Radio-Omroep
NIEUWE HAARL. COURANT
Tweede Blad Vrijdag 11 Juni 1926
Als verblijd voor Abd el Krim zal worden bestemd een kasteel in de
Barser-Pyrenéen. Het arbeidsconflict in de Noorsche industrieën ge
ëindigd. De Nederiandsche vlootvoorstellen door het sub-comité der
militaire sub-comraissie der ontwapenings-commissie te Genève over
genomen.
Onder de Radio-berichten: Dr. Marx legt in den Rijksdag een verklaring
af omtrent de vergoeding aan de vroegere Duitsche vorstenhuizen.
Brazilië bedankt als lid van den Raad van den Volkenbond. Zaghloel
pasja tot Kamer-President gekozen.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
ONGELUK BIJ HET HOUTVLOTTEN
IN CANADA.
AN C*
De brief van Hindenburg
De brief der Professoren.
Een verklaring van Baldwin.
Brazilië bedankt voor den Raad
De Raad weigert het ontslag
van Brazilië.
Het Belgische standpunt.
De valsche munterij.
De tinanciëele controle op
Hongarije.
Zaghloel pasja Kamer
president.
RECHTSZAKEN.
Het zonder vergunning uitzen
den van radio-berichten.
Een principiëele beslissing
uitgelokt.
FEUILLETON.
HET ERFDEEL VAN
ZIJN VADER.
De Salarisverhooging
der Fransche Kamerleden.
Ongewoon druk was de opkomst der Ka
merleden in de zitting, waarin het voorstel
in behandeling kwam om het honorarium
der deputes van 27.000 francs tot 42.000
fracs te verhoogen. Bijna 400 leden waren
verschenen en men spotte reeds bij voorbaat
met deze overgrootc belangstelling nu het
eigen aangelegenheden betrof, terwijl vaak
quaesties van staatsbelang voor een half-leege
Zaal worden afgedaan.
Maar men heeft gelezen dat de Kamer
zich onbaatzuchtig heeft betoond en het voor
stel met'l 50 tegen 128 stemmen verworpen
heeft. De meerderheid achtte het niet oirbaar
dat, nu het meerendeel van de salarissen der
ambtenaren zijn verlaagd, alleen de Kamerle
den plotseling zulk een grooten opslag zouden
krijgen.
Het is in de zitting, die met een avondver
gadering tot kwart over eenen eindigde, ru
moerig toegedaan. Vóór- en tegenstanders
scholden elkaar uit en vlogen elkaar in de,
haren. De rapporteur van het wetsontwerp,
Rognon, schetste in roerende bewoordingen
den nood van tal van Kamerleden, die niet
voldoende verdienen. De huidige Kamer zal
in de geschiedenis „la Chambre de la misère"
heeten, zeide hij. En de socialist Barabant
rcegde er aan toe „De Kamerleden, die ad-
rocaat zijn, kunnen buiten salarisverhooging.
Maar zij zijn zoowat de eenigen." Waarop mr.
Moro-Giafferri, de bekende advocaat, aan
stonds met nadruk betoogde dat hij inder
daad veel geld verdient, maar dat dit geen
reden is om zijn collega's de noodige waarbor
gen te weigeren voor hun onafhankelijkheid
sn waardigheid, 't Is onjuist, zoo schreeuwde
de afgevaardigde Piftri, dat wij met ons zelf
Zouden willen beginnen. Wij zijn ongeveer de
eenigen, wier traktement van vóór den oorlog
niet verdrievoudigd is.
Midden tusschen het debat klonk eens
klaps een stem van de publieke tribune
„Jullie zijn allemaal prullen In plaats van
jullie te verhoogen, moesten jullie er uitge
gooid worden
Tal van voorstellen kwamen in stemming,
o.a. om den afgevaardigden een familiebijslag
toe te staan. Zelfs Abbé Lemire, die, naar hij
Zelf verklaarde „vrijgezel van beroep" is,
stemde er voor. Toch werden ze allen verwor
pen. Herhaaldelijk moest de voorzitter Her-
riot ingrijpen om de orde te bewaren. „Welk
een schouwspel", zeide ten slotte een gema
tigd lid. „Dat rechtvaardigt de meening onzer
kiezers, bij wien een dergelijke salarisverhoo
ging er niet in kan."
Eindelijk ging men tot stemming over. Zij
duurde een vol uur, met het bekende resul
taat.
De ontwapenings-kwestie.
Volgens de correspondenten van de „Ma-
tin" en het „Petit Journal" te Genève zal de
behandeling van de quaestie der ontwapening
tip verzoek van Engeland tot September wor-
len uitgesteld.
De crisisgeruchten in
Frankrijk.
De „Figaro" gelooft, dat de ministerraad
het onderzoek van de quaestie der parlemen
taire meerderheid tot later datum heeft uit
gesteld.
Het toekomstig verblijf
van Abd el Krim.
Een telegram uit Pau aan de „Petit Pari
ten" meldt, dat de gemeenteraad van Salies-
de-Bearn (Basses-Pyrenées) in een buiten
gewone zitting heeft besloten een historisch
kasteel uit de 18de eeuw, dat zich bij den
ingang van het plaatsje op den weg naar
Bayonne bevindt, ter beschikking te stellen
van den minister van oorlog, om als residentie
voor Abd el Krim te dienen.
