Binnenlandsch Nieuws.
Een rede van Mgr. Nolens op
de internationale Arbeids-
conferentie.
Het luchtverkeer Berlijn-Parys.
Werkhervatting bij Renault:
Het valschemuntersproces.
Abd el Krim geeft zich aan de
Franschen over.
Een cycloon in Birma.
Katholiekendag te Goes.
Dr. J. A. v. Walsem f
Mgr. Nolens.
Onder communisten.
Jhr. De Graeff bij Minister
Koningsberger.
Genot van vrij vervoer per spoor
STATEN-GENERAAL,
EERSTE KAMER.
Begrootingen van Justitie,
van Binnenlandsche Zaken,
van Onderwijs en van
Marine.
TWEEDE KAMER.
Regeling der werkzaamheden.
De tandtechnici.
Het vergaan van de
Terschelling l!"
RECHTZAKEN.
Al die Kareis en Kareltjes.
MARKTNIEUWS.
VISSCHERIJ.
0
Mgr. Nolens sprak gisteren na zijn verkie
zing tot president der achtste arbeidsconfe-
rentie een rede uit, waarin hij verschillende
zwakke plekken in de internationale arbeids
organisatie aanwees. De organisatie was be
doeld als een verbeterde editie van de be
staande „Associaton Internationale pour la
protection légale des travailleurs". Beschik
kende over meer autoreiteit kon zij samen
werkende met de meest geïnteresseerde groe
pen een grooter terrein bestrijken en meer
resultaten bereiken. Haar doel was sociale
rechtvaardigheid en vrede in de relaties tus-
schen arbeiders en werkgevers, waarbij de
leden o.a. de verplichting op zich namen
bet minimum aan sociale wetgeving, in de
internationale conventies vervat, in hun na
tionale wetten over te nemen. Van dit ideaal
is de organisatie nog ver verwijderd. De le
den houden nog te veel aan hun particuliere
belangen vast en houden zich niet aan de be
ginselen der conventies, die om allerlei re
denen niet geratificeerd worden. Menige
staat zoekt in het beginsel der souvereiniteit
nog een welkom excuus voor niet-ratificatie
der conventies, daarbij vergetend, dat toe
treding tot de internationale organisatie reeds
een vrijwillige opoffering van een gedeelte
der souvereiniteit beteekent.
Economische en politieke factoren kunnen
tijdelijk de internationale reglementeering
tegenhouden, zij kunnen de ontwikkeling der
internationale arbeidsorganisatie niet belem
meren. De organisatie lijdt vooral door de
juridische onzekerheid van de bepalingen van
deel dertien van het Vredesverdrag, in tiet
bijzonder de bepaling betreffende de ratifi
catie der conventies. Vele staten kennen aaj
de conventies alleen moreele waarde loc, an
dere doen alsof het aanbevelingen waren.
Het internationaal arbeidsbureau staat hier
machteloos tegenover en doet >vat het kan
om de constitutioneele moeilijkheden te
boven te komen. Verschillende oplossingen
voor de beswaren zijn mogelijk: men zou een
uitspraak van het internationaal gerechtshof
kunnen vragen over de juiste beteekenis van
art. 423 van het vredesverdrag of wel zijn
ioevlucht kunnen nemen tot wijziging van
leel dertien van genoemd verdrag. De ver
schillende mogelijkheden zouden door een
speciale commissie bestudeerd kunnen wor
den.
Mgr. Nolens deed ten slotte een beroep op
de leden der conferentie om mee te werken
voor den arbeid der conferentie, waarbij hij
tot het scheppen van een gunstige atmosfeer
vertrouwt dat ieder het internationaal ge
meenschappelijk welzijn zal stellen boven
particuliere belangen.
Gisterenavond om 7 uur is het eerste
Fransche vliegtuig, een groote Farman, uit
Parijs te Berlijn op het vliegveld Tempelhof
geland. Het eerste Duitsche vliegtuig is gis
terenmiddag om 5 uur te Parijs aangekomen.
De automobiel-fabrieken van Renault zul
len hedan worden heropend.
Ia het valsche muntersproces werden Na-
dosy en prins Windisch-Gratz ieder tot vier
jaar tuchthuisstraf en 10 millioen kronen
boete veroordeeld.
Zij werden bovendien veroordeeld tot drie
jaar ambtsverlies en verlies van politieke
rechten.
Generaal Hajis en, kolonel Kurtz kregen
ieder een jaar gevangenisstraf.
Bij alle vier dezer veroordeelden wordt
een yoorloopige hechtenis van vier maanden
en 14 dagen van de straf afgetrokken.
Voorts werden veroordeeld Gerö tot twee
jaar tuchthuisstraf; Raba tot VA jaar gevan
genis; de beambten van het carthografisch
instituut tot gevangenisstraffen van twee
tot zes maanden. Deze laatsten werden al
len op vrije voeten gesteld, daar' hun straf
fen door de voorloopige hechtenis als onder
gaan worden beschouwd. Szörtsey en Baros
werden vrijgesproken.
Alle veroordeelden in het valsche mun
tersproces met uitzondering van Windisch-
Gratz èn Nadosy zijn gisteren op vrije voe
ten gesteld.
Officieel wordt gemeld, dat Abd el Krim
zich haar de Fransche linies begeeft. Hij zal
naar Taza worden geleid.
Abd el Krim stelt zich met zijn familie en
zijn bezittingen onder de bescherming van
Frankrijk. Hij had tevoren alle Fransche,
Spaansche en inlandscLie gevangenen terug
gezonden.
Te Taza, waarheen hij geleid zal worden,
worden instructies van Steeg afgewacht.
