R.-K. Kamer-centrale, Leiden. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad Donderdag 20 Mei 1926 Het geschil in de Engelsche mijn-industrie. Baldwin stelt een onmiddel lijke verlaging voor van het minimumloon met 10 pCt. De verhooren in het valsche muntersproces. Verklaringen van graaf Bethlen en afgev. Hir. Bij de onlusten in Warschau zouden 355 personen zijn gedood, meer dan 1000 gewond. Onder de Radio-berichten: Dr. Marx spreekt fn den Rijksdag de re- geeringsverklaring uit. De steun van Rusland en de algemeene werk staking in Engeland. Het NederSandsche standpunt op de ontwapenings conferentie te Genève verdedigd. KUNST EN KENNIS. Mengelberg te Brussel. FEUILLETON. HET ERFDEEL VAN ZIJN VADER. Op Woensdag 19 Mei. des voormiddags half elf. werd in het Bondsgebouw (Steen- schuur) Leiden de algemeene vergadering (tevens jaarvergadering) gehouden van de R.-K. Kamer-Centrale. Leiden. Te ongeveer kwart voor elf opent de voorzitter, de heer A. J. Oostdam, de bij eenkomst met den Christelijken groet, waar na de secretaris, de heer A. C. v. Berkel, de notulen voorleest van de vorige vergade ring, welke onder dankzegging aan den se cretaris worden goedgekeurd. Notulen en mededeelingen. De commissie van verificateurs der kas heeft de boeken en bescheiden nagezien en na accoordbevinding een batig saldo van 410 geconstateerd. Den penningmeester wordt dank gezegd voor zijn beheer. SCHOONHOVEN heeft een lijst met de candidaten J. Th. Nienhuis en A. C. A. Deerenberg ingezonden, welke lijst den se cretaris nooit heeft bereikt. De VOORZITTER stelt voor beide candi- laten alsnog op de candidalen-lijst te plaat sen. Het is een bona-fide geval. De heer LIEVERSE meent, dat dergelijke brieven aangeteekend dienen te worden verzonden. De VOORZITTER gaat geheel accoord net de zienswijze van den heer L„ doch aringt nogmaals aan op een gunstige be slissing voor dit geval. Aldus wordt na eenige discussie besloten. Het jaarverslag van den secretaris wordt voorgelezen. De heer JANSEN. Hillegersberg, vraagt, of het jaarverslag niet in druk kan verschij nen of getypt. De VOORZITTER acht dit wel nuttig, met net oog op de cijfers en gegevens, welke iet jaarverslag vermeldt. De vergadering spreekt zich eenstemmig uit voort het doen drukken en rondzenden, van het jaarverslag. Jaarverslag Penningmeester. De heer ROOS, Gouda, merkt op, dat uit t jaarverslag van den penningmeester blijkt, dat de secretaris een honorarium ontvangt voor zijne bemoeiingen van 100. Spr. vindt dit zeer gering. De VOORZITTER kan zich hiermede ver- cenigen. Evenwel, de secretaris is er mee tevreden. Wil de vergadering verhoogen, de voorzitter zal er zich niet tegen verzetten. De heer JANSEN, Hillegersberg, neemt deze gelegenheid te baat, om de omvangrijke werkzaamheden toe te lichten aan het se cretariaat verbonden en bepleit een hoogere vergoeding. De heer STADHOUDER, Zoeterwoude, wenscht de vergoeding te verdubbelen en te brengen op 200 De VOORZITTER brengt in 't midden, dat dit voorstel moet worden behandeld door een scheidend bestuur. Het ligt meer op den weg van het nieuwe bestuur deze aangelegenheid te behandelen. Dr. A. C. A. HOFFMAN heeft telegrafisch se richt van verhindering gezonden. Motie-Katwijk a. d. Rijn. pDe leden der R, K. Kiesvereeniging ■"licht en Eensgezindheid" -te Katwijk aan en Rijn. in vergadering bijeen op 24 Fe- ruar>i 1926 wenschen hunne instemming e betuigen met de houding sinds 11 Nov. 1925 aangenomen door de R. K. Ministers en de R. K. Kamerfractie en deze motie ter kennis te brengen van de Kringver gadering. Dc neer AGTEN, Gouda, stelt voor het wc or cl je sinds in de motie te verande ren in o p. De heer JANSEN, Hillegersberg, licht d® mo'.ie toe. Spr. meent, dat bet niet vol.loonde bekend is, wat na 11 November is ';ebrurd. De heer VAN DER WEIJDEN, Noord- wijk, sluit zich aan bij den heer Jansen;' wij weten, wat er op 11 November is ge beurd; men hecht zijn goedkeuring aan iels. wat men niet weet. De heer HEEMSKERK. Leiden, is van meening, dat het aanbeveling verdient de notie nauwkeurig te bekijken. De bedoe ling van Katwijk met deze motie is, zoo wel insemming te betuigen met hetgeen op als na 11 November 1925 is gebeurd. De heer AGTEN, Gouda, zegt, dat de bedoeling is der motie, hulde te brengen lan de roWsters. Wat na 11 November is geschied, is ons niet