Binnenlandsch Nieuws.
Radio-Omroep
VERONICA.
Nadere bijzonderheden over het heengaan van Herriot en de kans van
Siagen van Poincaré. Opnieuw wordt Zuid-Siavië door een wolkbreuk
geteisterd. Spoorwegongeluk in Marokko. In Peterborough (V. S.)
verdrinken elf kampeerende knapen.
Onder de Radio-berichten: Péret tot voorzitter der Fransche Kamer ge
kozen. Het wetsontwerp tot stichting van de Nationale Maatschappij
der Belgische Spoorwegen door den Senaat aangenomen. De uitspraak
van het scheidsgerecht inzake het spoorwegongeluk bij Stargard stelt
zich op het standpunt van den ingenieur der Nederl. Spoorwegen, Maas
Geesteranus.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
Pleidooi voor opheffing
der huurwetten.
De gezondheidstoestand van
HM. de Koningin.
Sluitingsuur te Maastricht.
De tariefverlaging bij de
spoorwegen.
De vragen van Dominê'Lingbeek
Onvoldoende veiligheid?
UIT ONZE WEST.
Allerlei plagen in West'Indië.
UIT ONZE OOST.
Voor de Olympiade.
FEUILLETON.
De kansen van Poincaré.
OFelk een bankroet voor de politieke car
rière van Herriot en welk een revanche voor
Briand, zeiden de afgevaardigden en voegen
de bladen eraan toe Welk een revanche
voor Poincaré en misschien ook voor Mille-
rand
De geheele zaak gaat er thans om, of
Poincaré erin zal slagen de medewerking
te verkrijgen van de radicale partij, zoodat
hij een nieuwe vaste meerderheid kan vor
men in deze Kamer, die in '24 nog meer als
reactie tegen zijn politiek dan tegen die van
Millerand werd gekozen.
De huidige toestand herinnert aan die van
November 1917, toen na den val van het
ministerie-Painlevé, Clemenceau het gezag
in handen nam, die weldra de radicale en
vijandig gezinde Kamer naar zijn hand zette.
Toen was het de oorlogsnoodzaak, die de
poeitie van het ministerie Clemenceau kracht
verleende zal thans de financieele nood
zaak voldoende zijn om Poincaré te doen aan
vaarden door de linkerpartijen? Deze
vraag wordt in alle kringen besproken.
Maar reeds trachten nationalistische, roya
listische en fascistische elementen druk uit
te oefenen op den president van de repu
bliek, den toekomstigen premier en het par
lement door lawaaiige betoogingen.
Reeds gisteren waren in den loop van den
dag enkele betoogingen gehouden bij het
Kamergebouw. De betoogers, die na den
val van Herriot nog luidruchtiger en over
moediger waren geworden, trokken naar
Buitenlandsche Zaken, het Elysée en de
groote boulevards.
Men denkt, dat Poincaré van plan is den
leiders van links voor te stellen een regee
ring te vormen van republikeinsche eenheid
ter redding van den frank en een beroep te
doen op Painlevé, Briand en Bokanowski.
Zelf zou hij Financiën nemen. Men twijfelt
eraan of Painlevé mee zal doen maar Briand
heeft reeds verklaard, dat hij wil samen
werken metiedereen die het land wil
redden.
Teneinde de openbare meening te kaluiee-
ren, vragen vele senatoren aan president
Doumergue om een boodschap aan het par
lement en het land te richten, waarin hij
aanmaant tot eendracht en nationale soli
dariteit.
De val van Herriot voor
zien.
De Fransche bladen zijn erover eens, dat
de val van Herriot voor niemand een verras-
ring was. Zij constateer en, dat het er thans pjn
gaat een regeering van nationale eenheid te
vormen.
Het conflict in het Engel-
sche mijnbedrijf.
Het bestuur van de Britsche Mijnwerken-
Federatie heeft zich voltallig naar de thans
in Parijs gehouden bijeenkomst der Mijn
werkers-Internationale begeven, daar het
gewicht wil bijzetten aan zijn klacht, dat het
niet voldaan is over den aard en het bedrag
van den steun, welken de Britsche mijnar
beiders van de Internationale ontvangen.
Het bestuur is van oordeel, dat het stopzetten
der Britsche mijnen voordeelig is voor de
mijnen op het vasteland, dat de productie
er door stijgt en dat de Duitsche kolen de
Britsche op de markt verdringen.
Vandaar dat Herbert Smith, Cook, Ri
chards en Richardson te Parijs duidelijk wil
len maken, dat de tijd is gekomen voor de
mijnwerkers van het continent om de waarde
van de internationale overeenkomsten te too-
nen door te weigeren de productie van kolen
te verhoogen en den export van Duitsche
kolen naar plaatsen, welke gewoonlijk van
Britsche kolen worden voorzien, te weigeren.
Inmiddels heeft de regeering besloten dat,
indien de staking nog tot eind Augustus voort
duurt, het noodig zal zijn het parlement
bijeen te roepen, ten einde de Emergency
Powers verder te bestendigen. De bepalingen
der Emergency Powers Act zijn steeds voor
een maand geldig en moeten telkens weer
met goedkeuring van het parlement worden
verlengd.
Aanvankelijk meende de regeering, dat
het misschien mogelijk zou zijn om het bui
ten genoemde bepalingen te stellen met het
oog op de voorbeeldige houding van het
land gedurende de staking, doch zij is thans
van gevoelen, dat sommige dier bepalingen
zooals de kolenrantsoeneering en hét ver
bod der lichtreclames, niet kunnen worden
gemist.
