RUBRIEK ||g> M..MM JL Na het Pinksterfeest. ONZE KLEEDING. a Koopzucht. Practische wenken I Recepten Uit de Moppentrommel. Patronen naar Maat BOONENGEHAKT. De levensgeschiedenis van Onze Lieve rouw, zooals ze ons bericht wordt door het Evangelie, weet ik nooit beter te T ergelijken, dan met een lange, verre gaanderij van zware zuilen, waar door heen zij voortschrijdt, langzaam, van het begin tot het einde. En nu en dan wordt zij éven zichtbaar éven maar een glimp van blauwe en witte sluiers tus- schen de machtige kolommen, die Haar aan ops oog onttrekken. Die zuilen zijn de groote, al-over- >eerschende gebeurtenissen uit het leven van Haar Zoon, Zijn Openbaar leven vooral. De deemoedige figuur der stille Moeder treedt op den achtergrond in hét sober en beperkt verhaal der belangrijke daden van Jezus, den hoofdpersoon van Evangelie-bericht en wereld-geschiede nis. Zoo schrijdt Zij voort, vredig en gra- tielijk, verschijnend en verdwijnend en ichoon en wonderbaar zijn de momen ten, dat zij te voorschijn treedt. De Boodschap de Geboorte de Vlucht de Opdracht de Wedervinding Cana dan: die eene maal tusschen het volk tijdens de prediking Dan: Gotgotha. En dan is Zij aan het einde van den langen zuilengang gekomen. Nog ééns wordt Zij zichtbaar voor onze oogen: op t Pinksterfeest: daarna verdwijnt Zij voorgoed verdwijnt tusschen de pila ren, in het hecht en ondoordringbaar gebouw der jonge Kerk. Pinksteren het feest van storm en vlammen het feest der vele talen.... Wij kennen allen de voorstelling van de raai in het Coenaculum, de troonzaal der liefde, waar het Brood van het Laatste Avondmaal werd gebroken en waar de Trooster, de Geest der Liefde neerdaalde in de gedaante van een vuur. Wij hebben er afbeeldingen van ge zien in allerlei opvatting en uitvoering, voortbrengselen van gröote meesters en van goedwillige, maar onbeholpen han den. De Apostelen zitten in een halven kring geschaard, de hoofden in bezieling opgeheven. En in het midden, op een kleine verhevenheid: Maria stil gesluierd de oogen neergeslagen, de handen vroom tegen elkaar gevouwen, Maria, die in onophoudelijk gebed vol hard heeft, om Haar Bruidegom, den Paracleet, een waardige ontvangst te bereiden. Over dezen tijd tusschen de Hemel vaart en het Pinksterfeest, dezen tijd van ingetogen verborgenheid in het Ce- nakel, van gebed en stillen arbeid, zijn tallooze meditaties geschreven en gehou den. Maria, die de Apostelen troost over het afscheid van hun geliefden Meester, zonder te reppen van Haar oneindig grooter gemis Maria, die hen bemoe digt en onderwijst hen opwekt en voorbereidt voor de komst van den be loofden nieuwen Leeraar. De volgende meditatie heeft dan zon der overgang Maria's dood tot onderwerp of haar glorievolle ten hemelopneming een feit dat buiten het evangeliever haal valt, maar toch voor eiken geloo- vigen katholiek onomstootelijk vast staat. Maar de lange jaren die er liggen tus schen den dag der nederdaling van den H. Geest en Maria's dood denken we daar eigenlijk ooit veel over na? Voor ons aller leven is iedere om standigheid eeuwen te voren door Gods Voorzienigheid beschikt en geregeld, tot in de kleinste bijzonderheden. Hoeveel te meer nog moet Zij deze liefdevolle voorzorg in acht genomen hebben waar het gold de indeeling van Maria's aardsch bestaan? Geen dag, geen uur van Haar leven, geen schijnbaar onbeduidend voor val was zonder diepe betcekenis. Zoo waien de lange jaren, die Zij na 's