Radio-Omroep NIEUWE HAARL. COURANT Tweede Blad Vrijdag 11 Juni 1926 Als verblijd voor Abd el Krim zal worden bestemd een kasteel in de Barser-Pyrenéen. Het arbeidsconflict in de Noorsche industrieën ge ëindigd. De Nederiandsche vlootvoorstellen door het sub-comité der militaire sub-comraissie der ontwapenings-commissie te Genève over genomen. Onder de Radio-berichten: Dr. Marx legt in den Rijksdag een verklaring af omtrent de vergoeding aan de vroegere Duitsche vorstenhuizen. Brazilië bedankt als lid van den Raad van den Volkenbond. Zaghloel pasja tot Kamer-President gekozen. GEM. BUITENL. BERICHTEN. ONGELUK BIJ HET HOUTVLOTTEN IN CANADA. AN C* De brief van Hindenburg De brief der Professoren. Een verklaring van Baldwin. Brazilië bedankt voor den Raad De Raad weigert het ontslag van Brazilië. Het Belgische standpunt. De valsche munterij. De tinanciëele controle op Hongarije. Zaghloel pasja Kamer president. RECHTSZAKEN. Het zonder vergunning uitzen den van radio-berichten. Een principiëele beslissing uitgelokt. FEUILLETON. HET ERFDEEL VAN ZIJN VADER. De Salarisverhooging der Fransche Kamerleden. Ongewoon druk was de opkomst der Ka merleden in de zitting, waarin het voorstel in behandeling kwam om het honorarium der deputes van 27.000 francs tot 42.000 fracs te verhoogen. Bijna 400 leden waren verschenen en men spotte reeds bij voorbaat met deze overgrootc belangstelling nu het eigen aangelegenheden betrof, terwijl vaak quaesties van staatsbelang voor een half-leege Zaal worden afgedaan. Maar men heeft gelezen dat de Kamer zich onbaatzuchtig heeft betoond en het voor stel met'l 50 tegen 128 stemmen verworpen heeft. De meerderheid achtte het niet oirbaar dat, nu het meerendeel van de salarissen der ambtenaren zijn verlaagd, alleen de Kamerle den plotseling zulk een grooten opslag zouden krijgen. Het is in de zitting, die met een avondver gadering tot kwart over eenen eindigde, ru moerig toegedaan. Vóór- en tegenstanders scholden elkaar uit en vlogen elkaar in de, haren. De rapporteur van het wetsontwerp, Rognon, schetste in roerende bewoordingen den nood van tal van Kamerleden, die niet voldoende verdienen. De huidige Kamer zal in de geschiedenis „la Chambre de la misère" heeten, zeide hij. En de socialist Barabant rcegde er aan toe „De Kamerleden, die ad- rocaat zijn, kunnen buiten salarisverhooging. Maar zij zijn zoowat de eenigen." Waarop mr. Moro-Giafferri, de bekende advocaat, aan stonds met nadruk betoogde dat hij inder daad veel geld verdient, maar dat dit geen reden is om zijn collega's de noodige waarbor gen te weigeren voor hun onafhankelijkheid sn waardigheid, 't Is onjuist, zoo schreeuwde de afgevaardigde Piftri, dat wij met ons zelf Zouden willen beginnen. Wij zijn ongeveer de eenigen, wier traktement van vóór den oorlog niet verdrievoudigd is. Midden tusschen het debat klonk eens klaps een stem van de publieke tribune „Jullie zijn allemaal prullen In plaats van jullie te verhoogen, moesten jullie er uitge gooid worden Tal van voorstellen kwamen in stemming, o.a. om den afgevaardigden een familiebijslag toe te staan. Zelfs Abbé Lemire, die, naar hij Zelf verklaarde „vrijgezel van beroep" is, stemde er voor. Toch werden ze allen verwor pen. Herhaaldelijk moest de voorzitter Her- riot ingrijpen om de orde te bewaren. „Welk een schouwspel", zeide ten slotte een gema tigd lid. „Dat rechtvaardigt de meening onzer kiezers, bij wien een dergelijke salarisverhoo ging er niet in kan." Eindelijk ging men tot stemming over. Zij duurde een vol uur, met het bekende resul taat. De ontwapenings-kwestie. Volgens de correspondenten van de „Ma- tin" en het „Petit Journal" te Genève zal de behandeling van de quaestie der ontwapening tip verzoek van Engeland tot September wor- len uitgesteld. De crisisgeruchten in Frankrijk. De „Figaro" gelooft, dat de ministerraad het onderzoek van de quaestie der parlemen taire meerderheid tot later datum heeft uit gesteld. Het toekomstig verblijf van Abd el Krim. Een telegram uit Pau aan de „Petit Pari ten" meldt, dat de gemeenteraad van Salies- de-Bearn (Basses-Pyrenées) in een buiten gewone zitting heeft besloten een historisch kasteel uit de 18de eeuw, dat zich bij den ingang van het plaatsje op den weg naar Bayonne bevindt, ter beschikking te stellen van den minister van oorlog, om als residentie voor Abd el Krim te dienen. Het conclict in de Engpel- sche mijnindustrie. Het conflict in het mijnbedrijf