Radio-Omroep
NIEUWE HAARL. COURANT
Derde Blad
Vrijdag 14 Mei 1926
Een boodschap van den Engelschen Koning aan zijn volk. De Engel-
sche mijnwerkers zuilen den arbeid niet hervatten vóór de loonkwestie
is geregeld. Brunet is niet geslaagd in het vormen van een kabinet.
Het Duitsche Rijkskabinet dient zijn ontslag in, dat door Hindenburg is
aangenomen. Rechtsradicale Putsch-plannen verijdeld. Revolutie in
Polen? Maarschalk Pilsoedski staat voor Warschau,
FEUILLETON.
HET ERFDEEL VAN
ZIJN VADER.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Ontevredenheid in Maas en
Waal nopens den wederopbouw
Muntscheiding tusschen
Nederland en Indië?
Aantal sociale renten per
1 April
Aalsmeer's aansluiting aan de
waterleiding.
Jhr. Mr. O. Van Nispen tot
Sevenaer.
De Bioscoopwet aangenomen.
Politiemannen naar Berlijn.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
De Bioscoopwet.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Geen gaatjes in de stortings
formulieren.
De algemeene staking op
geheven. Een boodschap
van den koning.
De koning heeft de volgende boodschap
doen publiceeren
,,Aan mijn volk. De natie heeft zoo juist
een periode van groote bezorgdheid door
gemaakt. Heden werd aangekondigd dat de
algemeene staking ten einde is. Op zulk een
oogenblik is het van het grootste belang mijn
geheele volk tezamen te brengen teneinde
den moeilijken toestand, welke nog bestaat,
onder de oogen te zien. Deze taak véreischt
de samenwerking van alle bekwame en goed
gezinde mannen in den lande. Zelfs met zulk
een steun zal het moeilijk, doch niet onmoge
lijk zijn. Laten wij vergeten welke elementen
van bitterheid de gebeurtenissen der laatste
paar dagen mogen hebben gewekt, doch ons
slechts herinneren hoe flink en ordelijk het
land is gebleven ofschoon het ernstig be
proefd is, en ons onverwijld zetten aan de
taak een vrede tot stand te brengen, welke
duurzaam zal zijn, want door het verleden te
vergeten kan het vereenigde volk alleen met
hoop in de toekomst zien."
De houding der mijn
werkers.
Ofschoon de algemeene staking geëindigd
is, zullen de mijnwerkers den arbeid niet
hervatten, vóór dat de loonquaestie geregeld
De Belgische kabinets
crisis.
De onderhandelingen van Brunet om een
\abinet te vormen zijn mislukt.
De politieke spanning in
Duitschland.
De verontwaardiging der democraten
over de dubbelzinnige houding van Luther
heeft ernstige gevolgen gehad.
De democratische fractie heeft in den
nacht van Woensdag besloten een eigen mo
tie van wantrouwen in den rijkskanselier
in te dienen.
De democratische ministers dr. Külz en
dr. Reinhold zullen onmiddellijk na de stem
ming over de democratische motie hun por
tefeuille ter beschikking stellen.
De Rijksdag heeft de door de democra
ten ingediende motie van wantrouwen met
een meerderheid van circa dertig stemmen
aangenomen. Hierdoor mag het lot van het
kabinet-Luther niet alleen met deze combi-
aatie, maar met welke andere combinatie,
ook, als bezegeld worden beschouwd.
Het is duidelijk, dat het Centrum en
meer nog de democraten, tengevolge van het
uit eigen initiatief terugwijken van de re
geering in verband met het aftreden van. de
democratische ministers Külz en Reinhold
den verloren moed voor hun eigen dapper
heid plotseling terug hebben gekregen. Trou
wens, den slechten indruk, die de rede van
Luther algemeen gemaakt heeft moge daar
toe het zijne hebben bijgedragen.
Blijkens een later telegram werden de
Völkische en socialistische moties van wan
trouwen verworpen. De democratische motie
tegen Luther werd met 176 tegen 146 stem
men en 103 onthoudingen (van Duitsch na-
tionalen en Völkischen) aangenomen.
Hindenburg stelt zijn reis
uit.
President von Hindenburg heeft in ver
band met den binnenlandschen politikken
toestand zijn reis naar Hannover uitgesteld.
Wie kabinetsformateur
In parlementaire kringen verluidt, dat de
lijkspresident in geen geval dr. Luther op
dracht zal geven een nieuw kabinet te vor
men. Waarschijnlijk zal het kabinet in zijn
geheel met uitzondering alleen van dr. Lut
her terugkeeren. Men neemt aan, dat een
van de ministers rijkskanselier zal worden.
In dit verband worden zoowel dr. Stresemann
als dr. Gessier genoemd. Het schijnt, dat dr.
Stresemann de meeste kans heeft.
Gisterenavond hebben er reeds besprekin
gen plaats gehad tusschen de vertegenwoordi
gers van het Centrum en van de sociaal
democraten over de vraag of de sociaal
democraten principieel bereid zijn aan de
regeeringsvorming deel te nemen. Ze schij
nen er wel ooren naar te hebben, maar willen
alvorens definitief toe te zeggen eerst eens
afwachten wien de rijkspresident tot kabinets
formateur benoemt.
Het kabinet treedt af.
