m
Brieven uit Rome.
mi
ELCK WAT WILS
TREKJES.
NIEUWE HAARL. COURANT
Tweede Blad Woensdag 16 Juni
1926
KERK EN SCHOOL:
Eenige. prachtexemplaren uit het circus Amar.
AMSTERDAMSCH NIEUWS.
Toonzaal is geen winkel.
Nieuwe wijze van melk-
pasteurisatie.
FINANCIËN.
GEMENGD NIEUWS.
Wielrijder ernstig gewond.
MARKTNIEUWS
Van de tentoonstelling van schilde
rijen van Kees Roovers in hotel
„Duin en Daal" te Bloemendaal.
Een foto van het werk „de Emaus-
gangers."
JMo. 449
G. N
Zondag 6 Juni j.l. werden met de gewone
plechtigheden in de Vaticaansche Basiliek
van Sint Pieter in de rijen van Gods Zaligen
opgenomen de Eerbw. Dienaren Gods:
Jakobus Sales, priester, en Wilhelmus
Sautemouche. broeder van de Sociëteit van
Jezus, die voor het geloof in God en in
de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus
Christus in de H. Eucharistie, hun leven
gaven in f593 te Aubenas. door overrompe
ling genomen door de Hugenoten.
'i Zal den lezers wel aangenaam zijn iets
meer van deze martelaren van de Heilige
Eucharistie te vernemen.
In 1592 vroeg de gouverneur van Aubenas.
Guillaume de Balazuc, Baron van Montreal,
aan den Rector van het Jezuïetencollege van
Tournon een Pater om te Aubenas den
Advent en den Vasten te prediken. Te
Tournon bevond zich toen als professor der
theologie Pater Jakobus Sales, geboren in
1556 te Lezoux, die in 1573 het noviciaat
der Jezuïeten te Verdun was binnengetreden.
.Na zijne beloften te hebben afgelegd, vol
bracht de jonge Jezuïet de philosophische en
theologische studiën met groot succes, zoo
dat hij later als professor van de philisophie
en der theologie werd aangesteld. Tijdens
zijn professoraat gaf hij nog herhaalde malen
missiën, o. a. te Ornex. waar hij cude
veeten tusschen verschillende familiën, die
steeds aanleiding gaven tot twisten en
onlusten, wist bij te leggen, zoodat Pater
Sales' als weldoener der streek, werd be
schouwd.
Het is genoeg bekend in welke beroerde
tijden van godsdienststrijd Pater Sales
leefde. Overal bloedige twisten tusschen
katholieken en ketters, geloovigen en Hu
genoten, waarvan steden en dorpen den
inzet waren Waar de Hugenooten binnen
drongen werd de ketterij' met geweld aan
de bewoners opgedrongen. Pater Safes was
een der vurigste tegenstanders dezer ket
terij. Zijn wijsheid ert leer, zijn ijver in het
prediken van Gods woord, hadden velen
bevestigd in de ware Kerk en talrijke ket
ters tot inkeer gebracht. In 1590 was Pater
Salej aangesteld om de theologie te onder
wijzen aan de Universiteit van Tournon,
waar ook de gezinnen der Hugenoten hun
ne kinderen zonden om in de theologie on-
- derwezen te worden.
Deze Jezuiet was door den Rector aange
wezen om naar Aubenas te gaan en daar te
prediken. Hem werd als gezel gegeven een
broeder genaamd Wilhelmus Sautemouche,
een eenvoudige ziel, die evenals Pater Sales
neergeknield voor het tabernakel uren lang
in aanbidding doorbracht. Toen beiden het
bevel ontvingen naar Aubenas te gaan, had
den ze als 't ware een voorgevoel van het
geen zou geschieden, ten minste Pater Sales
schreef aan zijn broeder: „Vaarwel, wij gaan
naar het martelaarschap."
Te Aubenas werden de kloosterlingen har
telijk ontvangen door den gouverneur. Ze
vonden hun verblijf in het huis van den rech
ter der stad Veyrenc, en werden aan de ta
fel genoodigd van Beyron, een der regenten
der stad.
Pater Sales predikte den Advent met groot
succes. De kerk was steeds opgepropt vol
en onder de aanwezigen kon men tal van
Hugenoten opmerken, die later verklaarden,
dat ze nooit geleerder predikant gehoord
hadden, die met meer eerbied over de over
tuiging van anderen sprak.
Ondertusschen verrichtte Pater Sales met
zijn reisgezel nog veel Apostolisch werk in
de omstreken van Aubenas, Een aanvoerder
der Hugenoten, wien het succes van Pater
Sales verdroot, stelde een conferentie voor
tsuschen Pater Sales en den protestant La-
bat die er grootsch opging onoverwinbaar
te zijn in een theologisch dispuut. Uur en
plaats waren aangewezen, maar Pater Sales
wachtte tevergeefs op Labat die niet ver
scheen. Onderhand was het den Pater niet
onbekend gebleven dat de Hugenoten een
aanslag op Aubenas voorbereidden en gai
- daar kennis van aan den gouverneur. Deze
wilde er niet aan gelooven en zei tot Pater
Sales dat in oogenblik van gevaar hij de
kloosterlingen zou weten te beschermen,
waarop de Jezuiet antwoordde, dat hij gaar
ne zijn leven zou geven voor God en het
Heilig Geloof.
