Binnenlandsch Nieuws. Radio-Omroep VERONICA. Nadere bijzonderheden over het heengaan van Herriot en de kans van Siagen van Poincaré. Opnieuw wordt Zuid-Siavië door een wolkbreuk geteisterd. Spoorwegongeluk in Marokko. In Peterborough (V. S.) verdrinken elf kampeerende knapen. Onder de Radio-berichten: Péret tot voorzitter der Fransche Kamer ge kozen. Het wetsontwerp tot stichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen door den Senaat aangenomen. De uitspraak van het scheidsgerecht inzake het spoorwegongeluk bij Stargard stelt zich op het standpunt van den ingenieur der Nederl. Spoorwegen, Maas Geesteranus. GEM. BUITENL. BERICHTEN. Pleidooi voor opheffing der huurwetten. De gezondheidstoestand van HM. de Koningin. Sluitingsuur te Maastricht. De tariefverlaging bij de spoorwegen. De vragen van Dominê'Lingbeek Onvoldoende veiligheid? UIT ONZE WEST. Allerlei plagen in West'Indië. UIT ONZE OOST. Voor de Olympiade. FEUILLETON. De kansen van Poincaré. OFelk een bankroet voor de politieke car rière van Herriot en welk een revanche voor Briand, zeiden de afgevaardigden en voegen de bladen eraan toe Welk een revanche voor Poincaré en misschien ook voor Mille- rand De geheele zaak gaat er thans om, of Poincaré erin zal slagen de medewerking te verkrijgen van de radicale partij, zoodat hij een nieuwe vaste meerderheid kan vor men in deze Kamer, die in '24 nog meer als reactie tegen zijn politiek dan tegen die van Millerand werd gekozen. De huidige toestand herinnert aan die van November 1917, toen na den val van het ministerie-Painlevé, Clemenceau het gezag in handen nam, die weldra de radicale en vijandig gezinde Kamer naar zijn hand zette. Toen was het de oorlogsnoodzaak, die de poeitie van het ministerie Clemenceau kracht verleende zal thans de financieele nood zaak voldoende zijn om Poincaré te doen aan vaarden door de linkerpartijen? Deze vraag wordt in alle kringen besproken. Maar reeds trachten nationalistische, roya listische en fascistische elementen druk uit te oefenen op den president van de repu bliek, den toekomstigen premier en het par lement door lawaaiige betoogingen. Reeds gisteren waren in den loop van den dag enkele betoogingen gehouden bij het Kamergebouw. De betoogers, die na den val van Herriot nog luidruchtiger en over moediger waren geworden, trokken naar Buitenlandsche Zaken, het Elysée en de groote boulevards. Men denkt, dat Poincaré van plan is den leiders van links voor te stellen een regee ring te vormen van republikeinsche eenheid ter redding van den frank en een beroep te doen op Painlevé, Briand en Bokanowski. Zelf zou hij Financiën nemen. Men twijfelt eraan of Painlevé mee zal doen maar Briand heeft reeds verklaard, dat hij wil samen werken metiedereen die het land wil redden. Teneinde de openbare meening te kaluiee- ren, vragen vele senatoren aan president Doumergue om een boodschap aan het par lement en het land te richten, waarin hij aanmaant tot eendracht en nationale soli dariteit. De val van Herriot voor zien. De Fransche bladen zijn erover eens, dat de val van Herriot voor niemand een verras- ring was. Zij constateer en, dat het er thans pjn gaat een regeering van nationale eenheid te vormen. Het conflict in het Engel- sche mijnbedrijf. Het bestuur van de Britsche Mijnwerken- Federatie heeft zich voltallig naar de thans in Parijs gehouden bijeenkomst der Mijn werkers-Internationale begeven, daar het gewicht wil bijzetten aan zijn klacht, dat het niet voldaan is over den aard en het bedrag van den steun, welken de Britsche mijnar beiders van de Internationale ontvangen. Het bestuur is van oordeel, dat het stopzetten der Britsche mijnen voordeelig is voor de mijnen op het vasteland, dat de productie er door stijgt en dat de Duitsche kolen de Britsche op de markt verdringen. Vandaar dat Herbert Smith, Cook, Ri chards en Richardson te Parijs duidelijk wil len maken, dat de tijd is gekomen voor de mijnwerkers van het continent om de waarde van de internationale overeenkomsten te too- nen door te weigeren de productie van kolen te verhoogen en den export van Duitsche kolen naar plaatsen, welke gewoonlijk van Britsche kolen worden voorzien, te weigeren. Inmiddels heeft de regeering besloten dat, indien de staking nog tot eind Augustus voort duurt, het noodig zal zijn het parlement bijeen te roepen, ten einde de Emergency Powers verder te bestendigen. De bepalingen der Emergency Powers Act zijn steeds voor een maand geldig en moeten telkens weer met goedkeuring van het parlement worden