Het conclict in de Engpel-
sche mijnindustrie.
Het conflict in het mijnbedrijf is gisteren
tveer in het Lagerhuis ter sprake gekomen
de premier heeft een verklaring afgelegd in
antwoord op een vraag van Ramsay MacDo-
nald. Deze vraag heeft betrekking op het mis
lukken der conferentie van Dinsdag tusschen
mijneigenaars en mijnwerkers. Intusschen
heeft de Arbeiderspartij besloten de geheele
quaestie van het conflict aan de orde te
stellen door een motie van afkeuring in te
dienen. Als de Arbeiderspartij bij haar voor
nemen blijft, zal de regeering, naar verwacht
wordt, Dinsdag a.s. voor het debat be
schikbaar stellen. De gelegenheid voor
een dergelijke bespreking wordt algemeen
met instemming begroet en de bladen ver
wachten dat Baldwin van de gelegenheid
zal gebruik maken om den indrük bij een
deel der Arbeiderspartij weg te nemen, dat
de regeering voornemens zou zijn de som
van 3 millioen pond voor verderen steun der
mijnindustrie te overschrijden. Deze som,
welke door den kanselier der schatkist was
genoemd jn zijn millioenenrede, werd af
hankelijk gesteld van de totstandkoming eener
regeling.
Het invoerverbod van
versch vleesch in Enge
land.
Ten gevolge van het invoerverbod van
versch vleesch wegens het heerschen van
mond- en klauwzeer op het Continent zijn te
Londen de vleeschprijzen gestegen. In het
Lagerhuis is de minister van landbouw, de
heer Guinnéss, daarover geïinterpelleerd.
Hij erkende, dat het uitvaardigen van het ver
bod gevolgd was door een stijging der vleesch
prijzen te Londen, maar meende dat daar door
het verbod slechts een klein deel van den
totalen vleeschinvoer werd getroffen en geen
reden was om aan te nemen dat het tekort
van andere zijde niet binnen redelijken tijd
Zou worden aangevuld. Zoolang (aldus liet
de minister er op volgen) het mond- en
klauwzeer op het Continent blijft heerschen
levert geenerlei stelsel van vleeschonderzoek
öf op het Continent óf in Engeland zelf
een voldoende bescherming op tegen het
risico van het invoeren van ziek vleesch daar
er dieren bij kunnen zijn, geslacht in het
incubatie-tijdperk der ziekte vóór deze uiter
lijk zichtbaar is. De minister betreurde het,
dat hij het abbatoir van Zeebrugge niet van
het verbod kon uitsluiten, omdat het gelegen
is in een land, waar mond- en klauwzeer
heerscht en het abbattoir dus hetzelfde risico
van infectie loopt als eenige andeft plaats
op het Continent.
De minister legde er voorts nog eens den
nadruk op, dat hij geen reden had te geloo-
ven, dat de stijging der prijzen anders dan
van tijdelijken aard was.
Ook voor Noord-Ierland is een invoer
verbod uitgevaardigd.
De zaak Lessing.
De professoren van de Technische Hooge-
school te Hannover hebben in een Woensdag
gehouden vergadering met algemeene stem
men besloten een brief aan den Pruisüschen
minister vzn Eeredienst te zenden, waarin zij
als hun meening te kennen gaven, dat het
verzet der studenten tegen prof. dr. Lessing
niet door dwangmaatregelen kan worden over
wonnen. De houding der studenten achten de
professoren begrijpelijk, al betreuren zij het,
dat zij deels naar verkeerde middelen hebben
gegrepen. De professoren zijn het er over-
eens, dat professor Lessing het recht verbeurd
heeft, langer aan de Hooge School als privaat
docent werkzaam te zijn en te verzoeken den
minister hem zoo spoedig mogelijk van zijn
functie te ontheffen.
Het arbeidsconflict in
Noorwegen geëindigd.
De 30.000 arbeiders, werkzaam in de ver
schillende groote Noorsche industrieën, die
sedert een maand in staking waren, hebben
een salarisverlrging van 17% aanvaard. Het
werk wordt morgen hervat.
Spanje en de niet-perma-
nente leden.
Querbout, de Spgansche vertegenwoor
diger in den Raad, verklaarde dat nu Spanje
niet meer voor een herkiezing als niet-per-
manent Raadslid in aanmerking wenscht te
komen, het bereid is het amendement op
art. 4 inzake de verkiezing van niet-perma-
nente leden te ratificeeren. Dit zeer belang
rijke amendement kan dus nu in werking
treden. Chamberlain, Guani en Scialoja
wenschten Spanje geluk met dit besluit.
Spanje's houding in den
Raad van den Volkenbond
De Spaansche minister van buitenlandsche
zaken heeft in den ministerraad een uitvoe
rige uiteenzetting gegeven van Spanje's hou
ding ten opzichte van de huidige beraadsla
gingen in den Raad. De minister deed mede-
deeling van de telegrammen van den Spaan-
schen vertegenwoordiger te Genève, die aan
de Raadzitting deelneemt ten gevolge van
de door sommige- mogendheden bij de
Spaansche regeering ondernomen stappen.
Hij is zeer hartelijk door alle leden van den
Raad omvangen, wien hij mededeelde, dat
zijn aanwezigheid een bewijs van hoffelijk
heid was ten opzichte van de mogendheden,
die hem hadden verzocht te komen.