voldoende bekend. Spr. meent veilig de verandering van het eene woord te kunnen aanvaarden. De heer H. SCHOLVINCK, Warmond, kan zich met de motie vereenigen, wan neer s rt d s in op wordt veranderd en verzoekt Katwijk aan den Rijn in dien geest de motie te wijzigen. De VOORZITTER stelt een wijziging voor, die iedereen zal bevredigen, wil den datum laten wegvallen en de motie aldus lezen: „De Leden der R. K/ Kiesvereeniging „Plicht en Eensgezin,dhed" te Katwijk aan den Rijn, in vergadering bijeen op 24 Fe bruari 1926 wenschen hunne instemming te betuigen met de houding, bij gelegenheid der besprekingen omtrent het gezantschap rij 't Vaticaan,, aangenomen door de R. K. Ministers en de R. K. Kamerfractie, en deze motie ter kennis te brengen van de Kringvergadering. Rondvraag. Bijde Rondvraag stelt de heer LIEVERSE je volgende vragen: 1. Is het geven van politiek advies en combinatie van verse, hiilemde Rijkskies- krngen noodzakelijk voor bet verenigings leven in de R. K. Staatspartij? 2. Of is het gevolg van een politiek idvies en een combinatie van verschillende Rijkskieskringen alleen om de leden van de Centrale en locale kiesverenigingen te bemoeilijken of hun het medezeggenschap geheel te ontnemen bij het stellen van can didaten voor de Tweede Kamer. De VOORZITTER: 't Is geen peulschil letje^ (algemeen gelach). Is er misschien nog iemand, die zoo'n kleinigheid in het mdden heeft te brengen? Dan kunnen we dat en passant behandelen, In het eerste gedeelte werden twee d'n- gen bijeengevoegd. Het standpunt van 't In het eerste gedeelte werden twee din gen bijeengevoegd. Het standpunt van het bestuur is altijd geweest, dat het geven van een politiek advies nuttig is, om lei ding te geven aan die kiezers, die niet in het verenigingsleven staan en geen mee ning hebben, om verbrokkeling van stem men op die manier te voorkomen. Wat betreft de combinatie van kieskrin gen, deze is altijd berekend geweest op de wiskundige verhouding. De beide punten zijn steeds in het oog gehouden, om de stemmen,cijfers zoo goed mogelijk te doen uitvallen. De heer LIEVERSE repliceert. Hij wenscht een organisatorische behandeling. De heer STADHOUDER licht toe, waarom geen verslag is uitgebracht van de bonds vergaderingen. De heer KORTEKAAS, Lisse, komt terug op de vragen van den heer Lieverse. Het nieuwe reglement vermeldt, dat een poli tiek advies wordt gegeven. Aan de hand van 't reglement, is de vraag van den heer Lieverse overbodig. De VOORZITTER betoogt, dat van on organisatorische beharideling geen sprake is geweest. De heer STADHOUDER licht cV be doeling van den heer Lieverse nader toe. De VOORZITTER meent, dat door reor ganisatie de heeren kunnen hereiken, wat ze wenschen. De heer JANSEN, van Hillegersberg heeft zich te kwijten van een opdracht namens de kiesvereeniging: hulde te brengen aan het beleid van den voorzitter (applaus). De heer BALVERS brengt eveneens hul de aan den scheidenden voorzitter, die zich steeds kenmerkt door eenvoud, niet belust is op academische of prachtige taal, maar vatbaar voor een welgemeend woord van de kiezers. Het dcet spr. een genoegen, dat bij hier het laatst het woord mag voe ren; „ik was niet de gemakkelijkste voor u". Spr. besluit met de beste wenschen voor den voorzitter. In het andere gewest zullen de Katholieken der Kamercentrale Leiden met u in aangename herinneringen voortleven. De bedoeling van het bestuur is geweest u uit eigen middelen een stoffe lijk souvenir aan te bieden. Dit plan is ge wijzigd in zooverre, dat u namens de Kamer centrale eene hernnering zal worden aan geboden (applaus). De voorzitter dankt geroerd. Het doet spr. genoegen, dat juist de heer Balvers het afscheidswoord heeft gesproken. Bij het scheiden staan we naast elkaar. Nooit heb ik naar woorden moeten zoeken, aldus gaat de voorzitter voort, dch thans valt het mij mceilijk mijne gevoelens mede te deelen. Spr. verzoekt kort te mogen zijn en be sluit met de beste wenschen te uiten voor den groei en bloei der Kamercentrale Leiden. NAMIDDAGVERGADERING HEROPENING. Te ruim één uur wordt de vergadering door den waarnemenden president, den heer J. H. M. Balvers, in jaren oudste bestuurslid, heropend. In de candidatenlijst werden de volgende wijzigingen aangebracht. Vervallen de candidatuur van den heer C. G. J, Alkemade, Ncordwijk; A. M. Lucas, Oudewater; C. J. L