Tiende Diocesane Katholiekendag in het Bisdom Haarlem. De dag van Goes. NIEUWE HAARL. COURANT Tweede Blad Donderdag, 10 Juni 1926. Onderwerp is: Het kfrid en de opvoeding. (Vervolg). KUNST EN KENNIS. Vervalsching van spiritualiën. Van den Haarl. Katholiekendag vermelden wij hieronder nog het verloop der algemeene vergadering, weike des namiddags te half ■vier aanving. Voor nadere bijzonderheden omtrent de afdeelingsvergaderingen verwij zen wij naar het feuilleton van onzen spe- cialen verslaggever. De algemeene vergadering. Om 3% uur n.m. begon de. algemeene vergadering in de kerk van de H. Maria Magdalena die feestelijk was versierd. Terwijl het orgel het Tu es Petrus van A, Giesen speelde, trad Z. D. H. Mgr. A. •J. Callier gevolgd door de leden van het hoofdbestuur en van het uitvoerend comité Van den katholiekendag de kerk binnen. Na aan de menigte zijn zegen te hebben ge schonken nam Z. D. H. plaats op zijn zetel en aan zijn zijde zetten de voorzitter van het hoofdbestuur de heer mr. J. N. ,T. E. Heerkens Thyssen en de voorzitter van het uitvoerend comité, de heer mr. J. H. M. Stieger, zich neer. Het koor liet het indrukwekkende Tu es Petrus door de gewijde hallen klinken en nadat de laatste' toon was weggestorven, sprak de voorzitter van het uitvoerend co mité, mr. Stieger, het welkomstwoord. De heer Stieger dankte voor het voorrecht, dat het hoofdbestuur had willen besluiten den lOen diocesanen Haarlemschen Katholieken dag in Goes te houden, doch vooral, dat Monseigneur dit besluit had willen goed keuren en meer nog door zijne tegenwoor digheid luister aan dezen dag is kemen bij zetten. Na dit welkomstwoord sprak de voorzit ter van het hoofdbestuur, de heer mr. Heer kens Thijssen, de openingsrede uit. Monseigneur, Het is ons een groot voorrecht U od de zen tienden diocesanen Katholiekendag te mogen begroeten. Trots het klimmen der iaren hebt U niet geschroomd de betrekkelijk verre reis naar dit afgelegen deel van Uw uitgebreid dio cees te ondernemen met het opzettelijk doel, een oogenblik te verwiilen te midden Uwer trouwe diocesanen en hen door Uwe tegenwoordigheid te toonen, dat deze peri odieke samenkomsten door U op prijs wor den gesteld. Wil overtuigd zijn, dat wederkeerig Uwe aanwezigheid te dezer plaatse door ons allen ten hoogste wordt gewaardeerd. Wij hebben tot op heden alle onze Ka tholiekendagen steeds op een dag in de Week gehouden. Voor vele deelnemers be teekent dit eene opoffering, wijl ze toch hun arbeidstaak hebben te onderbreken, maar ze hebben daarbij geluisterd naar den raad en den wensch van Uwe Doorluchtige H ogwaardigheid, die er prijs op stelde, dat de Zondag zoo mogelijk in eigen kring worde doorgebracht, omdat op deze wijze zoowel het godsdienstig karakter als het rust-element, aan dien dag eigen, het best gewaarborgd worden.' Niettemin zien we hier een gr ote schare bijeen. In de eerste plaats uit de eigen om geving, uit het gewest, dat U in hét bijzon der dierbaar moet zijn, omdat het nu een maal Uw land is en nog altijd de uitspraak van onzen grooten Vondel geldt: „de liefde tot zijn land is allen aangeboren". Zeeland is niet rijk aan Katholieken, als men het aantal in verhouding tot de ge- heele bevolking beziet maar het is rijk aan Katholiek geloof, omdat, zooals men meer ziet, in ons vaderland, de Katholieken, die ér zijn. in kwaliteit willen goedmaken, iaat ze in kwantiteit tekort komen. Naast de inheemsche bevolking, welke zich in dezen dag verheugt, mogen we hier. on danks de lange en kostbare reis, velen ont moeten uit Noordelijke streken, velen, die We geregeld op onze Katholiekendagen zien verschijnen, omdat ze weten, hoe aange naam, hoe gezellig, maar vooral hoe nutig én leerzaam deze samenkomsten zijn. Zon der hen hadden we hier geen diocesanen katholiekendag, wat het toch moet zijn. Naast de tegenwoordigheid des Bisschops, naast de aantrekkelijke, voor velen wellicht nog onbekende Goesehe mgeving is, naar ik meen te mogen veronderstellen, ook het °nder uw hooge goedkeuring gekozen onder- Werp van den dag eene aantrekkelijkheid. Wij bespreken vandaag het kind. niet op de ziekelijke wijze, waarop dit tegenwoordig maar al te vaak geschiedt maar in den vorm van een reeks wenken, door bekwame en geleerde voorlichters met zorg opgesteld en den ouders, belast met de opvoeding, op dui delijke wijze voorgehouden. Geve de goede God. dat het zaad, het welk heden met kwistige hand wordt uitge strooid. wortel moge schieten in ontvanke lijke gemoederen, om rijke vruchten op te leveren voor Kerk en huis. Met deze bede verklaar ik de Algemeene Vergadering van den tienden diocesanen Ka tholiekendag in het bisdom Haarlem ge opend. Nadat het koor het „Memorare" van den abbé Haecht had gezongen en de secretaris Vienings had meegedeeld welke conclusies in de afdeelingsvergadering waren aangeno men, sprak de Zeereerw. beer J. B. W. M. Möller, pastoor te Schiedam, de slotrede uit. In tegenwoordigheid van onzen Hoogwaar- digen Bisschop mag ik het onderwerp van den Kath liekendag samenvatten in een grondgedachte. En ik meen, dat er over de opvoeding van het kind door de ouders niets, dat meer algemeen en dieper is. ge zegd kan worden