is gisteren tveer in het Lagerhuis ter sprake gekomen de premier heeft een verklaring afgelegd in antwoord op een vraag van Ramsay MacDo- nald. Deze vraag heeft betrekking op het mis lukken der conferentie van Dinsdag tusschen mijneigenaars en mijnwerkers. Intusschen heeft de Arbeiderspartij besloten de geheele quaestie van het conflict aan de orde te stellen door een motie van afkeuring in te dienen. Als de Arbeiderspartij bij haar voor nemen blijft, zal de regeering, naar verwacht wordt, Dinsdag a.s. voor het debat be schikbaar stellen. De gelegenheid voor een dergelijke bespreking wordt algemeen met instemming begroet en de bladen ver wachten dat Baldwin van de gelegenheid zal gebruik maken om den indrük bij een deel der Arbeiderspartij weg te nemen, dat de regeering voornemens zou zijn de som van 3 millioen pond voor verderen steun der mijnindustrie te overschrijden. Deze som, welke door den kanselier der schatkist was genoemd jn zijn millioenenrede, werd af hankelijk gesteld van de totstandkoming eener regeling. Het invoerverbod van versch vleesch in Enge land. Ten gevolge van het invoerverbod van versch vleesch wegens het heerschen van mond- en klauwzeer op het Continent zijn te Londen de vleeschprijzen gestegen. In het Lagerhuis is de minister van landbouw, de heer Guinnéss, daarover geïinterpelleerd. Hij erkende, dat het uitvaardigen van het ver bod gevolgd was door een stijging der vleesch prijzen te Londen, maar meende dat daar door het verbod slechts een klein deel van den totalen vleeschinvoer werd getroffen en geen reden was om aan te nemen dat het tekort van andere zijde niet binnen redelijken tijd Zou worden aangevuld. Zoolang (aldus liet de minister er op volgen) het mond- en klauwzeer op het Continent blijft heerschen levert geenerlei stelsel van vleeschonderzoek öf op het Continent óf in Engeland zelf een voldoende bescherming op tegen het risico van het invoeren van ziek vleesch daar er dieren bij kunnen zijn, geslacht in het incubatie-tijdperk der ziekte vóór deze uiter lijk zichtbaar is. De minister betreurde het, dat hij het abbatoir van Zeebrugge niet van het verbod kon uitsluiten, omdat het gelegen is in een land, waar mond- en klauwzeer heerscht en het abbattoir dus hetzelfde risico van infectie loopt als eenige andeft plaats op het Continent. De minister legde er voorts nog eens den nadruk op, dat hij geen reden had te geloo- ven, dat de stijging der prijzen anders dan van tijdelijken aard was. Ook voor Noord-Ierland is een invoer verbod uitgevaardigd. De zaak Lessing. De professoren van de Technische Hooge- school te Hannover hebben in een Woensdag gehouden vergadering met algemeene stem men besloten een brief aan den Pruisüschen minister vzn Eeredienst te zenden, waarin zij als hun meening te kennen gaven, dat het verzet der studenten tegen prof. dr. Lessing niet door dwangmaatregelen kan worden over wonnen. De houding der studenten achten de professoren begrijpelijk, al betreuren zij het, dat zij deels naar verkeerde middelen hebben gegrepen. De professoren zijn het er over- eens, dat professor Lessing het recht verbeurd heeft, langer aan de Hooge School als privaat docent werkzaam te zijn en te verzoeken den minister hem zoo spoedig mogelijk van zijn functie te ontheffen. Het arbeidsconflict in Noorwegen geëindigd. De 30.000 arbeiders, werkzaam in de ver schillende groote Noorsche industrieën, die sedert een maand in staking waren, hebben een salarisverlrging van 17% aanvaard. Het werk wordt morgen hervat. Spanje en de niet-perma- nente leden. Querbout, de Spgansche vertegenwoor diger in den Raad, verklaarde dat nu Spanje niet meer voor een herkiezing als niet-per- manent Raadslid in aanmerking wenscht te komen, het bereid is het amendement op art. 4 inzake de verkiezing van niet-perma- nente leden te ratificeeren. Dit zeer belang rijke amendement kan dus nu in werking treden. Chamberlain, Guani en Scialoja wenschten Spanje geluk met dit besluit. Spanje's houding in den Raad van den Volkenbond De Spaansche minister van buitenlandsche zaken heeft in den ministerraad een uitvoe rige uiteenzetting gegeven van Spanje's hou ding ten opzichte van de huidige beraadsla gingen in den Raad. De minister deed mede- deeling van de telegrammen van den Spaan- schen vertegenwoordiger te Genève, die aan de Raadzitting deelneemt ten gevolge van de door sommige- mogendheden bij de Spaansche regeering ondernomen stappen. Hij