anmaammmmmaaatrm B ELCK WAT WILS SS KjnMmnuHBBinHLJia DE GEHEIMZINNIGE s, RAADGEVER komen. Als Francisco's grieven inderdaad lijk bij de fontein aankwam.Weder- hem op de gevaren van een dergelijken van de theorie van den scneepsbouw. even grooi zijn als de mijne dan hegrijp om bleet Conrad zwijgen en sidderde bij ik dar hij dien nacht den muur van Mi- de herinnering laan ging bestormen, want zulke grieven maken iemand gek Stel u eens voor. Tomaso, hoe ik in i geheim in 't midden van den nacht, ge bonden. met een prop in mijn mond, half gek van angst, naar mijn eigen villa werd nog, gezond en vrij, dank zij onzen bra- het nieuws, dat de Tsaar in een boeier uit ,,De fontein.... verdiept in 't verhaal. „Het water was vergiftigd gij weet tocht, maar hij luisterde niet naar de waar- van de verschillende berekeningen, die schuwingen en vertrok. De tocht liep gemaakt moesten worden alvorens men tot herhaalde Tomaso wonder boven wonder goed af, maar te den eigelijken bouw kon overgaan. Dit Amsterdam wachtte reeds een menigte doel dacht hij eerst te Zaandam en later te nieuwsgierigen op hem want eenige Amsterdam te kunnen bereiken en hier- gebracht om er als een hond om te komen Ik wist wel dat de dood mij wachtte en ik staalde mij om dien als een edelman tege moet te treden, ik heb in mijn villa een tang, laag vertrek, met nauwe vensters steenen openingen, waar ik mijn hand bij na mei door kan krijgen Die kamer lie> ik bouwen voor koelte in den lieeten zo mer Ik werd daar binnen gebracht, ont bonden en met een spottend betoon van eerbied alleen gelaten, terwijl de deur op slot gedaan werd. O l 't geluid van dien sleutel, Tomaso 't was alsof zij mijn hart dichtsloten, want ik begreep hun bedoe ling. Ik had maar al te dikwijls gehoord dat 't reeds en ik wil er met verder over spre- vaartuigen uit Zaandam, die hem voorbij voor ondernam hij de reis naar Engeland, ken. Dat is Goddank voorbij en ik leef waren gezeild, brachten naar Amsterdam toen hem duidelijk werd, dat dit in»Hol- land onmogelijk was. Om den Tsaar in ven vriend uit Verona. Hoe hij mij gered Zaandam was vertrokken. Vertoornd over staat te stellen zijn doel te bereiken, moest het gezantschap zes en een halve maand misbruik maken van de Hollandsche gastvrijheid en in Amsterdam blijven, hoewel het voor de gezanten geen ge- zou hebben als hij met zoo reusachtig het opdringen van de menigte, ranselden groot geweest was. laat ik aan mijh be- de Tsaar en zijn metgezellen eenige man- schermenge! over om te bedenken", voeg- nen al, die al te opdringerig waren. Zoo de hij er lachend bij. doende ontstond er een algemeen gevecht. Tomaso was verbaasd dat Conrad zoo De toegesnelde politie herstelde echter de heim was, dat hun verblijf voor het land gemakkelijk zijn haat voor Visconti kon orde en Peter werd onder geleide naar een last was en dat de Hollanders reik- afschudden, behalve als hij er weer over het Oude Zijds Heerenlogement ge- halzend naar hun vertrek uitzagen." bracht, dat aan hei gezantschap tot ver blijfplaats was aangewezen en waar reeds begon na te denken Er heerschte een oogenblik van stilzwij gen, waarop Conrad weder voortging met ,Zou prinses Valentine nog aan mij den- In Amsterdam maakte Peter persoonlijk kennis met Nicolaas Witsen, den beken- eemge ambtenaren, die vooruit waren den invloedrijken burgemeester, wiens gezonden om alles in gereedheid te bren- ken meer in antwoord op zijn eigen gen, toefden." Dat was Zondag 25 Augus- gedachten dan als vraag aan Tomaso, tus 1697 die zichzelf tuist op datzelfde oogenblik Twee dagen daarna deed het groote ge- Visconti zijn gevangenen van hongei liet afvroeg, hoeveel de graaf wel aan haar zantschap, waarbij de Tsaar zich als ge- omkomen Toen ik de voetstappen dei soldaten in de verte hoorde wegsterven besefte ik pas de afschuwelijke waarheid Her scheen mij eerst me» mogelijk dal dacht Behalve toen