m i Verkeerde mentaliteit. VAN ALLES EN VAN OVERAL. BISSÊÉ Verkeersongevallen. Voornaamste Nieuws ■■M m Plaatselijk Nieuws Woensdag 30 Juni 1926* 50ste Jaargang No. 16288 Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden - Eerste blad Ichnaton, de hoofdfiguur. -.o: 'M gen «verziekt van liet reusachtige tooneel, tijdens de openlucht- opvoerinz yan gisterenavond. Het Waterleidingbedrijf voor Hillegom, Lisse, Sassenheim en Warmond. Faillissementen. G. de Haan. t Uitbreiding werken Waterleiding Velsen. in dit nummer. 0 J. J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem. Telegraphisch Weerbericht De ijverige collectant. Personalia. De abonnementsprijs bedraagt voor Per week 0.25 Haarlem en Agentschappen: Per kwartaal3.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 (3 lijnen). Postrekening No. 5970. Advertenfiên 35 cents per regel. Bi) contract belangrijke korting. Advertentiën tusscben den tekst, ais ingezonden mededeeling, 60 ct. per regel; op de le pagina's 75 ct. per regel. Vraag- en aanbod- advertentiên, 14 regels 60 ct. per plaatsing; elke regel meer J5 ct., bij vooruitbetaling. Alle abonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaardén f Oftfijï Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7CIj bij een ongeval met f OKjl 0 bij verlies van een hand, f Jbij verlies van een f CO bij n breuk van tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkecringen: luuUU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen: 'vil. doodelijken afloop: 1 twU, een voet of een oog: 1 duim of wijsvinger: been o. arm: - bij verlies v. een andere vinger. Zooals men weet zijn onder veel meer als verplichtingen aan Nederland in het verdrag opgelegd het graven van een ka naal AntwerpenMoerdijk en een recht- streeksche waterverbinding van Antwerpen naar den Rijn over Venlo, dus dwars door Limburg. Het eerste kanaal is een rechtstreeksche bedreiging van Rotterdam en het is te ver klaren, dat de burgerij van onze grootste Nederlandsche havenstad met kracht op komt tegen het aftappen van zijn economi sche bronnen ten voordeele van een concur rent. België heeft dezen eisch onder Fran- schen invloed gesteld en is onder denzelfden Invloed al reeds begonnen met het gratis sleepen naar Dordrecht. Nederland heeft aan zijn verplichtingen, voortvloeiend uit het verdrag van 1839 ten opzichte van de scheepvaart op de bin nenwateren tusschen de Schelde en den Rijn, voikomen voldaan, met het graven van de kanalen door Zuid-Beveland (Hansweert Wemeldinge) en door Walcheren. De reus achtige opbloei van de Antwerpsche haven, welke nu tot de voornaamste van Europa behoort, is een onweersprekelijk bewijs voor de afdoendheid der getroffen maatregelen. Het zou dan ook onverklaarbaar zijn, dat de Nederlandsche regeering tot de inwilliging van dezen eisch is overgegaan, ware de re den daarvan niet te zoeken in de mentali teit, welke wij gisteren signaleerden, n.m. etfn te ver gevoerde welwillendheid, voort vloeiend uit de vrees voor den oorlogsroes van 1919. Het eenige, wat minister Van Karnebeek bij de nadere besprekingen heeft weten te verkrijgen is de toezegging, dat de kostelooze sleepdienst door België aan de scheepvaart tusschen Antwerpen en Straatsburg verleend, niet zal worden uitge breid tot schepen van ot naar andere plaat sen aan de waterwegen tusschen Schelde en Rijn en zal worden opgeheven uiterlijk op den dag, waarop het kanaal Antwerpen Moerdijk voor het verkeer wordt geopend. Dat laatste is zeker van beteekenis. Maar de vraag