OnzeVrouwenrühriek Bijgeloof. ONZE KLEEDING. 9 1 Modepraatje. Schoenen. De kunst van koffie en thee mengen. De studenten in de Ver. Staten en de moderne meisjes. Vliegenkappen. Practische wenken. Recepten. Patronen naar Maat éi' *1 Is jammer, dat ik geen Catechis mus bij de hand heb, en dus niet woor delijk kan aanhalen, wat we allemaal daaromtrent gelooven en theoretisch ook trouw aanhangen! Er zijn misschien weinig kerkelijke verordeningen, die we zóó goed kennen, en waar we zóó ge moedelijk de hand mee lichten als juist die, welke betrekking hebben op net bijgeloof in al z'n vormen en practij- ken. Bijgeloof, waar men zich 'n vijftig jaar geleden voor schaamde, zoo men 't heimelijk aanhing, omdat 't zoo dom en duister werd gevonden, is tegen woordig allervreeselijkst in de mode. Natuurlijk onder allerlei mooie nieuwe namen, die heusch lang niet allemaal zoon waarschuwenden klank hebben als spiritisme, occultisme etc., maar toch bijna zonder uitzondering slippendragcr- tjes zijn van theosophie, Christian Science- en dergelijke „gelooven" van Kracht, Licht, Harmonie en ander schoons, 't Is bekend dat ongeloof en bijgeloof gelijk opgaan, hand in hand; hoe vager en verwaterder de opvattin gen omtrent de Eeuwige Waarheden zijn, des te positiever de cultus der gpede en kwade invloeden van data, kleuren, steenen en de onmogelijkste dingen welke heusch niet al te veel verschilt van de omslachtige égards van den wilde voor zijn grillige boom- en stroom-geesten. We komen, door de veranderde en losser geworden gebruiken van omgang en relaties, tegenwoordig zooveel meer dan vroeger in aanraking met menschen van geheel ander slag, hooren soms van verschillende kanten tegelijk zóóveel over dergelijke dwaasheden conversee ren, dat we eraan beginnen te wennen en dat is de eerste van drie nogal gevaarlijke stapjes: „niet zoo erg meer vinden" „gewoon vinden", en „niets meer in zien". We hebben ons er nog niet eens nerveus en onverzadelijk voor te inte resseeren we behoeven nog niet eens eenig werkelijk geloof te slaan aan spookachtige fluïdum- en aura-theo rieën we kunnen er, wanneer we ons op die manier laten drijven, al heel licht toe komen, om tóch, „voor de grap" óók eens aan dergelijke belang wekkende griezeligheden, die „ieder een" uitoefent mee te doen. De Kerk ts er wel tegen, nu ja, maar dat heeft met je persoonlijk geval niets uit te staan: je gelooft er immers heelemaal niet aan; je bent volstrekt niet zenuw achtig of spoedig beïnvloed je wilt al leen maar eens 'n sensationeel pretje heb ben; wat kan daar in 's-hemelsnaam in steken? Jammer maar, dat je aan het „pretje" verslaafd bent, eer je het zelf weet, al blijf je dan van keer tot keer volhou den, dat je 't altijd nog voor de aardig heid doet, of om geen spelbreker te zijn! 't Komt werkelijk voor, dat in heele goede kringen, die zich nog heel goed Roomsch vinden op den koop toe, zoo'n grappige animecrende tafeldans, en van die leuke experimenten met schrijf-me- djums en zoo, tot de gewone en meest- geliefde gezelschapsspelen behooren! Dat ze, zoo gauw de tafel begint te kloppen of het potlood te schrijven, ademloos in- formeeren naar den naam van den zich- mae if est eerend en geest, kan natuurlijk niemand kwalijk nemen, dat hoort bij 't spelletje maar 't is heusch heelemaal geen bewijs, dat ze er echt iets van ge looven!! En als de „geest" stampend den naam afdanst van een bekend of geliefd overledene, of, moeizaam door 't alpha bet hobbelend, een of anderen datum uitstottert, die heuschelijk blijkt uit te komen, daa zijn ze o zoo gauw vergeten dat ze natuurlijk niet de minste waarde aan 't spelletje hechten en 't spelletje wordt een hartstocht, en zij worden ze nuwziek, maar 't is en blijft natuurlijk allemaal voor de grap, want de Kerk verbiedt, eraan te gelóóven, en als je je daar maar aan houdt.... Dat is dan ook 't gevaar van al die dingen: je hebt ze niet in je hand je kunt onmogelijk vooruit vaststellen, dat ze je niet