Dit nummer bestaat uit 20 bladzijden, waaronder het
geïllustreerd Zondagsblad in acht bladzijden.
Voornaamste Nieuws
Leekepreeken.
Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 12 Juni 1926
50ste Jaargang No. 16273
De Aardbeienoogst te Casiricum.
Wij controleeren Uwe uitlotingen gratis met vol
ledige garantie tegen renteverlies.
DE HEER M. MERENS
70 JAAR.
De officiëele huldiging.
HET EUCHARISTISCH
ZIEKENTRIDUUM IN
HET BUITENLAND.
in dit nummer.
Een Triduum in Berlijn.
De winkelweek te Zandvoort.
J. J. WEBER ZOON
Koningstraat 10 Haarlem.
Een handige oplichster.
Ernstig ongeval.
Verdronken.
Bovengrondsche hoogspannings
draden te Assendelft verwijderd
Tentoonstellingen in aantocht.
De abonnementsprijs bedraagt voor
Per week 0.25
Haarlem en Agentschappen:
Per kwartaal3.25
Franco p;er post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux: NASSAULAAN 49.
'elefoon No. 13866 (3 lijnen).
Postrekening No 5970.
Adverlentiên 35 cents per regeL
Bij contract belangrijke korting.
Advertentiën tusscbeD den tekst,
als ingezonden mededeeling, 60 ct,
per regel; op de le pagina's 75 ct.
per regel. Vraag- en aanbod-
advertentiën, 14 regels 60 ct.
per plaatsing, elke regel meer
15 ct., bij vooruitbetaling.
Alle a bonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f Q fl fi ft - Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f7(Jfl bij een ongeval mctf^KU bij verlies van een hand, f 10K bij verlies van een fKJ] bij n breuk van f Alï bij vemes v. een
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 oUUU. verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen: t vv. doodlijken afloop: I ttl 15. een voet of een oog:**'"'' duim of wijsvinger: been of arm: u' andere vinger.
142.
OM DE EER,
Dit is niet de titel van een nieuwen
roman.... om de eer; ook niet de aandui
ding van den inhoud van een sensatiefilm
of een drama; maar dit opschrift zou kunnen
dienen om de kleine operette te betitelen,
welke deze week voor den Haagschen poli
tierechter is opgevoerd en bij gebrek aan
belangwekkender stof in dezen vroegen
komkommertijd de aandacht van het cou-
rantenlezend publiek in beslag heeft geno
men. Het geval biedt stof voor een kleine
causerie.
Een journalist en een adelijke meneer, die
wat aan politiek doet en nu en dan een
brochure schrijft, hadden samen ruzie ge
kregen. De laatste had den eerste beschul
digd en de journalist had de aantijging van
zijn aanvaller dwaze praat en pure fantasie
genoemd. De jonkheer wilde zich daarop
in het blad van den andere verdedigen, maar
kreeg daartoe geen gelegenheid. Men kent
de rest van de historie: de afgewezene
achtte zich beleedigd; daagde zijn partner
uit tot een duel. Toen deze weigerde zocht
hij zijn eigen recht; diende zijn tegenstander
op het perron van het Haagsche station een
klinkende oorvijg toe, waarop een gevecht
volgde. Deze week speelde het laatste be
drijf voor den politierechter af, die den
vechtersbaas tot een hooge boete veroor
deelde met eenige niet malsche vermaningen
in het vonnis.
Zulke histories behooren in ons kalme
land tot de uitzonderingen. Niet dat vecht
partijen en zelfs bloedige met messen en
revolvers op onzen bodem vreemd zijn.
Maar wanneer wij daarover lezen, dan zijn
de betrokkenen doorgaans bewoners van
achterbuurten, ruwe zeelieden, in een be
ruchte wijk aan het passagieren, of opge
schoten jongens in een kermisroes, onder
invloed van sterken drank. Maar hier ging
het tusschen intellectueelen. waarvan één
nog wel tot den adelstand behoort en leider
is eener beweging, welke de zedelijke ver
heffing van ons volk nastreeft. De uitdaging
tot het duel geschiedde in koelen bloede en
toen deze werd afgeslagen, werd het dwaze
formulier van het tweegevecht punctueel
afgewerkt: de duelwet, welke eischt, dat de
uitdager zijn weigerachtige tegenpartij een
klinkende oorvijg toedient, om zijn minach
ting uit te drukken en de lafheid aan de
kaak te stellen.