blijft klemmen: waarom moeten wij millioenen weggooien voor een nieuw ka naal en de vaart op Antwerpen nog meer vergemakkelijken ten koste van Rotterdam en Amsterdam, terwijl niets ons daartoe ver plicht? Anders staat het met het tweede kanaal van Antwerpen over Vënlo naar Duisburg. Bij het tractaat van 1839 is aan België de keus gelaten om een verbinding van Ant werpen met den Rijn te krijgen door middel van de ijzeren baan of per waterweg. België heeft toen den spoorweg gekozen. Het vraagt nu óók nog een waterweg. Wij begrijpen het, dat de Nederlandsche regee ring daar niet afwijzend tegenover gaat staan, mits de kosten van het graven voor Belgische rekening komen. Het valt niet te ontkennen, dat wij ons ook hierbij tot groote welwillendheid moeten opwerken. Immers, plannen van Nederlandsche zijde indertijd op touw gezet, om in samenwerking met België tot een betere Maaskanalisatie te komen en zoo een goede verbinding van Luik over de Maas naar den Duitschen Rijn tot stand te brengen, zijn door onze zuider buren gedwarsboomd en hebben genood zaakt tot den onlangs begonnen aanleg van het Julianakanaal. Daar zijn bovendien te gen dat Rijnkanaal nog vele andere bezwa ren aan te voeren. Maar, wij voelen het als een bewijs van welwillendheid tegenover het Belgische volk, op welks vriendschap wij prijs stellen, mee te werken aan de tot standkoming van een waterweg, dien het in zijn economisch belang acht. Wanneer echter het voorgespelde tractaat om verscheidene redenen niet te aanvaar den is zeker niet in dezen vorm dan ehoeft het kanaalplan AntwerpenLoozen VenloRuhrort daarmee nog niet van de baan te worden geschoven. Minister van Karnebeek vraagt in zijn memorie van antwoord, welke oplossingen den tegenstanders van de kanalen dan wel voor oogen staan? Het antwoord kan niet beter gegeven worden, dan geschiedde in het laatste verweerschrift voor „het Na tionaal Comité van actie tegen het verdrag met B'elgië" en luidende als volgt: aanwijzing van een gemengde Neder- landsch-Belgische commissie, waarin deskun digen en vertegenwoordigers van belang hebbenden zitting hebben. Indien het ver slag dier commissie strekt tot den aanleg van een of meer kanalen, dient een behoor lijke tijdruimte voor openbare kritiek te worden gelaten, waarna de Regeeringen onderhandelingen over een verdrag kunnen openen. De tegenwerping, dat dit een uitstel van enkele jaren kan medebrengen, zou wellicht gehoord worden, ware het niet dat België, door het ontwerp-verdrag vijf jaren lang te laten rusten, reeds getoond had, dat er geen haast bij is. Maar zelfs al ware dit anders: de hier aangegeven handelwijze zal feitelijk geen vertraging beteekenen. Immers ook als het aanhangige verdrag werd aanvaard, zou voor den aanleg van elk kanaal een afzonderlijk verdrag gesloten en wettelijk goedgekeurd moeten worden. Bij de onderhandelingen daarover zouden al de vraagstukken van beloop, verbinding met bestaande waterwe gen, afwatering, kosten en wat dies meer zij aan de orde komen waarover beslist dient te worden alvorens met den bouw kan worden begonnen. Het verschil is echter, dat zulke onderhandelingen, indien Nederland vooraf éénzijdig gebonden is, zullen plaats hebben onder voor de goede betrekkingen tusschen beide landen uiterst gevaarlijke omstandigheden, terwijl indien beide partijen geheel vrij staan, de kans op een bevredi gende schikking veel grooter is. Dit is precies onze meening: wij moeten tegenover België de uiterste welwillendheid betrachten. Wij moeten het tegemoet