R.-K. Kamer-centrale, Leiden.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde Blad Donderdag 20 Mei 1926
Het geschil in de Engelsche mijn-industrie. Baldwin stelt een onmiddel
lijke verlaging voor van het minimumloon met 10 pCt. De verhooren
in het valsche muntersproces. Verklaringen van graaf Bethlen en afgev.
Hir. Bij de onlusten in Warschau zouden 355 personen zijn gedood,
meer dan 1000 gewond.
Onder de Radio-berichten: Dr. Marx spreekt fn den Rijksdag de re-
geeringsverklaring uit. De steun van Rusland en de algemeene werk
staking in Engeland. Het NederSandsche standpunt op de ontwapenings
conferentie te Genève verdedigd.
KUNST EN KENNIS.
Mengelberg te Brussel.
FEUILLETON.
HET ERFDEEL VAN
ZIJN VADER.
Op Woensdag 19 Mei. des voormiddags
half elf. werd in het Bondsgebouw (Steen-
schuur) Leiden de algemeene vergadering
(tevens jaarvergadering) gehouden van de
R.-K. Kamer-Centrale. Leiden.
Te ongeveer kwart voor elf opent de
voorzitter, de heer A. J. Oostdam, de bij
eenkomst met den Christelijken groet, waar
na de secretaris, de heer A. C. v. Berkel,
de notulen voorleest van de vorige vergade
ring, welke onder dankzegging aan den se
cretaris worden goedgekeurd.
Notulen en mededeelingen.
De commissie van verificateurs der kas
heeft de boeken en bescheiden nagezien en
na accoordbevinding een batig saldo van
410 geconstateerd. Den penningmeester
wordt dank gezegd voor zijn beheer.
SCHOONHOVEN heeft een lijst met de
candidaten J. Th. Nienhuis en A. C. A.
Deerenberg ingezonden, welke lijst den se
cretaris nooit heeft bereikt.
De VOORZITTER stelt voor beide candi-
laten alsnog op de candidalen-lijst te plaat
sen. Het is een bona-fide geval.
De heer LIEVERSE meent, dat dergelijke
brieven aangeteekend dienen te worden
verzonden.
De VOORZITTER gaat geheel accoord
net de zienswijze van den heer L„ doch
aringt nogmaals aan op een gunstige be
slissing voor dit geval. Aldus wordt na
eenige discussie besloten.
Het jaarverslag van den secretaris wordt
voorgelezen.
De heer JANSEN. Hillegersberg, vraagt,
of het jaarverslag niet in druk kan verschij
nen of getypt.
De VOORZITTER acht dit wel nuttig, met
net oog op de cijfers en gegevens, welke
iet jaarverslag vermeldt.
De vergadering spreekt zich eenstemmig
uit voort het doen drukken en rondzenden,
van het jaarverslag.
Jaarverslag Penningmeester.
De heer ROOS, Gouda, merkt op, dat uit
t jaarverslag van den penningmeester blijkt,
dat de secretaris een honorarium ontvangt
voor zijne bemoeiingen van 100. Spr. vindt
dit zeer gering.
De VOORZITTER kan zich hiermede ver-
cenigen. Evenwel, de secretaris is er mee
tevreden. Wil de vergadering verhoogen, de
voorzitter zal er zich niet tegen verzetten.
De heer JANSEN, Hillegersberg, neemt
deze gelegenheid te baat, om de omvangrijke
werkzaamheden toe te lichten aan het se
cretariaat verbonden en bepleit een hoogere
vergoeding.
De heer STADHOUDER, Zoeterwoude,
wenscht de vergoeding te verdubbelen en
te brengen op 200
De VOORZITTER brengt in 't midden,
dat dit voorstel moet worden behandeld
door een scheidend bestuur. Het ligt meer
op den weg van het nieuwe bestuur deze
aangelegenheid te behandelen.
Dr. A. C. A. HOFFMAN heeft telegrafisch
se richt van verhindering gezonden.
Motie-Katwijk a. d. Rijn.
pDe leden der R, K. Kiesvereeniging
■"licht en Eensgezindheid" -te Katwijk aan
en Rijn. in vergadering bijeen op 24 Fe-
ruar>i 1926 wenschen hunne instemming
e betuigen met de houding sinds 11 Nov.
1925 aangenomen door de R. K. Ministers
en de R. K. Kamerfractie en deze motie
ter kennis te brengen van de Kringver
gadering.
Dc neer AGTEN, Gouda, stelt voor het
wc or cl je sinds in de motie te verande
ren in o p.
De heer JANSEN, Hillegersberg, licht
d® mo'.ie toe. Spr. meent, dat bet niet
vol.loonde bekend is, wat na 11 November
is ';ebrurd.
De heer VAN DER WEIJDEN, Noord-
wijk, sluit zich aan bij den heer Jansen;'
wij weten, wat er op 11 November is ge
beurd; men hecht zijn goedkeuring aan
iels. wat men niet weet.
De heer HEEMSKERK. Leiden, is van
meening, dat het aanbeveling verdient de
notie nauwkeurig te bekijken. De bedoe
ling van Katwijk met deze motie is, zoo
wel insemming te betuigen met hetgeen
op als na 11 November 1925 is gebeurd.