Het duel is hier te lande nooit bijzonder
in zwang geweest; elders heeft de overheid
er krachtig tegen gestreden en, hoeveel onze
beschaving nog te wenschen overlaat, wij
meenden dat althans deze barbaarschheid
nagenoeg uit onze samenlevening verdwenen
was. Totdat wij het opeens weer voor een
Nederlandschen rechter, door een Neder-
landsch jurist hooren verdedigen als een
noodzakelijk middel van „moreelen nood
weer." Hier raak ik de kern van de zaak.
Het geding zelf boezemt ons in dit betoog
geen belang in. Laten wij eens veronderstel
len, dat de heetgebakerde jonkheer en diens
verdediger gelijk hadden; dat de duellist
inderdaad door de onmogelijkheid, om zich
in het blad van zijn tegenstander te verwe
ren, ten onrechte in het publiek als een
praatjesmaker was gedoodverfd; dan blijft
de vraag klemmen: heeft iemand in zulk
een geval de bevoegdheid zijn eigen recht
te zoeken, neergeschreven in de regelen van
het tweegevecht? Ik twijfel er niet aan, of
onder mijn lezers is er niemand, die op deze
vraag bevestigend antwoordt. De christelijke
ir >raal verbiedt het duel zonder eenig voor
behoud. En daarmee zou voor ons de caak
zijn afgeloopen. Maar toch niet geheel. Ev is
ïan deze kwestie een algemeene kant,
welke het bekijken waard is.
Aan welken geest heeft het duel zijn ont
staan te danken? Hoe is het mogelijk ge
weest, dat eeuwen lang beschaafde lieden,
christen menschen zelfs, het tweegevecht
als een noodzakelijk kwaad onzer samen
leving verdedigd hebben? Dat is. te wijten
aan een overdreven en onchristelijke opvat
ting van ,,de eer, een opvatting, die ook
na het uitsterven van het duel is blijven
voortleven.
De eer is zeker een hoog goed. Wie op
komt voor zijn goeden naam, persoonlijk
alles vermijdt, wat dien naam in opspraak
kan brengen, is een man van karakter. En
onze Kerk erkent de waarde van dien onge-
repten naam, door gestrengelijk alle eer
roof, laster en achterklap te verbieden.
Maar evenmin als in andere gevallen is het
iemand geoorloofd die eer met alle mid,-
delen te verdedigen. Het waandenkbeeld,
dat een heleediging niet anders dan door
degen of pistool kan worden uitgewischt
spruit uit een overschatting van de men-
schelijke eer, uit een heidensche opvatting
van persoonlijke waardigheid. Eenmaal dit
waandenkbeeld aanvaard, sluipen in onze
samenleving de afschuwelijkste misstanden.
De geschiedenis van het bloeitijdperk van
het tweegevecht leert ons, dat vaak opzet
telijk een heleediging werd uitge.lokt, om de
kans te scheppen een ander uit den weg te
ruimen.
Die gevaarlijke, overdreven eerbied voor
eigen naam, stands- of beroepseer vergiftigt
ook thans nog ons openbare leven, Wie in
het openbaar optreedt, aanvankelijk eenig
succes oogst, en in eigen oogen meer schijnt
dan hij zelf is, komt er zoo gemakkelijk toe
zich zelf op een troon te plaatsen en als een
onschendbaar wezen te beschouwen. Hij
vergeet, dat aan dit openbare optreden,
vooral in onzen tijd, het gevaar van critiek
verbonden is. Bij het groot aantal hoogvlie
gers schuren de vleugels zoo gemakkelijk
tegen elkaar. Bij het ontembare gepraat in
openbare vergaderingen, bij het mateloos
geschrijf in dagbladen, brochures en tijd
schriften, glipt er zoo gemakkelijk aan een
onvoorzichtigen mond of een vluchtige pen
een woord, dat de persoon van den tegen
stander kwetsend kan achten, 't Zij verre
van mij zulk een onvoorzichtigheid te ver
ontschuldigen. Maar de wijze, waarop de
aangevallene zich verweert, de bitterheid,
de scherpte, waarmee hij van zich afbijt, de
smaad en hoon, welke hij wegens een vaak
onbedoeld kwetsend woord over zijn tegen
partij meent te mogen uitgieten toonen maar
al te dikwijls een overschatting van eigen
waarde en een wraaklusiïgen geest, die
verre van den christelijken geest afstaat.