dan dit woord van Chris tus: „Wie na Mij wil komen, verloochene zich zelf", want de zelfverloochening, de boete, het afsterven aan zich zelf en aan de wereld is de grondwet van het christe lijke leven, dus ook van de christelijke op voeding. is de harde en smalle en eenzame weg, dien ouders en kinderen tezamen ach ter Christus hebben op te gaan, om te komen tot de hoogte van Gods liefde. God, die geen tweede oorzaken noodig heeft, doch geheel de wereld door tweede oorzaken leidt en bestuurt, heeft het in Zijn oneindige wijsheid zoo geordend, dat Hij, die de kinderen niet schept zonder de mede werking der ouders de kinderen ook niet zalig maakt zonder hunne medewerking. De appel valt niet ver van den boom. en zooals de H. Schrift zegt, de vaders hebben zure druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn ziek geworden. De invloed der ouders ten kwade is verbijsterend groot. Tot in verre nageslachten draagt en boet de na komelingschap de zonde der ouders. Maar ook, de bovennatuurlijke levensgemeenschap van oudèrs en kind mogen wij teekenen met de woorden, waarmede Christus teekent de bovennatuurlijke levensgemeenschap tus schen Hem en de Zijnen: „Ik ben de ware wijnstok". Helaas, vele ouders zijn geen ware. doch valsche wijnstokken, waaraan de ranken geen druiven, doch doornen voortbrengen. Z. H. de Paus, willende dat door de op voeders Christus leeft in de zielen der kin deren, heeft ons juist dit iaar in zijne ge dachten, gewijd aan St. Franciscus en St. Aloysius, voor oogen gesteld bet christelijk levensideaal. Van dit christelijk levenside aal hebben wij ons te doordringen, opdat ook de kinderen het kennen en volgen met blijmoedige geestdrift. Franciscus is een verslindend vuur van ofierliefde. een Godslamp, die door de vlam zijner liefde zijn eigen levensolie verteert. Aloysius is de zuivere nardusbalsem, die ver zacht en heelt de wonden, geslagen in het mystieke lichaam van den Christus, en wiens geur vervult bet geheele huis des Heeren. Franciscus is als de zondebok, die beladen met de schuld der menschen. de woestijn der wereld wordt ingestuurd, en zich tot bloe dens toe wondt aan de doornen. Aloysius is als het schuldelooze offerlam, dat onder de leliën te weide gaat. Aloysius wordt door onze jeugd niet ge kend. Hii is een held. die liefde wekt en helden kweekt. Niet als een rijpe vrucht is hem de heiligheid in den schoot gevallen. Dadenrijk is zijn korte leven. Scherp was zijn verstand, scherp zijn karakter, standvas tig zijn wil, vurig zijn ijver. Wat er goed was in hem, oefende hij in stagen en harden arbeid. Hii speelde niet met het ge vaar; hij wist, dat hit zich te beschouwen ha_d als een arm menschenkind, in wien het vuur der begeerlijkheid smeult. Hij wist. dat hij was omringd door een genotzieke, wufte, verstoffelijkte en hebzuchtige wereld en dat zonder gebed en waakzaamheid er niet één is, die niet tot val komt. Wilde hii van Christus zijp, dan had hij af te sterven aan zich zelf en de wereld, en zich te slachtoffe ren in apostolische liefde. Dat deed hij dag na dag. Sterkte, zelfverloochening, 'vrucht van waakzaamheid en gebed, is zijn zuiver heid. en zijn leven werd een offer aan God in voortdurende beoefening der naastenlief de. Daarom verdiende hij het, dat in onze wufte en lichtzinnige eeuw waarin met vuur gespeeld wordt en de gevolgen der erfzonde practisch worden geloochend, hij door don Paus aan ouders en kinderen wordt voor gesteld als het christelijk jeugdideaal met deze woorden: „verus castitatis angelus, ve- rus martyr caritatis". „een waarachtige en gel der zuiverheid, een waarachtige marte laar der liefde" Voor onze kinderen, die omhoog willen, verschijnt de arme van Assisië, de minne zanger der goddelijke liefde, zingende van zijn lieven Heer, van wiens evangelie wij niet in één punt mogen afwijken, Eens na een vroolijk maal wandelde hij al zingende met zijn vrienden door de stad. Plotseling bleef hij staan, als ware hij door de zoetste gedachte, door een schoon visi oen aan het lichaam onttrokken. Zijn vrien den vroegen hem. wat hij zag en dacht: Franciscus. denkt gii aan een schoone, jonge vrouw? Vol vuur antwoordt hij: „gii hebt goed geraden, ik stel mij voor de edelste en rijkste en schoonste van alle vrouwen ie huwen". Deze schoone vrouw, aan wie hij zich verloofde, en die hij is trouw gebleven tot den dood. is de heilige armoede, die hij met eerbied en liefde noemde zijn meesteres, zijn moeder, zijn beminde, de vriendin van de moeder Gods, de bruid van Christus, die door Jezus op het kruishout aangenomen en sindsdien door de menschen vergeten en door de wereld bitter gevonden en geschuwd. Wie haar ontloopt, wordt arm aan hoogere goederen. Wie haar wil leeren kennen en beminnen, late zich onderwijzen door god delijke wijsheid, welke door geen redenen van menschelijke wijsheid ooit wordt ge schokt en alleen in staat is alles in heilig heid te vernieuwen. De goddelijke wijsheid van het Menschgeworden Woord sprak tót Franciscus in d<j. Evangelische levensregel: zalig zijn de armen van geest, want hunner is bet Rijk der hemelen. Deze wijsheid ver vulde zijn ziel met een zeer hooge kennis van een edelmoedige begeerte