m Brieven uit Rome. mi ELCK WAT WILS TREKJES. NIEUWE HAARL. COURANT Tweede Blad Woensdag 16 Juni 1926 KERK EN SCHOOL: Eenige. prachtexemplaren uit het circus Amar. AMSTERDAMSCH NIEUWS. Toonzaal is geen winkel. Nieuwe wijze van melk- pasteurisatie. FINANCIËN. GEMENGD NIEUWS. Wielrijder ernstig gewond. MARKTNIEUWS Van de tentoonstelling van schilde rijen van Kees Roovers in hotel „Duin en Daal" te Bloemendaal. Een foto van het werk „de Emaus- gangers." JMo. 449 G. N Zondag 6 Juni j.l. werden met de gewone plechtigheden in de Vaticaansche Basiliek van Sint Pieter in de rijen van Gods Zaligen opgenomen de Eerbw. Dienaren Gods: Jakobus Sales, priester, en Wilhelmus Sautemouche. broeder van de Sociëteit van Jezus, die voor het geloof in God en in de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in de H. Eucharistie, hun leven gaven in f593 te Aubenas. door overrompe ling genomen door de Hugenoten. 'i Zal den lezers wel aangenaam zijn iets meer van deze martelaren van de Heilige Eucharistie te vernemen. In 1592 vroeg de gouverneur van Aubenas. Guillaume de Balazuc, Baron van Montreal, aan den Rector van het Jezuïetencollege van Tournon een Pater om te Aubenas den Advent en den Vasten te prediken. Te Tournon bevond zich toen als professor der theologie Pater Jakobus Sales, geboren in 1556 te Lezoux, die in 1573 het noviciaat der Jezuïeten te Verdun was binnengetreden. .Na zijne beloften te hebben afgelegd, vol bracht de jonge Jezuïet de philosophische en theologische studiën met groot succes, zoo dat hij later als professor van de philisophie en der theologie werd aangesteld. Tijdens zijn professoraat gaf hij nog herhaalde malen missiën, o. a. te Ornex. waar hij cude veeten tusschen verschillende familiën, die steeds aanleiding gaven tot twisten en onlusten, wist bij te leggen, zoodat Pater Sales' als weldoener der streek, werd be schouwd. Het is genoeg bekend in welke beroerde tijden van godsdienststrijd Pater Sales leefde. Overal bloedige twisten tusschen katholieken en ketters, geloovigen en Hu genoten, waarvan steden en dorpen den inzet waren Waar de Hugenooten binnen drongen werd de ketterij' met geweld aan de bewoners opgedrongen. Pater Safes was een der vurigste tegenstanders dezer ket terij. Zijn wijsheid ert leer, zijn ijver in het prediken van Gods woord, hadden velen bevestigd in de ware Kerk en talrijke ket ters tot inkeer gebracht. In 1590 was Pater Salej aangesteld om de theologie te onder wijzen aan de Universiteit van Tournon, waar ook de gezinnen der Hugenoten hun ne kinderen zonden om in de theologie on- - derwezen te worden. Deze Jezuiet was door den Rector aange wezen om naar Aubenas te gaan en daar te prediken. Hem werd als gezel gegeven een broeder genaamd Wilhelmus Sautemouche, een eenvoudige ziel, die evenals Pater Sales neergeknield voor het tabernakel uren lang in aanbidding doorbracht. Toen beiden het bevel ontvingen naar Aubenas te gaan, had den ze als 't ware een voorgevoel van het geen zou geschieden, ten minste Pater Sales schreef aan zijn broeder: „Vaarwel, wij gaan naar het martelaarschap." Te Aubenas werden de kloosterlingen har telijk ontvangen door den gouverneur. Ze vonden hun verblijf in het huis van den rech ter der stad Veyrenc, en werden aan de ta fel genoodigd van Beyron, een der regenten der stad. Pater Sales predikte den Advent met groot succes. De kerk was steeds opgepropt vol en onder de aanwezigen kon men tal van Hugenoten opmerken, die later verklaarden, dat ze nooit geleerder predikant gehoord hadden, die met meer eerbied over de over tuiging van anderen sprak. Ondertusschen verrichtte Pater Sales met zijn reisgezel nog veel Apostolisch werk in de omstreken van Aubenas, Een aanvoerder der Hugenoten, wien het succes van Pater Sales verdroot, stelde een conferentie voor tsuschen Pater Sales en den protestant La- bat die er grootsch opging onoverwinbaar te zijn in een theologisch dispuut. Uur en plaats waren aangewezen, maar Pater Sales wachtte tevergeefs op Labat die niet ver scheen. Onderhand was het den Pater niet onbekend gebleven dat de Hugenoten een aanslag op Aubenas voorbereidden en gai - daar kennis van aan den gouverneur. Deze wilde er niet aan gelooven en zei tot Pater Sales dat in oogenblik van gevaar hij de kloosterlingen zou weten te beschermen, waarop de Jezuiet antwoordde, dat hij gaar ne zijn leven zou geven voor God en het Heilig Geloof. Zonder vrees zette Pater Sales zijn apos- 'olaat voort en verrichtte met broeder Sau temouche verschillende apostolische reizen. Op 5 Februari 's avonds waren ze vermoeid teruggekeerd te Aubenas van de reis, toen ze den volgenden morgen vroeg gewekt werden door het rumoer in de straten. De Hugenoten war engewapenderhand in de stad gedrongen en de gouverneur was 't eerst van allen gevlucht. Nauwelijks waren de Hugenoten in de stad of Labat begaf zich naar het hoofd der troepen om de gevangenneming der Jezuïe ten te vragen. Voor den rechter werden ze ondervraagd en verklaarden rondborstig le den te zijn van de Sociëteit van Jezus. De ketters vroegen om geld en Pater Sales gaf hun de dertig stuivers, die hij bezat. Ze eischten echter meer en Pater Sales zei hun: „Als ge ons als gijzelaars wilt houden, zult ge niets meer ontvangen, wilt ge ons dooden dan sterven We gaarne voor ons ge loof." Geslagen en mishandeld werden ze naar Sarias den hoofdman gesleurd, die ze weer liet brengen naar den rechter de la Faye. Aldaar vierden de Calvinisten met een festijn hunne overwinning. De Jezuïeten werden de feestzaal binnengebracht en on middellijk begon men hen te hoonen en te beleedigen. Labat sprak over de hervor ming en wilde ze daartoe overhalen, maar Pater Sales wist zijn argumenten zoo goed te weerleggen, dat de protestant woedend werd en uitriep, dat de Jezuïet een afgoden dienaar en Phariseër was. Nog geheel nuch ter in den namiddag zette men hun vleesch voor, maar daar het Zaterdag was, weiger den de Jezuïeten daarvan te eten. Opnieuw begon dan een dispuut over de vastenwet- ten der Kerk. In den nacht werden de twee kloosterlingen bewaakt door de soldaten, die de Jezuïeten voortdurend mishandelden. Labat onderwijl had aan het volk gepredikt tégen Rome en tegen de Jesuïeten, vooral tégen den Jezuïet, die zich nog te Aubenas bevond. Met het geschrift van Pater Sales over de H. Eucharistie in ^de hand beschul digde hij dezen een afgodendienaar te zijn, een volksbedrieger en geldzuchtige, een profeet van Baal. Sarias, de hoofdman der calvinisten, zond drie soldaten om de Jezuïeten te gaan doo den, maar deze weigerden. Alsdan kwam hij zelf met twintig soldaten en beval Pater Sales hem te volgen. „Ge moet sterven, zóó, dat allen het kunnen zien," zei hij. „Gaarne volg ik u om te sterven voor God en voor de waarheid der wezenlijke tegenwoordig heid van Christus in de H. Eucharistie," was het antwoord. Men wilde den broeder ver wijderen, maar deze wilde Pater Sales niet verlaten. Buiten gekomen, vroegen ze een oogenblik te mogen bidden en verwijderden zich eenige stappen. Maar even daarna schoot een soldaat zijn geweer af en trof Pater Sales in de schouders. Andc-re solda ten staken de bajonet in de borst van den Jezuïet en een burger van Aubenas maakte een einde aan het lijden van den klooster ling door zijn mes in de keel van Pater Sa- les te zetten. Broeder Wilhelmus werd ge dood door verschillende dolksteken, terwijl hij gebogen lag over het ontzielde lichaam van Pater Sales. In heiligschennende processie werden do ontkleede lijken der martelaren door de straten der stad gesleept, terwijl de soldaten zongen: Libera nos, audi nos, exaudi nos. Op een hoek der straat werden de lijken De werkzaamheden tot het leggen van de waterleiding aan „de" Kwakel." Men ziet hier een „zinker" hangen in zijn stelling. Deze moet gelegd worden door de Ringvaart van de Legmeer. Over de houten brug, dat eertijds een kwakel was waarnaar de Kwakel zijn naam ontleent komt men in de buurtschap „de Kwakel." De uitvoerder van dit werk is de heer Groeneweg (de heer die op de !oto staat met boord aan en pet op), 't Werk wordt gemaakt door J. Scheepers te Heerlen. De waterleiding wordt glelegd door de heer Kooijman te Kwakel. fplaatselijke overlevering reeïïs 500 ja.v on- P-.fl.rvrv mis JV/uv/vu 'onderbroken de