Het rijkskabinet heeft Woensdagavond om
7 uur besloten af te treden.
17
„Hij heeft een dubbel leven geleefd, maar
er is slechts één dood," zoo dacht Hendrik
bij zich zeiven.
Zoodra de plechtigheid, die slechts wei
nige minuten duurde, geëindigd was, kwam
de secretaris den zoon van den overleden
scherprechter zijn leedwezen betuigen en
ging toen heen.
De koorknapen zagen naar een zwerm
raven, die in de richting van het dorp 'vlo
gen.
Donkere wolken bedekten den hemel.
„Het is gedaan," zei Herbert, terwijl hij
den arm van zijn nieuwen meester aanraak
te.
Hendrik keerde zich om.
„Ga maar vooruit," zoo zei hij, „ik zal
spoedig volgen."
„Het is gedaan," herhaalde Herbert kop
pig.
„Ik wil alleen hier blijven. Hebt gij mij
•-erstaan?" zei Hendrik tusschen de tanden,
„geheel alleen."
Toen ging Herbert heen.
Zijn gestalte werd al kleiner en kleiner,
Putschplannen.
De politie-president deelt mede Den
laatsten tijd namen de aanwijzingen omtrent
een onderneming van rechtsradicale zijde op
zoo dreigende wijze toe, en de zekerheid van
het bestaan daarvan werd zoo groot, dat de
politie zich genoodzaakt zag tot stappen, die
verder gingen dan zorgvuldige nasporingen.
Zij deed deswege een aantal huiszoekingen
bij in aanmerking komende leidende perso
nen en verbonden der rechtsradicale bewe
ging. Uit het daarbij gevonden materiaal,
dat nog 'niet geheel is geschift, bleek reeds
duidelijk, dat eenige organisaties zich
bezighouden met een politieke agitatie, waar
van in de statuten niet wordt gerept. Bij een
der leidende personen is o.a. een instructie
aan het centraal bureau dezer organisaties
gevonden, waarin details worden vermeld
nopens een concentrischen aanval op Berlijn.
De leider der sportvereeniging Olympia, de
gep. kolonel von Luck, is op het hoofdbureau
der politie aan een uitvoerig verhoor onder
worpen.
Nadere bijzonderheden
Het ontworpen Putsch-plan bestond vol
gens de officieele Pruisischen persdienst in
de instelling van een dictatuur in aansluiting
op een wellicht in verband met de regeling
met de vorsten of om andere redenen ont
stane regeeringscrisis. De rijkspresident zou
vrijwillig aftreden. Het eerste manifest van
de nieuwe regeering bepaalde de opheffing
van de grondwet vati '19 evenals die van de
landen. Het staatsgezag zou in vollen om
vang overgaan op een „Reichsverweser". De
parlementen en gemeenteraden zouden ont
bonden worden; staking en uitsluiting zou
den met den dood bedreigd worden evenals
elk verzet tegen regeeringsmaatregelen.
Een en ander zou worden ten uitvoer ge
bracht door den burgemeester van Lübeck,
dr. Neumann, als rijkskanselier; „Geheim-
rat" Hugenberg als minister van financiën
den industrieel dr. Wegener uit Kreuth in
Beieren als minister van binnenlandsche za
ken; generaal v. Moehl als rijksweerminis-
ter en dr. v. Luning in Bonn (leider van den
Rijnlandschen Boerenbond) als dictator voor
de voedselvoorziening. Ook bij den gep. ko
lonel Nicolai moet huiszoeking zijn gehou
den.
Het Pruisische kabinet heeft Woensdag
de vier groote z.g. geheime organisaties, die
bij de putsch een rol zouden spelen, te weten
de Viking, Wehrwolff, de sportvereeniging
Olympia en de Ostmarkische Wehrbund
verboden.
Natuurlijk speelt bij deze geschiedenis
ook kapitein Ehrhardt weer een rol. Het was
den laatsten tijd reeds opgevallen, dat hij
door geheel Duitschland heen en weer reis
de om de verschillende rechtsradicale or
ganisaties te inspecteeren. Naar de bladen
melden is hij onmiddellijk na het uitlekken
van de putsch-plannen spoorloos verdwenen.
Ernstig gecompromitteerd is ook de be
kende leider van de al-Duitschers, Justizrat
Class. Men vond in zijn woning o.a. een om
vangrijke correspondentie met ex-keizer
Wilhelm.
Opmerkeljjk is ten slotte het feit, dat
generaal Buchrucker, de leider van de Küs-
trin-putsch, die tot vestingstraf is veroor
deeld, eenige dagen geleden op zijn ver
zoek een paar dagen verlof heeft gekregen
en sedert dien eveneens onvindbaar is.
Alles wijst er op, dat de politie nog juist
op tijd lucht van de samenzwering heeft ge
kregen.
De bladen van rechts betoogen, dat van
al deze onthullingen geen woord waar is en
dat men hier te doen heeft met een door de
Pruisische regeering uit partij-politieke over
wegingen geënsceneerde laster-campagne.
Het valschemuntersproces.
Verklaringen van Windisch
Gratz en Baros.