Zulk een razernij is uit niets anders dan uit
gekrenkten trots te verklaren, uit den hoog
moed, welken Paulus zoo juist omschrijft,
wanneer hij hem noemt: hooger van zich
zelf te denken, dan het betaamt te denken.
Zoovelen beschouwen zich zelf om wat ge
ërfd of verworven bezit, om eenige aange
boren talenten, om een gelukkigen sprong op
den maatschappelijken ladder als een aard-
sche godheid. Wie naar hen durft raken
pleegt heiligschennis. Aan die overschatting
van eigenwaarde, welke zoo gemakkelijk
met de eer verward wordt, zijn de vele
veeten, de persoonlijke rancunes, het af-
slootende twistgeschrijf, ook onder christe
nen, te wijten. Het is alles te zamen een
gebrek aan naastenliefde, aan vergevings
gezindheid.
En hiermee keeren wij tot ons uitgangspunt
terug. De duelliefhebber zegt: wanneer men
mij niet openlijk voldoening geeft, als ik
mij beleedigd acht, dan zoek ik eigen recht;
dan moeten de wapenen maar beslissen;
liever „eervol" sneven, dan eerloos voort
leven. De meesten versmaden dit barbaar-
sche middel, maar blijven niettemin na een
krenkend woord hun tegenstander fanatiek
vervolgen, rusteloos, somtijds tot hun dood
toe. Waar blijft bij deze laatsten de chris
telijke deugd, welke eischt beleedigingen
te vergeven; sterker nog, de andere wang te
bieden, wanneer men op de eene geslagen
is?
Wat zou de wereld gelukkiger, de sa
menleving rustiger zijn, wanneer er wat
meer grootmoedigheid en wat minder eigen
waan heerschte. Een zakelijk woord, een
kalme vraag van den beleedigde heeft
meestal tot uitwerking, dat de tegenstan
der zijn ongelijk inziet en nog vaker, dat
er van opzet tot beleedigen ganschelijk
geen sprake was; dat het geschil na op
gehelderd misverstand gemakkelijk uit den
weg is te ruimen.
Wees waakzaam voor uwe eer; wees gie
rig zelfs op uw goeden naam. Maar zorg
allereerst dezen zelf- door eigen gedrag,
door een ondubbelzinnig leven, door klaar
heid in woord en daad, door overeenstem
ming tusschen lessen aan anderen en eigen
levenspractijk, hoog te houden. De onder
vinding leert, dat de laster aan evenwich
tige, hoogstaande, ongerepte personen niet
gemakkelijk raakt of wel spoedig zijn tan
den stuk bijt. Houd hoog uw eer, dat is uw
recht, het kan zelfs dure plicht zijn; maar
speel geen rechter in eigen zaak. Vecht
voor uw eer met christelijke wapenen, dat
is; ga uw beleediger tegemoet met een koel
hoofd, zonder haat in uw oog, zonder wrok
in uwe stem. Vraag hetn uitleg van zijn
woorden of daden, minzaam zonder ge
veinsdheid, ernstig zonder toorn; in de
eene hand, zoo noodig de bewijzen uwer
onschuld, maar de andere uitgestrekt ter
verzoening. Zoo zult ge, wat de Schrift zoo
teekenend noemt, kolen vuurs op zijn
hoofd verzamelen. Zulk een christelijke rid
derlijkheid zal den tegenstander onmiddel
lijk ontwapenen en, wanneer hij nog een
menschenhart in zich draagt, zal zooveel
edelmoedigheid hem het schaamrood naar
het hoofd jagen.
Is er een edeler en meer afdoende wijze
om over zijn tegenstander te triumfeeren?