zullen „pakken"! Als *t ons dan heusch ernst is met onzen eerbied voor de wenschen der Kerk en met onze zorg voor den vrede van ons zieleleven, zullen we ons wachten voor 't eerste stapje, voor de allereerste kleine, schijn- baar-onbeteekende concessie aan dat mode-kwaad. Je begint met je te inte resseeren voor 'n karakter- en toekomst- beschrijving volgens 't sterrebeeld waar onder je geboren bent de meest on- tchuldige en onbenullige heroseoop, die ergens als bladvulling dient in 'n ont spanning-rubriek maar hoe weet je precies waar je zult eindigen, als je je geen rekenschap geeft van den aard van je belangstelling? 't Zijn heusch niet alleen domme en van alle gevoel-voor-humor ontbloote menschen, die 'n harden dobber hebben om hun trek naar 't geheimzinnige en ondoorgrondelijke te beteugelen, en de charme die er van sommige vormen van bijgeloof kan uitgaan, te weerstaan verre van daar. Er' kan een diepe en geurige poëzie schuilen in menig bijge loof, dat onafscheidelijk samengeweven is met folklore en historie. En in 't naief en onberedeneerd geloof aan voorteeke- nen, "bij sommige menschen die we ken nen, en die zichzelf niet meer zouden zijn, wanneer ze niet meer zagen opfleu ren bij 't vinden van een hoefijzer of een rood lint, of wanneer de haan op den drempel komt staan en kraaitof ze niet meer zagen verschieten van schrik, als ze op Nieuwjaarsmorgen een verge ten takje hulst ontdekken, dat vóór mid dernacht verbrand had moeten worden Ik zou wel durven beweren dat wij vrou wen stuk voor stuk zoo 't een of ander hebben, waar we tegenover anderen cm lachen, en wel degelijk half onbewust beteekenis aan hechten. Ik durf er fciest voor uit te komen, dat ik wat vroolijk werd, toen ik laatst vah m'n fiets in de struiken vloog en precies onder m'n ge schramde hand een klavertje van vier ontdekte. En toen er 's-avonds iets ge beurde, dat ik heel prettig vond, dacht ik dadelijk met onwrikbare overtuiging: „Zie je wel, 't klavertje van vier" Ja, en toch geloof ik, dat ie zelfs die onschuldigste bijgeloovigheden in de ga ten moet houden, wil je niet dat je ro mantisch en poëtisch fatalisme je op een dag misschien werkelijk parten gaat spe len- Zelfs 'nheel ongevaarlijke kaartleg ster, waar je op een dwazen avond met een heel troepje vriendinnen naar toe gaat om eens hartgrondig te lachen, kan oorzaak worden, dat ie een volgende maal naar een somnambule trekt, óók cm te lachen! Maar ik meen, dat 't woord somnambule in den Catechismus voor komt....' MACHTELD. 3# No. 422. Keurige staasjapon van kasha in de bekende naturel-tint. Men zou haar ook robe-manteau kunnen noemen, want ze is van voren door middel van een groot aantal drukknoopen geheel open te maken. De enkelvoudige kraag is staande te dragen; zij mag eenigszins openhan gen, maar moet dientengevolge met een kleurige zijde worden gevoerd voor zoo ver de binnenkant zichtbaar komt. In de heupen zijn groote, vierkante stukken met dubbelen zoom ondergezetwaarbij in het onderste gedeelte van den zoom de stukken, welke de zakken vormen, worden opgenomen. De losse ceintuur wordt met een knoop gesloten die de zelfde kleur heeft als de voering van het kraagje. Hoed in de kleur der kasha of der voering; kousen licht beige, schoenen als voering. No. 423. Zomerjapon van witte en bont- gebloemde mousseline. De laatste vormt het grootste deel van den rok zoodat al leen de midden-voorbaan wit blijft. De gebloemde ondereinden der mouwen zijn aangezet; de teekening geeft nauwkeurig den vorm dezer stukken aan. De mouwen eindigen op manchetjes welke heel ori gineel met een strikje gesloten worden. Een zelfde sluiting zien we aan den hals waar de einden van de gebloemde schou- derstrook bij elkaar komen. De ceintuur make men van ripslint in de kleur van de gedrukte bloemen jier mousseline. Kousen rose en schoenen wft linnen of leer. No. 424. Een lief kinderjurkje van ge bloemde cretonne, met een bijbehoorend broekje, eveneens van cretonne, doch