De heer AGTEN, Gouda, zegt, dat de
bedoeling is der motie, hulde te brengen
lan de roWsters. Wat na 11 November is
geschied, is ons niet voldoende bekend.
Spr. meent veilig de verandering van het
eene woord te kunnen aanvaarden.
De heer H. SCHOLVINCK, Warmond,
kan zich met de motie vereenigen, wan
neer s rt d s in op wordt veranderd en
verzoekt Katwijk aan den Rijn in dien
geest de motie te wijzigen.
De VOORZITTER stelt een wijziging
voor, die iedereen zal bevredigen, wil den
datum laten wegvallen en de motie aldus
lezen:
„De Leden der R. K/ Kiesvereeniging
„Plicht en Eensgezin,dhed" te Katwijk aan
den Rijn, in vergadering bijeen op 24 Fe
bruari 1926 wenschen hunne instemming
te betuigen met de houding, bij gelegenheid
der besprekingen omtrent het gezantschap
rij 't Vaticaan,, aangenomen door de R. K.
Ministers en de R. K. Kamerfractie, en
deze motie ter kennis te brengen van de
Kringvergadering.
Rondvraag.
Bijde Rondvraag stelt de heer LIEVERSE
je volgende vragen:
1. Is het geven van politiek advies en
combinatie van verse, hiilemde Rijkskies-
krngen noodzakelijk voor bet verenigings
leven in de R. K. Staatspartij?
2. Of is het gevolg van een politiek
idvies en een combinatie van verschillende
Rijkskieskringen alleen om de leden van
de Centrale en locale kiesverenigingen te
bemoeilijken of hun het medezeggenschap
geheel te ontnemen bij het stellen van can
didaten voor de Tweede Kamer.
De VOORZITTER: 't Is geen peulschil
letje^ (algemeen gelach). Is er misschien
nog iemand, die zoo'n kleinigheid in het
mdden heeft te brengen? Dan kunnen we
dat en passant behandelen,
In het eerste gedeelte werden twee d'n-
gen bijeengevoegd. Het standpunt van 't
In het eerste gedeelte werden twee din
gen bijeengevoegd. Het standpunt van het
bestuur is altijd geweest, dat het geven
van een politiek advies nuttig is, om lei
ding te geven aan die kiezers, die niet in
het verenigingsleven staan en geen mee
ning hebben, om verbrokkeling van stem
men op die manier te voorkomen.
Wat betreft de combinatie van kieskrin
gen, deze is altijd berekend geweest op de
wiskundige verhouding. De beide punten
zijn steeds in het oog gehouden, om de
stemmen,cijfers zoo goed mogelijk te doen
uitvallen.
De heer LIEVERSE repliceert. Hij wenscht
een organisatorische behandeling.
De heer STADHOUDER licht toe, waarom
geen verslag is uitgebracht van de bonds
vergaderingen.
De heer KORTEKAAS, Lisse, komt terug
op de vragen van den heer Lieverse. Het
nieuwe reglement vermeldt, dat een poli
tiek advies wordt gegeven. Aan de hand
van 't reglement, is de vraag van den heer
Lieverse overbodig.
De VOORZITTER betoogt, dat van on
organisatorische beharideling geen sprake
is geweest.
De heer STADHOUDER licht cV be
doeling van den heer Lieverse nader toe.
De VOORZITTER meent, dat door reor
ganisatie de heeren kunnen hereiken, wat
ze wenschen.
De heer JANSEN, van Hillegersberg heeft
zich te kwijten van een opdracht namens
de kiesvereeniging: hulde te brengen aan
het beleid van den voorzitter (applaus).
De heer BALVERS brengt eveneens hul
de aan den scheidenden voorzitter, die
zich steeds kenmerkt door eenvoud, niet
belust is op academische of prachtige taal,
maar vatbaar voor een welgemeend woord
van de kiezers. Het dcet spr. een genoegen,
dat bij hier het laatst het woord mag voe
ren; „ik was niet de gemakkelijkste voor
u". Spr. besluit met de beste wenschen
voor den voorzitter. In het andere gewest
zullen de Katholieken der Kamercentrale
Leiden met u in aangename herinneringen
voortleven. De bedoeling van het bestuur
is geweest u uit eigen middelen een stoffe
lijk souvenir aan te bieden. Dit plan is ge
wijzigd in zooverre, dat u namens de Kamer
centrale eene hernnering zal worden aan
geboden (applaus).
De voorzitter dankt geroerd. Het doet
spr. genoegen, dat juist de heer Balvers
het afscheidswoord heeft gesproken. Bij het
scheiden staan we naast elkaar. Nooit heb
ik naar woorden moeten zoeken, aldus gaat
de voorzitter voort, dch thans valt het mij
mceilijk mijne gevoelens mede te deelen.
Spr. verzoekt kort te mogen zijn en be
sluit met de beste wenschen te uiten voor
den groei en bloei der Kamercentrale
Leiden.
NAMIDDAGVERGADERING
HEROPENING.
Te ruim één uur wordt de vergadering
door den waarnemenden president, den
heer J. H. M. Balvers, in jaren oudste
bestuurslid, heropend.