naar de ar moede. Maar armoede bestond voor hem niet alleen maar in het afsterven aan de uiterlijke goederen' der wereld. Arm van geest zijii wil ook zeggen klein willen zijn met Christus, die de geringste aantrekt, het „ama nesciri et .pro nihilo reputari"' van Tho mas a Kemuis. Deze hooge levensopvatting er. levensprak tijk vond haar oorsprong in ééne bron. de goddelijke liefde. „Een brandende toorts, door de vlam der goddelijke liefde verteerd", zoo noemt hem de H.Vader. Die goddelijke liefde ook bindt samen de Franciscaansche familie, tempel van den H. Geest, opgebouwd uit de levende steenen. die uit alle deelen der wereld worden bijeengebracht. In deze Christelijke levensopvatting en levenspraktijk ligt het program van jeugd- opvoeding. het geluk van het kind,, de vrede van het gezin, de toekomst van de samen leving, de hoop der Kerk, de roeping van vader en moeder. Den vooruitgang in hei goede gaf Ignatius aan met dit kernachtige v/oord: tantum quantum.Zoo verre wij ons verwijderen van het kwaad, zoover en niet verder naderen wij tot het goed. Zoover wij de aarde verlaten, zoover en niet verder stijgen wij op naar het hemelsche. Zoover wij aan ons zelf 'afsterven, zoover en niet verder komen wij tot de liefde Gods. Zij, die tegenover ons staan, zijn niet bang de jeugd op te voeden in idealen, die helaas niet hooger dan deze aarde reiken. Daar voor leeren zij de hunnen te lijden, te offeren, zich zelf te vergeten. Hoeveel te meer krachtinspanning mag dan niet terecht gevraagd worden van ons, waar onze om gang in den hemel is. Laten onze ouders niet bang zijn hun kinderen te leeren het ideaal van dé zelfverloochening, opdat zij mogen grijpen naar het hooge levensideaal der goddelijke liefde, dat ons in Franciscus en Aloysius tegenstraalt. Droomen zij van het geluk van hun huisgezin en hun kind, hier alleen ligt het geluk. Jaren lang ge leden schreef de Amsterdamsche Hoogleer aar Prof. Pel een boekje over ..de kunst om goed en gezond te leven". Hij vertelde daarin van de ervaring zijner medische practijk. Veel lijden is er in de wereld, doch hoeveel van dat lijden doen de menschen zich zelf en elkander aan. De ervaring heeft dezen medicus geleerd, dat de menschen zich zelf openen drie bronnen van ontzettend menscheliik leed, het alco holisme, de onkuischheid, de weelde en ge notzucht. Elke priester zal uit zijn ervaring dit oordeel geheel onderschrijven, er bij voe gende, dat hier niet alleen de ondergang des lichaams, doch ook de ondergang der ziel de deugd tegengreinst. Zoodra onze kinde ren treden buiten den eigen kring van ge zin, school en kerk,valt op hen de ver killende adero van neutraliteit. Zoodra onze kinderen hun schreden zetten in de maat schappij, worden zij bestormd door een on noemelijk aantal levens- en wereldbeschou wingen, waardoor velen hun, evenwicht ver liezen, Houvast hebben zij noodig, en die moeten zij vinden in de godsdienstige een heid en vaste levensrichting van het eigen gezin. De ouders heeft de Schepper der na tuur aangewezen als de eerste opvoeders.Doch zij hebben het kind niet voor zich en mogen het niet opvoeden naar eigen smaak, doch voor den dienst en de liefde Gods. overeen komstig Christus' leer. die ons door de on feilbare Kerk wordt voorgehouden. Naar die leermeesteresse van geloofs- en zeden leer hebben de ouders te luisteren met kin derlijke gehoorzaamheid, zonder eenige cri- tiek. De Kerk bemoeit zich niet met dingen, die niet op haar terrein liggen. Zij houdt geen geleerde betoogen over opvoeding. Zij stelt geen paedagogische of psychologische systemen op, evenmin als Christus aan de menschen wetenschap kwam leeren. Wijs heid bracht Christus1 op aarde en de wijs heid van het evangelie predikt de Kerk ons. Zalig zijn de zuiveren van harte want zij zullen God zien, zegt Zij Christus na. En cm niet misverstaan te worden, legt Z:i ons uit, wijzend op St. Aloisius. dat de zui verheid vóór alles bestaat in de verlooche ning van zrch zelf. Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Riik der hemelen, zegt Zij Christus na. En Zij wijst ons op Franciscus, opdat wij weten zouden, dat de armoede niet alleen bestaat in het verach ten van de rijkdommen, doch ook in dee moedig dienstbetoon aan alle broeders, in kinderlijke gehoorzaamheid aan het van Godswege gestelde gezag. Kennende dc zwakheid onzer begeerlijkheid deelt Zij ons mede den Geest der liefde, bron van zelf verloochening en armoede, einddoel van al onze strevingen en daden. Dit evangelie verstaat de wereld niet, omdat zij van de aarde het geluk verwacht. Helïas zelfs in het gezin besluipt het kind de geest der- wereld. En al wat in de wereld is. is be geerlijkheid des vleesches. begeerlijkheid der oogen en hoovaardij des levens. Ga uit dit kind. onreine geest, en maak plaats voor den Heiligen Geest, den Vertrooster, beval de Kerk den Satan bij het Doopsel. Dier. onreinen geest door de Kerk uitge dreven halen vele ouders weer binnen, en verdrijven den Heiligen Geest, omdat zij zelf in hun huwelijksverhouding niet bewan delen den weg der zelfverloochening, die leidt naar de hoogte van Gods liefde. Wij kunnen dan ook niet lol de ouders spreken over de