Dit nummer bestaat uit 20 bladzijden, waaronder het geïllustreerd Zondagsblad in acht bladzijden. Voornaamste Nieuws Leekepreeken. Plaatselijk Nieuws. Zaterdag 12 Juni 1926 50ste Jaargang No. 16273 De Aardbeienoogst te Casiricum. Wij controleeren Uwe uitlotingen gratis met vol ledige garantie tegen renteverlies. DE HEER M. MERENS 70 JAAR. De officiëele huldiging. HET EUCHARISTISCH ZIEKENTRIDUUM IN HET BUITENLAND. in dit nummer. Een Triduum in Berlijn. De winkelweek te Zandvoort. J. J. WEBER ZOON Koningstraat 10 Haarlem. Een handige oplichster. Ernstig ongeval. Verdronken. Bovengrondsche hoogspannings draden te Assendelft verwijderd Tentoonstellingen in aantocht. De abonnementsprijs bedraagt voor Per week 0.25 Haarlem en Agentschappen: Per kwartaal3.25 Franco p;er post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. 'elefoon No. 13866 (3 lijnen). Postrekening No 5970. Adverlentiên 35 cents per regeL Bij contract belangrijke korting. Advertentiën tusscbeD den tekst, als ingezonden mededeeling, 60 ct, per regel; op de le pagina's 75 ct. per regel. Vraag- en aanbod- advertentiën, 14 regels 60 ct. per plaatsing, elke regel meer 15 ct., bij vooruitbetaling. Alle a bonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f Q fl fi ft - Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f7(Jfl bij een ongeval mctf^KU bij verlies van een hand, f 10K bij verlies van een fKJ] bij n breuk van f Alï bij vemes v. een tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 oUUU. verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen: t vv. doodlijken afloop: I ttl 15. een voet of een oog:**'"'' duim of wijsvinger: been of arm: u' andere vinger. 142. OM DE EER, Dit is niet de titel van een nieuwen roman.... om de eer; ook niet de aandui ding van den inhoud van een sensatiefilm of een drama; maar dit opschrift zou kunnen dienen om de kleine operette te betitelen, welke deze week voor den Haagschen poli tierechter is opgevoerd en bij gebrek aan belangwekkender stof in dezen vroegen komkommertijd de aandacht van het cou- rantenlezend publiek in beslag heeft geno men. Het geval biedt stof voor een kleine causerie. Een journalist en een adelijke meneer, die wat aan politiek doet en nu en dan een brochure schrijft, hadden samen ruzie ge kregen. De laatste had den eerste beschul digd en de journalist had de aantijging van zijn aanvaller dwaze praat en pure fantasie genoemd. De jonkheer wilde zich daarop in het blad van den andere verdedigen, maar kreeg daartoe geen gelegenheid. Men kent de rest van de historie: de afgewezene achtte zich beleedigd; daagde zijn partner uit tot een duel. Toen deze weigerde zocht hij zijn eigen recht; diende zijn tegenstander op het perron van het Haagsche station een klinkende oorvijg toe, waarop een gevecht volgde. Deze week speelde het laatste be drijf voor den politierechter af, die den vechtersbaas tot een hooge boete veroor deelde met eenige niet malsche vermaningen in het vonnis. Zulke histories behooren in ons kalme land tot de uitzonderingen. Niet dat vecht partijen en zelfs bloedige met messen en revolvers op onzen bodem vreemd zijn. Maar wanneer wij daarover lezen, dan zijn de betrokkenen doorgaans bewoners van achterbuurten, ruwe zeelieden, in een be ruchte wijk aan het passagieren, of opge schoten jongens in een kermisroes, onder invloed van sterken drank. Maar hier ging het tusschen intellectueelen. waarvan één nog wel tot den adelstand behoort en leider is eener beweging, welke de zedelijke ver heffing van ons volk nastreeft. De uitdaging tot