Bij het begin van de zitting verklaarde Win
disch-Gratz, dat hij maatregelen had ge
nomen om te bewijzen, dat het papier
materiaal van de in het Cartografisch In
stituut vervaardigde biljetten en dat van de in
het Ruhr-gebied gemaakte valsche mark
biljetten indentiek was. Hij zal valsche mark
biljetten overleggen nog in den loop vanjhet
proces, teneinde een microscopisch onderzoek
mogelijk te maken. Hij verzoekt, dat dit
vanwege de rechtbank geschieden zal.
Daarna volgt het verhaal van den direc
teur generaal van de Postspaarbank, tegelijk
voorzitter van den Nationalen Bond, Baros.
Deze verkeert op vrije voeten. Hij ver
klaarde, niet schuldig te zijn. Hij ont
ving van Nadosy de uitnoodiging om naar
Boedapest te komen voor de zomervacantie.
Hij hoorde van de bankbiljetten-vervalsehmg
en had bedenkingen. Hij bracht een be
zoek aan Windisch-Gratz en kreeg den
indruk, dat de prins een edel doel nastreefde
Hij besloot mee te doen. Hij zond den ban
kier Horvath naar het buitenland om stu
dies te maken het resultaat daarvan was
niet gunstig voor de mogelijkheid om de
valsche biljetten te verspreiden.
„Met mijn vrienden besloot ik in Novem
ber. toen Windisch-Gratz de voortzetting
van de actie aankondigde, minister-president
Bethlen op de hoogte te brengen het gevolg
daarvan was de bekende brief aan baron
Perenyi. Op 21 December vroeg Nadosy een
spaarbank-leening van 4 millioen ik dacht
dat dit een voorschot was voor de overheid.
Ik gaf hem het geld zonder te weten, dat
het met de vervalschingen te maken had. Ik
had met Nadosy een reeks andere punten van
aanraking.
De president wees op de 20 millioen, die
Baros liet aanwijzen uit een bepaald, nader
niet genoemd fonds. Baros verklaarde daar
van niets te weten.
Een Fransch démenti.
De Fransche legatie heeft door de pers een
tegenspraak gegeven van de verklaringen vzn
Windisch-Gratz betreffende de fabricatie
door de Franschen van valsche marken in
het Ruhrgebied.
Een noodkreet van Mes-
zaros.
Prof. dr. Julius Meszaros heeft aan een
vriend te Boedapest medegedeeld, dat de
Turksche regeering hem wegens zijn deel
neming aan de vervalsching van Tsjechische
kronen van zijn functie heeft ontheven en
hem zonder tractement of pensioen op straat
heeft gezet, zoodat hij met vrouw en kinde
ren te Konstantinopel in grooten nood ver
keert.
Hij vraagt nu om een verklaring uit Boe
dapest, dat hij nóch wegens vervalsching van
Fransche francs, nóch van kronen als be
klaagde wordt vervolgd, opdat hij kan trach
ten zijn ambt in Turkije terug te krijgen.
De politieke strijd in
Polen.
De minister van binnl. zaken Smoelski
deed in opdracht van ministerpresident
Witos hedenmorgen beslag leggen op de dag
bladen, die een interview van maarschalk Pil
soedski hadden opgenomen, dat scherpe aan
vallen op Witos behelsde.
Deze maatregel veroorzaakte in breede
kringen der politieke clubs buitengewone
verontwaardiging.
De „Rzespospolita" schrijft, dat tegen
Pilsoedski wegens zijn interview een aan
klacht bij de justitie zal worden ingediend.
Ook op straat wordt de partijstrijd merk
baar. Er rijden auto's die in grooten getale
vlugschriften verspreiden, waarin woorde
lijk staatWij laten Poien en het leger niet
versjacheren. Leve de opperbevelhebber
maarschalk Pilsoedski.
Revolutie in Polen
Sinds eenigen tijd is door revolutionnaire
elementen en verstoorders van vrede en
openbare orde onder de militairen een mis
dadige agitatie gevoerd, welke nu tot het
treurige gevolg geleid heeft, dat enkele af-
deelingen troepen in de streek van Reber-
tow verleid zijn om, ten gevolge van valsche
bevelen, de discipline te verbreken en ge
hoorzaamheid te weigeren.
De regeering heeft tot handhaving der
openbare orde, maatregelen getroffen om de
hoofdstad tegen een aanval der muitende
troepen te beschermen.
De president der republiek heeft den mui
tende troepen een dagorder gezonden, waar
in hij hen tot bezinning aanmaant en hun
onderwerping eischt.
De president wendt zich mede tot de vre
delievende elementen om daartoe hun mede
werking te Verlcenen.
De regeering deelt mede, dat zij den
toestand meester is.
In het land heerschen orde en rust. Men
gelooft, dat het incident volkomen bijge
legd is.
Van de Poolsche grens wordt gemeld, dat
het 22ste Infanterie-regiment en het 7de
regiment ulanen met maarschalk Pilsoedski
aan het hoofd de Warschausche voorstad
Praga zijn binnen gerukt en deze bezet heb
ben.
De bruggen over de Weichsel tusschen
Praga en Warschau werden terstond door
de troepen bezet.
Pilsoedski onderhandelt op het oogenblik
met den staatspresident Wojciechowski over
het aftreden der regeering, en het overne
men van het staatsgezag.
De strijd in Marokko.
