RUBRIEK
||g>
M..MM JL
Na het
Pinksterfeest.
ONZE KLEEDING.
a
Koopzucht.
Practische wenken
I
Recepten
Uit de
Moppentrommel.
Patronen naar Maat
BOONENGEHAKT.
De levensgeschiedenis van Onze Lieve
rouw, zooals ze ons bericht wordt door
het Evangelie, weet ik nooit beter te
T ergelijken, dan met een lange, verre
gaanderij van zware zuilen, waar door
heen zij voortschrijdt, langzaam, van het
begin tot het einde. En nu en dan wordt
zij éven zichtbaar éven maar een
glimp van blauwe en witte sluiers tus-
schen de machtige kolommen, die Haar
aan ops oog onttrekken.
Die zuilen zijn de groote, al-over-
>eerschende gebeurtenissen uit het leven
van Haar Zoon, Zijn Openbaar leven
vooral. De deemoedige figuur der stille
Moeder treedt op den achtergrond in hét
sober en beperkt verhaal der belangrijke
daden van Jezus, den hoofdpersoon van
Evangelie-bericht en wereld-geschiede
nis.
Zoo schrijdt Zij voort, vredig en gra-
tielijk, verschijnend en verdwijnend en
ichoon en wonderbaar zijn de momen
ten, dat zij te voorschijn treedt. De
Boodschap de Geboorte de Vlucht
de Opdracht de Wedervinding
Cana dan: die eene maal tusschen
het volk tijdens de prediking Dan:
Gotgotha.
En dan is Zij aan het einde van den
langen zuilengang gekomen. Nog ééns
wordt Zij zichtbaar voor onze oogen: op
t Pinksterfeest: daarna verdwijnt Zij
voorgoed verdwijnt tusschen de pila
ren, in het hecht en ondoordringbaar
gebouw der jonge Kerk.
Pinksteren het feest van storm en
vlammen het feest der vele talen....
Wij kennen allen de voorstelling van de
raai in het Coenaculum, de troonzaal
der liefde, waar het Brood van het
Laatste Avondmaal werd gebroken en
waar de Trooster, de Geest der Liefde
neerdaalde in de gedaante van een
vuur.
Wij hebben er afbeeldingen van ge
zien in allerlei opvatting en uitvoering,
voortbrengselen van gröote meesters en
van goedwillige, maar onbeholpen han
den. De Apostelen zitten in een halven
kring geschaard, de hoofden in bezieling
opgeheven. En in het midden, op een
kleine verhevenheid: Maria stil
gesluierd de oogen neergeslagen, de
handen vroom tegen elkaar gevouwen,
Maria, die in onophoudelijk gebed vol
hard heeft, om Haar Bruidegom, den
Paracleet, een waardige ontvangst te
bereiden.
Over dezen tijd tusschen de Hemel
vaart en het Pinksterfeest, dezen tijd
van ingetogen verborgenheid in het Ce-
nakel, van gebed en stillen arbeid, zijn
tallooze meditaties geschreven en gehou
den. Maria, die de Apostelen troost over
het afscheid van hun geliefden Meester,
zonder te reppen van Haar oneindig
grooter gemis Maria, die hen bemoe
digt en onderwijst hen opwekt en
voorbereidt voor de komst van den be
loofden nieuwen Leeraar.
De volgende meditatie heeft dan zon
der overgang Maria's dood tot onderwerp
of haar glorievolle ten hemelopneming
een feit dat buiten het evangeliever
haal valt, maar toch voor eiken geloo-
vigen katholiek onomstootelijk vast
staat.
Maar de lange jaren die er liggen tus
schen den dag der nederdaling van den
H. Geest en Maria's dood denken we
daar eigenlijk ooit veel over na?