het duel geschiedde in koelen bloede en toen deze werd afgeslagen, werd het dwaze formulier van het tweegevecht punctueel afgewerkt: de duelwet, welke eischt, dat de uitdager zijn weigerachtige tegenpartij een klinkende oorvijg toedient, om zijn minach ting uit te drukken en de lafheid aan de kaak te stellen. Het duel is hier te lande nooit bijzonder in zwang geweest; elders heeft de overheid er krachtig tegen gestreden en, hoeveel onze beschaving nog te wenschen overlaat, wij meenden dat althans deze barbaarschheid nagenoeg uit onze samenlevening verdwenen was. Totdat wij het opeens weer voor een Nederlandschen rechter, door een Neder- landsch jurist hooren verdedigen als een noodzakelijk middel van „moreelen nood weer." Hier raak ik de kern van de zaak. Het geding zelf boezemt ons in dit betoog geen belang in. Laten wij eens veronderstel len, dat de heetgebakerde jonkheer en diens verdediger gelijk hadden; dat de duellist inderdaad door de onmogelijkheid, om zich in het blad van zijn tegenstander te verwe ren, ten onrechte in het publiek als een praatjesmaker was gedoodverfd; dan blijft de vraag klemmen: heeft iemand in zulk een geval de bevoegdheid zijn eigen recht te zoeken, neergeschreven in de regelen van het tweegevecht? Ik twijfel er niet aan, of onder mijn lezers is er niemand, die op deze vraag bevestigend antwoordt. De christelijke ir >raal verbiedt het duel zonder eenig voor behoud. En daarmee zou voor ons de caak zijn afgeloopen. Maar toch niet geheel. Ev is ïan deze kwestie een algemeene kant, welke het bekijken waard is. Aan welken geest heeft het duel zijn ont staan te danken? Hoe is het mogelijk ge weest, dat eeuwen lang beschaafde lieden, christen menschen zelfs, het tweegevecht als een noodzakelijk kwaad onzer samen leving verdedigd hebben? Dat is. te wijten aan een overdreven en onchristelijke opvat ting van ,,de eer, een opvatting, die ook na het uitsterven van het duel is blijven voortleven. De eer is zeker een hoog goed. Wie op komt voor zijn goeden naam, persoonlijk alles vermijdt, wat dien naam in opspraak kan brengen, is een man van karakter. En onze Kerk erkent de waarde van dien onge- repten naam, door gestrengelijk alle eer roof, laster en achterklap te verbieden. Maar evenmin als in andere gevallen is het iemand geoorloofd die eer met alle mid,- delen te verdedigen. Het waandenkbeeld, dat een heleediging niet anders dan door degen of pistool kan worden uitgewischt spruit uit een overschatting van de men- schelijke eer, uit een heidensche opvatting van persoonlijke waardigheid. Eenmaal dit waandenkbeeld aanvaard, sluipen in onze samenleving de afschuwelijkste misstanden. De geschiedenis van het bloeitijdperk van het tweegevecht leert ons, dat vaak opzet telijk een heleediging werd uitge.lokt, om de kans te scheppen een ander uit den weg te ruimen. Die gevaarlijke, overdreven eerbied voor eigen naam, stands- of beroepseer vergiftigt ook thans nog ons openbare leven, Wie in het openbaar optreedt, aanvankelijk eenig succes oogst, en in eigen oogen meer schijnt dan hij zelf is, komt er zoo gemakkelijk toe zich zelf op een troon te plaatsen en als een onschendbaar wezen te beschouwen. Hij vergeet, dat aan dit openbare optreden, vooral in onzen tijd, het gevaar van critiek verbonden is. Bij het groot aantal hoogvlie gers schuren de vleugels zoo gemakkelijk tegen elkaar. Bij het ontembare gepraat in openbare vergaderingen, bij het mateloos geschrijf in dagbladen, brochures en tijd schriften, glipt er zoo gemakkelijk aan een onvoorzichtigen mond of