OnzeVrouwenrühriek
Bijgeloof.
ONZE KLEEDING.
9
1
Modepraatje.
Schoenen.
De kunst van koffie
en thee mengen.
De studenten in de
Ver. Staten en de
moderne meisjes.
Vliegenkappen.
Practische wenken.
Recepten.
Patronen naar Maat
éi'
*1 Is jammer, dat ik geen Catechis
mus bij de hand heb, en dus niet woor
delijk kan aanhalen, wat we allemaal
daaromtrent gelooven en theoretisch
ook trouw aanhangen! Er zijn misschien
weinig kerkelijke verordeningen, die we
zóó goed kennen, en waar we zóó ge
moedelijk de hand mee lichten als juist
die, welke betrekking hebben op net
bijgeloof in al z'n vormen en practij-
ken.
Bijgeloof, waar men zich 'n vijftig
jaar geleden voor schaamde, zoo men
't heimelijk aanhing, omdat 't zoo dom
en duister werd gevonden, is tegen
woordig allervreeselijkst in de mode.
Natuurlijk onder allerlei mooie nieuwe
namen, die heusch lang niet allemaal
zoon waarschuwenden klank hebben
als spiritisme, occultisme etc., maar toch
bijna zonder uitzondering slippendragcr-
tjes zijn van theosophie, Christian
Science- en dergelijke „gelooven" van
Kracht, Licht, Harmonie en ander
schoons, 't Is bekend dat ongeloof en
bijgeloof gelijk opgaan, hand in hand;
hoe vager en verwaterder de opvattin
gen omtrent de Eeuwige Waarheden
zijn, des te positiever de cultus der
gpede en kwade invloeden van data,
kleuren, steenen en de onmogelijkste
dingen welke heusch niet al te veel
verschilt van de omslachtige égards van
den wilde voor zijn grillige boom- en
stroom-geesten.
We komen, door de veranderde en
losser geworden gebruiken van omgang
en relaties, tegenwoordig zooveel meer
dan vroeger in aanraking met menschen
van geheel ander slag, hooren soms van
verschillende kanten tegelijk zóóveel
over dergelijke dwaasheden conversee
ren, dat we eraan beginnen te wennen
en dat is de eerste van drie nogal
gevaarlijke stapjes: „niet zoo erg meer
vinden" „gewoon vinden", en „niets
meer in zien".
We hebben ons er nog niet eens
nerveus en onverzadelijk voor te inte
resseeren we behoeven nog niet eens
eenig werkelijk geloof te slaan aan
spookachtige fluïdum- en aura-theo
rieën we kunnen er, wanneer we
ons op die manier laten drijven, al heel
licht toe komen, om tóch, „voor de
grap" óók eens aan dergelijke belang
wekkende griezeligheden, die „ieder
een" uitoefent mee te doen. De Kerk
ts er wel tegen, nu ja, maar dat heeft
met je persoonlijk geval niets uit te
staan: je gelooft er immers heelemaal
niet aan; je bent volstrekt niet zenuw
achtig of spoedig beïnvloed je wilt al
leen maar eens 'n sensationeel pretje heb
ben; wat kan daar in 's-hemelsnaam in
steken?
Jammer maar, dat je aan het „pretje"
verslaafd bent, eer je het zelf weet, al
blijf je dan van keer tot keer volhou
den, dat je 't altijd nog voor de aardig
heid doet, of om geen spelbreker te zijn!
't Komt werkelijk voor, dat in heele
goede kringen, die zich nog heel goed
Roomsch vinden op den koop toe, zoo'n
grappige animecrende tafeldans, en van
die leuke experimenten met schrijf-me-
djums en zoo, tot de gewone en meest-
geliefde gezelschapsspelen behooren! Dat
ze, zoo gauw de tafel begint te kloppen of
het potlood te schrijven, ademloos in-
formeeren naar den naam van den zich-
mae if est eerend en geest, kan natuurlijk
niemand kwalijk nemen, dat hoort bij 't
spelletje maar 't is heusch heelemaal
geen bewijs, dat ze er echt iets van ge
looven!! En als de „geest" stampend den
naam afdanst van een bekend of geliefd
overledene, of, moeizaam door 't alpha
bet hobbelend, een of anderen datum
uitstottert, die heuschelijk blijkt uit te
komen, daa zijn ze o zoo gauw vergeten
dat ze natuurlijk niet de minste waarde
aan 't spelletje hechten en 't spelletje
wordt een hartstocht, en zij worden ze
nuwziek, maar 't is en blijft natuurlijk
allemaal voor de grap, want de Kerk
verbiedt, eraan te gelóóven, en als je je
daar maar aan houdt....