komen in alles, wat bevorderlijk kan zijn voor den economischen opbloei van uit zwaar ge teisterde land voor zoover dit maar eenigs- zins met ons nationaal belang is overeen te brengen. Maar de onderhandelingen moeten ge schieden in een geest van vertrouwen en wederzijdsche vriendschap. Alles wat maar lijkt op pressie, iedere dwang en drang van derden vooral, moet buiten de kamer der onderhandelaars blijven. Er moet in één woord een andere geest ko men. Het nu voor ons liggende, pok het ge wijzigde contract, ademt een verkeerde mentaliteit. Daarom gelooven wij, dat Cr met schaven en wijzigen niet veel te bereiken is. Voor de toekomst van beide landen zou het veel beter zijn de besprekin gen opnieuw, te beginnen in een andere ge- dachtensfeer". Hier is een der zeldzame ge vallen, waarin uitstel de zaak slechts ten goede kan komen. 78. ICHNATON EN HOREMHEB. „Zelf zijt Gij wel verre, maar Uw stralen zijn op de aarde". Dit zijn woorden uit het heerlijke zonnelied van Ichnaton, die van omstreeks 13751358 voor Christus over Egypte regeerde. „Zelf zijt Gij wel verre, maar Uw stralen zijn op de aarde." Die woorden zijn het, die heel het wezen van den godsdienst, door dezen heerscher ingevoerd, maar ook met hem weer ver dwenen, karakteriseert. De zon, als de leven-brenger, werd door hem beschouwd als de eenige godheid, uit wien alles en dus ook vroeger aanbeden andere goden waren voortgekomen, als de zichtbare, maar onbereikbare weldoener. Die idee, een één-godendom, met de zon als middelpunt, was zijn godsdienst en daarvoor streed hij, daaraan heeft hij fa natiek vastgehouden en nooit heeft hij willen inzien, dat zijn tijd niet rijp was voor zijn denkbeelden. Ware Ichnaton behalve een fanatiek gods diensthervormer, ook een krachtig heerscher geweest, zijn onderdanen zouden ook wel zijn godsbegrip langzamerhand tot het hunne gemaakt hebben nu waren het in hoofd zaak zijn hovelingen die hem daarin volg den.... om hem ook weer tc verlaten, zoodra zijn macht begon te tanen. Toen hij, na den dood van zijn vader Amenofis III, dezen op den troon opvolg de, begon hij aanstonds te trachten zijn denkbeelden omtrent den godsdienst in te voeren. Amon, tot nog toe de voornaam ste godheid, had afgedaan en Aton, de zonnegod, trad in zijn plaats. En in ferband daarmee veranderde hij zijn naam Amenofis IV in Ichnaton. (Aton de Genadigde). En waar in zijn hoofdstad Thebe de dienst van Amon zijn hoogtepunt had bereikt, verbet hij die stad, om tusschen Thebé en Menuphis een nieuwe hoofdstad te stichten: Achet- Aton, het paleis van Aton. Mi*SS Daar, in die nieuwe stad, prachtig en schitterend als geen andere, met paleizen en tempels zonder weerga, dacht hij zijn gods dienst, zijn zonnedienst ingang te zullen doen vinden en dat deed hij ook, naar hij meende. Zijn hovelingen en zijn ambtenaren gingen aanstonds tot het nieuwe geloof over, maar Ichnaton had zich misrekend, toen hij dacht daarmede de oude goden en onder hen ook Amon, te zullen verdringen, Inte gendeel. Hoe krachtiger, hoe fanatiker hij optrad, hoe meer de Amon-priesters tot feilen tegenstand werden geprikkeld. En het einde was, dat na zijn dood al heel spoedig de Amon-cultus weer in eere werd hersteld. Ichnaton's schoonzoon Toet- ank-Aton (levend beeld van Aton) eei zwakkeling, die niets van den geloofsijver van Ichnaton in zich had, veranderde zi. i naam in Toet-ank-Amon, en de Arno aanbidding leefde weer op. Alles wat op h - naton, nu „de groote 'misdadiger1' genoemd betrekking had, werd vernietigd, ook