Voor ons aller leven is iedere om
standigheid eeuwen te voren door Gods
Voorzienigheid beschikt en geregeld, tot
in de kleinste bijzonderheden. Hoeveel
te meer nog moet Zij deze liefdevolle
voorzorg in acht genomen hebben waar
het gold de indeeling van Maria's aardsch
bestaan? Geen dag, geen uur van Haar
leven, geen schijnbaar onbeduidend voor
val was zonder diepe betcekenis. Zoo
waien de lange jaren, die Zij na 's Heeren
Hemelvaart nog op aarde bleef en
eerbiedwaardige oude overleveringen
spreken van vijf en twintig geenszins
een toeval of een omstandigheid van on
dergeschikt belang, maar de uitdrukke
lijke wil van den Schepper, een levens
weg, uit duizend andere mogelijkheden,
opzettelijk door Hem gekozen. Sommige
heiligen zeggen zelfs, dat er een groot en
voortdurend wonder voor noodig was, om
Maria in het leven te houden, ondanks
het verterend verlangen naar Haar Zoon
dat Haar sinds den dag van Zijn Hemel
vaart geen oogenblik rust liet.
Zoo was het zeker ook niet zonder een
K,rondere bedoeling Gods, dat Maria
met de Apostelen te zamen was op den
gezegenden morgen van de komst des
H. Geestes. Op de eerste plaats had zij
pi een zeker recht op, bij de plechtige
komst van haar Bruidegom tegenwoordig
ta zijn in het uur, waarop Hij voorgoed
Zijn intrek kwam nemen in Zijn Kerk,
waarvan Maria de Moeder was. Maar
voorts lijdt het ook geen twijfel, dat Zij
in dat uur wederom geheel nieuwe en
wor.Jjrbare genaden heeft ontvangen,
dezelfde genaden als Haar heilige metge
zellen: genaden van een apostel, een
Dtraar, een licht der Kerk! Dat Zij, die
rteds alle genaden had ontvangen, die
een schepsel konden verrijken, ook deel
achtig werd gemaakt aan de zeer bij
zondere Pinkstergaven houdt een open
baring in betredende de taak, die Zij in
do vele komende jaren te vervullen Zou
keLJcn. Het is of God met deze aanwij
zing het zwijgen van het beknopte Evan
gelie-verhaal voor ons heeft willen aan
vullen en ons wilde doen begrijpen,
wat Maria, toegerust met dezelfde
genaden van staat, als de Apostelen, als
Fetrus, het hoofd der Kerk zelf, al dien
tijd voor de jonge Christengemeente ge
weest is!
Misschien mogen wij, in verband met
de leer van Maria's Middelaarschap zelfs
wel aannemen, dat dit reeds op het
Pinksterfeest van kracht geweest is en
dat de Heilige Geest, de Gever van alle
genade, Zijn zevenvoudige genade ook
toen reeds geschonken heeft door bemid
deling van Zijn reine Bruid? Was dit
misschien de diepste reden, waarom de
H Kerk ons bij het Pinkstefeest op Ma
ria wijst, gezeten te midden der Aposte
len op een kleine verhevenheid, terwijl
d« vurige tongen aan weerszijden afda
len van de Vlam boven Haar hoofd,
die de hoogste is?
Niet Petrus, de Steenrots, de Prins der
Apostelen, maar Maria is gezeten op die
middelaarsplaats tusschen het Hemel
vuur en de stervelingen die het ver
wachten. Was dat misschien om ons te
doen begrijpen, dat Zij toen, voor de
eerste maal, Haar taak van Uitdeelster
slier genaden begonnen is? Werd mis
schien daarom het Pinksterwonder, waar
zichtbaar de genade werd gegeven en
voorbeduid, die voortaan door alle
eeuwen de Kerk onzichtbaar zou bijblij
ven, niet voltrokken zonder Haaf?
MACHTELD»
Als er iets is, waar onze tegenwoor
dige vrouwenwereld mee te kampen
heeft, dan is het zeker met de zucht om
veel dingen te koopen, die toch eigen
lijk overbodig zijn. Als men zoo de meis
jes en vrouwen in een groote stad gade
slaat, dan staat men verbaasd over haar
uiterlijk, haar kleeding, haar schoeisel,
enz. Alles is in orde en wisselt cenige
malen per jaar steeds in harmonie met
de draagster, het jaargetijde, het weer
zelfs. Is het wonder, waar door de prach
tigste etalages, de mooiste modepaleizen
steeds maar moeite gedaan wordt ora de
vrouw tot koopen te verlokken?