is zeer hartelijk door alle leden van den Raad omvangen, wien hij mededeelde, dat zijn aanwezigheid een bewijs van hoffelijk heid was ten opzichte van de mogendheden, die hem hadden verzocht te komen. De Nederiandsche vloot voorstellen te Geneve over genomen. De Nederiandsche voorstellen inzake het defensief en pacifiek karakter der vloot zijn door het sub-comité van de militaire subcom missie der ontwapeningscommissie volledig overgenomen. Het agressief karakter der Fransche voorstellen betreffende de mari tieme bewapening is er aan ontnomen. Het subcomité heeft verder het Brazili- aansch voorstel inzake het wetenschappelijk karakter der vloot overgenomen. De arbeid der militaire subcommissie vor dert zeer langzaam en ontmoet vele moeilijk heden in verband met het feit dat iedere staat zijn vlootregiem als het beste aanprijst. Het eind der zitting is nog niet te voorzien, aan gezien men nog steeds aan de eerste der zeven vragen toe is. Het nieuwe regime in Polen. De ministerraad onder voorzitterschap van den president van de republiek besprak het ontwerp tot wijziging van de constitutie en besloot bovendien, dat voortaan de agenda van den ministerraad altijd te voren aan den president van de republiek zal worden voor gelegd, die, indien hij dit noodig oordeelt, den raad over een bepaald onderwerp kan doen beraadslagen in een bijzondere zitting onder zijn leiding. Tot dusver heeft de president van de re publiek nimmer deelgenomen aan eenigen ministerraad. De premier heeft persvertegenwoordigers verklaard, dat de regeering erover zal moeten beraadslagen of het de voorkeur verdient den Landdag een ontwerp voor te leggen tot wij ziging van de grondwet dan wel te eischen, dat de president van de republiek gemach tigd wordt de noodige wijzigingen aan te brengen. LLOYD GEORGE EN DE INDUSTRIEELE VRAAGSTUKKEN. De „Manchester Guardian" vestigt de aandacht op een belangwekkende zinsnede in de rede, Zaterdag door Lloyd George te Manchester gehouden. Hij deelde mee, met andere liberalen bezig te zijn met het instel len van een onderzoek, met de hulp van des- digen, naar de samengesteldheden van het Britsche industrieele stelsel, eenzelfde soort diepgaand onderzoek als ten aanzien van de steenkool en de electriciteit. Het blad voegt er aan toe, dat L. G. er naar streeft een comité van deskundigen, economen, zakenlieden en vakvereenigingsmenschen in te stellen, dat de heele zaak zou nagaan er zou dan eventueel een dergelijk boek wor den gepubliceerd als over de steenkool en den grond. EMILY HOBHOUSE OVERLEDEN. De „Times" meldt het overlijden van mejuffrouw Emily Hobhouse, die tijdens den Boerenoorlog een onderzoek instelde naar de toestanden in de concentratiekam pen in Zuid-Afrika, waar vrouwen en de kinderen der Boeren benevens andere non combattanten waren samengebracht. Haar verslag bracht gruwelijke wantoestanden aan het licht. Tijdens den grooten oorlog bezocht me juffrouw Hobhouse in 1916, Leuven en het gevangenenkamp te Ruhleben. ZWARE BRAND TE TOURCOING. Een tengevolge van kortsluiting ontstane brand heeft een industrieele onderneming verwoest. Er vielen geen slachtoffers. De schade bedraagt verscheidene millioenen. DE RELIGIEUSE CULTE. De Italiaansche regeering heeft nieuwe maatregelen aangekondigd, waarbij het ver plicht wordt gesteld het crucifix te plaatsen in de universiteiten, academies en hoogere leerscholen. Het orgaan van het Vaticaan spreekt zijn voldoening over deze maatregelen uit. HET MILITAIRE SALUUT IN DENE MARKEN, De minister van verdediging Rasmussen heeft besloten tot wijziging der voorschrif ten voor leger en vloot in dien zin, dat de verplichting tot het salueeren voor soldaten, onderofficieren en officieren beperkt wordt tot hun onmiddellijke superieuren van het eigen dienstvak. EEN OORVIJG. Ivan Jush, secretaris-generaal der Hon- gaarsche Nationaal Republikeinsche Partij, heeft Bethlen gisterenmorgen in de couloirs van het Volkenbondssecrètariaat een oor vijg gegeven, Bij de opening der Raadszitting verklaar de Guani, dat de Raad het incident in hooge mate betreurde, en betuigde sympathie aan het slachtoffer. De Hongaar Jush blijkt op een perskaart van de „Ere Nouvelle" te Parijs een toe gangskaart van het Volkenbondssecreta- riaat voor het Palais des Nations gekregen te hebben. Na het incident vond de dader nog gele genheid pamfletten te verspreiden, waarin d wandaden der regeering van Hongarije ge hekeld