Radio-Omroep NIEUWE HAARL. COURANT Derde Blad Vrijdag 14 Mei 1926 Een boodschap van den Engelschen Koning aan zijn volk. De Engel- sche mijnwerkers zuilen den arbeid niet hervatten vóór de loonkwestie is geregeld. Brunet is niet geslaagd in het vormen van een kabinet. Het Duitsche Rijkskabinet dient zijn ontslag in, dat door Hindenburg is aangenomen. Rechtsradicale Putsch-plannen verijdeld. Revolutie in Polen? Maarschalk Pilsoedski staat voor Warschau, FEUILLETON. HET ERFDEEL VAN ZIJN VADER. BINNENLANDSCH NIEUWS. Ontevredenheid in Maas en Waal nopens den wederopbouw Muntscheiding tusschen Nederland en Indië? Aantal sociale renten per 1 April Aalsmeer's aansluiting aan de waterleiding. Jhr. Mr. O. Van Nispen tot Sevenaer. De Bioscoopwet aangenomen. Politiemannen naar Berlijn. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. De Bioscoopwet. VERKEER EN POSTERIJEN. Geen gaatjes in de stortings formulieren. De algemeene staking op geheven. Een boodschap van den koning. De koning heeft de volgende boodschap doen publiceeren ,,Aan mijn volk. De natie heeft zoo juist een periode van groote bezorgdheid door gemaakt. Heden werd aangekondigd dat de algemeene staking ten einde is. Op zulk een oogenblik is het van het grootste belang mijn geheele volk tezamen te brengen teneinde den moeilijken toestand, welke nog bestaat, onder de oogen te zien. Deze taak véreischt de samenwerking van alle bekwame en goed gezinde mannen in den lande. Zelfs met zulk een steun zal het moeilijk, doch niet onmoge lijk zijn. Laten wij vergeten welke elementen van bitterheid de gebeurtenissen der laatste paar dagen mogen hebben gewekt, doch ons slechts herinneren hoe flink en ordelijk het land is gebleven ofschoon het ernstig be proefd is, en ons onverwijld zetten aan de taak een vrede tot stand te brengen, welke duurzaam zal zijn, want door het verleden te vergeten kan het vereenigde volk alleen met hoop in de toekomst zien." De houding der mijn werkers. Ofschoon de algemeene staking geëindigd is, zullen de mijnwerkers den arbeid niet hervatten, vóór dat de loonquaestie geregeld De Belgische kabinets crisis. De onderhandelingen van Brunet om een \abinet te vormen zijn mislukt. De politieke spanning in Duitschland. De verontwaardiging der democraten over de dubbelzinnige houding van Luther heeft ernstige gevolgen gehad. De democratische fractie heeft in den nacht van Woensdag besloten een eigen mo tie van wantrouwen in den rijkskanselier in te dienen. De democratische ministers dr. Külz en dr. Reinhold zullen onmiddellijk na de stem ming over de democratische motie hun por tefeuille ter beschikking stellen. De Rijksdag heeft de door de democra ten ingediende motie van wantrouwen met een meerderheid van circa dertig stemmen aangenomen. Hierdoor mag het lot van het kabinet-Luther niet alleen met deze combi- aatie, maar met welke andere combinatie, ook, als bezegeld worden beschouwd. Het is duidelijk, dat het Centrum en meer nog de democraten, tengevolge van het uit eigen initiatief terugwijken van de re geering in verband met het aftreden van. de democratische ministers Külz en Reinhold den verloren moed voor hun eigen dapper heid plotseling terug hebben gekregen. Trou wens, den slechten indruk, die de rede van Luther algemeen gemaakt heeft moge daar toe het zijne hebben bijgedragen. Blijkens een later telegram werden de Völkische en socialistische moties van wan trouwen verworpen. De democratische motie tegen Luther werd met 176 tegen 146 stem men en 103 onthoudingen (van Duitsch na- tionalen en Völkischen) aangenomen. Hindenburg stelt zijn reis uit. President von Hindenburg heeft in ver band met den binnenlandschen politikken toestand zijn reis naar Hannover uitgesteld. Wie kabinetsformateur In parlementaire kringen verluidt, dat de lijkspresident in geen geval dr. Luther op dracht zal geven een nieuw kabinet te vor men. Waarschijnlijk zal het kabinet in zijn geheel met uitzondering alleen van dr. Lut her terugkeeren. Men neemt aan, dat een van de ministers rijkskanselier zal worden. In dit verband worden zoowel dr. Stresemann als dr. Gessier genoemd. Het schijnt, dat dr. Stresemann de meeste kans heeft. Gisterenavond hebben er reeds besprekin gen plaats gehad tusschen de vertegenwoordi gers van het Centrum en van de sociaal democraten over de vraag of de sociaal democraten principieel bereid zijn aan de regeeringsvorming deel te nemen. Ze schij nen er wel ooren naar te hebben, maar willen alvorens definitief toe te zeggen eerst eens afwachten wien de rijkspresident tot kabinets formateur benoemt. Het kabinet treedt af. Het rijkskabinet heeft Woensdagavond om 7 uur besloten af te treden. 