Communistische betoo
gingen te Weenen.
Communistische betoogingen te Weenen
ten gunste van emigratie naar Rusland leid
den tot ernstige ordeverstoringen. Eenige
personen werden daarbij gewond, terwijl de
politie ongeveer 30 betoogers arresteerde.
Een nieuwe wolkbreuk in
Zuid-Slavië.
Een nieuwe wolkbreuk heeft het land ge
teisterd. De stad Rugowo bij Ypek is binnen
enkele minuten geheel onder geloopen. Tal
rijke personen werden door de watermassa's
in huizen verrast en konden zich niet meer
redden. Volgens de bladen zijn vele perso
nen gedood. Reeds zijn 40 lijken gevonden.
Een spoorwegongeluk in
Marokko.
Bij een spoorwegongeluk tusschen Mek-
nes Fez werden zeven personen gedood en
20 gewond.
Elf knapen verdronken.
Elf knapen in den ouderdom van zestien
tot twintig jaar, die aan de oevers van het
Balzacmeer te PeterBorough kampeerden,
zijn Woensdag verdronken toen een sloep
gedurende een rukwind omsloeg. Vier jon
gens wisten zich door zwemmen te redden.
Zij klampten zich gedurende 5 uren aan de
boot vast.
De slachtoffers, die allen konden zwem
men, geraakten langzamerhand uitgeput en
verdronken in het woelige water.
EEN DRAMA IN EEN SANATORIUM.
In een sanatorium bij Clermont heeft zich
een vreemd drama afgespeeld. Een der ver
pleegden, een zekere Jules Martin, wilde, zoo
luiden de berichten, in een koortsaanval de
inrichting verlaten, hetgeen het personeel
trachtte te beletten. Toen een verpleger Mar
tin trachtte te kalmeeren en hem een in
jectie gaf, trok de zieke plotseling een ver
borgen gehouden revolver en verwondde
den man ernstig.
De moordenaar is daarop naar het zieken
huis van Beauvais getransporteerd, waar hij
onder speciale bewaking is gesteld.
DEN MOORDENAAR OP HET SPOOR?
Als resultaat van de Woensdag vermelde
conferentie tusschen de politie autoriteiten
te Maagdenburg onder leiding van de „Ober-
prasident" Hörsing, wordt gemeld, dat de
rechter van instructie zijn verzet tegen de
medewerking van de Berlijnsche recherche
heeft opgegeven. Commissaris Busdorf zal
voortaan tezamen met den Maagdenburg-
achen commissaris van politie de zaken
leiden.
De Verdediger van Rudolf Haas moet het
tpoor van den werkelijken moordenaar ge
vonden hebben deze moordenaar zou dan
de dubbelganger zijn van wien de vermeende
moordenaar Schröder bij de conferentie met
Haas gesproken heeft. De advocaat hoopt
den man spoedig in handen van de politie
te kunnen leveren.
ALCHIMISTEN OF OPLICHTERS.
-Te Münchpn hebben gisteren twee Ber
lijnsche kooplieden terecht gestaan, Hans
Unruh en Reinhold Krusenbaum, die heb
ben voorgegeven goud uit zout te kunnen
winnen en met hun oplichterijen ongeveer
100.000 M. hebben weten te verkrijgen.
Krusenbaum was de helper van Unruh,
die de eigenlijke truc toepaste. Deze bestond
hierin, dat hij in een lichtlijn tusschen twee
electrische lampen zout strooide, terwijl hij
beweerde op die wijze binnen enkele uren
goudkorrels te kunnen verkrijgen. Aan het
slot van zijn voorstelling strooide hij wat
asch over het zout. De noodige z.g. goud
korrels strooide Unruh echter ongemerkt
onder het zout. Velen hebben zich laten
bedotten zoo heeft o.a. een Berlijnsch koop
man in April 53.000 M. beschikbaar gesteld
voor de „proefnemingen", twee andere
Berlijners gaven 1500 en 11.000 M., een Ber
lijnsch architect 2000 M. Een ander slacht
offer kreeg in ruil voor een storting van
10.000 M. een aanstelling bij de onder
neming tegen een maandsalaris van 600 M.
Den vorigen zomer leerde Unruh in Mün-
chen een koopman en een ingenieur kennen,
die zich voor de „uitvinding" interesseerden.
Unruh wist het zoover te brengen, dat hij met
eenige andere belanghebbenden verleden jaar
Augustus in Stuttgart een studiegenootschap
oprichtte. Unruh kreeg daarvoor o.a. 27.000
M. tot zijn beschikking, terwijl hem groo-
tere sommen waren toegezegd na geslaagd
onderzoek. Dit onderzoek trachtte Unruh
steeds uit te stellen, maar In Oct. kwam het
er eindelijk toe. Met voor hem slechte ge
volgen.
Unruh heeft in hoofdzaak zijn oplichting
bekend.
BEZOEK VAN KARDINAAL CASA
NOVA AA* DE „NATIONAL CATHO
LIC WELFARE CONFERENCE" TE
WASHINGTON. VERDIENSTEN
VAN Z. E. VOOR DE KATHOLIEKE
PERS. MEENING OMTRENT DE
VRUCHTEN VAN HET EUCHARIS
TISCHE CONGRES.