in effen tint welke overeenkomt met de hier gedrukte bloemmotiefjes. De halsopening heeft over de borst een klein sluitstrook- je met parelmoeren knoopjes. Rechts op het voorpand een klein rondgeknipt zak je. Het kraagje, de manchetjes en de klep van het zakje, van dezelfde stof te ma ken als het broekje. No. 425. Japon voor meisjes van 8 tot 10 jaar, waarvoor als stof een bleu wol len travers met witte mousseline of crêpe georgette voor het onder te dragen vest met mouwen Het rokje is geplisseerd, terwijl de taillenaad bedekt wordt door een roodleeren ceintuur, In hetzelfde rood maakt men van zijde een strikje, dat even uit het kraagje te voorschijn komt. Manchetjes met een omslag; alle knoop jes rood. Kousen rose en schoenen zwart of blauw. Alles wat er over kleeding gezegd, geschreven en gedacht wordt, lijkt voor menschen, die niet om hun uiterlijk geven, zoo oppervlakkig en leeghoofdig. Blauwkousen ('t ras is aan 't uitsterven; ik denk, omdat ook zij hun mannelijke nonchalance in korte haren konden ver werken) vinden 't verzorgen van kleedij en uiterlijk een kenmerk van stupiditeit en gebrek aan geestelijk interesse. Maar integendeel. Goedgekleede vrouwen en meisjes (en natuurlijk ook mannen, maar zij komen er niet rond voor uit en zijn op dat punt minder eerlijk dan wij, anders waren er allang ook mannen-moderubrieken), geven blijk van schoonheidsgevoel, artisticiteit en in zekeren zin ook van altruïsme. In den grond van de zaak is het veel makke lijker om er slordig bij te loapen, je haar maar eens per dag over te doen, altijd die jas aan te trekken, die toeval- lig beneden aan den Kapstok hangt, of hij al of niet bij je overige kleedij past. Maar voor de menschen uit je omgeving is het veel prettiger als je er aardig en netjes uitziet, en 't kpst je evenveel gêld. Want iemand die slordig is voor zijn uiterlijk, is het ook voor zijn klee- ren, en volgens 't spreekwoord „kan een pronkster niet verpronken wat een slonster kan verslonsen' terwijl in 't omgekeerde geval, iemand die graag goed gekleed is en er toch niet veel geld voor uit kan geven, haar kleeren altijd met zorg zal behandelen, ze altijd op een hanger en niet op een haak of over een stoel zal hangen, ze op tijd zal uitborstelen en versteilen, wat achteraf veel economischer zal blijken. En nu iets practisch, na al deze theo rie. De mode verandert tegenwoordig om den haverklap en is net zoo zenuw achtig gejaagd, als de menschen, die met haar meegaan. Het eene jaar zijn rok ken en mouwen lang, het volgende kort Voor vrouwen en meisjes die lang met een zelfde japonnetje of mantel toe moeten, is het werkelijk vermoeiend. Maar met een beetje handigheid kom je een heel eind. Gesteld dat je een paar japonnen met korte mouwen hebt, die je graag met lange zag, maar je hebt er geen stof meer van en kunt hetzelfde niet meer bijkrijgen. Koop daa een of andere dunne stof, voor 'n katoenen of toile de soie jurk voile en voor een zijden japon b.v. georgette; maak daar de mou wen en het kraagje van sn maak van de korte mouwen, die er in zaten, de man chetten en een of andere garneering. Zorg vooral dat je bij een drukpatroon mouwen neemt in de stemmigste kleur, die er in zit, terwijl bij een minder spre kend dessin wel een fleurige kleur past. PALJAS. De meeste menschen schenken te winig aandacht aan hun schoeisel, of, liever gezegd, een verkeerde aandacht en tot onze schande de vrouwen zijn hierin de ergste zondaars. Goede schoenen hebben oneindig meer waarde dan een mooie mantel of hoed en een goedkoope of eenvoudige jurk met dure schoenen en handschoe nen staat veel gedistingeerder dan om gekeerd. Zorg vooral ook, nooit met scheeve hakken te loopen. Behalve dat het leelijk en slordig staat is het slecht voor de voeten en je houding. In vroeger jaren toen de vrouwen nog lang haar hadden en hun hoofden niet zoo bijster veel op mannenhoofden leken en hun stapjes nog klein en af gemeten waren ja, toen zal het dik wijls een