Wee, de portcmonnaie als men bood
schappen gaat doen! Het wordt hoe lan
ger fjoe moeilijker om het goede van
minder goede te onderscheiden door de
aanlokkclijken manier, waardoor beide u
letterlijk worden opgedrongen. Goed en
goedkoop gaan zelden samen en toch
wordt hef goedkoope met een schijn van
deugdelijkheid tentoongesteld, die in de
war brengen en menig vrouwtje doen
struikelen door een prul te koopen dat
degelijk lijkt. Aan de meisjes mocht dan
ook zeker wel op alle Onderwijsinrichtin
gen een grondige warenkennis worden
bijgebracht. Het is tegenwoordig heel
moeilijk het kaf van het koren te onder
scheiden en letterlijk in alles. Daarom is
alleen een grondige kennis een voorbe
hoedmiddel om geen stroppen te koopen
en ongelukkig is het juist de kennis, waar
het den mcesten aan mankeert. Er wordt
zoo rechtuit mogelijk aangestuurd, dat dc
echt vrouwelijke vorming in het gedrang
komt.
Wat kunnen wij er aan doen? Als goe
de moeders onze eigen meisjes zooveel
mogelijk al die dingen leeren en al maar
er op aandringen, dat er toch op de
meisjesscholen en onderwijsinrichtingen
een plaatsje en tijd wordt ingeruimd voor
de opleiding tot toekomstige huisvrouw.
Voorloopig bestaat dat dikwijls alleen in
een uur handwerkles per week, Maar daar
moeten wij ons niet mee tevreden stel
len, wij willen meer voor onze meisjes.
Wij willen o.a. een grondige warenkennis
voor haar van eet- en drinkwaren, grond
stoffen, verwerkte stoffen, meubels, ge
bruiksvoorwerpen. Een meisje, die de
waarde van stevige katoen heeft leeren
kennen, zal op een reclame-aanbieding
geen katoen voor hemden koopen, dat
minderwaardig is, wetende hoeveel ver
stelwerk zij dan te doen krijgt. Kan ze
goed een degelijke stof van een ondege
lijke onderscheiden, dan zal ze later voor
haar schoolgaande jongens geen school-
pakje koopen, waar zé na 14 dagen al
overgebogen zit om er een stuk in te zet
ten, ze zal dan de waarheid van goed
koop is duurkoop te best weten.
En zoo gaat het met alle artikelen
Een vrouw of meisje wordt gauw bekoord
door het uiterlijk en de tegenwoordige
étalages, verkooproes en reclame-verkoo-
pen zijn er maar al te veel op berekend,
haar meer te doen köopen dan strikt
noodzakelijk is. Is ze nu echter gewapend
met degelijke kennis van zaken, dan zal
ze beter kunnen onderscheiden en haar
hand op haar beurs houden. Een man,
die een koopzieke vrouw heeft, echt een
vrouw, die alles wat haar maar mooi toe-
lijkt, koopt en bestelt, is heusch ongeluk
kig te noemen, hij kan nog zooveel ver
dienen, zij zal altijd te veel uitgeven.
Een vrouw, die weet dat zij moeilijk
kan weerstaan, aan al die mooie étalages,
doet beter maar in eenvoudige zaken te
koopen, waar zij haar boodschappen af
kan doen, zonder meer en zonder voort
durend aangespoord te worden er dingen
bij te koopen, waar zij buiten kan.
Ik voor mij geloof, dat, als men in een
meisje die ondeugd of liever verkeerde
eigenschap ontdekt, doet men het best
haar zelf haar eigen kleedgeld, al is het
nog zoo klein, te laten beheeren en met
haar te overleggen, wat zij aan mag schaf
fen. Vervalt ze dan in haar ondeugd, dan
moet ze er met haar kleedingstukken voor
lijden en leert zoo misschien zich beter
te behcerschen in haar koopzucht. Een
zegen voor haarzelf en later voor haar
huishouding.