17 „Hij heeft een dubbel leven geleefd, maar er is slechts één dood," zoo dacht Hendrik bij zich zeiven. Zoodra de plechtigheid, die slechts wei nige minuten duurde, geëindigd was, kwam de secretaris den zoon van den overleden scherprechter zijn leedwezen betuigen en ging toen heen. De koorknapen zagen naar een zwerm raven, die in de richting van het dorp 'vlo gen. Donkere wolken bedekten den hemel. „Het is gedaan," zei Herbert, terwijl hij den arm van zijn nieuwen meester aanraak te. Hendrik keerde zich om. „Ga maar vooruit," zoo zei hij, „ik zal spoedig volgen." „Het is gedaan," herhaalde Herbert kop pig. „Ik wil alleen hier blijven. Hebt gij mij •-erstaan?" zei Hendrik tusschen de tanden, „geheel alleen." Toen ging Herbert heen. Zijn gestalte werd al kleiner en kleiner, Putschplannen. De politie-president deelt mede Den laatsten tijd namen de aanwijzingen omtrent een onderneming van rechtsradicale zijde op zoo dreigende wijze toe, en de zekerheid van het bestaan daarvan werd zoo groot, dat de politie zich genoodzaakt zag tot stappen, die verder gingen dan zorgvuldige nasporingen. Zij deed deswege een aantal huiszoekingen bij in aanmerking komende leidende perso nen en verbonden der rechtsradicale bewe ging. Uit het daarbij gevonden materiaal, dat nog 'niet geheel is geschift, bleek reeds duidelijk, dat eenige organisaties zich bezighouden met een politieke agitatie, waar van in de statuten niet wordt gerept. Bij een der leidende personen is o.a. een instructie aan het centraal bureau dezer organisaties gevonden, waarin details worden vermeld nopens een concentrischen aanval op Berlijn. De leider der sportvereeniging Olympia, de gep. kolonel von Luck, is op het hoofdbureau der politie aan een uitvoerig verhoor onder worpen. Nadere bijzonderheden Het ontworpen Putsch-plan bestond vol gens de officieele Pruisischen persdienst in de instelling van een dictatuur in aansluiting op een wellicht in verband met de regeling met de vorsten of om andere redenen ont stane regeeringscrisis. De rijkspresident zou vrijwillig aftreden. Het eerste manifest van de nieuwe regeering bepaalde de opheffing van de grondwet vati '19 evenals die van de landen. Het staatsgezag zou in vollen om vang overgaan op een „Reichsverweser". De parlementen en gemeenteraden zouden ont bonden worden; staking en uitsluiting zou den met den dood bedreigd worden evenals elk verzet tegen regeeringsmaatregelen. Een en ander zou worden ten uitvoer ge bracht door den burgemeester van Lübeck, dr. Neumann, als rijkskanselier; „Geheim- rat" Hugenberg als minister van financiën den industrieel dr. Wegener uit Kreuth in Beieren als minister van binnenlandsche za ken; generaal v. Moehl als rijksweerminis- ter en dr. v. Luning in Bonn (leider van den Rijnlandschen Boerenbond) als dictator voor de voedselvoorziening. Ook bij den gep. ko lonel Nicolai moet huiszoeking zijn gehou den. Het Pruisische kabinet heeft Woensdag de vier groote z.g. geheime organisaties, die bij de putsch een rol zouden spelen, te weten de Viking, Wehrwolff, de sportvereeniging Olympia en de Ostmarkische Wehrbund verboden. Natuurlijk speelt bij deze geschiedenis ook kapitein Ehrhardt weer een rol. Het was den laatsten tijd reeds opgevallen, dat hij door geheel Duitschland heen en weer reis de om de verschillende rechtsradicale or ganisaties te inspecteeren. Naar de bladen melden is hij onmiddellijk na het uitlekken van de putsch-plannen spoorloos verdwenen. Ernstig gecompromitteerd is ook de be kende leider van de al-Duitschers, Justizrat Class. Men vond in zijn woning o.a. een om vangrijke correspondentie met ex-keizer Wilhelm. Opmerkeljjk is ten slotte het feit, dat generaal Buchrucker, de leider van de Küs- trin-putsch, die tot vestingstraf is veroor deeld, eenige dagen geleden op zijn ver zoek een paar dagen verlof heeft gekregen en sedert dien eveneens onvindbaar is. Alles wijst er op, dat de politie nog juist op tijd lucht van de samenzwering heeft ge kregen. De bladen van rechts betoogen, dat van al deze onthullingen geen woord waar is en dat men hier te doen heeft met een door de Pruisische regeering uit partij-politieke over wegingen geënsceneerde laster-campagne. Het