Dat is dan ook 't gevaar van al die
dingen: je hebt ze niet in je hand je
kunt onmogelijk vooruit vaststellen, dat
ze je niet zullen „pakken"! Als *t ons
dan heusch ernst is met onzen eerbied
voor de wenschen der Kerk en met onze
zorg voor den vrede van ons zieleleven,
zullen we ons wachten voor 't eerste
stapje, voor de allereerste kleine, schijn-
baar-onbeteekende concessie aan dat
mode-kwaad. Je begint met je te inte
resseeren voor 'n karakter- en toekomst-
beschrijving volgens 't sterrebeeld waar
onder je geboren bent de meest on-
tchuldige en onbenullige heroseoop, die
ergens als bladvulling dient in 'n ont
spanning-rubriek maar hoe weet je
precies waar je zult eindigen, als je je
geen rekenschap geeft van den aard van
je belangstelling?
't Zijn heusch niet alleen domme en
van alle gevoel-voor-humor ontbloote
menschen, die 'n harden dobber hebben
om hun trek naar 't geheimzinnige en
ondoorgrondelijke te beteugelen, en de
charme die er van sommige vormen van
bijgeloof kan uitgaan, te weerstaan
verre van daar. Er' kan een diepe en
geurige poëzie schuilen in menig bijge
loof, dat onafscheidelijk samengeweven
is met folklore en historie. En in 't naief
en onberedeneerd geloof aan voorteeke-
nen, "bij sommige menschen die we ken
nen, en die zichzelf niet meer zouden
zijn, wanneer ze niet meer zagen opfleu
ren bij 't vinden van een hoefijzer of
een rood lint, of wanneer de haan op den
drempel komt staan en kraaitof ze
niet meer zagen verschieten van schrik,
als ze op Nieuwjaarsmorgen een verge
ten takje hulst ontdekken, dat vóór mid
dernacht verbrand had moeten worden
Ik zou wel durven beweren dat wij vrou
wen stuk voor stuk zoo 't een of ander
hebben, waar we tegenover anderen cm
lachen, en wel degelijk half onbewust
beteekenis aan hechten. Ik durf er fciest
voor uit te komen, dat ik wat vroolijk
werd, toen ik laatst vah m'n fiets in de
struiken vloog en precies onder m'n ge
schramde hand een klavertje van vier
ontdekte. En toen er 's-avonds iets ge
beurde, dat ik heel prettig vond, dacht
ik dadelijk met onwrikbare overtuiging:
„Zie je wel, 't klavertje van vier"
Ja, en toch geloof ik, dat ie zelfs die
onschuldigste bijgeloovigheden in de ga
ten moet houden, wil je niet dat je ro
mantisch en poëtisch fatalisme je op een
dag misschien werkelijk parten gaat spe
len- Zelfs 'nheel ongevaarlijke kaartleg
ster, waar je op een dwazen avond met
een heel troepje vriendinnen naar toe
gaat om eens hartgrondig te lachen, kan
oorzaak worden, dat ie een volgende
maal naar een somnambule trekt, óók cm
te lachen! Maar ik meen, dat 't woord
somnambule in den Catechismus voor
komt....'
MACHTELD.