Na afloop van het Eucharistische Congres
te Chicago bracht Kardinaal Reig Casanova,
Primaat van Spanje, die voor koning Alfons
de groeten overbracht aan den president der
Vereenigde Staten te Washington, bij die
gelegenheid een bezoek aan het instituut
tot behartiging der belangen der Katholieken
in Amerika.
De Kardinaal bezocht alle afdeelingen dier
inrichting, doch toonde eene bizondere be
langstelling voor de afdeeling Roomsche pers.
Volgens Rev. Manuel Grana, de corres
pondent der N. O. W. O. te Madrid, die Z.
E. begeleidde, was de Kardinaal zestien jaar
geleden begonnen met eene groote propa-
ganda-actie voor de Katholieke pers in Span
je, en had hij sindsdien op dat gebied reeds
veel tot stand gebracht.
Twee jaar geleden werd op zijn initiatief
en onder zijne leiding te Tolede een groot
en welgeslaagd pers-congres gehouden, en
thans was Z. E. nog bezig met andere plan
nen tot verbetering der Katholieke pers in
zijn land.
De Kardinaal verklaarde voorts goed in
gelicht te zijn omtrent den persdienst der
N. G. W. O. en zijn doel en activiteit te be
wonderen.
Voor zijn vertrek uitte de Kardinaal zich
nog met grooten lof over het Eucharistische
Congres. Den indruk, dien Amerika tot nu
toe op de Europeanen maakte, heeft het hier
door gewijzigd en wel in zijn eigen voordeel.
De Europeanen plachten Amerika te bewon
deren om zijne materieele grootheid, doch
men was in de veronderstelling, dat deze
materieele vooruitgang in den Americaan
allen zin voor het geestelijke verdrongen had.
De Kardinaal verklaarde thans doorAmerika's
geestelijke grootheid te zijn getroffen ge
weest hij had altijd gedacht, dat iets derge
lijks in Amerika tot het onmogelijke behoor
de, omdat men er volgens zijne meening te
materialistisch was. Nu had hij er zich echter
van overtuigd, dat het geestelijke leven in
Amerika eenen even rijken bloei vertoonde
als het materiale. Europa diene zijne mee
ning omtrent Amerika te veranderen. Hier
aan had volgens Z. E. het Eucharistische con
gres veel bijgedragen. Nog vele anderen van
over den Oceaan hadden denzelfden indruk
gekregen en ook zij zouden thuis hunne
meening hierover bekend maken, zoodat
men voortaan in Europa anders zal oordee-
len over de Vereenigde Staten.
Ten slotte sprak de Kardinaal nog over
den toestand in Mexico. Z. E. had in vereeni-
ging met het geheele Spaansche Episkopaat
een schrijven gericht aan de Mexicaansche
Katholieken, om hen te troosten, en hunnen
geloovigen gebeden voorgeschreven tot leni
ging van den nood hunner vervolgde broe
ders ia Mexico. Te Chicago had Z. H. den
Mexicanen beloofd, dat hij al het mogelijke
doen zou om hen te helpen.
Een bizonder woord van dank richtte de
Kardinaal aan Mgr. Curloy, aartsbisschop
van Baltimore, voor diens moedig optreden
ten gunste der verdrukte Katholieken van
Mexico.
DE STRIJD TEGEN DE GODSLASTE
RING IN ITALIë.
De liberale wetgeving van Italië had des
tijds de Godslastering niet otjder de straf
bare handelingen gerangschikt. Het nieuwe
strafwetboek, dat thans in voorbereiding ge
nomen is, zal hierin echter andere maatrege
len treffen. Intusschen verschijnen er reeds
oproepingen en aankondigingen, deels van
de maatschappelijke organisaties, deels van
de zijde der Gemeentelijke autoriteiten,
waarin het vloeken en de godslastering als
tegen de goede zeden en het burgerlijk fat
soen gebrandmerkt wordt en welker uit
roeiing geischt wordt. Zoo heeft de burge-
'meester der Stad Genua dezer dagen de vol
gende verordening door aanplakken laten
bekend maken
„De godslastering en het vloeken moeten
wij uit onze stad verbannen, niet slechts wijl
ze de religieuse gevoelens van het overwe
gend meerendeel der Italiaansche bevolking
tegenstaan, maar ook omdat ze een schande
en een hinderpaal zijn voor de volksontwik
keling en voor een hooge levensopvatting.
Daar echter de zedelijke overtuiging der
goeden niet voldoet, moet het behoorlijke
publiek een middel bij de hand hebben om
ook hen tot betrachting der goede zeden te
dwingen, die niet uit zichzelf daaraan den
ken, teneinde alzoo te verhoeden dat Gods
lasteringen en soortgelijke woorden -of ge
sprekken ongestraft in het openbaar worden
uitgesproken of verkondigd.
Tegen de Godslastering en tegen het vloe
ken zal van heden af aan door de stedelijke
politie opgetreden worden, zooals dit ge
schiedt in den zin der wetsparagraphen over
de openlijke ergernis en over de ordeversto
ring.
Heb het uitstekendste aas te bieden, dat
iemand wenschen kan, boe zal de wereld
het weten, indien gij niet adverteert.
JOHN, P. ROCKEFELLER.
Verschenen is thans het jaarverslag van
den hoofdinspecteur voor de volkshuisves
ting over 1925. De hoodinspecteur deelt hier"
in o a. mede dat gedurende het verslagjaar
meer woning enwerden gebouwd dan ooit te
voren, nJ. 47.919 tegen 45.868 in 1924, ter
wijl er op 31 December nog 28.299 in aan
bouw waren (29.622 in 1924).