In de candidatenlijst werden de volgende
wijzigingen aangebracht.
Vervallen de candidatuur van den heer
C. G. J, Alkemade, Ncordwijk; A. M.
Lucas, Oudewater; C. J. L v, d. Meer,
Noordwïjk; en Th. B. J. Wilmer, Leiden;
bijgevoegd worden; de heeren Deerenberg
en J. Th Nienhuis, Schoenhoven, terwijl
voor A. Scholvinck dient te worden ge
lezen IJ. Scholvinck.
Bij punt 2 Bestuursverkiezing wor
den door verschillende afgevaardigden can
didaten aanbevolen.
In afwachting van den uitslag der stem
ming/gaat de voorzitter over tot behande
ling van pun 4: besproking van het reorga
nisatierapport.
Amendementen.
Bij art. 2 stelt Leiden een amendement
voor;
„Het doel der R. K. Staatspartij is te
zorgen, dat de Katholiek-Staatkundige be
ginselen in alle deelen vian het Staats-
besuur worden toegepast."
Het bestuur neemt dit amendement over.
Na ampele discussie wordt het amende
ment in stemming gebracht en aangenomen
met 131 stemmen vóór en 31 tegen.
Amendement art. 3; onder letter g.: het
onderhouden van het noodige contact met
en het steunen van kath.-politieke pro-
pa, gandiavereenigingen.
Amendement art. 11 sub 4:
„Het bestuur, stelt voor alle letters van
aw, te schrappen en sub 5 te lezen; „de
navolgende gekwalificeerde personen,
voortkomende uit alle standen van ons
Katholiek Kiezerskorps, gekozen door de
sub 1 genoemde uit een voordracht van
50 personen, opgemaakt door het bonds-
bestuur sub 2."
Het door het bestuur voorgestelde amen
dement op art. 11 lokt een breedvoerige
discussie uit. In stemming gebracht wordt
het verworpen met 49 vóór en 133 stemmen
tegen.
Intusschen is de uitslag der bestuurs
verkiezing vastgesteld en blijken de navol
gende heeren gekozen te zijn: Boekraad,
Van Berkel, Hcudijk, Bader, Dr. Hoffman,
Veelenturf, Balvers, Warmerdam, Kaale,
Bank, Van Breukelen, Schuit en Gouver-
Thans wordt in stemming gebracht het
amendement Leiden: „de R. K. leden en
plaatsvervangende lederf van den Hoogen
Raad van Arbeid te deen vervangen door:
f, de vertegenwoordigers van de 4 groote
standsorganisaties (van iedere organisatie
een gelijk aantal) door deze organisatie zelf
aan te wijzen. Dit amendement wordt met
135 stemmen voor en 46 tegen, aangenomen.
Verder stelt Leiden voor de laatste
aMnea van art. 11 te schrappen,
Inmiddels is de commissie belast met het
opnemen der stemmen (verkiezing voorzit
ter en secretaris) met haar taak gereed.
De uitslag is, dat de heer Gouverneur, die
het grootste aantal stemmen op zich heeft
vereenigd, tot voorzitter is gekozen, terwijl
de secretaris, de heer A. C. van Berkel,
met algemeene stemmen is herkozen,
(applaus).
Het voorstel-Leiden wordt nu in stem
ming gebracht en met 110 tegen 71 stem
men aangenomen.
Punt 5; Verkiezing van één bestuurslid
en één plaatsvervanger voor het bestuur
van den Algemeenen Bend van R. K. Rijks-
kieskringorganisaties in Nederland en
Punt 6: Verkiezing van 6 afgevaardigden
en 6 plaatsvervangers voor de gedurende
het jaar 1926 te houden Bondsvergaderingen,
komen thans aan de orde.
Tot afgevaardigden en plaatsvervangers
werden bij stemming aangewezen de heeren:
Boekraad met 55 stemmen, Wilmer met 50
en Scholvinck met 51, en resp, plaatsver
vangers: de heeren Van Berkel, Balvers en
Stadhouder.
Punt 7. Verkiezing van een Commissie
van verificateurs voor het boekjaar 1926.
Aangewezen worden: Boskoop, Alphen en
Hazerswoude.
De contributie voor het boekjaar 1926
wordt vastgesteld op 5 cent.
Het voorstel Leiden: „de aangesloten
kiesvereenigingen geven hunne ledentallen
op vóór 1 April voor ieder jaar", wordt
ingetrokken (punt 9).
Enkele punten voor de bondsagenda
worden vastgesteld.
Bij de rondvraag doet afgevaardigde
Lieverse een voorstel, dat practisch neer
komt op grondwetsherziening. De voor
zitter zegt toe zijn voorstel in ernstige
studie te nemen. De heer Stadhouder ont
popt zich als propagandist van „Het Schild";
afgevaardigde Jansen komt terug op de ver
goeding, wellke de secretaris geniet, De
penningmeester wenscht te onderzoeken of
deze verhooging gewettigd is en laz eerst
den stand der geldmiddelen nagaan.
Besproken wordt hoe de afd. Noorden
en Voorburg nieuw leven kunnen worden
ingeblazen. De penningmeester meent, dat
Voorburg thans wei perspectieven biedt.