opvoeding van het kind zonder tot de eebtgenooten te zeggen, dat zii moeten terugkeeren tót de zuivere, evangelische I paulinische opvatting van het huwelijk. De hedendaagsche mensch, te rade gaande bij natuurlijke ervaring en wijsbegeerte, zoekt hier naar een dieper begrip van het echtelijk leven. Vier grondwaarheden vindt na vele omzwervingen de hedendaagsche menscK eindelijk weer terug. Het huwelijk reikt verder dan het gebied van de natuur driften. dringt door in het gebied van het geestelijke, het zedelijke, het heilige. Boven de natuurdriften uit wil de mensch in gees telijke vrijheid zich zelf beheerschen en overwinnen, het huwelijk leidt de echtge- nooten naar de hoogte van een geestelijke beschaving, ia leidt naar Paulinische, ka tholieke opvatting tot in het gemeenschaps leven van den driepersoonlijken God. Hel huwelijk is veel meer dan een wettige ge slachtsgemeenschap. Gedurende het huwe lijk verliest de sexualiteit snel aan betee- kenis. gelijk de ervaring leert. Wil het hu welijk gelukkig zijn, dan moet het niet worden opgebouwd op hetgeen met de ia- ren afsterft, doch op hetgeen met de jaren groeit, het gezamenlijke ziels- en geestes leven. Op sociale en theologische gronden en uit zijn wezen als geestelijke gemeen schap eischt het huwelijk principieele on- ontbindbadfheid. Hooger dan het huwelijk staal het religieuze celibaat. Maar beide, elk op zijn wijze, zijn den1 mensch gegeven om aan zich zelf af te sterven en ter liefde Gods zich in geestelijke gemeenschap en dienstbetoon te wijden aan zijn broeders. Waar reeds natuurlijke ervaring en wijs begeerte vermanen 't huwelijk niet te be schouwen als een feest der zinnen, doch als een oefenschool van versterving ten dienste der gemeenschap, daar mogen onze katho lieke ouders en onze jeugd,, onderwezen door Christus en St; Paulus nun oogen ge richt houden meer op de geestelijke dan op de sexueele zijde van de echtvereeniging. Wij moeten vermijden hetgeen hetzij om het gevaar hetzij om zichzelf op zonde verbo den is. Dat reeds eischt veel versterving en zelfbeheersching. Wij moeten nog meer doen. dan enkel de zonde afmeten. Zij die het huwelijk beschouwen als een heilige roeping tot openbaring van de scheppende en verlossende Godsliefde, zij weten dat zij elkander hebben te heiligen, en met geheel 't gezin langs den weg van boete en ver sterving hebben op te gaan tot God. En voor dezen is het kind een zinnebeeld van de vruchtbaarheid der goddelijke liefde, een genadebewerkend onderpand van hemel sche zegening. Denkt de man er wel ge noeg aan, dat hij in het huwelijk den Chris tus uitbeeldt. Die zich zelf ontledigde, de gestalte van een dienstknecht aannam, om het menschdom te heiligen en aldus zich te winnen een smettelooze bruid. Weet hij wel genoeg, dat hij niet minder godsdiens tig mag zijn dan de vrouw, ja ook in de godsdienstige opvoeding der kinderen de eerste is en de meeste verantwoordelijkheid draagt. Weet hij wel genoeg, dat hii. het zinnebeeld van den Christus, geen offer te groot mag achten, om de reinheid van zijn vrouw te beschermen, om haar te heiligen in liefde. En beseft de vrouw haar hooge waardigheid wel genoeg? Is zij er van door drongen, dat zii tehuis heeft uit te beelden de H. Kerk, de door Christus verloste en geheiligde menschheid. aan wie geen andere naam gegeven is waarin wij kunnen zalig worden dan de -Naam van ons v aller Hoofd, Christus. Is de vrouw aan haar man aanhan kelijk en trouw met een kuische trouw als aan Christus? Hoe moet hierop het ant woord zijn? Klagen geestelijke en leeken- leiders niet luid over de jammerlijke ver woesting van het christelijk gezins- en hu welijksleven? Het eerste doel. dat God zelf beoogde, toen Hij hef huwelijk instelde en de echtgenoofen in den sacramenteelen band 'vereenigde, is de voortplanting van het menscheliik geslacht en dc godsdiens tige opvoeding der kinderen. Maar hoevele huisgezinnen hebben door gebrek aan den geest van versterving en boete en zelfbe heersching, door gebrek aan liefde voor God en voor elkander, den gruwel der ont heiliging binnengehaald, die andere landen met ontvolking bedreigt? En als wij over wegen, welken omgang de ouders toelaten aan hun kinderen, welke lectuur zij dulden in hun buis. welke vermaken zijn binnen geslopen in onze kringen, hoe en «onder welke omstandigheden de kennismaking van jongens en meisjes geschiedt, hoe onvoor- zicbtig-lang, hoe gevaarlijk-vrii de verlovin gen zijn, moeten yij dan niet erkennen, dat vele ouders en kinderen niet beseffen, dei het tweede doel. waarom God twee men schen in het huwelijk vereenigt dit is. dat zij elkander zullen zijn tot hulp en steun op den weg naar den hemel. Als vader en moeder, jongen of meisje dit levendig be seften, en in tegenwoordigheid van het Al lerheiligste Sacrament dit biddend wilden overwegen, zou dan de ramp van het ge mengde huwelijk de Kerk in ons bisdom zoo schaden als thans het geval is. Doch het besluit tot aangaan van verloving en hu welijk wordt zoo dikwijls oo andere plaat sen genomen dan in de stille eenzaamheid Sommigen staan altijd maar sceptisch 'egenover de Katholiekendagen, „Waar blij den de versleten vrouwen-kleeren en waar