een vluchtige pen een woord, dat de persoon van den tegen stander kwetsend kan achten, 't Zij verre van mij zulk een onvoorzichtigheid te ver ontschuldigen. Maar de wijze, waarop de aangevallene zich verweert, de bitterheid, de scherpte, waarmee hij van zich afbijt, de smaad en hoon, welke hij wegens een vaak onbedoeld kwetsend woord over zijn tegen partij meent te mogen uitgieten toonen maar al te dikwijls een overschatting van eigen waarde en een wraaklusiïgen geest, die verre van den christelijken geest afstaat. Zulk een razernij is uit niets anders dan uit gekrenkten trots te verklaren, uit den hoog moed, welken Paulus zoo juist omschrijft, wanneer hij hem noemt: hooger van zich zelf te denken, dan het betaamt te denken. Zoovelen beschouwen zich zelf om wat ge ërfd of verworven bezit, om eenige aange boren talenten, om een gelukkigen sprong op den maatschappelijken ladder als een aard- sche godheid. Wie naar hen durft raken pleegt heiligschennis. Aan die overschatting van eigenwaarde, welke zoo gemakkelijk met de eer verward wordt, zijn de vele veeten, de persoonlijke rancunes, het af- slootende twistgeschrijf, ook onder christe nen, te wijten. Het is alles te zamen een gebrek aan naastenliefde, aan vergevings gezindheid. En hiermee keeren wij tot ons uitgangspunt terug. De duelliefhebber zegt: wanneer men mij niet openlijk voldoening geeft, als ik mij beleedigd acht, dan zoek ik eigen recht; dan moeten de wapenen maar beslissen; liever „eervol" sneven, dan eerloos voort leven. De meesten versmaden dit barbaar- sche middel, maar blijven niettemin na een krenkend woord hun tegenstander fanatiek vervolgen, rusteloos, somtijds tot hun dood toe. Waar blijft bij deze laatsten de chris telijke deugd, welke eischt beleedigingen te vergeven; sterker nog, de andere wang te bieden, wanneer men op de eene geslagen is? Wat zou de wereld gelukkiger, de sa menleving rustiger zijn, wanneer er wat meer grootmoedigheid en wat minder eigen waan heerschte. Een zakelijk woord, een kalme vraag van den beleedigde heeft meestal tot uitwerking, dat de tegenstan der zijn ongelijk inziet en nog vaker, dat er van opzet tot beleedigen ganschelijk geen sprake was; dat het geschil na op gehelderd misverstand gemakkelijk uit den weg is te ruimen. Wees waakzaam voor uwe eer; wees gie rig zelfs op uw goeden naam. Maar zorg allereerst dezen zelf- door eigen gedrag, door een ondubbelzinnig leven, door klaar heid in woord en daad, door overeenstem ming tusschen lessen aan anderen en eigen levenspractijk, hoog te houden. De onder vinding leert, dat de laster aan evenwich tige, hoogstaande, ongerepte personen niet gemakkelijk raakt of wel spoedig zijn tan den stuk bijt. Houd hoog uw eer, dat is uw recht, het kan zelfs dure plicht zijn; maar speel geen rechter in eigen zaak. Vecht voor uw eer met christelijke wapenen, dat is; ga uw beleediger tegemoet met een koel hoofd, zonder haat in uw oog, zonder wrok in uwe stem. Vraag hetn uitleg van zijn woorden of daden, minzaam zonder ge veinsdheid, ernstig zonder toorn; in de eene hand, zoo noodig de bewijzen uwer onschuld, maar de andere uitgestrekt ter verzoening. Zoo zult ge, wat de Schrift zoo teekenend noemt, kolen vuurs op zijn hoofd verzamelen. Zulk een christelijke rid derlijkheid zal den tegenstander onmiddel lijk ontwapenen en, wanneer hij nog een menschenhart in zich draagt, zal zooveel edelmoedigheid hem het schaamrood naar het hoofd jagen. Is er een edeler en meer afdoende wijze om over zijn tegenstander te triumfeeren? Waarom wordt dan niet meer gegrepen