Omtrent de Huurwetten merkt de hoofd
inspecteur het volgende op:
„Reeds herhaalde malen had ik omtrent
opheffing der Huurwetten geadviseerd, Ik
heb steeds de aandacht gevestigd op het
feit, dat de omstandigheden, die het be
staan van Huurwetten noodzakelijk maken,
thans niet meer aanwezig zijn. Deze •om
standigheden, toch bestonden niet in een te
kort aan woningen dit toch is een pe
riodiek terugkeerend verschijnsel doch in
het feit, dat ten gevolge van het groote
risico, aan den bouw van woningen verbon
den, in het tekort niet kon worden voor
zien. Deze omstandigheden behooren thans
tot het verleden. De bouwkosten zijn sinds
1923 stabiel, en voor valide arbeiders kan
allerwegen zonder bijdragen uit 's rijks kas
gebouwd worden.
Natuurlijk moest de mogelijkheid onder de
oogen worden gezien, dat het tekort zoo
groot zou künnen zijn, dat slechts een lange
periode van groote bouwbedrijvigheid toe
reikend zou kunnen zijn om het tekort in
te halen. Ook dit was niet het geval. In de
kogpkrachtige vraag naar woningen was,
globaal gesproken, in verreweg de meeste
gemeenten voorzien. De verdere productie
dient voornamelijk tot voorziening in de
toenemende behoefte en voor het vormen
van een reserve.
De nog aanwezige samenwoningen zullen
in de meeste gemeenten ook door verdere
vergrooting van den woningvoorraad niet
worden opgeheven, hetgeen o. m. hieruit
blijkt, dat to vele gemeenten reeds een aan
merkelijk aantal woningen leegstaat.
Het is een feit, dat de voorraad van de
allergoedkoopste woningen beperkt is, maar
daaraan kan het voortbestaan der Huur
wetten niets veranderen. Ook vóór de cri
sisjaren was het aantal woningen in huur
prijzen van 1 tot 1.50 kleiner dan de
vraag, omdat woningen van dien prijs niet
gebouwd konden worden, evenmin als thans
in de grootere gemeenten woningen van 2
tot 3 kunnen worden gebouwd.
Nochtans is mij nimmer iets gebleken van
onredelijke huurverhooging van dergelijke
woningen. Evenmin zal daarvoor thans ge
vaar bestaan, om de eenvoudige reden dat
de bewoners dezer woningen niet meer kun"
nen betalen. De economische mogelijkheid
stelt aan de huurverhooging een grens.
Zou men de Huurwetten willen handhaven,
totdat in alle huurgroepen een overschot
aan woningen aanwezig is, dan zou zulks
beteekenen, dat van deze wetten eeq per
manent instituut wordt gemaakt
In het belang van de woningvoorziening
is het gewenscht, dat zij ten spoedigste
verdwijnen.''
Prol. Otio Naegeli uit Zttrich in consult
Donderdagmorgen luidden, naar uit Ge-
nève gemeld wordt, de berichten omtrent
dep gezondheidstoestand van H.M. de Ko
ningin bevredigend. Tot dusver was door
H. M. geen medisch advies ingewonnen.
Woensdag is evenwel prof. Otto Naegeli,
hoogleeraaf aan de medische faculteit van
de universiteit te Zurich en directeur van de
niedische kliniek van het kantonale zieken
huis aldaar, naar Sankt Beatenberg ontbo
den. Momenteel is nog niet te zeggen, wan
neer de Koningin haar terugreis zal aanvaar
den. Wel staat vast, dat H.M. nóg minstens
tot aanstaanden Maandag te Sankt Beaten
berg zal blijven. De Koningin heeft ook gis
teren haar appartementen niet verlaten.
Naar aanleiding van het feit, dat in een
bovenlokaal van een café aan het Vrijthof te
Maastricht een cabaretvereeniging was ge
vestigd, die voor haar leden uitvoeringen gat
in besloten gezelschap, ook nog na het slui
tingsuur, was door de politie proces-verbaal
opgemaakt. De kantonrechter sprak de be
klaagden echter vrij, op grond dat die ver-
eeniging een sociëteit vormt. B. en W. had
den nu voorgesteld, om de verordening te
wijzigen |n dier voege, dat zich na het slui
tingsuur Hi de café's én herbergen en aan-
horige lokalen geen personen mogen bevin
den, die niet tot het gezin van den caféhou
der of herbergier behooren.
Mr. Vrijens achtte in de Woensdag gehou
den raadsvergadering hierdoor de vrijheid te
veel aan banden gelegd.
Na eenige discussie werd het voorstel van
B. en W. echter met 18 tegen 8 stemmen
verworpen.
De Utrechtsche Kamer van Koophandel
en Fabrieken heeft besloten een brief te
richten tot den Minister van Waterstaat,
waarin wordt betoogd, dat de tariefverla
ging der Nederlandsche Spoorwegen niet
aan de gestelde verwachtingen voldoet. De
geringe verlaging acht men van koopmans
standpunt bezien, niet juist. Bij vergelijking
van het thans geidende en het nieuwe tarief
valt te verwachten, dat de Nederlandsche
Spoorwegen van de verlaging niet veel pro
fijt zullen trekken en als resultaat geboekt
zal worden: „evengroot personenvervoer
doch minder opbrengst." In de meefete ge
vallen zal het verlaagde tarief der Neder
landsche Spoorwegen niet de minste kans
bieden om aan de concurrentie van de auto
busdiensten het hoofd te bieden. De brief
gewaagt verder van de eigenaardige beper
king van het buurtverkeer en het verkrijgen
van ééndaagsche retours.