temptatie geweest zijn voor vrouwen en meisjes met groote voelen om niet een nummer kleiner te nemen, dan ze inderdaad hadden. Maar op het oogenblik, nu er ook voor ons, alle mo gelijke soorten stevige schoenen met platte hakken in omloop zijn, kunnen wij zonder eenige gêne schoenen nemen die ons passen, Glacé-leeren schoenen met coquette hooge hakjes heusch, ze zijn alleen gemaakt voor kleine, slanke menschen. Bij die hebben de voeten niet zooveel steun noodig; maar als je 't ongeluk hebt, groot en zwaar te zijn, zorg dan voor dagelijksch gebruik altijd stevig Engelsch schoenwerk te nemen, hoe aardig het andere ook moge lijken. Hoe dikwijls zie je niet op straat erge dikke dames op hooge Fransche hakken waggelen. Ze werken altijd op onze lachspieren, alléén al door hun onzekere démarche, terwijl dezelfde menschen, op stevige, Engelsche hakken, zélf nret- tiger zouden wandelen en voor anderen niet zoo lachwekkend zouden zijn hoewel iedereen, die een ander reden tot vroolijkheid geeft, toch iets goeds uitricht. PALJAS. Een even groote kunst als het samen stellen van een goede sigaret is het mengen van een koffie, die de tong van een fijnproever streelt. De verschillen de productielanden leveren soorten van zeer uiteenloopende smaken, waarvan de Braziliaansche verreweg het meest bekend is; de producten uit Centraal- Amerika worden door sommige liefheb bers als de fijnste beschouwd. Tot het verkrijgen van goede koffie worden meestal niet meer dan twee tot vier soorten gemengd. Met het proeven van de koffie is een speciale kunstenaar belast, die over een fijn, op de gering ste verschillen reageerende tong be schikt en een langdurige oefening en veeljarige studie achter den rug heeft. Hij alleen kan echter de kwaliteit van het product niet gerandeeren. Van grooten invloed is namelijk het roosteren van koffie. Iedere koffiesoort eischt een andere manier van roosteren. Dezelfde hittegraad, die de coffeïne, het eiwit, het vet, de suiker, het looi zuur en de minerale stoffen van een koffiesoort tot een voortreffelijke aro ma-ontwikkeling brengt, kan de kwali teiten van een andere soort geheel be derven. Nog moeilijker dan de beoordeeling van een koffiemengsel is die van een theemengsel. De theeproevers in de ex porthavens van de productielanden Cey lon, China en Java spelen in hun in dustrie een groote rol en worden goed gesalarieerd. Naar hun oordeel stellen de plantage-eigenaars de prijzen vast. Maar ook de inkoopers der groote ex portfirma's moeten sterke zenuwen, een goede tong en voor alles een goeden neus hebben. Iedere thee maakt eerst de „neusproef" door. Ze wordt afgero- ken. Slaagt ze niet voor dit examen, dan komt ze voor het „mondeling ge deelte" niet eens in aanmerking. De theemenger componeert gunstige thee- werken uit drie tot acht, dikwijls 10 soorten. In sierlijke kopjes worden ze naast elkaar opgesteld. De proever nipt van ieder kopje laat de mondholte goed doortrekken van het vocht en spuwt het evenals de wijnproevers met de wijn soorten doen weer uit. De proeven zijn n.l. van een sterkte, dat haar wer king bij het drinken met die van een dosis vergif gelijk zou staan. Ook bij de keuze van de thee valt over de smaak niet te strijden. Bij velen staat de Ceylon-thee bijzonder hoog aangeschreven; anderen geven de voor keur aan de lichte, aromatische thee uit Indië. In de laatste jaren van den oorlog had de Chineesche thee haar grooten tijd. En als iemand aan de „Russische thee" de kroon wil toekennen, dan hul digt hij daarmede eveneens het hemel- sche rijk. Rusland heeft geen thee. „Russische thee" is Chineesche thee, die vroeger langs den karavaanweg over Rusland naar West-Europa kwam. Het landklimaat gaf er een ander aro ma aan, dat dezelfde thee had, als zij over zee naar Europa vervoerd werd. Het is in de Ver. Staten gewoonte de studenten eener hoogeschool eens over allerlei zaken schriftelijk te ondervragen waarbij ieder zijn antwoorden vrij en zonder onderteekening afgeeft, zoodat in ieder geval het meerenceel der ver langde antwoorden als oprecht en waar beschouwd mag worden. Aan de mannelijke studenten der ka tholieke universiteit Notre Dame in den stqat Indiana, werd onlangs een aantal vragen voorgelegd, die qver het alge meen betrekking hadden op de toekom stige echtgenoote. De antwoorden wa ren buitengewoon leerrijk. Een der vragen luidde: „Zoudt U ean meisje trouwen, dat rookt?" 