De rondvraag wordt eenigszins gerekt,
terwijl de uitslag der laatste stemming nog
niet bekend is.
De heer Veelenturf spreekt een bijzonder
woord van dank aan den waarnemenden
voorzitter, die onvoorbereid voor de taak
geplaatst deze vergadering te leiden, daar
in tot aller tevredenheid is geslaagd.
De heer Balvers wentelt die hulde af op
de vergadering, die zooveel welwillendheid
aan den dag legde.
De stemming wijst aan de heeren Bank,
Houdijk en Veelenturf en tot plaatsvervan
gers resp. Dr. Hoffman, Warmerdam en
Van Breukelen.
Hierna houdt de voorzitter een korte
toespraak en sluit op de gebruikelijke wijze,
deze geanimeerde bijeenkomst.
De overeenkomst tusschen
Frankrijk en de V. S.
Het schijnt dat Coolidge wenscht, dat de
ratificatie van het accoord met Frankrijk in
zake de schuld door het congres nog in deze
zitting geschiedt, al zou het daarvoor noodig
zijn tot aan den zomer zitting te houden.
De leiders in den Senaat achten ratificatie
mogelijk. Men verwacht langdurige debatten,
daar verscheidene tegenstanders der rati
ficatie verklaard hebben voornemens te zijn
twee of drie maanden lang te discussieeren.
Het Witte Huis weigert te zeggen of de
snelle daling van de franc een der redenen
is, waarom men een spoedige ratificatie
tracht te verkrijgen, maar men weet, dat
Coolidge al het mogelijke wil doen om den
financieelen toestand van Frankrijk te ver
beteren.
Zuid-Slavie, Griekenland
en Engeland.
De Zuid-Slavische minister van financiën
en zijn Grieksche collega zijn te Londen aan
gekomen om te onderhandelen over de re
geling der schulden.
De regeling tusschen Pa
rijs en Londen.
Bij zijn vertrek naar Parijs heeft Péret,
de Fransche minister van financiën gisteren
ochtend in een intervieuw zijn voldoening
uitgesproken over het resultaat der met
Churchill gevoerde onderhandelingen, doch
verklaard dat er geen definitief besluit is
genomen.
Hij zal naar Londen terugkomen zoodra
de politieke toestand in Frankrijk dit ver
oorloven zal.
Het slechte weer.
In de Ardennen regent het zoo zwaar en
langdurig, dat de zijrivieren van de Maas,
de Amblive en de Ourthe voortdurend was
sen en op sommige punten reeds buiten haar
oevers zijn getreden.
De financieele toestand
in Frankrijk.
Men beschuldigt de Engelsche bankiers
den nieuwen val van den franc te hebben uit
gelokt om Péret te beïnvloeden en hem te
dwingen zich aan de Engelsche eischen te
onderwerpen. Men spreekt er over wat er
onverwijld dient te geschieden. De „Matin"
schrijft dat de ministerraad morgen over het
lot van den franc zal beslissen. De quaestie
is vooral om te weten of de regeering onver
wijld de honderd millioen van Morgan zal
gebruiken om den franc op te heffen.
Briand heeft gisteravond een bespreking
gehouden met hooggeplaatste financieele
ambtenaren, bankiers en met de heeren
Robineau, gouverneur van de Banque de
France, en Edouard de Rottschild, waarbij
over den toestand is beraadslaagd.
Sneeuwval.
Ook gisteren is in Zuid-Frankrijk nog
sneeuw gevallen. Het weer schijnt evenwel
beter te worden.
De Muizenberg.
Uit Aken wordt aan. de „Frankf. Z." ge
meld, dat de nabij de Nederl.-Belgische grens
gelegen Muizenberg gisteren is ingestort.
Er waren voor het kweeken van champig
nons gangen in gegraven, welke over een af
stand van ca. 50 m. door een aardverschui
ving zijn ingestort. Men heeft tot dusver 5
dooden en 13 gewonden uitge~ raven.
pe dranksmokkelarij.
In verband met het groote dranksmokke
laarsproces dat reeds eenige weken bij het
gerechtshof te Berlijn aanhangig is en waar
schijnlijk nog gevolgd zal worden door een
reeks van dergelijke processen, is een lijst
in de pers gepubliceerd, waaruit blijkt, dat
er in den laatsten tijd niet minder dan 5941
overtredingen zijn gepleegd, waarbij 8008
personen waren betrokken. Een bedrag van
14.9 millioen mark, d.i. het tiende gedeelte
van de inkomsten va» den staat, voortvloeien
de uit het brandewijnmonopolie, is hierbij
te weinig betaald.
De vlaggenkwestie.
Naar de Berlijnsche correspondent van
de „Frankf. Ztg." verneemt, zou het in de
bedoeling van de regeering liggen na Pink
steren een voorstel in te dienen tot vorming
van een commissie voor de instelling van
een eenheidsvlag. In die commissie zouden
dan niet alleen parlementsleden zitting moe
ten nemen, maar ook historici en wapen-
kundigen.
De Rijksdag op reces.
Ingevolge een besluit van het senioren
convent zal de Rijksdag na de beëindiging
van het debat over de regeeringsver klaring
tot 6 Juni op reces gaan.