hij Francisco zijn we dervaren had meegedeeld, was dit de eer ste maai dat hij over haar sprak Hij scheen zijn liefde even luchthartig woon officier had aangesloten, zijn plech- tigen intocht in Amsterdam. „Niet ver naam hij reeds lang kende en met wien hij door tusschenkomst van zijn vertrouwe ling Winius nu en dan correspondeerde. In 1664 reeds was WitseiT als edelman bij het gezantschap van Boreel m Moskou geweest j hij bracht toen drie jaar in Rus land door. Hij doorkruiste het land in alle :k in mijn eigen woning van honger zou op te nemen als zijn lijden. omkomen, en ik trachtte over mijn angst te lachen. Ik zou een venster kunnen open breken Nu moet ik erom achen als ik eraan terugdenk. Het was mij met mogelijk iets te doen de uren en de dagen die volgden waren vreeselijk vreeselijk I Ik wilde eerst met geiooven dat ik daar van honger zou moeten omkomen maar toen er niemand kwam, wist ik dat 't „Men zegt in Milaan, dat prinses Va lentine met den hertog van Orleans moet trouwen waagde Tomaso. Wordt vervolgd PETER DE GROOTE TE AMSTERDAM. in het longste m van Amsteiodamum. zoo was Ik dacht aan prinses Valentine en maandblad voor de kennis van Amster- van de stad stond de troep van Bogdan richtingen en verzamelde zeei veel geo- Pristaw op de groote gezanten te wach- graphische en ethnographische gegevens, ten. Kort daarna ontmoette de stoet de In 1667 werd Witsen aan Tsaar Alexei, overheid van Amsterdam en vele voor- Peters vader, voorgesteld Twintig jaar aanstaande burgers. Er werden van beide later gaf hij zijn groote kaart van Noord kanten redevoeringen gehouden, waarna Europa en -Azië uit, in 1692 zijn groot d? gezanten in een rijtuig plaats namen werk „Noord- en Oost-Tartarijen." De voor de overige leden van het gezantschap kaart en het boek maakten Witsen zeer waren 49 wagens meegebrachtterwijl populair aan het hof te Moskou, vooral het gevolg en de bedienden den plechtigen bij Peter en zijn vrienden. Geen wonder intocht te paard moesten doen. Het rij- dat Peter met hem correspondeerde en tuig van de gezanten werd omringd door in Amsterdam het gezelschap van Witsen de Russische heiduks en een Hollandsch gaarne zocht. „Witsen werd tot op zekere vroeg mijzelf af welk lot haar wel getroffen dam, lezen wij het volgende interessante escorte en de stoet begaf zich naar Amster- hoogte de cicerone en de leider van den had. Ik dacht aan mijn land en weende artikel over het verblijf van tsaar Peter de dam. De schitterende gewaden van de longen Tsaar en het is aan geen twijfel omdat tk Duitschland nooit meer terug zou zien i Op een zekeren avond dat ik Groote te Amsterdam gezanten en van het gevolg trokken de onderhevig, wat Peter te danken had aan Onlangs promoveerde aan de Untver- aandacht van de burgerij van Amsterdam, ien hoog beschaafden burgemeester, den half bewusteloos op den grond lag, hoorde siteit van Amsterdam tot doctor m de De hoop van de menigte den jongen Tsaar, besten mentor, die hij ooit had kunnen ik den sleutei tn het slot omdraaien letteren en wijsbegeerte de heer Boris over wien toen reeds vele verhalen de hebben. De omgang met Nicolaas Witsen Visconti stond voor mij, gevolgd door Raptschmsky, na verdediging van een ronde deden, te zien, bleek echter ijdel moet ook een gunstigen invloed op het Gtannotto en twee groote witte honden proefschrift Petet de Groote in Holland want Peter nam plaats in een van de ach- karakter van Peter gehad hebben voor En tk zie ze nog Groote God 1 zoover ,n 16971698. Een historische schets terste wagens en was als gewoon edelman het eerst in zijn leven kwam Peter in aan was ik reeds gezonken, dat tk aan zijn voe- Oppervlakkig gezien zou men de vraag gekleed. Onder gejuich van de burgerij, raking met een man, die tot de meest be ten neerviel, smeekende om genade, om kunnen stellen of er over het befaamde kanonschoten, tromgeroffel, trok men schaafde