kosters voor de kerk ge- I EEN NIET ALLEDAAGS CHE PROMO" !ever(j heeft. In het archief der kerk woelt TIE. in ieder geval 1551 maal een koster rovt ioen prot. dr. N.J. Krom omstreeks 1915 ^en naam Menev vermeld. :n Indië werkzaam was voor onderzoekingen ten behoeve van den Oudheidkundigen Qg schietpartij in „De Krim i Dienst, ontmoette hij daar een jeugdigen ja- vaan, wiens groote begaafdheid op het gebied In verband met den moord in de volk 'oei- Tavaansche letterkunde hem was opgeval-j buurt „De Krim te Enschede. zi,n nog len RadenPoerbatjaraka.Deze behoort tot den schillende bijzonderheden bekend geworden. Soloneeschen adel en was oorspronkelijk be- In die buurt was tegen den dader S. een stemd voor den dienst van den soesoehoenan.zekere antipathie ontstaan, doordat deze Reeds vroeg voelde hij zich tot het Oud-Ja-j eens iets bij de politie had aangegeven. De vaansch en de studie van de oude cultuur van nian woonde in een voorkamer en daaruit -iin vaderland aangetrokken en door deze j heeft men getracht hem te verdmyen door belangstelling vestigde hij de aandacht op inwerpen van de ruiten, het gooien met i 1 - m ITArte t tl zes dagen tentoongesteld, totdat men ze In een oude kerk wierp, welke door de cal vinisten tot vuilnismagazijn was ingericht. De katholieken haalden daar de lichamen der martelaren weg en begroeven ze in een hoek van een tuin. Maar spoedig was Het den calvinisten bekend en gedurende twee jaren werd deze hoek voor de soldaten Jer calvinisten de plaats der grootste onbeta melijkheden. Op verzoek van Mevrouw de Chaussy maakte eindelijk de hoofdman der Hugenoten daar een einde aan en schonk - de overblijfselen aan Mevrouw de Chaussy De beenderen werden naar een kathoiie. huis gebracht, vanwaar ze later als koop waren naar een katholiek oord werden :r- voerd en daar begraven in het familiegraf van' de Chaussy. Later vroegen de Jezuïeten van Avignon de lichamen hunner medebroe ders die in de sacristie van het College van Avignon werden bijgezet en aldaar door ae geloovigen worden vereerd als kostbare relieken van de martelaren van de wezen lijke tegenwoordigheid van Jezus Lhrislus in het H. Sacrament der A^rs.^^^ Een beslissing van mr. Kranenburg. In een perceel aan de Heerengracht, is een toonzaal gevestigd, van gasartikelen. De fir ma geeft in een boven de toonzaal gelegen localiteit kookdemonstraties. Voor de bijwo ning dezer demonstraties wordt door colpor teurs het publiek uitgenoodigd. Bij die uit- noodiging worden kaarten uitgereikt. Is de kookdemonstratie afgeloopen, dan worden in de toonzaal modellen van gasfor nuizen en andere gasartikelen bezichtigd en bestaat er gelegenheid een of ander voorwerp naar tentoongesteld model, te bestellen, waar op later levering volgt. De aanwezige model len worden niet verkocht. In den avond van 5 Mei 1.1. was^r weer een kookdemonstratie gegeven. Twee agenten van politie zagen, dat in de benedenzaal (toonzaal) waar achter de ramen aan de straatzijde een étalage is, waarin fornuizen en andere artike len stonden uitgestald, publiek en bedienden aanwezig waren. Proces-verbaai wegens overtreding der Verordening -op de winkelsluiting werd opge maakt en dezer dagen had de bedrijfsleider zich voor den kantonrechter, mr. Kranen burg, te verantwoorden. Als verdediger trad op mr. P.J. Jürgens, die uitvoerig betoogde, dat de toonzaal geen winkel was en de aanwezige bezoekers geen publiek in den zin der voormelde verordening waren, terwijl ook van winkelbedienden hier geen sprake was. De kantonrechter, Zaterdag 1.1. vonnis wij zende, overwoog dat het lokaal de toonzaal waarin de politie publiek en winkelbe dienden zou hebben aangetroffen, niet is te beschouwen als een winkel in den zin der voornoemde verordening, en sprak den be drijfsleider van de hem ten laste gelegde overtreding vrij. Door den electrischen stroom. De Gemeente-Electriciteits-Werken heb ben het electrisch pasteuriseeren ter hand genomen, naar aanleiding van resultaten, welke in Engeland erkregen zijn o. a. door prof. Ebaetie en Lewes van de Universiteit te Liverpool. Dinsdagochtend is in het gebouw van de V. A. M. I„ op den