3#
No. 422. Keurige staasjapon van kasha
in de bekende naturel-tint. Men zou haar
ook robe-manteau kunnen noemen, want
ze is van voren door middel van een
groot aantal drukknoopen geheel open te
maken. De enkelvoudige kraag is staande
te dragen; zij mag eenigszins openhan
gen, maar moet dientengevolge met een
kleurige zijde worden gevoerd voor zoo
ver de binnenkant zichtbaar komt. In de
heupen zijn groote, vierkante stukken
met dubbelen zoom ondergezetwaarbij
in het onderste gedeelte van den zoom
de stukken, welke de zakken vormen,
worden opgenomen. De losse ceintuur
wordt met een knoop gesloten die de
zelfde kleur heeft als de voering van het
kraagje. Hoed in de kleur der kasha of
der voering; kousen licht beige, schoenen
als voering.
No. 423. Zomerjapon van witte en bont-
gebloemde mousseline. De laatste vormt
het grootste deel van den rok zoodat al
leen de midden-voorbaan wit blijft. De
gebloemde ondereinden der mouwen zijn
aangezet; de teekening geeft nauwkeurig
den vorm dezer stukken aan. De mouwen
eindigen op manchetjes welke heel ori
gineel met een strikje gesloten worden.
Een zelfde sluiting zien we aan den hals
waar de einden van de gebloemde schou-
derstrook bij elkaar komen. De ceintuur
make men van ripslint in de kleur van de
gedrukte bloemen jier mousseline. Kousen
rose en schoenen wft linnen of leer.
No. 424. Een lief kinderjurkje van ge
bloemde cretonne, met een bijbehoorend
broekje, eveneens van cretonne, doch in
effen tint welke overeenkomt met de hier
gedrukte bloemmotiefjes. De halsopening
heeft over de borst een klein sluitstrook-
je met parelmoeren knoopjes. Rechts op
het voorpand een klein rondgeknipt zak
je. Het kraagje, de manchetjes en de klep
van het zakje, van dezelfde stof te ma
ken als het broekje.
No. 425. Japon voor meisjes van 8 tot
10 jaar, waarvoor als stof een bleu wol
len travers met witte mousseline of crêpe
georgette voor het onder te dragen vest
met mouwen Het rokje is geplisseerd,
terwijl de taillenaad bedekt wordt door
een roodleeren ceintuur, In hetzelfde rood
maakt men van zijde een strikje, dat
even uit het kraagje te voorschijn komt.
Manchetjes met een omslag; alle knoop
jes rood. Kousen rose en schoenen zwart
of blauw.
Alles wat er over kleeding gezegd,
geschreven en gedacht wordt, lijkt voor
menschen, die niet om hun uiterlijk
geven, zoo oppervlakkig en leeghoofdig.
Blauwkousen ('t ras is aan 't uitsterven;
ik denk, omdat ook zij hun mannelijke
nonchalance in korte haren konden ver
werken) vinden 't verzorgen van kleedij
en uiterlijk een kenmerk van stupiditeit
en gebrek aan geestelijk interesse.
Maar integendeel. Goedgekleede
vrouwen en meisjes (en natuurlijk ook
mannen, maar zij komen er niet rond
voor uit en zijn op dat punt minder
eerlijk dan wij, anders waren er allang
ook mannen-moderubrieken), geven blijk
van schoonheidsgevoel, artisticiteit en
in zekeren zin ook van altruïsme. In den
grond van de zaak is het veel makke
lijker om er slordig bij te loapen, je
haar maar eens per dag over te doen,
altijd die jas aan te trekken, die toeval-
lig beneden aan den Kapstok hangt, of
hij al of niet bij je overige kleedij past.
Maar voor de menschen uit je omgeving
is het veel prettiger als je er aardig en
netjes uitziet, en 't kpst je evenveel
gêld. Want iemand die slordig is voor
zijn uiterlijk, is het ook voor zijn klee-
ren, en volgens 't spreekwoord „kan een
pronkster niet verpronken wat een
slonster kan verslonsen' terwijl in 't
omgekeerde geval, iemand die graag
goed gekleed is en er toch niet veel
geld voor uit kan geven, haar kleeren
altijd met zorg zal behandelen, ze altijd
op een hanger en niet op een haak of
over een stoel zal hangen, ze op tijd zal
uitborstelen en versteilen, wat achteraf
veel economischer zal blijken.
En nu iets practisch, na al deze theo
rie.