Men mag voor het wasschen van kant
nimmer zeep gebruiken, althans in geval
men met echte kant te doen heeft, daar
dit schadelijk is voor de kleuren. Men
maakt een warm zeepsopje en voegt daar
nog een paar druppels ammonia bij. Men
doet hierin het kantwerk en laat het er
minstens een kwartier in staan, waarna
men de stof voorzichtig door de handen
wrijft. Nooit mag men kant wringen of
boenen, daar dit ten gevolge heeft dat de
draadjes van het weefsel breken. Als het
wasschen niet voldoende is geweest, moet
men de kanten voorwerpen nog eens in 'n
tweede water doorhalen en zoo noodig
nog een keer. Strijken op den verkeerden
kant op een schoone plank en onder een
stuk mousseline.
Geverniste muren vereischen bij het
schoonmaken een zeer zorgvuldige be
handeling. Een weinig vloeibare ammo
niak moet worden opgelost in warm wa-
Jer, waarna men met behulp van een
goed stuk zeemleer de muren afneemt.
Dit mag niet met groote halen geschieden,
maar moet worden gedaan door voort
durend het zeemleder in kleine cirkels
over den muur te-bewegen. Het drogen
moet men door afzeemen zooveel moge
lijk bespoedigen. Dit afzeemen mag ech
ter niet te krachtig worden gedaan, maar
zeer luchtig en lang.
Gewerkt hout kan op den duur vervui
len als de was niet geregeld goed is uit-
geborsteld en zich hieraan stof gaat vast
hechten. Hout in dergelijken staat kan
men in alle groeven reinigen met een
kwastje met terpentijn. Het hout wordt
hierdoor vrij kaal en moet opnieuw met
No. 392. Een gezellige japon voor het
voorjaar van champagne-kleurige zijden
crêpe, waarop een aardig dessin is aan
gebracht in donkerder tint. De garnee
ring bestaat uit dezelfde stof in effen
kleur, welke harmonieert met de kleur
der teekening. Het rechte lijfje heeft van
voren een tusschen de slof aangebrach
te reep, welke het cachet heeft van
een smal vest. De knoopjes er op aange
bracht, dienen deels als sluiting van het
halssplit, deels als versiering.
Het bovenrokje is gerimpeld onder de
taille aan den rechten onderrok beves
tigd. De laatste heeft zijwaarts eenige
diepe stolpplooien, om de vereischte
wijdte te bevorderen. Het bovenrokje is
van achteren glad evenals midden-voor.
Het smalle front der taille splitst zich
als bet ware bij den overrok en omlijst
dezen geheel. De mouw verwijdt zich
onder den elleboog en heeft een zeer
smal manchetje van de stof der garnee
ring, waarvan eveneens het kraagje en
de coquette strik zijn. Kousen hierbij in
champagnekleur, schoenen gemarmerd-
licht-beige.
No. 393. Zeer elegant en jeugdig man-
tel-costuum van een fijne, wollen tweed.
Het jasje is recht en op de heupen nauw
sluitend. De rug heeft een ingezet vier
kant van platte plooien, die eveneens
aan de zakjes voorkomen. Verder heeft
het jacquet een smallen kraag en korte
revers. De onderkant der mouw is zeer
apart, door een bijzondere manier van
knippen verkregen. Het onderste mouw-
gedeelte vormt een" puntigen overslag, die
door middel van een knoop en knoops
gat op het bovenste mouwgedeelle wordt
bevestigd. Het rokje is zijwaarts geheel
glad, doch heeft voor en achter zes platte
plooien.
Kousen in beige of rose, schoenen
beige of bruin.
No. 394. Een lichte zomermantel, waar
onder do dunne zomer-japonnetjes gedra
gen worden, wanneer de temperatuur
bet niet toelaat in de japon uit te gaan,
hééft iedere vrouw noodig. Wat zegt u
vai. dit charmante modelletje, dat ge
zoowel in voorjaar als in den zomer
dragen kunt?
Een fijne rips of serge leent zich hier
toe het beste. Lichte kleuren zijn voor
lente en zomer het meest gewild en
daaronder is de teint bois-de-rose een
der charmantste.
Bont is het troetelkind van de mode,
vandaar dat dit zelfs in voorjaar en zo
mer zoozeer gezocht is.