Zonder vrees zette Pater Sales zijn apos-
'olaat voort en verrichtte met broeder Sau
temouche verschillende apostolische reizen.
Op 5 Februari 's avonds waren ze vermoeid
teruggekeerd te Aubenas van de reis, toen
ze den volgenden morgen vroeg gewekt
werden door het rumoer in de straten. De
Hugenoten war engewapenderhand in de
stad gedrongen en de gouverneur was 't
eerst van allen gevlucht.
Nauwelijks waren de Hugenoten in de
stad of Labat begaf zich naar het hoofd der
troepen om de gevangenneming der Jezuïe
ten te vragen. Voor den rechter werden ze
ondervraagd en verklaarden rondborstig le
den te zijn van de Sociëteit van Jezus.
De ketters vroegen om geld en Pater Sales
gaf hun de dertig stuivers, die hij bezat. Ze
eischten echter meer en Pater Sales zei
hun: „Als ge ons als gijzelaars wilt houden,
zult ge niets meer ontvangen, wilt ge ons
dooden dan sterven We gaarne voor ons ge
loof." Geslagen en mishandeld werden ze
naar Sarias den hoofdman gesleurd, die ze
weer liet brengen naar den rechter de la
Faye. Aldaar vierden de Calvinisten met
een festijn hunne overwinning. De Jezuïeten
werden de feestzaal binnengebracht en on
middellijk begon men hen te hoonen en te
beleedigen. Labat sprak over de hervor
ming en wilde ze daartoe overhalen, maar
Pater Sales wist zijn argumenten zoo goed
te weerleggen, dat de protestant woedend
werd en uitriep, dat de Jezuïet een afgoden
dienaar en Phariseër was. Nog geheel nuch
ter in den namiddag zette men hun vleesch
voor, maar daar het Zaterdag was, weiger
den de Jezuïeten daarvan te eten. Opnieuw
begon dan een dispuut over de vastenwet-
ten der Kerk. In den nacht werden de twee
kloosterlingen bewaakt door de soldaten,
die de Jezuïeten voortdurend mishandelden.
Labat onderwijl had aan het volk gepredikt
tégen Rome en tegen de Jesuïeten, vooral
tégen den Jezuïet, die zich nog te Aubenas
bevond. Met het geschrift van Pater Sales
over de H. Eucharistie in ^de hand beschul
digde hij dezen een afgodendienaar te zijn,
een volksbedrieger en geldzuchtige, een
profeet van Baal.
Sarias, de hoofdman der calvinisten, zond
drie soldaten om de Jezuïeten te gaan doo
den, maar deze weigerden. Alsdan kwam
hij zelf met twintig soldaten en beval Pater
Sales hem te volgen. „Ge moet sterven, zóó,
dat allen het kunnen zien," zei hij. „Gaarne
volg ik u om te sterven voor God en voor
de waarheid der wezenlijke tegenwoordig
heid van Christus in de H. Eucharistie," was
het antwoord. Men wilde den broeder ver
wijderen, maar deze wilde Pater Sales niet
verlaten. Buiten gekomen, vroegen ze een
oogenblik te mogen bidden en verwijderden
zich eenige stappen. Maar even daarna
schoot een soldaat zijn geweer af en trof
Pater Sales in de schouders. Andc-re solda
ten staken de bajonet in de borst van den
Jezuïet en een burger van Aubenas maakte
een einde aan het lijden van den klooster
ling door zijn mes in de keel van Pater Sa-
les te zetten. Broeder Wilhelmus werd ge
dood door verschillende dolksteken, terwijl
hij gebogen lag over het ontzielde lichaam
van Pater Sales.
In heiligschennende processie werden do
ontkleede lijken der martelaren door de
straten der stad gesleept, terwijl de soldaten
zongen: Libera nos, audi nos, exaudi nos.
Op een hoek der straat werden de lijken
De werkzaamheden tot het leggen van de waterleiding aan „de" Kwakel." Men ziet
hier een „zinker" hangen in zijn stelling. Deze moet gelegd worden door de Ringvaart
van de Legmeer. Over de houten brug, dat eertijds een kwakel was waarnaar de
Kwakel zijn naam ontleent komt men in de buurtschap „de Kwakel." De uitvoerder
van dit werk is de heer Groeneweg (de heer die op de !oto staat met boord aan en
pet op), 't Werk wordt gemaakt door J. Scheepers te Heerlen. De waterleiding wordt
glelegd door de heer Kooijman te Kwakel.
fplaatselijke overlevering reeïïs 500 ja.v on-
P-.fl.rvrv mis JV/uv/vu 'onderbroken de kosters voor de kerk ge-
I EEN NIET ALLEDAAGS CHE PROMO" !ever(j heeft. In het archief der kerk woelt
TIE. in ieder geval 1551 maal een koster rovt
ioen prot. dr. N.J. Krom omstreeks 1915 ^en naam Menev vermeld.