Het geschil in de mijn
industrie.
In zijn gistermorgen gehouden vergade
ring heeft het bestuur van den mijnwer-
kersbond de voorstellen der regeering op
nieuw besproken. Behandeld werden de ad
viezen, aan de heden te houden nationale ge
delegeerden-conferentie te geven. Tenzij
deze conferentie de beslissing aan een refe
rendum in de districten overlaat, zal op de
gedelegeerden de verantwoordelijkheid rus
ten te zeggen of de stopzetting in de kolen
bekkens zal voortduren of dat het bestuur
gemachtigd zal worden de onderhandelin
gen te hervatten ontdaan van de vroegere
beslissingen nopens loonen en werktijden.
Er is tot dusver nog geen nieuwe conferen
tie belegd tusschen de regeering en den
mijnwerkersbond of de mijneigenaars. Ver
nomen wordt dat het comité van onderhan
deling uit het kabinet zich bereid heeft ver
klaard te allen tijde met een der partijen
samen re komen.
Men tneent te weten, dat op de gisteren
gehouden conferentie tusschen de regeering
en het bestuur van den mijnwerkersbond
Baldwin een onmiddellijke verlaging met,
10 heeft voorgesteld van de minimum-
loonen in alle mijnen.
Een duur eitje.
Een 18-jarig jongmensch dat tijdens de
algemeene staking een politie-agent, die een
bus escorteerde, met een ei had gegooid,
zoodat diens gelaat en uniform er door be
smeurd werden, is dezer dagen te Londen
tot een geldboete van drie pond sterling ver
oordeeld.
Het valsche munters
proces.
Afg. Hir is heden in het ziekenhuis ver
hoord, Get. verklaarde, dat in Bethlen's
brief, waarin hem bescherming werd toe
gezegd, de irredentistische actie werd goed
gekeurd, alsook hef laten maken van het
noodige drukwerk voor de onderneming.
Het woord „francsbiljetteri" kwam er niet
uitdrukkelijk in voor. De brief was in het
bezit van Windisch-Gratz. Dergelijke brie
ven waren bij elke actie gebruikelijk.
In het kruisverhoor geeft bekl. Windisch-
Gratz toe, dat Bethlem hem voor de irre
denta milliarden kronen had beloofd, maar
niet voor de bankbiljettenvervalsching, zoo
als Hir het doet voorkomen.
Volgens eene verklaring van Hir heeft
graaf Teleki Gerö voor de vervalschingen
bij W.-G. aanbevolen. Het plan was, de bil
jetten onder de bezettingstroepen in het
Ruhrgebied in omloop te brengen, maar de
door Locarno bespoedigde ontruiming ver
hinderde dit. Daarover heeft Hir in het par
lement met Bethlen uitdrukkelijk gespro
ken. Bethlen vond het plan zeer goed en gaf
na eenige dagen den bedoelden „bescher-
mingsbrief". De vervalschers kochten bij
Keulen een papierfabriek, waar het papier
voor de biljetten werd vervaardigd. Hir is
mede-eigenaar daarvan.
De voorzitter der rechtbank poogt het ge
wicht der verklaringen van Hir te verklei
nen door de verklaring, dat er op grond eener
aangifte van een koopman een strafproces
wegens bedrog tegen hem aanhangig is ge
maakt.
Bethlen verhoord.
Minister-president Bethlen, op zijn ver
zoek door het staatshoofd ontheven van den
hem door zijn ambt opgelegden plicht tot
geheimhouding, verklaarde in het begin van
1925 voor het eerst van de francsvervalschin-
gen van Windisch-Gratz te hebben gehoord.
Deze had echter reeds vroeger herhaaldelijk
met hem gesproken over zijn irredentistische
actie, wellicht reeds in Juli 1923, waarbij hij
ook Nadosy's naam had genoemd. Naar aan
leiding van schriftelijke voorstellen van W--
G. gaf Bethlen aan Nadosy te kennen, dat
hij de actie niet goedkeurde, daar zij, on
middellijk na de quaestie van West-Hongarije
den Magyaren in de naburige landen slechts
schade kon berokkenen.
Na den staatsgreep in
Polen.
Het bericht van het „B. T." dat de vrede
tusschen Warschau en Posen reeds zou zijn
geteekend, schijnt ietwat voorbarig, maar uit
alle berichten uit Warschau blijkt toch, dat
de onderhandelingen over een toenadering
tusschen Halier en Pilsoedski goeden voort
gang maken, zoodat is aan te nemen, dat
Haller binnen niet la te langen tijd zijn ver
zet zal opgeven.
Verschillende bladen vernemen uit War
schau, dat Pilsoedski heeft geweigerd een
candidatuur voor het staatspresidentschap
te aanvaarden.
Als candidaten noemt men Skrynski en
Rataj.
Het aantal slachtoffers-
Volgens de jongste opgaaf zijn bij de ge,
vechten in Warschau 355 personen gedood,
waaronder 140 soldaten en 27 officieren.
De identiteit van 43 lijken is nog niet vast
gesteld. Het aantal gewonden bedraagt meer
dan 1000.
De rust hersteld.