Heeren Hemelvaart nog op aarde bleef en eerbiedwaardige oude overleveringen spreken van vijf en twintig geenszins een toeval of een omstandigheid van on dergeschikt belang, maar de uitdrukke lijke wil van den Schepper, een levens weg, uit duizend andere mogelijkheden, opzettelijk door Hem gekozen. Sommige heiligen zeggen zelfs, dat er een groot en voortdurend wonder voor noodig was, om Maria in het leven te houden, ondanks het verterend verlangen naar Haar Zoon dat Haar sinds den dag van Zijn Hemel vaart geen oogenblik rust liet. Zoo was het zeker ook niet zonder een K,rondere bedoeling Gods, dat Maria met de Apostelen te zamen was op den gezegenden morgen van de komst des H. Geestes. Op de eerste plaats had zij pi een zeker recht op, bij de plechtige komst van haar Bruidegom tegenwoordig ta zijn in het uur, waarop Hij voorgoed Zijn intrek kwam nemen in Zijn Kerk, waarvan Maria de Moeder was. Maar voorts lijdt het ook geen twijfel, dat Zij in dat uur wederom geheel nieuwe en wor.Jjrbare genaden heeft ontvangen, dezelfde genaden als Haar heilige metge zellen: genaden van een apostel, een Dtraar, een licht der Kerk! Dat Zij, die rteds alle genaden had ontvangen, die een schepsel konden verrijken, ook deel achtig werd gemaakt aan de zeer bij zondere Pinkstergaven houdt een open baring in betredende de taak, die Zij in do vele komende jaren te vervullen Zou keLJcn. Het is of God met deze aanwij zing het zwijgen van het beknopte Evan gelie-verhaal voor ons heeft willen aan vullen en ons wilde doen begrijpen, wat Maria, toegerust met dezelfde genaden van staat, als de Apostelen, als Fetrus, het hoofd der Kerk zelf, al dien tijd voor de jonge Christengemeente ge weest is! Misschien mogen wij, in verband met de leer van Maria's Middelaarschap zelfs wel aannemen, dat dit reeds op het Pinksterfeest van kracht geweest is en dat de Heilige Geest, de Gever van alle genade, Zijn zevenvoudige genade ook toen reeds geschonken heeft door bemid deling van Zijn reine Bruid? Was dit misschien de diepste reden, waarom de H Kerk ons bij het Pinkstefeest op Ma ria wijst, gezeten te midden der Aposte len op een kleine verhevenheid, terwijl d« vurige tongen aan weerszijden afda len van de Vlam boven Haar hoofd, die de hoogste is? Niet Petrus, de Steenrots, de Prins der Apostelen, maar Maria is gezeten op die middelaarsplaats tusschen het Hemel vuur en de stervelingen die het ver wachten. Was dat misschien om ons te doen begrijpen, dat Zij toen, voor de eerste maal, Haar taak van Uitdeelster slier genaden begonnen is? Werd mis schien daarom het Pinksterwonder, waar zichtbaar de genade werd gegeven en voorbeduid, die voortaan door alle eeuwen de Kerk onzichtbaar zou bijblij ven, niet voltrokken zonder Haaf? MACHTELD» Als er iets is, waar onze tegenwoor dige vrouwenwereld mee te kampen heeft, dan is het zeker met de zucht om veel dingen te koopen, die toch eigen lijk overbodig zijn. Als men zoo de meis jes en vrouwen in een groote stad gade slaat, dan staat men verbaasd over haar uiterlijk, haar kleeding, haar schoeisel, enz. Alles is in orde en wisselt cenige malen per jaar steeds in harmonie met de draagster, het jaargetijde, het weer zelfs. Is het wonder, waar door de prach tigste etalages, de mooiste modepaleizen steeds maar moeite gedaan wordt ora de vrouw tot koopen te verlokken? Wee, de portcmonnaie als men bood schappen gaat doen! Het wordt hoe lan ger fjoe moeilijker om het goede van minder goede