:n Indië werkzaam was voor onderzoekingen
ten behoeve van den Oudheidkundigen Qg schietpartij in „De Krim
i Dienst, ontmoette hij daar een jeugdigen ja-
vaan, wiens groote begaafdheid op het gebied In verband met den moord in de volk
'oei- Tavaansche letterkunde hem was opgeval-j buurt „De Krim te Enschede. zi,n nog
len RadenPoerbatjaraka.Deze behoort tot den schillende bijzonderheden bekend geworden.
Soloneeschen adel en was oorspronkelijk be- In die buurt was tegen den dader S. een
stemd voor den dienst van den soesoehoenan.zekere antipathie ontstaan, doordat deze
Reeds vroeg voelde hij zich tot het Oud-Ja-j eens iets bij de politie had aangegeven. De
vaansch en de studie van de oude cultuur van nian woonde in een voorkamer en daaruit
-iin vaderland aangetrokken en door deze j heeft men getracht hem te verdmyen door
belangstelling vestigde hij de aandacht op inwerpen van de ruiten, het gooien met
i 1 - m ITArte t tl
zes dagen tentoongesteld, totdat men ze In
een oude kerk wierp, welke door de cal
vinisten tot vuilnismagazijn was ingericht.
De katholieken haalden daar de lichamen
der martelaren weg en begroeven ze in een
hoek van een tuin. Maar spoedig was Het
den calvinisten bekend en gedurende twee
jaren werd deze hoek voor de soldaten Jer
calvinisten de plaats der grootste onbeta
melijkheden. Op verzoek van Mevrouw de
Chaussy maakte eindelijk de hoofdman der
Hugenoten daar een einde aan en schonk -
de overblijfselen aan Mevrouw de Chaussy
De beenderen werden naar een kathoiie.
huis gebracht, vanwaar ze later als koop
waren naar een katholiek oord werden :r-
voerd en daar begraven in het familiegraf
van' de Chaussy. Later vroegen de Jezuïeten
van Avignon de lichamen hunner medebroe
ders die in de sacristie van het College van
Avignon werden bijgezet en aldaar door ae
geloovigen worden vereerd als kostbare
relieken van de martelaren van de wezen
lijke tegenwoordigheid van Jezus Lhrislus
in het H. Sacrament der A^rs.^^^
Een beslissing van mr. Kranenburg.
In een perceel aan de Heerengracht, is een
toonzaal gevestigd, van gasartikelen. De fir
ma geeft in een boven de toonzaal gelegen
localiteit kookdemonstraties. Voor de bijwo
ning dezer demonstraties wordt door colpor
teurs het publiek uitgenoodigd. Bij die uit-
noodiging worden kaarten uitgereikt.
Is de kookdemonstratie afgeloopen, dan
worden in de toonzaal modellen van gasfor
nuizen en andere gasartikelen bezichtigd en
bestaat er gelegenheid een of ander voorwerp
naar tentoongesteld model, te bestellen, waar
op later levering volgt. De aanwezige model
len worden niet verkocht.
In den avond van 5 Mei 1.1. was^r weer een
kookdemonstratie gegeven. Twee agenten van
politie zagen, dat in de benedenzaal (toonzaal)
waar achter de ramen aan de straatzijde een
étalage is, waarin fornuizen en andere artike
len stonden uitgestald, publiek en bedienden
aanwezig waren.
Proces-verbaai wegens overtreding der
Verordening -op de winkelsluiting werd opge
maakt en dezer dagen had de bedrijfsleider
zich voor den kantonrechter, mr. Kranen
burg, te verantwoorden.
Als verdediger trad op mr. P.J. Jürgens,
die uitvoerig betoogde, dat de toonzaal geen
winkel was en de aanwezige bezoekers geen
publiek in den zin der voormelde verordening
waren, terwijl ook van winkelbedienden hier
geen sprake was.
De kantonrechter, Zaterdag 1.1. vonnis wij
zende, overwoog dat het lokaal de toonzaal
waarin de politie publiek en winkelbe
dienden zou hebben aangetroffen, niet is te
beschouwen als een winkel in den zin der
voornoemde verordening, en sprak den be
drijfsleider van de hem ten laste gelegde
overtreding vrij.
Door den electrischen stroom.
De Gemeente-Electriciteits-Werken heb
ben het electrisch pasteuriseeren ter hand
genomen, naar aanleiding van resultaten,
welke in Engeland erkregen zijn o. a. door
prof. Ebaetie en Lewes van de Universiteit
te Liverpool.
Dinsdagochtend is in het gebouw van de
V. A. M. I„ op den Overtoom, waar eenige
ruimte belangloos afgestaan is, in samen
werking met haar staf van deskundig per
soneel van autoriteiten, onder wie de Wet
houder voor de, Openbare Gezondheid en
de Directeur van den Keuringsdienst een
demonstratie gegeven met dit electrisch
pasteuriseer-toestel.