Een groep van 200 Riffijnsche ruiters
heeft een razzia uitgevoerd in twee dorpen
van onderworpen stammen en deze dorpen
in brand gestoken. Een Spaansche harka
kwam tusschen beide.
Abd el Krim heeft de Djebala's gelast het
Spaansche westelijke front op verschillen
de punten aan te vallen.
Een telegram uit Taza maakt gewag van
nachtelijke successen der colonne Marthy,
die daarbij slechts enkele gewonden had.
Dezer dagen had te Puiflijk gemeente
Druten, een druk bezochte ledenvergadering
plaats van de R. K. Werkliedenvereeni-
ging. Het schoollokaal was geheel gevuld.
Was deze vergadering bedoeld ter be
spreking van de medisch-specialisiische
hulp in werkelijkheid is deze vergadering,
naar de „Gelderlander" meldt, geworden
een uiting van ontevredenheid met den toe
stand, waarin de vele bewoners na den
watersnood verkeeren.
De ontevredenheid betreft in hoofdzaak
de langzame afwikkeling der plannen tot
wederopbouw, 't Is nu reeds Mei en er is
nog bijna niets gedaan.
Door dit lange wachten wordt de schade
voor vele arbeiders nog grooter dan zij
reeds was.
Dit wordt veroorzaakt, doordat de nog
gedeeltelijk overgebleven woningen nu ge
heel beginnen in te storten, vooral nu zij
worden blootgesteld aan de weersgesteld
heid, hetzij van het droge, hetzij van^het
natte weer.
„De boel rot weg" was de uiting op de
vergadering. Vele arbeiders wonen in de
noodwoningen en moeten daar huur beta
len, terwijl de bijverdienste waarmede
dc meeste arbeiders in deze streken het
lage loon moeten aanvullen door het
houden van kippen en varkens onmogelijk
:s. Voor 4 en 6 weken zijn reeds plannen
ingestuurd, doch 'tis maar wachten
Of er komt den eenen dag bericht „Ge
kunt beginnen met opbouwen" en daags
daarna komt een bevel „alles afbreken".
Weer anderen hebben nog in het geheel
niets gehoord.
Anderzijds worden de menschen voor
zulke zware lasten geplaatst, door hypo
theek-rente enz,, dat het onmogelijk is,
deze voorwaarden aan te nemen.
Deze en nog meerdere klachten werden
vernomen. Dit was niet „van hooren zeg
gen", doch de belanghebbenden waren ter
vergadering.
De voornaamste grief is: het duurt te
lang, het gaat te langzaam.
Met algemeene stemmen werd een motie
aangenomen, waarin deze wenschen wor
den belichaamd. Betreurd werd ook dat in
de commissie van Bouwbureau niemand uil
de arbeidersbeweging is vertegenwoordigd,
tot wien men zich anders zou kunnen wen
den, terwijl toch honderden arbeiders, bijna
allen georganiseerd, in deze streek woon
achtig zijn. De districts-vrijgestelde, de heer
de Zwart, ter vergadeing aanwezig, kreeg
opdracht, de wenschen en bezwaren ter be-
voegder plaatse ter kennis te brengen.
Het rapport spoedig verwacht.
Naar de Tel. verneemt, zal het rapport
der Staatscommissie in zake de herziening
van het muntwezen in Nederland en Neder-
landsch-Indië, ingesteld bij K. B. van 6 April
1921, thans binnenkort het licht zien. Het
spcedig verschijnen was reeds sedert be
gin 1924 in de officieele stukken bij her
haling aangekondigd,doch nu schijnt men
eindelijk zoover te zijn, dat het rapport in
druk is.
Op 1 April j.I, '.verden 6138 weduwen
renten en 7781 weezenrenten krachtens de
Invaliditeitswet genoten, terwijl op ge
noemden datum krachtens artikel 373 dier
wet 50.487 personen in het genot verkeer
den van een als vrucht hunner verzekering
verkregen ouderdomsrente van drie gulden
per weew; voorts genoten 12.496 personen
een invaliditeifsrente als bedoeld in art. 71
dier wet.
Krachtens de vrijwillige verzekering, ge
regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op
vorengenoemden datum 101.955 personen in
het genot van een als vrucht hunner ver
zekering Verkregen ouderdomsrente van
drie gulden per week.
Moeilijkheden gerezen.
Nu men bezig is de laatste gedeelten van
het buizennet voor de waterleiding in Aals
meer te leggen, komt men voor een groote
moelijkheid te staan. De Tel. verneemt
namelijk, dat het Hoogheemaadschap „Rijn
land" geen vergunning wenscht te verleenen
om buizen te leggen in den 'Stompmeerweg,
den weg, die in Zuidelijke richtng verbin
ding geeft met Uithoorn en als waterkeering
voor den Westeinderplas dienst doet.
Het gevolg daarvan is, dat de waterleiding
bij het spoorwegstation eindigt, waardoor
de bewoners van dien weg dus geen aan-
sluitingg kunnen krijgen.
Tevens heeft deze weigering het provin
ciaal bedrijf genoopt geen watertoren aan
den Westpias te bouwen.