Een bericht uit Warschau bevestigt, dat
alle regimenten uit Posen naar hun garni-
zoenen zijn teruggezonden.
De nieuwe minister van binnenlandsche
zaken heeft verklaard, dat de leden van de
afgetreden regeering geheel vrij zijn er is
niet de minste reden om hen een vaste ver
blijfplaats aan te wijzen. Voor het afkondigen
van den staat van beleg zag de minister geen
enkelen wettigen grondslag. De huidige
regeering houdt zich strikt aan de wet.
Na den Staatsgreep.
Volgens een bericht uit Warschau is de
kwestie van de bijeenroeping van de Na
tionale vergadering nog niet uitgemaakt.
De linkerpartijen, die niet over een meer
derheid beslissen, vreezen dat de vergadering
wellicht een staatspresident zal kiezen, die
het resultaat van de militaire actie van Pil
soedski weer te niet kan doen. De linker
zijde behoudt zich een bedenktijd van twee
dagen voor. Zij voelt meer voor ontbin
ding van het parlement.
De reorganisatie van den
Raad.
Telegrammen uit Genève beweren dat
er een accoord tot stand zou zijn gekomen
tusschen Spanje en Brazilië.met het oog op
wederzijdsche steunverleening opdat elk
der beide landen een permanente zetel in
den Volkenbondsraad erlangen.
Volgens de Madrileensche bladen, die de
meening van officieele kringen zeggen weer
te geven, is dit bericht ongegrond.
Ramek naar Genève.
Bondskanselier Ramek zal in verband met
het voorstel tot opheffing der volkenbonds-
contróle in Juni naar Genève vertrekken ter
bijwoning van de vergadering van den'Raad.
De secretaris van mr. Zimmerman blijft
de verbinding tusschen Genève en Weenen
vormen.
In den „Berenkuil,."
Naar wordt geseind uit Bern zijn twee
knapen in den bekenden „berenkuil" aldaar
gevallen.
Een der jongens werd door de beren le
vensgevaarlijk gewond. De andere is er on
gedeerd afgekomen.
Obstructie in de Portu-
geesche Kamer.
Bij de voortzetting der discussie in de Ka
mer over de tabaksregie belette de opposi
tie de bespreking van het desbetreffende
regeeringsvoorstel. Zij noodigde de regee
ring uit af te treden en gaf het voornemen
te kennen de parlementaire werkzaamheden
te beletten.
De dood van den ex-
sultan.
Daar men aan vergiftiging dacht, is het lijk
van den ex-sultan van Turkije Mehmed VI
onderzocht, evenwel zonder eenig resultaat.
Alle souvereinen hebben bewijzen van
deelneming gezonden.
De revolutie in Nicaragua
De Amerikaansche algemeene ontvanger
der douane in Managua heeft bij het depar
tement van buitenlandsche zaken geprostes-
teerd tegen de verplaatsing door de revoluti-
onnairen van den Amerikaanschen ontvanger
der douane en zijn adjunct te Bluefields we
gens hun weigering om de geïnde sommen af
te dragen. De inbeslagneming der douane-
bureaux aan de Atlantische kust wordt als
een schending beschouwd van het door bui
tenlandsche zaken te Washington goedge
keurde financieele plan der regeering en is
eveneens een schending der contracten tus
schen Nicaragua en de obligatie-houders der
leening van Londen van 1909.
Niet toegelaten in Amerika.
Gemeld wordt, dat de Amerikaansche
ambassade te Berlijn een pas heeft geweigerd
aan kapitein Karl Boy-ed, vroeger marine
attaché bij de Duitsche ambassade te Was
hington. Deze werd in het begin van den
oorlog op verzoek van de Amerikaansche
regeering teruggeroepen wegens schending
van de neutraliteitswetten der Vereenigde
Staten. Dit was een der incidenten, die mede
hebben bijgedragen tot het deelnemen van
de Vereenigde Staten aan den wereldoorlog.
Een reis om de wereld
in 7 dagen.
Gisteren vertrokken met de „Mauretania"
Morris Titherington en John Goldstrom voor
een reis om de wereld. Van New York af naar
Plymouth en van Yokohama naar Victoria
zullen zij per stoomschip reizen. De rest
van den afstand, ongeveer 18.500 mijl, zul
len zij per vliegtuig afleggen. Om het record
te breken dat in 1913 door John Henny Mears
uit New York werd gemaakt, die den af
stand met stoomschepen en treinen in 35
dagen, 21 uur en 35 minuten aflegde, zullen
beide wereldreizigers voor 24 Juni te half
twee 's middags in New York moeten terug
zijn.
Voor een geheel uitverkochte zaal diri
geerde Zondagmiddag, in het Théatre de la
Monnaie te Brussel, Willem Mengelberg het
laatste der volksconcerten van dit seizoen.
Het nieuws dat hij zijn eigen Amsterdamsch
orkest medegebracht, had de zaal vol doen
stroomen niet enkel met de gewone abonné's
maar met talrijke personaliteiten, waar
onder minister Huysmans, burgemeester
Max, oud-minister Destrée en andere parle
mentairen en leden van de Hollandsche
kolonie, den Ncderlandschen gezant, jhr.
dr. C. G. W. v. Vredenburch vooraan.