kringen van West Europa be- medelijden, om mij af te maken. Met een bezoek van Peter de Groote aan Holland naar het Heerenlogement, dat als verblijf- hoorde. Het is te betreuren, dat deze ont- glimlach op mij neerziend, beval hij Gian- nog iets nieuws is te vertellen, na hetgeen plaats voor de Russen was ingericht." moeting met eerder heeft plaats gevonden notto voedsel te brengen. Ik vervloekte Meerman, Scheltema en anderen er over De gezanten bleven eenigen tijd in en dat de omgang zoo kort heeft geduurd." mijzelf om mijn zwakheid, doch ik zou hebben medegedeeld. Maar die vraag kan Amsterdam, waar de overheid zich in- Door bemiddeling van Witsen kreeg zijn voeten hebben kunnen kussen. Wat onmiddellijk worden beantwoord met de spande om hun het verblijf zoo aange- Peter een woning op de werf van de Oost- er toen gebeurde kan ik mij met goed meei herinnering aan het feit, dat noch Meer- naam mogelijk te maken. De Russen ge- Indische Compagnie zoo kreeg hij de man, noch Scheltema, noch een der ande- bruikten hun tijd om Amsterdam te be- gelegenheid den bouw van een fregat vaij ren, die over Peter's verblijf hier te lande zichtigen zij bezochten het raadhuis, het begin tot het einde bij te wonen. Zoo hebben geschreven, Russisch verstonden, de weeshuizen, de gevangenis enz. Ter verhuisde hij met eenige landgenooten Zij konden dus niet over de Russische hunner eer werd een spiegelgevecht van naar het huis van den baas der lijnbanen herinneren. Als in een droom zag ik Gian- notto een aanlokkelijk maal klaarzetten, een oanket voor een of twee personen, zooals ik dikwijls met Visconti had ge deeld Ik zegende hem met opgeheven bronnen beschikken en hebben zich dan zeeschepen georganiseerd, waaraan.Peter, op Oostenburg, dat voor zijn verblijf was handen Toen alles gereed stond wend de hij zich glimlachend tot mij met „Gij ook meer dan eens vergist. In de politiek zoogenaamd incognito, persoonlijk deel- ingericht. Op de Oost-Indische werf heeft zou dat geen bezwaar opleveren wij heb- nam. Verder werden feesten georgani- Peter vier maanden doorgebracht, dus hebt om eten gevraagd ik wil uw laatste ben tegenwoordig geachte medeburgers, seerd^gpeen schitterend vuurwerk afge- heel wat langer dan in het beroemde huis- verzoek met weigeren, graaf Conrad." die over Rusland schrijven en spreken als stoken, tooneelvoorstellingen gegeven, je te Zaandam Den 9en September werd Daarmee wierp hij een der honden een Van den heilstaat der volkeren, zonder Den llen September hadden de gezanten onder leiding van Gerrit Claesz. Pool een stuk vleesch toe en 't beest viel dood neer een woord Russisch te verstaan. Maar in en de Tsaar te Utrecht een onderhoud fregat op stapel gezet, 100 voet lang, dat toen hij't had verslonden i Zonder verder de wetenschap gaat dat toch moeilijk meer met den Komng-Stadhouder. „Den 27 den naam Petrus en Paulus zou krijgen, een woord te spreken gingen zij heen en Welnu, dr. Raptschmsky, een geboren September namen de gezanten afscheid Den volgenden dag zond Peter aan den lieten het voedsel achter den dooden Rus, sedert vele jaren in Amsterdam ge- van de Regeering van Amsterdam, waarbij Patriarch een brief, waarin hij o.a. het hond naast de tafel. Ik geloof dat ik op vestigd, kent ook de Russische bronnen van beide kanten redevoeringen werden volgende schreef „Wij bevinden ons in dat oogenblik gek werd gek van woede Voor de geschiedenis van zijn vaderland gehouden uit de redevoering van de bur- Nederland in de stad Amsterdam, en ver en wanhoop. Toen ik weer bijkwam, Ug Hij kon zoo over heel wat meer matanaa) gemeesters van Amsterdam zou men op- keeren door de goedertierenheid des Hce- ik met de handen op het voedsel, bijna beschikken dan zijn voorgangers en kon maken, dat de regeering van deze stad, de ren en dank zij uw gebeden in goeden met mijn mond erop l Doch ik wist mij dus hun onderzoek belangrijk