239 jonge lui antwoordden bevestigend, 266 ont kennend en 77 waren slechts tegen een gewoonterookster. Daarbij waren de jon gere studenten" opvallenderwijze in hun eischen veel strenger dan de oudcrep. Strenger dan het rooken, werd het drinken der vrouw afgekeurd. 305 Stu denten verklaarden rondweg geen meis je te willen trouwen, dat in spiritualiën een genoegen vindt; 170 verlangden slechts dat de vrouw althans geen ge woonte-drinkster zijn zóu. Daarentegen vonden 138 er in het geheel geen huwe lijksbeletsel in, wanneer hun aanstaande cok al eens een glaasje in eer en deugd ledigde. 49 gaven onbestemde antwoor den. Ook hierbij waren weer de jonge ren veel strenger dan de ouderen, zoo dat de verhouding <ler beide groepen was als 4;1. Nog strenger was men begrijpelijker wijze in de beoordeeling van schimpende en vloekende vrouwen. 474 wilden van een vrouw niets weten, die zich verlei den liet haar ergernis met schimp- en vloekwoorden te uiten; 117 echter ver klaarden zich bereid bij overigens goede eigenschappen, ook een beetje schim pen wel op den koop toe te willen ne men. Doch het toppunt van gestrengheid bereikten de antwoorden bij de vraag: „Zoudt u een meisje trouwen, dat liegt?" Daar toonden zich slechts 47 stemmen tolerant; 559 daarentegen antwoordden met een onherroepelijk „neen". De meesten waren niet geneigd om tusschen gelegenheids- en gewoonte-leugens eenig practisch onderscheid te maken. Onder de mildere antwoorden, vond men menigmaal, een aantal toevoegingen dat men zich de kracht wel toevertrouw de, de aanstaande vrouw van zulke slechte gewoonten geheel af te brengen. Meerderen meenden, dat reeds de om gang met de kinderen, de vrouwen van menige slechte gewoonte genezen zou. Een meende, zijn aanstaande vrouw mocht al rooken als een schoorsteen, wanneer het eerste kind kwam, zou zij loch inzien, dat men het kind geen ei- garettenrook in het gezicht kon blazen. Eenige grondden hun toegevendheid daarop, dat het wel nauwelijks mogelijk zou zijn een echtgenoote te vinden, in dien men slechts een meisje wou kie zen, dat van al deze gebreken vrij was. Een jonge pessimist meende zelfs: „Alle vrouwen, drinken en liegen!" Een ander No. 426. Chique ensemble van japon met cape. Beiden zijn van grijze kasha. De rok heeft van boven een 10 c.M. breede strook groene kasha en is met in begrip dezer strook rondom van platte plooien voorzien. De ceintuur is los en sluit op drie stofovertrokken knoopen. De halsopening wordt met de sluiting op de borst met een groene strook gegar neerd, Knoopen stofovertrokken. De mouwen zijn lang en nauwsluitend. De cape heeft een smal rolkraagje met ver bindingsstrookje als sluiting, terwijl de beide voorste zoomen met een rand groen gegarneerd worden; deze rand heeft op regelmatige afstanden overdwars ingeplooide strookjes. De cape met groe ne zijde te voeren. Hoed van bijpassend of groen vilt, kousen rose en schoenen groen, bruin of beige. verklaarde: „Ik zou moeilijk een meisje vinden, dat noch rookt, noch schimpt, noch zelfs drinkt, maar een leugenaar ster wil ik tot geen enkelen prijs in mijn huis- hebben". Een derde was ten aanzien van de leugen nog billijker; het hangt er vanaf meende hij, wat de leugen beoogt. „Laat geen eet- óf drinkwaren onge dekt staan; zorgt er voor, dat geen vlieg er zich op neer kan zetten, want het gevaar, dat onze gezondheid van die zijde bedreigt, is niet denkbeeldig!" Een eenvoudig, maar hoogst practisch hulpmiddel in den strijd tegen allerlei ongewenscht insectengespuis, is het ge bruik van