De Nederiandsche vloot
voorstellen te Geneve over
genomen.
De Nederiandsche voorstellen inzake het
defensief en pacifiek karakter der vloot zijn
door het sub-comité van de militaire subcom
missie der ontwapeningscommissie volledig
overgenomen. Het agressief karakter der
Fransche voorstellen betreffende de mari
tieme bewapening is er aan ontnomen.
Het subcomité heeft verder het Brazili-
aansch voorstel inzake het wetenschappelijk
karakter der vloot overgenomen.
De arbeid der militaire subcommissie vor
dert zeer langzaam en ontmoet vele moeilijk
heden in verband met het feit dat iedere staat
zijn vlootregiem als het beste aanprijst. Het
eind der zitting is nog niet te voorzien, aan
gezien men nog steeds aan de eerste der zeven
vragen toe is.
Het nieuwe regime in
Polen.
De ministerraad onder voorzitterschap van
den president van de republiek besprak het
ontwerp tot wijziging van de constitutie en
besloot bovendien, dat voortaan de agenda
van den ministerraad altijd te voren aan den
president van de republiek zal worden voor
gelegd, die, indien hij dit noodig oordeelt,
den raad over een bepaald onderwerp kan
doen beraadslagen in een bijzondere zitting
onder zijn leiding.
Tot dusver heeft de president van de re
publiek nimmer deelgenomen aan eenigen
ministerraad.
De premier heeft persvertegenwoordigers
verklaard, dat de regeering erover zal moeten
beraadslagen of het de voorkeur verdient den
Landdag een ontwerp voor te leggen tot wij
ziging van de grondwet dan wel te eischen,
dat de president van de republiek gemach
tigd wordt de noodige wijzigingen aan te
brengen.
LLOYD GEORGE EN DE
INDUSTRIEELE VRAAGSTUKKEN.
De „Manchester Guardian" vestigt de
aandacht op een belangwekkende zinsnede
in de rede, Zaterdag door Lloyd George te
Manchester gehouden. Hij deelde mee, met
andere liberalen bezig te zijn met het instel
len van een onderzoek, met de hulp van des-
digen, naar de samengesteldheden van het
Britsche industrieele stelsel, eenzelfde soort
diepgaand onderzoek als ten aanzien van
de steenkool en de electriciteit. Het blad
voegt er aan toe, dat L. G. er naar streeft
een comité van deskundigen, economen,
zakenlieden en vakvereenigingsmenschen in
te stellen, dat de heele zaak zou nagaan er
zou dan eventueel een dergelijk boek wor
den gepubliceerd als over de steenkool en
den grond.
EMILY HOBHOUSE OVERLEDEN.
De „Times" meldt het overlijden van
mejuffrouw Emily Hobhouse, die tijdens
den Boerenoorlog een onderzoek instelde
naar de toestanden in de concentratiekam
pen in Zuid-Afrika, waar vrouwen en de
kinderen der Boeren benevens andere non
combattanten waren samengebracht. Haar
verslag bracht gruwelijke wantoestanden
aan het licht.
Tijdens den grooten oorlog bezocht me
juffrouw Hobhouse in 1916, Leuven en het
gevangenenkamp te Ruhleben.
ZWARE BRAND TE TOURCOING.
Een tengevolge van kortsluiting ontstane
brand heeft een industrieele onderneming
verwoest. Er vielen geen slachtoffers. De
schade bedraagt verscheidene millioenen.
DE RELIGIEUSE CULTE.
De Italiaansche regeering heeft nieuwe
maatregelen aangekondigd, waarbij het ver
plicht wordt gesteld het crucifix te plaatsen
in de universiteiten, academies en hoogere
leerscholen.
Het orgaan van het Vaticaan spreekt zijn
voldoening over deze maatregelen uit.
HET MILITAIRE SALUUT IN DENE
MARKEN,
De minister van verdediging Rasmussen
heeft besloten tot wijziging der voorschrif
ten voor leger en vloot in dien zin, dat de
verplichting tot het salueeren voor soldaten,
onderofficieren en officieren beperkt wordt
tot hun onmiddellijke superieuren van het
eigen dienstvak.
EEN OORVIJG.
Ivan Jush, secretaris-generaal der Hon-
gaarsche Nationaal Republikeinsche Partij,
heeft Bethlen gisterenmorgen in de couloirs
van het Volkenbondssecrètariaat een oor
vijg gegeven,
Bij de opening der Raadszitting verklaar
de Guani, dat de Raad het incident in hooge
mate betreurde, en betuigde sympathie aan
het slachtoffer.
De Hongaar Jush blijkt op een perskaart
van de „Ere Nouvelle" te Parijs een toe
gangskaart van het Volkenbondssecreta-
riaat voor het Palais des Nations gekregen
te hebben.
Na het incident vond de dader nog gele
genheid pamfletten te verspreiden, waarin d
wandaden der regeering van Hongarije ge
hekeld worden, en het motief tot de daad
wordt toegelicht.
DE SPOORWEGRAMP IN
ZUID-AFRIKA.
Een later telegram uit Kaapstad meldt
nog, 'dat rechter Searly, president van het
Hooge Gerechtshof in de Kaapprovincie,
ook werd gedood. Het aantal gewonden is
tusschen de veertig en vijftig.