De mode verandert tegenwoordig om
den haverklap en is net zoo zenuw
achtig gejaagd, als de menschen, die met
haar meegaan. Het eene jaar zijn rok
ken en mouwen lang, het volgende kort
Voor vrouwen en meisjes die lang met
een zelfde japonnetje of mantel toe
moeten, is het werkelijk vermoeiend.
Maar met een beetje handigheid kom
je een heel eind.
Gesteld dat je een paar japonnen met
korte mouwen hebt, die je graag met
lange zag, maar je hebt er geen stof
meer van en kunt hetzelfde niet meer
bijkrijgen. Koop daa een of andere
dunne stof, voor 'n katoenen of toile
de soie jurk voile en voor een zijden
japon b.v. georgette; maak daar de mou
wen en het kraagje van sn maak van de
korte mouwen, die er in zaten, de man
chetten en een of andere garneering.
Zorg vooral dat je bij een drukpatroon
mouwen neemt in de stemmigste kleur,
die er in zit, terwijl bij een minder spre
kend dessin wel een fleurige kleur past.
PALJAS.
De meeste menschen schenken te
winig aandacht aan hun schoeisel, of,
liever gezegd, een verkeerde aandacht
en tot onze schande de vrouwen
zijn hierin de ergste zondaars.
Goede schoenen hebben oneindig
meer waarde dan een mooie mantel of
hoed en een goedkoope of eenvoudige
jurk met dure schoenen en handschoe
nen staat veel gedistingeerder dan om
gekeerd.
Zorg vooral ook, nooit met scheeve
hakken te loopen. Behalve dat het
leelijk en slordig staat is het slecht voor
de voeten en je houding.
In vroeger jaren toen de vrouwen
nog lang haar hadden en hun hoofden
niet zoo bijster veel op mannenhoofden
leken en hun stapjes nog klein en af
gemeten waren ja, toen zal het dik
wijls een temptatie geweest zijn voor
vrouwen en meisjes met groote voelen
om niet een nummer kleiner te nemen,
dan ze inderdaad hadden. Maar op het
oogenblik, nu er ook voor ons, alle mo
gelijke soorten stevige schoenen met
platte hakken in omloop zijn, kunnen
wij zonder eenige gêne schoenen nemen
die ons passen,
Glacé-leeren schoenen met coquette
hooge hakjes heusch, ze zijn alleen
gemaakt voor kleine, slanke menschen.
Bij die hebben de voeten niet zooveel
steun noodig; maar als je 't ongeluk
hebt, groot en zwaar te zijn, zorg dan
voor dagelijksch gebruik altijd stevig
Engelsch schoenwerk te nemen, hoe
aardig het andere ook moge lijken.
Hoe dikwijls zie je niet op straat erge
dikke dames op hooge Fransche hakken
waggelen. Ze werken altijd op onze
lachspieren, alléén al door hun onzekere
démarche, terwijl dezelfde menschen,
op stevige, Engelsche hakken, zélf nret-
tiger zouden wandelen en voor anderen
niet zoo lachwekkend zouden zijn
hoewel iedereen, die een ander reden
tot vroolijkheid geeft, toch iets goeds
uitricht.
PALJAS.
Een even groote kunst als het samen
stellen van een goede sigaret is het
mengen van een koffie, die de tong van
een fijnproever streelt. De verschillen
de productielanden leveren soorten van
zeer uiteenloopende smaken, waarvan
de Braziliaansche verreweg het meest
bekend is; de producten uit Centraal-
Amerika worden door sommige liefheb
bers als de fijnste beschouwd.
Tot het verkrijgen van goede koffie
worden meestal niet meer dan twee tot
vier soorten gemengd. Met het proeven
van de koffie is een speciale kunstenaar
belast, die over een fijn, op de gering
ste verschillen reageerende tong be
schikt en een langdurige oefening en
veeljarige studie achter den rug heeft.
Hij alleen kan echter de kwaliteit van
het product niet gerandeeren.
Van grooten invloed is namelijk het
roosteren van koffie. Iedere koffiesoort
eischt een andere manier van roosteren.