v, d. Meer, Noordwïjk; en Th. B. J. Wilmer, Leiden; bijgevoegd worden; de heeren Deerenberg en J. Th Nienhuis, Schoenhoven, terwijl voor A. Scholvinck dient te worden ge lezen IJ. Scholvinck. Bij punt 2 Bestuursverkiezing wor den door verschillende afgevaardigden can didaten aanbevolen. In afwachting van den uitslag der stem ming/gaat de voorzitter over tot behande ling van pun 4: besproking van het reorga nisatierapport. Amendementen. Bij art. 2 stelt Leiden een amendement voor; „Het doel der R. K. Staatspartij is te zorgen, dat de Katholiek-Staatkundige be ginselen in alle deelen vian het Staats- besuur worden toegepast." Het bestuur neemt dit amendement over. Na ampele discussie wordt het amende ment in stemming gebracht en aangenomen met 131 stemmen vóór en 31 tegen. Amendement art. 3; onder letter g.: het onderhouden van het noodige contact met en het steunen van kath.-politieke pro- pa, gandiavereenigingen. Amendement art. 11 sub 4: „Het bestuur, stelt voor alle letters van aw, te schrappen en sub 5 te lezen; „de navolgende gekwalificeerde personen, voortkomende uit alle standen van ons Katholiek Kiezerskorps, gekozen door de sub 1 genoemde uit een voordracht van 50 personen, opgemaakt door het bonds- bestuur sub 2." Het door het bestuur voorgestelde amen dement op art. 11 lokt een breedvoerige discussie uit. In stemming gebracht wordt het verworpen met 49 vóór en 133 stemmen tegen. Intusschen is de uitslag der bestuurs verkiezing vastgesteld en blijken de navol gende heeren gekozen te zijn: Boekraad, Van Berkel, Hcudijk, Bader, Dr. Hoffman, Veelenturf, Balvers, Warmerdam, Kaale, Bank, Van Breukelen, Schuit en Gouver- Thans wordt in stemming gebracht het amendement Leiden: „de R. K. leden en plaatsvervangende lederf van den Hoogen Raad van Arbeid te deen vervangen door: f, de vertegenwoordigers van de 4 groote standsorganisaties (van iedere organisatie een gelijk aantal) door deze organisatie zelf aan te wijzen. Dit amendement wordt met 135 stemmen voor en 46 tegen, aangenomen. Verder stelt Leiden voor de laatste aMnea van art. 11 te schrappen, Inmiddels is de commissie belast met het opnemen der stemmen (verkiezing voorzit ter en secretaris) met haar taak gereed. De uitslag is, dat de heer Gouverneur, die het grootste aantal stemmen op zich heeft vereenigd, tot voorzitter is gekozen, terwijl de secretaris, de heer A. C. van Berkel, met algemeene stemmen is herkozen, (applaus). Het voorstel-Leiden wordt nu in stem ming gebracht en met 110 tegen 71 stem men aangenomen. Punt 5; Verkiezing van één bestuurslid en één plaatsvervanger voor het bestuur van den Algemeenen Bend van R. K. Rijks- kieskringorganisaties in Nederland en Punt 6: Verkiezing van 6 afgevaardigden en 6 plaatsvervangers voor de gedurende het jaar 1926 te houden Bondsvergaderingen, komen thans aan de orde. Tot afgevaardigden en plaatsvervangers werden bij stemming aangewezen de heeren: Boekraad met 55 stemmen, Wilmer met 50 en Scholvinck met 51, en resp, plaatsver vangers: de heeren Van Berkel, Balvers en Stadhouder. Punt 7. Verkiezing van een Commissie van verificateurs voor het boekjaar 1926. Aangewezen worden: Boskoop, Alphen en Hazerswoude. De contributie voor het boekjaar 1926 wordt vastgesteld op 5 cent. Het voorstel Leiden: „de aangesloten kiesvereenigingen geven hunne ledentallen op vóór 1 April voor ieder jaar", wordt ingetrokken (punt 9). Enkele punten voor de bondsagenda worden vastgesteld. Bij de rondvraag doet afgevaardigde Lieverse een voorstel, dat practisch neer komt op grondwetsherziening. De voor zitter zegt toe zijn voorstel in ernstige studie te nemen. De heer Stadhouder ont popt zich als propagandist van „Het Schild"; afgevaardigde Jansen komt terug op de ver goeding, wellke de secretaris geniet, De penningmeester wenscht te onderzoeken of deze verhooging gewettigd is en laz eerst den stand der geldmiddelen nagaan. Besproken wordt hoe de afd. Noorden en Voorburg nieuw leven kunnen worden ingeblazen. De penningmeester meent, dat Voorburg thans wei perspectieven biedt. De rondvraag wordt eenigszins gerekt, terwijl de uitslag der laatste stemming nog niet bekend is. De heer Veelenturf spreekt een bijzonder woord van dank aan den waarnemenden voorzitter, die onvoorbereid voor de taak geplaatst deze vergadering te leiden, daar in tot aller tevredenheid