Overtoom, waar eenige ruimte belangloos afgestaan is, in samen werking met haar staf van deskundig per soneel van autoriteiten, onder wie de Wet houder voor de, Openbare Gezondheid en de Directeur van den Keuringsdienst een demonstratie gegeven met dit electrisch pasteuriseer-toestel. Na uitgebreide proeven in het electrochc- misch laboratorium van 'prof. dr. A. H. W Aten, waarbij bleek, dat het electrisch pas teuriseeren een uitstekende methode van pasteuriseeren is, heeft de directeur der G. E W. dr. Lulofs in het laboratorium van de G. E. W. één toestel doen construeeren waarmede het mogelijk is, in het groot, melk te pasteuriseeren. Het apparaat bestaat uit eigenlijk niets anders dan een 6-tal buizen van isoleerend materiaal b-v. glas. Deze glazen buizen zijn van onderen en van boven afgesloten door koperen bollen inwendig vertind, die dienen voor het toevoeren van electrischen stroom aan de melk. De bollen zijn a°an de onder zijde paarsgewijze verbonden met de polen van een 3 phasendraaistroomtrar.sforöiator, welke via een schakelaar en de noodige be- veiligings- en controle-apparaten den stroom aan bet 'buizenstel toevoert. Boven genoemde koperen bo'len zijn onderling verbonden door horizontale koperen buizen. Bij het pasteuriseeren stroomt de melk uit de toevoerieiding door deze bollen cn buizen. Tegelijkertijd gaat de electrische stroom, welke een bedrijfsspanning van 3000 Volt heelt, door de melk in de glazen buizen De electriciteit stroomt door de melk. die door het huizenstelsel van het apparaat vloeit, en oefent daar de pasteuriseerende werking uit. De melk, welke binnentreedt met een temperatuur van b.v. 15 gr, C„ wordt" door den stroom verwarmd en ver laat het apparaat met een temperatuur van b.v. 60 gr. C De melk. welke aldus ver kregen wordt, voldoet aan de eischen, welke aan gepasteuriseerde melk gesteld worden, c.l. dat zii vrij is van palhoge bacteriën en het aantal van de overige bacteriën beneden een zekere waarde blijft. Deze manier van pasteuriseeren heeft het groote voordeel, d&t men zeker is van een gelijkmatige pasteurisatie van de melk. Ter wijl bij het pasteuriseeren met stoom b.v. de Warmte van buiten af van den stoom, moet worden toegevoerd, waardoor het kan voorkomen dat 'n gedeelte van de melk on voldoende verwarmd wordt, is die mogelijk heid bij dit apparaat uitgesloten, omdat de warmte-ontwikkeling in de melk zelf plaats vindt. Het apparaat is uiterst eenvoudig in de behandeling. Het energieverbruik van het apparaat is afhankelijk van de temperatuur van de rauwe melk en de temperatuur, waarop men de molk wenscht te verwarmen. Men kan de warme melk. welke uit het appa raat stroomt, gebruiken, om de rauwe melk voor te warmen, waardoor de gepasteuri seerde melk tevens wordt afgekoeld. Men kan dus op deze wijze door de warmte van de gepasteuriseerde melk te gebruiken bijna de helft van de electrische energie sparen, zoc.dat men voor het pasteuriseeren van 1000 Liter melk slechts 50 K. W. U. noodig beeft, welke, met het oog op de uren van den dag, waarop deze noodig 'zijn. tot een zeer gereduceerden prijs geleverd kunnen worden, waarbij komt. dat het apparaat zeer weinig plaats inneemt, altijd gereed staat zeer eenvoudig is te bedienen en wat de werkwijze betreft volkomen betrouw baar is. zich van den toenmaligen adviseur voor m- landsche zaken, thans hoogleeraar in het Ja- vaansch aan de Leidsche Universiteit, prof. dr G A.J. Hazeu. Deze bewerkte, dat de heer Poerbajaraka te Batavia onder deskun dige leiding kon komen, waarmede dr. N.J. Krom, chef van den oudheidkundigen dienst, thans hoogleeraar te Leiden zich belastte Van dat oogenblik af, m 1915, legde Raoen Poerbatjaraka zich met ijver en succes op een wetenschappelijke studie van Sanskrit, Kawi en Javaansche oudheidkunde toe, en hij schreef eenige artikelen in het Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap, welke de bij- zondere aandacht trokken van prof. Kern. in 1921 achtte de Indische regeering termen aan wezig om Raden Poerbatjaraka door een stu die-opdracht aan de Leidsche Universiteit gelegenheid te geven zijn gaven verder te ont plooien. Toen