De trein botste tegen een brug en brak
in tweeën.
HET MOHAMMEDAANSCHE
CONGRES.
Uit Kairo wordt gemeld, dat het Moham
medaansche congres te Mekka op verzoek
van sultan Ibn Saoed voorschriften heeft
ontworpen voor de bedevaart om ongere
geldheden te voorkomen gedurende het sei
zoen wanneer de geloovigen naar het graf
van Mohammed stroomen.
In de omgeving van Gaspé werden vijf
mannen gedood toen zij poogden een hout
vlot, 'dat in de rivier was blijven steken, weer
aan den gang te brengen. Toen het vlot plot
seling los raakte werden de mannen, die
zich in bootjes bevonden, meegesleept naar
stroomversnellingen en verpletterd.
MISDAAD ALS SPORT.
De politie van Chicago heeft zes studen
ten gearresteerd, die beschuldigd worden
van roof en diefstallen op groote schaal ge
pleegd. Een der studenten, de zoon van een
geestelijke, verklaarde, dat zij geen geld noo
dig hadden, doch de diefstallen gepleegd
hebben uit behoefte om misdaden te plegen
en als een soort sport.
In den Rijksdag heeft dr. Marx in een
korte verklaring het wetsontwerp aangaan
de de vergoeding aan de vroegere regee-
rende vorsten gemotiveerd, dat in wezen
met het compromis-ontwerp der linksche
partijen overeenkomt. De rijkskanselier her
haalde onder sterk protest der linksche
partijen, dat de regering het ontwerp be
treffende een onteigening zonder schade
loosstelling, dat aan een plebisciet onder
worpen zal worden, als een schending van
het recht beschouwt. Maar ook bij het mis
lukken van het plebisciet moet de regeering
een wettige regeling verlangen. Mocht de
rijksdag de wet verwerpen, dan zou de re.
geering niet schroomen om de consequenties
te trekken.
Deze verklaring werd door den rijksdag
algemeen als een bedreiging met een rijks
dagontbinding beschouwd, voor het geval
het ontwerp werd verworpen.
De brief, die de professoren aan de Tech
nische Hoogeschool te Hannover aan den
minister van Eeredienst hebben geschreven
en waarin zij zich «feitelijk solidair verkla
ren met de tegen prof. Lessing opponee-
rende studenten, zal waarschijnlijk niet de
gewenschte uitwerking hebben. De minis
ter denkt er niet aan voor den aandrang
van professoren en studenten te zwichten
en prof. Lessing als zondebok in de woestijn
te sturen.
Hij is vaster dan ooit besloten, in geen
geval toe te geven. Als de studenten niet
tot reden komen en er niet spoedig een
einde aan de relletjes tegen prof. Lessing
komt, zal de Hoogeschool worden gesloten.
Professor Lessing- zelf heeft gisteren op
nieuw een Verklaring gepubliceerd, waarin
hij nog met ronde woorden zegt, dat hij er
niet aan denkt, vrijwillig heen te gaan, niet
omdat hij er zoo op gesteld is, aan de hoo
geschool werkzaam te blijven, maar omdat
het voor hem gaat om een principieele
kwestie, namelijk, of de leervrijheid in
Duitschland door politieke invloeden kan
worden geknot, of dat de overheid die zal
handhaven. Heden komt prof. Lessing te
Berlijn aan om met den minister van Eere
dienst een conferentie te houden. Op het
zwarte bord van Technische Hoogeschool te
Berlijn stond gisteren een mededeeling,
dat prof. Lessing Vrijdag a.s. in het vroe
gere Heerenhuis een lezing zal houden. De
Berlijnsche studenten worden door hun se
naat opgewekt, deze voordracht niet te
bezoeken.
In het Lagerhuis werden door Rarasay
MacDonald en Lord ITenry Cavedish Ben
tinck (conservatief) vragen gesteld over de
houding, die de rtgeering voornemens was
aan te nemen in verband met het misluk
ken van de Dinsdag gevoerde besprekingen
tusschen mijnwerkers en mijneigenaars. De
premier antwoordde, dat de taak, aanbeve
lingen der Steenkoolcommissie doeltreffend
te maken, in de eerste plaats en hoofd
zakelijk door de steenkoolindustrie zélf
moest worden vervuld, doch de regeering
zette, ofschoon haar voorstellen door de
eigenaars en mijnwerkers waren verworpen,
haar voorbereidingen voor wetgevende en
administratieve maatregelen, die in deze
voorstellen liggen opgesloten, voort. Hij
was niet in staat op het oogenblik een
nadere verklaring af te leggen. Dinsdag a.s.
zal worden gereserveerd voor de bespreking
van de heele quaestie van het conflict in
de mijnindustrie in welken vorm ook, dien
MacDonald er aan zou willen geven.
Bij het einde der zitting van den Raad
van den Volkenbond, diende de vertegen
woordiger van Brazilië. Mello, Franco, bij
den secretaris-generaal van den-Volken
bond het ontslag in van Brazilië als lid van
den Raad.
Deze impliceert niet dat Brazilië ophoudt
lid van den Volkenbond te zijn. Anderzijds
had dit tot resultaat een nieuwe verklaring
door den vertegenwoordiger van Spanje in
den Raad afgelegd n.l. dat zijn land had be
sloten, zich afzijdig te houden van alle ver
kiezingen voor den Raad. zoolang Spanje
geen permanenten zetel zal hebben ver
kregen.