Abd el Krim werd gisterenavond bij de
Fransche linies verwacht. Hij zal beden naar
Taza worden gebracht en vervolgens
naar Fez.
De gisterenmorgen teruggezonden gevan
genen omvatten 6 Fransche officieren, 8 on
derofficieren, 25 soldaten, 112 Algerijnen en
Senegaleezen, 105 Spaansche soldaten, 19
burgers, 2 vrouwen en 4 kinderen. Alle me
dische schikkingen zijn getroffen. De gevan
genen werden gisterenmorgen om 11 uur bij
den commandopost der Ss;e brigade gebracht
Een hevige cyclyn heeft Zondagavond
Akyab geteisterd en een groot aantal men-
schenlevens doen verloren gaan. Tal van ge
bouwen o.a. regeeringsgebouwen, werden
vernield; de verbindingen warden verbroken.
Kort Program van den dag.
Ofschoon binnen niet al te langen tijd
het officieel program van den Katholie
kendag, op 9 Juni 1926 te Goes te houden,
zal verschijnen, achten wij het, om aan de
groeiende belangstelling voor deze hoogst
belangrijke samenkomst van Haarlem's Ka
tholieken in een tiende sociaal congres tege
moet te komen, niet ondienstig, al vast in
het kort aan te geven wat dien dag zal ge
schieden.
Op Woensdagmorgen 9 Juni zal na aan
komst der morgentreinen uit beide rich
tingen te kwart voor elven door Zijne Door
luchtige Hoogwaardigheid den Bisschop
van Haarlem in de parochiekerk van St.
Maria Magdalena te Goes eene stille H. Mis
worden opgedragen voor het welslagen van
den Katholiekendag. Als vanzelf spreekt
het, dat dan van de huizen der Katholieke
ingezetenen de vlag zal wapperen als sym
bool van aller feestelijke vreugde.
Te één uur des namiddags beginnen de
sectievergaderingen.
De eerste sectie komt bijeen in een zaal
van „Het Schuttershof." Daar wordt be
handeld het onderwerp „„Het kind. in de
eerste levensjaren," waarbij zoowel aan de
geestelijke als aan de lichamelijke verzor
ging van het jonge kind alle aandacht zal
worden gewijd. Inleider is daar Prof. A. van
Rooij, uit Amsterdam.
De tweede sectie vergadert eveneejis in
„Het Schuttershof." Daar wordt behandeld
„Het kind in de schooljaren." in het licht
der Katholieke paedagogiek, door drs. N.
Th. Vlaar, uit Overveen.
De derde sectie vergadert in „Het Slot
Oostende." „Het kind op weg naar den le
vensstaat", (de Sturm-un-Drangperiode der
rijpere jeugd) is in die sectie het onderwerp
der behandeling. Als inleider treedt op de
heer E. Franke uit 's -Gravenhage.
De algemeene slotvergadering wordt ge
houden te half "ier ure in de St. Maria-
Magdalenakerk, waarin de ZeerEerw. Heer
J. B. W. M. Möller, pastoor te Schiedam,
de slotrede zal uitspreken en ook, naar ver
wacht wordt, door Monseigneur den Bis
schop een woord zal worden gericht tot de
Congressisten.
Het St. Caecilliakoor zal onder leiding
van den heer I. M. Giesen tijdens die bij
eenkomst eenige liederen uitvoeren.
Na afloop van die vergadering bestaat
gelegenheid, deel te nemen aan een gemeen
schappelijke maaltijd, mits men zich hier
voor hebbe opgegeven aan den penning
meester van het Uitvoerend Comité, den
heer Jos. Velthuijse te Goes, onder over
making van het geld en wel voor 1 Juni e.k.
De prijs bedraagt f 4.50 per couvert (zonder
drank-consumptie).
Des avonds zal in den tuin van het „Schut
tershof" een concert worden gegeven, afge
wisseld met Zeeuwsche reien in Bevelandsch
costuuin, uit te voeren door het beroemde
gezelschap van den heer G. Houtekamer.
Dat concert is voor matigen prijs toeganke
lijk .voor alle Katholieken. Zij, die aan het
diner deelnemen hebben het concert vrij.
Bij genoegzame deelname zal het voor con-
gregisten, die zulks wenschen, mogelijk zijn,
den volgenden nag, 10 Juni, deel te nemen
aan een autotocht door Zuid-Beveland be
oosten het kanaal en door Walcheren, met
een bezoek aan de beroemde Middelburg-
sche Markt. Den deelnemers zal te 's-Hee-
renhoek een origineele Zeeuwsche koffie
tafel worden voorgezet. De tocht, die des
morgens te circa 9 uur te Goes begint, ein
oigt aldaar dés avonds te circa 6 uur. Deel
nemers van buiten Zeeland kunnen dan des
gewenscht met den avondsneltrein van 7.20
nur vertrekken.
Het deelnemen aan den autotocht kost
1 5 (de koffietafel inbegrepen). Men gelieve
v°or I Juni aan den heer Velthuijse voor
noemd zich op te geven met toezending
van het bedrag. Aanmeldingen voor het
diner of autotocht zonder remise worden
niet in aanmerking genomen.
Wij twijfelen er niet aan, of bovenstaand
program waarborgt den deelnemers aan den
Katholiekendag een even nuttig als aange
naam oponthoud te Goes.
Wijzigingen op conclusies van
den heer E. Franke.
(voorgesteld door Prof. Alph. Steger.)
"otfc" J
Op Conclusie I» luidende „Het is de
plicht van de ouders in het huisgezin een
godsdienstige sfeer te scheppen en "te be
waren, daarbij voortbouwende op den gods-
dienstig-zedelijken grondslag, die door het
Catechismus-onderwijs in de vroege jeugd
jaren is gelegd. Zij mogen dien plicht nooit
afwenden op de geestelijken."