valschemuntersproces. Verklaringen van Windisch Gratz en Baros. Bij het begin van de zitting verklaarde Win disch-Gratz, dat hij maatregelen had ge nomen om te bewijzen, dat het papier materiaal van de in het Cartografisch In stituut vervaardigde biljetten en dat van de in het Ruhr-gebied gemaakte valsche mark biljetten indentiek was. Hij zal valsche mark biljetten overleggen nog in den loop vanjhet proces, teneinde een microscopisch onderzoek mogelijk te maken. Hij verzoekt, dat dit vanwege de rechtbank geschieden zal. Daarna volgt het verhaal van den direc teur generaal van de Postspaarbank, tegelijk voorzitter van den Nationalen Bond, Baros. Deze verkeert op vrije voeten. Hij ver klaarde, niet schuldig te zijn. Hij ont ving van Nadosy de uitnoodiging om naar Boedapest te komen voor de zomervacantie. Hij hoorde van de bankbiljetten-vervalsehmg en had bedenkingen. Hij bracht een be zoek aan Windisch-Gratz en kreeg den indruk, dat de prins een edel doel nastreefde Hij besloot mee te doen. Hij zond den ban kier Horvath naar het buitenland om stu dies te maken het resultaat daarvan was niet gunstig voor de mogelijkheid om de valsche biljetten te verspreiden. „Met mijn vrienden besloot ik in Novem ber. toen Windisch-Gratz de voortzetting van de actie aankondigde, minister-president Bethlen op de hoogte te brengen het gevolg daarvan was de bekende brief aan baron Perenyi. Op 21 December vroeg Nadosy een spaarbank-leening van 4 millioen ik dacht dat dit een voorschot was voor de overheid. Ik gaf hem het geld zonder te weten, dat het met de vervalschingen te maken had. Ik had met Nadosy een reeks andere punten van aanraking. De president wees op de 20 millioen, die Baros liet aanwijzen uit een bepaald, nader niet genoemd fonds. Baros verklaarde daar van niets te weten. Een Fransch démenti. De Fransche legatie heeft door de pers een tegenspraak gegeven van de verklaringen vzn Windisch-Gratz betreffende de fabricatie door de Franschen van valsche marken in het Ruhrgebied. Een noodkreet van Mes- zaros. Prof. dr. Julius Meszaros heeft aan een vriend te Boedapest medegedeeld, dat de Turksche regeering hem wegens zijn deel neming aan de vervalsching van Tsjechische kronen van zijn functie heeft ontheven en hem zonder tractement of pensioen op straat heeft gezet, zoodat hij met vrouw en kinde ren te Konstantinopel in grooten nood ver keert. Hij vraagt nu om een verklaring uit Boe dapest, dat hij nóch wegens vervalsching van Fransche francs, nóch van kronen als be klaagde wordt vervolgd, opdat hij kan trach ten zijn ambt in Turkije terug te krijgen. De politieke strijd in Polen. De minister van binnl. zaken Smoelski deed in opdracht van ministerpresident Witos hedenmorgen beslag leggen op de dag bladen, die een interview van maarschalk Pil soedski hadden opgenomen, dat scherpe aan vallen op Witos behelsde. Deze maatregel veroorzaakte in breede kringen der politieke clubs buitengewone verontwaardiging. De „Rzespospolita" schrijft, dat tegen Pilsoedski wegens zijn interview een aan klacht bij de justitie zal worden ingediend. Ook op straat wordt de partijstrijd merk baar. Er rijden auto's die in grooten getale vlugschriften verspreiden, waarin woorde lijk staatWij laten Poien en het leger niet versjacheren. Leve de opperbevelhebber maarschalk Pilsoedski. Revolutie in Polen Sinds eenigen tijd is door revolutionnaire elementen en verstoorders van vrede en openbare orde onder de militairen een mis dadige agitatie gevoerd, welke nu tot het treurige gevolg geleid heeft, dat enkele af- deelingen troepen in de streek van Reber- tow verleid zijn om, ten gevolge van valsche bevelen, de discipline te verbreken en ge hoorzaamheid te weigeren. De regeering heeft tot handhaving der openbare orde, maatregelen getroffen om de hoofdstad tegen een aanval der muitende troepen te beschermen. De president der republiek heeft den mui tende troepen een dagorder gezonden, waar in hij hen tot bezinning aanmaant en hun onderwerping eischt. De president wendt zich mede tot de vre delievende elementen om daartoe hun mede werking te Verlcenen. De regeering deelt mede, dat zij den toestand meester is. In het land heerschen orde en rust. Men gelooft, dat het incident volkomen bijge legd is. Van de Poolsche grens wordt gemeld, dat het 22ste Infanterie-regiment en het 7de regiment ulanen met maarschalk Pilsoedski aan het hoofd de Warschausche voorstad Praga zijn binnen gerukt en deze bezet heb ben. De