is geslaagd. De heer Balvers wentelt die hulde af op de vergadering, die zooveel welwillendheid aan den dag legde. De stemming wijst aan de heeren Bank, Houdijk en Veelenturf en tot plaatsvervan gers resp. Dr. Hoffman, Warmerdam en Van Breukelen. Hierna houdt de voorzitter een korte toespraak en sluit op de gebruikelijke wijze, deze geanimeerde bijeenkomst. De overeenkomst tusschen Frankrijk en de V. S. Het schijnt dat Coolidge wenscht, dat de ratificatie van het accoord met Frankrijk in zake de schuld door het congres nog in deze zitting geschiedt, al zou het daarvoor noodig zijn tot aan den zomer zitting te houden. De leiders in den Senaat achten ratificatie mogelijk. Men verwacht langdurige debatten, daar verscheidene tegenstanders der rati ficatie verklaard hebben voornemens te zijn twee of drie maanden lang te discussieeren. Het Witte Huis weigert te zeggen of de snelle daling van de franc een der redenen is, waarom men een spoedige ratificatie tracht te verkrijgen, maar men weet, dat Coolidge al het mogelijke wil doen om den financieelen toestand van Frankrijk te ver beteren. Zuid-Slavie, Griekenland en Engeland. De Zuid-Slavische minister van financiën en zijn Grieksche collega zijn te Londen aan gekomen om te onderhandelen over de re geling der schulden. De regeling tusschen Pa rijs en Londen. Bij zijn vertrek naar Parijs heeft Péret, de Fransche minister van financiën gisteren ochtend in een intervieuw zijn voldoening uitgesproken over het resultaat der met Churchill gevoerde onderhandelingen, doch verklaard dat er geen definitief besluit is genomen. Hij zal naar Londen terugkomen zoodra de politieke toestand in Frankrijk dit ver oorloven zal. Het slechte weer. In de Ardennen regent het zoo zwaar en langdurig, dat de zijrivieren van de Maas, de Amblive en de Ourthe voortdurend was sen en op sommige punten reeds buiten haar oevers zijn getreden. De financieele toestand in Frankrijk. Men beschuldigt de Engelsche bankiers den nieuwen val van den franc te hebben uit gelokt om Péret te beïnvloeden en hem te dwingen zich aan de Engelsche eischen te onderwerpen. Men spreekt er over wat er onverwijld dient te geschieden. De „Matin" schrijft dat de ministerraad morgen over het lot van den franc zal beslissen. De quaestie is vooral om te weten of de regeering onver wijld de honderd millioen van Morgan zal gebruiken om den franc op te heffen. Briand heeft gisteravond een bespreking gehouden met hooggeplaatste financieele ambtenaren, bankiers en met de heeren Robineau, gouverneur van de Banque de France, en Edouard de Rottschild, waarbij over den toestand is beraadslaagd. Sneeuwval. Ook gisteren is in Zuid-Frankrijk nog sneeuw gevallen. Het weer schijnt evenwel beter te worden. De Muizenberg. Uit Aken wordt aan. de „Frankf. Z." ge meld, dat de nabij de Nederl.-Belgische grens gelegen Muizenberg gisteren is ingestort. Er waren voor het kweeken van champig nons gangen in gegraven, welke over een af stand van ca. 50 m. door een aardverschui ving zijn ingestort. Men heeft tot dusver 5 dooden en 13 gewonden uitge~ raven. pe dranksmokkelarij. In verband met het groote dranksmokke laarsproces dat reeds eenige weken bij het gerechtshof te Berlijn aanhangig is en waar schijnlijk nog gevolgd zal worden door een reeks van dergelijke processen, is een lijst in de pers gepubliceerd, waaruit blijkt, dat er in den laatsten tijd niet minder dan 5941 overtredingen zijn gepleegd, waarbij 8008 personen waren betrokken. Een bedrag van 14.9 millioen mark, d.i. het tiende gedeelte van de inkomsten va» den staat, voortvloeien de uit het brandewijnmonopolie, is hierbij te weinig betaald. De vlaggenkwestie. Naar de Berlijnsche correspondent van de „Frankf. Ztg." verneemt, zou het in de bedoeling van de regeering liggen na Pink steren een voorstel in te dienen tot vorming van een commissie voor de instelling van een eenheidsvlag. In die commissie zouden dan niet alleen parlementsleden zitting moe ten nemen, maar ook historici en wapen- kundigen. De Rijksdag op reces. Ingevolge een besluit van het senioren convent zal de Rijksdag na de beëindiging van het debat over de regeeringsver klaring tot 6 Juni op reces gaan. Het geschil in de mijn industrie. In zijn gistermorgen gehouden vergade ring heeft het bestuur van den mijnwer- kersbond de voorstellen der regeering op nieuw