Na uitgebreide proeven in het electrochc-
misch laboratorium van 'prof. dr. A. H. W
Aten, waarbij bleek, dat het electrisch pas
teuriseeren een uitstekende methode van
pasteuriseeren is, heeft de directeur der G.
E W. dr. Lulofs in het laboratorium van
de G. E. W. één toestel doen construeeren
waarmede het mogelijk is, in het groot,
melk te pasteuriseeren.
Het apparaat bestaat uit eigenlijk niets
anders dan een 6-tal buizen van isoleerend
materiaal b-v. glas. Deze glazen buizen zijn
van onderen en van boven afgesloten door
koperen bollen inwendig vertind, die dienen
voor het toevoeren van electrischen stroom
aan de melk. De bollen zijn a°an de onder
zijde paarsgewijze verbonden met de polen
van een 3 phasendraaistroomtrar.sforöiator,
welke via een schakelaar en de noodige be-
veiligings- en controle-apparaten den
stroom aan bet 'buizenstel toevoert. Boven
genoemde koperen bo'len zijn onderling
verbonden door horizontale koperen buizen.
Bij het pasteuriseeren stroomt de melk uit
de toevoerieiding door deze bollen cn
buizen.
Tegelijkertijd gaat de electrische stroom,
welke een bedrijfsspanning van 3000 Volt
heelt, door de melk in de glazen buizen
De electriciteit stroomt door de melk. die
door het huizenstelsel van het apparaat
vloeit, en oefent daar de pasteuriseerende
werking uit. De melk, welke binnentreedt
met een temperatuur van b.v. 15 gr, C„
wordt" door den stroom verwarmd en ver
laat het apparaat met een temperatuur van
b.v. 60 gr. C De melk. welke aldus ver
kregen wordt, voldoet aan de eischen, welke
aan gepasteuriseerde melk gesteld worden,
c.l. dat zii vrij is van palhoge bacteriën
en het aantal van de overige bacteriën
beneden een zekere waarde blijft.
Deze manier van pasteuriseeren heeft het
groote voordeel, d&t men zeker is van een
gelijkmatige pasteurisatie van de melk. Ter
wijl bij het pasteuriseeren met stoom b.v.
de Warmte van buiten af van den stoom,
moet worden toegevoerd, waardoor het kan
voorkomen dat 'n gedeelte van de melk on
voldoende verwarmd wordt, is die mogelijk
heid bij dit apparaat uitgesloten, omdat de
warmte-ontwikkeling in de melk zelf plaats
vindt. Het apparaat is uiterst eenvoudig in
de behandeling.
Het energieverbruik van het apparaat is
afhankelijk van de temperatuur van de
rauwe melk en de temperatuur, waarop
men de molk wenscht te verwarmen. Men
kan de warme melk. welke uit het appa
raat stroomt, gebruiken, om de rauwe melk
voor te warmen, waardoor de gepasteuri
seerde melk tevens wordt afgekoeld. Men
kan dus op deze wijze door de warmte van
de gepasteuriseerde melk te gebruiken bijna
de helft van de electrische energie sparen,
zoc.dat men voor het pasteuriseeren van
1000 Liter melk slechts 50 K. W. U. noodig
beeft, welke, met het oog op de uren van
den dag, waarop deze noodig 'zijn. tot een
zeer gereduceerden prijs geleverd kunnen
worden, waarbij komt. dat het apparaat
zeer weinig plaats inneemt, altijd gereed
staat zeer eenvoudig is te bedienen en wat
de werkwijze betreft volkomen betrouw
baar is.
zich van den toenmaligen adviseur voor m-
landsche zaken, thans hoogleeraar in het Ja-
vaansch aan de Leidsche Universiteit, prof.
dr G A.J. Hazeu. Deze bewerkte, dat de
heer Poerbajaraka te Batavia onder deskun
dige leiding kon komen, waarmede dr. N.J.
Krom, chef van den oudheidkundigen dienst,
thans hoogleeraar te Leiden zich belastte
Van dat oogenblik af, m 1915, legde Raoen
Poerbatjaraka zich met ijver en succes op een
wetenschappelijke studie van Sanskrit, Kawi
en Javaansche oudheidkunde toe, en hij
schreef eenige artikelen in het Tijdschrift van
het Bataviaasch Genootschap, welke de bij-
zondere aandacht trokken van prof. Kern. in
1921 achtte de Indische regeering termen aan
wezig om Raden Poerbatjaraka door een stu
die-opdracht aan de Leidsche Universiteit
gelegenheid te geven zijn gaven verder te ont
plooien. Toen in 1922 het hulpleeraarschap
m het Javaansch aan deze Universiteit vacant
kwam, werd hij tot deze betrekking benoemd,
welke hij ook thans nog bekleedt en aan het
eind van den loopenden cursus zal neerleggen,
om weder naar Indië terug te keeren. Tijdens
de ongesteldheid van prof. Hazeu heeft hij
de laatste maanden diens colleges waargeno-
"^Inmiddels, tijdens zijn hulpleeraarschap,
wist hij de resultaten van zijn voortgezette
studie reeds ten deele te publiceeren in den
ivorm van eenige belangrijke artikelen in de
Bijdragen van het Kon. Instituut bovendien
vond hij gelegenheid om, gebruik makend van
de bepalingen van het nieuwe academisch
statuut, achtereenvolgens het candidaats- en
doctoraal-examen af te leggen in de Arische
Letteren. Gisteren heeft deze studie haar be
kroning gevonden in een promotie tot doctor
in de letteren op een proefschrift over
„Agasrya in den Archipel." (Msb.)