te onderscheiden door de aanlokkclijken manier, waardoor beide u letterlijk worden opgedrongen. Goed en goedkoop gaan zelden samen en toch wordt hef goedkoope met een schijn van deugdelijkheid tentoongesteld, die in de war brengen en menig vrouwtje doen struikelen door een prul te koopen dat degelijk lijkt. Aan de meisjes mocht dan ook zeker wel op alle Onderwijsinrichtin gen een grondige warenkennis worden bijgebracht. Het is tegenwoordig heel moeilijk het kaf van het koren te onder scheiden en letterlijk in alles. Daarom is alleen een grondige kennis een voorbe hoedmiddel om geen stroppen te koopen en ongelukkig is het juist de kennis, waar het den mcesten aan mankeert. Er wordt zoo rechtuit mogelijk aangestuurd, dat dc echt vrouwelijke vorming in het gedrang komt. Wat kunnen wij er aan doen? Als goe de moeders onze eigen meisjes zooveel mogelijk al die dingen leeren en al maar er op aandringen, dat er toch op de meisjesscholen en onderwijsinrichtingen een plaatsje en tijd wordt ingeruimd voor de opleiding tot toekomstige huisvrouw. Voorloopig bestaat dat dikwijls alleen in een uur handwerkles per week, Maar daar moeten wij ons niet mee tevreden stel len, wij willen meer voor onze meisjes. Wij willen o.a. een grondige warenkennis voor haar van eet- en drinkwaren, grond stoffen, verwerkte stoffen, meubels, ge bruiksvoorwerpen. Een meisje, die de waarde van stevige katoen heeft leeren kennen, zal op een reclame-aanbieding geen katoen voor hemden koopen, dat minderwaardig is, wetende hoeveel ver stelwerk zij dan te doen krijgt. Kan ze goed een degelijke stof van een ondege lijke onderscheiden, dan zal ze later voor haar schoolgaande jongens geen school- pakje koopen, waar zé na 14 dagen al overgebogen zit om er een stuk in te zet ten, ze zal dan de waarheid van goed koop is duurkoop te best weten. En zoo gaat het met alle artikelen Een vrouw of meisje wordt gauw bekoord door het uiterlijk en de tegenwoordige étalages, verkooproes en reclame-verkoo- pen zijn er maar al te veel op berekend, haar meer te doen köopen dan strikt noodzakelijk is. Is ze nu echter gewapend met degelijke kennis van zaken, dan zal ze beter kunnen onderscheiden en haar hand op haar beurs houden. Een man, die een koopzieke vrouw heeft, echt een vrouw, die alles wat haar maar mooi toe- lijkt, koopt en bestelt, is heusch ongeluk kig te noemen, hij kan nog zooveel ver dienen, zij zal altijd te veel uitgeven. Een vrouw, die weet dat zij moeilijk kan weerstaan, aan al die mooie étalages, doet beter maar in eenvoudige zaken te koopen, waar zij haar boodschappen af kan doen, zonder meer en zonder voort durend aangespoord te worden er dingen bij te koopen, waar zij buiten kan. Ik voor mij geloof, dat, als men in een meisje die ondeugd of liever verkeerde eigenschap ontdekt, doet men het best haar zelf haar eigen kleedgeld, al is het nog zoo klein, te laten beheeren en met haar te overleggen, wat zij aan mag schaf fen. Vervalt ze dan in haar ondeugd, dan moet ze er met haar kleedingstukken voor lijden en leert zoo misschien zich beter te behcerschen in haar koopzucht. Een zegen voor haarzelf en later voor haar huishouding. Men mag voor het wasschen van kant nimmer zeep gebruiken, althans in geval men met echte kant te doen heeft, daar dit schadelijk is voor de kleuren. Men maakt een warm zeepsopje en voegt daar nog een paar druppels ammonia bij. Men doet hierin het kantwerk en laat het er minstens een kwartier