Deze te beperken tot het eerste deel Het
is de plicht van de ouders in het huisgezin
een godsdienstige sfeer te scheppen en te
bewaren.
Toelichting. Niet het Catechismus-onder-
wijs in de vroege jeugdjaren legt den gods-
dienstig-zedelij ken grondsteg waarop de
ouders in het huisgezin moeten voortbou
wen, maar omgekeerd de ouders in het
huisgezin leggen den godsdienstig-zedelij-
ken grondslag waarop het Catechismus-on
derwijs in de vroege jeugdjaren moet voort
bouwen.
Het scheppen en bewaren van den gods
dienstige sfeer in het huisgezin, door de
geestelijken is een onmogelijkheid, de ouders
kunnen dien plicht dus niet afwentelen op
de geestelijken.
Op conclusie IV, luidende De plicht der
ouders van waakzaamheid over t gedrag
der kinderen eindigt niet bij de volwassen
kinderen of zoodra zij' het ouderlijk dak ver
laten, en zoolang deze niet eene positie in
nemen geheel onafhankelijk van het ouder
lijk gezag."
Deze te lezen De plicht der ouders van
waakzaamheid over 't gedrag der kinderen
eindigt eerst wanneer de kinderen volwas
sen zijn zoolang zij onder het ouderlijk
dak wonen blijven zij afhankelijk van het
ouderlijk gezag in zoover de huiselijke orde
dat eischt.
Toelichting. De waakzaamheid der ouders
tegenover de kinderen volgt uit de plicht
der ouders om de kinderen op te voeden.
Is de opvoeding voltooid, dan houdt die
plicht dus op. Tegenover volwassen kin
deren die onder het ouderlijk dak wonen
behouden de ouders de plicht van waak
zaamheid die in verband staat met de huise
lijke orde welke zij moeten handhaven.
Te Katwijk aan Zee is op 64-jarigen
'leeftijd overleden dr. J. A. v. Walsem, die
als geneesheer onder de bevolking zeer in
aanzien stond. Tal van jaren was hij lid van
den gemeenteraad.
Uit Genève wordt gemeld;
De 8e Internationale Arbeidsconferentie
heeft bij acclamatie Monseigneur Nolens
gekozen tot haar voorzitter.
Het Volk verneemt, maar deelt bet on
der eenig voorbehoud mede, dat in de eer
ste vergadering die het nieuwe partijbestuur
der C. P. H. dezer dagen houdt, zal wor
den overgegaan tot de benoeming van een
nieuwen chef-redacteur van De Tribune.
Als nieuwe leider der Tribune redactie
wordt genoemd mr. H. P. J. Wiessing, den
vroegeren redacter van het weekblad De
Amsterdammer (oude Groene), na zijn af
treden de stichter en redacteur va'n De
Nieuwe Amsterdammer (de mosgroene), en
thans verbonden aan de Cetem.
De nieuw benoemde gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, jhr. mr. A. C. D. de Graeff,
die te 's-Gravenhage voorloopig intrek heeft
genomen bij naaste familie in de Alexan-
derstraat, bracht hedennamiddag op het de
partement van. Koloniën een opwachtingsbe-
zoek bij den minister van Koloniën, dr.
Koningsberger.
De employé's bij de Ned. Spoorwegen te
Delft, ontvingen van den inspecteur der
directe belastingen berichj, dat hun aansla
gen voor Rijksinkomstenbelasting voor het
dienstjaar '26'27 zullen worden verhoogd
met 100 indien het ambtenaren en met
60 indien het beambten betreft. De in
specteur is nij van oordeel, dat genoemde
bedragen boven het salaris of jaarloon in
rekening dienen te worden gebracht voor
het genot van „vrij vervoer op spoorwegen".
Naar de Tel. verneemt, zullen de betrok
kenen zich niet zonder meer bij dit besluit
van den fiscus neerleggen, daar huns inziens
die bedragen veel te hoog zijn geschat.
V
Het was van te voren aangekondigd, dat
prof. De Savornin Lohman naar aanleiding
van dc Begrooting van Justitie een maiden
speech zou houden over het opzienbarende
arrest van den Hoogen Raad van 20 Nov.
1924 betreffende de onrechtmatige overheids-
daad, waarover, volgens dat arrest, de ci
viele rechter bevoegd zou zijn te oordeelen.
Een rede van een hoogleeraar over een der
gelijk onderwerp is fijne kost voor den ju
rist en dus geen wonder, dal met aandach
tige stilte is geluisterd naar de rede, door
den heer Lohman voorgelezen. Zij ging min
der diep. dan wellicht vermoed was, raakte
in hoofdzaak den practischen kant! Vindt,
vroeg de spreker, de minister in dit arrest
geen aanleiding om met een wettelijke re
geling van dc administratieve rechtspraak te
komen? En als daarop kwam een tweede
vraag neder de minister toch overgaat
tot invoering van de administratieve recht
spraak, acht hij het dan niet venschelijk om
het gerechtelijk toezicht op Prov. en Ge
meentebesturen niet verder te doen gaan
dan tot toetsing van de vraag, of die be
sturen zich aan de wet hebben gehouden,
met uitsluiting dus van de vraag, of hun be
sluit strookt met het algemeen belang?
De vlot uitgesproken rede is door minister
Donner nog vlotter beantwoord. Maar één
ding was wel zeer duidelijk gebleken; hij
gevoelde niet die haast tot invoering der
administratieve rechtspraak te komen, als
vele juristen, kijkt bii veel liever eerst nog
eens de kat uit de boomen. Wat dus wel
zal beteekenen, dat we van dezen minister
geen regeling van de administratieve recht
spraak kunnen verwachten, al wordt in de
wereld der juristen de noodzakelijkheid al
gemeen aangenomen.