Het antwoord van de Ministers van
Financiën en Onderwijs, K. en W.
Op de vragen van den heer Lingbeek be
treffende het verstrekken eener opgave van
het aantal der tot den geestelijken stand
behoorende mannelijke en vrouwelijke leer
krachten (kloosterlingen) ten aanzien van
welke uitkeeringen uit 's Rijks kas werden
ontvangen, verbonden aan R.K. scholen
voor lager, middelbaar, hooger en ander
onderwijs op 1 Januari 1926; de bedragen
waarop de voor 1926 gemelde Rijksuitkee-
ringen aan de betrokkei» schoolbesturen
ter zake van salarissen dér bedoelde kloos
terlingen worden geraamd, en het bedrag
waarop de belastingadministratie het ge
not van kost en inwoning van kloosterlingen
voor den aanslag in de Rijksipkomstenbe-
lasting schat, hebben de heeren Waszink en
De Qeer, ministers van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen en van Financiën, het
volgende geantwoord:
Het departement van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen vergoedt naar de gel
dende onderwijswetten aan de schoolbestu
ren zekere bedragen der tegemoetkoming in
de kosten van het van hunnentwege ver
strekte onderwijs. Het staat echter niet in
rechtstreeksche verhouding tot de personen
zelf, die aan de bijzondere scholen het on
derwijs geven, en het beschikt dan ook niet
over officieele gegevens betreffende het
aantal der tot den geestelijken stand be
hoorende mannelijke en vrouwelijke leer
krachten (priesters en kloosterlingen). Een
maatstaf om dit aantal te schatten ont
breek eveneens.
Het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs
en Opvoeding te 's-Gravenhage beschikt
ten aanzien van dit punt wel over de noo
dige statistische gegevens. Uit die door het
bureau welwillend verstrekte gegevens put
tende, kunnen de ondergeteekenden het
volgende mededeelen:
Op 1 Januari 1926 waren bij het lager
onderwijs werkzaam 3440 religieuzen (kloos
terlingen). Het door het Rijk wegens sala
rissen van deze personen te vergoeden be
drag valt te ramen op 7 millioen gulden.
Op 1 Januari 1926 bedroeg het getal
priesters en kloosterlingen bij het middel
baar onderwijs (gymnasiaal en handelson
derwijs inbegrepen) 198. Om te kunnen na
gaan welk bedrag te hunnen behoeve uit
de staatskas over 1926 zal worden uitge
keerd, zou men moeten weten, welk sala
ris ieder hunner zal ontvangen. Dit is ech
ter niet bekend. Ook het getal hunner les
uren moet worden geraamd. Aannemende,
dat zij, dooreengenomen, hetzelfde getal
lessen geven als aan de overige docenten
gemiddeld is opgedragen, en de subsidieën
over 1924 als maatstaf nemende (de sub
sidieën over 1925 zijn nog niet becijferd),
raamt de eerstondergeteekende bedoeld
bedrag globaal op 380.000.
Het aantal priesters en religieuzen, dat
op 1 Januari 1926 verbonden was aan nij
verheidsdag- en avondscholen, zoomede
het bedrag hunner salarissen, is nog niet
bekend. Op 1 Januari 1925 waren aan deze
scholen verbonden pl.m. 300 priesters en
religieuzen. In hun salarissen wordt door
het Rijk in den vorm van subsidie naar
ruwe schatting voor pl.m, 200.000 bijge
dragen.
Bij het Roomsch-Katholiek Universitair
onderwijs eindelijk waren op 1 Januari 1926
16 priesters en religieuzen werkzaam. In de
kosten van hun salieering droeg het Rijk,
dat slechts een kleine toegemoetkoming in
de kosten der gebouwen geeft, niet bij.
Naar de leer van den Hoogen Raad, neer
gelegd in zijn arrest van 22 Februari 1917
Beslissingen in Belastingzaken no. 1665)
wordt de waarde van hetgeen als opbrengst
in nature wordt genoten, bepaald door het
bedrag der uitgaven, die de genieter zich
daardoor bespaart, met dien verstande, dat
nimmer aan die voordeelen een hoogere
geldelijke waarde kan worden toegekend,
dan zij in zich zelf hebben. Aangezien dus
de geldswaarde van het genot van kost en
inwoning van kloosterlingen moet worden
bepaald naar de bijzondere omstandigheden
van eiken genieter, is niet in het algemeen
te zeggen, op welk bedrag de belastingad
ministratie dat genot schat,
t
Het Kamerlid de heer Bulten heelt aan
den minister van Waterstaat de volgende
vragen gesteld:
1 Is de minister bereid mede te deelen,
of het juist is, dat bij de Nederlandsche
Spoorwegen, langs de lijnen ongeschoolde
en op de veiligheid niet geïnstrueerde losse
arbeiders te werk mogen worden gesteld,
indien daarbij slechts minstens één ge
schoolde vaste spoorwegarbeider tegen
woordig is, die verantwoordelijk is voor de
veiligheid, maar, bovendien voor den te ver
richten arbeid en hieraan moet mede-ar
beiden, terwijl daarentegen aan een aan
nemer van werken langs de lijn de eisch
gesteld wordt dat hij die werken door zijn
werklieden alleen dan mag laten uitvoeren,
als daarbij tegenwoordig is een geschoold en
op de veiligheid geïnstrueerd vast spoor
wegarbeider, die uitsluitend belast is met
de zorg voor de Veiligheid en niet mag
mede-arbeiden aan het te verrichten werk.