Voor de watervoorziening van Uithoorn,
die ook via den Stompmeerweg zou plaats
hebben, zal nu een leiding werden gelegd
door den Machineweg in den Oosteinder-
poelpolder, Langs een aftakking kan dan
water worden geleverd aan de buurtschap
Kudelstaart,
Bij K. B. is Jhr. Mr. O. F. A. M. van
Nispen tot Sevenaer, buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister bij den Pauselijken
Stoel benoemd tot buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister te Weenen.
In de Woensdag gehouden zitting der Eerste
Kamer is de Bioscoopwet met 24 tegen 15
stemmen (rechts tegen links) aangenomen.
Van 25 September tot 10 October zal te
Berlijn een groote Internationale Politie-
tentoonstelling worden gehouden. De Bond
van Christelijke Politie-ambtenaren in
Nederland organiseert een gezelschapsreis
naar deze tentoonstelling. Op 5 October
wordt vertrokken met een extra gereser-
veerden D-trein, op 6 October wordt de
tentoonstelling bezocht, de volgende dagen
staanbezoeken aan bezienswaardigheden en
aan Potsdam op het programma. Zaterdag
9 October
verwacht.
worden de reizigers terug-1,
Vergadering van Woensdag 12 Mei
v.m. 11 uur.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van de Bioscoopwet.
De heer BRIËT (a,-r.) vervolgt zijn rede.
Hij geeft eer. overzicht van de ervaringen
in Duitschland ten opzichte van de films.
Slechts één tiende deel der films had
waarde en negentiende deel was waarde
loos.
Hier te lande bestaan in tal van gemeen
ten reeds keuringscommissies. Er blijkt dus
uit, dat ons volk toezicht wenscht. Alleen
de linkerpartijen in de Kamer oordeelen er
anders over en zien een partijzaak in dit
voorstel. Met geestelijke vrijheid en cen
suur heeft dit ontwerp niets te maken. Men
wil het publiek vrijwaren voor allerlei non
sens en dwaasheid. Als zedelijkheid geen
vasten grondslag heeft, heeft het recht, dat
in dé zedelijkheid wortelt geen grondslag.
De heer Polak heeft de scherpe tegenstel
ling tusschen de rechter- en linkerzijde dui
delijk doen zien. Hoe wil de heer Polak
dan voor de «jeugd films keuren als hij
geen grondslag van zedelijkheid aanneemt;
hoe wil hij dan uitmaken wat kunst is?
De heer HEERKENS THIJSSF.N (r.-k.)
zegt, dat ook de heer Polak erkent dat er
uitwassen bestaan bij den bioscoop. Er zijn
middelen om die te bestrijden en dus moet
men die middelen toepassen. In de cen
trale keuring ziet spr. een algemeene leid
draad; in de plaatselijke keuringen ziet
spr. meer. maar dat is niets nieuws. In vrede
en vriendschap hebben de bestaande com
missies altijd samengewerkt en de leden
waren het haast altijd volkomen eens. Het
bestaande wordt gesanctionneerd en anders
doet deze wet niet.
Er is gesproken van censuur voor vol
wassenen. Maar wie zijn die volwassenen
die den bioscoop bezoeken? Het zijn 18- a
20-jarige jongens en meisjes, die zitten te
gnuiven bij allerlei voorstellingen, die een
slechten invloed op hen hebben. Er zit een
overdrijving en misvatting in ten opzichte
van de maatschappelijke verhoudingen, die
een absoluut onjuist beeld van de maat
schappij geven en daarom een kwaad is,
dat den volksgeest vergiftigt.
De keuring voorkomt bet ergste wel, maar
er zijn vele wufte voorstellingen, die op de
grens staan en een tolerante toepassing
laat die nog toe. Hij hoopt, dat getracht za!
worden al datgene tegen te gaan wat di
rect en indirect ons volk verslapt.
Gevaarlijk is het nu weer, dat de bios
cooptheaters bij wijze van afwisseling
variété-nummers geven. Spr. hoopt, dat de
minister za! trachten te verhinderen, dat
op die wijze de goede bioscoop bedorven
wordt.
De heer HAAZEVOET (r.-k.) staat scep
tisch tegenover dit ontwerp. Onjuist is het,
dat dit een tegenstelling geeft tusschen links
en rechts. Bij de voorbereiding is getracht
een compromis te sluiten. Het scheen gelukt
te zijn, maar later kwam de oppositie. Men
spreekt nu van curateele en censuur, maar
wat hier wordt vastgesteld bestaat op tal
van gebieden al. De strijd tegen de zede
loosheid is altijd geweest een bescherming
van de volwassenen even goed als van de
kinderen.
>- Een leemte in deze wet is het dat deze
wet geen bioscoopverbod voor kinderen
beneden achttien jaar bevat. Wel is de mo
gelijkheid daarvan opengelaten, dat de ge
meenten een dergelijk verbod uitvaardi
gen, maar een algemeen verbod ware ge-
wenscht. Spr. weidt uit over de gevaren
van den bioscoop voor de jeugd, die hij zoo
groot vindt, dat hij den bioscoop voor kin
deren wil verbieden. Spr. betoogt, dat het
nijverheidsonderwijs, dat in de avonduren
wordt gegeven, zeer veel te lijden heeft van
het bioscoopbezoek.