Behalve dit punt is ook nog de behande
ling van politieke gevangenen ter sprake
gekomen. Tegenover de beweringen van de
hoeren Hermans en Polak, dat politieke ge
vangenen anders moeten behandeld worden
dar. de gewone, stond het betoog van den
heer Verkouteren, dat wii geen politieke
gevangenen kennen, terwijl de minister zien
daarover niet uitliet.
Bij de daaropvolgende begrooting van
Binnenlandsche Zaken ziin heel wat meer
punten ter Sprake gekomen. Vooral de
heer H. Polak heeft zich geweerd. Achter
eenvolgens besprak hij zijn ideaal om het
Gooi tot één gemeente te maken een
prachtmiddel om te zorgen, dat het natuur
schoon er minder deerlijk mishandeld wordt
dan thans het geval is hield een plei
dooi voor vroeger invoering van den zomer
tijd, en toornde tegen het gebruik van hon
den als trekdieren; de gansche Trekhondeft-
wet moest eigenlijk overbodig worden ge
maakt door een algeheel verbod van trek
honden. op z'n minst moeten de wenschen
der Anti-trekkondenvereeniging worden
uitgevoerd.
Zijn partijgenoot Hermans pleitte voor
meer rijkssteun aan gemeentelijke werk
verschaffing en deed. in het bijzonder een
gced woord voor de werkverschaffende mat-
tenvlechterij te Arnhem, die zonder riiks-
steun niet in stand kan worden gehouden.
Dritter im Bunde Was de heer Smeenge,
die op geestdriftige wijze in de bres spcong
voor het Drentsche veenbedrilf, duidelijk
uiteenzette, hoe dit bedriif in zijn huidigen
vorm geen levensvatbaarheid meer heeft,
omdat de industrie beter en goedkóoper
uitkomt met steenkolen, maar nu zeer over
tuigend aandrong om de bevolking te hel
pen niet enkel door bevordering der emi
gratie, waarvoor hii niet erg warm was ge
stemd, doch liever door zorg voor 'n betere
vervening en steun en medewerking aan
middelen om de turf te gebruiken voor an
dere doeleinden dan als stookmateriaal. en
dan bevordering van ambachtsonderwijs en
leerlingwezen.
Minister Kan heeft den heer Polak maar
weinig hoop gegeven; hij voelt veel voor
bescherming van het naturschoon in het
Gcoi, maar als hij overging tot verwezen-
liiking van het denkbeeld van den heer Pja-
lak, zou hij toch achter de feiten aankomen.
Inlusschen, als Gedep. Staten van Zuid-
Holland met een voorstel komen, zal hij
het gaarne overwegen. Ter wille van onze
boeren denkt hij er niet aan in de toekomst
den zomertijd nog vroeger dan thans in te
voeren. En wat de trekhonden betreft, wil
hij de belangen der houders van honden niet
geheel uit het oog verliezen. Alleen zal hij
de Veeartsenijkunrige faculteit te Utrecht
polsen over wenschelijke verbeteringen van
de Trekhondenwet.
Den heer Hermans heeft hij beloofd een
aanvrage om subsidie voor de Arnhemsche
mattenvlecliterïj in gunstige overweging te
p.emen.
Met veel van wat de heer Smeenge had
betoogd, ging de minister accoord. maar er
is nu1 een commissie ingesteld, die de re-
gecring zal adviseeren omtrent maatregelen
tot opheffing van de bevolking der veen-
stieken en aan haar zal hij de rede van den
heer Smeenge endosseeren.
De begrooting van Onderwijs. Slechts één
onderwijspunt is besproken: de niet-toelating
van bezitters van het diploma A der H. B. S.
tot het examen voor Indisch bestuursamb
tenaar. Minister Waszink deelde daarom
trent mede, dat een wetswijziging op dit
punt reeds op komende wegen is. Verder
heeft slechts de kunst stof tot bespreking
gegeven en het was alweer de heer Polak,
die zich roerde; er kome eindelijk een mo
numentenwet, men wachte zich toch voor
slooping van de Maasbrug tc Maastricht en
ten slotte schenke de Staat aan het Haar-
lemsche orkest subsidie zoo goed als aan
dé andere groote orkesten. Dit laatste punt
wil minister Waszink voor het volgend jaar
overwegen, een monumentenwet ligt vrijwel
gereed aan het departement, doch de minis
ter wil er nog het een en ander in wijzigen,
maar de brug te Maastrichtja dat is
een lastig geval, en de heer Jansen, die het
weten kan. versterkte dit door pr.ecics uit
een te zetten, dat die brug voor 't scheep
vaartverkeer een steeds erger wordende sta-
in-den-weg is, tevens onvoldoende voor het
landverkeer. zoodat de verdwijning haast
onvermijdelijk is. Maar de gemeenteraad
heeft daartoe nog slechts in beginsel tot
slooping besloten en de minister stelde nog
een nader onderzoek in uitzicht.
Bii de begrooting van Marine heeft de
heer Lindeijer met den minister van Marine
ad interim in hoofdzaak gediscussieerd over
het personeel bii het loodswezen. Ook bracht
hij met een enkel woord het verongeluk
ken van de „Terschelling II" ter sprake, doch
dat heeft de heer Polak van hem overgeno
men bij de daaropvolgende begrooting van
Waterstaat, wijl de Raad voor de Scheep
vaart onder VI' aterstaat ressorteert. Hij klaag
de er over, dat deze geen onderzoek naar
hef vergaan van het loodsvaarluig had in
gesteld.