verlengd. Aanvankelijk meende de regeering, dat het misschien mogelijk zou zijn om het bui ten genoemde bepalingen te stellen met het oog op de voorbeeldige houding van het land gedurende de staking, doch zij is thans van gevoelen, dat sommige dier bepalingen zooals de kolenrantsoeneering en hét ver bod der lichtreclames, niet kunnen worden gemist. Communistische betoo gingen te Weenen. Communistische betoogingen te Weenen ten gunste van emigratie naar Rusland leid den tot ernstige ordeverstoringen. Eenige personen werden daarbij gewond, terwijl de politie ongeveer 30 betoogers arresteerde. Een nieuwe wolkbreuk in Zuid-Slavië. Een nieuwe wolkbreuk heeft het land ge teisterd. De stad Rugowo bij Ypek is binnen enkele minuten geheel onder geloopen. Tal rijke personen werden door de watermassa's in huizen verrast en konden zich niet meer redden. Volgens de bladen zijn vele perso nen gedood. Reeds zijn 40 lijken gevonden. Een spoorwegongeluk in Marokko. Bij een spoorwegongeluk tusschen Mek- nes Fez werden zeven personen gedood en 20 gewond. Elf knapen verdronken. Elf knapen in den ouderdom van zestien tot twintig jaar, die aan de oevers van het Balzacmeer te PeterBorough kampeerden, zijn Woensdag verdronken toen een sloep gedurende een rukwind omsloeg. Vier jon gens wisten zich door zwemmen te redden. Zij klampten zich gedurende 5 uren aan de boot vast. De slachtoffers, die allen konden zwem men, geraakten langzamerhand uitgeput en verdronken in het woelige water. EEN DRAMA IN EEN SANATORIUM. In een sanatorium bij Clermont heeft zich een vreemd drama afgespeeld. Een der ver pleegden, een zekere Jules Martin, wilde, zoo luiden de berichten, in een koortsaanval de inrichting verlaten, hetgeen het personeel trachtte te beletten. Toen een verpleger Mar tin trachtte te kalmeeren en hem een in jectie gaf, trok de zieke plotseling een ver borgen gehouden revolver en verwondde den man ernstig. De moordenaar is daarop naar het zieken huis van Beauvais getransporteerd, waar hij onder speciale bewaking is gesteld. DEN MOORDENAAR OP HET SPOOR? Als resultaat van de Woensdag vermelde conferentie tusschen de politie autoriteiten te Maagdenburg onder leiding van de „Ober- prasident" Hörsing, wordt gemeld, dat de rechter van instructie zijn verzet tegen de medewerking van de Berlijnsche recherche heeft opgegeven. Commissaris Busdorf zal voortaan tezamen met den Maagdenburg- achen commissaris van politie de zaken leiden. De Verdediger van Rudolf Haas moet het tpoor van den werkelijken moordenaar ge vonden hebben deze moordenaar zou dan de dubbelganger zijn van wien de vermeende moordenaar Schröder bij de conferentie met Haas gesproken heeft. De advocaat hoopt den man spoedig in handen van de politie te kunnen leveren. ALCHIMISTEN OF OPLICHTERS. -Te Münchpn hebben gisteren twee Ber lijnsche kooplieden terecht gestaan, Hans Unruh en Reinhold Krusenbaum, die heb ben voorgegeven goud uit zout te kunnen winnen en met hun oplichterijen ongeveer 100.000 M. hebben weten te verkrijgen. Krusenbaum was de helper van Unruh, die de eigenlijke truc toepaste. Deze bestond hierin, dat hij in een lichtlijn tusschen twee electrische lampen zout strooide, terwijl hij beweerde op die wijze binnen enkele uren goudkorrels te kunnen verkrijgen. Aan het slot van zijn voorstelling strooide hij wat asch over het zout. De noodige z.g. goud korrels strooide Unruh echter ongemerkt onder het zout. Velen hebben zich laten bedotten zoo heeft o.a. een Berlijnsch koop man in April 53.000 M. beschikbaar gesteld voor de „proefnemingen", twee andere Berlijners gaven 1500 en 11.000 M., een Ber lijnsch architect 2000 M. Een ander slacht offer kreeg in ruil voor een storting van 10.000 M. een aanstelling bij de onder neming tegen een maandsalaris van 600 M. Den vorigen zomer leerde Unruh in Mün- chen een koopman en een ingenieur kennen, die zich voor de „uitvinding" interesseerden. Unruh wist het zoover te brengen, dat hij met eenige andere belanghebbenden verleden jaar Augustus in Stuttgart een studiegenootschap oprichtte. Unruh kreeg daarvoor o.a. 27.000 M. tot zijn beschikking, terwijl hem groo- tere sommen waren toegezegd na geslaagd onderzoek. Dit onderzoek trachtte Unruh steeds uit te stellen, maar In Oct. kwam het er eindelijk toe. Met voor hem slechte ge volgen. Unruh heeft in hoofdzaak zijn oplichting bekend. BEZOEK VAN KARDINAAL CASA NOVA AA* DE „NATIONAL CATHO LIC WELFARE CONFERENCE" TE WASHINGTON. VERDIENSTEN VAN Z. E. VOOR DE KATHOLIEKE PERS. MEENING OMTRENT DE VRUCHTEN VAN