in 1922 het hulpleeraarschap m het Javaansch aan deze Universiteit vacant kwam, werd hij tot deze betrekking benoemd, welke hij ook thans nog bekleedt en aan het eind van den loopenden cursus zal neerleggen, om weder naar Indië terug te keeren. Tijdens de ongesteldheid van prof. Hazeu heeft hij de laatste maanden diens colleges waargeno- "^Inmiddels, tijdens zijn hulpleeraarschap, wist hij de resultaten van zijn voortgezette studie reeds ten deele te publiceeren in den ivorm van eenige belangrijke artikelen in de Bijdragen van het Kon. Instituut bovendien vond hij gelegenheid om, gebruik makend van de bepalingen van het nieuwe academisch statuut, achtereenvolgens het candidaats- en doctoraal-examen af te leggen in de Arische Letteren. Gisteren heeft deze studie haar be kroning gevonden in een promotie tot doctor in de letteren op een proefschrift over „Agasrya in den Archipel." (Msb.) emmers water en andere projectielen. On langs werd S. gewond door een messteek. In den vroegen morgen van Zondag j.l. hoor de S„ naar hij aan de Justitie heeft mede gedeeld, aan zijn slaapkamerraam morrelen. Een man zei toen: Kruip er maar in S. dacht, dat men hem wilde vermoorden hij v/as reeds een paar keer bedreigd en heeft toen vanuit zijn bed een revolverschot gelost, waardoor Langkamp doodelijk werd getroffen. Langkamp had echter met de zaak zelve weinig uit te staan: hij wilde vermoe delijk slechts naar het achterdeel van het door S. bewoonde huis gaan. Langkamp schijnt dus het slachtoffr van een veete te zijn geworden, welke enkele personen te gen S. hadden. Gebleken is ten slotte nog, dat S. d in beslag genomen revolver dag en nacht bij zich had. om zich tegen eventueele aanvallen te kunnen verdedigen. Zondagmiddag omstreeks half zes reden op den Muiderstraatweg bij Muiden vier wiel rijders naast elkaar. Ter hoogte van de Pape laan slipte het rijwiel van een hunner, kwam tegen het achterwiel van diens broer en smak te op den straatweg. Een zware Minerva-auto reed vlak achter hem. Ten einue den vallende te ontwijken, haalde de wagen plotseling naar links uit vloog over de tramrails en viel van den dijk. De inzittende drie heeren en een dame kwamen er met den schrik af. De wielrijder I. werd met een zware sche delbreuk opgenomen, en door de inmiddels ontboden ziekenauto van het Roode Kruis te Weesp naar het O.L.V.G. vervoerd. 4>A PROC. NEDERL.-INDISCHE leening. Wij verwijzen onze lezers naar de in d t nummer voorkomende advertentie betreffen de de uitgifte der 414 proc. Nederl.-Indische ieneing ter aflossing van de 6 proc. leening 1919 H ronder laten wij eenige gegevens volgen: Bedrag der leening 148.500.000. Koers van uitgifte: 97 pet. Groote der ebligatiën 1000.500.— en 100.vervaldag der coupons 1 Jan- en 1 Juli. Aflossing in 34 jaren door jaarlijksche aflossing a pari, aanvangende 1 Juli 1927. Geen conversie of versterkte aflossing vóór 1 Juli 1931. Inschrijving: Donderdag 24 Juni a.s. met voorkeur voor houders van 6 pet. obligatiën Ned.-Indië 1919, onder opgave der nummers hunner stukken. Betaling: 1 Juli a.s. tegen overgave van récepissen; voor houders van voornoemde 6 pet. obligatiën door inlevering hunner stukken en onder uitkeering van 30—, 15.en 3resp. op stukken van 1000.— 500en 100Voor de voldoening kan ook gebruik gemaakt worden van schatkistpapier, vervallende 1 Juli of 1 Augustus a.s., dit laatste onder rente- verrekening 2.50 voor elke f 1000.—). De obligaiën der leening Ned.-lndië 1919 worden, voor zoover geen gebruik gemaakt wordt van het recht tot comverteeren, per 1 Juli a.s. aflosbaar gesteld. EEN GRUWELIJKE MISLEIDING. Emil Marek uit Weenen, werkte, r.aar het „Hbld." verneemt, te Berlijn aan de construc tie van een houten pop, die door middel van een ingenieus bedacht mechanisme zou kun nen loopen, springen, spreken en wat niet al meer. Op zekeren dag, toen hij met een scherpen bijl zijn levensgroote pop aan het modelleeren was, schoot de bijl uit en sneed hem den linkervoet radicaal af. In ernstigen toestand werd de uitvinder naar het zieken huis gebracht, waar het been onmiddellijk geamputeerd moest worden. Nauwelijks uit