de nieuwe hoofdstad Acht Aton. Daarna, omstreeks 1350, kwam Horemheb een van Ichnaton's legeraanvoerders, een krachtig man, die onder Ichnaton Aton- aanhanger was, maar, ziende dat het volk van Amon geen afstand wilde doen, nadat hij zich door allerlei intriges tot Pharao had weten tc doen kronen, weer de Amon- priesters in hun macht herstelde, waarmee Aton voor goed van het tooneel verdween. Dit is het gegeven voor het openluchtspel, güteravond door de Utrechtsche studenten, ter viering van het 290-jarig bestaan der Utrechtsche Hoogeschool opgevoerd. Niet geheel daarbij is de geschiedenis ge volgd. Horemheb komt in dit spel nog tijdens het leven van Ichnaton tot de hoogste macht, waardoor het conflict levendiger den toe schouwer voor oogen gevoerd kan worden. Het was een overweldigend schouwspel, in den donkeren nacht. Het grootsche, massieve paleis van Ich naton, waarvoor zich de heele handeling af speelt, fantastisch verlicht met groote schijnwerpers, diende als achtergrond van het reusachtige tooneel, dat in de weme ling der vele honderden die het bevolkten, in het prachtige kleurenspel der gewaden een tooverachtigen indruk maaakte. Eerst ziet men Ichnaton het volk zijn nieuwen godsdienst verkondigen en het volk juicht hem toe. Maar allengs weten de Amon-priesters zich te schuiven tusschen den Pharao en volk, en als ten slotte Heremheb met zijn soldaten verschijnt, dan moet ook hij, al wil hij eerst nog zijn vorst verdedigen, toegeven aan den wil des volks. En hij slaat plotseling om; van Aton—vereerder wordt hij Amon-dienaar en met zijn leger scharen trekt hij af, zijn vorst in den steek latend. En ook het vclk wendt zich van Ichnaton af, eerst aarzelend, allengs resolu ter; zijn hovelingen volgen, schoorvoetend, rC'.-v maar zij volgen een voor een, totdat ten slotte Ichnaton, weemoedig en versla gen luisterend naar het in de verte wegster vend gejuich, Horemheb ter eere, geheel alleen op het reusachtige tooneel achter blijft. Ér waren heel mooie momenten in het spel, vooral ook in de actie der massa, bijvoor beeld als deze zich van Schnaton afwendt en met onstuimigen aandrang van Horemheb eischt, dat hij hen zal leiden. Ook de intocht van Horemheb met zijn leger en zijn strijdwagens, was een zeer mooi staaltje van massa-regie. Maar wat wel het meeste trof in heel het spel, was de wijze waarop, 'door alles heen, de kleine figuur van den tengeren Schnaton het tooneel beheerschte, voortdurend de serene, ik zou haast zeggen, de heilige figuur bleef. Dat deze figuur niet wegzonk in het bruisende van de handeling, maar klaar en gaaf bleef, was wel de grootste verdienste èn van de regie èn van den uitbeelder van de rol. 's Nachts om twaalf uur was Schnaton's lot in den grooten open-luchtschouwburg der Utrechtsche studenten beslist, juist op het uur waarop de maskerade, de lichtstoet door de stad zou beginnen. En daar vele der optre denden ook in dezen optocht een rol te ver vullen hadden, werd het natuurlijk later, werd het kwart over eenen eer de stoet ver trok. Ook hier was het gegeven ontleend aan het tijdperk der regeering van Schnaton; de maskerade stelde n.l. voor den stoet van gezanten en Aziatische vazallen en bondge- nooten van Egypte en die van Kreta, door den hoogen ambtenaar en legeraanvoerder Horemheb geleid, de residentie van Schna ton (toen nog Amenofis IV) doortrekkend, omstuwd door het Egyptische volk en bet leger. Het was een kleurige stoet, die daar door Utrecht's lanen en straten trok, in den don keren avond fantastisch