HET EUCHARIS TISCHE CONGRES. Na afloop van het Eucharistische Congres te Chicago bracht Kardinaal Reig Casanova, Primaat van Spanje, die voor koning Alfons de groeten overbracht aan den president der Vereenigde Staten te Washington, bij die gelegenheid een bezoek aan het instituut tot behartiging der belangen der Katholieken in Amerika. De Kardinaal bezocht alle afdeelingen dier inrichting, doch toonde eene bizondere be langstelling voor de afdeeling Roomsche pers. Volgens Rev. Manuel Grana, de corres pondent der N. O. W. O. te Madrid, die Z. E. begeleidde, was de Kardinaal zestien jaar geleden begonnen met eene groote propa- ganda-actie voor de Katholieke pers in Span je, en had hij sindsdien op dat gebied reeds veel tot stand gebracht. Twee jaar geleden werd op zijn initiatief en onder zijne leiding te Tolede een groot en welgeslaagd pers-congres gehouden, en thans was Z. E. nog bezig met andere plan nen tot verbetering der Katholieke pers in zijn land. De Kardinaal verklaarde voorts goed in gelicht te zijn omtrent den persdienst der N. G. W. O. en zijn doel en activiteit te be wonderen. Voor zijn vertrek uitte de Kardinaal zich nog met grooten lof over het Eucharistische Congres. Den indruk, dien Amerika tot nu toe op de Europeanen maakte, heeft het hier door gewijzigd en wel in zijn eigen voordeel. De Europeanen plachten Amerika te bewon deren om zijne materieele grootheid, doch men was in de veronderstelling, dat deze materieele vooruitgang in den Americaan allen zin voor het geestelijke verdrongen had. De Kardinaal verklaarde thans doorAmerika's geestelijke grootheid te zijn getroffen ge weest hij had altijd gedacht, dat iets derge lijks in Amerika tot het onmogelijke behoor de, omdat men er volgens zijne meening te materialistisch was. Nu had hij er zich echter van overtuigd, dat het geestelijke leven in Amerika eenen even rijken bloei vertoonde als het materiale. Europa diene zijne mee ning omtrent Amerika te veranderen. Hier aan had volgens Z. E. het Eucharistische con gres veel bijgedragen. Nog vele anderen van over den Oceaan hadden denzelfden indruk gekregen en ook zij zouden thuis hunne meening hierover bekend maken, zoodat men voortaan in Europa anders zal oordee- len over de Vereenigde Staten. Ten slotte sprak de Kardinaal nog over den toestand in Mexico. Z. E. had in vereeni- ging met het geheele Spaansche Episkopaat een schrijven gericht aan de Mexicaansche Katholieken, om hen te troosten, en hunnen geloovigen gebeden voorgeschreven tot leni ging van den nood hunner vervolgde broe ders ia Mexico. Te Chicago had Z. H. den Mexicanen beloofd, dat hij al het mogelijke doen zou om hen te helpen. Een bizonder woord van dank richtte de Kardinaal aan Mgr. Curloy, aartsbisschop van Baltimore, voor diens moedig optreden ten gunste der verdrukte Katholieken van Mexico. DE STRIJD TEGEN DE GODSLASTE RING IN ITALIë. De liberale wetgeving van Italië had des tijds de Godslastering niet otjder de straf bare handelingen gerangschikt. Het nieuwe strafwetboek, dat thans in voorbereiding ge nomen is, zal hierin echter andere maatrege len treffen. Intusschen verschijnen er reeds oproepingen en aankondigingen, deels van de maatschappelijke organisaties, deels van de zijde der Gemeentelijke autoriteiten, waarin het vloeken en de godslastering als tegen de goede zeden en het burgerlijk fat soen gebrandmerkt wordt en welker uit roeiing geischt wordt. Zoo heeft de burge- 'meester der Stad Genua dezer dagen de vol gende verordening door aanplakken laten bekend maken „De godslastering en het vloeken moeten wij uit onze stad verbannen, niet slechts wijl ze de religieuse gevoelens van het overwe gend meerendeel der Italiaansche bevolking tegenstaan, maar ook omdat ze een schande en een hinderpaal zijn voor de volksontwik keling en voor een hooge levensopvatting. Daar echter de zedelijke overtuiging der goeden niet voldoet, moet het behoorlijke publiek een middel bij de hand hebben om ook hen tot betrachting der goede zeden te dwingen, die niet uit zichzelf daaraan den ken, teneinde alzoo te verhoeden dat Gods lasteringen en soortgelijke woorden -of ge sprekken ongestraft in het openbaar worden uitgesproken of verkondigd. Tegen de Godslastering en tegen het vloe ken zal van heden af aan door de stedelijke politie opgetreden worden, zooals dit ge schiedt in den zin der wetsparagraphen over de openlijke ergernis en over de ordeversto ring. Heb het uitstekendste aas te bieden, dat iemand wenschen kan, boe zal de wereld het weten, indien gij