Dezelfde hittegraad, die de coffeïne,
het eiwit, het vet, de suiker, het looi
zuur en de minerale stoffen van een
koffiesoort tot een voortreffelijke aro
ma-ontwikkeling brengt, kan de kwali
teiten van een andere soort geheel be
derven.
Nog moeilijker dan de beoordeeling
van een koffiemengsel is die van een
theemengsel. De theeproevers in de ex
porthavens van de productielanden Cey
lon, China en Java spelen in hun in
dustrie een groote rol en worden goed
gesalarieerd. Naar hun oordeel stellen
de plantage-eigenaars de prijzen vast.
Maar ook de inkoopers der groote ex
portfirma's moeten sterke zenuwen, een
goede tong en voor alles een goeden
neus hebben. Iedere thee maakt eerst
de „neusproef" door. Ze wordt afgero-
ken. Slaagt ze niet voor dit examen,
dan komt ze voor het „mondeling ge
deelte" niet eens in aanmerking. De
theemenger componeert gunstige thee-
werken uit drie tot acht, dikwijls 10
soorten. In sierlijke kopjes worden ze
naast elkaar opgesteld. De proever nipt
van ieder kopje laat de mondholte goed
doortrekken van het vocht en spuwt het
evenals de wijnproevers met de wijn
soorten doen weer uit. De proeven
zijn n.l. van een sterkte, dat haar wer
king bij het drinken met die van een
dosis vergif gelijk zou staan.
Ook bij de keuze van de thee valt
over de smaak niet te strijden. Bij velen
staat de Ceylon-thee bijzonder hoog
aangeschreven; anderen geven de voor
keur aan de lichte, aromatische thee uit
Indië.
In de laatste jaren van den oorlog
had de Chineesche thee haar grooten
tijd. En als iemand aan de „Russische
thee" de kroon wil toekennen, dan hul
digt hij daarmede eveneens het hemel-
sche rijk. Rusland heeft geen thee.
„Russische thee" is Chineesche thee,
die vroeger langs den karavaanweg
over Rusland naar West-Europa kwam.
Het landklimaat gaf er een ander aro
ma aan, dat dezelfde thee had, als
zij over zee naar Europa vervoerd werd.
Het is in de Ver. Staten gewoonte de
studenten eener hoogeschool eens over
allerlei zaken schriftelijk te ondervragen
waarbij ieder zijn antwoorden vrij en
zonder onderteekening afgeeft, zoodat
in ieder geval het meerenceel der ver
langde antwoorden als oprecht en waar
beschouwd mag worden.
Aan de mannelijke studenten der ka
tholieke universiteit Notre Dame in den
stqat Indiana, werd onlangs een aantal
vragen voorgelegd, die qver het alge
meen betrekking hadden op de toekom
stige echtgenoote. De antwoorden wa
ren buitengewoon leerrijk.
Een der vragen luidde: „Zoudt U ean
meisje trouwen, dat rookt?" 239 jonge
lui antwoordden bevestigend, 266 ont
kennend en 77 waren slechts tegen een
gewoonterookster. Daarbij waren de jon
gere studenten" opvallenderwijze in hun
eischen veel strenger dan de oudcrep.
Strenger dan het rooken, werd het
drinken der vrouw afgekeurd. 305 Stu
denten verklaarden rondweg geen meis
je te willen trouwen, dat in spiritualiën
een genoegen vindt; 170 verlangden
slechts dat de vrouw althans geen ge
woonte-drinkster zijn zóu. Daarentegen
vonden 138 er in het geheel geen huwe
lijksbeletsel in, wanneer hun aanstaande
cok al eens een glaasje in eer en deugd
ledigde. 49 gaven onbestemde antwoor
den. Ook hierbij waren weer de jonge
ren veel strenger dan de ouderen, zoo
dat de verhouding <ler beide groepen
was als 4;1.
Nog strenger was men begrijpelijker
wijze in de beoordeeling van schimpende
en vloekende vrouwen. 474 wilden van
een vrouw niets weten, die zich verlei
den liet haar ergernis met schimp- en
vloekwoorden te uiten; 117 echter ver
klaarden zich bereid bij overigens goede
eigenschappen, ook een beetje schim
pen wel op den koop toe te willen ne
men. Doch het toppunt van gestrengheid
bereikten de antwoorden bij de vraag:
„Zoudt u een meisje trouwen, dat liegt?"