VERGADERING VAN WOENSDAG
26 MEI 1926, N.M. 1 UUR.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Re
geering heeft verzocht de Landarbeiderswet
van de agenda af te voeren.
Comform besloten.
Nadat vcrsch'llen'de kleine wetsontwer
pen zijn behandeld; is aan de orde de in
terpellatie van mevrouw De Vries-Bruins.
over de uitvoering van de wet van 29 Juni
1925, tot wijziging van de wet van 24 Juni
1876, houdende regeling van de voorwaar
den tot verkrijging der afzonderlijke be
voegdheid der4 landihcelkunst en van de
uitoefening dier kunst, zooals deze wet laat
stelijk is gewijzigd.
Mevr. DE VRIES—BUIUNS (V.D.) licht
de navolgende vragen toe:
le. Acht de Minister de uitvoering der
wet van 29 Juni 1925, houdende wijziging
van de wet van 24 Juni 1876, Stbl. 117,
houdende regeling van de voorwaarden tot
verkrijging der afzonderlüke bevoegdheid tot
uitoefening der tandheelkunst en van de
uitoefening dier kunst, zooals deze wet
laatstelijk is gewijzigd, in overeenstemming
met de bedoeling van den wetgever?
2e. Acht de Minister de uitvoering van
bovengenoemde wet >n overeenstemming
met de letter der wet?
3e. Is de Minister van oordeel dat de re
sultaten van de uitvoering van dien aard
zijn dat de belangen der volksgezondheid
geen gevaar loopen?
4e. Zoo neen. is de Minister dan bereid,
zoodanige maatregelen te bevorderen, zoo
r.ocdig in den vorm van een nieuwe wet, dat
de gevaren voor de volksgezondheid, door
de wijze van uitvoeren van bovengenoemde
wet in het leven geroepen, zooveel mogelijk
kunnen worden weggenomen.
Spr. herinnert aan dc discussies bij de
wet van Juni 1925. Zij heeft toen voorge
steld, de tandtechnici een examen te laten
afleggen, maar de Minister zeide dat het
slechts om een klein amtal personen gin'i
en dat het examen onbillijk was. Alleen zij
die vóór 1913 de, beperkte tandprothese
uitoefenden, zouden er een stuk of tien ge
weest zijn. Thans is aan 144 personen de
btvoegdheid verleend en er zijn nog 30 ge
vallen :n onderzoek.
Spr. crïtisecrt d< wijze waarop het onder
zoek ri geschied Er ?im twee personen van
26, drie van 28 jaar bij. die dus vóór 1913
stellig niet de prothese hebben kunnen uit
oefenen. Alleen ip Amsterdam zijn er 15
toegelaten die beslist vóór 1913 niet in
functie waren. De overgelegde verklaringen
van patiënten, die spr. voorleest, hebben
thaars inziens weinig waarde. Van verkla
ringen van tandartsen is geen notitie ge
nomen, wat spr. met voorbeelden aantoont.
Naar Spr. oordeel is de wet op buiten
gewoon lichtzinnige wijn uitgevoerd.
De Minister van Arbied. de heer SLOTE-
MVKER DE BRUïNE antwoordt. Het gaat
hier rm een overgangsbepaling.
Welke personen heeft nu de wetgever be
doeld die onder deze overgangsbepaling
zullen vallen? Hoe kon de vroegere uit
oefening en hoe kon de bekwaamheid wor
den gecontroleerd? De minister die de wet
verdedigde, heeft geen getal genoemd, doch
alleen van een klein aantal gesproken.
Wanneer dat aantal is mee- of tegengeval
len, gaat dit buiten den Minister om. De
gegevens van tandartsen en patiënten om
trent de technici zijn meer dan eens ge
toetst en zijn heusch niet zoo maar geac
cepteerd. (Geroep; En die jongen van 13
iaarl) De eerste vraag beantwoordt spr. dus
bevestigend.
Alle mededeelingen van de interpellatie
kan spr. niet aanstonds controleeren. (Ge
roep: En die jongen van 13 jaar!) Er zijn
198 aanvragen ingediend en dus kent spr.
ze niet alle. Er zijn gevallen die in verband
met den leeftijd van de technici, zonderling
lijken. Spr. beeft zich het dossier laten
voorleggen en het is een uitzonderingsgeval.
(Geroep: Waarom is die dan toegelaten.)
Op grond van de verstreWe gegevens heeft
men hem toegelaten.
De heer DUYS (s.d.): Hoe oud was de
man die hem toeliet? (Gelach).
De MINISTER zegt dat hij dezelfde nor
men heeft gebruikt als zijn voorganger.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (s.d.) U hebt
geschreven: dezelfde gedragslijnl
De MINISTER meent dat de tandartsen
een ruimere omschrijving van dc prothese
geven dan de Hooge Raad gaf, waaraan spr.
moet vasthouden.
Vraag 2 en 3 beantwoordt spr. bevesti
gend. Reeds jaren ^>efenen deze menschen
practifk uit en dus ontstaat geen gevaar,
want dan moest het er al zijn.
Vraag 4 is daardoor vervallen. Als blijkt
dat de stukken waarop geoordeeld is, on
juist waren, zal spr. niet nalaten le doen
wat geeischt wordt.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (s.d.) repli
ceert. Het antwoord is van een ontstellende
lichzinmgheid voor de belangen der volks
gezondheid en zij dient een motie in, waarin
wordt uitgesproken dat de uitvoering van
de wet niet overeenkomstig de bedoeling
der wet is en waarin een wet wordt gevraagd
ter bescherming tegen de gevaren der volks
gezondheid. Uitvoerig zet spr. uitéén dat
de Minister zich van haar vragen heeft af
gemaakt en niet heeft willen inzien, dat er
eenige fouten zijn begaan.