niet adverteert. JOHN, P. ROCKEFELLER. Verschenen is thans het jaarverslag van den hoofdinspecteur voor de volkshuisves ting over 1925. De hoodinspecteur deelt hier" in o a. mede dat gedurende het verslagjaar meer woning enwerden gebouwd dan ooit te voren, nJ. 47.919 tegen 45.868 in 1924, ter wijl er op 31 December nog 28.299 in aan bouw waren (29.622 in 1924). Omtrent de Huurwetten merkt de hoofd inspecteur het volgende op: „Reeds herhaalde malen had ik omtrent opheffing der Huurwetten geadviseerd, Ik heb steeds de aandacht gevestigd op het feit, dat de omstandigheden, die het be staan van Huurwetten noodzakelijk maken, thans niet meer aanwezig zijn. Deze •om standigheden, toch bestonden niet in een te kort aan woningen dit toch is een pe riodiek terugkeerend verschijnsel doch in het feit, dat ten gevolge van het groote risico, aan den bouw van woningen verbon den, in het tekort niet kon worden voor zien. Deze omstandigheden behooren thans tot het verleden. De bouwkosten zijn sinds 1923 stabiel, en voor valide arbeiders kan allerwegen zonder bijdragen uit 's rijks kas gebouwd worden. Natuurlijk moest de mogelijkheid onder de oogen worden gezien, dat het tekort zoo groot zou künnen zijn, dat slechts een lange periode van groote bouwbedrijvigheid toe reikend zou kunnen zijn om het tekort in te halen. Ook dit was niet het geval. In de kogpkrachtige vraag naar woningen was, globaal gesproken, in verreweg de meeste gemeenten voorzien. De verdere productie dient voornamelijk tot voorziening in de toenemende behoefte en voor het vormen van een reserve. De nog aanwezige samenwoningen zullen in de meeste gemeenten ook door verdere vergrooting van den woningvoorraad niet worden opgeheven, hetgeen o. m. hieruit blijkt, dat to vele gemeenten reeds een aan merkelijk aantal woningen leegstaat. Het is een feit, dat de voorraad van de allergoedkoopste woningen beperkt is, maar daaraan kan het voortbestaan der Huur wetten niets veranderen. Ook vóór de cri sisjaren was het aantal woningen in huur prijzen van 1 tot 1.50 kleiner dan de vraag, omdat woningen van dien prijs niet gebouwd konden worden, evenmin als thans in de grootere gemeenten woningen van 2 tot 3 kunnen worden gebouwd. Nochtans is mij nimmer iets gebleken van onredelijke huurverhooging van dergelijke woningen. Evenmin zal daarvoor thans ge vaar bestaan, om de eenvoudige reden dat de bewoners dezer woningen niet meer kun" nen betalen. De economische mogelijkheid stelt aan de huurverhooging een grens. Zou men de Huurwetten willen handhaven, totdat in alle huurgroepen een overschot aan woningen aanwezig is, dan zou zulks beteekenen, dat van deze wetten eeq per manent instituut wordt gemaakt In het belang van de woningvoorziening is het gewenscht, dat zij ten spoedigste verdwijnen.'' Prol. Otio Naegeli uit Zttrich in consult Donderdagmorgen luidden, naar uit Ge- nève gemeld wordt, de berichten omtrent dep gezondheidstoestand van H.M. de Ko ningin bevredigend. Tot dusver was door H. M. geen medisch advies ingewonnen. Woensdag is evenwel prof. Otto Naegeli, hoogleeraaf aan de medische faculteit van de universiteit te Zurich en directeur van de niedische kliniek van het kantonale zieken huis aldaar, naar Sankt Beatenberg ontbo den. Momenteel is nog niet te zeggen, wan neer de Koningin haar terugreis zal aanvaar den. Wel staat vast, dat H.M. nóg minstens tot aanstaanden Maandag te Sankt Beaten berg zal blijven. De Koningin heeft ook gis teren haar appartementen niet verlaten. Naar aanleiding van het feit, dat in een bovenlokaal van een café aan het Vrijthof te Maastricht een cabaretvereeniging was ge vestigd, die voor haar leden uitvoeringen gat in besloten gezelschap, ook nog na het slui tingsuur, was door de politie proces-verbaal opgemaakt. De kantonrechter sprak de be klaagden echter vrij, op grond dat die ver- eeniging een sociëteit vormt. B. en W. had den nu voorgesteld, om de verordening te wijzigen |n dier voege, dat zich na het slui tingsuur Hi de café's én herbergen en aan- horige lokalen geen personen mogen bevin den, die niet tot het gezin van den caféhou der of herbergier behooren. Mr. Vrijens achtte in de Woensdag gehou den raadsvergadering hierdoor de vrijheid te veel aan banden gelegd. Na eenige discussie werd het voorstel van B. en W. echter met 18 tegen 8 stemmen verworpen. De Utrechtsche Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft besloten een brief te richten tot den Minister van Waterstaat, waarin wordt betoogd, dat de tariefverla ging der Nederlandsche