besproken. Behandeld werden de ad viezen, aan de heden te houden nationale ge delegeerden-conferentie te geven. Tenzij deze conferentie de beslissing aan een refe rendum in de districten overlaat, zal op de gedelegeerden de verantwoordelijkheid rus ten te zeggen of de stopzetting in de kolen bekkens zal voortduren of dat het bestuur gemachtigd zal worden de onderhandelin gen te hervatten ontdaan van de vroegere beslissingen nopens loonen en werktijden. Er is tot dusver nog geen nieuwe conferen tie belegd tusschen de regeering en den mijnwerkersbond of de mijneigenaars. Ver nomen wordt dat het comité van onderhan deling uit het kabinet zich bereid heeft ver klaard te allen tijde met een der partijen samen re komen. Men tneent te weten, dat op de gisteren gehouden conferentie tusschen de regeering en het bestuur van den mijnwerkersbond Baldwin een onmiddellijke verlaging met, 10 heeft voorgesteld van de minimum- loonen in alle mijnen. Een duur eitje. Een 18-jarig jongmensch dat tijdens de algemeene staking een politie-agent, die een bus escorteerde, met een ei had gegooid, zoodat diens gelaat en uniform er door be smeurd werden, is dezer dagen te Londen tot een geldboete van drie pond sterling ver oordeeld. Het valsche munters proces. Afg. Hir is heden in het ziekenhuis ver hoord, Get. verklaarde, dat in Bethlen's brief, waarin hem bescherming werd toe gezegd, de irredentistische actie werd goed gekeurd, alsook hef laten maken van het noodige drukwerk voor de onderneming. Het woord „francsbiljetteri" kwam er niet uitdrukkelijk in voor. De brief was in het bezit van Windisch-Gratz. Dergelijke brie ven waren bij elke actie gebruikelijk. In het kruisverhoor geeft bekl. Windisch- Gratz toe, dat Bethlem hem voor de irre denta milliarden kronen had beloofd, maar niet voor de bankbiljettenvervalsching, zoo als Hir het doet voorkomen. Volgens eene verklaring van Hir heeft graaf Teleki Gerö voor de vervalschingen bij W.-G. aanbevolen. Het plan was, de bil jetten onder de bezettingstroepen in het Ruhrgebied in omloop te brengen, maar de door Locarno bespoedigde ontruiming ver hinderde dit. Daarover heeft Hir in het par lement met Bethlen uitdrukkelijk gespro ken. Bethlen vond het plan zeer goed en gaf na eenige dagen den bedoelden „bescher- mingsbrief". De vervalschers kochten bij Keulen een papierfabriek, waar het papier voor de biljetten werd vervaardigd. Hir is mede-eigenaar daarvan. De voorzitter der rechtbank poogt het ge wicht der verklaringen van Hir te verklei nen door de verklaring, dat er op grond eener aangifte van een koopman een strafproces wegens bedrog tegen hem aanhangig is ge maakt. Bethlen verhoord. Minister-president Bethlen, op zijn ver zoek door het staatshoofd ontheven van den hem door zijn ambt opgelegden plicht tot geheimhouding, verklaarde in het begin van 1925 voor het eerst van de francsvervalschin- gen van Windisch-Gratz te hebben gehoord. Deze had echter reeds vroeger herhaaldelijk met hem gesproken over zijn irredentistische actie, wellicht reeds in Juli 1923, waarbij hij ook Nadosy's naam had genoemd. Naar aan leiding van schriftelijke voorstellen van W-- G. gaf Bethlen aan Nadosy te kennen, dat hij de actie niet goedkeurde, daar zij, on middellijk na de quaestie van West-Hongarije den Magyaren in de naburige landen slechts schade kon berokkenen. Na den staatsgreep in Polen. Het bericht van het „B. T." dat de vrede tusschen Warschau en Posen reeds zou zijn geteekend, schijnt ietwat voorbarig, maar uit alle berichten uit Warschau blijkt toch, dat de onderhandelingen over een toenadering tusschen Halier en Pilsoedski goeden voort gang maken, zoodat is aan te nemen, dat Haller binnen niet la te langen tijd zijn ver zet zal opgeven. Verschillende bladen vernemen uit War schau, dat Pilsoedski heeft geweigerd een candidatuur voor het staatspresidentschap te aanvaarden. Als candidaten noemt men Skrynski en Rataj. Het aantal slachtoffers- Volgens de jongste opgaaf zijn bij de ge, vechten in Warschau 355 personen gedood, waaronder 140 soldaten en 27 officieren. De identiteit van 43 lijken is nog niet vast gesteld. Het aantal gewonden bedraagt meer dan 1000. De rust hersteld. Een bericht uit Warschau bevestigt, dat alle regimenten uit Posen naar hun garni- zoenen zijn teruggezonden. De nieuwe minister van binnenlandsche zaken heeft