in staan, waarna men de stof voorzichtig door de handen wrijft. Nooit mag men kant wringen of boenen, daar dit ten gevolge heeft dat de draadjes van het weefsel breken. Als het wasschen niet voldoende is geweest, moet men de kanten voorwerpen nog eens in 'n tweede water doorhalen en zoo noodig nog een keer. Strijken op den verkeerden kant op een schoone plank en onder een stuk mousseline. Geverniste muren vereischen bij het schoonmaken een zeer zorgvuldige be handeling. Een weinig vloeibare ammo niak moet worden opgelost in warm wa- Jer, waarna men met behulp van een goed stuk zeemleer de muren afneemt. Dit mag niet met groote halen geschieden, maar moet worden gedaan door voort durend het zeemleder in kleine cirkels over den muur te-bewegen. Het drogen moet men door afzeemen zooveel moge lijk bespoedigen. Dit afzeemen mag ech ter niet te krachtig worden gedaan, maar zeer luchtig en lang. Gewerkt hout kan op den duur vervui len als de was niet geregeld goed is uit- geborsteld en zich hieraan stof gaat vast hechten. Hout in dergelijken staat kan men in alle groeven reinigen met een kwastje met terpentijn. Het hout wordt hierdoor vrij kaal en moet opnieuw met No. 392. Een gezellige japon voor het voorjaar van champagne-kleurige zijden crêpe, waarop een aardig dessin is aan gebracht in donkerder tint. De garnee ring bestaat uit dezelfde stof in effen kleur, welke harmonieert met de kleur der teekening. Het rechte lijfje heeft van voren een tusschen de slof aangebrach te reep, welke het cachet heeft van een smal vest. De knoopjes er op aange bracht, dienen deels als sluiting van het halssplit, deels als versiering. Het bovenrokje is gerimpeld onder de taille aan den rechten onderrok beves tigd. De laatste heeft zijwaarts eenige diepe stolpplooien, om de vereischte wijdte te bevorderen. Het bovenrokje is van achteren glad evenals midden-voor. Het smalle front der taille splitst zich als bet ware bij den overrok en omlijst dezen geheel. De mouw verwijdt zich onder den elleboog en heeft een zeer smal manchetje van de stof der garnee ring, waarvan eveneens het kraagje en de coquette strik zijn. Kousen hierbij in champagnekleur, schoenen gemarmerd- licht-beige. No. 393. Zeer elegant en jeugdig man- tel-costuum van een fijne, wollen tweed. Het jasje is recht en op de heupen nauw sluitend. De rug heeft een ingezet vier kant van platte plooien, die eveneens aan de zakjes voorkomen. Verder heeft het jacquet een smallen kraag en korte revers. De onderkant der mouw is zeer apart, door een bijzondere manier van knippen verkregen. Het onderste mouw- gedeelte vormt een" puntigen overslag, die door middel van een knoop en knoops gat op het bovenste mouwgedeelle wordt bevestigd. Het rokje is zijwaarts geheel glad, doch heeft voor en achter zes platte plooien. Kousen in beige of rose, schoenen beige of bruin. No. 394. Een lichte zomermantel, waar onder do dunne zomer-japonnetjes gedra gen worden, wanneer de temperatuur bet niet toelaat in de japon uit te gaan, hééft iedere vrouw noodig. Wat zegt u vai. dit charmante modelletje, dat ge zoowel in voorjaar als in den zomer dragen kunt? Een fijne rips of serge leent zich hier toe het beste. Lichte kleuren zijn voor lente en zomer het meest gewild en daaronder is de teint bois-de-rose een der charmantste. Bont is het troetelkind van de mode, vandaar dat dit zelfs in voorjaar en zo mer zoozeer gezocht is. De rug van den mantel is glad. Ter hoogte der