aanvullen hoop koesterde, dat de gezanten met meer welstand. Het goddelijk voorschrift aan te bedwingen en stootte het van mij af. In en vooral ook verbeteren naar Amsterdam zouden terugkeeren, Adam volgende, werken wij hard. het- uiterste wanhoop liet ik de blikken door Het is hier met de plaats om in den maar uit Den Haag naar het buitenland geen wij niet noodgedwongen doen, het vertrek waren en ontdekte den sleutel breede tn te gaan op het bezoek van Peter zouden vertrekken. Dit verlangen was maar om de zeevaart te bestudeeren, op- in net slot Eerst dacht ik dat't een visioen den Grooten aan ons land in 1697 en 1698 volkomen begrijpelijk, daar het verblijf dat wij. deze wetenschap volkomen ge was een streek van den duivel. Ik sleepte mij naar de deur toe, dichter en dichterbij ta I het was geen vissoen zij hadden den sleutel in de deur gelaten en ik was vrij I" Conrad bleef zwijgen Als met vastgeklonken ooren toeluisterend vroeg Tomaso „Wat was hun doel daar mee, edele heer „Vraag 't maar met, beste jongen, "ant- Maar wel willen wij een en ander mede- van het groote gezantschap de stad veel leerd hebbende, naar huis zouden terug deden over her verblijf van Zijn Tsaar- geld kostte.' sche Majesteit in Amsterdam, dat veel langer heeft geduurd en ook veel belang- Deze wensch is evenwel met vervuld. keeren, als overwinnaars van de vijanden van den naam van Jezus Christus en als rijker is dan het befaamde bezoek aan eigenlijk op niets uit politiek gewin Zaandam. Terwijl de Tsaar slechts een bracht de reis aan Peter met of nauwelijks. De onderhandelingen in Den Jriaag liepen bevrijders der Christenen, die daar (d.i. - in Turkije) wonen. Hetgeen ik tot mijn laatsten ademtocht niet zal ophouden na week in Zaandam heeft verblijf gehouden, Reeds \den 28sten October had de af- heeft zijn vertoeven te Amsterdam eenige scheidsaudiëntie plaats den 9den No- woordde de graaf op lichteren toon. „Zij Raptschmsky daaraan dan ook een hoofd waren er zoo zeker van dat ik zou eten en stuk van zijn boek sterven, dat zij verdere voorzorgen mei te streven. Het fregat, waaraan Peiei zoo hard had maanden geduurd Terecht wijdt dr. vember vertrok de ambassade weer naar gewerkt, was na verloop van negen weken Amsterdam. De Staten Generaal be- klaar in tegenwoordigheid van de Rus schouwden daarmede de zaak als afgedaan, sische gezanten werd het te watei gelaten. Peter de Groote kwam met een klein Zij hoopten, dat het kostbare gezantschap Volgens Scheltema» zou Witsen het uit meer noodig achtten Misschien heefi gevolg den 18en Augustus 1697 te Amster- nu ook spoedig zou afreizen. Maar ook naam der Amsterdamsche regeering aan Giannotto wel medelijden mei mij gehad aan, Hij reisde met zes anderen on- deze hoop bleef onvervuld de Russen den Tsaar hebben geschonken Dat bliikt ik weer 't met Zulke dingen komen wel middellijk door naar Zaandam, waar hij zijn nog zes en een halve maand in Am- uit de Russische bronnen evenwel anders, eens voor. Ik heb't wel eens hooren vertel- denzelfden dag aankwam. Daar heeft sterdam gebleven; eerst den 26sten Mei De genoemde Pool schreef den 17den len door krijgsgevangenen tn mijn ge- Peter tn her bekende huisje op het Krimp 1698 verlieten zij voor goed de stad. Die Mei 1704 aan Peter over het schip, waar- boorteland. Er was maar één ding dat tot een Week gewoond. Maar hier werd de tijd is door Peter besteed met het aanknoo- aan zij samen hadden gewerkt „dit mij doordrong ik was vrij I Di' scb'er» Tsaar al spoedig herkend en het nieuws- pen van allerlei betrekkingen tnet koop- aanvankelijk van weinig waard-e. Hoe w-et gierige publiek begon opdringerig te wor lieden, zeevaarders. scheepsbouwers, ik nog niet. kroop tk naar buiten, den den- „Het verlangen zich van de nieuws- ingenieurs enz. Vooral voor den scheeps- tuin tn vrij vrij Het zien gier'ge menigte te ontdoen was bij Peter bouw, dien hij in