwd, mag de mode dan ook nooit
een kleeding aangeven, die de regeling
der behaaglijkheid, welke het individu
zelf in de hand heeft door het gebruiken
van dunner of dikker stoffen, volkomen
u;tschakelt, namelijk daar waar ze aan
geeft, dat lichaamsdeelen onbedekt moe
ten blijven. De mode heeft echter de
meeste vrouwen met uitzondering van
haar, die tot de meer intelligente moeten
gerekend worden, volkomen onder haar
suggestieven invloed gebracht. Er zijn er
helaas maar al te veel, die liever vol
gens de mode gekleed wenschen te zijn
dan volgens de eischen der hygiëne; die
liever zitten te verkleumen van de koude
dan op zich het odium te laden niet vol
gens de laatste eischen der mode ge
kleed te zijn.
Dat hieruit zoowel voor vrouwen als
kinderen funeste" gevolgen moeten voort
vloeien, is eigenlijk vanzelfsprekend. Het
rs mijn vaste overtuiging, en de huisart
sen en kinderartsen zullen dit volmondig
moeten beamen, dat voor ingewands- en
blaasaandoeningen, ziekten van nier en
nierbekken, chronische aandoeningen van
lucht- en ademhalingsorganen en niet 't
minst rbeumatische aandoeningen van
spieren en gewrichten, influenza, griep
met al haar gevreesde complicaties,
maar al te vaak de tegenwoordige onvol
doende kleeding van vrouwen en kinde
ren moet worden verantwoordelijk ge
steld.
Toch zijn er nog velen die de opvat
ting huldigen dat door het hebben van
blooten hals, bloote armen en beenen,
het lichaam wordt gehard. Wat is echter
harden? Het is genoeg bekend, dat men
verkoudheid meestal oploopt door plaat
selijke afkoeling, vooral van de bekleede
lichaamsdeelen.
De overgevoeligheid daarvoor kan
men afstompen door de huid geleidelijk
aan koud water bloot te stellen. De
voornaamste eisch is echter, dat dit sy
stematisch geschiedt en daar kan hier
in ons grillig en veranderlijk klimaat met
de kleeding, zooals de tegenwoordige
mode aangeeft, noöit sprake van zijn,
daargelaten nog het feit, dat ieder indi
vidu op een hardingsproces op verschil
lende wijzen reageert, velen er in het ge
heel niet tegen bestand zijn en in meer
dere gevallen zelfs een absolute contra
indicatie er voor bestaat.
In korte trekken meen ik hiermede te
hebben aangetoond, dat de tegenwoordi
ge kleeding van vrouwen en kinderen
zeer vaak niet aan de eischen der hygi
ëne voldoet en dat na eenige jaren de
statistieken der lijders aan tuberculose
deze^ meening wel zullen bevestigen.
Welnu, op u, leden van onze vereeniging
rust de plicht deze opvatting onder uwe
vrouwelijke patiënten ingang te doen
vinden en wanneer zij zich niet kunnen
onttrekken aan de suggestieve
amcht der mode uit ethische over
wegingen, laten zij het dan .doen
terwille van de gezondheid van zichzelf
ter wille van dc gezondheid hunner kin
deren.
Dc voorliefde tot den Oosterscheq stijl
schijnt nooit geheel en al te verdwijnen.
Mocht deze merkbare voorkeur ook soms
wat geluwd zijn, weldra herleeft ze
krachtiger dan ooit.
Ons land, in zoo nauwe betrekking
staande tot het zusterland Indië, houdt
voortdurend contact met den Ooser-
schen smaak en begrippen, vooral ook
daar Nederland zoovele inwoners van
Insulinde herbergt, die ons vertrouwd en
bekend maken met de intieme behagelijk
heid van b.v. een Oostersche kamer.
Behalve de voorliefde tot ons eigen
koloniaal bezit en zijn bewoners, hebben
wij nog een genegenheid voor Japansche
en Chineesche meubeltjes, gordijnen en
verschillende voorwerpen van luxe en
comfort.