Waarom wordt dan niet meer gegrepen
naar dit sterke wapen van de deugd der
christelijke vergevingsgezindheid? Omdat
de ware christelijke geest, waarvan de naas
tenliefde de toetsteen is, nog bij zoovelen
ook bij zich noemende christenen, nog niet
diep genoeg is doorgedrongen, en orider een
uiterlijk vernis van christelijke beschaving
een heidensche trotsch, een overschatting
van eigen persoonlijkheid, een gebrek aan
nederigheid, een wraaklust tegenover
vijanden is blijven leven.
Geen beter gelegenheid voor den menscji
om de diepte van zijn eigen, innerlijke,
christelijke beschaving te peilen dan zijn
eigen gedrag na te gaan in oogenblikken,
waarin hij zijn eergevoel beleedigd acht.
HOMO SAPIENS.
Men schrijft ons uit Castricum.
Tengevolge van het aanhoudende koude
en gure weer en den velen regenval, zal de
aardbeienoogst hier voor een groot gedeelte
mislukken. Wat toch is het geval?
Door de koude is de vrucht niet tot was
dom gekomen en verkleumt geheel. Het ge
volg is, dat de aardbeien klein*blijven, maar
daarentegen de dop groot wordt, alsmede
ook het blad van de struik.
De eerste oogst is dan ook tengevolge van
het slechte weer van de laatste dagen bijna
geheel weg, en daar moet de tuinder het van
hebben. De warmte blijft maar steeds uit,
terwijl door den velen regenval de boonen,
die geplant zijn, zullen verrotten, waardoor
ook de oogst daarvan niet al te groot zal
zijn.
Voor den kouden grond-tuinder ziet het
er niet te best uit.
Na den heer Maarschalk werd het woord
gevoerd door Jhr. A. W. G. v. Riemsdijk,
die als voorzitter der huldigingscommissie
allereerst dank bracht aan den heer Maar
schalk, die het huldeblijk had willen over
handigen, dank ook bracht spr. verder aan
den heer Nord Thomson voor de vele werk
zaamheden in de commissie verricht.
Dan zich tot den heer Merens wendend
prees hij dien als een stoeren en harden
werker. Altijd is hij bezig met de dingen
die hem belang inboezemen. Nooit heeft hij
rust.
Spr. hoopt echter dat de heer Merens
ten opzichte van zijn vele beslommeringen
zijn leeftijd in acht zal nemen, want zijn tal
rijke vrienden wenschen hem nog lang in hun
midden te behouden.
Ontroerd dankte de heer Merens voor deze
vele bewijzen van sympathie. Waaraan heef}
spr. al die hartelijke woorden verdiend,
vraagt hij zich af.
De aanbieding van het huldeblijk en de
album, de aanwezigheid van zoo talrijke
RIME
IMK
:0'':.'Vc:VV
DE EERW. ZUSTER BERNARDA
(in de wereld C. M.
Tkorborg. van Asser.-
delit) van de orde der
Dominicanessen, vierde
gisteren haar 25-jarig
Proiessiefeest.
De Ecrw. jubilaresse
rrbeidt thans in 't ge
sticht voor geestes-
abnormale kinderen
,„Lc Rosaire" te Oost-
Ïuinkerken-Bais (Bel
gië).
In Huize Hildebrandt had gistermiddag
de officieële huldiging plaats van den heer
M. Merens ter gelegenheid van diens 70sten
verjaardag.
De beide zalen van Huize Hildebrandt,
welke kwistig met bloemstukken waren ge
sierd, vulden zich omstreeks 3 uur met een
groote schare hoogwaardigheidsbekleeders
en autoriteiten, leden van hef crps consulair
enz. die de officieele huldiging kwamen bij
wonen.
Onder de talrijke aanwezigen bevonden
zicho.m. de burgemeester van Haarlem, de
heer C. Maarschalk, de burgemeester van
Hoorn, verschillende leden van het corps-
consulair en van de cercle consulair, verte
genwoordigers van het generaal van Heutz-
fonds, officieren van het landstorm-motor
corps, vertegenwoordigers van de maat
schappij Apollo te Amsterdam, vertegen
woordigers van het Nederlandsch Tooneel-
verbond, vertegenwoordigers van de Haar-
lemsche Tooneelvereeniging Jacob v. Len-
nep, afgevaardigden van het Amsterdamsch
Brandweerkorps, verder prof. Veraart, leeraar
aan de Technische Hoogeschool te Delft en
de heer J. B. Bomans, lid van Gedep. Staten
van Noord-Holland en lid van de Tweede
Kamer.