Spoorwegen niet aan de gestelde verwachtingen voldoet. De geringe verlaging acht men van koopmans standpunt bezien, niet juist. Bij vergelijking van het thans geidende en het nieuwe tarief valt te verwachten, dat de Nederlandsche Spoorwegen van de verlaging niet veel pro fijt zullen trekken en als resultaat geboekt zal worden: „evengroot personenvervoer doch minder opbrengst." In de meefete ge vallen zal het verlaagde tarief der Neder landsche Spoorwegen niet de minste kans bieden om aan de concurrentie van de auto busdiensten het hoofd te bieden. De brief gewaagt verder van de eigenaardige beper king van het buurtverkeer en het verkrijgen van ééndaagsche retours. Het antwoord van de Ministers van Financiën en Onderwijs, K. en W. Op de vragen van den heer Lingbeek be treffende het verstrekken eener opgave van het aantal der tot den geestelijken stand behoorende mannelijke en vrouwelijke leer krachten (kloosterlingen) ten aanzien van welke uitkeeringen uit 's Rijks kas werden ontvangen, verbonden aan R.K. scholen voor lager, middelbaar, hooger en ander onderwijs op 1 Januari 1926; de bedragen waarop de voor 1926 gemelde Rijksuitkee- ringen aan de betrokkei» schoolbesturen ter zake van salarissen dér bedoelde kloos terlingen worden geraamd, en het bedrag waarop de belastingadministratie het ge not van kost en inwoning van kloosterlingen voor den aanslag in de Rijksipkomstenbe- lasting schat, hebben de heeren Waszink en De Qeer, ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Financiën, het volgende geantwoord: Het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vergoedt naar de gel dende onderwijswetten aan de schoolbestu ren zekere bedragen der tegemoetkoming in de kosten van het van hunnentwege ver strekte onderwijs. Het staat echter niet in rechtstreeksche verhouding tot de personen zelf, die aan de bijzondere scholen het on derwijs geven, en het beschikt dan ook niet over officieele gegevens betreffende het aantal der tot den geestelijken stand be hoorende mannelijke en vrouwelijke leer krachten (priesters en kloosterlingen). Een maatstaf om dit aantal te schatten ont breek eveneens. Het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding te 's-Gravenhage beschikt ten aanzien van dit punt wel over de noo dige statistische gegevens. Uit die door het bureau welwillend verstrekte gegevens put tende, kunnen de ondergeteekenden het volgende mededeelen: Op 1 Januari 1926 waren bij het lager onderwijs werkzaam 3440 religieuzen (kloos terlingen). Het door het Rijk wegens sala rissen van deze personen te vergoeden be drag valt te ramen op 7 millioen gulden. Op 1 Januari 1926 bedroeg het getal priesters en kloosterlingen bij het middel baar onderwijs (gymnasiaal en handelson derwijs inbegrepen) 198. Om te kunnen na gaan welk bedrag te hunnen behoeve uit de staatskas over 1926 zal worden uitge keerd, zou men moeten weten, welk sala ris ieder hunner zal ontvangen. Dit is ech ter niet bekend. Ook het getal hunner les uren moet worden geraamd. Aannemende, dat zij, dooreengenomen, hetzelfde getal lessen geven als aan de overige docenten gemiddeld is opgedragen, en de subsidieën over 1924 als maatstaf nemende (de sub sidieën over 1925 zijn nog niet becijferd), raamt de eerstondergeteekende bedoeld bedrag globaal op 380.000. Het aantal priesters en religieuzen, dat op 1 Januari 1926 verbonden was aan nij verheidsdag- en avondscholen, zoomede het bedrag hunner salarissen, is nog niet bekend. Op 1 Januari 1925 waren aan deze scholen verbonden pl.m. 300 priesters en religieuzen. In hun salarissen wordt door het Rijk in den vorm van subsidie naar ruwe schatting voor pl.m, 200.000 bijge dragen. Bij het Roomsch-Katholiek Universitair onderwijs eindelijk waren op 1 Januari 1926 16 priesters en religieuzen werkzaam. In de kosten van hun salieering droeg het Rijk, dat slechts een kleine toegemoetkoming in de kosten der gebouwen geeft, niet bij. Naar de leer van den Hoogen Raad, neer gelegd in zijn arrest van 22 Februari 1917 Beslissingen in Belastingzaken no. 1665) wordt de waarde van hetgeen als opbrengst in nature wordt genoten, bepaald door het bedrag der uitgaven, die de genieter zich daardoor bespaart, met dien verstande, dat nimmer aan die voordeelen een hoogere geldelijke waarde kan worden toegekend, dan zij in zich zelf hebben. Aangezien dus de geldswaarde van het genot van kost en inwoning van kloosterlingen moet worden bepaald naar de bijzondere omstandigheden van eiken genieter, is niet in het algemeen te zeggen, op welk