De Raad van den Volkenbond heeft ge
weigerd het ontslag van Brazilië te aan
vaarden. waaraan hij toe voegde, dat het
aan de Assemblee zal staan zich uit te
spreken. Onder algemeene betuigingen van
sympathie deelde de Braziliaansche gede
legeerde mede, dat hij de meening en de
wensch van den Raad van den Volkenbond
aan den president der Braziliaansche re
publiek zou overbrengen.
Vandervelde heeft in den Raad het Bel
gische standpunt uiteengezet. België ver
langt geen permanenten zetel. De beweerde
oppositie van België ten opzichte van een
permanenten zetel voor Spanje is uitslui
tend een kwestie van principe. België
wenscht vurig dat Spanje blijft medewerken
aan het kostbare werk van den Volkenbond.
Een toelichting van Paul Boncour.
Het Fransche voorstel tot liet treffen van
internationale maatregelen tot het onder
drukken van de valschmunterij, is door den
Raad van den Volkenbond in behandeling
genomen en zal eerstdaags een ontwerp van
studie uitmaken. Paul Boncour zette rede
nen uiteen voor het Fransche initiatief. Hij
herinnerde aan de opschudding, die door
de Hongaarsche valschemunterszaak werd
veroorzaakt en zeide, dat de publieke opi
nie niet voldoende was gerust gesteld om
trent de wijze, waarop deze zaak werd ge
ïnstrueerd en berecht. De Fransche regee
ring stelde daarom de uitwerking voor van
van internationale conventie, waarvan het
Internationale Hof van Justitie te Den Haag
de toepassing zou moeten verzekeren.
Benesj ondersteunde het Fransche voor
stel en Chamberlain volgde het voorbeeld
van zijn Tsjechisch-Slowaakschen collega.
De Raad van den Volkenbond hechtte
zijn goedkeuring aan door de commissie
voor Hongarije aangenomen resoluties be
treffende het handhaven van financieele
controle bijna in haar geheel in dit land.
De troonrede zegt erop te vertrouwen,
dat de constitutioneele beginselen zullen
worden geconsolideerd en geëerbiedigd. Zij
belooft verbetering van het onderwijs en de
openbare gezondheid en zegt dat de regee
ring van meening is dat de maatregelen, in
den Soedan genomen, geen aanval kunnen
inhouden op Egypte's wettige rechten, die
blijven wat zij waren, en dat de regeering
alles zal doen om tot een bevredigend be
sluit te komen.
Gaghloel pasja is tot president der Kamer
gekozen. Hij kreeg 202 stemmen. Zoo goed
als alle parlementaire functies zullen door
zijn volgelingen worden bezet.
jm
Een student in de medicijnen, heeft zich
Woensdag voor den kantonrechter te
Utrecht te verantwoorden gehad wegens het
uitzenden van radio-berichten, zonder daar
toe de vergunning van regeeringswege te
bezitten.
Hij bekende per radio-telegraaf uit zijn
woning seinen uitgezonden te hebben, zon
der daartoe gerechtigd te zijn. Op een vraag
van den kantonrechter antwoordde hij, dat
hij die seinen had uitgezonden om er proe
ven mee te nemen. Toen de kantonrechter
hem er op attent maakte, dat hij inmiddels
toch maar een heel zend-toestel in zijn huis
gebouwd had staan, antwoordde hij dit toe
stel noodig te hebben gehad, om zich te be
kwamen, om zich op dit punt routine te ver
schaffen. Die oefeningen verrichtte hij ge
woonlijk in den nacht.
Kantonrechter: Dan hadt u zich voor die
oefeningen bp het zendtoestel maar moeten
begeven naar een vereenigingslokaal, dat
voor het uitzenden van radioberichten ver
gunning bezit en zulk een lokaal zal u toch
wel bekend zijn geweest?"
Beklaagde: „Maar dan had ik in den
nacht van mijn huis achter het Wilhelmina-
park moeten gaan naar dat lokaal, aan den
Jutfaascheweg dus niet bepaald naast
de deur en moeten werken in de kou,
terwijl ik thuis de gelegenheid had mij te
oefenen in een behoorlijk verwarmd ver
trek."
Kantonrechter: U deedt het dus thuis, om
dat dit voor u wel zoo gemakkelijk was.
Maar men kan terwille van z'n gemak nu
toch maar geen dingen gaan doen, die ver
boden zijn bij de wet."
Beklaagdei „Maar er staat nergens in de
wet dat verboden is. wat ik heb gedaan. Er
is in het verbodsartikel wel sprake van het
uitzenden van hinderlijke seinen, maar de
seinen door mij uitgezonden, waren niet hin
derlijk. Verder spreeki de wet van het uit
zenden langs radio-telegrafischen weg van
telegrammen. De seinen, die ik uitzond, be
hoefden slechts zulk een minimum aan ener
gie, dat ik door die seinen onmogelijk eeni
ge storing kon teweegbrengen."
De technische ambtenaar der rijks-lele-
grafie, die bij beklaagde thuis het zend-toe
stel in beslag had genomen en proces-ver-
baal had opgemaakt, moest toestemmen, dat
de seinen, zoals die door den beklaagde met
zijn toestel waren uitgezonden voor de be
richten die 'van Staatswege worden uitge
zonden. Maar bek!, werkte als particulier
met een zend-toestel, zonder daarvoor de
vereischte rijks-toestemming te bezitten.