vliegenkappen, die men met een beetje handigheid zelf in elkaar kan zetten. Voor het geraamte van zoo'n kap neemt men twee einden wit ieton van 77 c.M. lengte van vier kleinere stukjes, die elk 13 c.M. lang zijn. De groote «tukken buigt men cirkelvormig om en naait de uiteinden aan elkaar, zoodat men twee hoepels krijgt, die. door middel van'de korte stukken, die als tusschenschotjes dienst doen, met elkaar verbonden worden. Natuurlijk naait men die op gelijke afstanden van elkaar aan de beide hoepels vast. Dit stevige ge raamte bespant men met wit muskie tengaas. Een rechte lap, ongeveer 26 centimeter breed, naait men vast om een der hoepels. Dan trekt men het gaas glad over den anderen hoepel heen, be vestigt het ook daar in de ronte en haalt den nog loshangenden bovenkant van den lap met een rijgsteek bij elkaar. In den meest primitieven vorm is nu de vliegenkap gereed. Naar c-igen smaak kan. men de leton-randen garnee- ren met smal zijden lint, dat luchtigjes is ingehaald. En bovenaan, op het mid delpunt van den cirkel, naait men een met lint of zij omwonden ring of een grooten strik, die dan meteen als hand vat fungeert. Ook kan men, voor keu kengebruik, voor provisiekamer of kel der, vliegenkappen maken, die men be kleed met de overgebleven, nog bruik bare stukken van tullen of vitrage-gor dijnen. Voor suikervaas, bonbonschaaltje, gebakschotel kan men ze precies op maat fabriceeren. Als men maar leton en be kleeding bij de hand heeft, toovert men in verloren oogenblikken ronde en ovale vliegenkappen, „voor elck wat wils". Om een glas melk, een kan met de een of andere vloeistof een beker cho colade, enfin, alles wat niet voor een vliegenkap in aanmerking komt, te be dekken, neemt men kleine vierkante, ronde lapjes muskietengaas, die men langs de kanten, verzwaart met glas kralen. Over den rand van een glas of melkkan hangend, beletten zij de in secten, een bad te nemen of mee te proeven. Geurige koffie of chocolade krijgt men door in koffie of chocolade, voor men er kokend water of kokende melk op doet, een heel klein beetje zout te doen. Een aangesneden citroen kunnen wij heel lang bewaren, door den aangesne den kant met zout te bestrooien. Het is nog niet zoo lang geleden, dat er slechts een klein aantal soepen be stonden: een sterk kippensoepje, (bij voorkeur voor herstellende zieken!), een vermicellisoep, een groentesoep en nog een paar dergelijke soorten. Tegen woordig echter is hun aantal haast on telbaar groot en steeds hooren of proe ven we weer nieuwe variaties. Heeft u bijv. wel eens Zuring-soap gegeten. U trekt eerst wat bouillon en hakt dan een handvol gestroopte Zuring met geplukte peterselie fijn, na ze flink te hebben uitgewasschen. Fruit de groente in boter, als ze gesmolten is voegt u er bloem bij en roert het meng sel glad, doet er dan de bouillon bij en laat de soep 10 minuten doorkoken. Wilt u er nu een heel fijn dinersoepje, van maken, voeg er dan 1 of 2 d.L. room aan toe, klop een paar eierdooiers giet die in de soepterrine en laat er de soep op loopen. In plaats van zuring kunt u ook spi nazie nemen of vijf a zes kropjes salade of u kunt aan de zuring peterselie of kervel toevoegen, dat maakt een heer lijke kruidensoep. Dergelijke kleine variaties bedenkt 'n goede huisvrouw zelf; dat maakt het „eigensmaakje" van het eten „thuis." Als de jongens groot zijn en over de wereld verspreid, dan blijven juist der gelijke kleinigheden steeds in de ge dachten. De dochters trouwen en nemen moeder's recepten over. Jaren en jaren later komt een broer uit verre landea terug; dan ''proeft hij het soepje, her kent het gerecht: „O, ja! weet je wél; zóó hadden we 't thuis!" Kent u zomer-erwtensoep? Trek wat bouillon. Kook hierin jonge erwten of groote doperwten, met veel peterselie gaar, laat het ongeveer twee uur ko ken en wrijf de massa dan door een zeef. Smelt boter en een beetje bloem, voeg er bouillon aan toe, laat de soep tien minuten doorkoken, voeg er wat