naar dit sterke wapen van de deugd der christelijke vergevingsgezindheid? Omdat de ware christelijke geest, waarvan de naas tenliefde de toetsteen is, nog bij zoovelen ook bij zich noemende christenen, nog niet diep genoeg is doorgedrongen, en orider een uiterlijk vernis van christelijke beschaving een heidensche trotsch, een overschatting van eigen persoonlijkheid, een gebrek aan nederigheid, een wraaklust tegenover vijanden is blijven leven. Geen beter gelegenheid voor den menscji om de diepte van zijn eigen, innerlijke, christelijke beschaving te peilen dan zijn eigen gedrag na te gaan in oogenblikken, waarin hij zijn eergevoel beleedigd acht. HOMO SAPIENS. Men schrijft ons uit Castricum. Tengevolge van het aanhoudende koude en gure weer en den velen regenval, zal de aardbeienoogst hier voor een groot gedeelte mislukken. Wat toch is het geval? Door de koude is de vrucht niet tot was dom gekomen en verkleumt geheel. Het ge volg is, dat de aardbeien klein*blijven, maar daarentegen de dop groot wordt, alsmede ook het blad van de struik. De eerste oogst is dan ook tengevolge van het slechte weer van de laatste dagen bijna geheel weg, en daar moet de tuinder het van hebben. De warmte blijft maar steeds uit, terwijl door den velen regenval de boonen, die geplant zijn, zullen verrotten, waardoor ook de oogst daarvan niet al te groot zal zijn. Voor den kouden grond-tuinder ziet het er niet te best uit. Na den heer Maarschalk werd het woord gevoerd door Jhr. A. W. G. v. Riemsdijk, die als voorzitter der huldigingscommissie allereerst dank bracht aan den heer Maar schalk, die het huldeblijk had willen over handigen, dank ook bracht spr. verder aan den heer Nord Thomson voor de vele werk zaamheden in de commissie verricht. Dan zich tot den heer Merens wendend prees hij dien als een stoeren en harden werker. Altijd is hij bezig met de dingen die hem belang inboezemen. Nooit heeft hij rust. Spr. hoopt echter dat de heer Merens ten opzichte van zijn vele beslommeringen zijn leeftijd in acht zal nemen, want zijn tal rijke vrienden wenschen hem nog lang in hun midden te behouden. Ontroerd dankte de heer Merens voor deze vele bewijzen van sympathie. Waaraan heef} spr. al die hartelijke woorden verdiend, vraagt hij zich af. De aanbieding van het huldeblijk en de album, de aanwezigheid van zoo talrijke RIME IMK :0'':.'Vc:VV DE EERW. ZUSTER BERNARDA (in de wereld C. M. Tkorborg. van Asser.- delit) van de orde der Dominicanessen, vierde gisteren haar 25-jarig Proiessiefeest. De Ecrw. jubilaresse rrbeidt thans in 't ge sticht voor geestes- abnormale kinderen ,„Lc Rosaire" te Oost- Ïuinkerken-Bais (Bel gië). In Huize Hildebrandt had gistermiddag de officieële huldiging plaats van den heer M. Merens ter gelegenheid van diens 70sten verjaardag. De beide zalen van Huize Hildebrandt, welke kwistig met bloemstukken waren ge sierd, vulden zich omstreeks 3 uur met een groote schare hoogwaardigheidsbekleeders en autoriteiten, leden van hef crps consulair enz. die de officieele huldiging kwamen bij wonen. Onder de talrijke aanwezigen bevonden zicho.m. de burgemeester van Haarlem, de heer C. Maarschalk, de burgemeester van Hoorn, verschillende leden van het corps- consulair en van de cercle consulair, verte genwoordigers van het generaal van Heutz- fonds, officieren van het landstorm-motor corps, vertegenwoordigers van de maat schappij Apollo te Amsterdam, vertegen woordigers van het Nederlandsch Tooneel- verbond, vertegenwoordigers van de Haar- lemsche Tooneelvereeniging Jacob v. Len- nep, afgevaardigden