De heer OUD (V. D.) erkent, dat de
interpellant voor een goed deel gelijk heeft,
maar dat de tandartsen veel schuld hebben
aan deze wet, omdat zij absoluut niet toe
schietelijk waren.
Tegen de wet heeft spr. geen bezwaar.
Wel tegen de wijze van uitvoering van de
wet. Spr. kent vele van de door mevr. De
Vries opgesomde getallen, en erkent, dat het
onderzoek onvoldoende was Het staat vast,
dat iemand op zijn 13e17e jaar geen vol
ledige tandprothese kan uitoefenen. Daar
moet de Minister niet omheen draaien. Spr.
geeft het volledige lijstje van de 15 technici
te Amsterdam, die in 1913 nog geen 20 jaar
waren, maar nu geacht worden toch reeds
volledige prothese uitgeoefend te hebben.
De Minister is er niet af, dat hij alles schuift
op zijn voorganger. Het is noodig de verlee
ning nog eens nader te overwegen.
Spr. - voortgaande, betoogt, dat nadere
overweging mogelijk is omdat de wet pre
cies de voorwaarden stelt wat betreft den
datum van 10 Juni 1923. Als blijkt dat ten
onrechte verklaringen zijn afgelegd, dan kan
de verleening herroepen worden. Het depar
tement van Justiite kan desnoods de zaak
ter hand nemen.
De heer^BEUMÉR (A.-R.) is ook niet be
vredigd dcor het antwoord van den Minister.
Liever had hij de erkenning gehoord dat de
uitvoering verkeerd is geweest. De wet is
volkomen duideiijk en spr. verlangt dat de
Minister de hand aan de wet houdt. De visa
die zijn gegeven, kunnen ongeldig verklaard
worden. Het gaat hier niet om verkregen
recht, maar om verkregen onrecht. Voor een
strafvervolging is hier alle reden, omdat-bij
den 13-jarige onjuiste gegevens als grond
slag moeten gegolden hebben.
Tegen de motie heeft spr. geen overwe
gend bezwaar, maar ze is te positief. Hij
wilde liever alleen uitspreken dat de uit
voering niet met de noodige soberheid en op
de juiste wijze is uitgevoerd. In dien geest
dient hij een motie in.
De heer DUYS (S.-D.) vraagt den Minister
precies mede te deel en op welke gegevens
het 13-jarige jongmensch bevoegd is ver
klaard. Welke normen zijn daarbij gesteld en
welke gedragslijn is gevolgd. Spr. acht het
noodig dat de technici die de bevoegdheid
hebben verkregen, een aparten titel krijgen.
Als de officieele landartsen niet zoo ont
zettend kleinzielig waren geweest, dan was
de gansche kwestie veel eenvoudiger ge
weest. Zij hebben geen medewerking wil
len verleènen bij het vaststellen der be
voegdheid. Het was een doodgewone con
currentiestrijd als van twee kruideniers,
twee advocaten, twee Kamerleden, enz.
De Minister heeft in eerste instantie zijn
voorganger willen beschermen maar het is
apert onmogelijk dat dc Minister meent wat
hij gezegd heeft.
De heer VAN GIJN (V.-B.) meent dat de
wet inderdaad geschonden is. Hij wijst er op
dat herhaaldelijk te veel macht gegeven is
aan den Minister. Dat wreekt zich r.u weer
eens. Hij vcreenigt zich met de motie van
mevr. de VriesBruins.
De MINISTER zegt dat hij de gegevens
over het geval van den 13-jarige niet bij
zich heeft.
Hij kan dat dus niet precies medeelen. Hij
is bereid alle gevallen die genoemd zijn,
nader te onderzoeken en te overwegen wat
gedaan moet worden, als blijkt dat een
herziening noodig is. Hoe de weg daartoe
zal zijn) weet hij nog niet.
Mevr. DE VRIES BRUINS (S.-D.) hand
haaft haar motie ongewijzigd, omdat zij die
beter acht dan die van den heer Beumer.
De heer OUD (V.-DJ meent dat de Mi
nister verre beneden den plicht van een
Minister tegenover een interpellant is ge
bleven.
Het was alleszins een plicht dat de Minis
ter de noodige gegevens hij zich had en
wist waarover het liep. Spr, stelt daarom
voor dc beraadslagingen te schorsen.
Het voorstel wordt verworpen met 59
teéen 5 stemmen.
De beer OUD (V.-D.l zal aan beide mo
ties zijn stem geven. Hij begrijpt alleen de
uitdrukking niet ,.mct de noodige sober
heid" in de motie-Beumer. Wenschc-ijk
acht hij het de Kamer te laten uitspreken
dat de beantwoording van den Minister niet
voldoende-is geweest en hij dient in dien
geest een motie in.
De heer HEEMSKERK (A.-R.) geeft de
motie-Beumer de voorkeur. Tegen die van
mevr. de Vries heeft hij eenige bezwaren,
omdat hij geen oordeel wil uitspreken als
hij de dossiers niet kent. De motie-Oud is
spr. te' persoonlijk en die kan hen niet steu
nen.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.-D.) wij
zigt haar motie zóó dat de kamer niet "0°r"
deelt", maar alleen zegt niet „overtuigd" te
Z'De heer BEUMER (A.-R.l zegt dat de „so
berheid" slaat op het' oordeel van den Mi
nister bij het beoordeelen van de opleiding
der technici. Hier geldt het een subjectieve
beoordeeling die. naar spr.'s oordeel, niet
sober was. Hij is bereid zijn motie te wij
zigen waardoor er staat te lezen, det „de
uitvoering der wet niet overeenkomstig de
letter en de bedoeling der wet is geschied."