Rusland wilde invoeren, van den hemel boven mijn hoofd gaf mij zoo sterk, dat hij, ondanks den hevigen interesseerde hij zich bijzonder. „Peter weer nieuwen moed. Als ik maar water wind. besloot naar Amsterdam te zeilen, wilde zich daarbij niet alleen tn 't scheeps- kon vinden om te drinken dan was-ik £jc overheid, bevreesd dat den Tsaar een vak bekwamen, hoewel hij graag met de zend getuigschrift voor zijn kundigheden gered. Het was een wonder dat ik emde- oneeluU zou kunnen overkomen, wees bijl werkte, maar ook op de hoogte komen on scheensbouwkundig gebied. schip heeft reeds een reis naar Oost-lndië gemaakt en is goed behouden terugge keerd. het ligt nu bij de werf en wordt klaargemaakt voor een nieuwe reis," Den 15en Januari 1698 gaf Pool zijn leerling „Pieter Migaijlof" een zeer prij- Zijn stem beefde, toen hij de aanwezi gen begroettezijn oogen puilden uit gijn hoofd klaarblijkelijk bevond hij zich in een hevigen graad van opgewon denheid. Wat nog meer in het oog viel was, dat hij, in plaats van zijn onafscheid baren, ouden, gedeukten hoed, een spik splintermeuwen cylinder naar den laatsten smaak in de hand hield. Mijnheer Wijn- moer was hierover nog meer verbaasd, dan over het ongewone bezoek van den bezitter. „Mijnheer Wijnmoer, ik kom uw nicht aanklagen," begon de directeur. „Mejuf frouw," wendde hij zich hierop onmiddel lijk tot Nelly, „ik verzoek u ernstig mij in het vervolg van die aardigheden te verschoonen 1 Eenmaal kan ik mij zoo iets door een jongedame laten welgevallen, vooral als zij mij naderhand hare excuses maakt, zooals u eergisteren hebt gedaan maar dat gij misbruik maakt vaif mijn ge duld en mij opnieuw beleedigt, neen, juffrouw, neen, dat verkies ik niet langer te verdragen Alles heeft een grens, juf frouw, en mijn geduld heeft ook zijn gren zen en die heeft u door uwe beleedigingen reeds ver overschreden 1" Allen stonden als door den bliksem getroffen, en niet het minst Nelly, ja, nog veel meer dan haar oom en tante. Bij de laatste woorden had de bankdi recteur een brief te voorschijn gehaald en dien den heer Wijnmoer ter hand ge steld „Zie nu zelf eens, mijnheer Wijnmoer," voegde hij er bij, „dit ontving ik een uur geleden over de post." Werkelijk I Het was weder eene door rood en blauw potlood omlijste adver tentie en ditmaal de aankondiging van een in de stad algemeen bekende oude kleêrkooper. Zij luidde „Ouwe hoeden worden tegen de hoog ste prijzen ingekocht I" „Het is schandelijk I" zeide mijnheer Wijnmoer onthutst en bewogen, en gaf op eene toestemmende beweging van den directeur het briefje aan zijn zuster, die er de hand reeds naar uit had gestoken „maar, geachte heer directeur, gij zult toch niet geiooven, dat die afschuwelijke beleediging werkelijk van mijn nicht komt? Hebt gij nog niet bemerkt, dat Zij voor een ander, dien wij beiden zeer goed (kennen, de kastanjes uit het vuur haalt „Zoo iets heb ik ook gedacht, toen de jongejuffrouw eergisteren bij mij de hoogst verrassende getuigenis aflegde," antwoordde de directeur, „want ik her innerde mij tegelijkertijd, dat ge mij hadt medegedeeld, dat mijnheer Subliem haar ten huwelijk had gevraagd. Sedert van daag is- mijne meenmg echter gewijzigd, wantmijnheer Subliem is onschul dig „onschuldig riep mijnheer Wijnmoer ongeloovig. „Onschuldig I" herhaalden Nelly en Betsy, zich over de rechtvaardiging van den jonkman verheugende, terwijl het jonge meisje, door dit' geluk bedwelmd, haar tante in de armen zonk „Zoo op het oogenblik heb ik mij-zelf van Subliem's onschuld overtuigd," ver klaarde de bankdirecteur. „De post stempel van deze nieuwe beleediging is van gisteren gedateerd en de arme jonk man licht reeds sedert een paar dagen ziek in het ziekenhuis, heeft zijn bed niet verlaten en niemand mocht hem be- - Zoeken hij is zoo vólkomen buiten toe gang gesteld, dat het mij-zelf veel moeite heeft gekost bij hem toegelaten