van het Amsterdamsch Brandweerkorps, verder prof. Veraart, leeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft en de heer J. B. Bomans, lid van Gedep. Staten van Noord-Holland en lid van de Tweede Kamer. Het eerst werd het woord gevoerd door den burgemeester van Haarlem, eere-voor- zitter van het huldigingscomité. Spr. begon met den heer Merens met zijn 70sten verjaardag van harte geluk te wen schen. Het is spr. een bijzonder genoegen thans niet alleen de gevoelens te mogen vertolken van de talrijke vrienden van den heer Merens maar ook de sympathie te mogen uiten, die spr. voor den heer Merens koestert. Spr. schilderde dan den heer Merens als een zeer arbeidzaam man, die veel, zeer veel had gewerkt reeds op verschillende wijzen en op vele plaatsen zijn de groote verdiensten van den heer Merens in het licht gesteld en daarom behoeft spr. er ook thans weer geen opsomming van te doen. Als spr. zoo eens nagaat, wat de heer Merens voor iedereen heeft gedaan, hoe hij steeds de hartelijke, joviale persoonlijkheid was, die zelf altijd verheugd was, wanneer zijn werken voor anderen met succes werd bekroond, dan ver wondert spr. de groote vriendschap, welke thans den heer Merens wordt betoond, geenszins. Eén ding is spr. opgevallen en dat is wel dit, dat alles, wat de heer Merens in zijn leven deed, te verdeelen was in twee groepen, n.l. in datgene wat hij deed voor zijn land, voor anderen en wat hij deed voor zich zelf. Die groepen, als ,te qualificeeren als ernst en luim, stonden niet naast elkander in het leven van den jubilaris, maar zij vloeiden als 't ware dooreen en dat is het juist, de voortreffelijke combinatie van ernst en luim, die den heer Merens nog in zijn ouderdom jeugdige krachten schenkt. Namens het comité bood spr. dan den heer Merens de marmeren buste aan, vervaardigd door den beeldhouwer Abr. Hesselink, welke buste geplaatst zal worden in de Merens- kamer van 't West-Friesch Museum te Hoorn. Dit huldeblijk deed spr. vergezeld gaan van een album, waarin de handteekeningen fan alle vrienden en collega's die hadden bijgedragen- hoogstaande personen, het is alles over weldigend. „Le souvenir, c'est le poëzie du coeur, zegt het spreekwoord en dan denkt spr. terug aan zijn jeugd en verhaalt hij een voorval. Het was op zekeren keer, toen zijn vader een werkmap uitliet, dien hij met raad en daad had bijgestaan. De dank, dien hij toen uit- den mond van den werkman .hoorde, deed hem besluiten het heerlijk voorbeeld van zijn vader na te volgen. En heeft spr. dit misschien eenigszins in zijn leven kunnen bereiken, dan heeft hij daarmede de nagedachtenis van zijn onverge- telijken vader geëerd. Allen hebben zich thans aan spr. verplicht en hij kan hen niet anders antwoorden dan „Dank, hartelijk dank." Deze woorden gingen vergezeld vah een luid applaus der aanwezigen. Nog vele personen voerden hierna het woord. Van hen memoreeren wij den heer Nord voorbeeld stelde aan de jongeren, door den heer L. Moor, verder door den heer J. v. Maris, die namens de Haarlemsche Tooneel vereeniging „Jacob van Lennep" bloemen offreerde. Dr. Tjebbo Franken sprak namens het Nederlandsch Tooneelverbond. Ook een vertegenwoordiger van den com mandant van het Amsterdamsch Brandweer korps sprak sympathieke woorden. Dr. Smeenge memoreerde het vele goede door den jubilaris gedaan in het belang van de Drentsche werkeloozen. De heer Bern. J. Citroen) consul-generaal van Nicaragua huldigde als collega den heer Merens om zijn groote verdiensten voor het corps-consulair te Amsterdam en voor