De prachtige, rijk-bewerkte gordijn
stoffen, met hun Oostersche figuren in
mooie diep-warme blauwe, goud-gele en
groene kleuren, dragen onze bewondering
weg. Ook de Chineesche of Japansche
theese-viezen van het fijnste en kost
baarste porcelein zijn voor vele Holland-
sche vrouwen een bezit, waarop ze
trotsch zijn. Bij voorkeur hebben zij dan
een theetafel in stijl, alsmede eenige
rood-met-goud gelakte meubeltjes, waar
op zich groote, Oostersche bloemen in
wonderlijke kleuren en gracieuse vor
men, vertoonen.
Ook de Oostersche rustbanken met bun
vele, kleurige kussens, waarop draken-
figuren en symbolische dansfiguren zijn
afgebeeld, mogen in de „Oostersche zaal"
niet ontbreken. Een paar lage bankjes
of poufs, moeten het Oostersche gehurkt-
zitten imiteeren, wanneer wij daarop ge
zeten, onze echt Chineesche thee genie
ten.
Niet alleen had men in het oude Frank
rijk wel degelijk bekwame parfumeurs,
niet alleen weet de klassieke ouderdom
van zalven en welriekende oliën te spre
ken, maar hoofdzakelijk de Bijbel weet
van balsem te verhalen, waarmede men
aan kleedij en huisraad een liefelijken
geur wist te geven, Waarschijnlijk is deze
gewoonte uit het morgenland afkomstig,
vanwaar zij naar Griekenland en Rome
kwam en daar op andere volken over
ging.
Maar de parfumerieën op zichzelven
wisselden telkens om; in defi ouden tijd
liet de mode daaromtrent evengoed, hare
rechten gelden als tegenwoordig. In den
eersten tijd der middeleeuwen werd b.v,
de saffraan als het, liefelijkste beschouwd;
het werd door muskus en bisam vervan
gen, vervolgens kwam de amber in de
mode. In den tegenwoordigen tijd zijn de
parfumerieën zoo talrijk geworden, dat
een opsomming en beschrijving daarvan
een boekdeel zou vullen.
Men gebruikte in vroegere eeuwen de
bisam tegen de vochtige ongezonde at
mosfeer, die in de nauwe ruimten der'
burchten dikwijls erg benauwd geweest
zal zijn; vooral als men nagaat, dat de
schoorsteenen meestal rookten en dat
verlichting met pijnhout geschiedde.
De ingrediënten waarvan men de bi-
samstokjes maakte, waren meestal rozen
bladeren, lavendel, kaneel, muskaat, am
ber er: wierook.
Ook werden in de middeleeuwen reeds
weiriekende kaarsen gebruikt; men
maakte ze van jeneverbessenhout, san-
aeihout en wierook, met brandewijn be
reid.
Een welriekende toiletzeep uit dien
tijd, voor hoofd, hand en baard werd op
de volgende wijze bereid.
Bestrijk beide handen met lavendelolie
en vermeng onder gewone zeep, rozen
bladeren, rozemarijn, marjolijn, basilicum,
en maak daar balletjes van.
Ook vervaardigde men van welriekend
poeder, waarmede men zakjes vulde, de
voorloopers van onze toiletkussens en
sachets.
Haaroliën werden mede reeds in de
middeleeuwen gebruikt; toch werd dat
verwijfd genoemd. Hoofdzakelijk echter
waren het de kruiden, waarvan de ouden
zich bedienden, die zij tusschen hunne
kleederen legden en waarmede zij den
vloer bestrooiden.
In de huizen van modernen stijl, waar
het meubilair in overeenstemming gehou
den is, heeft men den laatsten tijd, in
plaats van witte gordijnen, dikwijls ge
kleurde tulle of filet gordijntjes, met aar
dige gekleurde ringëtjes aan een bron
zen roede.