Kantonrechter: „Waarom hebt u verbaal
opgemaakt?"
Getuige: „In opdracht van mijn chef, den
hoofdingenieur der telegrafie. Uit Zwitser
land was bij den dienst der Nederiandsche
ZATERDAG 12 JUNL
HILVERSUM 1050 M. 12 uur Politie
bericht; "1.306.30 Vooravondconcert
door het H. D. O.-orkest. onder ieiding
van Fr. Lupgens. mevr. C. Kanne-Biooker,
sopraan: 6.307.30 Cursus in handels
kennis en handelstechniek; 7 uur Po
litieberichten; 7.45 en 10 uur Persbe
richten; 8.10 V. A. R. A.-omroep Meta
Reidel, alt. Tine Ravestein, sopraan, Annie
Frank, piano. Het kinderkoor van de
Muziekschool Dames Frank, onder leiding
van Bets Frank. Spreker: de heer C-
Woudenberg. voorzitter der Centrale
Coöp. voor Woninginrichting, a. Langs de
Dijk; b. Verrassinkje; c. Wat zal ik nu
doen; d. Sofietje; e. Wiegeliedje; f. De
Sleep, alle van G. Vogel van Viade-
racken, door koor. 2. Arabesque, piano,
Schumann; 3. Aria uit „Der Freischütz
Weber. Zang Tine Ravestein; 4. Rede
door den heer C. Woudenberg, over:
Woninginrichting. Pauze. 5. Waarom kijk
je toch zoo boos, Annie Frank. b. De Koe
koeksklok. c. Touwtje springen, d Klep-
permarsch. Koor. 6. Allegro, Mozart.
Piano. 7a Arioso. Handel; b. Axis uit
Orpheus". Bluck. c. Du bist die Ruh,
Schubert d. Wohin. Schubert. Zang van
Meta Reidel. 8a. Muizenpret gestoord,
Kuiler, b. Het liefste plekje. C. van Ren-
nes, c. Kinderen van één Vader. C. van
Rennes.
DAVENTRY 1600 M. 3.05—5.20 Radio
carnaval in Bristol. H. M. Grenadier-garde
band, G. Naish, sopraan. W. Glynne,
tenor. Het Wookly hole mannenkoor. I
Elsben, humorist. Dohraymi en E. Carlisle,
liedjes en pianospel; 5.20 Dansmuziek;
6.20 Causerie; 6.35 Kinderuurtje; 7.20
Tijdsein Big-Ben, Weerbericht. Nieuws.
Lezing: Northern Australia; 7.45 Sonate
No. 24 in E-flat van Haydn. voor piano.
8 uur Lezing: The human horse trainer;
8.20 Een half uurtje variété; 8.50 uur
muziek door het Colombo-orkest. Pin
Merritt, tenor; 9.50 Weerbericht,
Nieuws; 10.20 Concert. Lilian Cooper,
sopraan, F. Tittert, tenor, J. Padbury,
saxophone; 10.5012.20 Dansmuziek
van het Savoyhoiel.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M.
12.50 Concert Lucien Paris: piano, viool
en cello; 5.05 Concert; 8.20 Cau
serie; 8.50 Galaconcert. Orkest en in
strumentale en vocale solisten.
KÖNIGSWÜSTERHAUSEN 1300 M.
8.50 Concert B. Geysel. harmonium. F.
Baumann, tenor. O. Walter Giindvaldsec,
viool, Occorino-duetten; 10.5012.20
Dansmuziek.
BRUSSEL, 486 M. en ANTWERPEN. 265 M.
5.20 Concgrt. Melle Walgraffe, zang;
8.20 Galaconcert; 8.50 Lezing; 9.30
Dansmuziek.
MONSTER 410 M. 1.35—2.50 Opera
muziek; 2.50—3.20 Lezing; 4.05 uur
Jeugdtooneel; 6.05 Esperanto; 6.50
Radiopraatje; - 7.208 uur Engelsche
les; 8.20 Zangwedstrijd in Hagen;
10.20 Vocaal concert. W. Henke. tenor;
10.5012.20 Vroolijke avond
telegrafie een correspondentie ingekomen,
waarin men zich beklaagde over radio-be
richten, die daar uit Utrecht werden opee-
vangen. Zwitserland gaf aan de hand dier
opgevangen seinen ook het adres aan, waar
dat zendtoestel zich moest bevinden in
Utrecht. En zoo kwam de dienst der telegra
fie héél gemakkelijk te weten, waar hij den
afzender dier radio-seinen zonder vergun
ning te zoeken had."
Eisch 10 boete met last tot teruggave
aan den beklaagde van het in beslag geno
men zend-toestel.
Beklaagde voerde nog aan, dat het bij hem
geen luiheid was geweest, die hem s nachts
thuis had doen blijven, doch dat noodzaak
hem daartoe gedwongen had, omdat hij als
medisch student ook zijn gewone studies
moest bijhouden en daardoor den tijd en de
gelegenheid miste om 's nachts op en neer te
gaan naar het lokaal waar hij seinen kon uit
zenden.