De moti-De Vries—Bruins wordt verwor
pen met 35 tegen 29 stemmen.
De motie-Beumer wordt aangenomen met
63 tegen 1 stem. Tegen van Vuuren.
De motie-Oud wordt verworpen met 41
tegen 22 stemmen.
De vergadering wordt verdaagd tot
's avonds acht uur.
Het beleid van Oorlog.
Minister Lambooy debuteerde Woensdag
avond in de Tweede Kamer met de be
antwoording van een interpellatie-Oud over
het vergaan op 25 November j.l. van den
loodsschoener „Terschelling II".
De nieuwe bewindsman stelde voorop,
dat hij bij de militaire Departementen geen
lichtschuwheid wenscht; hij wil in een gla
zen huis wonen.
Van practisch belang waren vooral de laat
ste vragen van den interpellant. Deze wilde
de zeilschepen (stalen motorschoeners) bij
het Loodswezen vervangen door stoomsche
pen. En niet hij alleen pleitte voor deze
vervanging. De heer Lambooy wilde voor
hands van afschaffing van de zeilschepen
niet weten, omdat dit te duur zou zijn. Wel
wil Z.Exc. zijn voorloopige meening toetsen
aan het te wachten rapport van de (na 6
maanden ingestelde!) commissie-Kirberger,
doch de Minister stelde aanstonds voorop,
dat vervanging door stoomschepen ten ge
volge zou hebben, dat schepen moeten ge
huurd worden en dat als gevolg daarvan een
'groot deel van de bemanning ontslagen zou
moeten worden.Daardoor waren verschillende
afgevaardigden onaangenaam getroffen; de
heer Snoeck Henkemans gewaagde zelfs van
een ministerieele bedreiging tegen de be
manningen: je geld of je leven!
Sterker scheen het antwoord van den be
windsman op de laatste vraag van mr. Oud
die in het reglement op den loodsdienst
wilde opnemen, dat de schipper het recht
moet hebben, na overleg met de beman
ning, te beslissen of de weersomstandighe
den eischen. binnen te loopen. Tegen dit
overleg plegen met de bemanning onder
Zulke critieke omstandigheden had de Mi
nister overwegend bezwaar; er moet een
baas zijn. Hetgeen redeiijk overleg niet uit-
sluit. v
Een openbaar onderzoek, waarbij al het
mogelijke licht zal worden ontstoken, werd
van de Regeeringstafel toegezegd en de sa
menstelling van de commissie schijnt inder
daad de beste verwachtingen voor een on
partijdig onderzoek te rechtvaardigen, al
moet men den interpellant toegeven, dat de
langdurige vertraging bij de instelling van
dit onderzoek zeer te betreuren is.
Een motie bleef achterwege. De interpel
lant wilde in de gegeven omstandigheden het
rapport van de commissie afwachten en
hoopte, dat hij ook daarna de. Kamer niet
een uitspraak zou behoeven te ontlokken.
Laat in den avond begon de heer K. ter
Laan met frisschen moed %an de bespreking
van het militair beleid der Regeering.
Een pleidooi voor eenzijdige ontwapening
bleef ons ditmaal gespaard. De socialisten
hopen namelijk de volgende ma£nd hun Me
morie van Antwoord op het ontwapenings
wetsvoorstel in te dienen en de heer ter
Laan verwacht dan spoedig daarna hierover
in de Kamer te kunnen spreken. Voorts no-
teerenr wij, dat de S.D.A.P. minister Lam
booy zal steunen bij de vereeniging van Oor
log en Marine, terwijl hij ook de socialisten
aan zijn zijde zal vinden, wanneer hij door
ontwikkeling van het instituut van de voor
oefeningen den duur van het verblijf in de
kazerne zal willen verminderen. En ten
slotte informeerde de sociaal-democratische
woordvoerder naar de plannen van den Mi
nister van Orlog, terwijl een lange reek*
wenschen, (waarvan de meeste wel vrome
wenschen zullen blijven) aan den Minister
werd voorgelegd.
In tegenstelling met den heer K. ter Laan
achtte de heer Deckers het tijdstip om met
den Minister over diens beleid van gedach
ten te wisselen, al zeer ongeschikt, daar de
Memorie van Antwoord niet door den heer
Lambooy is onderteekend, noch de Regee-
ringsverklaring van het Kabinet-de Geer na.
mens den nieuwen militairen bewindsman is
afgelegd. Ook de Katholieke woordvoerder
informeerde naar 's Ministers plannen en wij
hoorden, dat dr. Deckers zich op het Stand
punt stelt: liever een klein, goed uitgerust
leger dan een te groot voor onze middelen.
Tegelijk me deze besprekingen is de mo-
tie-Dresselhuys voor de oud-gepensinonneer-
den en hun weduwen en weezen aan de
orde. Deze motie werd juist heden voor een
jaar ingediend!
H.H. sigarenfabrikant te Aalst was beklaagd
ter zake dat hij begin 1926 opzettelijk om
't handelsdebiet van zichzelven als sigaren
fabrikant te behouden en uit te breiden,
terwijl het hem bekend was, dat door de
N. V. Karei I sigarenfabrieken te Eind
hoven sigaren in den handel werden ge
bracht 'onder het bij het Bureau voor_ den
irdustrieelen eigendom te Hen Haag inge
schreven woordmerk „Karei I op bedrie-
gelijkc wijze tot misleiding van het publiek
sigaren heeft in den handel gebracht in
kistjes van 50 stuks op welke kistjes voor
kwam het woordmerk „Karei V". het Ro-
meinsche cijfer V in kleiner formaat dan de
letters van het woord „Karei" waardoor
het van deze sigaren koopend publiek in
de waan kon worden gebracht sigaren te
koopen van het merk „Karei I en zoo
nadeel aan genoemde Karei I-fabrieken kon
worden gebracht, 4.