verklaard, dat de leden van de afgetreden regeering geheel vrij zijn er is niet de minste reden om hen een vaste ver blijfplaats aan te wijzen. Voor het afkondigen van den staat van beleg zag de minister geen enkelen wettigen grondslag. De huidige regeering houdt zich strikt aan de wet. Na den Staatsgreep. Volgens een bericht uit Warschau is de kwestie van de bijeenroeping van de Na tionale vergadering nog niet uitgemaakt. De linkerpartijen, die niet over een meer derheid beslissen, vreezen dat de vergadering wellicht een staatspresident zal kiezen, die het resultaat van de militaire actie van Pil soedski weer te niet kan doen. De linker zijde behoudt zich een bedenktijd van twee dagen voor. Zij voelt meer voor ontbin ding van het parlement. De reorganisatie van den Raad. Telegrammen uit Genève beweren dat er een accoord tot stand zou zijn gekomen tusschen Spanje en Brazilië.met het oog op wederzijdsche steunverleening opdat elk der beide landen een permanente zetel in den Volkenbondsraad erlangen. Volgens de Madrileensche bladen, die de meening van officieele kringen zeggen weer te geven, is dit bericht ongegrond. Ramek naar Genève. Bondskanselier Ramek zal in verband met het voorstel tot opheffing der volkenbonds- contróle in Juni naar Genève vertrekken ter bijwoning van de vergadering van den'Raad. De secretaris van mr. Zimmerman blijft de verbinding tusschen Genève en Weenen vormen. In den „Berenkuil,." Naar wordt geseind uit Bern zijn twee knapen in den bekenden „berenkuil" aldaar gevallen. Een der jongens werd door de beren le vensgevaarlijk gewond. De andere is er on gedeerd afgekomen. Obstructie in de Portu- geesche Kamer. Bij de voortzetting der discussie in de Ka mer over de tabaksregie belette de opposi tie de bespreking van het desbetreffende regeeringsvoorstel. Zij noodigde de regee ring uit af te treden en gaf het voornemen te kennen de parlementaire werkzaamheden te beletten. De dood van den ex- sultan. Daar men aan vergiftiging dacht, is het lijk van den ex-sultan van Turkije Mehmed VI onderzocht, evenwel zonder eenig resultaat. Alle souvereinen hebben bewijzen van deelneming gezonden. De revolutie in Nicaragua De Amerikaansche algemeene ontvanger der douane in Managua heeft bij het depar tement van buitenlandsche zaken geprostes- teerd tegen de verplaatsing door de revoluti- onnairen van den Amerikaanschen ontvanger der douane en zijn adjunct te Bluefields we gens hun weigering om de geïnde sommen af te dragen. De inbeslagneming der douane- bureaux aan de Atlantische kust wordt als een schending beschouwd van het door bui tenlandsche zaken te Washington goedge keurde financieele plan der regeering en is eveneens een schending der contracten tus schen Nicaragua en de obligatie-houders der leening van Londen van 1909. Niet toegelaten in Amerika. Gemeld wordt, dat de Amerikaansche ambassade te Berlijn een pas heeft geweigerd aan kapitein Karl Boy-ed, vroeger marine attaché bij de Duitsche ambassade te Was hington. Deze werd in het begin van den oorlog op verzoek van de Amerikaansche regeering teruggeroepen wegens schending van de neutraliteitswetten der Vereenigde Staten. Dit was een der incidenten, die mede hebben bijgedragen tot het deelnemen van de Vereenigde Staten aan den wereldoorlog. Een reis om de wereld in 7 dagen. Gisteren vertrokken met de „Mauretania" Morris Titherington en John Goldstrom voor een reis om de wereld. Van New York af naar Plymouth en van Yokohama naar Victoria zullen zij per stoomschip reizen. De rest van den afstand, ongeveer 18.500 mijl, zul len zij per vliegtuig afleggen. Om het record te breken dat in 1913 door John Henny Mears uit New York werd gemaakt, die den af stand met stoomschepen en treinen in 35 dagen, 21 uur en 35 minuten aflegde, zullen beide wereldreizigers voor 24 Juni te half twee 's middags in New York moeten terug zijn. Voor een geheel uitverkochte zaal diri geerde Zondagmiddag, in het Théatre de la Monnaie te Brussel, Willem Mengelberg het laatste der volksconcerten van dit seizoen. Het nieuws dat hij zijn eigen Amsterdamsch orkest medegebracht, had de zaal vol doen stroomen niet enkel met de gewone abonné's maar met talrijke personaliteiten, waar onder minister Huysmans, burgemeester Max, oud-minister Destrée en andere parle mentairen en leden van de Hollandsche kolonie, den