emmers water en andere projectielen. On
langs werd S. gewond door een messteek.
In den vroegen morgen van Zondag j.l. hoor
de S„ naar hij aan de Justitie heeft mede
gedeeld, aan zijn slaapkamerraam morrelen.
Een man zei toen: Kruip er maar in S.
dacht, dat men hem wilde vermoorden
hij v/as reeds een paar keer bedreigd en
heeft toen vanuit zijn bed een revolverschot
gelost, waardoor Langkamp doodelijk werd
getroffen. Langkamp had echter met de zaak
zelve weinig uit te staan: hij wilde vermoe
delijk slechts naar het achterdeel van het
door S. bewoonde huis gaan. Langkamp
schijnt dus het slachtoffr van een veete te
zijn geworden, welke enkele personen te
gen S. hadden. Gebleken is ten slotte nog,
dat S. d in beslag genomen revolver dag en
nacht bij zich had. om zich tegen eventueele
aanvallen te kunnen verdedigen.
Zondagmiddag omstreeks half zes reden op
den Muiderstraatweg bij Muiden vier wiel
rijders naast elkaar. Ter hoogte van de Pape
laan slipte het rijwiel van een hunner, kwam
tegen het achterwiel van diens broer en smak
te op den straatweg. Een zware Minerva-auto
reed vlak achter hem. Ten einue den vallende
te ontwijken, haalde de wagen plotseling
naar links uit vloog over de tramrails en viel
van den dijk. De inzittende drie heeren en
een dame kwamen er met den schrik af.
De wielrijder I. werd met een zware sche
delbreuk opgenomen, en door de inmiddels
ontboden ziekenauto van het Roode Kruis te
Weesp naar het O.L.V.G. vervoerd.
4>A PROC. NEDERL.-INDISCHE leening.
Wij verwijzen onze lezers naar de in d t
nummer voorkomende advertentie betreffen
de de uitgifte der 414 proc. Nederl.-Indische
ieneing ter aflossing van de 6 proc. leening
1919
H ronder laten wij eenige gegevens volgen:
Bedrag der leening 148.500.000.
Koers van uitgifte: 97 pet.
Groote der ebligatiën 1000.500.—
en 100.vervaldag der coupons 1 Jan-
en 1 Juli.
Aflossing in 34 jaren door jaarlijksche
aflossing a pari, aanvangende 1 Juli 1927.
Geen conversie of versterkte aflossing vóór
1 Juli 1931.
Inschrijving: Donderdag 24 Juni a.s. met
voorkeur voor houders van 6 pet. obligatiën
Ned.-Indië 1919, onder opgave der nummers
hunner stukken.
Betaling: 1 Juli a.s. tegen overgave van
récepissen; voor houders van voornoemde
6 pet. obligatiën door inlevering hunner
stukken en onder uitkeering van 30—,
15.en 3resp. op stukken van
1000.— 500en 100Voor de
voldoening kan ook gebruik gemaakt worden
van schatkistpapier, vervallende 1 Juli of
1 Augustus a.s., dit laatste onder rente-
verrekening 2.50 voor elke f 1000.—).
De obligaiën der leening Ned.-lndië 1919
worden, voor zoover geen gebruik gemaakt
wordt van het recht tot comverteeren, per
1 Juli a.s. aflosbaar gesteld.
EEN GRUWELIJKE MISLEIDING.
Emil Marek uit Weenen, werkte, r.aar het
„Hbld." verneemt, te Berlijn aan de construc
tie van een houten pop, die door middel van
een ingenieus bedacht mechanisme zou kun
nen loopen, springen, spreken en wat niet
al meer. Op zekeren dag, toen hij met een
scherpen bijl zijn levensgroote pop aan het
modelleeren was, schoot de bijl uit en sneed
hem den linkervoet radicaal af. In ernstigen
toestand werd de uitvinder naar het zieken
huis gebracht, waar het been onmiddellijk
geamputeerd moest worden. Nauwelijks uit
het ziekenhuis ontslagen, wendde Marek
zich tot de Anglo Danubian Lloyd, een Engei-
sche verzekeringsmaatschappij, waarbij hij
zich tegen ongevallen verzekerd had, en ver
zocht om uitbetaling van de hem voor het
verlies van een been toekomende 200.000
dollar. Maar de maatschappij wantrouwde
het zaakje. Zij liet door eenige bekende Ween-
sche chirurgen het afgekapte been dat men
in het ziekenhuis nog Jiad bewaard onder
zoeken en wat bleek Dat het niet met één
slag door den per ongeluk uitschietenden bijl
was afgesneden, maar dat Marek met een
ongejooflijke koelbloedigheid en zelfbeheer-
sching zelf zijn voet had afgekapt. Er waren
tenminste vier stevige bijlslagen voor noodig
geweest en bovendien had hij nog drie
maal misgeslagen, wat bleek uit drie gapende
wonden in het scheenbeen, alle drie slechts
enkele centimeters boven de plaats, waar hij
zijn been had doorgehakt....