het ziekenhuis ontslagen, wendde Marek zich tot de Anglo Danubian Lloyd, een Engei- sche verzekeringsmaatschappij, waarbij hij zich tegen ongevallen verzekerd had, en ver zocht om uitbetaling van de hem voor het verlies van een been toekomende 200.000 dollar. Maar de maatschappij wantrouwde het zaakje. Zij liet door eenige bekende Ween- sche chirurgen het afgekapte been dat men in het ziekenhuis nog Jiad bewaard onder zoeken en wat bleek Dat het niet met één slag door den per ongeluk uitschietenden bijl was afgesneden, maar dat Marek met een ongejooflijke koelbloedigheid en zelfbeheer- sching zelf zijn voet had afgekapt. Er waren tenminste vier stevige bijlslagen voor noodig geweest en bovendien had hij nog drie maal misgeslagen, wat bleek uit drie gapende wonden in het scheenbeen, alle drie slechts enkele centimeters boven de plaats, waar hij zijn been had doorgehakt.... Het spreekt vanzelf, dat Marek, naar de tweehonderdduizend dollar kan fluiten. z.ijn gruwelijke zelfverminking heeft hem niets in het laadje gebracht. En tot overmaat van i ramp zal hij zich nu nog wegens poging tot oplichting te verantwoorden hebben. 'N KOSTERGESLACHT VAN 500 JAREN. Wii lezen in de „Msb.": In Piligny-Montrachet in Frankrijk stierf voor kort de koster der parochiekerk. Louis Meney. Zijn familie staat bekend als de „kosterdynastie", daar zij volgens de PURMEREND. 15 Juni. „Afslagvereeniging Beemster, Purmerend en Omstreken Aard appelen 2.07—2.87; kl. idem 1.42—2.07 per zak 25 Kg.; snijboonen 0.44 per Kg.; tuinboonen 3.45 per 15 Kg.; peulen 13.50 per 50 Kg.; doperwten 1315.50 per 50 Kg.; aardbezian f 0.340.44 per Kg.; bloemkool 3.70—10.60 per 100; postelein 0.601.6Ó per 10 Kg.; sla 0.701.50 per 10 krop; wortelen f 18; prei 3.70— 4.90 per 100 bos. 't Kindje. De doodzieke moeder en de dochter, die op de rand van 't ledikant zat, keken elkander aan. De moeder schudde droevig het hoofd en zei„KindMariehoe moet 't nou gaan tusschen vader en jouals ik er niet meer ben „Praat niet zóó, moedertjeu wordt beter, u moet beter wordenwe kunnen elkaar niet missen ej» ze greep steviger de handen der kranke, als wilde zij haar moe der beschermen tegen de grijp-klauwen van de dood. „Daar wordt niet naar gevraagd, meid. als 't m'n tijd is, en dat zal gauw zijn, dan. Maal 't zou zoo'n gerust gevoel voor me zijn, als 'k kon heengaan met de gedachte Ben je nu vast besloten, om Otto niet „Moeder", onderbrak Marie met zacht ver wijtende blik „wil u me nu óók al gaan dwingen.... juist nul" „Nee kindn»e geen kwestie van dwingenik bedoel maar weet je 't nu wel zéker, heel zeker, dat Otto geen goeie man voor jou zou kunnen zijn „Dat heb ik nooit gezegd, moeder. Ik ben er zelfs van overtuigd, dat hij alles zou willen doen, om me gelukkig te maken. Maar dat is niet voldoende. De liefde mag niet van een kant komen en dat is hier 't geval. Otto van Grondveld is knap, beschaafd, bescheiden, hij heeft 'n pracht-betrekking, die me 'n on bezorgd leven zou verzekeren. Maar ik hou niet van 'mdat is de heele geschiedenis. Waarom niet zult u zeggen. Ik kan dat zelf ook niet met woorden verklaren. Ik voel 't alleen maar zoo. Voor 'n man moet je door 't vuur willen gaanje moet desnoods voor 'm kunnen sterven.' „Ach, kind.dat vind je alleen in boeken Later zul je gaan inzien, dat in 't gewone le ven zoo'n liefde niet bestaat.of misschien een op de duizend. Je bent nog jong.'n beetje veel gelezen ookmaar heusch. ,,'t Kan zijn, dat 't tot de zeldzaamheden behoort, moeder.Maar dan wacht ik toch liever op zoo'n zeldzaamheid.... en als die niet komt, dan blijf 'k ongetrouwd. Dat doe 'k liever, dan dat ik 'n man zou nemen, voor wie ik niet alles kon over hebben." „En veronderstel, kind, dat je later de rech te ontmoet.Dan komt de praktijk van het leven met de zorgjes, de onaangenaamheden, die nooit te vermijden zijn.en dan is de teleurstelling nog grooter." „De echte liefde verdraagt en vergeeft en schept nieuwe vrede waar die verstoord werd. 