de conclusies van de Katholiekendagen?" moet op den joogsten Limburgschen Katho liekendag te Venlo een bekend Franciscaner Pater hebben gevraagd. Ja. meestal hooren of zien we van beide niets meer. Toch hebben dergelijke bijeenkomsten wel nut, al zijn onze, zelfs onze groote alge meene Nederlandsche, niet geworden wat de Duitsche Katholiekendagen zijn. Maar niemand wil toch gelooven, dat zoowel ver standige en volop-met-u. erk-bezette men schen ondernemingen, welke niets uithalen, ja stand zullen houden! Met dit argument kunnen wij op dit oogenblik volstaan, zon der op het nut van dergelijke congressen in bet algemeen in te gaan Feit is, dat men aan het einde van zulke dagen, altijd weer constateert, dat ze uit stekend geslaagd zijn en dit heeft men ook gisteren in Goes terecht weer gedaan! De Katholieke Zeeuwen zouden met recht Hogen spreken van hun „dag van Goes", Want zij hebben zich beijverd, om den Haar- 'émschen Katholiekendag tot een kernach tige demonstratie van Zeeuwsche Roorasche Propaganda te maken. Voor hun belang stelling in de Mis. op de afdeelingsvergade ringen en in de algemeene vergadering ver dienen de Zeeuwen niets' dan lof! Hun Kerkgebouw de Maria Magdalena- berk van pastoor Dalle hadden de Uoesenaren naar eigen smaak rijkelijk en kleurig versierd, evenals de drie vergader den, en zoqals gezegd de kwantiteit der opkomst viel te prijzen. Zoo telden wij 'O de vergadering van de derde afdeeling meer dan 300 deelnemers! En de kwaliteit? "H, daarover viel al evenmin te klagen. Ook 'Wat de niet-Zeeuwen betreftl Er was immers onmiddellijk na den Bisschop-zelf, de deken van Amsterdam, Mgr. Stroomer, rector Van Adrichem, de centraal-president der Jozefsgezellen; mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, voorzitter van het hoofdbestuur en lid der Eerste Kamer, om bij deze twee voornaamste kwaliteiten maar te blijven; er was dr. Deckers, het bekende Tweede Kamerlid, ook met een staalkaart van be langrijke te qualificeeren functies; prof. Steger, id. id., maar vooral debater in de derde sectie; het hoofdbestuur van den dag was, meenen wij, voltallig aanwezig. Dan was er het Kamerlid Van der Bilt; vele geestelijken uit het Zeeuwsche. de heer Backliuijs, van het R. K. Juvenaat en zoo meer. Kwaliteit was er ook onder de sprekers: prof. Van Rooij, onze oud-stad genoot; pater dr. Vlaar, de eminente rector van „ons" Lyceum; de heer Emile .Franke, van het Haagsche R. K. Lyceum en pastoor Möller uit Schiedam, de generaal van de Haarlemsche Jeugdbeweging, die morgen den eersten steen gaat leggen van zijn nieuwe Kerk, maar niettemin tijd vond in Goes nog eventjes het bouwwerk van den Katholiekendag te bekronen met een schit terende rede in de slotvergadering.... Wij hadden dus in Goes zooveel en van allerlei kwaliteit bijeen zelfs meerdere bestuurs leden van de R. K. Staatspartij zoodat wij, onmiddellijk, zonder slag of stoot, den eersten „Partijraad" met de heele sliert van „gekwalificeerde personen", hadden kunnen houden Heel lastig is het den inleiders op de afdeelingsvergaderingen niet gemaakt. Merkwaardig en ernstig-vermaand klonk uit den mond van den levenswijzen professor Van Rooij in den aanvang zijner inleiding de klacht, die volle aandacht verdient: van de vervlakking van het leven en het meer en meer op den achtergrond schuiven van den levensernst, wordt ten slotte het kind het slachtoffer! Een typische vraag kwam in het debat naar voren: is het uit medisch oogpunt wel goed. de hersens van jonge kinderen te belasten met godsdienstige begrippen? Het antwoorti was onvervaard en onaantast baar: „Dat doet de hersenen geen kwaad. Hersenen vragen evenals de maag arbeid, dat blijkt uit alles. Uit medisch oogpunt bestaat daartegen geen enkel be zwaar!" De uitvlucht, dat de kinderhersen- tjes niet vermoeid moeten worden met godsdienstige zaken, zijn dus voor het ver volg op hun juiste waarde te schatten! Van belang was ook nog de opmerking over het geneeskundig onderzoek voor hei huwelijk, waarvoor de professor pleitte. Kan een huwelijk eventueel verboden wor den? Professor Van Rooij is geen voorstan der van dwang, maar hij oordeelt, dat zulk een verbod practisch ook bijna niet voor komt. Uitstel en in dien tijd geneeskundige behandeling, geeft in den regel schitterende resultaten. en Bij onzen pater Vlaar, wiens magistraal betoog onder ademlooze stilte werd aange hoord, ging het in het debat alleen over de vraag van het uniforme leerplan. Er kwam één opmerking over. maar Pater Vlaar wees dadelijk den goeden koers: {Catholieken gaan den middenweg tusschen gemeenschapszin en individualiteit. Het uniforme leerplan is voor sommige personen werkelijk den ondergang, en daarom ben ik van oordeel dat er niet te sterk op moet worden aangedrongen." Minder vlot ging het in de derde afdee ling, die geruimen tijd later dan de beide anderen gereed was. De belangstelling was hier het grootste, ook van vooraanstaanden „congresgangers", die zich spitsten op het debat tusschen Emiel Franke en prof. Steger! De inleider had ten eerste in stelling 1 beweerd, iat de ouders in het gezin een godsdienstige sfeer moeten scheppen, daar bij voortbouwende op den grondslag