verlicht door hon derden walmende flambouwen en beschenen door de op vele plaatsen kunstig aange brachte 'illuminatie. Daar kwamen ze aanzetten, tempelwach ters en Amonpriesters, in hun midden de heilige stier, waarvoor hier een zeboe uit het juist in Utrecht toevende circus Amar werd gebruikt. En al dadelijk was de vroolijkheid er bi) de menigte, die bij tien duizenden langs den weg geschaard stond, in, toen bij het vertrek iemand den geleider van den „stier" toeriep; „Denk er om, dat-ie elk half uur gemolken moet worden!" Maar dan was er al weer een volgende groep: De gezant van de burgers van Toenip, op een muilezel, omgeven door zijn gevolg. Zoo kwamen er nog tal van gezanten in zegewagens, met hun wagenmenners en ge schenken-dragers, allen weer in andere kostuums de ee® met roode haren, de ander met blauwe of groene. Vooral de hoofdper sonen der groep waren de een al mooier uit- gedoscht dan de ander en al deed ook hier en daar een lorgnet wel een beetje anachro nistisch aan, daar moest je maar overheen zien.de drager zou er wel dóór zien. Vurige paarden trokken de zegewagens, vurige paarden droegen de Aziatische Rijks- grocten. Maar geen paarden alleen. De ge zant van Boernaboeriasj II, koning van Baby- lonië en Assyrië bijvoorbeeld, had een van de mannen uit zijn gevolg op een kameel ge zet en de drie gezanten van Dagantakala kwamen, volgens het programma op olifanten hun geschenken brengen. In werkelijkheid liepen ze er echter naast, daar- de olifanten zich bij het opstellen van den stoet, door het vele geraas en geroesemoes en het fladde rende flambouwenlicht wat onrustig toonden en de heeren niet, veel lust hadden om op hun ruggen te klauteren. Maar de olifanten waren er dan toch in den stoet, zo.oals beloofd was, en dat ze wel eens een beetje te veel opzij liepen en op de trottoirs stapten, zoodat de daar dicht op elkaar gepakte menigte angstig uiteenstoof, was een extra nummertje van het program ma. Ook twee reusachtige draagstoelen, elk ge dragen door twaalf krachtige mannen, maak ten den omgang mee op de eene troonde Horemheb, de opperbevelhebber, op de an dere Prins Smenkare. Het was waarlijk een schitterende stoet en vooral toen hij door de Emmalaan trok, die zoo buitengewoon Snaakvol was versierd met in de boomen bij duizendtallen opgehan gen oranje lampions, heb ik er van genoten. Een zeldzaam feëriek schouwspel. Zoo doorkruiste de stoet heel den nacht de stad en overal stonden op de trottoirs dicht dé menschen opeen, om van de heerlijke kleuren rijkdom te genieten, Ik heb de stoet gezien bij het vertrek van het terrein aan den Vossegatschedijk om kwart over eenen; ik heb hem een paar ma len onderweg gezien en ik heb hem het laatst gezien toen het reeds weer dag geworden was, om kwart over vieren, op het oogen- blik dat hij het Vreeburg op zwenkte, om daar te worden ontbonden. Maar de laatste maal was het mooie er wel wat af. De olifanten hadden het onder weg al opgegeven of misschien waren het wel hun drijvers geweest, die geen kans za gen hun langer in het rechte spoor te hou den en ook de dragers der zware draag stoelen hadden het niet tot het einde kunnen uithouden. Maar wel het publiek! Dat doorkruiste om vier uur 's morgens, ik zou haast zeggen in even grooten getale als heel den vorigen avond, nog de schitterend versierde straten en om vijf uur, toen einde lijk het sluitingsuur der café's en restaurants sloeg, zaten deze nog vol etende en drinken de menschen, wien netjes de deur gewezen moest worden. Toen gingen