Bij het verschijnen van de Koningin, even
als haar dochter prinses Marie José in
rouwtoilet, werden beurtelings de Braban-
ponne en het Wilhelmus aangeheven, welke
staande aangehoord werden.
Het concert, geheel aan Beethoven ge
wijd, ving aan met de Egmont-ouverture,
die het publiek dadelijk in verrukking
bracht om het bewonderenswaardige spel en
den, in dit land door niemand geëvenaar-
den, samenhang van het ensemble. Na de -
Eroïca (3e symphonie) was het een applaus
zonder einde. Namens de Koningin werden
bloemen gebracht en de toehoorders, blijk
baar sterk onder den indruk, brachten diri
gent en spelers een minutenlange ovatie.
Na de pauze kwam de vijfde symphonie
aan de beurt; andermaal een ideale vertol
king van dit overbekend opus, dat nog de
zen winter op de Defauw^oncerten uitge
voerd werd. Hare Majesteit, «lie Mengelberg
tijdens de pauze in haar loge ontboden en
gelukgewenscht had, gaf ook thans het tee-
ken tot het applaus. Voor deze Nederlanders
werd het een triomf; een lauwerkrans met
oranjekleurige strik werd hun leider aange
boden, die tot zesmaal op het podium moest
verschijnen. Ten slotte kon de uitbundigheid
van het publiek enkel bedaard worden door
een nieuwe uitvoering van beide volksliede
ren. In het Hollandsche gezantschap werd na
het concert een druk bezochte thee aange»
boden.
22
Dat waren pijnlijke oogenblikken voor de
arme gouvernante geweest.
Ze gevoelde zich toen zoo geheel op den
achtergrond gedrongen.
En terwijl ze daaraan dacht, begaf ze zich
te bed, en trachtte te slapen.
Maar de nacht was onrustig voor haar.
Telkens was er iets, dat haar uit den slaap
vekte.
Nauwelijks begon het te schemeren, of de
daan kraaide, en in de stallen trappelden de
paarden, terwijl de postillons over den bok
begonnen te loopen,
Ze richtte zich op en zag treurig naar bui
ten, in den grauwen morgen.
De huisknecht liep van deur tot deur, om
Je reizigers te wekken.
En toen de eerste zonnestraal de kamei
binnendrong, kwam Marilla geheel aange
kleed hare kamer binnen.
„Goeden morgen, mademoiselle," zei ze op
vriendelijken toon, terwijl ze de bleeke gou
vernante de hand reikte. „Ik hoop, dat u
goed geslapen hebt."
„Neen. Ik dank u," antwoordde de gouver
nante verwonderd.
Hare vroegere leerlinge kwam haar zoo
veranderd voor. Ze wist niet, wat ze daarvan
moest denken.
In de gelagkamer was het druk van logeer
gasten, die hun rekeningen betaalden, en af
scheid namen.
Het geld rolde, kleederen ruischten en in
zenuwachtige onrust riep men om bagage.
Angstig zag de gouvernante in het rond, of ze
niet een persoon van groote gestalte met een
hand van bijzonderen vorm kon ontdekken,
onder al die kleinere menschen, maar ze kon
niets verdachts vinden, en ook Marilla droeg
er toe bij haar in dat opzicht gerust te stellen,
want het jonge meisje scheen zich om nie
mand te bekommeren. Al vóór dat 't zes uur
geslagen had, rolde het elegante rijtuig, waar
in beide dames hadden plaats genomen, langs
den straatweg in de richting van Wesserling.
Na verloop van een uur was het stil gewor
den in het Hotel de la Poste, zóó stil, dat men
duidelijk het gegons van een kever kon hoo-
ren.
In de gelagkamer zat nog maar een enkele
gast. Hij rookte de eene pijp na de andere, en
beschouwde de zoldering, waar tallooze ilve-
gen zich bewogen.
Het was Herbert, die de hoedanigheden van
reisgenoot, koetsier en kamerdienaar van
Hendrik Hegemeister, den scherprechter van
Neurenburg, in zijn persoon vereenigde.
Monsieur Luciën, die over zijn rekeningen
boek zat heehgebogen, beschouwde hem ter
sluiks.
Maar hij kwam tot geen resultaat.
Toen haalde hij zijn dagboek en begon te
schrijven:
„Frani;oise Müller, met een elegant rijtuig,
in den namiddag, met twee dames, waarvan
de eene een angr.twekkenden indruk maakt,
terwijl de andere zeer degelijk van karakter
schijnt te zijn. De jongste van de twee, die
zeer bekoorlijk is, behoort tot die soort men
schen, die alleen het genot najagen. De an
dere de mademoiselle zonder naam, schijnt in
haar leven niets dan leed te hebben onder
vonden. Zij zijn nu vertrokken.
Dat is jammer.
In den namiddag: vreemde koetsier, met
een heer, die er uit ziet, alsof hij een lang
durige vestingstraf achter den rug heeft. Zijn
kamerdienaar is zijn spreekbuis, want die
bestelt alles voor hem, zoowel zijn eten en
drinken als zijne kamers. En zijn kamerdie
naar schijnt hem ook te heheerschen, want de
groote, sterke man ziet er soms zoo hulpe
loos uit als een kind.