Het spreekt vanzelf, dat Marek, naar de
tweehonderdduizend dollar kan fluiten. z.ijn
gruwelijke zelfverminking heeft hem niets
in het laadje gebracht. En tot overmaat van i
ramp zal hij zich nu nog wegens poging tot
oplichting te verantwoorden hebben.
'N KOSTERGESLACHT VAN 500 JAREN.
Wii lezen in de „Msb.":
In Piligny-Montrachet in Frankrijk stierf
voor kort de koster der parochiekerk.
Louis Meney. Zijn familie staat bekend als
de „kosterdynastie", daar zij volgens de
PURMEREND. 15 Juni. „Afslagvereeniging
Beemster, Purmerend en Omstreken Aard
appelen 2.07—2.87; kl. idem 1.42—2.07
per zak 25 Kg.; snijboonen 0.44 per Kg.;
tuinboonen 3.45 per 15 Kg.; peulen 13.50
per 50 Kg.; doperwten 1315.50 per 50
Kg.; aardbezian f 0.340.44 per Kg.;
bloemkool 3.70—10.60 per 100; postelein
0.601.6Ó per 10 Kg.; sla 0.701.50
per 10 krop; wortelen f 18; prei 3.70—
4.90 per 100 bos.
't Kindje.
De doodzieke moeder en de dochter, die
op de rand van 't ledikant zat, keken elkander
aan.
De moeder schudde droevig het hoofd en
zei„KindMariehoe moet 't nou
gaan tusschen vader en jouals ik er niet
meer ben
„Praat niet zóó, moedertjeu wordt
beter, u moet beter wordenwe kunnen
elkaar niet missen
ej» ze greep steviger
de handen der kranke, als wilde zij haar moe
der beschermen tegen de grijp-klauwen van
de dood.
„Daar wordt niet naar gevraagd, meid.
als 't m'n tijd is, en dat zal gauw zijn, dan.
Maal 't zou zoo'n gerust gevoel voor me zijn,
als 'k kon heengaan met de gedachte
Ben je nu vast besloten, om Otto niet
„Moeder", onderbrak Marie met zacht ver
wijtende blik „wil u me nu óók al gaan
dwingen.... juist nul"
„Nee kindn»e geen kwestie van
dwingenik bedoel maar weet je 't nu
wel zéker, heel zeker, dat Otto geen goeie
man voor jou zou kunnen zijn
„Dat heb ik nooit gezegd, moeder. Ik ben
er zelfs van overtuigd, dat hij alles zou willen
doen, om me gelukkig te maken. Maar dat
is niet voldoende. De liefde mag niet van een
kant komen en dat is hier 't geval. Otto van
Grondveld is knap, beschaafd, bescheiden,
hij heeft 'n pracht-betrekking, die me 'n on
bezorgd leven zou verzekeren. Maar ik hou
niet van 'mdat is de heele geschiedenis.
Waarom niet zult u zeggen. Ik kan dat zelf
ook niet met woorden verklaren. Ik voel 't
alleen maar zoo. Voor 'n man moet je door
't vuur willen gaanje moet desnoods voor
'm kunnen sterven.'
„Ach, kind.dat vind je alleen in boeken
Later zul je gaan inzien, dat in 't gewone le
ven zoo'n liefde niet bestaat.of misschien
een op de duizend. Je bent nog jong.'n
beetje veel gelezen ookmaar heusch.
,,'t Kan zijn, dat 't tot de zeldzaamheden
behoort, moeder.Maar dan wacht ik toch
liever op zoo'n zeldzaamheid.... en als die
niet komt, dan blijf 'k ongetrouwd. Dat doe
'k liever, dan dat ik 'n man zou nemen, voor
wie ik niet alles kon over hebben."
„En veronderstel, kind, dat je later de rech
te ontmoet.Dan komt de praktijk van het
leven met de zorgjes, de onaangenaamheden,
die nooit te vermijden zijn.en dan is de
teleurstelling nog grooter."
„De echte liefde verdraagt en vergeeft en
schept nieuwe vrede waar die verstoord werd.