wc naar huis. 1 En ik ook, met den eersten trein, om 5.22. ARTHUR TERVOOREN. De openlucht sproeiers. Indertijd hebben wij er reeds de aandacht op gevestigd dat de qualiteit van hêt water, geleverd door het waterleidingbedrijf voor Hillegom, Lisse, Sassenheim en Warmond, verbeterd zou kunnen worden. Het onderzoek door het Rijksbureau voor de keuring van drinkwater had tot resultaat, dat geadviseerd werd om openluchtsproeiers te doen aanbrengen, waardoor de qualiteit van het water verbeteren zou. In dit verband werd besloten, openlucht sproeiers te laten bouwen. Thans werd in de vergadering van den ge meenteraad van Lisse medegedeeld, dat de aanbesteding had plaats gehad. De raming voor het bouwen der sproeiers beliep 14400, de laagste inschrijver schreef in voor 13.800. In de waterleiding commissie werd Maan dagavond tot de gunning besloten. De ter mijn van aflevering is vastgesteld op 3 maanden, terwijl de totale kosten ongeveer f 22000 zullen beloopen. Dan, wanneer de sproeiers eenmaal in werking zijn, zal, naai men verwacht, het water weder normaal zijn van qualiteit. Intusschen is de prijs van het water in de gemeente Lisse tamelijk hoog. Men hoopt echter, wanneer na de verbetering van het water, ook de gemeenten Hillegom, Sassen heim en Warmond tot de verplichte aanslui ting op de waterleiding zullen zijn overge gaan, dat de prijs van het water zal dalen. 29 Juni 1926 werden in staat van faillisse ment verklaard; Jan Dil, expediteur wonende te IJmuiden, Wilhclminakade curator mr. R. C. Bakhui zen van den Brink. P. de Groot, caféhouder te Haarlem, Hee sensingel 11; curator mr. H. Ph. Visser 't Hooft. J. Keevel, vroeger te Amsterdam, café houder te Schoten, Obistraat 11: curator mr R. C. Bakhuizen van den Brink. G. Spanjaard, sigarenwinkelier en maga zijnbediende te Haarlem, Jansweg 45; cu rator mr. T. A. M. A. Löben Seis. G. J. Kayk, bloemist te IJmuiden, Oranje straat 5; curator mr. A. W. Hellema, te IJmuiden. Opgeheven werden de faillissementen van: D. Basjes, vrachtrijder te Halfweg; curator mr. C. Blankevoort, uitgesproken 8 Juni j.l J. A. Roodenburg, loodgieter te Schoten, Dr. Leydtstraat 25; curator mr. F. M. Hage- meyer, alhier, uitgesproken 1 Juni j.l. A. Wals Pzn., visscher te Landsmeer; cu rator mr. H. H kiepma', te Edam, uitge sproken 8 Juni j.l. Geëindigd is het faillissement door hel verbindend worden der slot uitdeelingslijst van de N.V. Visscherij en Sleepvaart Mij. „De Zwaluw" curator mr. L. V. Hoog, alhier. Te Hilversum is in den ouderdom van 80 jaar overleden de heer G. de Haan, oud-leer- aar aan de kweekschool voor onderwijze ressen te, Haarlem. Paard en wagen in de sloot. Dinsdagavond kwam de heer v. d. P. met een vracht bloembollen den Kruisweg te Haarlemmermeer op rijden, nabij de Cru- quiusbrug. Onverwachts werd het paard wat schichtig, wat ten gevolge had, dat het heele gerij in de wegsloot terecht kwam. Eerst werd geprobeerd om met behulp van paar den alles op het droge te brengen, doch dit gelukte niet, Toen werd een takel gehaald, hetgten een beter resultaat had,. In da raadsvergadering van de gemeente Velsen, welke gisteravond gehouden werd, is o.m, aangenomen een voorstel tot uitbrei ding der werken voor de waterleiding met een laagreservoir c.a., benevens een pomp- installatie met toebehooren. Aan de toe lichting op dit voorstel, dat onverwachts ingediend werd, ontleenen we nog bet vol gende: Het vermogen der waterleiding-prise d'eau werd bi) den aanleg bepaald op 110 M3. per uur, n.l. 11 bronnen van 10 M3. per