heupen bevindt zich een ceintuur van de stof zelf, die aan weers zijden onderbroken wordt door de zak ken. De laatsten zijn diep en hebben een overslag, waarop een knoop, overtrokken met dezelfde stof. Een dergelijke knoop bevindt zich eveneens aan de ceintuur en aan den kraag. De mouwen zijn recht en van onderen afgezet met een smallen rand licht bruin bont, dat ook als gar neering voor den kraag is aangebracht. No. 395. Dit aardige ensemble, het welk uit drie deelen bestaat, zal stellig in voorjaar en zomer het middelpunt der elegante toiletjes met een sportief karak; ter vormen. Het rokje is rondom ge plooid. De stof daartoe aangewend is licht grijze Kasha. Het charmante man teltje is van dezelfde stof in marine blauw. De blouse, welke er onder ge dragen wordt, is van een gewerkte waschzijde, aan den bals afgezet met een bies van de stof van den rok, zoo dat deze beide deelen toch een uitge sproken geheel vormen. Het jasje is a la garconne en behoort tot de z.g. colbert-modellen. Heel prettig doet dit costuumpje aan en wanneer hierbij een grijs hoedje met marine-blauw lint gedragen wordt, mag dit costuumpje als „geheel in stijl" be schouwd worden. Sshoenen hierbij te dragen van Ame- rikaansch model in bruin of twee kleu ren. Kousen rose of lila-rose, No. 396. Eenvoudige japon van bedruk te shantung in de kleuren geel met rood. De conturiers beweren dat het shan tung dezen zomer weer zéér populair zal worden. Men heeft er veel fijne tinten in gebracht. De teekeningen op deze stoffen aangebracht, zijn geheel nieuw cn oorspronkelijk. Ook de kleurschakee- ringen er van zijn bijzonder. Men werkt met heftige contrasten, waardoor een eigenaardig effect verkregen wordt De jurk onzer plaat is van gele shan» tung waarop een zeer origineel dessin in steenroode kleur is aangebracht. Veel beschrijving is bij ons modelletje niet noodig. Een recht lijfje, voorts een verwijding bij de heupen, waar het rok- gedeelte begint. Aan weerszijden twee stolpplooien, bij welks begin een aardige versiering van steenrood lint gezien wordt. Dit lint is in dubbele rij gezet, en vormt op elke heup een zakje, verder is het in den vorm van een driehoekje op de japon bevestigd en hangt in 'n fraaien strik over de voorbaan van het jurkje. Deze lintgarneering herhaalt zich aan den hafs, waar het een paar vlugge slip pen vormt en aan het ondereinde der mouwtjes. Kousen hierbij te drageni licht beige, schoenen zwart. dunne was (te verdunnen met terpentijn) flink worden geborsteld en gewreVen. Het is lang geen gemakkelijk werkje om geel geworden ivoor pianotoetsen zijn bedekt met een ivoren plaatje weer wit te krijgen. Het eenige middel, dat voor zoover ons bekend, weieens een gunstig resultaat levert, is de toetsen af te wrijven met een doek, vochtig gemaakt in terpentijn en ze daarna bloot te stellen aan de inwerking van de zon. Dus, de piano zoo weinig mogelijk dicht sluiten. Inktvlekken in tafelkleeden of karpet ten, kunnen wij het beste wegkrijgen met melk. Giet direct wat melk op de vlek, de inkt komt op de melk drijven, wij schep pen die dan met een lepeltje af, doen er weer nieuwe melk op, tot er geen inkt meer opkomt. Met een spons met wat lauw water de vlek nawrijven. De manier om lijmvlekken te verwijde ren, is, ze te wrijven met een doek, ge drenkt in lauw water of azijn. Zijn de stoffen Waschbaar, dan spoelt men ze in een dezer beide vloeistoffen. De laafste sporen van timmermans- of houllijm iaten zich soms verwijderen, als men de vlekken insmeert met groene zeep, deze 6 a 8 uur laat inwerken en ze dan met brandewijn uitborstelt, Terracotta-beeldjes kunnen worden schoongemaakt met een lauw zeepsopje, waarbij men zoo noodig een zacht bor steltje gebruikt om in de hoekjes te ko men. Daarna afspoelen met koud water en voorzichtig met zachte doeken afdro gen. Terracotta is een Italiaansche kleisoort; de echtheid ervan is door een leek moei lijk of in het geheel niet te constateeren. KRENTENBROOD. 