de cercle consulair. Ten slotte werd nog het woord gevoerd door prof. Veraart. De officieële huldiging was hiermede ten einde. Zeer talrijk waren de personen, die van de gelegenheid gebruik maakten, den jubi laris te complimenteeren. Het belang van ons land bij een ongd- stoorden uitvoer van vleesch. Vergadering van den Algemeenen Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties. De houding van Brazilië ten opzichte va» den Volkenbond. Een telegram van den President aan Melio Franco. Italië protesteert tegen de samenstelling van het bureau der werkliedengroep, waar van Oudegeest en Fimmen resp. voorzitter en secretaris zijn. Hervormingsplan van president Loebe in^ zake regeling van werkzaamheden in den Rijksdag. De mijnwerkersiederatie in Engeland heeit opnieuw een bedrag uit Rusland ontvangen. De studenten van alle Duiiscbe hooge- scholen zuilen a.s. Dinsdag staken. Zie verder Laatste Nieuws. DE EERW, ZUSTER MARIA CATHARINA (in de wereld mej. Maria Wagenaar) Moeder overste van het Zusterhuis te Warmenhuizen (N.-H.), die Zondag 13 Juni haar zilveren professiefeest hoopt te vieren. Thomson, die enkele brieven citeerde, waarin op lofwaardige wijze over den heer Merens en over zijn werk werd gesproken. Namens het "huldigingscomité deelde spr. ook mede, dat was besloten aan den heer Merens een geperfectionneerde complete radioinstallatie cadeau te geven. De Voorzitter van het Generaal von Heutzfonds, de heer Solkesz memoreerde de steeds sympathieke samenwerking met den heer Merens. Aan den heer Merens heeft het fonds zeer veel te danken. In dat verband memoreert spr. de hulde aan gene raal von Heutz gebracht het feit, dat 260 kinderen op kosten van het fonds worden opgevoed en onderwezen de oprichting van de Ruyterschool te Vlissingen. Dit alles kwam tot stand met de intense medewerking van den heer Merens. Namens de officieren van het Landstorm- Motorcorps werd het woord gevoerd door de reserve luitenant-kolonel Sweerts-de Jong, die vooral de bereidwilligheid van den jubilaris memoreerde, waarmede deze steeds klaar stond om anderen te helpen. Namens de officieren bood spr. een reisklokje aan. De heer Bernard Smit sprak namens de maatschappij „Apollo" te Amsterdam, waar van de heer Merens president commissaris is. Spr. memoreerde, hoe de heer Merens voor de maatscnappij Apollo steeds een charmante president commissaris was. Namens de maatschappij overhandigde spr. den jubilaris een oorkonde, voorzien van de handteekeningen van de leden van het dagelijksch bestuur der maatschappij. Aan mevr. Merens bood spr. bloemen aan. Nog werd het woord gevoerd door den heer Lio'n van Lier, die den heer Merens ten De „Grosz-Berliner Anzeiger" van Zater dag 5 Juni j.l. bevat een uitvoerig verslag van een Eucharistisch Ziekentriduum, voor het eerst te Berlijn gehouden in de parochiekerk van St. Michael. „Het voorbeeld tot dit Triduum", zoo schrijft het blad o.m., „werd gegeven door de Hollanders. In het kleine plaatsje Bloemendaal, bij Haarlem, in Noord-Holland, heeft pastoor Willenborg het vorig jaar zulk een Triduum gehouden en daarmede een buitengewoon succes bereikt. Het is gebleken, dat een ge wichtig nieuw gezichtspunt in de geestelijke verpleging der zieken voor den dag is getre den. In Amsterdam, Nijmegen en in den Haag is het Triduum reeds gehouden. Pater Sudbrack S.J. uit Leutesdorf schrijft „Tranen van vreugde in de oogen en op de wangen van honderden zieken en honderden gezonden, die meevoelden, meeleefden, mee- offerden, meecommuniceerden, meebaden en meezongen, zijn de