Het eerst werd het woord gevoerd door
den burgemeester van Haarlem, eere-voor-
zitter van het huldigingscomité.
Spr. begon met den heer Merens met zijn
70sten verjaardag van harte geluk te wen
schen.
Het is spr. een bijzonder genoegen thans
niet alleen de gevoelens te mogen vertolken
van de talrijke vrienden van den heer Merens
maar ook de sympathie te mogen uiten, die
spr. voor den heer Merens koestert. Spr.
schilderde dan den heer Merens als een zeer
arbeidzaam man, die veel, zeer veel had
gewerkt reeds op verschillende wijzen en
op vele plaatsen zijn de groote verdiensten
van den heer Merens in het licht gesteld en
daarom behoeft spr. er ook thans weer geen
opsomming van te doen. Als spr. zoo eens
nagaat, wat de heer Merens voor iedereen
heeft gedaan, hoe hij steeds de hartelijke,
joviale persoonlijkheid was, die zelf altijd
verheugd was, wanneer zijn werken voor
anderen met succes werd bekroond, dan ver
wondert spr. de groote vriendschap, welke
thans den heer Merens wordt betoond,
geenszins.
Eén ding is spr. opgevallen en dat is wel
dit, dat alles, wat de heer Merens in zijn leven
deed, te verdeelen was in twee groepen, n.l.
in datgene wat hij deed voor zijn land, voor
anderen en wat hij deed voor zich zelf.
Die groepen, als ,te qualificeeren als ernst
en luim, stonden niet naast elkander in het
leven van den jubilaris, maar zij vloeiden
als 't ware dooreen en dat is het juist, de
voortreffelijke combinatie van ernst en luim,
die den heer Merens nog in zijn ouderdom
jeugdige krachten schenkt.
Namens het comité bood spr. dan den heer
Merens de marmeren buste aan, vervaardigd
door den beeldhouwer Abr. Hesselink, welke
buste geplaatst zal worden in de Merens-
kamer van 't West-Friesch Museum te
Hoorn.
Dit huldeblijk deed spr. vergezeld gaan
van een album, waarin de handteekeningen
fan alle vrienden en collega's die hadden
bijgedragen-
hoogstaande personen, het is alles over
weldigend.
„Le souvenir, c'est le poëzie du coeur,
zegt het spreekwoord en dan denkt spr. terug
aan zijn jeugd en verhaalt hij een voorval.
Het was op zekeren keer, toen zijn vader
een werkmap uitliet, dien hij met raad en
daad had bijgestaan. De dank, dien hij toen
uit- den mond van den werkman .hoorde,
deed hem besluiten het heerlijk voorbeeld
van zijn vader na te volgen.
En heeft spr. dit misschien eenigszins
in zijn leven kunnen bereiken, dan heeft hij
daarmede de nagedachtenis van zijn onverge-
telijken vader geëerd.
Allen hebben zich thans aan spr. verplicht
en hij kan hen niet anders antwoorden dan
„Dank, hartelijk dank."
Deze woorden gingen vergezeld vah een
luid applaus der aanwezigen.
Nog vele personen voerden hierna het
woord.
Van hen memoreeren wij den heer Nord
voorbeeld stelde aan de jongeren, door den
heer L. Moor, verder door den heer J. v.
Maris, die namens de Haarlemsche Tooneel
vereeniging „Jacob van Lennep" bloemen
offreerde. Dr. Tjebbo Franken sprak namens
het Nederlandsch Tooneelverbond.
Ook een vertegenwoordiger van den com
mandant van het Amsterdamsch Brandweer
korps sprak sympathieke woorden.
Dr. Smeenge memoreerde het vele goede
door den jubilaris gedaan in het belang van de
Drentsche werkeloozen.
De heer Bern. J. Citroen) consul-generaal
van Nicaragua huldigde als collega den heer
Merens om zijn groote verdiensten voor het
corps-consulair te Amsterdam en voor de
cercle consulair.