De rug van den mantel is glad. Ter
hoogte der heupen bevindt zich een
ceintuur van de stof zelf, die aan weers
zijden onderbroken wordt door de zak
ken. De laatsten zijn diep en hebben een
overslag, waarop een knoop, overtrokken
met dezelfde stof. Een dergelijke knoop
bevindt zich eveneens aan de ceintuur en
aan den kraag. De mouwen zijn recht en
van onderen afgezet met een smallen
rand licht bruin bont, dat ook als gar
neering voor den kraag is aangebracht.
No. 395. Dit aardige ensemble, het
welk uit drie deelen bestaat, zal stellig
in voorjaar en zomer het middelpunt der
elegante toiletjes met een sportief karak;
ter vormen. Het rokje is rondom ge
plooid. De stof daartoe aangewend is
licht grijze Kasha. Het charmante man
teltje is van dezelfde stof in marine
blauw. De blouse, welke er onder ge
dragen wordt, is van een gewerkte
waschzijde, aan den bals afgezet met
een bies van de stof van den rok, zoo
dat deze beide deelen toch een uitge
sproken geheel vormen.
Het jasje is a la garconne en behoort
tot de z.g. colbert-modellen.
Heel prettig doet dit costuumpje aan en
wanneer hierbij een grijs hoedje met
marine-blauw lint gedragen wordt, mag
dit costuumpje als „geheel in stijl" be
schouwd worden.
Sshoenen hierbij te dragen van Ame-
rikaansch model in bruin of twee kleu
ren. Kousen rose of lila-rose,
No. 396. Eenvoudige japon van bedruk
te shantung in de kleuren geel met rood.
De conturiers beweren dat het shan
tung dezen zomer weer zéér populair
zal worden. Men heeft er veel fijne tinten
in gebracht. De teekeningen op deze
stoffen aangebracht, zijn geheel nieuw
cn oorspronkelijk. Ook de kleurschakee-
ringen er van zijn bijzonder. Men werkt
met heftige contrasten, waardoor een
eigenaardig effect verkregen wordt
De jurk onzer plaat is van gele shan»
tung waarop een zeer origineel dessin in
steenroode kleur is aangebracht.
Veel beschrijving is bij ons modelletje
niet noodig. Een recht lijfje, voorts een
verwijding bij de heupen, waar het rok-
gedeelte begint. Aan weerszijden twee
stolpplooien, bij welks begin een aardige
versiering van steenrood lint gezien
wordt. Dit lint is in dubbele rij gezet, en
vormt op elke heup een zakje, verder is
het in den vorm van een driehoekje op
de japon bevestigd en hangt in 'n fraaien
strik over de voorbaan van het jurkje.
Deze lintgarneering herhaalt zich aan
den hafs, waar het een paar vlugge slip
pen vormt en aan het ondereinde der
mouwtjes. Kousen hierbij te drageni licht
beige, schoenen zwart.
dunne was (te verdunnen met terpentijn)
flink worden geborsteld en gewreVen.
Het is lang geen gemakkelijk werkje
om geel geworden ivoor pianotoetsen
zijn bedekt met een ivoren plaatje
weer wit te krijgen. Het eenige middel,
dat voor zoover ons bekend, weieens een
gunstig resultaat levert, is de toetsen af
te wrijven met een doek, vochtig gemaakt
in terpentijn en ze daarna bloot te stellen
aan de inwerking van de zon. Dus, de
piano zoo weinig mogelijk dicht sluiten.
Inktvlekken in tafelkleeden of karpet
ten, kunnen wij het beste wegkrijgen met
melk. Giet direct wat melk op de vlek, de
inkt komt op de melk drijven, wij schep
pen die dan met een lepeltje af, doen er
weer nieuwe melk op, tot er geen inkt
meer opkomt. Met een spons met wat
lauw water de vlek nawrijven.
De manier om lijmvlekken te verwijde
ren, is, ze te wrijven met een doek, ge
drenkt in lauw water of azijn. Zijn de
stoffen Waschbaar, dan spoelt men ze in
een dezer beide vloeistoffen.
De laafste sporen van timmermans- of
houllijm iaten zich soms verwijderen, als
men de vlekken insmeert met groene
zeep, deze 6 a 8 uur laat inwerken en ze
dan met brandewijn uitborstelt,
Terracotta-beeldjes kunnen worden
schoongemaakt met een lauw zeepsopje,
waarbij men zoo noodig een zacht bor
steltje gebruikt om in de hoekjes te ko
men. Daarna afspoelen met koud water
en voorzichtig met zachte doeken afdro
gen.