bedrag de belastingad ministratie dat genot schat, t Het Kamerlid de heer Bulten heelt aan den minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1 Is de minister bereid mede te deelen, of het juist is, dat bij de Nederlandsche Spoorwegen, langs de lijnen ongeschoolde en op de veiligheid niet geïnstrueerde losse arbeiders te werk mogen worden gesteld, indien daarbij slechts minstens één ge schoolde vaste spoorwegarbeider tegen woordig is, die verantwoordelijk is voor de veiligheid, maar, bovendien voor den te ver richten arbeid en hieraan moet mede-ar beiden, terwijl daarentegen aan een aan nemer van werken langs de lijn de eisch gesteld wordt dat hij die werken door zijn werklieden alleen dan mag laten uitvoeren, als daarbij tegenwoordig is een geschoold en op de veiligheid geïnstrueerd vast spoor wegarbeider, die uitsluitend belast is met de zorg voor de Veiligheid en niet mag mede-arbeiden aan het te verrichten werk. 2. Zoo ja en indien de juistheid van het gevraagde onder 1 bevestigd moet worden, wil de minister dan bevorderen, dat ook voor door de Nederlandsche Spoorwegen zelf te werk gestelde arbeiders betere.waar borg voor de veiligheid gegeven wordt, op- dat bi] een geval als voorkwam op 6 Juli 1926, op een gevaarlijk punt der lijn, aan het station Piet-Gijzenbrüg en 'waarbij op ZATERDAG 24 JULI, HILVERSUM 150 M. 12 uur litieber. 5.307.45 uur Vooravond concert door het H, D. O.-orkest. C. J. v. Tilburg, tenor 7.45 en 10 uur Persbcr 8.10 uur V. A. R. A.-omroep. Hel dubbelmannenkwartet „Jos. M. Orelio", o. 1. v. den heer Gerard Leenders. De heer Gerard Leenders, operazanger. Mej. Roscy Pool, declamatie. Spreker: De heer G. cie Boer van Zaandam, over: Socialisme en Theosophie. la. Rossignol, Gretry, b. Zo meravond, Olman. c. Beati Murtin, Men- delssohn-Bartholdy, kwartet. 2a. Maats, ,Vos. b. Meilied, Tingers. c. Vrijheid, Tin- gers, d. Slagveld, v. Collem, declamatie. 3a. Aria u, d. opera Robert de duiveL Meyerbeer, b. Aria u. d. opera De Huge noten. Meyerbeer, bas. 4. Toespraak door den heer G. de Boer. 5a. Der Tod, Gret- chaninow. b. Die Gefangenen, Gretchinow. c, Mensch durf te leven, Witte. 6a. Pietje op de Peereboom, Guido Gezelle. b. 't Versken, Timmermans, c. Van 'n meetje van den Brakel, Streuvels, declamatie. 7a. Abendstandchen, Siebold. b. Ouderhuis, Koelse. c; Apotheker, kwartet. 11.3012 uur Aansluiting van het Theater Tuschinsky te Amsterdam. Dansmuziek. DAVENTRY 1600 M. 4.20 uur Or gelconcert door Mr. Thalben-Ball 4.50 uur Concert. Populair orkestprogram. M. Philips, contra alt. G. Bailey, bariton Orkest. 6.20 uur Causerie 6.35 uur Kinderuurtje 7.20 uur Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws. Lezing: St. James of Santiago 7.45 uur Pianocomposi ties van Bach 8 uur Muziek 8 20 uur „No-option" radiorevue. Ork t, koor en solisten. 9.20 uur Muziek door de Callendar's band en C. Hill, so praan 9.50 uur Weerber., nieuws 10.25 uur De Callendar's band 10.50— 12.20 uur Dansmuziek van het Savoy- hotel. PARIJS „Radio-Paris" 1750 M. 12.50 uur Concert Lucien Prais (piano, viool, cello) 5.05 uur Orkest Malsang 8.50 uur Galaconcert met medew. van orkest en Parijzer instrum. en voc. solisten. KONÏGSWUSTERHAUSEN 1300 M. 8.50 uur „lm Zoologischen Harten",' radio-comedie 10.5012.20 uur Dans muziek- BRUSSEL 486 M. en ANTWERPEN 265 M. 5.20 uur Concert. Mile. Bra bant, sopraan 8.20 uur Fragmenten van „Moubin des amours" 8.50 uur Causerie 9.05 uur Orkestconcert 9.5010.20 uur Fragmenten van „Deux coqs vivaient en paix", MUNSTER 410 M. 1.35—2.50 uur - Orkestconcert - 4.05 uur „Die Nibe- lungen" 6.05 uur Esperantoles 6.50 uur Radiopraatje 7.208 uur Engelsche les -8.20 uur Lezing: Land- schaftsphotographie 8.50 uur Gedich ten van Joh. Schlaf 9.05 uur Concert door het muziekkorps 10.05 uur Bonte avond. Vroolijke muziek en zang. dien datum, 's namiddags omstreeks 2 uur, een vast spoorwegarbeider met een los werkman, op dien dag voor het eerst, en met drie losse werklieden, nog slechts en kele weken in dienst, werkzaam waren er die verantwoordelijke vaste spoorwegarbei der door een losse machine, waarvan de komst van station tot station telegrafisch doorgegeven werd, maar niet aan de ar beiders bekend was, werd aangereden, met onmiddellijk doodelijfken afloop, terwijl de man bezig was te constateeren of het werk aan een rail goed was uitgevoerd en bij welk geval de vier losse arbeiders temait- wernood aan den dood kondén ontsnappen, niet het vermoeden behoeft te rijzen, dat een tekort aan maatregelen voor de