Daar toonden zich slechts 47 stemmen
tolerant; 559 daarentegen antwoordden
met een onherroepelijk „neen". De
meesten waren niet geneigd om tusschen
gelegenheids- en gewoonte-leugens eenig
practisch onderscheid te maken.
Onder de mildere antwoorden, vond
men menigmaal, een aantal toevoegingen
dat men zich de kracht wel toevertrouw
de, de aanstaande vrouw van zulke
slechte gewoonten geheel af te brengen.
Meerderen meenden, dat reeds de om
gang met de kinderen, de vrouwen van
menige slechte gewoonte genezen zou.
Een meende, zijn aanstaande vrouw
mocht al rooken als een schoorsteen,
wanneer het eerste kind kwam, zou zij
loch inzien, dat men het kind geen ei-
garettenrook in het gezicht kon blazen.
Eenige grondden hun toegevendheid
daarop, dat het wel nauwelijks mogelijk
zou zijn een echtgenoote te vinden, in
dien men slechts een meisje wou kie
zen, dat van al deze gebreken vrij was.
Een jonge pessimist meende zelfs: „Alle
vrouwen, drinken en liegen!" Een ander
No. 426. Chique ensemble van japon
met cape. Beiden zijn van grijze kasha.
De rok heeft van boven een 10 c.M.
breede strook groene kasha en is met in
begrip dezer strook rondom van platte
plooien voorzien. De ceintuur is los en
sluit op drie stofovertrokken knoopen.
De halsopening wordt met de sluiting op
de borst met een groene strook gegar
neerd, Knoopen stofovertrokken. De
mouwen zijn lang en nauwsluitend. De
cape heeft een smal rolkraagje met ver
bindingsstrookje als sluiting, terwijl de
beide voorste zoomen met een rand
groen gegarneerd worden; deze rand
heeft op regelmatige afstanden overdwars
ingeplooide strookjes. De cape met groe
ne zijde te voeren. Hoed van bijpassend
of groen vilt, kousen rose en schoenen
groen, bruin of beige.
verklaarde: „Ik zou moeilijk een meisje
vinden, dat noch rookt, noch schimpt,
noch zelfs drinkt, maar een leugenaar
ster wil ik tot geen enkelen prijs in
mijn huis- hebben". Een derde was ten
aanzien van de leugen nog billijker;
het hangt er vanaf meende hij, wat de
leugen beoogt.
„Laat geen eet- óf drinkwaren onge
dekt staan; zorgt er voor, dat geen vlieg
er zich op neer kan zetten, want het
gevaar, dat onze gezondheid van die
zijde bedreigt, is niet denkbeeldig!"
Een eenvoudig, maar hoogst practisch
hulpmiddel in den strijd tegen allerlei
ongewenscht insectengespuis, is het ge
bruik van vliegenkappen, die men met
een beetje handigheid zelf in elkaar
kan zetten. Voor het geraamte van zoo'n
kap neemt men twee einden wit ieton
van 77 c.M. lengte van vier kleinere
stukjes, die elk 13 c.M. lang zijn. De
groote «tukken buigt men cirkelvormig
om en naait de uiteinden aan elkaar,
zoodat men twee hoepels krijgt, die.
door middel van'de korte stukken, die als
tusschenschotjes dienst doen, met elkaar
verbonden worden. Natuurlijk naait men
die op gelijke afstanden van elkaar aan
de beide hoepels vast. Dit stevige ge
raamte bespant men met wit muskie
tengaas. Een rechte lap, ongeveer 26
centimeter breed, naait men vast om
een der hoepels. Dan trekt men het gaas
glad over den anderen hoepel heen, be
vestigt het ook daar in de ronte en
haalt den nog loshangenden bovenkant
van den lap met een rijgsteek bij elkaar.