400 Gram bloem, 200 gr. krenten, 150 gr, rozijnen, 50 gr. sucade, 2 eieren, 5 gr. zout, 30 gr. boter, 2'A d.L. melk, 50 gr gist. Bereiding; Roer de eieren met het zout 5 minuten; voeg daarbij de bloem en lang zaam de melk (houd een weinig over). Besla dit alles flink en voeg er de gewas- scben krenten en rozijnen, de gesnipper de sucade, de boter en de met de over gehouden melk aangemaakte gist bij. Men kneedt alles nog eens flink dooreen en laat het deeg op een lauwe plaats onge veer A uur rijzen. Wrijf een broodvorm met boter in; plaats het gerezen deeg daarin en bak het brood in den oven. N.B. Van dezelfde ingrediënten, doch 3 eieren en p0 gr, boter bakt men tul band, geheel op dezelfde manier, doch in een tulbandvorm. De oven moet dan min der heet zijn. MAGERE AARDAPPELSOEP. 8 middelmatig groote aardappelen, 2 L. water, 1 d.L, (1 gewoon theekopje) melk, 1 a 2 preitjes (of 1 ui), 1 volle eetlepel gehakte peterselie, een paar takjes sel derij, peper, zout, nootmuskaat, 40 gr. (2 afgestreken eetlepels) boter, 1 kleine le pel aardappelmeel. Kook de aardappelen gaar in het water met wat zout (niet te veel); laat ook de gesnipperde prei en de selderij meeko ken, Giet alles door een zeef, wrijf er de aardappelen cn de groente geheel door en breng dan de soep opnieuw aan den kóok, onder toevoeging van de melk; bind ze met het aangemengde aardappel* meel, giet ze over in de soepterrine en roer er dan de boter, de gehakte peterse lie, wat peper en nootmuskaat en mis schien nog wat zout door. BOONENSLA. Benoodigdheden: 5 dL, gekookte witte of bruine boonen, 3 eetlepels azijn, 3 eetlepels slaolie, wat mosterd, peper, ge snipperde komkommers of augurken. Meng den mosterd en de peper aan met de olie en den azijn, roer deze saus door de boonen. Roer er wat gesnipperde komkommers of augurken door. HOLLANDSCHE SPINAZIE 15-2 K.G. spinazie, 20 gram beschuit- kruim of tarwemeel, 30 gram boter, 5 gr, zout, 2 eieren of 6 h 8 reepjes gefruit brood. CENSUUR. MMS „Zeg, Nico, je moet je hoed niet zoo scheef zetten want dan zie je er zoo licht zinnig uit!" Bereiding: De spinazie goed uitzoeken en herhaaldelijk in ruim water wasschen, tot dit geheel helder blijft. Met het aan hangende water en bet "zout zoó Vitig "mó gelijk laten gaarkoken in ongesloten pan (om de groene kleur te bewaren). De spinazie zoo fijn mogelijk hakken en goed uit laten druipen. De boter met bet be- schuitkruim of de bloem bruin fruiten, hierbij steeds roerende de gehakte spina zie voegen. (Het gebruinde meel flink van den bodem afhalen). Wie van vochtige groente houdt, kan wat van het kooknat bijvoegen. Presenteer met vierdepartjes hard gekookt ei of reepjes gefruit Drood. SINAASAPPEL-LIMONADE MAKEN. 