Ten slotte werd nog het woord gevoerd
door prof. Veraart.
De officieële huldiging was hiermede ten
einde.
Zeer talrijk waren de personen, die van
de gelegenheid gebruik maakten, den jubi
laris te complimenteeren.
Het belang van ons land bij een ongd-
stoorden uitvoer van vleesch.
Vergadering van den Algemeenen Bond
van R. K. Rijkskieskringorganisaties.
De houding van Brazilië ten opzichte va»
den Volkenbond. Een telegram van den
President aan Melio Franco.
Italië protesteert tegen de samenstelling
van het bureau der werkliedengroep, waar
van Oudegeest en Fimmen resp. voorzitter
en secretaris zijn.
Hervormingsplan van president Loebe in^
zake regeling van werkzaamheden in den
Rijksdag.
De mijnwerkersiederatie in Engeland heeit
opnieuw een bedrag uit Rusland ontvangen.
De studenten van alle Duiiscbe hooge-
scholen zuilen a.s. Dinsdag staken.
Zie verder Laatste Nieuws.
DE EERW, ZUSTER MARIA CATHARINA
(in de wereld mej. Maria Wagenaar) Moeder
overste van het Zusterhuis te Warmenhuizen
(N.-H.), die Zondag 13 Juni haar zilveren
professiefeest hoopt te vieren.
Thomson, die enkele brieven citeerde,
waarin op lofwaardige wijze over den heer
Merens en over zijn werk werd gesproken.
Namens het "huldigingscomité deelde spr.
ook mede, dat was besloten aan den heer
Merens een geperfectionneerde complete
radioinstallatie cadeau te geven.
De Voorzitter van het Generaal von
Heutzfonds, de heer Solkesz memoreerde
de steeds sympathieke samenwerking met
den heer Merens. Aan den heer Merens
heeft het fonds zeer veel te danken. In dat
verband memoreert spr. de hulde aan gene
raal von Heutz gebracht het feit, dat 260
kinderen op kosten van het fonds worden
opgevoed en onderwezen de oprichting
van de Ruyterschool te Vlissingen.
Dit alles kwam tot stand met de intense
medewerking van den heer Merens.
Namens de officieren van het Landstorm-
Motorcorps werd het woord gevoerd door
de reserve luitenant-kolonel Sweerts-de
Jong, die vooral de bereidwilligheid van den
jubilaris memoreerde, waarmede deze steeds
klaar stond om anderen te helpen. Namens
de officieren bood spr. een reisklokje aan.
De heer Bernard Smit sprak namens de
maatschappij „Apollo" te Amsterdam, waar
van de heer Merens president commissaris
is. Spr. memoreerde, hoe de heer Merens
voor de maatscnappij Apollo steeds een
charmante president commissaris was.
Namens de maatschappij overhandigde
spr. den jubilaris een oorkonde, voorzien van
de handteekeningen van de leden van het
dagelijksch bestuur der maatschappij. Aan
mevr. Merens bood spr. bloemen aan.
Nog werd het woord gevoerd door den
heer Lio'n van Lier, die den heer Merens ten
De „Grosz-Berliner Anzeiger" van Zater
dag 5 Juni j.l. bevat een uitvoerig verslag van
een Eucharistisch Ziekentriduum, voor het
eerst te Berlijn gehouden in de parochiekerk
van St. Michael.
„Het voorbeeld tot dit Triduum", zoo
schrijft het blad o.m., „werd gegeven door de
Hollanders.
In het kleine plaatsje Bloemendaal, bij
Haarlem, in Noord-Holland, heeft pastoor
Willenborg het vorig jaar zulk een Triduum
gehouden en daarmede een buitengewoon
succes bereikt. Het is gebleken, dat een ge
wichtig nieuw gezichtspunt in de geestelijke
verpleging der zieken voor den dag is getre
den. In Amsterdam, Nijmegen en in den
Haag is het Triduum reeds gehouden.