Terracotta is een Italiaansche kleisoort;
de echtheid ervan is door een leek moei
lijk of in het geheel niet te constateeren.
KRENTENBROOD.
400 Gram bloem, 200 gr. krenten, 150
gr, rozijnen, 50 gr. sucade, 2 eieren, 5 gr.
zout, 30 gr. boter, 2'A d.L. melk, 50 gr
gist.
Bereiding; Roer de eieren met het zout
5 minuten; voeg daarbij de bloem en lang
zaam de melk (houd een weinig over).
Besla dit alles flink en voeg er de gewas-
scben krenten en rozijnen, de gesnipper
de sucade, de boter en de met de over
gehouden melk aangemaakte gist bij. Men
kneedt alles nog eens flink dooreen en
laat het deeg op een lauwe plaats onge
veer A uur rijzen. Wrijf een broodvorm
met boter in; plaats het gerezen deeg
daarin en bak het brood in den oven.
N.B. Van dezelfde ingrediënten, doch
3 eieren en p0 gr, boter bakt men tul
band, geheel op dezelfde manier, doch in
een tulbandvorm. De oven moet dan min
der heet zijn.
MAGERE AARDAPPELSOEP.
8 middelmatig groote aardappelen, 2 L.
water, 1 d.L, (1 gewoon theekopje) melk,
1 a 2 preitjes (of 1 ui), 1 volle eetlepel
gehakte peterselie, een paar takjes sel
derij, peper, zout, nootmuskaat, 40 gr. (2
afgestreken eetlepels) boter, 1 kleine le
pel aardappelmeel.
Kook de aardappelen gaar in het water
met wat zout (niet te veel); laat ook de
gesnipperde prei en de selderij meeko
ken, Giet alles door een zeef, wrijf er de
aardappelen cn de groente geheel door
en breng dan de soep opnieuw aan den
kóok, onder toevoeging van de melk;
bind ze met het aangemengde aardappel*
meel, giet ze over in de soepterrine en
roer er dan de boter, de gehakte peterse
lie, wat peper en nootmuskaat en mis
schien nog wat zout door.
BOONENSLA.
Benoodigdheden: 5 dL, gekookte witte
of bruine boonen, 3 eetlepels azijn, 3
eetlepels slaolie, wat mosterd, peper, ge
snipperde komkommers of augurken.
Meng den mosterd en de peper aan
met de olie en den azijn, roer deze saus
door de boonen. Roer er wat gesnipperde
komkommers of augurken door.
HOLLANDSCHE SPINAZIE
15-2 K.G. spinazie, 20 gram beschuit-
kruim of tarwemeel, 30 gram boter, 5 gr,
zout, 2 eieren of 6 h 8 reepjes gefruit
brood.
CENSUUR.
MMS
„Zeg, Nico, je moet je hoed niet zoo scheef zetten want dan zie je er zoo licht
zinnig uit!"
Bereiding: De spinazie goed uitzoeken
en herhaaldelijk in ruim water wasschen,
tot dit geheel helder blijft. Met het aan
hangende water en bet "zout zoó Vitig "mó
gelijk laten gaarkoken in ongesloten pan
(om de groene kleur te bewaren). De
spinazie zoo fijn mogelijk hakken en goed
uit laten druipen. De boter met bet be-
schuitkruim of de bloem bruin fruiten,
hierbij steeds roerende de gehakte spina
zie voegen. (Het gebruinde meel flink van
den bodem afhalen). Wie van vochtige
groente houdt, kan wat van het kooknat
bijvoegen. Presenteer met vierdepartjes
hard gekookt ei of reepjes gefruit Drood.
SINAASAPPEL-LIMONADE MAKEN.
6 sinaasappelen, 2 citroenen, zooveel
water dat men met het vruchtensap 6
d.L. vocht heeft, 1 K.G. suiker, waaron
der wat klontjes, 30 gram citroenzuur.