van het van het kerkgebouw. Het rumoer van spel en dans overschreeuwt zoo gemakkelijk de stille stem van het geweten. En versterving, boete, waarachtige liefde mogen niet één woordje meespreken bij de keuze van dien allergewichtigst en levensstaat. Moet het ons dan verwonderen, dat ook in menig katholiek gezin dc essentieele kwaliteiten van het huwelijk, de eenheid en onverbreekbaarheid niet meer worden ont zien? Wie ziin leven wil behouden verliest het, wie zijn leven aflegt, wint het leven. Zelf verloochening beteekent Christus navol gen. Dat dan weer hersteld wordt de le zing van het Evangelie in het gezin, om Christus te kennen. Zelfverloochening be- teékent leven met Christus. En zoo wil dan Z H. de Paus in dit jubeljaar, dat de derde orde van St. Franciscus onder groot en klein bewerken zal een blijvende levens hernieuwing. Want Franciscus volgen is Christus vol gen. Als een herleefde Christus is hij in zijn tijd verschenen. Als een ander Chris tus heeft elke leerling van Christus te zijn. Zoo dan groeie het Rijk Gods in ons en om ons heen. Christus noemde Zijn Kerk het zuurdeeg, dat het meel doordeesemt, het mosterdzaadie. dat wordt tot een breedge- takte boom. Hoe meer de Kerk als zuur deeg het gezin en ons eigen hart doordringt, hoe breeder Zii haar takken zal uitspreiden over de aarde. Onze Paus heeft Zijn pontificaat in dienst gesteld van de hereeniging van alle afge- dv.-aalden met de Moerderkerk. Waar wacht God op? Op ons gebed, maar ook op ons offer, op onze verstervingen, op ons voorbeeld van een katholiek persoonlijk- gezins- en maatschappelijk leven, Liduina, de zieneres van Schiedam zag dtie- of viermaal in het iaar een rozelaar, eerst klein, dan opgroeiend en kaar met zijn schaduw bedekkend. Haar engelbewaarder legde haar uit, dat zii uit dit tranendal niet zou opstijgen om in te gaan in de glorie met Christus, voordat deze rozenstruik tot vol len wasdom was gekomen en al zijn rozen waren ontloken. Sinds dien vroegen haar vrienden haar telkenmale: Liduina, staan alle rozen reeds in bloei! En steeds luidde het antwoord: er ontbreken nog vele. Ein delijk riep zij verheugd uit: Ik zie den struik volgroeid, al ziin rozen ziin ontloken, weldra zal ik uit dit tranendal opstijgen. En drie maanden later ging zij in de glorie van Christus. Wij zien de Kerk van Christus als een ro zelaar, die eerst klein was. opgroeit en eens geheel de aarde met zijn schaduw zal bedekken. Elk huisgezin is als een klein knopje aan dien rozelaar. Door den dauw van Gods genade, vrucht van gebed en versterving, ontluiken de rozen. En eerst als al de rozen ontloken zijn, staat de rozenstruik in vollen bloei is de Kerk van Christus tot vollen wasdom gekomen, Hoevelen onzer, in brandende liefde voor de Kerk in apostolischen ijver voor de uitbreiding van het rijk Gods vra gen verlangend: staan alle rozen reeds in bloei? Maar telkens luidt het antwoord van Christus' Plaatsbekleeder en van onze Hoogwaardigen Bisschop voor de uitbrei ding van het Rijk Gods op aard, weest apostelen in uw eigen gezin op de eerste plaats door de verstorvenheid van uw christelijk gezinsleven, smeekt door uw ge bed en door het offer van U zelf van God af den dauw Zijner genade, apdat de Kerk van Haarlem moge bevrijd worden van Hare velerlei en groote beproevingen, en Hij, die ons bestuurt met apostolisch gezag eenmaal moge zeggen: ik zie den struik volgroeid, al zijn rozen zijn ontloken.. Ik heb gezegd. Na de rede van pastoor Möller volgde een lang applaus. Vervolgens zong het koor het „Domine salvam fac Reginam nostram" van Giesen en daarop verzocht de algemeene voorzitter aan Mgr. Callier de vergadering te willen toespreken. Monseigneur voldeed aan dit .verzoek en sprak ongeveer als volgt: Toespraak Z. D, H. Mgr. A. J. Callier. Het is mij altijd een vreugde, zei Mgr., om een Katholiekendag bij te wonen, omdat ik mij dan, zoo gemakkelijk verbeelden kan dat ik door vertegenwoordigers van het ge heele bisdom omringd ben om tc hooren spreken over gewichtige aangelegenheden van het Katholiek leven. Dezen keer, zeide Mgr., is het mij een bij zondere vreugde, omdat ik gehoord heb dat de groote opkomst ook waarschijnlijk te danken is aan het belangrijke onderwerp. „Het kind" is inderdaad een van de be langrijkste onderwerpen. In het kind ligt de toekomst. Wil de Katholieke Kerk blijven groeien dan hangt dat af van hen die thans nog kinderen zijn. Belangrijk ook is dit on derwerp om den tijd, waarin het wordt be handeld. Men heeft dikwijls gesproken over de eeuw van het kind. Wanneer ik alles gelooven moet, zeide jMgr., wat ik lees en wat mijn verzwakkende ooren te hooren krijgen, dan denk ik te moeten spreken over dc eeuw van de bedorven kinderen. Ik hoor dat tegenwoordig vele kinderen in huis regeeren. Dat wijst op een verkeerde opvoeding. Ik zal niet alles herhalen, zeide Mgr., wat hier in de sectievergaderingen is gezegd, maar wil op iets de aandacht ves tigen dat zelden wordt vernomen. De op voeding van het kind begint reeds in de wieg en dat begrijpen de moeders niet. In de wieg leert het kind reeds dwingen en wanneer de moeder daaraan toegeeft, zal zij daar de wrange vruchten van plukken. Dan