veilig heid de oorzaak is? Wie mocht meenen, schrijft „Onze West' dat een fel aanhoudende droogte de sterfte bevordert van allerlei ongedierte, zal nu wel genezen zijn. De muskietenplaag schijnt nu iets af ie nemen. De rupsen, die ook sche nen te verminderen, zijn de laatste week met vernieuwde woede teruggekomen en tasten rijst, koorn, cassave en andere veld vruchten aan. De heer Waller wees er Woensdag in de Koloniale Staten op, dat ook derattenplaag op een ongekende wijze heerscht op de plantages, zóó zelfs, dat hij het gouvernement in overweging gaf om te legrafisch te vragen om toezending van zeker serum, dat een pest-epidemie onder die on- genoode gasten kan te weeg brengen. Tot een der hedendaagsche plagen behooren verder de.... boschduiven, die in zwermen op de rijstakkers nederdalen om het uitge- plante zaad op te pikken. Een planter van den rechterover der Commewijn deelt mede, dat de nieuwste plaag is een ernstige vreterij aan jonge kof- fieplanten. Deze worden doorgeknaagd op een 'hoogte van ongeveer een voet, zoodat het boompje verloren is. Reeds duigenden joqge koffieboompjes moesten op die wijze verwoest zijn. Men vermoedt, dat de vre terij geschiedt door ratten. Het eenige wat men er tot dusver tegen wist te bedenken, was het plaatsen van jonge, gladde bambo-e kokertjes rondom de stammen, waardoor de ratten verhinderd Werdert de plant te berei ken. Totaal uit Indië twee-en-een-halve ton. De Javasche Bank heeft thans, naar Aneta uit Batavia verneemt, naar Nederland een bedrag van 201,000 gezonden, zijnde de opbrengst van de loterij, ten behoeve van de Olympiade-1928 in Indië gehouden. Hierdoor heeft Indië totaal 250.000 bij eengebracht, terwijl indertijd slechts 1150.000 was gegarandeerd 32 Dat weet ik niet! Mijn meester had w«l is waar geen geheimen voor dezen man. maar ik twijfel toch dat hij hem dit geheim had medegedeeld. Maar wij zullen zien. Hij drukte op een veer; een kleine deur gjng geruischloos open, dat ook een scherp ook niet bemerkt zou hebben, dank zij hei kunstige, fijne werk. Neen, hij kende het niet, riep de oude man verheugd uit, hij zou deze papieren er uit gehaald hebben om ze te onderzoeken. Hij legde een hoop acten, brieven en an dere papieren op tafel cn het eerste stuk dat in de handen van Willem viel, was een verzegelde brief met het opschrift: „Toe voegsel tot mijn testament. Ik had dus gelijk, zeide Jacob en in zijn trouwe ooge* blonk enorme vreugoe. Ik kon mij niet denken, dat alle mijne woorden en smeekingen tevergeefsch zijn. Maar mogen wij het zegel verbre ken? vroeg Veronica, Neen, antwoordde Willem, alleen de notaris mag dit document openen. Maar wij mogen niet zeggen, dat vlj het gevonden hebben, wierp Jacob tegen. Daardoor zouden wij ons zelf van inbraak beschuldigen. Jacof heeft gelijk, hernam de jonge man, wij moeten het document weer op de plaats leggen, waar wij het gevonden heb ben, het bureau sluiten en aan het toeval overlaten of dit codicil gevonden en aan den notaris wordt ter hand gesteld. Nooit! riep Jacob uit. Als wij dit doen, zullen wij het stuk nooit terugzien. Men zou van de justitie kunnen ver langen, dat de nagelaten papieren van den overledene nauwkeurig worden onderzocht, zeide Veronica; daarmee gaan echter ver scheidene dagen verloren en morgen moe ten wij hier weg. Wat zal geschieden als de erfgenaam dit codicil vindt. Mevrouw, wij moeten dit stuk niet aan de mogelijkheid blootstellen, viel Willem haar in de rede. Ik wil het wagen, op ge vaar af van inbraak beschuldigd te worden. Alsof hij een plotseling besluit wilde uit voeren, verbrak hij den zegel en vouwde nu het stuk open. „Aan het einde van mijn leven ge komen, werp ik nog eens een blik in het verleden terug, las hij, en er komen beel den voor mijn geest, die ik lang waande vergeten te hebben. Mijn lief zoet kind, hoe gelukkig maakte mij je liefde! Je waart mijn goede engel, dien God mij liet, toea Hij mij mijne trouwe gade ont namo, had ik dat steeds erkend en bedacht! „Wat was het toch, dat zich tusschen ons plaatste en ons scheidde? Jacob heeft gelijk, het was de booze geest mijns levens en ik luisterde gewillig naar hem! Ik doorschouw, dat donkere weef seh ik volg alle dradeno, hij heeft het meesterlijk verstaan, mij in zijn net ten te vangen, zoodat ik er niet aan kon ontkomen. Hij komt morgen terug, mor- gen en eiken dag, tot mijne moede oogen zich voor altijd sluiten, hij zal komen en ik zal het niet durven wagen hem aan te klagen. „Misschien leest hij'in mijne oogen, dat mijn berouw thans