worden, en het motief tot de daad wordt toegelicht. DE SPOORWEGRAMP IN ZUID-AFRIKA. Een later telegram uit Kaapstad meldt nog, 'dat rechter Searly, president van het Hooge Gerechtshof in de Kaapprovincie, ook werd gedood. Het aantal gewonden is tusschen de veertig en vijftig. De trein botste tegen een brug en brak in tweeën. HET MOHAMMEDAANSCHE CONGRES. Uit Kairo wordt gemeld, dat het Moham medaansche congres te Mekka op verzoek van sultan Ibn Saoed voorschriften heeft ontworpen voor de bedevaart om ongere geldheden te voorkomen gedurende het sei zoen wanneer de geloovigen naar het graf van Mohammed stroomen. In de omgeving van Gaspé werden vijf mannen gedood toen zij poogden een hout vlot, 'dat in de rivier was blijven steken, weer aan den gang te brengen. Toen het vlot plot seling los raakte werden de mannen, die zich in bootjes bevonden, meegesleept naar stroomversnellingen en verpletterd. MISDAAD ALS SPORT. De politie van Chicago heeft zes studen ten gearresteerd, die beschuldigd worden van roof en diefstallen op groote schaal ge pleegd. Een der studenten, de zoon van een geestelijke, verklaarde, dat zij geen geld noo dig hadden, doch de diefstallen gepleegd hebben uit behoefte om misdaden te plegen en als een soort sport. In den Rijksdag heeft dr. Marx in een korte verklaring het wetsontwerp aangaan de de vergoeding aan de vroegere regee- rende vorsten gemotiveerd, dat in wezen met het compromis-ontwerp der linksche partijen overeenkomt. De rijkskanselier her haalde onder sterk protest der linksche partijen, dat de regering het ontwerp be treffende een onteigening zonder schade loosstelling, dat aan een plebisciet onder worpen zal worden, als een schending van het recht beschouwt. Maar ook bij het mis lukken van het plebisciet moet de regeering een wettige regeling verlangen. Mocht de rijksdag de wet verwerpen, dan zou de re. geering niet schroomen om de consequenties te trekken. Deze verklaring werd door den rijksdag algemeen als een bedreiging met een rijks dagontbinding beschouwd, voor het geval het ontwerp werd verworpen. De brief, die de professoren aan de Tech nische Hoogeschool te Hannover aan den minister van Eeredienst hebben geschreven en waarin zij zich «feitelijk solidair verkla ren met de tegen prof. Lessing opponee- rende studenten, zal waarschijnlijk niet de gewenschte uitwerking hebben. De minis ter denkt er niet aan voor den aandrang van professoren en studenten te zwichten en prof. Lessing als zondebok in de woestijn te sturen. Hij is vaster dan ooit besloten, in geen geval toe te geven. Als de studenten niet tot reden komen en er niet spoedig een einde aan de relletjes tegen prof. Lessing komt, zal de Hoogeschool worden gesloten. Professor Lessing- zelf heeft gisteren op nieuw een Verklaring gepubliceerd, waarin hij nog met ronde woorden zegt, dat hij er niet aan denkt, vrijwillig heen te gaan, niet omdat hij er zoo op gesteld is, aan de hoo geschool werkzaam te blijven, maar omdat het voor hem gaat om een principieele kwestie, namelijk, of de leervrijheid in Duitschland door politieke invloeden kan worden geknot, of dat de overheid die zal handhaven. Heden komt prof. Lessing te Berlijn aan om met den minister van Eere dienst een conferentie te houden. Op het zwarte bord van Technische Hoogeschool te Berlijn stond gisteren een mededeeling, dat prof. Lessing Vrijdag a.s. in het vroe gere Heerenhuis een lezing zal houden. De Berlijnsche studenten worden door hun se naat opgewekt, deze voordracht niet te bezoeken. In het Lagerhuis werden door Rarasay MacDonald en Lord ITenry Cavedish Ben tinck (conservatief) vragen gesteld over de houding, die de rtgeering voornemens was aan te nemen in verband met het misluk ken van de Dinsdag gevoerde besprekingen tusschen mijnwerkers en mijneigenaars. De premier antwoordde, dat de taak, aanbeve lingen der Steenkoolcommissie doeltreffend te maken, in de eerste plaats en hoofd zakelijk door de steenkoolindustrie zélf moest worden vervuld, doch de regeering zette, ofschoon haar voorstellen door de eigenaars en mijnwerkers waren verworpen, haar voorbereidingen voor wetgevende en administratieve maatregelen, die in deze voorstellen liggen opgesloten, voort. Hij was niet in staat op het oogenblik een nadere verklaring af te leggen. Dinsdag a.s. zal worden gereserveerd voor de bespreking van de heele quaestie van het conflict in de mijnindustrie in welken vorm ook, dien MacDonald