Mevrouw POTHUISSMIT (s.-d.) is voor
keuring voor kinderen, maar tegen die voor
volwassenen. Ze ziet mooier perspectief in
der. bioscoop dan de heer Polak en hoopt
dat ook dit nieuwe instituut een belangrijk
aandeel zal nemen in de ontwikkeling. Zij
wijst er b.v. op. dat een film naar aanleiding
van een bepaald boekwerk vook geleid heeft
tot het aankoopen en lezen van dat boek.
De heer VAN EMBDEN (v.-d.) zegt, dat
zijn fractie niet het standpunt van den
heer Polak deelt, dat er geen maatstaf zou
zijn voor moraal en recht. Deze begrippen
zijn onttrokken aan subjectieve inzichten.
Spr.'s bezwaren tegen deze wet zijn niet op
art. 26 gegrondvest. Hij neemt als mogelijk
aan, dat de Centrale Commissie als regel
tot eenstemmigheid komt. Spr. sluit zich
overigens bij den heer Van Slingenberg aan
De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer
BE GEER antwoord Allereerstt. zet hij
uiteen, waarom hij en niet minister Kan hier
zit ter verdediging van het ontwerp. Het
kabinet past efficiency toe ook op zijn werk-
yerdeeling. Spr. heeft deze zaak in vorige
instanties behandeld en was dus volledig op
de hoogte; beter nog dan de minister van
Binnenl. Zaken en Justitie. Het lag in dc lijn
der economische werkverdeeling, dat het
ontwerp door spr. wordt behandeld.
Een algemeen verbod voor bioscoopbe
zoek voor jongeren acht spr. niet op den weg
liggen van den wetgever. De gemeenten heb
ben de bevoegdheid daarvoor gekregen en
dat lijkt spr. beter.
Volgens den heer Polak wenscht de rech
terzijde in dit ontwerp haar meening aan
het gansche volk opdringen. Ieder volwas
sene moet volgens hem zijn eigen censor
zijn. Het ontwerp is niet- het werk van de
rechterzijde alleen: de staatscommissie, die
tot hetzelfde resultaat kwam, bestaat voor
meer dan de helft ait niel-rechtschen. Zelfs
de heer Gerhard achte eenige censuur voor
volwassenen niet verkeerd en de heer Klee-
rekooper sloot zich daarbij aan. Spr. wijst
op de opvattingen van de heeren v. Embden
en Slingenberg. die alleen tegen de nakeu
ring zijn. Als hun partijgenooten in 1923
vóór de eerste wet hadden gestemd, had
den zij volkomen hun zin gehad.
ZATERDAG 15 MEL
HILVERSUM, 1050 M. 12.00 en 7.30 Poli-
tieber. 4.306.30 Vooravondconcert
door het H.D.O.-orkest o.l.v. Fr. Lupgens,
Hr. J. Siebolt Bylsma uit Leeuwarden,
voordachten o.a.: Het lied van de zee, EL
L. Swart, Jantje's wensch. Doofstommen-
instituut. De Kurassiers van Canrobert, de
Mont. Moeder, A. v Scheltema. De zelf
moordenaar, Piet Paaltjes. 6.307.30
Cursus in handelskennis en handelstech
niek, den heer J. Pelser Jr, 7.45 en 10.0
Persber. 8.15 Aansluiting van het con
certgebouw te Amsterdam. Beethoven-cy
clus. Het concertgebouw. Toonkunst Afd.
Amsterdam. Symphonie No. 8 en Sympho-
nie No. 9.
DAVENTRY, 1600 M 3.35 Kinderuurtje.
4.20 Concert door het octet. M.Sotham-
contra alt P. Byrne-bariton. H. Darnley-
humorist. 6.20 Tijdsein Big Ben, weer-
ber„ nieuws. Lezing: The golden Esgle.
6.45 Pianocomposities van Schumann.
7.00 Lezing: Malay drama. 7.20 De
Novelty minstrels. Vroolijke muziek en
zang. 8.05 Brighton-muziekfeestL
Speech van den burgemeester. 8.50
Carmen, Bizet, door de winnende band.
8.20 De Brighton harmonie: Kermesse
scène uit Faust, Gounod. 8.30 Ouver
ture Rosamund, Schubert, door de win
nende band. 8.40 De Brigthon harmonie.
8.50 Weerber., nieuws en causerie.
9.20 Declamaties door Percy Edgar.
9.5011.20 Dansmuziek van het Savoy-
hotel.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M.
11.50 Concert Lucien Paris (piano-viool
cello). 4.05 Orkestconcert. 7.20 Cau
serie. 7.50 Galaconcert Orkest, band,
vocale en instrum. artisten.
KONINGSWUSTERHAUSEN, 1300 M.
6.50 „Der feme Klang", opera in 3 acten
van F. Schreker. Daarna nieuws. 9.50
11.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 500 M. en ANTWERPEN, 265 M.
4.?Q Concert. Melle Roulez-zang. 7.20
Galaconcert. 8.20 geeft Antwerpen nog
een Vlaamsche lezing.
MUNSTER, 410 M. 12.35—1.50 Orkest-
concert. Werken van Sullivan en Suppe.
3.05 „Herzog Ernst von Scbwaben",
Uhland. 4.35 Kindervertellingen.
5.05 Esperantoles 5.50 Radiopraatje.
6.207.00 Engelsche les. 7.20 Lezing.
8.20 Concert. Orkest en liedjes bij df
luit. Oude muziek.