In de Zuidelijke landen past men uit
sluitend warme, levendige kleuren toe,
zoowel voor kleeding als voor de woning
inrichting, waarom zouden wij,, bewo
ners van het koudere klimaat, ons de
weelde van vroolijke, prettige kleuren
niet veroorloven? De moderne gordijnen
zijn in alle kleuren verkrijgbaar. Ze wor
den meestal toegepast vbor glasgordijnen,
en niet als over-gordijnen. De laatste zijn
dan ook in dc moderne huizen niet meer
in tel en worden als overtollige ballast,
geweerd. Alleen waneer de kamer op
den zonkant ligt, brengt men meubel- of
rolgordijnen aan, die dan in kleur met
de ondergordijnen moeten overeen ko
men. Ook houdt men rekening met de
kleur der meubelen, het behang en het
'tapijt. Wanneer men goud-bruine filet-
gordij^en kiest, kan men zeker zijn, deze
bij alles te kunnen gebruiken. Wie nog
aarzelt en er niet goed toe durft over
gaan, daar men het eigenlijk toch wat
„onpractisch" vindt, kan ik nog mede-
deelen, dat de kleuren dezer gordijnen
niet door zon- of daglicht verbleeken en
dat ze waschecht zijn.
WIJSNEUS.
Bij het wasschen van bovengenoemde
stoffen, moeten we door dc behandeling
er voor zorgen 'dat het zwart niet vaal
wordt. We moeten dus donkere wasch-
micjdelen gebruiken. In aanmerking ko
men hiervoor; bier, gekookte thee met
een weinig suiker er in en houtzeep. Bier
kan men iets verslappen met lauw water.
Men klopt de zijde of kant 1 a 2 maal
er door. Bier werkt tevens eenigszins als
stiifmiddel. Gebruikt men thee, dan neme
men steeds gekookte, omdat daar looi
zuur is in ontstaan, wat de zwarte kleur
der stoffen intenser houdt. De suiker
dient weer om heel weinig te stijven.
Spoel niet na bij het gebruik van bier of
thee. Rol de zijde of kant in een doek en
strijk haar tusschen doeken. Men kan
soms enkele soorten zijde daarna zonder
doek geheel droog strijken, zonder dat
er glimplekken ontstaan, doch dit moet
men steeds op een klein hoekje probee-
ren.
Kant altijd aan den verkeerden kant
tusschen doeken strijken, het patroon
komt dan dikker naar boven. Het strijk
ijzer kan vrij warm zijn.
Zwarte zijde met gekleurde strepen of
patronen wascht men in een aftreksel
van houtzeep, 1 a 2 maal. Deze moet
men echter wel naspoelen. Wil men
eenigszins stijven, gebruik dan 2 a 3
blaadjes witte gelatine voor een blouse,
rioodig is het echter niet. Meestal kan
men deze zijde zonder doek strijken, doch
aan den verkeerde^ kant.
In een toespraak tot het genootschap
vdor de studie der oorzaken van dronken
schap, te Londen gehouden, is een van
dé voornaamste oorzaken van het kwaad,
dat het genootschap wil bestrijden, de
Dit is een plaat voor de moeders. Het
is haar immer een vreugde haar jongsten
in snoezige kleertjes te steken en deze
te versieren met kleurige motiefjes, al
naar den aard van het kleedingstuk. Wij
doen baar hier weer een paar ideeën aan
de hand: eenvoudige jurkjes voor meisjes
van 8 tot 5 jaar. Men kieze-er voor een
frissche, maar toch wat stevige zomerstof,
vroolijke kleuren, blauw, groen, rose,
lila, geel, zijn alle gerechtvaardigd.
Van model 1 worden de naden van
ruime appliqué-steken voorzien en op de
borst een broderie aangebracht, waarvan
fig. IA het vergrootte voorbeeld geeft.