uur. Zoowel de pompinstallatie als de lilterinstallatie werden op deze capaciteit geprojecteerd. De laag- en hoogdrukpompen zijn in duplo uitgevoerd, zoodat een reservestel aanwezig is. De filterinstallatie werd uitge voerd met een theoretische reserve van 50 pCt, Practisch is echter geen reserve aan wezig, daar steeds alle ketels in bedrijf moeten zijn, om te voorkomen, dat binnen zeer korten tijd de weerstand in de ketels te groot wordt, Aiodat de capaciteU van 110 M3. per uur aanmerkelijk vermindert. Het waterverbruik neemt steeds toe, zoodat gedurende den a.s. zomer minstens een maximum uurverbruik van 200 M3. zal worden bereikt. De uuropbrengst bedraagt maximaal 120 M3. en kan niet hoogcr worden opgevoerd met het oog op de bronnen, de pompcapa- citeit en de filterinstallatie, welke laatste voor een goede werking gebonden is aan een bepaalde filtersnelheid. Bij normaal gebruik zal dus in de zomer maanden het uurverbruik meermalen de uuropbrengst aanmerkelijk overtreffen en zal in bijzondere gevallen als brand, buis breuken of groote afname door industrieën het gevaar ontstaan, dat niet aan de be hoefte kan worden voldaan. Het hoogreservoir heeft een inhoud van 500 M3., hetgeen te klein is als reserve. Zoodra tijdens de uren 'van maximaal ver bruik een stoornis plaats vindt in de prise d'eau, de pomp- of filterinstallatie, zal de voorraad in het hoogreservoir niet voldoen de zijn om gedurende enkele uren dc ge meente van water te blijven voorzien. Indien door een of andere oorzaak het hoogreservoir buiten bedrijf moet worden gesteld, zoodat rechtstreeks op het net moet worden gepompt, is de capaciteit der waterleiding onvoldoende om tijdens het hoogste verbruik aan de behoefte te vol doen, waardoor de druk fn het buizennet zal wegvallen, en infectie van het buizen net door intreding van lucht enz. niet uit gesloten is. Voor een absolute bedrijfszekerheid dient het vermogen der waterleiding opgewassen te zijn tegen het maximaal uurverbruik; hiervoor zou echter noodig zijn het aantal bronnen te verdubbelen, de pomp- en fil terinstallatie op dubbele capaciteit te bren gen, hetgeen kostbaarder en minder prac tisch zou zijn, dan de oplossing onderstaand uiteengezet. Naast het bestaande filtergebouw wordt gebouwd een laagreservoir met een inhoud van 2000 M3. benevens een machinege bouwtje waarin geplaatst twee eleclrisch gedreven pompen, ieder met een capaciteit van 300 M3. per uur. Het water, opgepompt uit de prise d'eau en gezuiverd door de filters, wordt gevoerd naar het laagreservoir. Van dit laagreser voir wordt het water opgepompt naar den toren. Hierdoor wordt het mogelijk het hoogreservoir steeds gevuld te hebben en bovendien een watervoorraad1 te hebben, voldoende voor ongeveer één dag. Op deze wijze wordt het dagvermogen der waterlei ding aanmerkelijk opgevoerd omdat des noods 24 uur achtereen gepompt kan wor den, terwijl thans tegen den avond, wan- De lustrumfeesten te Utrecht. Een geschenk voor de Koningin uit Griekenland. De aardbeving op Sumatra, De herbergier uit Venlo door de Koningin begenadigd. Wanbetalers en de tabakswet. Inning-van het vergunningsrecht bij dwangbevel. Te Oslo is een internationale Roode-Kruis- Cocferentie geopend, waarbij ook Nederland is vertegenwoordigd. Uit Roemenië komen berichten van gewel dige overstroomingen. De regeeringsverklaring van het nieuwe Kabinet-Briand. De noodtoestand, in verband met het con flict in de Engelsche mijnindustrie, verlengd. In Duitschland is een nieuwe Spartaaus- bend