Bij de behandeling van deze strafzaak
voor de Bossche Rechtbank, Karelde het
aldoor en ook de Kareltjes kwamen op
het tapijt.
We kwamen te vernemen, dat Karei I een
gezochte sigaar is en dat het publiek graag
de Kareltjes vraagt.
Een klant in Haarlem had aan beklaagde
een Karei gevraagd, doch beklaagde had
die niet, doch was bereid Karel's te leveren.
Hij liét zich daartoe een merk maken en
versierde er de kistjes mede, waarin de 4700
sigaren werden verpakt en overzenden,
„Je kunt het probeeren had de winkelier
in Haarlem gezegd, maar zorg er voor dat je
niet met den strafrechter in aanrak'ng
komt."
Beklaagde ontkent opzettelijk een misdrijf
te hebben willen plegen. Uit concurrentie
zucht heeft hij het niet gedaan, want dan
kun je je wel doodwerken, van de concur
rentie is 't eind verloren! De klant had
hem een Karei gevraagd, dus om te ver-
koopen had hij een Karei V geleverd.
Dat dit niet mocht als het merk gelijkt
op een anders, gedeponeerd handelsmerk,
wilde er bij de beklaagde niet in. Er zijT
zooveel Kareis, aldus beklaagde.
Welke dan? vrceg de president.
„Karei de Stoute en"
,,Ja maar, dat is een andere kop, dus een.
ander merk," zeide de president.
„Maar ik heb zelf mijn gedeponeerd merk
er bij, verontschuldigde beklaagde zich.
„Dat valt niet op. De Karei op 't kistje
is hoofdzaak1', aldus de president
„Karei 1" is ook maar een plakkaatje"
■wierp beklaagde op.
„Welnu, had dan Hendrik geschreven!
Waarom moest het nu juist Karei zijn als
er niets bijzenders door bedoeld woedt?"
vroeg de president.
„Ik heb het niet gedaan om het publiek
te misleiden, maar om te kunnen verkoo-
pen," aldus beklaagde.
De president bevestigde het tegendeel.
Onder het mom van „Karei V" met een
kleine V hebt u de bedoelde Karei willen
verkcopen.
„Er zijn zooveel Kareis, dat heb ik nu al
zeven keer gezegd," aldus beklaagde.
„Karei de Stoute".
„Het merk door u gebezigd lijkt zeer
sterk op de „Karei I' en Karei de Stoute
is héél iets anders merkte de president op.
Beklaagde gaf dit toe, doch meent als dc
rechtbank hem veroordeelt hij dan toch on
schuldig veroordeeld zal zijn, want ik heb
geen opzet gehad een strafbaar feit te
plegen, hield beklaagde vol.
Als getuige \yerd gehoord H. van Abbe,
directeur der N. V. Karei I fabrieken te
Eindhoven.
Getuige verklaarde o.m. dat de N.V. veel
last van namaak had. De Karei in kwestie
was in Haarlem opgemerkt geworden."
Getuige M. v. d. Born, sigarenwinkelier
te Haanem. verklaarde als beklaagde.
„U heet Marinus en hij Hendrikus, waar
om hebben jullie zoo'n naam niet gekozen?'
informeerde de president.
Getuige verkocht graag Kareltjes, t
moest een Karei zijn.
Het O.M- achtte beklaagde schuldig aan
het ten laste gelegde en eischte 100 boete
subs. 50 dagen hechtemis.
Uispraak 3 Juni a.s.
(HsgznJ
ENKHUIZEN, 26 Mei. Zaden en peul
vruchten. Bruine boonen f 1422 per hL
Bruin mosterdzaad f 37.50 per 70 kg„ Kar-
wijzaad f 12, maanzaad f 3133, beide per
60 kg.
HOORN, 26 Mei. Varkens. Vette var
kens f 0.P4—0.89, Londensche varkens
f 0.47—0.76, zouters f 0.800.82 per kg.
schoon. Handel vlug.
Eierenveiling. Kipeieren, wit, f 5.00
5.90, bruin, f 5.506.30, eendeieren f 4.90—
5.20 per 100 stuks. Aanvoer 36.583 kip- en
6504 eendeieren.
MAASTRICHT, 26 Mei. Botermijn. Aan
voer 172.625 kg. Prijzen hoogste 1.92,
midden-1.80, laagste 1.70.
ROOSENDAAL, 26 Mei. Boter. Aan
voer 51.175 kg. Prijzen hoogste 1.88, mid
den- 1.35, laagste 1.78.
Volendam, 26 Mei. Eieren. Aan de'vei
ling waren heden aangevoerd 561.000 een
deneieren, 5.155.25, en 6000 kippeneieren
f 5.60.
IJMUIDEN, 26 Mei. Heden waren aan
den Rijksvischafslag 14 stoomtrawlers en
2 kotters. De prijzen waren als volgt Tar
bot f 0.900.70, tongen f 0.430.17 per kg.
griet f 2.201.70, gr. schol f 3625, md.
schol f 3726, zetschol f 3824, kl. schol
f 18—12, f 7.50—3.50, scharren f 8—4.4C
per 50 kg. roggen f 289.5P per hoop
vleet f 51.50 per stuk makreel f 169.50,
pietermannen poon f 8.501.90, gr. schel-
visch f 3834, md. schelvisch f 2724,
k.md. schelvisch f 3010, kl. schelvisch f 12
5, f 115, kabeljauw f 6346, gr. guller
f 179.50, kl. gullen f 73, wijting f 5—2.4C
per 50 kg.