2. Zoo ja en indien de juistheid van het
gevraagde onder 1 bevestigd moet worden,
wil de minister dan bevorderen, dat ook
voor door de Nederlandsche Spoorwegen
zelf te werk gestelde arbeiders betere.waar
borg voor de veiligheid gegeven wordt, op-
dat bi] een geval als voorkwam op 6 Juli
1926, op een gevaarlijk punt der lijn, aan
het station Piet-Gijzenbrüg en 'waarbij op
ZATERDAG 24 JULI,
HILVERSUM 150 M. 12 uur
litieber. 5.307.45 uur Vooravond
concert door het H, D. O.-orkest. C. J. v.
Tilburg, tenor 7.45 en 10 uur Persbcr
8.10 uur V. A. R. A.-omroep. Hel
dubbelmannenkwartet „Jos. M. Orelio", o.
1. v. den heer Gerard Leenders. De heer
Gerard Leenders, operazanger. Mej. Roscy
Pool, declamatie. Spreker: De heer G. cie
Boer van Zaandam, over: Socialisme en
Theosophie. la. Rossignol, Gretry, b. Zo
meravond, Olman. c. Beati Murtin, Men-
delssohn-Bartholdy, kwartet. 2a. Maats,
,Vos. b. Meilied, Tingers. c. Vrijheid, Tin-
gers, d. Slagveld, v. Collem, declamatie.
3a. Aria u, d. opera Robert de duiveL
Meyerbeer, b. Aria u. d. opera De Huge
noten. Meyerbeer, bas. 4. Toespraak door
den heer G. de Boer. 5a. Der Tod, Gret-
chaninow. b. Die Gefangenen, Gretchinow.
c, Mensch durf te leven, Witte. 6a. Pietje
op de Peereboom, Guido Gezelle. b. 't
Versken, Timmermans, c. Van 'n meetje
van den Brakel, Streuvels, declamatie. 7a.
Abendstandchen, Siebold. b. Ouderhuis,
Koelse. c; Apotheker, kwartet. 11.3012
uur Aansluiting van het Theater
Tuschinsky te Amsterdam. Dansmuziek.
DAVENTRY 1600 M. 4.20 uur Or
gelconcert door Mr. Thalben-Ball 4.50
uur Concert. Populair orkestprogram.
M. Philips, contra alt. G. Bailey, bariton
Orkest. 6.20 uur Causerie 6.35 uur
Kinderuurtje 7.20 uur Tijdsein Big
Ben, weerber., nieuws. Lezing: St. James
of Santiago 7.45 uur Pianocomposi
ties van Bach 8 uur Muziek 8 20
uur „No-option" radiorevue. Ork t,
koor en solisten. 9.20 uur Muziek
door de Callendar's band en C. Hill, so
praan 9.50 uur Weerber., nieuws
10.25 uur De Callendar's band 10.50—
12.20 uur Dansmuziek van het Savoy-
hotel.
PARIJS „Radio-Paris" 1750 M. 12.50
uur Concert Lucien Prais (piano, viool,
cello) 5.05 uur Orkest Malsang
8.50 uur Galaconcert met medew. van
orkest en Parijzer instrum. en voc. solisten.
KONÏGSWUSTERHAUSEN 1300 M.
8.50 uur „lm Zoologischen Harten",'
radio-comedie 10.5012.20 uur Dans
muziek-
BRUSSEL 486 M. en ANTWERPEN
265 M. 5.20 uur Concert. Mile. Bra
bant, sopraan 8.20 uur Fragmenten
van „Moubin des amours" 8.50 uur
Causerie 9.05 uur Orkestconcert
9.5010.20 uur Fragmenten van „Deux
coqs vivaient en paix",
MUNSTER 410 M. 1.35—2.50 uur -
Orkestconcert - 4.05 uur „Die Nibe-
lungen" 6.05 uur Esperantoles
6.50 uur Radiopraatje 7.208 uur
Engelsche les -8.20 uur Lezing: Land-
schaftsphotographie 8.50 uur Gedich
ten van Joh. Schlaf 9.05 uur Concert
door het muziekkorps 10.05 uur
Bonte avond. Vroolijke muziek en zang.
dien datum, 's namiddags omstreeks 2 uur,
een vast spoorwegarbeider met een los
werkman, op dien dag voor het eerst, en
met drie losse werklieden, nog slechts en
kele weken in dienst, werkzaam waren er
die verantwoordelijke vaste spoorwegarbei
der door een losse machine, waarvan de
komst van station tot station telegrafisch
doorgegeven werd, maar niet aan de ar
beiders bekend was, werd aangereden, met
onmiddellijk doodelijfken afloop, terwijl de
man bezig was te constateeren of het werk
aan een rail goed was uitgevoerd en bij
welk geval de vier losse arbeiders temait-
wernood aan den dood kondén ontsnappen,
niet het vermoeden behoeft te rijzen, dat
een tekort aan maatregelen voor de veilig
heid de oorzaak is?