6 sinaasappelen, 2 citroenen, zooveel water dat men met het vruchtensap 6 d.L. vocht heeft, 1 K.G. suiker, waaron der wat klontjes, 30 gram citroenzuur. Bereiding: De sinaasappelen goed schoon borstelen en de schil op een klontje suiker dun afraspen. De suiker, de klontjes en het citroenzuur oplossen in pl.m. 2Ys d.L. kokend water. Na afkoe ling het uitgeperste sinaasappel- en ci troensap (gezeefd) toevoegen en de stroop overdoen in goed schoongemaakte fles- schen. Voor het gebruik verdunnen met pl.m. driemaal de hoeveelheid water. Benoodigdheden: 3 ons zeer drooge gekookte bruine boonen in 2 ons koude gaargekookte aardappelen, wrijf deze tezamen heel fijn of maal ze door een vleeschmolen. Dit mengsel bereidt men geheel als vleeschgehakt met peper, zout, nootmuskaat, wat fijngehakte peterselie, een ei en een in boter licht bruin gefruit uitje. Maak een paar mooie ballen er van en braad ze in ons boter of margarine rondom mooi bruin. Maak de jus af met water en een eetlepel Soja of Maggis aroma. GESTOOFDE SLA. Eenige kroppen sla van de buitenste bladen en stronk ontdoen, verder de kroppen fijn snijden, flink wasschen en opzetten met het aanhangende water Zoodra de sla gaar is, ze in een vergiet doen en het vocht opvangen. Van een deel van dit vocht maakt men met meel én bloem een gebonden saus, doet hierbij de gekookte sla, wat zout en nootmuskaat en laat alles samen nog een kwartiertje doorstoven. BLINDE VINKEN. Benoodigdheden: 6 mooie magere run derlappen van 75 gr. per stuk. 75 gram versch spek, 6 augurken, wat zout en 70 gram boter. Wasch de lappen, klop Ze en zout ze. Snijd het gewasschen spek aan 6 gelijke groote plakken, plaats midden in een augurk en rol alles te samen op, bindt ze met een touwtje dicht en bak ze aan alle kanten mooi bruin. Maak de jus met wa ter af en stoof het vleesch nog ongeveer een uur na. Neem vóór het opdoen de touwtfes af. Een welsprekend advocaat had op niet bepaald nette manier een „vies" proces voor een van zijn cliënten weten te winnen. Na de zitting zeide een dar rechters verachtelijktegen hem: „Is er wel één zaak, zóó laag, zóó gemeen, zóó absoluut schurkachtig, dat u zoudt weigeren om er u voor te span nen „Ja, dat kan ik zoo neit zeggen," ant woordde de advocaat. „Lzat me eerst maar eens hooren, wat u dan eigenlijk hebt uitgevoerd. „Ga je op reis Waarheên V' „Naar Amerika." „Met welke boot?" „We gaan niet met de boot J ff! reizen er luchtschip." „Kom 1 Er is toch nou geen vliegdienst op Amerika „Neen, nu nog nietmaar tegen den tijdl dat mijn vrouw klaar is met pakken» zal er we een zijn." „U schijnt buitengewoon veel van koffie te houden 1" merkte de verbaasde Eensionhoudster op, toen de nieuwe gast aar voor de vijfde maal zijn kop toe schoof. „Ja, mevrouw," antwoordde hij, „anders zou ik niet zooveel warm water drinken om op die manier wat koffi* machtig te worden." Tante (die haar neefje een dubbeltje heeft gegeven)„Nu, Fritsje, zeg je niets Fritsje (zwijgt). Tante„Als je moe geld krijgt van je pa, zegt ze dan ook niets?" Fritsje t O ja tante. Dan zegt ze „Is dat alles?" „Waarom kijkt de Bruin toch altijd zoo angstig naar boven als hij een vlieg machine hoort Is hij bang dat hij er een op zijn hoofd zal krijgen „Neen, maar zijn dochter is eenigen tijd geleden geschaakt door een aviateur, en nu is hij aldoor bevreesd dat de man haar terug zal brengen." i 1.00 per stok. Kindermaten, tot 12 jaar i 0.75. Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen onder toezending van het bedrag besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 79, den Haag. De maten op te geven volgens onder staande teekening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 10