De-keuring voor volwassenen is dus niet
een specifiek beginsel der rechterzijde. Da
feut in de redeneering van den heer Polak
ligt hierin, dat het hier gaat om openbare
voorstellinen. De openbaarheid is dezelf
de ratio, die bijv. den wetgever deed op
treden tegen het openbare hazardspel. Het
openbaar karakter en de publieke verlei
ding zijn de redenen voor de overheid om
in te grijpen. Te Rotterdam bestaat feitelijk
al jaren een keuring voor volwassenen en
nimmer heeft dat eenig bezwaar opgeleverd.
Dat er geen algemeene opvatting van
zedelijkheid bestaat, is een bewering die in
strijd is met de ervaringen van alle keu
ringscommissies. Er bestaan gelukkig nog
een algemeene opvatting van zedelijkheid in
ens land, dank zii de werking der Christe
lijke beginselen. In de Centrale Commissie
zullen alle richtingen zijn vertegenwoordigd
en ook het bioscoopbedrijf zal zijn vertegen
woordiger krijgen.
Alles wat in deze wet staat, bestaat reeds
behalve de centrale keuring. De heer Rink
acht daarom deze wet niet noodig. maar de
unificatie is daarom alleszins gewenscht.
De plaatselijke commissies zijn langs lij
nen van geleidelijkheid gekomen tot dj
noodzakelijkheid van een contact, een cen
tralisatie van de keuring, daarin zit dus
niets van een tegenstelling tusschen rechts
en links. Spr. zet nog eens uiteen, dat in
het tweede ontwerp-Ruys de na-keuring
werd voorgesteld. Hij verwacht, dat men in
het algemeen de centrale keuring zal volgen
en zeker in de groote gemeenten. Dat hier
of daar een negorij anders handelt, is nim
mer te voorkomen, maar het is niet aan te
nemen dat die achterlijke pegcrij de marsch-
route van de centrale commissie zal aan
geven.
Art. 188 van de Gemeentewet blijft ia
hoofdzaak intact, wijl de burgemeester de
bevoegdheid houdt een bioscoopvoorstelling
te verbieden op grond van de openbare
orde. Practisch zal ten opzichte van de bi
oscopen nu wel anders gehandeld worden,
indien althans een na-keuring is ingesteld.
Spr. doet een beroep op alle richtingen
om mede te werken om deze wet tot een
native; Ie wet te maken.
Dc heer POLAK (s.-d.) verdedigt nog
even zijn standpunt in zake de zedelijkheid.
Hij heeft niet de algemeene begrippen op
het oog gehad als eerlijkheid, oprechtheid
en trouw, maar wel andere als eigendoms
recht. nieuw-malthusianisme, echtscheiding,
enz., waarover de opvattingen wel zeer uit-
eenloopen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 24 tegen 15 stemmen (rechts tegen links).
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dagavond half negen.
Bij dienstorder is bepaald, dat op de post
kantoren geen stortingsformulieren aangeno
men mogen worden, waarin gaatjes zijn ge
slagen, zulks in verband met de omstandig
heid, dat op het centrale girokantoor de
biljetten na de boeking worden voorzien van
een vernietigingsmerkteeken, hetwelk uit
een soortgelijke doorboring bestaat en aldus
tot vergissingen aanleiding kunnen ges-en.
toen hij den heuvel opging.
Hendrik haalde eenige malen diep adem.
De vochtige koude van de sneeuw, ver
koelde zijn slapen.
Opeens hoorde hij een menschelijke adem
haling, dicht achter zich.
Hij zag onwillekeurig om.
Het was Clara Eek, het jonge meisje met
den donkeren omslagdoek en het kerk
boek.
„Wat wilt gij hier?" vroeg hij onrustig.
„Ik wilde u zien," antwoordde ze kalm.
Toornig zag hij haar aan.
Ik, kan u geen beteren raad geven, dan
verre van mij te blijven. Wanneer men u
met mij ziet, zal men u uit den weg gaan
als een giftige slang of als een melaatsche.
Gij weet dat zelve zeer goed. En waarom
trotseert gij dat alles? Wat moet zulk een
roekeloos spel beduiden?"
Met groote oogen zag Clara Eek hem
aan,
„Ik heb niemand noodig," antwoordde ze
langzaam. „Wanneer ze mij vermijden, dan
lach ik daarom. Ik heb geen vrees of af
schuw voor uintegendeel, het be
haagt mij om met u te sprekenIk heb
zooveel medelijden met u,"
„Daartoe hebt gijgeen reden," zei Hen
drik, terwijl hij trotsch het hoofd ophbJ.
„Ik bezit alles wat men maar kan wen
schen. Vaarwel!"
„Gij?" vroeg Clara Eek glimlachend.
„Hebt gij alles wat gij kunt wenschen?.,..
Gij zijt nog zoo jong, nauwelijks twintig
jaar.... En gij woont daarginds in dat door
allen geschuwde huis.... Ik heb met u ge
danst, mijnheer Hegemeister."
„Maar daarom hebt gij nog niet het recht,
met mij aan het graf van mijn vader te
staan," zei Hendrik met moeilijk bedwon
gen ontevredenheid.