't Kan overdreven zijn, maar ik zie 't niet an ders. Ik kan voor Otto van Grondveld dat niet voelen, al had ie nog even zoo veel deug den er bij. Dat is toch geen misdaad, moeder En waarom beschouwt vader 't dan als zoo danig Waarom bezorgt hij me met opzet al die attenties van Otto Waarom scheldt hij op m'n koppigheid, terwijl hij zelf óók kop pig is „Kindje spreekt over je vader...." „Ik wil hem achten, moeder, en gehoor zamen. maar niet in dat ééne punt, waar over ik zelf te beslissen heb. 't Is mijn schuld niet, dat de verhouding zoo gespannen werd de laatste tijd. Ik heb genoeg m'n best ge daan. Maar wees niet ongerust moedertje ik zal al het mogelijke doen, om de vrede te bewaren.vader zal wel gaan inzien, dat 't vergeefsche moeite is me Otto op te dringen. Otto zelf is al zoo verstandig geweest zijn be zoeken te verminderen. En als die de eerste is, om zich er in te schikken, dan volgt vader vanzelf." „Ik hoop't Mane De dochter bleef bij haar moeder tot de vader van 't kantoor kwam. Toen moest za voor het eten gaan zorgen. Onder de maaltijd praatte ze opgewekt over allerlei gebeurtenisjes van die dag. Ze deed genoeg moeite. Maar de vader reageerde er nauwelijks op. Hij blééf in z'n koppigheid, die al maanden zoo duurde en vaster wortelde, omdat hij moest erkennen, dat z'n ijzeren wil over z'n eenigst kind geen macht had. Marie dankte God, dat moeder daar boven alleen lag.... en er dus niet opnieuw ver driet van kreeg. Drie dagen later stierf mevrouw Edenro- de De heer Gustaaf Edenrode bekleedde een goede post aan de rijksbelastingen. Zijn snelle promotie, gunstig gevolg van stipte plichtsbetrachting en wilskracht om vooruit te komen, had gemaakt, dat hij boven anderen kwam te staan, die bij evenveel ijver niet zijn onderhoorigen hadden behoeven te zijn. Maar óók had dat boven de andere collega's uitblinken van hem gemaakt een trotsche man, die meende, dat hij meer mocht dan zijn moreel recht hem vergunde. Zooals hij was op z'n bureau, zoo was hij ook thuis. Vrouw en kind hadden het niet prettig bij de man, in wiens hart en hersens meer plaats scheen te zijn voor ambtelijke daden, dan voor wat gevoel en liefde. Zijn vrouw was 'n goed, berustend mensch- je, dat vaak sukkelde en zijn dochter verdroeg veel, om haar moederhoewel steeds meer bleek, dat ze toch wel iets had van een eigen wil, die ze toonde als dit haar recht was. En toen Marie een volwassen meisje werd voelde de vader dat hij haar wellicht te lang had ge kneveld en dat nu des te heviger de reactie zich liet gelden. Maar erkennen wilde hij het niet. Edenrode was tenminste zoo fatsoenlijk, om de rouwtijd in vrede, zij het een gewapen de, te laten voorbij gaan. Maar toen begon hij in z'n harde koppig heid weer te werken aan z'n plan, om Marie aan Ottoi van Grondveld te koppelen. 't Zou 'n, wat men noemt, deftig huwelijk worden. Otto was de zoon van de belasting-inspec teur en reeds jaren bestond er intieme vriend schap tusschen de beide families. De van Grondvelds hadden geld en dat speelde bij Edenrode een voorname rol. Als dat hu welijk tot stand kwam, dan kon hij zeggen, dat ie z'n doel had bereikt. Hij begon rustig, al kostte dat hem veel moeite. Maar toen Marie hem kort en beslist verklaarde, dat ze er niets van wenschte te hoorentoen kwamen weer de koppigheid en de steenen wil met vernieuwde kracht naar voren. Het slot was, dat Edenrode zijn eenigst kind uit huis joeg.en met de boodschap, dat hij nooit meer iets van haar hoopte te ver nemen. Zoo gingen er veel jaren voorbij. 'n Paar maal kwam er 'n brief van Marie, die door de verbitterde vader ongeopend werd teruggezonden. Edenrode leefde alleen met telkens 'n an dere huishoudster of meld, daar z'n lastig ka rakter niet lang werd verdragen. Later verliet hij zijn huis en ging en-pen sion wonen. Maar telkens moest hij veranderen, omdat men niet verkoos, heelemaal zijn slaaf te zijn. Hij werd menschenhater, ook alweer om dat hij niet wilde inzien, dat hij zelf de oor zaak was. Edenrode werd ziek en was genoodzaakt zich in 'n verpleeg-inrichting te laten opne men. Het geduld en de toewijding waarmee de zusters hem verpleegden, deden langzaam dat harde in z'n binnenste weeker worden. Hij ging de menschen en het leven anders be kijken en toen hij na zijn ziekte f eer in ae kantoren kwam, werd er niet meer zoo voor hem gebeefd als vroeger. 