Wie mocht meenen, schrijft „Onze West'
dat een fel aanhoudende droogte de sterfte
bevordert van allerlei ongedierte, zal nu wel
genezen zijn. De muskietenplaag schijnt nu
iets af ie nemen. De rupsen, die ook sche
nen te verminderen, zijn de laatste week
met vernieuwde woede teruggekomen en
tasten rijst, koorn, cassave en andere veld
vruchten aan. De heer Waller wees er
Woensdag in de Koloniale Staten op, dat
ook derattenplaag op een ongekende wijze
heerscht op de plantages, zóó zelfs, dat hij
het gouvernement in overweging gaf om te
legrafisch te vragen om toezending van zeker
serum, dat een pest-epidemie onder die on-
genoode gasten kan te weeg brengen. Tot
een der hedendaagsche plagen behooren
verder de.... boschduiven, die in zwermen
op de rijstakkers nederdalen om het uitge-
plante zaad op te pikken.
Een planter van den rechterover der
Commewijn deelt mede, dat de nieuwste
plaag is een ernstige vreterij aan jonge kof-
fieplanten. Deze worden doorgeknaagd op
een 'hoogte van ongeveer een voet, zoodat
het boompje verloren is. Reeds duigenden
joqge koffieboompjes moesten op die wijze
verwoest zijn. Men vermoedt, dat de vre
terij geschiedt door ratten. Het eenige wat
men er tot dusver tegen wist te bedenken,
was het plaatsen van jonge, gladde bambo-e
kokertjes rondom de stammen, waardoor de
ratten verhinderd Werdert de plant te berei
ken.
Totaal uit Indië twee-en-een-halve ton.
De Javasche Bank heeft thans, naar Aneta
uit Batavia verneemt, naar Nederland een
bedrag van 201,000 gezonden, zijnde de
opbrengst van de loterij, ten behoeve van de
Olympiade-1928 in Indië gehouden.
Hierdoor heeft Indië totaal 250.000 bij
eengebracht, terwijl indertijd slechts
1150.000 was gegarandeerd
32
Dat weet ik niet! Mijn meester had
w«l is waar geen geheimen voor dezen man.
maar ik twijfel toch dat hij hem dit geheim
had medegedeeld. Maar wij zullen zien.
Hij drukte op een veer; een kleine deur
gjng geruischloos open, dat ook een scherp
ook niet bemerkt zou hebben, dank zij hei
kunstige, fijne werk.
Neen, hij kende het niet, riep de oude
man verheugd uit, hij zou deze papieren er
uit gehaald hebben om ze te onderzoeken.
Hij legde een hoop acten, brieven en an
dere papieren op tafel cn het eerste stuk
dat in de handen van Willem viel, was een
verzegelde brief met het opschrift: „Toe
voegsel tot mijn testament.
Ik had dus gelijk, zeide Jacob en in
zijn trouwe ooge* blonk enorme vreugoe.
Ik kon mij niet denken, dat alle mijne
woorden en smeekingen tevergeefsch zijn.
Maar mogen wij het zegel verbre
ken? vroeg Veronica,
Neen, antwoordde Willem, alleen de
notaris mag dit document openen.
Maar wij mogen niet zeggen, dat vlj
het gevonden hebben, wierp Jacob tegen.
Daardoor zouden wij ons zelf van inbraak
beschuldigen.
Jacof heeft gelijk, hernam de jonge
man, wij moeten het document weer op de
plaats leggen, waar wij het gevonden heb
ben, het bureau sluiten en aan het toeval
overlaten of dit codicil gevonden en aan
den notaris wordt ter hand gesteld.
Nooit! riep Jacob uit. Als wij dit doen,
zullen wij het stuk nooit terugzien.
Men zou van de justitie kunnen ver
langen, dat de nagelaten papieren van den
overledene nauwkeurig worden onderzocht,
zeide Veronica; daarmee gaan echter ver
scheidene dagen verloren en morgen moe
ten wij hier weg. Wat zal geschieden als
de erfgenaam dit codicil vindt.
Mevrouw, wij moeten dit stuk niet aan
de mogelijkheid blootstellen, viel Willem
haar in de rede. Ik wil het wagen, op ge
vaar af van inbraak beschuldigd te worden.
Alsof hij een plotseling besluit wilde uit
voeren, verbrak hij den zegel en vouwde
nu het stuk open.
„Aan het einde van mijn leven ge
komen, werp ik nog eens een blik in het
verleden terug, las hij, en er komen beel
den voor mijn geest, die ik lang waande
vergeten te hebben. Mijn lief zoet kind,
hoe gelukkig maakte mij je liefde! Je
waart mijn goede engel, dien God mij
liet, toea Hij mij mijne trouwe gade ont
namo, had ik dat steeds erkend en
bedacht!
„Wat was het toch, dat zich tusschen
ons plaatste en ons scheidde? Jacob
heeft gelijk, het was de booze geest
mijns levens en ik luisterde gewillig naar
hem! Ik doorschouw, dat donkere weef
seh ik volg alle dradeno, hij heeft
het meesterlijk verstaan, mij in zijn net
ten te vangen, zoodat ik er niet aan kon
ontkomen. Hij komt morgen terug, mor-
gen en eiken dag, tot mijne moede oogen
zich voor altijd sluiten, hij zal komen
en ik zal het niet durven wagen hem aan
te klagen.