Pater Sudbrack S.J. uit Leutesdorf
schrijft
„Tranen van vreugde in de oogen en op de
wangen van honderden zieken en honderden
gezonden, die meevoelden, meeleefden, mee-
offerden, meecommuniceerden, meebaden
en meezongen, zijn de kostbare, onomstoote-
lijke bewijzen voor het groote geluk en de
groote waarde dier drie dagen."
De vruchten van het Ziekentriduum waren
overvloedig; de zieken gaven het heerlijkste
voorbeeld van geloof, eerbied en liefde tot
Jezus in het H. Sacrament. Zij gevoelden zich
als kostbare menschen, als leekenapostelen.
Het- leeken-apostolaat van het lijden.
Met vreugde offerden de zieken hun lijden
op. Gedurende geheel het triduum gevoelde
geen enkele zieke zich onwel, allen waren
in feestelijke stemming, in de oogenblikken
tusschen de plechtigheden werd geschertst
en gelachen. Velen gevoelden zich na het tri
duum zelfs wat beter. Het zieken-apostolaat
was en is de kostbaarste vrucht van het gehee
le Triduum. Dan het Triduum in de St.
Michaëlskerk beschrijvend verhaalt het blad,
hoe heel de parochie zich als 't ware één ge
voelde en medewerkte om het Triduum te
doen slagen.
Zeer behulpzaam was de Reddingsbrigade
der stad Berlijn, die een groote ziekenauto
ter beschikking stelde en daardoor de parochie
zeer aan zich verplichtte.
Door de hulp van particulieren werden
verder 12 auto's voor het vervoer der zieken
ter beschikking gesteld, bovendien zieken
stoelen en ziekenwagentjes, bedden met alle
benoodigdheden enz. En wanneer men be
denkt, dat 150 zieken gedurende twee dagen
volledig kosteloos ruimschoots van spijs en
drank voorzien konden worden, dan kan men
aan de milde gevers, onder wie zich ook niet
Katholieken bevonden, die uit sympathie
hun medewerking verleenden, een woord van
dank en erkentelijkheid niet onthouden.
Het feest begon met een plechtige Hoogmis
met uitstelling van het Allerheiligste en ge
meenschappelijke H. Communie.
Menige zieke, die reeds jarenlang aan het
ziekbed gekluisterd lag, had zich weer eens
door de milde zonnestralen, die gelukkig door
de wolken braken, kunnen laten bestralen. En
zij mochten Gods Huis weer terugzien, waar
zij voor het altaar in de dagen van gezondheid,
geknield hadden, waar zij de Eerste H. Com
munie hadden ontvangen, waar zij den trouw
ring bij hun huwelijk uit de hand van den
priester hadden mogen aannemen, een aan
grijpend beeld. De godsvrucht -en de volledig
overgave van de zieken maakte een roerenden,
overweldigenden indruk. In menig oog wel
den de tranen op.
Tot zoover het verslag. Ook in het buiten
land dus is men vol geestdrift bezield voor het
Eucharistisch Triduum en het heerlijk werk
van het Ziekenapostolaat.
Waren de etalages van de deelnemers aan
de Eerste Zandvoortsche Winkelweek reeds
schitterend, thans hebben de slagers van de
Vrijdagavond gebruik gemaakt om eens
extra hun etalages te verzorgen.
De grootste zorg is aan de tentoonstelling
gewijd en wat geboden wordt is een waardige
aanvulling van wat de andere zakenmenschen
reeds in hun etalages ten beste hadden ge
geven.
Het blijkt, dat de winkelweek wat de be
langstelling van het publiek betreft, geheel
aan het doel beantwoordt.
Het aantal deelnemers is nu in totaal 112,
waarvan 109 een letter in de etalage hebben.
De namen van hen, die zulk een letter in
hun etalage hebben zijn per strooibiljet
bekend gemaakt. Zij, die zich geven aan het
oplossen der puzzle moeten dus 109 letters
rangschikken tot een geheel.
Het gezegeld couvert met het antwoord is
ter hand gesteld aan Burgemeester van
Alphen, die het couvert 21 Juni zal openen
en dan tevens de loting houden uit de goede
oplossers.
Het aantal prijzen is nog vergroot.
„DE LACHENDE CAVALL1ER"!