'n Enkele maal kwam het verlangen naar z'n kind in hem bovenmaar dan dacht ie weer aan die scène op de dag voor haar vertrek.toen ze, even hard en even koppig als hij, met fonkelende oogen en geknepen vuisten vóór hem stond.... en dan trachtte hij dat verlangen dood te drukken. Het werd met meer het oude met de hear Edenrode. En het was met zijn volle instemming, dat men hem voorstelde zijn pensioen aan te vra gen. al had hij nog niet de leeftijd bereikt. Z'n geneesheer raadde hem aan in Gelder- j vond, dat 't kind guitige oogjes had, die heel land te gaan wonen. I verstandig keken.Het kind zette weer 'n pruil- Edenrode ging naar z'n boekhandelaar en snuitje, omdat de vreemde man zoo erg gaf daar een advertentie op, waarin hij, als dichtbij kwam. Edenrode greep z'n zilveren gepensioneerd rijksambtenaar, een gezellig potlood, hield dit bij 't ringetje vast en liet tehuis vroeg bij een kleine beschaafde familie, 't heen en weer bengelen. Direct grepen de Na 'n dag of vijf zat ie al in de trein, om twee knuistjes er naar en toen de handjes het zich te begeven naar 'n villa-dorp bij Nijme- blinkende wondertje omklemden, begon het gen, vanwaar hij 'n brief had ontvangen van snoetje te lachen en leek het of de oogjes de eene mijnheer Brinkhorst, gemeente-secreta- gever vriendelijk dankten, ris. aldaar. Edenrode schrok toen ie dat lachje zag en 't Adres was gauw gevonden en hij stond er ging 'n warme huivering door z'n lichaam, voor 'n aardig landhuisje met 'n flink stuk En hij zag zich zelf, meer dan dertig jaar ge- tuin er achter. leden, precies zoo aan de wieg staan van z'n „Ik word hier immers verwacht voor be- eerste, die z'n eenigste bleefen die hij spreking over 'n paar kamers vroeg hij aan Weer staarde hij naar 't lachende kinder- 't dienstmeisje. roetje en kreeg 'n schok.... en er kwamen „Omeneer Edenrode misschien tranen in die oude, harde oogen, in de oogen, „Precies." die bijna 'n menschenleven niet hadden ge- „Komt u binnen, meneerkunt u 'n schreid. oogenblikje Vachten, ik zal mevrouw even j Toen hij zich, op 't hooren van^eemg ge- waarschuwen mevrouw is in de buurt om druisch omdraaide, was het alsof 't huis op 'n zieke te bezoeken." j hem viel. Z'n dochter, z'n kind stond daai Toen hij in de keurig ingerichte kamer 'n de moeder van de kleine in de wieg. paar minuten had gezeten en geconstateerd, Toen beiden eenigszins tot bedaren kwa- dat er geen mensch anders in huis was, schrok I men, en dat was niet zoo gauw, want het hij van 'n schurend geluid in 'n zijkamertje, scheen of de oude al dieniet geschreide tranen waarvan de deur open stond. Was daar %dan j had bewaard toen vertelde Marie, dat die toch nog iemanden liet die zich niet advertentie haar had doen vermoeden, dat zien Toen hoorde Tiij 'n kreuntje. .gevolgd haar vader de steller ervan was, ook omdat ze door eenig geknorHij wilde eens stil gaan Das van z'n eervol ontslag had gelezen, 'c loeren, maar opeens hield ie verschrikt z'n j Vertrouwelijk briefje aan de boekhandelaar, ooren dicht, want uit het kamertje klonk ge- die haar vroeger óók had bediend, bracht df blèr van 'n baby. j opheldering en deed haar dit plannetje ineet Hemelsche goedheid jammerde Eden- zetten, rode 'n kind.... 'n zuigeling.zoo'n Toen haar man, de gemeente-secretari schreeuwkind hier in huis 1 Neen, neen, hier Brinkhorst, thuiskwam, zei ze „Nu is he moet 'k niet wezenHij wou meteen al weg- gekomen, wat nog aan ons geluk ontbrak gaan, maar dat vond ie toch te onbeleefd, 't en Ze bracht hem bij z'n schoonvader, di Kind schreeuwde harderkrijschte alsof z'n longetjes er uit moesten. Goeie genade, als zoo'n schaap maar niks had gekregen in eens of dat er 'n speld zat te prikken. Voorzichtig keek ie om 't hoekje van 't zijka mertje en zag meteen de wieg met 't huilende kleintje, 't Kind hield in verbazing op met huilen toen het die vreemde heer zag. „Zoo, kleine levenmaker" lacherde de oude!|[„wat scheelt er aan Hij deed 'n paar stappen naar de wieg en met de kleine „schreeuwerd" op z'n knie zat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5