opgericht. De 2de cricketmatch tusschen Engeland cn Australië eindigt onbeslist. Zie verder Laatste Nieuws. Barometerstand 9 uur v.m.: 773. Achteruit, Licht op. De lantaarns moeien morgen worden opgestoken om 9.54. Medegedeeld door bei Kon Ned Meteoro logisch Instituut te De Bildt Naar waarnemingen in den morgen van 30 Juni. Hoogste Barometerstand 772.0 m.M. te Blaavandshuk. Laagste Barometerstand 761.2 m.M. te Rochefort. Verwachting van den avond van 30 Juni tot den avond van i Juli; Zwakke tot matigen wind uit oostelijke richtingen, helder tot lichtbewolkt, droog weer, warmer. neer het hoogreservoir vol is, moet wor den gestopt. Ten slotte dient nog opgemerkt te wor den, dat het gesloten filtersysteem der wa terleiding een grootere reserve aan rein- water vereischt, dan een waterleiding met open-filtersysteem, daar bij de laatste de filters zelve als vooraadbakken dienst doen. De kosten van een en ander, uitgevoerd volgens dc bij de stukken gevoegde teeke- ningen en omschrijving zullen bedragen: rolgens offerte van de Algemeene Beton Compagnie, 's-Gravenhaöe f 85616 volgens offerte van de N. V. Machinefabriek „Jaffa" Utrecht 15900, totaal 101516. Herhaaldelijk kan men bij vele burgers de klacht vernemen, dat er telkens weer aan de deur wordt gebeld door allerlei zgn. negocianten en collectanten. Enkele dagen geleden is er in de plaatselijke pers tegen gewaarschuwd, dat sommige perso nen meermalen een beroep komen doen op de liefdadigheid van de ingezetenen en giften in antvangst nemen, waarvan mis schien niets, hoogstens een zeer klein ge deelte ten goede komt aan het doel, waar voor hej gegeven is. Daarom werd aan de burgerij den raad gegeven geen collectant te steunen, die niet van een behoorlijk permissiebiljet van het gemeentebestuur is voorzien en de politie te waarschuwen, indien toch zonder de vereischte vergunning voor een of ander liefdadig doel wordt gecollecteerd. Deze raad heeft de gevolgen gehad. Dezer dagen werd Hoofddorp afgeloopen door een lang persoon met zwart krullend haar uit Amsterdam, die zeide werkzaam te zijn in den dienst der Evangelisatie en giften te verzamelen voor de Evangelisatie- vereeniging „Welkom", te Amsterdam. Een der ingezetenen vertrouwde deze ;n-'" zameling blijkbaar nie! al te best en deed daarvan mededeeling aan den burgemees ter, die den collectant later op het raadhuis heeft ontvangen. Uit de verstrekte mededeelingen moet zijn gebleken, dat deze man om gezond heidsredenen van evangeliseeren op e'gen gelegenheid zijn dagelijksch beroep maakt. Hij reikt aan de huizen een traktaatje uit waarop zeer royaal staat gedrukt: Bureau tractaatverspreiding, Amsterdam; door aan koop van dit, steunt men onzen evangalisa- tiearbeid huis aan huis. Al meer dan 10 jaren trekt hij zoo de dorpen langs om bij verschillende burgers iets te vragen voor zijn „christelijken ar beid" Alles wat hij ontvangt, wordt gebruikt om na aftrek van kleine kosten voor het drukken van deze kleine geschriften in zijn levensonderhoud te voorzien. Dit is zijn bestaan. Naar 't schijnt vraagt hij hier en daar ook wel eens giften voor de genoemde vereeniging „Welkom", welke dan na de gebruikelijke provisie zouden worden afgedragen. Na bespreking op het raadhuis met den burgemeester, heeft de collectant zijn reis door Haarlemmermeer opgegeven en is hij naar Amsterdam teruggekeerd. Bij Kon. besluit van 26 Juni is benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger Mr. Dr. W. P. Vis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 1