bruggen over de Weichsel tusschen Praga en Warschau werden terstond door de troepen bezet. Pilsoedski onderhandelt op het oogenblik met den staatspresident Wojciechowski over het aftreden der regeering, en het overne men van het staatsgezag. De strijd in Marokko. Een groep van 200 Riffijnsche ruiters heeft een razzia uitgevoerd in twee dorpen van onderworpen stammen en deze dorpen in brand gestoken. Een Spaansche harka kwam tusschen beide. Abd el Krim heeft de Djebala's gelast het Spaansche westelijke front op verschillen de punten aan te vallen. Een telegram uit Taza maakt gewag van nachtelijke successen der colonne Marthy, die daarbij slechts enkele gewonden had. Dezer dagen had te Puiflijk gemeente Druten, een druk bezochte ledenvergadering plaats van de R. K. Werkliedenvereeni- ging. Het schoollokaal was geheel gevuld. Was deze vergadering bedoeld ter be spreking van de medisch-specialisiische hulp in werkelijkheid is deze vergadering, naar de „Gelderlander" meldt, geworden een uiting van ontevredenheid met den toe stand, waarin de vele bewoners na den watersnood verkeeren. De ontevredenheid betreft in hoofdzaak de langzame afwikkeling der plannen tot wederopbouw, 't Is nu reeds Mei en er is nog bijna niets gedaan. Door dit lange wachten wordt de schade voor vele arbeiders nog grooter dan zij reeds was. Dit wordt veroorzaakt, doordat de nog gedeeltelijk overgebleven woningen nu ge heel beginnen in te storten, vooral nu zij worden blootgesteld aan de weersgesteld heid, hetzij van het droge, hetzij van^het natte weer. „De boel rot weg" was de uiting op de vergadering. Vele arbeiders wonen in de noodwoningen en moeten daar huur beta len, terwijl de bijverdienste waarmede dc meeste arbeiders in deze streken het lage loon moeten aanvullen door het houden van kippen en varkens onmogelijk :s. Voor 4 en 6 weken zijn reeds plannen ingestuurd, doch 'tis maar wachten Of er komt den eenen dag bericht „Ge kunt beginnen met opbouwen" en daags daarna komt een bevel „alles afbreken". Weer anderen hebben nog in het geheel niets gehoord. Anderzijds worden de menschen voor zulke zware lasten geplaatst, door hypo theek-rente enz,, dat het onmogelijk is, deze voorwaarden aan te nemen. Deze en nog meerdere klachten werden vernomen. Dit was niet „van hooren zeg gen", doch de belanghebbenden waren ter vergadering. De voornaamste grief is: het duurt te lang, het gaat te langzaam. Met algemeene stemmen werd een motie aangenomen, waarin deze wenschen wor den belichaamd. Betreurd werd ook dat in de commissie van Bouwbureau niemand uil de arbeidersbeweging is vertegenwoordigd, tot wien men zich anders zou kunnen wen den, terwijl toch honderden arbeiders, bijna allen georganiseerd, in deze streek woon achtig zijn. De districts-vrijgestelde, de heer de Zwart, ter vergadeing aanwezig, kreeg opdracht, de wenschen en bezwaren ter be- voegder plaatse ter kennis te brengen. Het rapport spoedig verwacht. Naar de Tel. verneemt, zal het rapport der Staatscommissie in zake de herziening van het muntwezen in Nederland en Neder- landsch-Indië, ingesteld bij K. B. van 6 April 1921, thans binnenkort het licht zien. Het spcedig verschijnen was reeds sedert be gin 1924 in de officieele stukken bij her haling aangekondigd,doch nu schijnt men eindelijk zoover te zijn, dat het rapport in druk is. Op 1 April j.I, '.verden 6138 weduwen renten en 7781 weezenrenten krachtens de Invaliditeitswet genoten, terwijl op ge noemden datum krachtens artikel 373 dier wet 50.487 personen in het genot verkeer den van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per weew; voorts genoten 12.496 personen een invaliditeifsrente als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens de vrijwillige verzekering, ge regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op vorengenoemden datum 101.955 personen in het genot van een als vrucht hunner ver zekering Verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Moeilijkheden gerezen. Nu men bezig is de laatste gedeelten van het buizennet voor de waterleiding in Aals meer te leggen, komt men voor een groote moelijkheid te staan. De Tel. verneemt namelijk, dat het Hoogheemaadschap „Rijn land" geen vergunning wenscht te verleenen om buizen te leggen in den 'Stompmeerweg, den weg, die in Zuidelijke richtng verbin ding geeft met Uithoorn en als waterkeering voor den Westeinderplas dienst doet. Het gevolg daarvan is, dat de waterleiding bij het