er aan zou willen geven. Bij het einde der zitting van den Raad van den Volkenbond, diende de vertegen woordiger van Brazilië. Mello, Franco, bij den secretaris-generaal van den-Volken bond het ontslag in van Brazilië als lid van den Raad. Deze impliceert niet dat Brazilië ophoudt lid van den Volkenbond te zijn. Anderzijds had dit tot resultaat een nieuwe verklaring door den vertegenwoordiger van Spanje in den Raad afgelegd n.l. dat zijn land had be sloten, zich afzijdig te houden van alle ver kiezingen voor den Raad. zoolang Spanje geen permanenten zetel zal hebben ver kregen. De Raad van den Volkenbond heeft ge weigerd het ontslag van Brazilië te aan vaarden. waaraan hij toe voegde, dat het aan de Assemblee zal staan zich uit te spreken. Onder algemeene betuigingen van sympathie deelde de Braziliaansche gede legeerde mede, dat hij de meening en de wensch van den Raad van den Volkenbond aan den president der Braziliaansche re publiek zou overbrengen. Vandervelde heeft in den Raad het Bel gische standpunt uiteengezet. België ver langt geen permanenten zetel. De beweerde oppositie van België ten opzichte van een permanenten zetel voor Spanje is uitslui tend een kwestie van principe. België wenscht vurig dat Spanje blijft medewerken aan het kostbare werk van den Volkenbond. Een toelichting van Paul Boncour. Het Fransche voorstel tot liet treffen van internationale maatregelen tot het onder drukken van de valschmunterij, is door den Raad van den Volkenbond in behandeling genomen en zal eerstdaags een ontwerp van studie uitmaken. Paul Boncour zette rede nen uiteen voor het Fransche initiatief. Hij herinnerde aan de opschudding, die door de Hongaarsche valschemunterszaak werd veroorzaakt en zeide, dat de publieke opi nie niet voldoende was gerust gesteld om trent de wijze, waarop deze zaak werd ge ïnstrueerd en berecht. De Fransche regee ring stelde daarom de uitwerking voor van van internationale conventie, waarvan het Internationale Hof van Justitie te Den Haag de toepassing zou moeten verzekeren. Benesj ondersteunde het Fransche voor stel en Chamberlain volgde het voorbeeld van zijn Tsjechisch-Slowaakschen collega. De Raad van den Volkenbond hechtte zijn goedkeuring aan door de commissie voor Hongarije aangenomen resoluties be treffende het handhaven van financieele controle bijna in haar geheel in dit land. De troonrede zegt erop te vertrouwen, dat de constitutioneele beginselen zullen worden geconsolideerd en geëerbiedigd. Zij belooft verbetering van het onderwijs en de openbare gezondheid en zegt dat de regee ring van meening is dat de maatregelen, in den Soedan genomen, geen aanval kunnen inhouden op Egypte's wettige rechten, die blijven wat zij waren, en dat de regeering alles zal doen om tot een bevredigend be sluit te komen. Gaghloel pasja is tot president der Kamer gekozen. Hij kreeg 202 stemmen. Zoo goed als alle parlementaire functies zullen door zijn volgelingen worden bezet. jm Een student in de medicijnen, heeft zich Woensdag voor den kantonrechter te Utrecht te verantwoorden gehad wegens het uitzenden van radio-berichten, zonder daar toe de vergunning van regeeringswege te bezitten. Hij bekende per radio-telegraaf uit zijn woning seinen uitgezonden te hebben, zon der daartoe gerechtigd te zijn. Op een vraag van den kantonrechter antwoordde hij, dat hij die seinen had uitgezonden om er proe ven mee te nemen. Toen de kantonrechter hem er op attent maakte, dat hij inmiddels toch maar een heel zend-toestel in zijn huis gebouwd had staan, antwoordde hij dit toe stel noodig te hebben gehad, om zich te be kwamen, om zich op dit punt routine te ver schaffen. Die oefeningen verrichtte hij ge woonlijk in den nacht. Kantonrechter: Dan hadt u zich voor die oefeningen bp het zendtoestel maar moeten begeven naar een vereenigingslokaal, dat voor het uitzenden van radioberichten ver gunning bezit en zulk een lokaal zal u toch wel bekend zijn geweest?" Beklaagde: „Maar dan had ik in den nacht van mijn huis achter het Wilhelmina- park moeten gaan naar dat lokaal, aan den Jutfaascheweg dus niet bepaald naast de deur en moeten werken in de kou, terwijl ik thuis de gelegenheid had mij te oefenen in een behoorlijk verwarmd ver trek." Kantonrechter: U deedt het dus thuis, om dat dit voor u wel zoo gemakkelijk was. Maar men kan terwille van z'n gemak nu toch maar geen dingen gaan doen, die ver boden zijn bij de wet." Beklaagdei „Maar er staat