room, zout en'peper bij en u heeft een heerlijk soepje, waarbij dobbelsteentjes in boter gebakken brood worden ge presenteerd. Zoo kunt u zomer-wdrtel- soep bereiden; neem er wat groote wor teltjes voor. Het recept voor een mooien helderen bouillpn (consommé) is; snijd één kilo gram runder-soepvleesch; wasch het, zet het op met ongeveer 2% L. water en een weinig zout; laat het 15 minuten flink koken en niet schuimen. Daarna moet het zeven k acht uur zachtjes trekken, Zorg er voor, dat het vleesch voortdurend een beetje kookt, dan trekt het een beetje uit. Het vleesch behoort ten slotte zóó zacht te zijn, dat het als draadjes uit elkander valt. Zeef dan den bouillon door een linnen, in heet water uitgespoelden doek. Dit. is sterke bouillon. Wilt u hem wat lichter hebben, ver vang dan een gedeelte van het rund- vleesch door kalfspoulet. Voor zieken, zwakken en herstellen den maakt u een heerlijk, krachtig, soepje door één soepkip met 750 gram kalfsschenkelvleesch zonder been fijn te hakken, goed te wasschen en met het aanhangende water in "een consommé pot te doen. Sluit dezen af en kook het vleesch 18 a 24 uur in een waterbad; tl moet zorgen dat het water geregeld kookt en voortdurend wordt bijgevuld. Giet de consommé vervolgens af en zeef baar door een helderen, uitgespoelden doek. Bezit u geen consommépot of een anderen hermetisch af te sluiten pot, doe dan het vleesch in een pan, keer net deksel om en 'zet hier een steen of een zwaar gewicht op. Zet deze pan in een grootere, gevuld met water, en doe ver der zooals ik hierboven beschreef. Een lezeres vroeg om het recept van een bowl. Voor een bowl moeten de avonden zacht en de vruchten geurig wezen. Daar ontbreekt in 1926 nog al wat aan. Laat een handvol lievevrouwen- bedstroo op één flesch Rijn- of Moeselwijn trekken, voeg er 300 a 400 gram suiker aan toe en laat het zoo een halven dag staan. U kunt ook Meiwijn nemen, doch dan moet er min der suiker bij. Na een paar uur kunt u er de vruchten: aardbeien, frambozen, stukjes ananas of perzik, schijfjes pi sang, een beetje cognac, de rest van den wijn en een paar flesschen spuitwater bij voegen. Men rekent met een flinke bowlfuif een flesch per man en een halve flesch per vrouw. Het is aan te raden, om een paar dichte flesschen met wijn bij de hand te hebben. Ziet u den bodera van het vat, 'giet er dan fluks nog ken paar flesschen in leeg. Bij den bowl worden moscovische ge bakjes, zwavelstokken of andere, niet te zware koekjes gepresenteerd. Tot besluit het recept van een ker sentaart: verwerk 300 gram bloem, 200 gram boter, 100 gram suiker, 2 eieren en zout luchtig met een mes tot deeg en laat dit een half uur rusten. Maak on derwijl het vulsel door de kersen te ontpitten en met een beetje water en suiker het vruchtensap te binden. Smeer een springvorm met boter in, rol het deeg uit: snij een cirkel uit van de zelfde grootte als de bodem van den vorm, doe deze er in en maak een rand je met wat water vochtig. Snij een reep deeg van de hoogte van den rand van den vorm en bekleed hiermee den wand geheel; druk het deeg stevig op het randje van den bod-em vast. Doe de kersen nu in de taart, leg bovenop reepjes deeg, alsof zij dooreen gevlochten zijn; vouw het randje deeg dat. boven het vulsel uitsteekt netjes om (overal even breed) en bestrijk het deeg inet ei. Bak de taart, ongeveer drie kwartier in een warmen oven met veel onderhitte. Laat haar goed bekoelen; giet nu en dan een beetje van het ge koelde vocht voorzichtig over de taart, laat het er doorzakken, giet het dan weer er over, enz. Is de taart goed bekoeld, dan kunt u haar losmaken. Ze moet «ven bruin zien en mooi hard wezen. 1,per stuk. Kindermaten tot 12 jaar 0,75, Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen onder toezending van het bedrag besteld worden aan Paper Pattern Ser vice, Parkstraat 79, Den Maag. De maten op te geven volgens onder staande teekening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 8