te worden Wij hebben hem veel kwaad berokkend, mijnheer Wijnmoer, en de schuld blijft dus op uw nicht drukken." „Als de onschuld van Subliem be wezen is, dan wil ik ook bekennen er geheel onschuldig aan te zijn 1" wendde Nelly zich tot den bankdirecteur. „Ik deed die gevaarlijke stap alleen omdat ik onderstelde, dat niemand er mij om ver volgen zou. Overigens voedde ik de stille hoop, dat de waarlijk schuldige zich zou bekend maken, als hij vernam, in welken toestand hij een onschuldig jong meisje had gebracht. Ik bezweer u, heer direc teur, en ook u, lieve oom. dat ik met de zaak niets heb uit te staan I Ik bezweer het u, bij alles wat mij heilig en dierbaar is F „O God, zij doet een valsche eed 1" klonk plotseling de snerpende stem van tante Betsy uit den hoek bij het venster, „de schandelijke advertentie is van Nelly. Nu heb ik er een onomstootelijk bewijs voor I" „Bleek als karnemelk hief tante Bet sy haar beide handen, waarin ze de brieven hield, toornig tegen Nelly op gelukkig sprong deze nog ter juister tijd op haar toe om te beletten, dat zij op den grond viel, want plotseling was zij in onmacht gevallen. Mijnheer Wijnmoer, die wel wist dat de toevallen van zijn zuster met veel te beduiden hadden, nam de beide brieven uit hare krampachtig gesloten handen. De een behoorde aan den bank directeur, de ander was aan Betsy ge adresseerd. Hetzelfde handschrift op "beide adressen scheen haar aangespoord te hebben, den inhoud van haar nog onge- openden brief te lezen. „Heer in den Hemel riep Wijnmoer „de oude longejuffrouw snuiftIn het vervolg mag zij mijn neus met rust laten, zij heeft genoeg met haar eigen reukor gaan te maken." „Vrienden van een keurig snuifje, wordt een meuwe zending „echte Eind- hovensche" aanbevolen door Eduard Me- zel, hofleverandier van snuif, rook en pruimtabak," luidde de netjes opgeplak te advertentie, die van hand tot hand ging. „Ik zal u niet langer ophouden," zeide de bankdirecteur, terwijl hij zijn nieuwe glimmende hoed glad streek. „Op het zeggen vjn mijn zuster moet gij geen acht slaan," zeide Wijnmoer tot den directeur, terwijl hij hem uitliet, „want zij ware zeker wel de laatste ge weest, die mijn nicht zou beetnemen, en ik zie met m, waarom andere menschen er niet achter kunnen gekomen zijn, dat zij snuift. Ik hoop dus, dat gij een betere gedachte van mijne nicht zult medenemen Denk maar eens na, waarde directeur, zou men vandaag iemand iets onaange naams mededeelen en er tegelijkertijd vergeving om vragen, en morgen weder dezelfde mededeeling doen Zou iemand zich zoo moedwillig vijanden berokkenen, daar men nu kon weten aan wien men zich te houden heeft Ik vraag het u, zou dat mogelijk zijn?" „Neen," gaf de directeur lachend ten antwoord, „dat is werkelijk niet mogelijk. In het eerste oogenblik was ik echter zoo boos, dat ik daaraan in het geheel niet dacht. Maar uit die geheele warboel is mij toch één ding duidelijk geworden, en wel, dat de ware liefde zich moedig hals over kop in de branding der openbare meening werpt, om de geliefde te redden." „Wederom zeer fraai en treffend ge zegd I" vleide mijnheer Wijnmoer den wijs'geerigen directeur, die vol beteekenis den wijsvinger hield opgeheven en daarbij welsprekend met de oogen knipte. „Als ik mijn woord met reeds denGoede morgen, doctor," viel de rentenier zich- zelven in de rede, toen doctor Knekel juist de stoep opkwam. „Ga maar da delijk in de kamer. Daar zult ge werk voor u vinden." HOOFDSTUK X. Doctor Knekel klopte juist aan de deur, toen tante onder de goede zorg weder bijkwam. „Ondankbare verrader es 1" waren haar eerste woorden „Neen, tante, gij zijt op een verkeerd spoor, de verrader staat daar I" zeide Nel ly, triomfeerend op den doctor wijzende. „Ja wel, tante, de doctor is niet alleen de medeweter dat gij nu en dan een snuifje neemt, hij is zelf de man, die het ontdekt heeft. Gedurende uw ziekte sarde