Ncderlandschen gezant, jhr. dr. C. G. W. v. Vredenburch vooraan. Bij het verschijnen van de Koningin, even als haar dochter prinses Marie José in rouwtoilet, werden beurtelings de Braban- ponne en het Wilhelmus aangeheven, welke staande aangehoord werden. Het concert, geheel aan Beethoven ge wijd, ving aan met de Egmont-ouverture, die het publiek dadelijk in verrukking bracht om het bewonderenswaardige spel en den, in dit land door niemand geëvenaar- den, samenhang van het ensemble. Na de - Eroïca (3e symphonie) was het een applaus zonder einde. Namens de Koningin werden bloemen gebracht en de toehoorders, blijk baar sterk onder den indruk, brachten diri gent en spelers een minutenlange ovatie. Na de pauze kwam de vijfde symphonie aan de beurt; andermaal een ideale vertol king van dit overbekend opus, dat nog de zen winter op de Defauw^oncerten uitge voerd werd. Hare Majesteit, «lie Mengelberg tijdens de pauze in haar loge ontboden en gelukgewenscht had, gaf ook thans het tee- ken tot het applaus. Voor deze Nederlanders werd het een triomf; een lauwerkrans met oranjekleurige strik werd hun leider aange boden, die tot zesmaal op het podium moest verschijnen. Ten slotte kon de uitbundigheid van het publiek enkel bedaard worden door een nieuwe uitvoering van beide volksliede ren. In het Hollandsche gezantschap werd na het concert een druk bezochte thee aange» boden. 22 Dat waren pijnlijke oogenblikken voor de arme gouvernante geweest. Ze gevoelde zich toen zoo geheel op den achtergrond gedrongen. En terwijl ze daaraan dacht, begaf ze zich te bed, en trachtte te slapen. Maar de nacht was onrustig voor haar. Telkens was er iets, dat haar uit den slaap vekte. Nauwelijks begon het te schemeren, of de daan kraaide, en in de stallen trappelden de paarden, terwijl de postillons over den bok begonnen te loopen, Ze richtte zich op en zag treurig naar bui ten, in den grauwen morgen. De huisknecht liep van deur tot deur, om Je reizigers te wekken. En toen de eerste zonnestraal de kamei binnendrong, kwam Marilla geheel aange kleed hare kamer binnen. „Goeden morgen, mademoiselle," zei ze op vriendelijken toon, terwijl ze de bleeke gou vernante de hand reikte. „Ik hoop, dat u goed geslapen hebt." „Neen. Ik dank u," antwoordde de gouver nante verwonderd. Hare vroegere leerlinge kwam haar zoo veranderd voor. Ze wist niet, wat ze daarvan moest denken. In de gelagkamer was het druk van logeer gasten, die hun rekeningen betaalden, en af scheid namen. Het geld rolde, kleederen ruischten en in zenuwachtige onrust riep men om bagage. Angstig zag de gouvernante in het rond, of ze niet een persoon van groote gestalte met een hand van bijzonderen vorm kon ontdekken, onder al die kleinere menschen, maar ze kon niets verdachts vinden, en ook Marilla droeg er toe bij haar in dat opzicht gerust te stellen, want het jonge meisje scheen zich om nie mand te bekommeren. Al vóór dat 't zes uur geslagen had, rolde het elegante rijtuig, waar in beide dames hadden plaats genomen, langs den straatweg in de richting van Wesserling. Na verloop van een uur was het stil gewor den in het Hotel de la Poste, zóó stil, dat men duidelijk het gegons van een kever kon hoo- ren. In de gelagkamer zat nog maar een enkele gast. Hij rookte de eene pijp na de andere, en beschouwde de zoldering, waar tallooze ilve- gen zich bewogen. Het was Herbert, die de hoedanigheden van reisgenoot, koetsier en kamerdienaar van Hendrik Hegemeister, den scherprechter van Neurenburg, in zijn persoon vereenigde. Monsieur Luciën, die over zijn rekeningen boek zat heehgebogen, beschouwde hem ter sluiks. Maar hij kwam tot geen resultaat. Toen haalde hij zijn dagboek en begon te schrijven: „Frani;oise Müller, met een elegant rijtuig, in den namiddag, met twee dames, waarvan de eene een angr.twekkenden indruk maakt, terwijl de andere zeer degelijk van karakter schijnt te zijn. De jongste van de twee, die zeer bekoorlijk is, behoort tot die soort men schen, die alleen het genot najagen. De an dere de mademoiselle zonder naam, schijnt in haar leven niets dan leed te hebben onder vonden. Zij zijn nu vertrokken. Dat is jammer. In den namiddag: vreemde koetsier, met een heer, die er uit ziet, alsof hij een lang durige vestingstraf achter den rug heeft. Zijn kamerdienaar is zijn spreekbuis, want die bestelt alles voor hem, zoowel zijn