In den meest primitieven vorm is nu
de vliegenkap gereed. Naar c-igen
smaak kan. men de leton-randen garnee-
ren met smal zijden lint, dat luchtigjes
is ingehaald. En bovenaan, op het mid
delpunt van den cirkel, naait men een
met lint of zij omwonden ring of een
grooten strik, die dan meteen als hand
vat fungeert. Ook kan men, voor keu
kengebruik, voor provisiekamer of kel
der, vliegenkappen maken, die men be
kleed met de overgebleven, nog bruik
bare stukken van tullen of vitrage-gor
dijnen. Voor suikervaas, bonbonschaaltje,
gebakschotel kan men ze precies op maat
fabriceeren. Als men maar leton en be
kleeding bij de hand heeft, toovert men
in verloren oogenblikken ronde en ovale
vliegenkappen, „voor elck wat wils".
Om een glas melk, een kan met de
een of andere vloeistof een beker cho
colade, enfin, alles wat niet voor een
vliegenkap in aanmerking komt, te be
dekken, neemt men kleine vierkante,
ronde lapjes muskietengaas, die men
langs de kanten, verzwaart met glas
kralen. Over den rand van een glas of
melkkan hangend, beletten zij de in
secten, een bad te nemen of mee te
proeven.
Geurige koffie of chocolade krijgt men
door in koffie of chocolade, voor men
er kokend water of kokende melk op
doet, een heel klein beetje zout te doen.
Een aangesneden citroen kunnen wij
heel lang bewaren, door den aangesne
den kant met zout te bestrooien.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat
er slechts een klein aantal soepen be
stonden: een sterk kippensoepje, (bij
voorkeur voor herstellende zieken!), een
vermicellisoep, een groentesoep en nog
een paar dergelijke soorten. Tegen
woordig echter is hun aantal haast on
telbaar groot en steeds hooren of proe
ven we weer nieuwe variaties.
Heeft u bijv. wel eens Zuring-soap
gegeten. U trekt eerst wat bouillon en
hakt dan een handvol gestroopte Zuring
met geplukte peterselie fijn, na ze flink
te hebben uitgewasschen. Fruit de
groente in boter, als ze gesmolten is
voegt u er bloem bij en roert het meng
sel glad, doet er dan de bouillon bij en
laat de soep 10 minuten doorkoken.
Wilt u er nu een heel fijn dinersoepje,
van maken, voeg er dan 1 of 2 d.L.
room aan toe, klop een paar eierdooiers
giet die in de soepterrine en laat er de
soep op loopen.
In plaats van zuring kunt u ook spi
nazie nemen of vijf a zes kropjes salade
of u kunt aan de zuring peterselie of
kervel toevoegen, dat maakt een heer
lijke kruidensoep.
Dergelijke kleine variaties bedenkt 'n
goede huisvrouw zelf; dat maakt het
„eigensmaakje" van het eten „thuis."
Als de jongens groot zijn en over de
wereld verspreid, dan blijven juist der
gelijke kleinigheden steeds in de ge
dachten. De dochters trouwen en nemen
moeder's recepten over. Jaren en jaren
later komt een broer uit verre landea
terug; dan ''proeft hij het soepje, her
kent het gerecht: „O, ja! weet je wél;
zóó hadden we 't thuis!"
Kent u zomer-erwtensoep? Trek wat
bouillon. Kook hierin jonge erwten of
groote doperwten, met veel peterselie
gaar, laat het ongeveer twee uur ko
ken en wrijf de massa dan door een
zeef. Smelt boter en een beetje bloem,
voeg er bouillon aan toe, laat de soep
tien minuten doorkoken, voeg er wat
room, zout en'peper bij en u heeft een
heerlijk soepje, waarbij dobbelsteentjes
in boter gebakken brood worden ge
presenteerd. Zoo kunt u zomer-wdrtel-
soep bereiden; neem er wat groote wor
teltjes voor.