nergens in de wet dat verboden is. wat ik heb gedaan. Er is in het verbodsartikel wel sprake van het uitzenden van hinderlijke seinen, maar de seinen door mij uitgezonden, waren niet hin derlijk. Verder spreeki de wet van het uit zenden langs radio-telegrafischen weg van telegrammen. De seinen, die ik uitzond, be hoefden slechts zulk een minimum aan ener gie, dat ik door die seinen onmogelijk eeni ge storing kon teweegbrengen." De technische ambtenaar der rijks-lele- grafie, die bij beklaagde thuis het zend-toe stel in beslag had genomen en proces-ver- baal had opgemaakt, moest toestemmen, dat de seinen, zoals die door den beklaagde met zijn toestel waren uitgezonden voor de be richten die 'van Staatswege worden uitge zonden. Maar bek!, werkte als particulier met een zend-toestel, zonder daarvoor de vereischte rijks-toestemming te bezitten. Kantonrechter: „Waarom hebt u verbaal opgemaakt?" Getuige: „In opdracht van mijn chef, den hoofdingenieur der telegrafie. Uit Zwitser land was bij den dienst der Nederiandsche ZATERDAG 12 JUNL HILVERSUM 1050 M. 12 uur Politie bericht; "1.306.30 Vooravondconcert door het H. D. O.-orkest. onder ieiding van Fr. Lupgens. mevr. C. Kanne-Biooker, sopraan: 6.307.30 Cursus in handels kennis en handelstechniek; 7 uur Po litieberichten; 7.45 en 10 uur Persbe richten; 8.10 V. A. R. A.-omroep Meta Reidel, alt. Tine Ravestein, sopraan, Annie Frank, piano. Het kinderkoor van de Muziekschool Dames Frank, onder leiding van Bets Frank. Spreker: de heer C- Woudenberg. voorzitter der Centrale Coöp. voor Woninginrichting, a. Langs de Dijk; b. Verrassinkje; c. Wat zal ik nu doen; d. Sofietje; e. Wiegeliedje; f. De Sleep, alle van G. Vogel van Viade- racken, door koor. 2. Arabesque, piano, Schumann; 3. Aria uit „Der Freischütz Weber. Zang Tine Ravestein; 4. Rede door den heer C. Woudenberg, over: Woninginrichting. Pauze. 5. Waarom kijk je toch zoo boos, Annie Frank. b. De Koe koeksklok. c. Touwtje springen, d Klep- permarsch. Koor. 6. Allegro, Mozart. Piano. 7a Arioso. Handel; b. Axis uit Orpheus". Bluck. c. Du bist die Ruh, Schubert d. Wohin. Schubert. Zang van Meta Reidel. 8a. Muizenpret gestoord, Kuiler, b. Het liefste plekje. C. van Ren- nes, c. Kinderen van één Vader. C. van Rennes. DAVENTRY 1600 M. 3.05—5.20 Radio carnaval in Bristol. H. M. Grenadier-garde band, G. Naish, sopraan. W. Glynne, tenor. Het Wookly hole mannenkoor. I Elsben, humorist. Dohraymi en E. Carlisle, liedjes en pianospel; 5.20 Dansmuziek; 6.20 Causerie; 6.35 Kinderuurtje; 7.20 Tijdsein Big-Ben, Weerbericht. Nieuws. Lezing: Northern Australia; 7.45 Sonate No. 24 in E-flat van Haydn. voor piano. 8 uur Lezing: The human horse trainer; 8.20 Een half uurtje variété; 8.50 uur muziek door het Colombo-orkest. Pin Merritt, tenor; 9.50 Weerbericht, Nieuws; 10.20 Concert. Lilian Cooper, sopraan, F. Tittert, tenor, J. Padbury, saxophone; 10.5012.20 Dansmuziek van het Savoyhoiel. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris: piano, viool en cello; 5.05 Concert; 8.20 Cau serie; 8.50 Galaconcert. Orkest en in strumentale en vocale solisten. KÖNIGSWÜSTERHAUSEN 1300 M. 8.50 Concert B. Geysel. harmonium. F. Baumann, tenor. O. Walter Giindvaldsec, viool, Occorino-duetten; 10.5012.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 486 M. en ANTWERPEN. 265 M. 5.20 Concgrt. Melle Walgraffe, zang; 8.20 Galaconcert; 8.50 Lezing; 9.30 Dansmuziek. MONSTER 410 M. 1.35—2.50 Opera muziek; 2.50—3.20 Lezing; 4.05 uur Jeugdtooneel; 6.05 Esperanto; 6.50 Radiopraatje; - 7.208 uur Engelsche les; 8.20 Zangwedstrijd in Hagen; 10.20 Vocaal concert. W. Henke. tenor; 10.5012.20 Vroolijke avond telegrafie een correspondentie ingekomen, waarin men zich beklaagde over radio-be richten, die daar uit Utrecht werden opee- vangen. Zwitserland gaf aan de hand dier opgevangen seinen ook het adres aan, waar dat zendtoestel zich moest bevinden in Utrecht. En zoo kwam de dienst der telegra fie héél gemakkelijk te weten, waar hij den afzender dier radio-seinen zonder vergun ning te zoeken had." Eisch 10 boete met last tot teruggave aan den beklaagde van het in beslag geno men zend-toestel. Beklaagde voerde nog aan, dat het bij hem geen luiheid was geweest, die hem s nachts thuis had doen blijven, doch dat noodzaak hem daartoe gedwongen had, omdat hij als medisch student ook zijn gewone studies moest bijhouden en daardoor den tijd en de gelegenheid miste om 's nachts op en neer te