Deze gast is een van de weinigen, van wie
ik niet kan vermoeden, welk beroep hij uit
oefent.
Als ik hem een bijnaam zou moeten geven,
dan zou ik hem niet beter weten aan te dui
den, dan als de ridder van de droevige
figuur.
Aanmerkingen. Het dienstmeisje beweert,
dat zij gehoord heeft, hoe hij gedurende den
geheeien nacht in zijne kamer op en neei
ging, als iemand, die een slecht geweten
heeft. En nu, terwijl ik dit schrijf, dwaalt hij
I rond door bosschen en velden.
En hij schreef in het vreemdelingenboek
niets anders dan: «Hendrik Hegemeister. Wat
moet dat beteekenen? Een naam zonder litei
is als een diner zonder wildbraad, of een huis
zonder dak, of een geslepen kristallen ca-
raffe zonder wijn."
Monsieur Lucien sloeg het boek dicht.
Toen zocht hij iets te doen aan de tafel,
waar Herbert zat, en met vriendelijk gelaat
veegde hij eenige kruimels van 'tiet witte
tafellaken.
„U zult wel gezien hebben, waarde heei,
dat ik daareven bezig was een boek te
schrijven. Wat zou ik ook anders kunnen
doen, om mij gedurende de lange winter
avonden bezig je houden?" zoo begon hij,
om een gesprek aan te knoopen. „Ik houd
er niet van, met de mensehen tc praten. Mijn
boek is mijn eenig gezelschap. Het bevat een
schat van ondervinding."
Herbert zei niets.
„Is uw meester soms officier?" vroeg Mon
sieur Lucien.
„Neen," antwoordde Herbert kortaf.
Toen stak hij een pijp aan.
„Ja, ik had het ook wel gedacht," vervolg
de de waard. „Zijn voorhoofd gelijkt niet op
dat van een officier. Vroeger woonde een
professor bij mij, die eene reusachtige ge
leerdheid bezat. Hij had een vreemden naam,
dien ik mij niet meer kan herinneren, maar
hij had juist hetzelfde voorhoofd als uw heei,
en dezelfde nadenkende gelaatsuitdrukking."
„Gebruikt gij gezouten of ongezouten bo
ter voor uwe pannekoeken?" vroeg Herbert.
„Ik zou gaarne het recept willen hebben. Ze
smaken mij overheerlijk."
„O, zijt u dan kok van beroep?" vroeg de
waard, vriendelijk buigend. „Het zal mij een
groot genoegen zijn, u een dienst te mogen
bewijzen."
„Ik ben alles wat gij maar wilt,'' zei Her-
bert, zonder een spier van zijn gelaat te ver
trekken. „Maar hebt gij wel eens een
mensch ontmoet, die de kunst verstaat om
te zwijgen?"
De waard vond het nu maar beter, het ge
sprek af te breken.
Hij ging weer naar zijn boek terug.
Een paar uur later vertrok de geheimzin
nige reiziger met zijn even geheimzinnigen
bediende, zonder dat het den waard gelukt
was, iets naders omtrent zijn persoon te we
ten te komen.
Monsieur Lucien volgde het rijtuig, dat hen
naar hunne bestemming bracht met de oogen
totdat het in den verren nevel verdween.
Nog nooit in zijn leven had een gast zoo
veel belangstelling bij hem opgewekt als
deze.
Het bleeke gelaat en de diepe oogen ston
den onophoudelijk vóór zijne verbeelding, en
het was, alsof eene geheimzinnige kracht hem
dwong, telkens naar de tafel te zien, waar
die vreemdeling gisterenavond had gezeten.
„Misschien komt hij nog wel eens terug,"
zoo dacht hij bij zichzelven.
Het dienstmeisje maakte de tafel gereed, in
afwachting van de nieuwe gasten, die zouden
komen.
Het was een onophoudelijk gaan en komen
in deze kleine, aan den straatweg gelegen
herberg.
Toen Hegemeister met zijn bediende te
Bazel was aangekomen, zocht hij een rustige
kamer in een klein hotel, dat in een donkere
zijstraat lag, en als een voorname inrichting
bekend was.
Met een zeker opzet was hier alles verme
den, wat kon herinneren aan den vooruitgang
der tijden.
Kamers en corridors waren als in een ge
heimzinnig halfduister gehuld.
Meubels, tapijten, huisraad en sieraden droe
gen de duidelijke kenteekenen van verouderd
te zijn.
Eene plechtige stilte, als in een grafgewelf,
heerschte in de kleine smalle eetzaal, waar
de tafels gedekt waren.
De ronde tafel onder de hanglamp was met
wit damast bedekt, en daarop stonden fijne
kristallen glazen.
„Dat is de stamtafel." zei de waard tot
Hegemeister. „Hier komen de heeren Eber-
wein en Holthy alle avonden hun glas drin
ken en dikwijls ook de heeren Soland en
Regenbart."
„Zoo," zei Hegemeister, terwijl hij het
hoofd afwendde. Een huivering beving den
sterken man.
f Wordt vervolgd.)