hij eens de poes, terwijl hij op de sopha zat, met kwasten. Op eens trok hij tusschen het bekleedsel een schuifdoosje te voorschijn, waarin snuif verborgen was en ontdekte toen ook nog een zakje met het opschrift „Beste Eindhovensche snuif bij Eduard Mezel." Ik heb het u niet willen zeggen, lieve tante, daf de eer van die kleine ont dekking den doctor toekwam, omdat ge u dan dubbel gekrenkt zoudt gevoeld hebben en gij tn uw zwakken toestand de grootste rust noodig hadl." Doctor Knekel scheen in een zoutpilaar veranderd, terwijl Nelly hem het snuif doosje voor hield, en tante Betsy zelve met recht wist, of zii van schaamte zoti sterven of m» toorn opvliegen, en ver borg haar vuurrood gelaat achter haar zakdoek. „Dus -moest de „Eindhovensche" de Achillespees worden, heer doctor, die uw zucht, uw medemenschen een scherpe waarheid te zeggen en hen aan hunne kleine tekortkomingen te herinneren, verraadde," ging Nelly voort. „Gij hebt echter door- die onbedachte scherts, he laas, ook een treffend ongeluk aangericht want uw laatste projectiel ontlaadde zich tusschen mijn oom en Subliem, welke laatste gij daarmede waarschijnlijk voor altijd hebt ten gronde gericht. „God in den hemel weet het," 1 barstte doctor Knekel op eens los, „het kwam aal- leen door een abuis in de voornamen de kleine grap was tegen den neus van het lid van den raad Wijnmoer gericht Wel is waar, beet de doctor zich op de lippen, dat hij zich door den haast om zich te verontschuldigen verraden had, maar nu het -er toch eenmaal uit was, voegde hij er bij „Zou ik mijnheer Subliem dan naar het ziekenhuis gezonden hebben, als ik kwaad jegens hem in het schild had ge voerd t" „Wat scheelt hem „Niets," was het droge antwoord. „Ik Zorgde er slechts voor, hem een paar dagen in bed te houden, om intusschen zijn chef en oom Wijnmoer van zijn onschuld te overtuigen." „Ten mijnen koste," merkte tante achter haar zakdoek aan. „Zoudt gij mij niet willen zeggen, of., of nog meer menschen van mijn.... ja hoe zal ik het noemen.hartstocht ken nis dragen vroeg de doctor dringend. „Voorloopig alleen tante en ik. Oom zal wel dadelijk terug komen, maar ik kon hem ook wel roepen wellicht is mijnheer de bankdirecteur er ook nog, wiens nieuwe hoed gij nog niet eens hebt bewonderd." „Wacht even dat heeft geen haast I" riep de doctor. „Als de dames alleen met mijn kleine pekelzonden bekend zijn, dan konden wij wellicht tot een vergelijk komen, en bleef het geheim onder het heilige driemanschap." „Stel uw voorwaarden, tante," zeide Nelly, „u is de schade lijdende partij. Noem uwe schadeloosstelling." Na eenige aarzeling zeide tante, welke haar gelaat nog altijd achter den zakdoek verborgen hield „Uw losgeld zij, dat gij, wat Nelly be treft, mijn broeder zijn woord terug geeft." „En met tante Betsy trouwt," fluisterde Nelly. „Is dat ernst?" vroeg de doctor aan tante. „Het is mijn heilige overtuiging 1" „Weet u ooit wat uw nicht Nelly er heeft bijgevoegd „Wel is waar heb ik er niets van ge hoord," klonk het vanachter den zak doek, „maar ik kan het gemakkelijk begrijpen." „En vindt u het ook goed „Ja." De doctor kromp verschrikt in elkander. „Blijft gij werkelijk bij de laatste voor waarde onwrikbaar „Dat spreekt vanzelf, als gij de eerste vervult „Dat zie ik volstrekt niet in," haastte de doctor zich te antwoorden. „Dan geef ik liever mijn praktijk op." „Vóór dat gij uw rechten aan den heer Subliem afstond vroeg tante ver baasd. „Dat is wat anders," zeide de doctor terwijl hij diep ademhaalde, alsof een steen van zijn borst wentelde. „Heb ik dan iets anders verlangd „Neen 1" helderde doctor Knekel het misverstand op, terwijl hij zich het angst zweet van het voorhoofd veegde en de plaagzieke Nelly een verwijtenden blik toewierp. Op dit oogenblik trad mijnheer Wijn moer weder binnen. „De dokter hèeft zeker veel met u te bespreken, oomlief, en dan zullen wij u niet