Voor de Rechtbank te Roermond werd
Woensdag behandeld een zaak tegen den
niet verschenen F. S. M. R. advocaat en
procureur te Amsterdam, die door het kan-,
tongerecht te Weert wegens overtreding
van het provinciaal reglement was veroor
deeld tot 3 boete of eene hechtenis van
3 dagen.
Het betreft hier eene kwestie, waarbij Mr.
R. in hoogste instantie wil zien uitgemaakt
of het provinciaal reglement der provincie
Noord-Brabant <fcit voorschrift, dat bij het
naderen van een bocht, onverschillig of zulks
is in de bebouwde kom eener gemeente, dan
op het vlakke veld, signalen moeten worden
gegeven, niet in strijd is met de motor- en
rijwielwet.
Wegens overtreding van deze verordening
zijn op de Brabantsche wegen reeds velen tot
eene geldboete veroordeeld.
Mr. G. Dahmen, advocaat en procureur te
Roermond, die als gevolmachtigde optrad,
bestreed de juistheid van de provinciale ver
ordening, daar art. 13 van het motor- en
rijwiel-reglement voorschrijft, dat een signaal
met de hoorn moet worden gegeven, telkens
wanneer de veiligheid van het verkeer zulks
vordert. Voorts bepaalt art. 7 van deze wet,
dat de provinciale wetgever bevoegd is,
verordeningen vast te stellen tot regeling
van het verkeer voor zoover betreffende
punten waarin de motor- en rijwielwet en
het motor- en rijwiel-reglement niet reeds
voorziet. Volgens pl. is art. 32 van het prov.
reglement van Noord-Brabant, waarop de
bekeuring gegrond was, niet geoorloofd en
in strijd met art. 7 van de motor- en rij
wielwet.
Het O.M., waargenomen door Mr. Dr. P.
Rieter, was mede van meening. dat art. 32
van het prov. reglement overbodig is en
eischte vernietiging van het vonnis in eer
ste instantie en ontslag van rechtsvervol
ging.
Uitspraak over 14 dagen.
40-
En zoo was zijn gemoed langzamerhand
verhard.
En de jonge Hegemeister liet hem heen
gaan, want hij haatte, hij verafschuwde den
ouden beulsknecht.
Herbart keerde de woning van zijn mees
ter den rug toe.
Smart kon hij niet meer gevoelen.
Alleen een doffen wrok.
Altijd had hij onrecht moeten lijden.
„Vooruit," dacht hij grimmig.
En terwijl hij langs het weiland liep,
kwam hem uit een boschje iemand tege-
moeV
Hij meende, dat gelaat al eens vroeger te
hebben gezien.
Ook de kleur van het haar was hem op
gevallen.
Ja, het was de jonge dame uit St. Ama-
rin, die in het hotel van monsie.ir Lucien,
aan den straatweg gelegen, gezeten had
aan eene kleine tafel, in de nabijheid van
zijn vroegeren meester,
Hij bleef staan.
Eer,e gedachte speelde door zijn brein,
die bij zelf voor dwaas, voor krankzinnig
hield.
Wat zou die jonge dame hier zoeken, die
niettegenstaande het rouwgewaad, waarin
ze gehuld was, glimlachte, en bloemen,
versch op de .weide geplukt, in de hand
hield?
„Ik vraag u om verontschuldiging," zoo
zei ze aarzelend, „maar ik zou gaarne weten,
hoe ik op de gemakkelijkste manier die
woning daarginds kan bereiken. Ik geloof,
dat ik op de weide ben verdwaald."
Herbert richtte een doordringenden blik
op at jeugdig gelaat.
Neen, hij twijfelde niet langer-
Hij wees haar de richting aan.
„Daar is het," voegde hij er bij. „Gij
kunt het den eersten den besten vragen, en
hij zal u de woning van den scherprechter
Hegemeister aanwijzen, en u zelfs tot aan
de deur begeliden. Ik wensch u goeden
avond."
Hij wachtte haar antwoord niet af.
Alleen kon hij vluchtig opmerken, dat de
jonge dame met die vreemdsoortige haar
lokken verbleekte, en met wankelende
schreden haar weg vervolgde,
En ook hij vervolgde zijn weg.
Eenzaam klonken zijne voetstappen, als
die van een soldaat op marsch.
Hij zocht een leegstaande visschershut
op, zooals die hier en daar langs den oever
der rivier te vinden zijn
Een visschersnet was daarvoor uitgespan
nen, en een klein bootje was aan een paal
bevestigd.
Het water stond zeer laag, en een fris-
sche lucht woei hem over het water toe.
Hij ging voor de deur zitten, en zag naar^
de langzaam voorbijstroomende golven.
„Wat zou zij nu doen?"
Opeens kwam de gedachte bij hem op.
„Zou zij zich uit vertwijfeling in het wa
ter storten?
Dan zou de schuldige vrouw leven, en
de onschuldige den dood vinden-
En dan zou die onschuldige vrouw de
laatste zijn die aan den laatsten Hegemeis
ter haar dood te wijten had.
Nadat Hendrik Hegemeister den derden
dag na zijn huwelijk Marilla' had verlaten,
bezon ze zich geen oogenblik.
Ze wist, dat er in zijn leVen een geheim
moest zijn, dat hij haar verzweeg dat hij
haar misschien wel moest verzwijgen.