kostbare, onomstoote- lijke bewijzen voor het groote geluk en de groote waarde dier drie dagen." De vruchten van het Ziekentriduum waren overvloedig; de zieken gaven het heerlijkste voorbeeld van geloof, eerbied en liefde tot Jezus in het H. Sacrament. Zij gevoelden zich als kostbare menschen, als leekenapostelen. Het- leeken-apostolaat van het lijden. Met vreugde offerden de zieken hun lijden op. Gedurende geheel het triduum gevoelde geen enkele zieke zich onwel, allen waren in feestelijke stemming, in de oogenblikken tusschen de plechtigheden werd geschertst en gelachen. Velen gevoelden zich na het tri duum zelfs wat beter. Het zieken-apostolaat was en is de kostbaarste vrucht van het gehee le Triduum. Dan het Triduum in de St. Michaëlskerk beschrijvend verhaalt het blad, hoe heel de parochie zich als 't ware één ge voelde en medewerkte om het Triduum te doen slagen. Zeer behulpzaam was de Reddingsbrigade der stad Berlijn, die een groote ziekenauto ter beschikking stelde en daardoor de parochie zeer aan zich verplichtte. Door de hulp van particulieren werden verder 12 auto's voor het vervoer der zieken ter beschikking gesteld, bovendien zieken stoelen en ziekenwagentjes, bedden met alle benoodigdheden enz. En wanneer men be denkt, dat 150 zieken gedurende twee dagen volledig kosteloos ruimschoots van spijs en drank voorzien konden worden, dan kan men aan de milde gevers, onder wie zich ook niet Katholieken bevonden, die uit sympathie hun medewerking verleenden, een woord van dank en erkentelijkheid niet onthouden. Het feest begon met een plechtige Hoogmis met uitstelling van het Allerheiligste en ge meenschappelijke H. Communie. Menige zieke, die reeds jarenlang aan het ziekbed gekluisterd lag, had zich weer eens door de milde zonnestralen, die gelukkig door de wolken braken, kunnen laten bestralen. En zij mochten Gods Huis weer terugzien, waar zij voor het altaar in de dagen van gezondheid, geknield hadden, waar zij de Eerste H. Com munie hadden ontvangen, waar zij den trouw ring bij hun huwelijk uit de hand van den priester hadden mogen aannemen, een aan grijpend beeld. De godsvrucht -en de volledig overgave van de zieken maakte een roerenden, overweldigenden indruk. In menig oog wel den de tranen op. Tot zoover het verslag. Ook in het buiten land dus is men vol geestdrift bezield voor het Eucharistisch Triduum en het heerlijk werk van het Ziekenapostolaat. Waren de etalages van de deelnemers aan de Eerste Zandvoortsche Winkelweek reeds schitterend, thans hebben de slagers van de Vrijdagavond gebruik gemaakt om eens extra hun etalages te verzorgen. De grootste zorg is aan de tentoonstelling gewijd en wat geboden wordt is een waardige aanvulling van wat de andere zakenmenschen reeds in hun etalages ten beste hadden ge geven. Het blijkt, dat de winkelweek wat de be langstelling van het publiek betreft, geheel aan het doel beantwoordt. Het aantal deelnemers is nu in totaal 112, waarvan 109 een letter in de etalage hebben. De namen van hen, die zulk een letter in hun etalage hebben zijn per strooibiljet bekend gemaakt. Zij, die zich geven aan het oplossen der puzzle moeten dus 109 letters rangschikken tot een geheel. Het gezegeld couvert met het antwoord is ter hand gesteld aan Burgemeester van Alphen, die het couvert 21 Juni zal openen en dan tevens de loting houden uit de goede oplossers. Het aantal prijzen is nog vergroot. „DE LACHENDE CAVALL1ER"! In verband met de inbeslagneming van het schilderij ,,Dc Lachende Cavalier", ten huize van Dr. C. Hofstede de Groot, kan nog