gaan naar het lokaal waar hij seinen kon uit zenden. Voor de Rechtbank te Roermond werd Woensdag behandeld een zaak tegen den niet verschenen F. S. M. R. advocaat en procureur te Amsterdam, die door het kan-, tongerecht te Weert wegens overtreding van het provinciaal reglement was veroor deeld tot 3 boete of eene hechtenis van 3 dagen. Het betreft hier eene kwestie, waarbij Mr. R. in hoogste instantie wil zien uitgemaakt of het provinciaal reglement der provincie Noord-Brabant <fcit voorschrift, dat bij het naderen van een bocht, onverschillig of zulks is in de bebouwde kom eener gemeente, dan op het vlakke veld, signalen moeten worden gegeven, niet in strijd is met de motor- en rijwielwet. Wegens overtreding van deze verordening zijn op de Brabantsche wegen reeds velen tot eene geldboete veroordeeld. Mr. G. Dahmen, advocaat en procureur te Roermond, die als gevolmachtigde optrad, bestreed de juistheid van de provinciale ver ordening, daar art. 13 van het motor- en rijwiel-reglement voorschrijft, dat een signaal met de hoorn moet worden gegeven, telkens wanneer de veiligheid van het verkeer zulks vordert. Voorts bepaalt art. 7 van deze wet, dat de provinciale wetgever bevoegd is, verordeningen vast te stellen tot regeling van het verkeer voor zoover betreffende punten waarin de motor- en rijwielwet en het motor- en rijwiel-reglement niet reeds voorziet. Volgens pl. is art. 32 van het prov. reglement van Noord-Brabant, waarop de bekeuring gegrond was, niet geoorloofd en in strijd met art. 7 van de motor- en rij wielwet. Het O.M., waargenomen door Mr. Dr. P. Rieter, was mede van meening. dat art. 32 van het prov. reglement overbodig is en eischte vernietiging van het vonnis in eer ste instantie en ontslag van rechtsvervol ging. Uitspraak over 14 dagen. 40- En zoo was zijn gemoed langzamerhand verhard. En de jonge Hegemeister liet hem heen gaan, want hij haatte, hij verafschuwde den ouden beulsknecht. Herbart keerde de woning van zijn mees ter den rug toe. Smart kon hij niet meer gevoelen. Alleen een doffen wrok. Altijd had hij onrecht moeten lijden. „Vooruit," dacht hij grimmig. En terwijl hij langs het weiland liep, kwam hem uit een boschje iemand tege- moeV Hij meende, dat gelaat al eens vroeger te hebben gezien. Ook de kleur van het haar was hem op gevallen. Ja, het was de jonge dame uit St. Ama- rin, die in het hotel van monsie.ir Lucien, aan den straatweg gelegen, gezeten had aan eene kleine tafel, in de nabijheid van zijn vroegeren meester, Hij bleef staan. Eer,e gedachte speelde door zijn brein, die bij zelf voor dwaas, voor krankzinnig hield. Wat zou die jonge dame hier zoeken, die niettegenstaande het rouwgewaad, waarin ze gehuld was, glimlachte, en bloemen, versch op de .weide geplukt, in de hand hield? „Ik vraag u om verontschuldiging," zoo zei ze aarzelend, „maar ik zou gaarne weten, hoe ik op de gemakkelijkste manier die woning daarginds kan bereiken. Ik geloof, dat ik op de weide ben verdwaald." Herbert richtte een doordringenden blik op at jeugdig gelaat. Neen, hij twijfelde niet langer- Hij wees haar de richting aan. „Daar is het," voegde hij er bij. „Gij kunt het den eersten den besten vragen, en hij zal u de woning van den scherprechter Hegemeister aanwijzen, en u zelfs tot aan de deur begeliden. Ik wensch u goeden avond." Hij wachtte haar antwoord niet af. Alleen kon hij vluchtig opmerken, dat de jonge dame met die vreemdsoortige haar lokken verbleekte, en met wankelende schreden haar weg vervolgde, En ook hij vervolgde zijn weg. Eenzaam klonken zijne voetstappen, als die van een soldaat op marsch. Hij zocht een leegstaande visschershut op, zooals die hier en daar langs den oever der rivier te vinden zijn Een visschersnet was daarvoor uitgespan nen, en een klein bootje was aan een paal bevestigd. Het water stond zeer laag, en een fris- sche lucht woei hem over het water toe. Hij ging voor de deur zitten, en zag naar^ de langzaam voorbijstroomende golven. „Wat zou zij nu doen?" Opeens kwam de gedachte bij hem op. „Zou zij zich uit vertwijfeling in het wa ter storten? Dan zou de schuldige vrouw leven, en de onschuldige den dood vinden- En dan zou die onschuldige vrouw de laatste zijn die aan den laatsten Hegemeis ter haar dood te wijten had. Nadat Hendrik Hegemeister den derden dag na zijn huwelijk Marilla' had verlaten, bezon ze zich geen oogenblik. Ze wist, dat er in zijn leVen een geheim moest zijn, dat hij haar