het vertrouwen in hem schokt, dat mij tot nog toe aan hem bond, misschien zoekt hij zich dan door andere middelen het loon voor zijne moeite te verzekeren. „O mocht je toch terugkeeren, mijn innig geliefd kind! Als ik door je armen omstrengeld aan je trouw hart lag, dan zou ik Hen moed en de kracht vinden om deze banden te verbreken en hem de stukken voor de voeten te wfrpen. Ik zou hem zeggen, dat hij een tiran is, een booze geest, die het op mijn fortuin ge munt heeft. „Zal de goede God mijne bede verhoo- ren? Ik weet wel, dat ik zwaar gezondigd heb tegen hem en tegen jou, maar heb ik niet zwaar, onuitsprekelijk zwaar geboet? Is mijn hart in deze vijf jaren van onze scheiding niet gefolterd en gemarteld? O, Veronica, ik ben boos op je geweest, boos op jou en op mij, maar nooit kwam een woord van vervloeking over mijne lippen. „Nooit! Wat anderen je ook mogen zeg gen, hier schrijf ik het nogmaals met beven de hand neer: Nooit! Hoe had ook mijn hart de liefde tot jou, mijn bemind kind, zoo gansch kunnen verloochenen? „Vergeef mij, Veronica, ve'rgeef den ouden zwakken man, dat hij zich door een duivel liet lelden en zijn goeden engel verstiet. „Pas na mijn dood zullen deze regels in je handen komen, vergeef dan den doode. wat de levende misdaan heeft. O, mocht je vroeger terugkeeren, mocht je hand mij de oogen sluiten, mocht ik in je armen sterven. „Ik geloof, dat het niet zal zijn ik zal ie dus niet weerzien, maar ik laat je mijn ze gen achter als ik van deze aarde heenga, „Mijn kind, de- zegen van je vader geleide je op al je wegen, wees gelukkig! Vergeet het heuveltje niet, waaronder je ouders rus ten, zij hebben je beide tot hun laatsten ademtocht lief gehad. „Indien na mijn dood mijn eerste testa ment nog gevonden wordt, dan herroep ik in dit codicil al de bepalingen daarin ver- vat. „Ik heb dat testament onder den invloed van dien duivel moeten maken, ik kon en durfde niet beschikken, zooals ik wilde. „Hierbij bepaal ik, dat mijne algeheele nalatenschap voor mijne eenige dochter Veronica is, en ik herroep alle vroeger door mij getroffen beschikkingen. „Voor zoover ik weet, woont zij te Lon den als echtgenoote van een muzfekloo— Bertels; mijn bediende Jacob zal het beste inlichtingen daaromtrent kunnen geven. „Veronica zal uit mijne nalatenschap twee legaten uitbetalen en wel: Twee duizend gulden aan mijn ouden trouwen Jacob en duizend gulden aan mijne huishoudster Mar- gareta Vissers, beide legaten in geld. Bo vendien wensch ik, dat zij deze twee in haren dienst behoudt of op voldoende wijze voor hen zorgt. „Ik weet mijn kind, dat je dit doen zult en dat het niet noodig is, je dit nadrukke lijk te vragen, maar toch beveel ik je het welzijn van deze twee trouwe zielen bij zonder aan, „En nu, mijn kind, neem ik afscheid van je; de Heer, onze God moge met je zijn en je altijd beschermen. Willem liet het document zakken, zijne oogen waren vochtig geworden, hij keek naar Veronica, die in den hoek van den divan zat en zachtjes snikte. Ook de oude Jacob stond daar als een -standbeeld, de handen op de borst gekruist, een traan rolde over zijn bleeke wangen. Die goede lieve heer zeide de oude man zacht. Had hij nog maar. een enkelen dag geleefd! Willem kromp van schrik ineen, hij streek met de hand over de oogen, hij werd weer ernstig en op zijn gelaat kwam een harde trek. Doctor, wanneer heeft mijn vader dat geschreven? vroeg Veronica en hare stem In den nacht voor zijn dood. Dat was de nacht na den dood van den kater, zeide Jacob. Mijne smeekingen en mijne gezegden hebben dan toch indruk op hem gemaakt, maar hij wilde mij dat niet bekennen hij was bang voor den man die den volgenden dag weer zijn heelen invloed op hem uitoefende, Willem knikte bevestigend, de duistere plooien op zijn voorhoofd bewezen dat geen aangename gedachten hem bezig-hiel den. Ik herinner mij een plaats in dit stuk, dat mij niet duidelijk is, zeide Veronica. Hij beweert, dat nooit een enkel woord van vervloeking over zijn lippen gekomen is, maar hij heeft mij destijds toch dien brief geschreven, ik geloof, dat U hem qog heeft. Willem nam een brief uit zijn zak, vouwde hem open, legde hem naast het codicil en vergeleek de beide handschriften. r- Misschien had hij het reeds vergeten, antwoordde hij. Maar hij zegt dat zoo absoluut zeker... Denk er maar niet over na, mevrouw; het is beter als u het geheele verleden ver- geet. De jonge man stond op, hij legde de han den op den rug en wandelde op en af. "Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 6