„Misschien leest hij'in mijne oogen, dat
mijn berouw thans het vertrouwen in hem
schokt, dat mij tot nog toe aan hem bond,
misschien zoekt hij zich dan door andere
middelen het loon voor zijne moeite te
verzekeren.
„O mocht je toch terugkeeren, mijn
innig geliefd kind! Als ik door je armen
omstrengeld aan je trouw hart lag, dan
zou ik Hen moed en de kracht vinden om
deze banden te verbreken en hem de
stukken voor de voeten te wfrpen. Ik
zou hem zeggen, dat hij een tiran is, een
booze geest, die het op mijn fortuin ge
munt heeft.
„Zal de goede God mijne bede verhoo-
ren? Ik weet wel, dat ik zwaar gezondigd
heb tegen hem en tegen jou, maar heb ik
niet zwaar, onuitsprekelijk zwaar geboet?
Is mijn hart in deze vijf jaren van onze
scheiding niet gefolterd en gemarteld? O,
Veronica, ik ben boos op je geweest, boos
op jou en op mij, maar nooit kwam een
woord van vervloeking over mijne lippen.
„Nooit! Wat anderen je ook mogen zeg
gen, hier schrijf ik het nogmaals met beven
de hand neer: Nooit! Hoe had ook mijn
hart de liefde tot jou, mijn bemind kind, zoo
gansch kunnen verloochenen?
„Vergeef mij, Veronica, ve'rgeef den ouden
zwakken man, dat hij zich door een duivel
liet lelden en zijn goeden engel verstiet.
„Pas na mijn dood zullen deze regels in
je handen komen, vergeef dan den doode.
wat de levende misdaan heeft.
O, mocht je vroeger terugkeeren, mocht
je hand mij de oogen sluiten, mocht ik in
je armen sterven.
„Ik geloof, dat het niet zal zijn ik zal ie
dus niet weerzien, maar ik laat je mijn ze
gen achter als ik van deze aarde heenga,
„Mijn kind, de- zegen van je vader geleide
je op al je wegen, wees gelukkig! Vergeet
het heuveltje niet, waaronder je ouders rus
ten, zij hebben je beide tot hun laatsten
ademtocht lief gehad.
„Indien na mijn dood mijn eerste testa
ment nog gevonden wordt, dan herroep ik
in dit codicil al de bepalingen daarin ver-
vat.
„Ik heb dat testament onder den invloed
van dien duivel moeten maken, ik kon en
durfde niet beschikken, zooals ik wilde.
„Hierbij bepaal ik, dat mijne algeheele
nalatenschap voor mijne eenige dochter
Veronica is, en ik herroep alle vroeger door
mij getroffen beschikkingen.
„Voor zoover ik weet, woont zij te Lon
den als echtgenoote van een muzfekloo—
Bertels; mijn bediende Jacob zal het beste
inlichtingen daaromtrent kunnen geven.
„Veronica zal uit mijne nalatenschap twee
legaten uitbetalen en wel: Twee duizend
gulden aan mijn ouden trouwen Jacob en
duizend gulden aan mijne huishoudster Mar-
gareta Vissers, beide legaten in geld. Bo
vendien wensch ik, dat zij deze twee in
haren dienst behoudt of op voldoende wijze
voor hen zorgt.
„Ik weet mijn kind, dat je dit doen zult
en dat het niet noodig is, je dit nadrukke
lijk te vragen, maar toch beveel ik je het
welzijn van deze twee trouwe zielen bij
zonder aan,
„En nu, mijn kind, neem ik afscheid van
je; de Heer, onze God moge met je zijn en
je altijd beschermen.
Willem liet het document zakken, zijne
oogen waren vochtig geworden, hij keek
naar Veronica, die in den hoek van den
divan zat en zachtjes snikte.
Ook de oude Jacob stond daar als een
-standbeeld, de handen op de borst gekruist,
een traan rolde over zijn bleeke wangen.
Die goede lieve heer zeide de oude
man zacht. Had hij nog maar. een enkelen
dag geleefd!
Willem kromp van schrik ineen, hij streek
met de hand over de oogen, hij werd weer
ernstig en op zijn gelaat kwam een harde
trek.
Doctor, wanneer heeft mijn vader dat
geschreven? vroeg Veronica en hare stem
In den nacht voor zijn dood.
Dat was de nacht na den dood van den
kater, zeide Jacob. Mijne smeekingen en
mijne gezegden hebben dan toch indruk op
hem gemaakt, maar hij wilde mij dat niet
bekennen hij was bang voor den man die
den volgenden dag weer zijn heelen invloed
op hem uitoefende,
Willem knikte bevestigend, de duistere
plooien op zijn voorhoofd bewezen dat
geen aangename gedachten hem bezig-hiel
den.
Ik herinner mij een plaats in dit stuk,
dat mij niet duidelijk is, zeide Veronica. Hij
beweert, dat nooit een enkel woord van
vervloeking over zijn lippen gekomen is,
maar hij heeft mij destijds toch dien brief
geschreven, ik geloof, dat U hem qog heeft.
Willem nam een brief uit zijn zak, vouwde
hem open, legde hem naast het codicil en
vergeleek de beide handschriften.
r- Misschien had hij het reeds vergeten,
antwoordde hij.
Maar hij zegt dat zoo absoluut zeker...
Denk er maar niet over na, mevrouw;
het is beter als u het geheele verleden ver-
geet.
De jonge man stond op, hij legde de han
den op den rug en wandelde op en af.
"Wordt vervolgd.)