storen," zeide Nelly en verliet met haar nog van schaamte blozende tante Betsy de kamer, om zoodra zij buiten de deur gekomen was, eens van harte uit te lachen Doctor Knekel speelde, de groötmoe- dige, toen hij zijn vuisten krampachtig ballende, de harde voorwaarden van de overeenkomst vervulde. Het was hem ter oore gekomen, zetde hij tot mijnheer Wijnmoer, dat Subliem insgelijks naar de hand van Nelly dong en dan wilde hij er ten zijnen gunste wel afstand van doen. De leugdige geldman had zooveel leed ondervonden, dat hem nu wel eenige vreugde bereid mocht wor den. Door deze opoffering was Nelly's oom tevens tn de gelegenheid gesteld, mijnheer Subliem eene schitterende vol doening tegeven. De rentenier wilde in edelmoedigheid bij den doctor niet achterstaan, en daar hij ondanks vele kwade hoedanigheden, toch ook een flauw begrip van recht vaardigheid had, begaf hij zich nog dien zelfden dag, nadat hij met zijn zuster en en nicht gesproken had, naar het zieken huis en beloofde Subliem de hand van Nelly. Onze patient was reeds half genezen, toen kort te voren zijn chef hem had ver laten, nadat hij hem gezegd had, dat de post van directeur der filiale hem was op gedragen, hetgeen ook eenige dagen later in eene algemeene vergadering van aan deelhouders werd bevestigd. De toezegging van mijnheer Wijnmoer maakte hem ge heel beter en dienzelfden avond nog mocht hij aan den arm van zijn beproefden doctor het bed verlaten en in de armen van zijn gelukkige bruid snellen Door den invloed van mijnheer Wijn moer gaf de stads-courant eene rectifi catie van het geplaatste artikeltje „dat de longe dame alleen een coup de théatre gewaagd had om den schuldige aan het daglicht te brengen. „Hiermede", voegde de redactie in een noot er bij, „zijn onze kolommen voor deze zaak onherroepelijk gesloten." Nooit werd het bekend wie de naam- looze eigenlijk was geweest en nooit bezondigde doctor Knekel's meisje zich weder aan de dagbladen uit „De Ster." Tante Betsy kreeg een zoo diepen af keer van het snuiven, dat zij nooit weder zoo'n neusopfrisschertje natn, en de bank directeur verontsierde zijn eerwaardig hoofd nooit weder door „ouwe hoeden." De neus van oom Wijnmoer bleef wel iswaar ongeneeslijk en flikkerde in zijn schitterendst rood, maar hij troostte zich er mede en pleegde te zeggen, toen hij ge tuige van het geluk van het jeugdige echt paar was en het met pak en zak in de nieuwe woonplaats volgde „Zoo ziet men alweder, dat een roode neus toch ergens goed voor is 1" „Eigenlijk waren het er twee," dachten dan Nelly en tante Betsy bij zich-zelven, maar bewaarden trouw het geheim van doctor Frits Knekel. EINDE FORTUINTJE. Medisch verhaaltje Zij was het zonnetje van de zaal. Burgervrouwtje van even in de veertig opgewekt humeur, nooit stuurse^ of knorrig, altijd praatgraag, gezellige ver telster van onschuldige buurtverhaaltjes, op tijd bescheiden en als 't moest stiller en rustiger dan een der anderen Wan neer 't dag van operatie was en een pa tiënte werd weggebracht, volgde zij 't rol- wagentie met de oogen zoo lang ze kon, en kwam 't langs haar, èltijd berustigde dan haar kalme, prettige stem „Dag, dag, tot strakjes"; en nooit of de beangstigde voelde zich daardoor op gebeurd en bemoedigd. Als er operatie is, is 't doorgaans stil op de zaal. De enkele dagen samen- verblijven maken allen als 't ware tot lid van één groote familie, en in een angstig afwachten vol spanning op de terug komst, wordt er weinig gesproken en worden lugubere geruchten afgeluisterd, dat je nooit weet, hoe iets afloopt en dat 't met de eerste maal zou zijn, als iemand niet meer uit de operatiekamer terug keerde naar de verpleegdcn-afdeeiing. Maar dan lag burgervrouwtje terwijl eigen gelaat toch vol spanning was zoo kalmpjes en gemoedelijkjes te ver» tellen, gaf ze hoog op van de ontzettende

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 12