spoorwegstation eindigt, waardoor de bewoners van dien weg dus geen aan- sluitingg kunnen krijgen. Tevens heeft deze weigering het provin ciaal bedrijf genoopt geen watertoren aan den Westpias te bouwen. Voor de watervoorziening van Uithoorn, die ook via den Stompmeerweg zou plaats hebben, zal nu een leiding werden gelegd door den Machineweg in den Oosteinder- poelpolder, Langs een aftakking kan dan water worden geleverd aan de buurtschap Kudelstaart, Bij K. B. is Jhr. Mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij den Pauselijken Stoel benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Weenen. In de Woensdag gehouden zitting der Eerste Kamer is de Bioscoopwet met 24 tegen 15 stemmen (rechts tegen links) aangenomen. Van 25 September tot 10 October zal te Berlijn een groote Internationale Politie- tentoonstelling worden gehouden. De Bond van Christelijke Politie-ambtenaren in Nederland organiseert een gezelschapsreis naar deze tentoonstelling. Op 5 October wordt vertrokken met een extra gereser- veerden D-trein, op 6 October wordt de tentoonstelling bezocht, de volgende dagen staanbezoeken aan bezienswaardigheden en aan Potsdam op het programma. Zaterdag 9 October verwacht. worden de reizigers terug-1, Vergadering van Woensdag 12 Mei v.m. 11 uur. Voortgegaan wordt met de behandeling van de Bioscoopwet. De heer BRIËT (a,-r.) vervolgt zijn rede. Hij geeft eer. overzicht van de ervaringen in Duitschland ten opzichte van de films. Slechts één tiende deel der films had waarde en negentiende deel was waarde loos. Hier te lande bestaan in tal van gemeen ten reeds keuringscommissies. Er blijkt dus uit, dat ons volk toezicht wenscht. Alleen de linkerpartijen in de Kamer oordeelen er anders over en zien een partijzaak in dit voorstel. Met geestelijke vrijheid en cen suur heeft dit ontwerp niets te maken. Men wil het publiek vrijwaren voor allerlei non sens en dwaasheid. Als zedelijkheid geen vasten grondslag heeft, heeft het recht, dat in dé zedelijkheid wortelt geen grondslag. De heer Polak heeft de scherpe tegenstel ling tusschen de rechter- en linkerzijde dui delijk doen zien. Hoe wil de heer Polak dan voor de «jeugd films keuren als hij geen grondslag van zedelijkheid aanneemt; hoe wil hij dan uitmaken wat kunst is? De heer HEERKENS THIJSSF.N (r.-k.) zegt, dat ook de heer Polak erkent dat er uitwassen bestaan bij den bioscoop. Er zijn middelen om die te bestrijden en dus moet men die middelen toepassen. In de cen trale keuring ziet spr. een algemeene leid draad; in de plaatselijke keuringen ziet spr. meer. maar dat is niets nieuws. In vrede en vriendschap hebben de bestaande com missies altijd samengewerkt en de leden waren het haast altijd volkomen eens. Het bestaande wordt gesanctionneerd en anders doet deze wet niet. Er is gesproken van censuur voor vol wassenen. Maar wie zijn die volwassenen die den bioscoop bezoeken? Het zijn 18- a 20-jarige jongens en meisjes, die zitten te gnuiven bij allerlei voorstellingen, die een slechten invloed op hen hebben. Er zit een overdrijving en misvatting in ten opzichte van de maatschappelijke verhoudingen, die een absoluut onjuist beeld van de maat schappij geven en daarom een kwaad is, dat den volksgeest vergiftigt. De keuring voorkomt bet ergste wel, maar er zijn vele wufte voorstellingen, die op de grens staan en een tolerante toepassing laat die nog toe. Hij hoopt, dat getracht za! worden al datgene tegen te gaan wat di rect en indirect ons volk verslapt. Gevaarlijk is het nu weer, dat de bios cooptheaters bij wijze van afwisseling variété-nummers geven. Spr. hoopt, dat de minister za! trachten te verhinderen, dat op die wijze de goede bioscoop bedorven wordt. De heer HAAZEVOET (r.-k.) staat scep tisch tegenover dit ontwerp. Onjuist is het, dat dit een tegenstelling geeft tusschen links en rechts. Bij de voorbereiding is getracht een compromis te sluiten. Het scheen gelukt te zijn, maar later kwam de oppositie. Men spreekt nu van curateele en censuur, maar wat hier wordt vastgesteld bestaat op tal van gebieden al. De strijd tegen de zede loosheid is altijd geweest een bescherming van de volwassenen even goed als van de kinderen. >- Een leemte in deze wet is het dat deze wet geen bioscoopverbod voor kinderen beneden achttien jaar bevat. Wel is de mo gelijkheid daarvan opengelaten, dat de ge meenten een dergelijk verbod uitvaardi gen, maar een algemeen verbod ware ge- wenscht. Spr. weidt uit over de gevaren van den bioscoop voor de jeugd, die hij zoo groot vindt, dat hij den bioscoop voor kin deren wil verbieden. Spr. betoogt, dat het nijverheidsonderwijs, dat in de avonduren wordt gegeven, zeer veel te lijden heeft van het bioscoopbezoek. Mevrouw POTHUISSMIT (s.