wor den gemeld, dat dit schilderij gisteren ter beschikking van den Officier van Justitie te Amsterdam is gesteld om als overtuigend stuk te dienen in de strafzaak tegen de hee- ren Van Wijngaarden en De Haas. Ook heeft de justitie beslag gelegd op de indertijd door dr. Hofstede de Groot uitgebrachte expertise- Barometerstand 9 uur v.m.: 758. Vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 9 51 en overmorgen om 9.52 Eenige dagen geleden meldde zich op een der kleeren bleekerijen te Bloemendaal een jong meisje aan, om in dienst te mogen ko men. Zij gaf voor genaamd te zijn Elly Du- vraine en wonend te zijn te Bennebroek. Aangezien de bleeker wel eenig personeel noodig had, werden haar diensten aanvaard, doch onder een voorbehoud. De jonge dame wilde n.l. eerst informeeren naar de kosten- van een abonnement per spoor per maand en beloofde den volgenden dag terug tekomen. Werkelijk kwam het meisje den volgenden dag bij den bleeker, en verzocht een voor schot van 8.-, waarmede de bleeker accoord. ging om dan per week een zeker bedrag van het loon af te houden. Alles was in orde, en de juffrouw zou den volgenden dag in betrekking komen. Tot nu toe verscheen geen gediensti ge, zoodat de patroon argwaan kreeg, en de politie van Bloemendaal hiermede in kennis stelde. Deze mocht het gelukken de bewuste juffrouw te Heemstede op te sporen. Het bleek te zijn de 19-jarige M. H. Zij werd te Overveen in arrest gesteld, om voor den Of ficier van Justitie te Haarlem te worden geleid. De molenaar A. v. Maasdam te Nieuw- Vennep kreeg bij het aanzetten van den mo tor om te malen een ernstig ongeluk. Vermoe delijk heeft zich in het te malen graan een ijzeren voorwerp bevonden, waardoor de molensteen uit elkander is geslagen. De mo lenaar werd oor een stuk molensteen zeer ernstig getroffen. Hij kreeg het stuk op zich, zoodat het slechts met groote moeite van hem verwijderd kon worden. Inwendig zwaar ge kneusd werd hij opgenomen. Een 2 Jó-jarig zoontje van de familie Jacs Rijnbeek aan den Hillegomschen dijk te Nieuw-Vennep geraakte al spelenderwijs in de ringvaart. Door J. Griekspoor werd het knaapje uit d? ringvaart gehaald, doch helaax was de kleine reeds overleden. Voor de o ude* wel droevig. Zooals velen onzer lezers zich nog wel zul len herinneren werd verleden jaar een schil der gedood, werkzaam aan de watermachine „De Landbouw" doordat hij in aanraking kwam met een draad van het hoogspannings net. Door het P.E.N. is daarna het net te dier plaatse voldoende geïsoleerd, zoodat een dergelijke ongeluk niet meer kan voorkomen. Wij hebben er toen op gewezen, dat in het dorp, bij het gebouw der Centrale de hoog spanningsdraden over den weg gespannen waren, dat het vangnet onder die draden ver van voldoende was en derhalve de situatie in hooge mate gevaarlijk was. Nu kregen wij dezer dagen van den lijnwerker het verblij dend bericht, dat de bovengrondsche hoog spanningsdraden verwijderd zijn en dat de stroom nu geleid wordt door een onder- grondschen kabel dus het groote gevaar daar is nu ook opgeheven. Voor velen een geruststelling, dat het P.E.N. deze verande ring heeft aangebracht. Naar wij uit goede bron vernemen, zal hier ter stede binnenkort nog een tweetal tentoonsellingen gehouden worden. Het ligt nl. in de bedoeling, om evenals vereden jaar ook dit jaar weder een Kruidenierstentoon stelling ie houden en voorts om in den aan vang van het volgend jaar Haarlem in aan merking te doen komen voor een groote Bakkerij-ten toon s+*-m~J'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 1