Kleuren dezer broderie: twee tinten groen
voor de blaadjes en de bloemen elk weer
een andere tint.
Het tweede jurkje heeft een broderie
langs de halsopening, den vastgenaaidcr
overslag, de polsjes en de zakjes. Men
maakt haar in kleur naar het voor
beeld 2A. Op gele stof bordure men
groen, rood, oranje of zwart; op groen
donkergroen; op rose rood, op blauw
oranje of donkerblauw; op lilw beigt
rood of donker paars.
slechte kookkunst in de gezinnen der ar
beiders, genoemd. Wij willen in het mid
den laten of het waar is, maar belang
wekkend is in dit verband het feit, dat
er een land is in Europa, waarin deze
theorie reeds aanvaard is door practische
drankbestrijders.
In Zwitserland wordt een gedeelte der
opbrengst der belasting op alcohol afge
staan aan de verschillende kantonnale
besturen, teneinde besteed te worden
aan dc- bestrijding van het alcoholisme.
De verschillende kantons bestrijden
het alcoholisme op verschillende manie
ren, maar meer dan één kanton heeft
vrijheid gevonden de hecle som die het
in handen kreeg te besteden aan de on
dersteuning van kookscholen. Hoe sma
kelijker het maal, zoo blijkt, hoe minder
behoefte aan absinth om de maag op te
wekken, het voedsel op te nemen of aan
enorme, hoeveelheden bier, om het naar
beneden te spoelen, en daar Europa is,
waarin de onmatigheid in liet gebruik
van' alcohol niet toeneemt, schijnf het
argument van die toespraak nog zoo be
lachelijk niet.
Brons moet men niet eerder reinigen,
dan wanneer het beslist noodzakelijk is
Men doet het beste met dan de ge'neele
oppervlakte zorgvuldig in te wrijven met
een lapje met lijnolie. Daarna maakt
men het brons een weinig warm en
polijst het met een stukje zeemleder. Dit
is de eenige manier om bet brons op een
niet schadelijke wijze schoon te maken.
Als men bet linnen van tijd tot tijd
eens naziet, is het geen wonder, dat men
vlekken vindt van fruit, e.a., welke men
het eerst niet heeft opgemerkt en welke
nu bijna niet meer te verwijderen zijn.
Men kan nu beginnen met de vlekken
boven een kom met dampend water te
houden. Men gebruikt een stukje zacht,
schoon hout, dat men telkens in citroen
zuur doopt en daarmede wrijft men dc
vlekken zoo goed mogelijk weg. Telkens
laat men kokend water over de vlekken
ioopen, totdat zij geheel verdwenen zijn
Daarna moet men de stoffen goed was
schen in warm water met dubbel koolzure
soda Dit is noodzakelijk, omdat anders
de citroenzuur-behandeling het goed be
schadigen zal,
EEN GRAAT IN DE KEEL.
Wie voorzichtig en langzaam eet, zal
het niet licht overkomen, maar cr blijven
altijd visch-cters bestaan, die het met
accuratesse en kalmte niet al te nauw
nemen. Misschien kunnen zij nut trekken
uit de volgende raadgeving.
Als door onvoorzichtigheid of door
plotselinge diepe inademing 'n graat of
een klein beentje „in 't verkeerde keel
gat schiet", behoeft men zich nog vol
strekt niet ongerust te maken, want in
den regel blijft het verboden voorwerp
steken achteraan tegen het verhemelte, of
in de keelholte, waaruit het door een
flinke hoestbui of door sterk slikken weer
verwijderd wordt. Lukt dit niet, dan pro-
beere men eens een drogen aardappel,
een beschuit of een stuk droog brood te
eten. In de meeste gevallen schuift de
indringer met deze brij wel mee in de
richting van de maag. Als de graat allang
uit de keel verwijderd is, heeft men soms
nog het gevoel alsof zij zicb hardnekkig
in onze keelopening heeft vastgewerkt.