't Kan overdreven zijn, maar ik zie 't niet an
ders. Ik kan voor Otto van Grondveld dat
niet voelen, al had ie nog even zoo veel deug
den er bij. Dat is toch geen misdaad, moeder
En waarom beschouwt vader 't dan als zoo
danig Waarom bezorgt hij me met opzet al
die attenties van Otto Waarom scheldt hij
op m'n koppigheid, terwijl hij zelf óók kop
pig is
„Kindje spreekt over je vader...."
„Ik wil hem achten, moeder, en gehoor
zamen. maar niet in dat ééne punt, waar
over ik zelf te beslissen heb. 't Is mijn schuld
niet, dat de verhouding zoo gespannen werd
de laatste tijd. Ik heb genoeg m'n best ge
daan. Maar wees niet ongerust moedertje
ik zal al het mogelijke doen, om de vrede te
bewaren.vader zal wel gaan inzien, dat 't
vergeefsche moeite is me Otto op te dringen.
Otto zelf is al zoo verstandig geweest zijn be
zoeken te verminderen. En als die de eerste
is, om zich er in te schikken, dan volgt vader
vanzelf."
„Ik hoop't Mane
De dochter bleef bij haar moeder tot de
vader van 't kantoor kwam. Toen moest za
voor het eten gaan zorgen.
Onder de maaltijd praatte ze opgewekt over
allerlei gebeurtenisjes van die dag. Ze deed
genoeg moeite.
Maar de vader reageerde er nauwelijks op.
Hij blééf in z'n koppigheid, die al maanden
zoo duurde en vaster wortelde, omdat hij
moest erkennen, dat z'n ijzeren wil over z'n
eenigst kind geen macht had.
Marie dankte God, dat moeder daar boven
alleen lag.... en er dus niet opnieuw ver
driet van kreeg.
Drie dagen later stierf mevrouw Edenro-
de
De heer Gustaaf Edenrode bekleedde een
goede post aan de rijksbelastingen.
Zijn snelle promotie, gunstig gevolg van
stipte plichtsbetrachting en wilskracht om
vooruit te komen, had gemaakt, dat hij boven
anderen kwam te staan, die bij evenveel ijver
niet zijn onderhoorigen hadden behoeven te
zijn.
Maar óók had dat boven de andere collega's
uitblinken van hem gemaakt een trotsche
man, die meende, dat hij meer mocht dan zijn
moreel recht hem vergunde.
Zooals hij was op z'n bureau, zoo was hij
ook thuis.
Vrouw en kind hadden het niet prettig bij
de man, in wiens hart en hersens meer plaats
scheen te zijn voor ambtelijke daden, dan
voor wat gevoel en liefde.
Zijn vrouw was 'n goed, berustend mensch-
je, dat vaak sukkelde en zijn dochter verdroeg
veel, om haar moederhoewel steeds meer
bleek, dat ze toch wel iets had van een eigen
wil, die ze toonde als dit haar recht was. En
toen Marie een volwassen meisje werd voelde
de vader dat hij haar wellicht te lang had ge
kneveld en dat nu des te heviger de reactie
zich liet gelden.
Maar erkennen wilde hij het niet.
Edenrode was tenminste zoo fatsoenlijk,
om de rouwtijd in vrede, zij het een gewapen
de, te laten voorbij gaan.
Maar toen begon hij in z'n harde koppig
heid weer te werken aan z'n plan, om Marie
aan Ottoi van Grondveld te koppelen.
't Zou 'n, wat men noemt, deftig huwelijk
worden.
Otto was de zoon van de belasting-inspec
teur en reeds jaren bestond er intieme vriend
schap tusschen de beide families. De
van Grondvelds hadden geld en dat speelde
bij Edenrode een voorname rol. Als dat hu
welijk tot stand kwam, dan kon hij zeggen,
dat ie z'n doel had bereikt.
Hij begon rustig, al kostte dat hem veel
moeite. Maar toen Marie hem kort en beslist
verklaarde, dat ze er niets van wenschte te
hoorentoen kwamen weer de koppigheid
en de steenen wil met vernieuwde kracht
naar voren.
Het slot was, dat Edenrode zijn eenigst
kind uit huis joeg.en met de boodschap,
dat hij nooit meer iets van haar hoopte te ver
nemen.
Zoo gingen er veel jaren voorbij.
'n Paar maal kwam er 'n brief van Marie,
die door de verbitterde vader ongeopend werd
teruggezonden.
Edenrode leefde alleen met telkens 'n an
dere huishoudster of meld, daar z'n lastig ka
rakter niet lang werd verdragen.
Later verliet hij zijn huis en ging en-pen
sion wonen.
Maar telkens moest hij veranderen, omdat
men niet verkoos, heelemaal zijn slaaf te zijn.
Hij werd menschenhater, ook alweer om
dat hij niet wilde inzien, dat hij zelf de oor
zaak was.
Edenrode werd ziek en was genoodzaakt
zich in 'n verpleeg-inrichting te laten opne
men.
Het geduld en de toewijding waarmee de
zusters hem verpleegden, deden langzaam
dat harde in z'n binnenste weeker worden.