kweeken zij geen sterke mannen en geen sterke vrouwen. Er is in de afdeelingsvergaderingen, ver volgde mgT., gewezen op den plicht der ouders om een godsdienstige sfeer te schep pen en te bewaren in het huisgezin. Als die sfeer ontbreekt krijgen wij geen ware christenen. Mgr. wil hier een oorbeeld aan halen uit het leven van den H. Origines en vertelt, hoe de vader van Origines op ze keren avond in diens slaapkamer kwam. De kleine deed alsof hij sliep, hield de ooeies toe, maar de oorer. open. Vader trad op den kleine toe en kuste hem op de borst. Het kind hoorde hem daarbij zeggen: Gegroet gij tempel van den H. Geest» Een vader die zoo spreekt, zeide mgr., is een man die zijn kinderen doe leven in een Kahoiieke sfeer. Want verhaalt de H. Origines, dat woord van mijn vader is van zoo grooten invloed geweest op mijn verder leven, dat ik steeds eerbied heb gehad voor mijn lichaam, den tempel van den H. Geest. Dit is een voor beeld. verklaarde mgr. van het feit, dat de christelijke sfeer van invloed is op de ont wikkeling van het kind. Ten slotte wijst mgr. op de zelfverloochening, die door de ouders beoefend moet worden. Mocht het de vrucht zijn van dezen Katholiekendag, waarop veel mooie woorden zijn gesproken, dat voortaan in de huisgezinnen vader en moeder op de eerste plaats ware Chris tenen zijn en de lasten der opvoeding van hun kinderen gaarne dragen. Als dat de vrucht moge zijn, besluit mgr., dan heb ik dezen morgen in de H. Mis niet tevergeefs gebeden. Deze toespraak van den Bisschop ver wekte een langdurig applaus. Door den heer Heerkens Thijssen werd hierop het slotwoord gesproken, waarin hij allereerst dank bracht aan den Bisschop, die nu reeds voor den tienden keer een Ka tholiekendag van het Bisdom Haarlem heeft willen bijwonen en ook thans weer zijn dio cesanen heeft toegesproken. Aan de woor den van mgr. wenscht spr. nog iets toe te voegen, n.l. dat men hier Katholiek is ge weest onder Katholieken. Men heeft een dag beleefd, die rijker heeft gemaakt in Ka tholieke wetenschap vooral. Moge de toe komst dit toonen, dan zal 't werk aan dezen Katholiekendag besteed, niet vruohteloos zijn. De Bisschop wilde de vergadering niet sluiten, alvorens nogmaals aan allen zijr. ze gen te hebben geschonken. Terwijl de gan- sche vergadering het „Aan U, o Koning der Eeuwen" zong. verliet Monseigneur de zaal. Hiermede was de Katholiekendag ge sloten. Nadeelen voor gezondheid en schatkist. Namens de redactie schrijft dr. Van Ha mel in het „Maandblad tegen de Verval schingen" het volgende: In verband met de voorgestelde belasting op alcoholen, welke ter vervalsching van spiritualiën kunnen dienen, achten wij het volgende van actueel belang te dier zake. Het is duidelijk, dat de enorme verhoo- ging'der belasting in 1921, een reeks verval- schers gestimuleerd heeft om, hetzij clandes tiene distilleerderijen in te richten, hetzij al cohol te smokkelen, of dezen met andere niet belaste alcoholen te mengen. Reeds tallooze malen zijn de beide eerste mogelijkheden gecontroleerd, en is het Rijk voor wi weet welke reusachtige bedragen gedupeerd geworden het laatste geval is van recenten datum en verdient alle belang stelling. De iso-propyl-alcohol, die in groote hoe veelheden aan de markt gekomen is door de toepassing van goedkoope technische procédé's, wordt sedere eenigen tijd gebe zigd te „versnijding" van jenever eh ter be reiding van kosmetische toilet-artikelen. In dien deze bijvoegingen of bereidingen den kooper medegedeeld zouden worden, zoucr geen bezwaar tegen zijn op voorwaarde dat de toevoeging onschadelijk voor de gezond heid zoude zijn. Het is dus van het grootste belang, te dezer zake de metst volledije zekerheid te verkrijgen. Wij 'aten hier vij gen ,wat het Duitsche „Reichsgesundhei s- amt" daaromtrent publiceert. „Zoowel te; en methylalcohol (uit houtgeest hereidj als «e- gen de propyl-alcoholen bestaan nit een hy giënisch oogpunt bezwaren. Volgens pharmo- cologische onderzoekingen is aan den iso- propyl-alcohol een sterkere alcoholische werking toe te schrijven dan aan den ge wonen methyl-alcohol.Voor de verhoudingen die de iso-propyl-alcohol in het lichaam on dergaat, is men nog onvoldoende ingelicht Ook de bereiding van kosmetische midde len met dezen alcohol is niet zonder be, denking, vooral indien men in aanmerking neemt, dat dergelijke preparaten ook voor geneeskundig gebruik dienen, en dat nadee- lige invloed op de gezondheid niet is uit gesloten. Wij zouden het in casu ten zeerste wen. schelijk achten, indien ook onze Gezond heidsraad zoo duidelijk mogelijk zijn mee- ning op grond van proefnemingen zoude uit spreken, daar 't hier inderdaad groote be langen geldt. Waar de vermenging met den bewusten alcohol, volgens de vaste Commissie voor belastingen, reeds een lang te betreuren werkelijkheid is en bewezen wordt door zeer lage aanbiedingen van alcoholische dranken, zoodat de fiscus derhalve daardoor zijn wet tig deel mist is het natuurlijk een nog veel grooter nadeel, indien door de bedoelde aan wending, respectievelijk de vervalsching van spiritualiën, de openbare gezondheid schade zoude lijden. catechismus-onderricht. De plicht hiertoe mogen zij