In verband met de inbeslagneming van het
schilderij ,,Dc Lachende Cavalier", ten huize
van Dr. C. Hofstede de Groot, kan nog wor
den gemeld, dat dit schilderij gisteren ter
beschikking van den Officier van Justitie te
Amsterdam is gesteld om als overtuigend
stuk te dienen in de strafzaak tegen de hee-
ren Van Wijngaarden en De Haas. Ook heeft
de justitie beslag gelegd op de indertijd door
dr. Hofstede de Groot uitgebrachte expertise-
Barometerstand 9 uur v.m.: 758. Vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 9 51 en overmorgen
om 9.52
Eenige dagen geleden meldde zich op een
der kleeren bleekerijen te Bloemendaal een
jong meisje aan, om in dienst te mogen ko
men. Zij gaf voor genaamd te zijn Elly Du-
vraine en wonend te zijn te Bennebroek.
Aangezien de bleeker wel eenig personeel
noodig had, werden haar diensten aanvaard,
doch onder een voorbehoud. De jonge dame
wilde n.l. eerst informeeren naar de kosten-
van een abonnement per spoor per maand en
beloofde den volgenden dag terug tekomen.
Werkelijk kwam het meisje den volgenden
dag bij den bleeker, en verzocht een voor
schot van 8.-, waarmede de bleeker accoord.
ging om dan per week een zeker bedrag van
het loon af te houden. Alles was in orde, en de
juffrouw zou den volgenden dag in betrekking
komen. Tot nu toe verscheen geen gediensti
ge, zoodat de patroon argwaan kreeg, en de
politie van Bloemendaal hiermede in kennis
stelde. Deze mocht het gelukken de bewuste
juffrouw te Heemstede op te sporen. Het
bleek te zijn de 19-jarige M. H. Zij werd te
Overveen in arrest gesteld, om voor den Of
ficier van Justitie te Haarlem te worden
geleid.
De molenaar A. v. Maasdam te Nieuw-
Vennep kreeg bij het aanzetten van den mo
tor om te malen een ernstig ongeluk. Vermoe
delijk heeft zich in het te malen graan een
ijzeren voorwerp bevonden, waardoor de
molensteen uit elkander is geslagen. De mo
lenaar werd oor een stuk molensteen zeer
ernstig getroffen. Hij kreeg het stuk op zich,
zoodat het slechts met groote moeite van hem
verwijderd kon worden. Inwendig zwaar ge
kneusd werd hij opgenomen.
Een 2 Jó-jarig zoontje van de familie Jacs
Rijnbeek aan den Hillegomschen dijk te
Nieuw-Vennep geraakte al spelenderwijs in
de ringvaart. Door J. Griekspoor werd het
knaapje uit d? ringvaart gehaald, doch helaax
was de kleine reeds overleden. Voor de o ude*
wel droevig.
Zooals velen onzer lezers zich nog wel zul
len herinneren werd verleden jaar een schil
der gedood, werkzaam aan de watermachine
„De Landbouw" doordat hij in aanraking
kwam met een draad van het hoogspannings
net. Door het P.E.N. is daarna het net te
dier plaatse voldoende geïsoleerd, zoodat een
dergelijke ongeluk niet meer kan voorkomen.
Wij hebben er toen op gewezen, dat in het
dorp, bij het gebouw der Centrale de hoog
spanningsdraden over den weg gespannen
waren, dat het vangnet onder die draden ver
van voldoende was en derhalve de situatie
in hooge mate gevaarlijk was. Nu kregen wij
dezer dagen van den lijnwerker het verblij
dend bericht, dat de bovengrondsche hoog
spanningsdraden verwijderd zijn en dat de
stroom nu geleid wordt door een onder-
grondschen kabel dus het groote gevaar
daar is nu ook opgeheven. Voor velen een
geruststelling, dat het P.E.N. deze verande
ring heeft aangebracht.
Naar wij uit goede bron vernemen, zal
hier ter stede binnenkort nog een tweetal
tentoonsellingen gehouden worden. Het ligt
nl. in de bedoeling, om evenals vereden jaar
ook dit jaar weder een Kruidenierstentoon
stelling ie houden en voorts om in den aan
vang van het volgend jaar Haarlem in aan
merking te doen komen voor een groote
Bakkerij-ten toon s+*-m~J'