eten en drinken als zijne kamers. En zijn kamerdie naar schijnt hem ook te heheerschen, want de groote, sterke man ziet er soms zoo hulpe loos uit als een kind. Deze gast is een van de weinigen, van wie ik niet kan vermoeden, welk beroep hij uit oefent. Als ik hem een bijnaam zou moeten geven, dan zou ik hem niet beter weten aan te dui den, dan als de ridder van de droevige figuur. Aanmerkingen. Het dienstmeisje beweert, dat zij gehoord heeft, hoe hij gedurende den geheeien nacht in zijne kamer op en neei ging, als iemand, die een slecht geweten heeft. En nu, terwijl ik dit schrijf, dwaalt hij I rond door bosschen en velden. En hij schreef in het vreemdelingenboek niets anders dan: «Hendrik Hegemeister. Wat moet dat beteekenen? Een naam zonder litei is als een diner zonder wildbraad, of een huis zonder dak, of een geslepen kristallen ca- raffe zonder wijn." Monsieur Lucien sloeg het boek dicht. Toen zocht hij iets te doen aan de tafel, waar Herbert zat, en met vriendelijk gelaat veegde hij eenige kruimels van 'tiet witte tafellaken. „U zult wel gezien hebben, waarde heei, dat ik daareven bezig was een boek te schrijven. Wat zou ik ook anders kunnen doen, om mij gedurende de lange winter avonden bezig je houden?" zoo begon hij, om een gesprek aan te knoopen. „Ik houd er niet van, met de mensehen tc praten. Mijn boek is mijn eenig gezelschap. Het bevat een schat van ondervinding." Herbert zei niets. „Is uw meester soms officier?" vroeg Mon sieur Lucien. „Neen," antwoordde Herbert kortaf. Toen stak hij een pijp aan. „Ja, ik had het ook wel gedacht," vervolg de de waard. „Zijn voorhoofd gelijkt niet op dat van een officier. Vroeger woonde een professor bij mij, die eene reusachtige ge leerdheid bezat. Hij had een vreemden naam, dien ik mij niet meer kan herinneren, maar hij had juist hetzelfde voorhoofd als uw heei, en dezelfde nadenkende gelaatsuitdrukking." „Gebruikt gij gezouten of ongezouten bo ter voor uwe pannekoeken?" vroeg Herbert. „Ik zou gaarne het recept willen hebben. Ze smaken mij overheerlijk." „O, zijt u dan kok van beroep?" vroeg de waard, vriendelijk buigend. „Het zal mij een groot genoegen zijn, u een dienst te mogen bewijzen." „Ik ben alles wat gij maar wilt,'' zei Her- bert, zonder een spier van zijn gelaat te ver trekken. „Maar hebt gij wel eens een mensch ontmoet, die de kunst verstaat om te zwijgen?" De waard vond het nu maar beter, het ge sprek af te breken. Hij ging weer naar zijn boek terug. Een paar uur later vertrok de geheimzin nige reiziger met zijn even geheimzinnigen bediende, zonder dat het den waard gelukt was, iets naders omtrent zijn persoon te we ten te komen. Monsieur Lucien volgde het rijtuig, dat hen naar hunne bestemming bracht met de oogen totdat het in den verren nevel verdween. Nog nooit in zijn leven had een gast zoo veel belangstelling bij hem opgewekt als deze. Het bleeke gelaat en de diepe oogen ston den onophoudelijk vóór zijne verbeelding, en het was, alsof eene geheimzinnige kracht hem dwong, telkens naar de tafel te zien, waar die vreemdeling gisterenavond had gezeten. „Misschien komt hij nog wel eens terug," zoo dacht hij bij zichzelven. Het dienstmeisje maakte de tafel gereed, in afwachting van de nieuwe gasten, die zouden komen. Het was een onophoudelijk gaan en komen in deze kleine, aan den straatweg gelegen herberg. Toen Hegemeister met zijn bediende te Bazel was aangekomen, zocht hij een rustige kamer in een klein hotel, dat in een donkere zijstraat lag, en als een voorname inrichting bekend was. Met een zeker opzet was hier alles verme den, wat kon herinneren aan den vooruitgang der tijden. Kamers en corridors waren als in een ge heimzinnig halfduister gehuld. Meubels, tapijten, huisraad en sieraden droe gen de duidelijke kenteekenen van verouderd te zijn. Eene plechtige stilte, als in een grafgewelf, heerschte in de kleine smalle eetzaal, waar de tafels gedekt waren. De ronde tafel onder de hanglamp was met wit damast bedekt, en daarop stonden fijne kristallen glazen. „Dat is de stamtafel." zei de waard tot Hegemeister. „Hier komen de heeren Eber- wein en Holthy alle avonden hun glas drin ken en dikwijls ook de heeren Soland en Regenbart." „Zoo," zei Hegemeister, terwijl hij het hoofd afwendde. Een huivering beving den sterken man. f Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7