-d.) is voor keuring voor kinderen, maar tegen die voor volwassenen. Ze ziet mooier perspectief in der. bioscoop dan de heer Polak en hoopt dat ook dit nieuwe instituut een belangrijk aandeel zal nemen in de ontwikkeling. Zij wijst er b.v. op. dat een film naar aanleiding van een bepaald boekwerk vook geleid heeft tot het aankoopen en lezen van dat boek. De heer VAN EMBDEN (v.-d.) zegt, dat zijn fractie niet het standpunt van den heer Polak deelt, dat er geen maatstaf zou zijn voor moraal en recht. Deze begrippen zijn onttrokken aan subjectieve inzichten. Spr.'s bezwaren tegen deze wet zijn niet op art. 26 gegrondvest. Hij neemt als mogelijk aan, dat de Centrale Commissie als regel tot eenstemmigheid komt. Spr. sluit zich overigens bij den heer Van Slingenberg aan De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer BE GEER antwoord Allereerstt. zet hij uiteen, waarom hij en niet minister Kan hier zit ter verdediging van het ontwerp. Het kabinet past efficiency toe ook op zijn werk- yerdeeling. Spr. heeft deze zaak in vorige instanties behandeld en was dus volledig op de hoogte; beter nog dan de minister van Binnenl. Zaken en Justitie. Het lag in dc lijn der economische werkverdeeling, dat het ontwerp door spr. wordt behandeld. Een algemeen verbod voor bioscoopbe zoek voor jongeren acht spr. niet op den weg liggen van den wetgever. De gemeenten heb ben de bevoegdheid daarvoor gekregen en dat lijkt spr. beter. Volgens den heer Polak wenscht de rech terzijde in dit ontwerp haar meening aan het gansche volk opdringen. Ieder volwas sene moet volgens hem zijn eigen censor zijn. Het ontwerp is niet- het werk van de rechterzijde alleen: de staatscommissie, die tot hetzelfde resultaat kwam, bestaat voor meer dan de helft ait niel-rechtschen. Zelfs de heer Gerhard achte eenige censuur voor volwassenen niet verkeerd en de heer Klee- rekooper sloot zich daarbij aan. Spr. wijst op de opvattingen van de heeren v. Embden en Slingenberg. die alleen tegen de nakeu ring zijn. Als hun partijgenooten in 1923 vóór de eerste wet hadden gestemd, had den zij volkomen hun zin gehad. ZATERDAG 15 MEL HILVERSUM, 1050 M. 12.00 en 7.30 Poli- tieber. 4.306.30 Vooravondconcert door het H.D.O.-orkest o.l.v. Fr. Lupgens, Hr. J. Siebolt Bylsma uit Leeuwarden, voordachten o.a.: Het lied van de zee, EL L. Swart, Jantje's wensch. Doofstommen- instituut. De Kurassiers van Canrobert, de Mont. Moeder, A. v Scheltema. De zelf moordenaar, Piet Paaltjes. 6.307.30 Cursus in handelskennis en handelstech niek, den heer J. Pelser Jr, 7.45 en 10.0 Persber. 8.15 Aansluiting van het con certgebouw te Amsterdam. Beethoven-cy clus. Het concertgebouw. Toonkunst Afd. Amsterdam. Symphonie No. 8 en Sympho- nie No. 9. DAVENTRY, 1600 M 3.35 Kinderuurtje. 4.20 Concert door het octet. M.Sotham- contra alt P. Byrne-bariton. H. Darnley- humorist. 6.20 Tijdsein Big Ben, weer- ber„ nieuws. Lezing: The golden Esgle. 6.45 Pianocomposities van Schumann. 7.00 Lezing: Malay drama. 7.20 De Novelty minstrels. Vroolijke muziek en zang. 8.05 Brighton-muziekfeestL Speech van den burgemeester. 8.50 Carmen, Bizet, door de winnende band. 8.20 De Brighton harmonie: Kermesse scène uit Faust, Gounod. 8.30 Ouver ture Rosamund, Schubert, door de win nende band. 8.40 De Brigthon harmonie. 8.50 Weerber., nieuws en causerie. 9.20 Declamaties door Percy Edgar. 9.5011.20 Dansmuziek van het Savoy- hotel. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 11.50 Concert Lucien Paris (piano-viool cello). 4.05 Orkestconcert. 7.20 Cau serie. 7.50 Galaconcert Orkest, band, vocale en instrum. artisten. KONINGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. 6.50 „Der feme Klang", opera in 3 acten van F. Schreker. Daarna nieuws. 9.50 11.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 500 M. en ANTWERPEN, 265 M. 4.?Q Concert. Melle Roulez-zang. 7.20 Galaconcert. 8.20 geeft Antwerpen nog een Vlaamsche lezing. MUNSTER, 410 M. 12.35—1.50 Orkest- concert. Werken van Sullivan en Suppe. 3.05 „Herzog Ernst von Scbwaben", Uhland. 4.35 Kindervertellingen. 5.05 Esperantoles 5.50 Radiopraatje. 6.207.00 Engelsche les. 7.20 Lezing. 