Het recept voor een mooien helderen
bouillpn (consommé) is; snijd één kilo
gram runder-soepvleesch; wasch het,
zet het op met ongeveer 2% L. water
en een weinig zout; laat het 15 minuten
flink koken en niet schuimen. Daarna
moet het zeven k acht uur zachtjes
trekken, Zorg er voor, dat het vleesch
voortdurend een beetje kookt, dan trekt
het een beetje uit. Het vleesch behoort
ten slotte zóó zacht te zijn, dat het als
draadjes uit elkander valt. Zeef dan den
bouillon door een linnen, in heet water
uitgespoelden doek.
Dit. is sterke bouillon.
Wilt u hem wat lichter hebben, ver
vang dan een gedeelte van het rund-
vleesch door kalfspoulet.
Voor zieken, zwakken en herstellen
den maakt u een heerlijk, krachtig,
soepje door één soepkip met 750 gram
kalfsschenkelvleesch zonder been fijn te
hakken, goed te wasschen en met het
aanhangende water in "een consommé
pot te doen. Sluit dezen af en kook het
vleesch 18 a 24 uur in een waterbad; tl
moet zorgen dat het water geregeld
kookt en voortdurend wordt bijgevuld.
Giet de consommé vervolgens af en zeef
baar door een helderen, uitgespoelden
doek.
Bezit u geen consommépot of een
anderen hermetisch af te sluiten pot, doe
dan het vleesch in een pan, keer net
deksel om en 'zet hier een steen of een
zwaar gewicht op. Zet deze pan in een
grootere, gevuld met water, en doe ver
der zooals ik hierboven beschreef.
Een lezeres vroeg om het recept van
een bowl. Voor een bowl moeten de
avonden zacht en de vruchten geurig
wezen. Daar ontbreekt in 1926 nog al
wat aan.
Laat een handvol lievevrouwen-
bedstroo op één flesch Rijn- of
Moeselwijn trekken, voeg er 300
a 400 gram suiker aan toe en laat het
zoo een halven dag staan. U kunt ook
Meiwijn nemen, doch dan moet er min
der suiker bij. Na een paar uur kunt u
er de vruchten: aardbeien, frambozen,
stukjes ananas of perzik, schijfjes pi
sang, een beetje cognac, de rest van den
wijn en een paar flesschen spuitwater
bij voegen.
Men rekent met een flinke bowlfuif
een flesch per man en een halve flesch
per vrouw. Het is aan te raden, om een
paar dichte flesschen met wijn bij de
hand te hebben. Ziet u den bodera van
het vat, 'giet er dan fluks nog ken paar
flesschen in leeg.
Bij den bowl worden moscovische ge
bakjes, zwavelstokken of andere, niet
te zware koekjes gepresenteerd.
Tot besluit het recept van een ker
sentaart: verwerk 300 gram bloem, 200
gram boter, 100 gram suiker, 2 eieren
en zout luchtig met een mes tot deeg en
laat dit een half uur rusten. Maak on
derwijl het vulsel door de kersen te
ontpitten en met een beetje water en
suiker het vruchtensap te binden.
Smeer een springvorm met boter in, rol
het deeg uit: snij een cirkel uit van de
zelfde grootte als de bodem van den
vorm, doe deze er in en maak een rand
je met wat water vochtig.
Snij een reep deeg van de hoogte van
den rand van den vorm en bekleed
hiermee den wand geheel; druk het deeg
stevig op het randje van den bod-em
vast. Doe de kersen nu in de taart, leg
bovenop reepjes deeg, alsof zij dooreen
gevlochten zijn; vouw het randje deeg
dat. boven het vulsel uitsteekt netjes om
(overal even breed) en bestrijk het deeg
inet ei. Bak de taart, ongeveer drie
kwartier in een warmen oven met veel
onderhitte. Laat haar goed bekoelen;
giet nu en dan een beetje van het ge
koelde vocht voorzichtig over de taart,
laat het er doorzakken, giet het dan
weer er over, enz.
Is de taart goed bekoeld, dan kunt u
haar losmaken. Ze moet «ven bruin
zien en mooi hard wezen.
1,per stuk.
Kindermaten tot 12 jaar
0,75,
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen onder toezending van het bedrag
besteld worden aan Paper Pattern Ser
vice, Parkstraat 79, Den Maag.
De maten op te geven volgens onder
staande teekening.