Hij ging de menschen en het leven anders be
kijken en toen hij na zijn ziekte f eer in ae
kantoren kwam, werd er niet meer zoo voor
hem gebeefd als vroeger.
'n Enkele maal kwam het verlangen naar
z'n kind in hem bovenmaar dan dacht
ie weer aan die scène op de dag voor haar
vertrek.toen ze, even hard en even koppig
als hij, met fonkelende oogen en geknepen
vuisten vóór hem stond.... en dan trachtte
hij dat verlangen dood te drukken.
Het werd met meer het oude met de hear
Edenrode.
En het was met zijn volle instemming, dat
men hem voorstelde zijn pensioen aan te vra
gen. al had hij nog niet de leeftijd bereikt.
Z'n geneesheer raadde hem aan in Gelder- j vond, dat 't kind guitige oogjes had, die heel
land te gaan wonen. I verstandig keken.Het kind zette weer 'n pruil-
Edenrode ging naar z'n boekhandelaar en snuitje, omdat de vreemde man zoo erg
gaf daar een advertentie op, waarin hij, als dichtbij kwam. Edenrode greep z'n zilveren
gepensioneerd rijksambtenaar, een gezellig potlood, hield dit bij 't ringetje vast en liet
tehuis vroeg bij een kleine beschaafde familie, 't heen en weer bengelen. Direct grepen de
Na 'n dag of vijf zat ie al in de trein, om twee knuistjes er naar en toen de handjes het
zich te begeven naar 'n villa-dorp bij Nijme- blinkende wondertje omklemden, begon het
gen, vanwaar hij 'n brief had ontvangen van snoetje te lachen en leek het of de oogjes de
eene mijnheer Brinkhorst, gemeente-secreta- gever vriendelijk dankten,
ris. aldaar. Edenrode schrok toen ie dat lachje zag en
't Adres was gauw gevonden en hij stond er ging 'n warme huivering door z'n lichaam,
voor 'n aardig landhuisje met 'n flink stuk En hij zag zich zelf, meer dan dertig jaar ge-
tuin er achter. leden, precies zoo aan de wieg staan van z'n
„Ik word hier immers verwacht voor be- eerste, die z'n eenigste bleefen die hij
spreking over 'n paar kamers vroeg hij aan Weer staarde hij naar 't lachende kinder-
't dienstmeisje. roetje en kreeg 'n schok.... en er kwamen
„Omeneer Edenrode misschien tranen in die oude, harde oogen, in de oogen,
„Precies." die bijna 'n menschenleven niet hadden ge-
„Komt u binnen, meneerkunt u 'n schreid.
oogenblikje Vachten, ik zal mevrouw even j Toen hij zich, op 't hooren van^eemg ge-
waarschuwen mevrouw is in de buurt om druisch omdraaide, was het alsof 't huis op
'n zieke te bezoeken." j hem viel. Z'n dochter, z'n kind stond daai
Toen hij in de keurig ingerichte kamer 'n de moeder van de kleine in de wieg.
paar minuten had gezeten en geconstateerd, Toen beiden eenigszins tot bedaren kwa-
dat er geen mensch anders in huis was, schrok I men, en dat was niet zoo gauw, want het
hij van 'n schurend geluid in 'n zijkamertje, scheen of de oude al dieniet geschreide tranen
waarvan de deur open stond. Was daar %dan j had bewaard toen vertelde Marie, dat die
toch nog iemanden liet die zich niet advertentie haar had doen vermoeden, dat
zien Toen hoorde Tiij 'n kreuntje. .gevolgd haar vader de steller ervan was, ook omdat ze
door eenig geknorHij wilde eens stil gaan Das van z'n eervol ontslag had gelezen, 'c
loeren, maar opeens hield ie verschrikt z'n j Vertrouwelijk briefje aan de boekhandelaar,
ooren dicht, want uit het kamertje klonk ge- die haar vroeger óók had bediend, bracht df
blèr van 'n baby. j opheldering en deed haar dit plannetje ineet
Hemelsche goedheid jammerde Eden- zetten,
rode 'n kind.... 'n zuigeling.zoo'n Toen haar man, de gemeente-secretari
schreeuwkind hier in huis 1 Neen, neen, hier Brinkhorst, thuiskwam, zei ze „Nu is he
moet 'k niet wezenHij wou meteen al weg- gekomen, wat nog aan ons geluk ontbrak
gaan, maar dat vond ie toch te onbeleefd, 't en Ze bracht hem bij z'n schoonvader, di
Kind schreeuwde harderkrijschte alsof
z'n longetjes er uit moesten. Goeie genade,
als zoo'n schaap maar niks had gekregen in
eens of dat er 'n speld zat te prikken.
Voorzichtig keek ie om 't hoekje van 't zijka
mertje en zag meteen de wieg met 't huilende
kleintje, 't Kind hield in verbazing op met
huilen toen het die vreemde heer zag.
„Zoo, kleine levenmaker" lacherde de
oude!|[„wat scheelt er aan
Hij deed 'n paar stappen naar de wieg en
met de kleine „schreeuwerd" op z'n knie zat