8.20 Concert. Orkest en liedjes bij df luit. Oude muziek. De-keuring voor volwassenen is dus niet een specifiek beginsel der rechterzijde. Da feut in de redeneering van den heer Polak ligt hierin, dat het hier gaat om openbare voorstellinen. De openbaarheid is dezelf de ratio, die bijv. den wetgever deed op treden tegen het openbare hazardspel. Het openbaar karakter en de publieke verlei ding zijn de redenen voor de overheid om in te grijpen. Te Rotterdam bestaat feitelijk al jaren een keuring voor volwassenen en nimmer heeft dat eenig bezwaar opgeleverd. Dat er geen algemeene opvatting van zedelijkheid bestaat, is een bewering die in strijd is met de ervaringen van alle keu ringscommissies. Er bestaan gelukkig nog een algemeene opvatting van zedelijkheid in ens land, dank zii de werking der Christe lijke beginselen. In de Centrale Commissie zullen alle richtingen zijn vertegenwoordigd en ook het bioscoopbedrijf zal zijn vertegen woordiger krijgen. Alles wat in deze wet staat, bestaat reeds behalve de centrale keuring. De heer Rink acht daarom deze wet niet noodig. maar de unificatie is daarom alleszins gewenscht. De plaatselijke commissies zijn langs lij nen van geleidelijkheid gekomen tot dj noodzakelijkheid van een contact, een cen tralisatie van de keuring, daarin zit dus niets van een tegenstelling tusschen rechts en links. Spr. zet nog eens uiteen, dat in het tweede ontwerp-Ruys de na-keuring werd voorgesteld. Hij verwacht, dat men in het algemeen de centrale keuring zal volgen en zeker in de groote gemeenten. Dat hier of daar een negorij anders handelt, is nim mer te voorkomen, maar het is niet aan te nemen dat die achterlijke pegcrij de marsch- route van de centrale commissie zal aan geven. Art. 188 van de Gemeentewet blijft ia hoofdzaak intact, wijl de burgemeester de bevoegdheid houdt een bioscoopvoorstelling te verbieden op grond van de openbare orde. Practisch zal ten opzichte van de bi oscopen nu wel anders gehandeld worden, indien althans een na-keuring is ingesteld. Spr. doet een beroep op alle richtingen om mede te werken om deze wet tot een native; Ie wet te maken. Dc heer POLAK (s.-d.) verdedigt nog even zijn standpunt in zake de zedelijkheid. Hij heeft niet de algemeene begrippen op het oog gehad als eerlijkheid, oprechtheid en trouw, maar wel andere als eigendoms recht. nieuw-malthusianisme, echtscheiding, enz., waarover de opvattingen wel zeer uit- eenloopen. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 24 tegen 15 stemmen (rechts tegen links). De vergadering wordt verdaagd tot Dins dagavond half negen. Bij dienstorder is bepaald, dat op de post kantoren geen stortingsformulieren aangeno men mogen worden, waarin gaatjes zijn ge slagen, zulks in verband met de omstandig heid, dat op het centrale girokantoor de biljetten na de boeking worden voorzien van een vernietigingsmerkteeken, hetwelk uit een soortgelijke doorboring bestaat en aldus tot vergissingen aanleiding kunnen ges-en. toen hij den heuvel opging. Hendrik haalde eenige malen diep adem. De vochtige koude van de sneeuw, ver koelde zijn slapen. Opeens hoorde hij een menschelijke adem haling, dicht achter zich. Hij zag onwillekeurig om. Het was Clara Eek, het jonge meisje met den donkeren omslagdoek en het kerk boek. „Wat wilt gij hier?" vroeg hij onrustig. „Ik wilde u zien," antwoordde ze kalm. Toornig zag hij haar aan. Ik, kan u geen beteren raad geven, dan verre van mij te blijven. Wanneer men u met mij ziet, zal men u uit den weg gaan als een giftige slang of als een melaatsche. Gij weet dat zelve zeer goed. En waarom trotseert gij dat alles? Wat moet zulk een roekeloos spel beduiden?" Met groote oogen zag Clara Eek hem aan, „Ik heb niemand noodig," antwoordde ze langzaam. „Wanneer ze mij vermijden, dan lach ik daarom. Ik heb geen vrees of af schuw voor uintegendeel, het be haagt mij om met u te sprekenIk heb zooveel medelijden met u," „Daartoe hebt gijgeen reden," zei Hen drik, terwijl hij trotsch het hoofd ophbJ. „Ik bezit alles wat men maar kan wen schen. Vaarwel!" „Gij?" vroeg Clara Eek glimlachend. „Hebt gij alles wat gij kunt wenschen?.,.. Gij zijt nog zoo jong, nauwelijks twintig jaar.... En gij woont daarginds in dat door allen geschuwde huis.... Ik heb met u ge danst, mijnheer Hegemeister." „Maar daarom hebt gij nog niet het recht, met mij aan het graf van mijn vader te staan," zei Hendrik met moeilijk bedwon gen ontevredenheid. „Ja, toch wel. Iedereen ziet, hoe