Bereiding: De sinaasappelen goed
schoon borstelen en de schil op een
klontje suiker dun afraspen. De suiker,
de klontjes en het citroenzuur oplossen
in pl.m. 2Ys d.L. kokend water. Na afkoe
ling het uitgeperste sinaasappel- en ci
troensap (gezeefd) toevoegen en de stroop
overdoen in goed schoongemaakte fles-
schen. Voor het gebruik verdunnen met
pl.m. driemaal de hoeveelheid water.
Benoodigdheden: 3 ons zeer drooge
gekookte bruine boonen in 2 ons koude
gaargekookte aardappelen, wrijf deze
tezamen heel fijn of maal ze door een
vleeschmolen. Dit mengsel bereidt men
geheel als vleeschgehakt met peper, zout,
nootmuskaat, wat fijngehakte peterselie,
een ei en een in boter licht bruin gefruit
uitje. Maak een paar mooie ballen er van
en braad ze in ons boter of margarine
rondom mooi bruin. Maak de jus af met
water en een eetlepel Soja of Maggis
aroma.
GESTOOFDE SLA.
Eenige kroppen sla van de buitenste
bladen en stronk ontdoen, verder de
kroppen fijn snijden, flink wasschen en
opzetten met het aanhangende water
Zoodra de sla gaar is, ze in een vergiet
doen en het vocht opvangen. Van een
deel van dit vocht maakt men met meel
én bloem een gebonden saus, doet hierbij
de gekookte sla, wat zout en nootmuskaat
en laat alles samen nog een kwartiertje
doorstoven.
BLINDE VINKEN.
Benoodigdheden: 6 mooie magere run
derlappen van 75 gr. per stuk. 75 gram
versch spek, 6 augurken, wat zout en 70
gram boter.
Wasch de lappen, klop Ze en zout ze.
Snijd het gewasschen spek aan 6 gelijke
groote plakken, plaats midden in een
augurk en rol alles te samen op, bindt ze
met een touwtje dicht en bak ze aan alle
kanten mooi bruin. Maak de jus met wa
ter af en stoof het vleesch nog ongeveer
een uur na.
Neem vóór het opdoen de touwtfes af.
Een welsprekend advocaat had op
niet bepaald nette manier een „vies"
proces voor een van zijn cliënten weten
te winnen. Na de zitting zeide een dar
rechters verachtelijktegen hem:
„Is er wel één zaak, zóó laag, zóó
gemeen, zóó absoluut schurkachtig, dat
u zoudt weigeren om er u voor te span
nen
„Ja, dat kan ik zoo neit zeggen," ant
woordde de advocaat. „Lzat me eerst
maar eens hooren, wat u dan eigenlijk
hebt uitgevoerd.
„Ga je op reis Waarheên V'
„Naar Amerika."
„Met welke boot?"
„We gaan niet met de boot J ff!
reizen er luchtschip."
„Kom 1 Er is toch nou geen vliegdienst
op Amerika
„Neen, nu nog nietmaar tegen den
tijdl dat mijn vrouw klaar is met pakken»
zal er we een zijn."
„U schijnt buitengewoon veel van
koffie te houden 1" merkte de verbaasde
Eensionhoudster op, toen de nieuwe gast
aar voor de vijfde maal zijn kop toe
schoof.
„Ja, mevrouw," antwoordde hij,
„anders zou ik niet zooveel warm water
drinken om op die manier wat koffi*
machtig te worden."
Tante (die haar neefje een dubbeltje
heeft gegeven)„Nu, Fritsje, zeg je
niets
Fritsje (zwijgt).
Tante„Als je moe geld krijgt van je
pa, zegt ze dan ook niets?"
Fritsje t O ja tante. Dan zegt ze „Is
dat alles?"
„Waarom kijkt de Bruin toch altijd
zoo angstig naar boven als hij een vlieg
machine hoort Is hij bang dat hij er een
op zijn hoofd zal krijgen
„Neen, maar zijn dochter is eenigen
tijd geleden geschaakt door een aviateur,
en nu is hij aldoor bevreesd dat de man
haar terug zal brengen."
i 1.00 per stok.
Kindermaten, tot 12 jaar i 0.75.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen onder toezending van het bedrag
besteld worden aan Paper Pattern Service,
Parkstraat 79, den Haag.
De maten op te geven volgens onder
staande teekening.