Dit is echter niets anders dan wat on
schuldige napijn.
Natuurlijk moet in gevallen, die zicb
ernstig laten aanzien, maar die gelukkig
tot de hooge uitzonderingen behooren,
onmiddellijk een dokter worden ontbo
den.
Hoe goedkoop men zelf kan bakken,
bewijst een reeks van uitgezochte recep
ten die in ons blad onder de advertentie-
rubriek seriegewijze opgenomen zullen
worden. Wij bieden onze lezeressen, naar
wij hopen, een welkome afleiding in het
probeer en van deze recepten. Taarten
zijn steeds een voedzame, heerlijke lek
kernij, welke door oud en jong, voo-al
bij feestelijke gelegenheden, wordt ge
waardeerd, destemeer, indien het eigen
gebakken taarten betreft. Het gelukken
wordt door het welbekende bakpoeder
van Dr. Oelker, „Backin", gegarandeerd.
Men knippe de recepten uit en be
ware ze!
RISSOLE MET WORTELEN.
I stukje mager rundvleescb van 1 pond
kookt men met nit te veel water, ongeveer
5 d.L., en een weinig zout gaar, waarna
men het uit de bouillon neemt en koud
laat worden. In de bouillon kookt men
1 ons rijst heel erg gaar. Onderwijl hakt
of maalt men het vleesch zeer fijn. Door
de gaargekookte rijst roert men 30 gram
lichtbrjuin gebraden boter, wat geraspte
nootmuskaat, wat zout, wat fijne kruid
nagel en ten slotte het fijngehakte vleesch.
Men laat op een zacht vuur alles samea
stoven.
HAZEPEPER.
1 gebraden haas of resten ervan, 100
gram uien, 50 gram bloem, 70 gram boter,
een weinig Cayennpeeper, 6 kruidnagelen,
20 gram suiker, 2 d.L. azijn, L. jusres-
ten of bouillon 3 d.L. roode wijn.
Bereiding De fijn gesnipperde uien
met de boter en bloem onder voortdurend
roeren in een pannetje bruin laten fruiten,
daarbij de jus van de haas voegen, den
azijn, de Cayennepeper, kruidnagels, sui
ker en de helft van den wijn.
Deze saus roerende even door laten
koken dan de in stukken gesneden haas er
bij voegen en alles opzij van de kachel
nog een uurtje zachtjes laten stoven.
Even voor het opdienen de overige wijn
er bijvoegen en de saus zoo noodig bin
den met wat aangemengde bloem.
Men kan hiervoor ook konijn gebrui
ken.
RABARBER-FLAMMERI.
Men schilt de benoodigde rabarber-
stelen en snijdt ze in kleine stukken tot
men ongeveer 3/4 a 1 K.G. heeft. Dit
kookt men in weinig water (rabarbei
heeft sap genoeg van zichzelf), suiket
en een weinig citroensap onder gestadig
omroeren goed zacht en roert de brij
door een fijne haarzeef. Voor 2 K.G. sap
rekent men, als men voor de flammeri
aardappel- of maismeel gebruikt 175
gram meelbezigt men echter sago, rijst
of griesmeel, dan kan men 250 gram
nemen. Het meel, wordt met een weinig
koud water aangemaakt en daarna bij
het kokende sap gevoegd. Nu laat men
onder gestadig roeren (de massa brandt
gauw aan) alles dik inkoken. Is de masa te
dik geworden, dan kan men ze verdunnen
met kokend water, niet met koud, want
door bijgieten van koud water bederft
men de pudding. Men giet daarna alles
in een niet water uitgespoelden vorm en
zet dezen op een koele plaats. Wil men
de flammeri niet grauw-groen, maar rood
hebben, dan kleurt men ze met een paar
druppels cochenilletinctuur.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag
plus 15 cent porto, aan het Comptoir des
Patrons, Molenstraat 48B, Den Haag. De
maten op te geven volgens onderstaande
toekenning.