gij van den eenen dag op den anderen voortleeft, zonder te hooren of te zien, wat ieder kind weet.... Vanaf het oogenblik, dat mijn kerkboek in uwe handen was, heb ik aan u gedacht.... Misschien word ik nog eens uwe dienstbode.... of mischien sterf ik wel door uwe hand." „Gij zijt krankzinnig," riep Hendrik uit, terwij! hij verbleekte. „Hoe is het mogelijk, dat gij waarde kunt hechten aan al dien bij- geloovigen onzinGij door mijne hand sterven. Het is belachelijk." Zou het dan mogelijk zijn, dat hij moest kiezen: haar hals teeder te omvatten, of dien door zijn zwaard te treffen? Was hij dan ook al aangestoken door al dat dwaze bijgeloof? Waarom dacht hij heden, nu hij veertig jaar oud was geworden, weer aan al dien strijd, dien hij in zijne jeugd had moeten voeren? Waarom stond bet geheele verleden nu zoo duidelijk voor zijn oogen? Was het, omdat daarbuiten in het woud vroolijke gezangen weerklonken? Of was het omdat nu den tijd voor hem gekomen was, waarover zijn vader eens had gesproken, de tijd, die niet zou uitblijves? De tijd van den rijperen leeftijd, die nog niet hooren wil Van den dood? Hij ging de straat op, vol heftige gemoeds beweging, en langzaam begaf hij zich door het dorp in de richting van den molen, en van het woud. Hij genoot van de heerlijke lentelucht, en hij waande zich weer terugverplaatst in den tijd van zijne eerste jeugd. Op een weiland, dicht bij het bosch, zag hij een, woonwagen staan. De geheele familie zat op het gras, om een klein vuur. Opeens dacht hij aan Clara Eek. Was hij niet te hardvochtig tegen haar geweest? Dat had zij toch niet aan hem verdiend! En hij, hij had voorbij laten gaan, wat wel nooit meer voor hem terug zou komen. En hoe arm aan liefde was zijne jeugd geweest! De rook van het vuur werd door den wind in zijne richting gedreven. De in lompen gekleede man wierp nog takken op dat vuur, en met een vloek be klaagde hij zich er over, dat de takken vochtig waren, en niet wilden branden. „Geef mij ander hout," riep hij grimmig. „Ik ben vermoeid," luidde het antwoord Zij zwegen, en zagen naar het vuur, dat niet op wilde vlammen. Hendrik Hegemeister wenkte een van de kinderen. Een weinig angstig kwam het naar hem toe, met de handen op den rug, en zag hem met groote oogen aan. Met een glimlach lokte hij het kind naar zich toe. Waarom zou dat vreemde kleine kind van hem wegloopen? Het wist immers niet, wie hij was. Hij gaf het de hand. Nog nooit in zijn geheele leven had hij eene kinderhand in de zijne gevoeld, nog nooit zachte kinderwangen aangeraakt. Het was voor hem eene zonderlinge ge waarwording. Hij knielde neder in het vochtige gras, en trok .het vreemde bedelaarskind naar 'zich toe, „Zóó ziet een kind er dus uit," dacht hij bij zichzelven. „Zoo haalt het adem, en zóó beweegt het de kleine vinger tjes en den mond. Het is een wonder!" In de schemering van den avond werden zijne oogen vochtig. Het verlangen naar een eigen kind, bloed van zijn bloed, geest van zijn geest, dat hij al zoo lang met geweld had teruggedrongen, kwam met vernieuwde kracht bij hem op. Met gefronst voorhoofd en opeengeperste lippen hield hij de hand van het kind in de zijne, en hij vergat, dat hij in het natte gras neerknielde, en dat de eigenaar van den woonwagen op korten afstand van hem zat, en dat daarginds in het dorp een huis stond, waarin al vele menschenlevens waren uit- gebluscht, vóórdat het uur van hun dood ge komen was. „Zou het dan een misdaad zijn, wanneer ik ook naar een kind verlang?" zoo dacht hij bij zichzelven, terwijl hij opstond. De vrouw van den woonwagen naderde, om haar kind terug te halen. Snel duwde hij de -kleine een geldstuk in de hand. „Bedank dien heer," zei de vrouw half luide. „Gij moogt vanavond voor hem bid den uit mijn kerkboek." Toen keerde ze zich om, en ging heen. Diep zonken hare voeten in het vochtige gras Bij het woord „kerkboek" verschrikte hij, en even ontmoetten zijne oogen die van de vrouw. De man van den woonwagen wierp stee- nen op het vuur, om het uit te dooven. De duisternis viel. Als twee donkere schaduwen liepen man en vrouw nog eenigen tijd been en weer over het gras, om eenige stukken huisraad bijeen te zoeken. En toen klommen zij in den met grof lijnwaad overtrokken wagen, waarvan de omtrekken nu nog maar onduidelijk te on derscheiden waren. Nog eenigen tijd bleef Hendrik Hegemeis ter Maan. in diep gepeins verzonken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9