„Ja, toch wel. Iedereen ziet, hoe gij van
den eenen dag op den anderen voortleeft,
zonder te hooren of te zien, wat ieder kind
weet.... Vanaf het oogenblik, dat mijn
kerkboek in uwe handen was, heb ik aan u
gedacht.... Misschien word ik nog eens
uwe dienstbode.... of mischien sterf ik
wel door uwe hand."
„Gij zijt krankzinnig," riep Hendrik uit,
terwij! hij verbleekte. „Hoe is het mogelijk,
dat gij waarde kunt hechten aan al dien bij-
geloovigen onzinGij door mijne hand
sterven. Het is belachelijk."
Zou het dan mogelijk zijn, dat hij moest
kiezen: haar hals teeder te omvatten, of
dien door zijn zwaard te treffen?
Was hij dan ook al aangestoken door al
dat dwaze bijgeloof?
Waarom dacht hij heden, nu hij veertig
jaar oud was geworden, weer aan al dien
strijd, dien hij in zijne jeugd had moeten
voeren?
Waarom stond bet geheele verleden nu
zoo duidelijk voor zijn oogen?
Was het, omdat daarbuiten in het woud
vroolijke gezangen weerklonken?
Of was het omdat nu den tijd voor hem
gekomen was, waarover zijn vader eens had
gesproken, de tijd, die niet zou uitblijves?
De tijd van den rijperen leeftijd, die nog
niet hooren wil Van den dood?
Hij ging de straat op, vol heftige gemoeds
beweging, en langzaam begaf hij zich door
het dorp in de richting van den molen, en
van het woud.
Hij genoot van de heerlijke lentelucht, en
hij waande zich weer terugverplaatst in den
tijd van zijne eerste jeugd.
Op een weiland, dicht bij het bosch, zag
hij een, woonwagen staan.
De geheele familie zat op het gras, om
een klein vuur. Opeens dacht hij aan Clara
Eek. Was hij niet te hardvochtig tegen
haar geweest?
Dat had zij toch niet aan hem verdiend!
En hij, hij had voorbij laten gaan, wat wel
nooit meer voor hem terug zou komen.
En hoe arm aan liefde was zijne jeugd
geweest!
De rook van het vuur werd door den wind
in zijne richting gedreven.
De in lompen gekleede man wierp nog
takken op dat vuur, en met een vloek be
klaagde hij zich er over, dat de takken
vochtig waren, en niet wilden branden.
„Geef mij ander hout," riep hij grimmig.
„Ik ben vermoeid," luidde het antwoord
Zij zwegen, en zagen naar het vuur, dat
niet op wilde vlammen.
Hendrik Hegemeister wenkte een van de
kinderen. Een weinig angstig kwam het naar
hem toe, met de handen op den rug, en zag
hem met groote oogen aan.
Met een glimlach lokte hij het kind naar
zich toe. Waarom zou dat vreemde kleine
kind van hem wegloopen?
Het wist immers niet, wie hij was.
Hij gaf het de hand.
Nog nooit in zijn geheele leven had hij
eene kinderhand in de zijne gevoeld, nog
nooit zachte kinderwangen aangeraakt.
Het was voor hem eene zonderlinge ge
waarwording.
Hij knielde neder in het vochtige gras,
en trok .het vreemde bedelaarskind naar
'zich toe, „Zóó ziet een kind er dus uit,"
dacht hij bij zichzelven. „Zoo haalt het
adem, en zóó beweegt het de kleine vinger
tjes en den mond. Het is een wonder!"
In de schemering van den avond werden
zijne oogen vochtig.
Het verlangen naar een eigen kind, bloed
van zijn bloed, geest van zijn geest, dat hij
al zoo lang met geweld had teruggedrongen,
kwam met vernieuwde kracht bij hem op.
Met gefronst voorhoofd en opeengeperste
lippen hield hij de hand van het kind in de
zijne, en hij vergat, dat hij in het natte gras
neerknielde, en dat de eigenaar van den
woonwagen op korten afstand van hem zat,
en dat daarginds in het dorp een huis stond,
waarin al vele menschenlevens waren uit-
gebluscht, vóórdat het uur van hun dood ge
komen was.
„Zou het dan een misdaad zijn, wanneer
ik ook naar een kind verlang?" zoo dacht
hij bij zichzelven, terwijl hij opstond.
De vrouw van den woonwagen naderde,
om haar kind terug te halen.
Snel duwde hij de -kleine een geldstuk in
de hand.
„Bedank dien heer," zei de vrouw half
luide. „Gij moogt vanavond voor hem bid
den uit mijn kerkboek."
Toen keerde ze zich om, en ging heen.
Diep zonken hare voeten in het vochtige
gras
Bij het woord „kerkboek" verschrikte
hij, en even ontmoetten zijne oogen die
van de vrouw.
De man van den woonwagen wierp stee-
nen op het vuur, om het uit te dooven. De
duisternis viel.
Als twee donkere schaduwen liepen man
en vrouw nog eenigen tijd been en weer
over het gras, om eenige stukken huisraad
bijeen te zoeken.
En toen klommen zij in den met grof
lijnwaad overtrokken wagen, waarvan de
omtrekken nu nog maar onduidelijk te on
derscheiden waren.
Nog eenigen tijd bleef Hendrik Hegemeis
ter Maan. in diep gepeins verzonken.
(Wordt vervolgd.)