verzweeg dat hij haar misschien wel moest verzwijgen. En dat geheim wilde ze kennen. In zijne blikken, in den klank van zijne woorden, had ze dat bespeurd. Het was iets geheimzinnigs, waarvoor ze geen woorden kon vinden, en dat haar den mond sloot, wanneer ze hem daaromtrent wilde ondervragen En nu was hij heengegaan. Hij was gegaan naar het haar onbekende, waarvan zij niets mocht weten en hier wilde hij haar terugvinden, bij zijne bloemen, bij alles, wat hij haar geschonken had. om baar leven te veraangenamen. Maar ver van dat aangenaam verblijf, had hij eene geheimzinnige taak te vervullen, die hij haar verborgen wilde houden, t «Volg hem!" riep eene geheimzinnige stem haar toe. .Doe het haastig! Aarzel niet lan ger! Weerstreef zijn wil!" Marilla kleedde zich aan. in vliegende haast. Ze wendde haar oogen af van alles, waarmee hij haar had omgeven, van die bloemen en kostbare meubelen en sieraden. De geur der bloemen was haar onuit staanbaar en verdoovend. En ze wilde niet verdoofd zijn. Ze wilde leven, en.... weten! „Vergeeft het mij, Hendrik!'' zoo dacht ze bij zichzelve, terwijl ze zorgvuldig de wo ning afsloot. In een kleine straat kende ze een koet sier die vroeger bij een voornaam heer in dienst was geweest en nu rijtuigen verhuurde- Hij was al oud, maar bekwaam, en iemand, in wien men vertrouwen kon stellen. Dien man ging Marilla opzoeken. Ze trof hem aan in zijn stal. Juist was hij bezig een rijtuig schoon te maken. „Ik heb een rijtuig voor den geheelen dag noodig," zoo zei ze tot hem. „Het betreft een weddenschap en het zou mij veel geld kosten als ik die weddenschap verloor. Hebt gij een rijtuig en een koetsier tot mijne be schikking?'" „Het zal mij een groote eer zijn, tl zelf te mogen rijden," antwoordde hij. „Hoe gaarne ik dat ook zou willen, het zal niet gaan," zei Marilla.. „Ik heb gewed, dat ik met den domsten koetsier zou rijden en toch mijn tegenstander te slim af zou zijn.'* - „Hm," zei hij met bezorgd gelaat. „Maar zijt u er wel zeker van. dat u zelve en mijne paarden niet in gevaar zullen gera ken?" „Ik neem de verantwoording geheel op mij, ook voor uwe paarden. Zijt gij bereid?" Hii dacht aan een ruime belooning, en terwijl hij in zijn verbeelding al een bank biljet in de hand hield, zag hij Marilla van terzijde aan. Haar gelaat was rustig, opgewekt, zelfs bijna vroolijk, zooals past, als men een groote weddenschap hoopt te winnen. Het was niet de eerste maal in zijn lever,, dat hem een dergelijk voorstel werd gedaan. „Ik heb geen domme koetsiers in mijn dienst" antwoordde hij eenigszins beleedigd. „Wat denkt u wel van mij? Mijn koetsiers zijn allen bekwaam en verstandig, maar zij weten zich dom te houden als 't noodig is.'' „Welnu, geef mij dan uw verstandigsten koetsier, maar hij moet zich dom kunnen houden!" Hü maakte een buiging. Tien minuten later reed Marilla ai heen. Op den bok zat een koetsier met zulk een onnoozel gelaat, dat Marilla haar lachen slechts met moeite kon bedwingen. Maar toch had hij al spoedig begrepen, dat het te doen was om een eenzamen wan delaar. die in de verte op den straatweg voortging, niet uit het oog te verliezen. Al binnen een kwartier was hij op een voor het doel geschikten afstand gekomen. Hij zag, dat die voetganger eene herberg binnenging en toen ook in 'n rijtuig stapte. Hii volgde dat rijtuig op behoorlijken af stand. Toen men in de nabijheid van St. Amartn was gekomen, reed hij een bosch in, om daar achter de beschutting van een boomengroep te wachten totdat Hegemeister verder zou reizen. In den namiddag bereikten zij Neurenburg. Vóórdat men het dorp binnenreed stapte Marilla uit en rekende ze met den koetsier af. die weer vertrok Langzamerhand werd ze zich het avon tuurlijke van hare positie bewust. Wat zou zij nu kunnen doen, om bij'hem te komen, wiens geheim ze wilde doorgron den en die nu tusschen de vele kleine huizen van het dorp voor hare oogen was ver dwenen? Zou ze naar hem gaan vragen in de een of andere herberg, of bij den bruggewachter? Dat zou immers hetzelfde zijn als de aan dacht der menschen op haar te vestigen! Zoo ver was ze nu gekomen", door eene list, die haar weerzin opwekte. En wat moest die koetsier wel van haar deuken! Moest hij geen valsche verdenking van haar opvatten? En nu was misschien toch al hare moeite vergeefsch. Wat kon ze nog meer doen, zon der zichzelve en Hegemeister te schaden? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5