En dat geheim wilde ze kennen.
In zijne blikken, in den klank van zijne
woorden, had ze dat bespeurd.
Het was iets geheimzinnigs, waarvoor ze
geen woorden kon vinden, en dat haar den
mond sloot, wanneer ze hem daaromtrent
wilde ondervragen
En nu was hij heengegaan.
Hij was gegaan naar het haar onbekende,
waarvan zij niets mocht weten en hier wilde
hij haar terugvinden, bij zijne bloemen, bij
alles, wat hij haar geschonken had. om baar
leven te veraangenamen.
Maar ver van dat aangenaam verblijf, had
hij eene geheimzinnige taak te vervullen,
die hij haar verborgen wilde houden, t
«Volg hem!" riep eene geheimzinnige stem
haar toe. .Doe het haastig! Aarzel niet lan
ger! Weerstreef zijn wil!"
Marilla kleedde zich aan. in vliegende
haast. Ze wendde haar oogen af van alles,
waarmee hij haar had omgeven, van die
bloemen en kostbare meubelen en sieraden.
De geur der bloemen was haar onuit
staanbaar en verdoovend.
En ze wilde niet verdoofd zijn.
Ze wilde leven, en.... weten!
„Vergeeft het mij, Hendrik!'' zoo dacht ze
bij zichzelve, terwijl ze zorgvuldig de wo
ning afsloot.
In een kleine straat kende ze een koet
sier die vroeger bij een voornaam heer in
dienst was geweest en nu rijtuigen verhuurde-
Hij was al oud, maar bekwaam, en
iemand, in wien men vertrouwen kon stellen.
Dien man ging Marilla opzoeken.
Ze trof hem aan in zijn stal.
Juist was hij bezig een rijtuig schoon te
maken.
„Ik heb een rijtuig voor den geheelen dag
noodig," zoo zei ze tot hem. „Het betreft
een weddenschap en het zou mij veel geld
kosten als ik die weddenschap verloor. Hebt
gij een rijtuig en een koetsier tot mijne be
schikking?'"
„Het zal mij een groote eer zijn, tl zelf
te mogen rijden," antwoordde hij.
„Hoe gaarne ik dat ook zou willen, het
zal niet gaan," zei Marilla.. „Ik heb gewed,
dat ik met den domsten koetsier zou rijden
en toch mijn tegenstander te slim af zou
zijn.'* -
„Hm," zei hij met bezorgd gelaat. „Maar
zijt u er wel zeker van. dat u zelve en
mijne paarden niet in gevaar zullen gera
ken?"
„Ik neem de verantwoording geheel op
mij, ook voor uwe paarden. Zijt gij bereid?"
Hii dacht aan een ruime belooning, en
terwijl hij in zijn verbeelding al een bank
biljet in de hand hield, zag hij Marilla van
terzijde aan.
Haar gelaat was rustig, opgewekt, zelfs
bijna vroolijk, zooals past, als men een
groote weddenschap hoopt te winnen.
Het was niet de eerste maal in zijn lever,,
dat hem een dergelijk voorstel werd gedaan.
„Ik heb geen domme koetsiers in mijn
dienst" antwoordde hij eenigszins beleedigd.
„Wat denkt u wel van mij? Mijn koetsiers
zijn allen bekwaam en verstandig, maar zij
weten zich dom te houden als 't noodig is.''
„Welnu, geef mij dan uw verstandigsten
koetsier, maar hij moet zich dom kunnen
houden!"
Hü maakte een buiging.
Tien minuten later reed Marilla ai heen.
Op den bok zat een koetsier met zulk een
onnoozel gelaat, dat Marilla haar lachen
slechts met moeite kon bedwingen.
Maar toch had hij al spoedig begrepen,
dat het te doen was om een eenzamen wan
delaar. die in de verte op den straatweg
voortging, niet uit het oog te verliezen.
Al binnen een kwartier was hij op een
voor het doel geschikten afstand gekomen.
Hij zag, dat die voetganger eene herberg
binnenging en toen ook in 'n rijtuig stapte.
Hii volgde dat rijtuig op behoorlijken af
stand.
Toen men in de nabijheid van St. Amartn
was gekomen, reed hij een bosch in, om daar
achter de beschutting van een boomengroep
te wachten totdat Hegemeister verder zou
reizen.
In den namiddag bereikten zij Neurenburg.
Vóórdat men het dorp binnenreed stapte
Marilla uit en rekende ze met den koetsier
af. die weer vertrok
Langzamerhand werd ze zich het avon
tuurlijke van hare positie bewust.
Wat zou zij nu kunnen doen, om bij'hem
te komen, wiens geheim ze wilde doorgron
den en die nu tusschen de vele kleine huizen
van het dorp voor hare oogen was ver
dwenen?
Zou ze naar hem gaan vragen in de een of
andere herberg, of bij den bruggewachter?
Dat zou immers hetzelfde zijn als de aan
dacht der menschen op haar te vestigen!
Zoo ver was ze nu gekomen", door eene
list, die haar weerzin opwekte.
En wat moest die koetsier wel van haar
deuken! Moest hij geen valsche verdenking
van haar opvatten?
En nu was misschien toch al hare moeite
vergeefsch. Wat kon ze nog meer doen, zon
der zichzelve en Hegemeister te schaden?
(Wordt vervolgd.)