niet overlaten aan de geestelij ken. Prof. Steger stelde daartegenover ten eerste, dat z.i. het catechismus-onderricht moet voortbouwen op den godsdienstigen grondslag, in het gezin gelegd en niet anders om. En hij had gelijk, maar toch was het recht aan de zijde van den inleider, waar hij er nader op wees, dat cr in zijn stellin gen niet gesproken werd over kinderen, die nog catechismus krijgen, maar over de schoolvrije jeugd, die den catechismus al gehad heeft. Zijn bedoeling nu was te zeg gen, dat de ouders van deze rijpende kin deren moeten voortbouwen op den grond slag van bel catechismus-onderricht. Maar, zei prof. Steger dan, er behoeft nie' gezegd te worden, da't de ouders, den plicht om in hel gezin een godsdienstige sfeer te scheppen, niet mogen afwentelen op de geestelijken. Want de geestelijken hebben in het gezin niet te scheppen. Forrpaliter was het gelijk hier meer aan de zijde van den prfessor, maar de inleider verdedigde toch met klem zijn beoeling en kwam door twee redactiewijzigingen nog tegemoet aan de wenschen van den Delftschen hoogleeraar, wiens beide amendementen door de verga dering met ondubbelzinnige meerderheid werden afgewezen. Ten aanzien van het tweede amendement (op stelling IV) gesahiedde dit niet zonder strijd, die eigenlijk door tusschenkomst van den voorzitter, Mr. A. O. H. Tellegen uit den Haag, beslist werd. Inleider zette op, dat de plicht der ou ders van waakzaamheid over het gedrag der kinderen niet eindigt bij de volwassen kin deren, of zoodra zij het vaderlijk dak ver laten en zoolang dezen niet een positie in nemen geheel onafhankelijk van het ouder lijk gezag. Neen, 'zei prof. Steger De plicht der ouderlijke waakzaamheid eindigt, als de kinderen volwassen, c.q. meerderjarig zijn, want de kinderen zijn dan niet meer lot ge hoorzaamheid verplicht. Is de opvoeding voltooid, dan houdt dc plicht tot waakzaam heid op. Alleen tegenover volwassen kin deren, die onder het ouderlijk dak wonen, behouden de ouders den plicht van waak zaamheid, in verband met de huiselijke orde. Emiel Franke wilde echter van deze theo rie niets weten. Hij vond, dat hij het nu nog vee] te zwak gezegd had. Z.i. dient de op- nog niet beteekent, dat de plicht der waak zaamheid tot den dood. Ook de plicht der gehoorzaamheid van de kinderen moet z.i. blijven. Dit vooral bestreed prof. Steger aan de hand der katholieke leer, maar de voor zitter greep toen in met te zeggen, dat dit nog niet bcteeken, dat de plicht der waak zaamheid niet voortduurt ook na de meer derjarigheid. Die plicht bestaat, ook al zou door de kinderen de plicht tot gehoorzaam heid niet erkend worden. Daar ging de vergadering mede accoord en zij keurde evenals dat in de andere geschied was de conclusies goed Stampvol was de kerk, toe'n de Bisschop haar voor de slotvergadering zegenend bin nenschreed. Hij nam plaats op een podium, dat in het priesterkoor voor het altaar was opgeslagen, daarbij door alle autoriteiten omringd. Het koor zong „Tu es Petrus", waarna „advocaat Steger" zooals ze in Goes zeggen in een plechtig openings woord de vreugde van Goes vertolkte, ver zekerd. dat het de Zeeuwen goed deed ,te behooren tot het bisdom Haarlem, „ofschoon ze door alle kanten door het bisdom Breda omringd zijn-" Aardig zinspee.lde de voor zitter van het uitvoerend comité op de bekende Engelsche gravure „His Majesty the Baby". Ook vandaag staat alles stop in katholiek Zeeland ter eere van Zijne Majes teit het kind- Kort en krachtig voegde de voorzitter van het hoofdbestuur, Mr. Heer kens Thijssen, een officieel openingswoord q.q. aan deze inleiding toe. Wij stippen aan uit zijn opmerking, dat deze katholiekenda gen ter wille van de Zondagsheiliging nooit op een Zondag worden gehouden. Natuurlijk werden ook teiegrammen verzonden aan Z. H. den Paus en' aan H. M. de Koningin. Van het Vorstenhuis kwam reeds staande de vergadering antwoord, [jat dezen keer meer bevatte dan de gebruikelijke formuleering. Het vermeldt nl, ook de opdracht van H.M., om ook aan den hoogwaardigen Bisschop en aan allen, dank te brengen voor de ver tolkte gevoelens van verknochtheid. Pastoor Möller hield een geweldige rede. Zijn krach tig geluid vulde een uur lang het kerkge bouw, maar onvermoeid bleef de aandacht voor zijn schildering van den H. Franciscus en den H. Aloysius als voorbeelden van hei ligheid en zelfverloochening, voor ouders en kinderen, voor opvoeding en gezin. Toen tenslotte Mgr. Callier, voor de tien de maal aanwezig op een. Haarlemschen Ka tholiekendag, voor de tiende maal zijn „be minde diocesanen" toesprak, was de aan dacht opnieuw gespannen! De voorzitter mocht wel zeggen, dat Mgr. in korte woor den de strekking van den geheelen dag nog eens kernachtig samenvatte. Men leze er het verslag op na! Plechtig knielde de gansche schare ne$er toen de Bisschop Zijn zegen gaf, en daarna juichte door de gewelven het mooie, oude Hoort- juichend naadren eeuwen Met psalmen vol hooger gloed! In breede koren weerklinken, Den Koning hulde en groet. Hoe jubelen de zangen,' Langs aard' en luchtgebied, Den Koning aller eeuwen Zij levan. liefde en lied! H. N. S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5