De Schatkamer vefschillig liep hij tusschen de rijen bui- zij wist ook, dat hij de oudste niet was. Zij luister Het geluid kwam steeds naderbij haar genoegen doen hem iets terne te ne gende hovelingen door, de meesten behoo- weigerde hem te gehoorzamen. en de geheimschrijver ging aan 't naaste ven rende tot den trotschen Fransclien adel, Er kwamen tartende woorden op hare venster nieuwsgierig naar buiten leunen. Bevend en sidderend bleef de meniete wien het zoo hard viel zwijgend en eer- lippen, welke echter bestierven toen zij Verscheidene ruiters en soldaten met daarbuiten wachten om den slag te hooren biedig neer te buigen voor dezen man, die hem aanzag. Zij gevoelde wel, dat het ijde- vlammende toortsen naderden haastig, vallen. alleen gesteund op zijne misdaden tot le dwaasheid was, hem te weerstaan of te terwijl er vensters geopend werden en „Al dat zingen en lachen zal wel op- deze macht was opgeklommen. Voor hen blijven weigeren. Zij was in zijne macht, menschen begonnen heen en weer te houden roodra de hertog weet" zeide de was dit huwelijk een vernedering, een be- Toen zij weer sprak, was het met half in ijlen. man uit Brescia, toen een ander hijgende leeaigmg aan de Fransche kroon waar tranen verstikte, gestamelde nederige „Een of ander slecht nieuws", zeide en geheel in flarden hem in de rede kwam 't voor Visconti een triomf, de kroning van woorden: „Gian", fluisterde zij, „Gian Giannotto, oogen en ooren inspannend. vallen met „De hemel zij Milaan gena- Zijn eerzucht was. ik heb u nog nooit iets gevraagd Thans waren kreten van woede dig, Verona is gevalled Hij bevond zich in een geniale stem- dit huwelijk vind ik vreeselijk." Zij zweeg duidelijk hoorbaar en kon Giannotto ming en bleef in zijn omgang glimlachend even en trad toen met smeekende oogen in het toortslicht een troep landliedenon- Het rumoer en 't wapengekletter op het voor Tisio staan, hem toevoegende, dat naar hem toe. „Gian denk eens naderscheiden met pak en zak beladen, man- voorplein drong zwak door in de feest- hij dien avond mocht gaan waar hij wensch- heb medelijden 1" nen die vee voor zich uitdreven en solda- zaal en Visconti bleef een oogenblik luis te inderdaad een groote concessie aan „De hertog van Orleans wacht op u," ten met stoffige, gehavende kleeren. terend zwijgen. Valentine luisterde ook den broer, dien hij alles had ontnomen zeide Visconti nogmaals met een glim- „Dat moet zeker slecht nieuws wezen, en dacht aan Conrad. Doch het rumoer Naarmate Visconti verder toog, was er lach. „Wilt gij niet toestaan, dat ik u naar vrees ik fluisterde hij en bleef ang- verstierf weer en Visconti wendde zich meer dan een Franschman, die de wenk- hem toe leid?" stig wachten. Een helle lichtstraal kwam met een lach tot d'Orléans „Mijne so.- brauwen en de schouders veelzeggend op- Valentine trad terug en ging tegen den tusschen de gordijnen door. van de feest- daten vieren ter uwer eere feest, edele haalde, zoodra de roode sleep van den muur staan als om steun te zoeken. Met zaal in ie donkere wachtkamer vallen, heer, en thans zullen wij de gezondheid hertogelijken mantel uit het gezicht ver- bitterheid en schaamte dacht zij aan Con- Men hoorde lachen en 't klinken van gla- drinken van mijne zuster." dwenen was. rad, aan zijne iiefdesbetoogingen, aan haar zen en een stem die met begeleiding van Valentine's borst hijgde. Wie was hij Te midden der dichte menigte bevond ee(L dat zij den Franschen prins nooit een luit een Fransch liedje zong. De page om haar aan zijn trots en hebzucht te Zich ook Giannotto, immer gereed voor 20" huwen en hij was vrij al ver- balde de vuisten en maakte zich bereid durven opofferen? Zij zou het niet dul- het oog van zijn meester. De pages ont- scheidene dagen was hij vrij en toch weg te gaan, toen Giannotto hem toevoeg- den Was zij niet eveneens een Visconti? slaand, wenkte de hertog hem naar zich had zij taal noch teeken van hem ver- de „Blijf, blijf. Als gij dan toch uwe da- Als een droom hoorde zij, dat men hare toe en vroeg: „Geen berichten van Verona nomen. gen wilt eindigen, dan hebt gij hier kans gezondheid dronk, als in een droom zag zij of van Mantua Visconti wierp de deur der kapel wijd want iemand moet dit slechte bericht aan den half idioten blik van den hertog van „Neen, edele heer, niets." open en ontbood vanuit de wachtkamer Visconti gaan overbrengen." Orleans, die haar inet vage bewondering „Niets De boodschappers zijn laat dei» page zijner zuster. Valentine zag, hoe Ju'st had hij dit gezegd, toen een doods- aanzag. Toen bemerkte zij opeens Gian- maar waarom zouden zij zich ook haakten het bloed dezer naar de slapen joeg toen bleeke bediende binnentrad met„Edele nottto's sluwe gelaat en verstond wat hij Delia Scala zou zich nog niet in het veld hij opvloog 0111 te gehoorzamen een heer, er is zeker iets vreeslijks gebeurd het haar fluisterend kwam toevoegen, kunnen bevinden," voegde Visconti er blonde knaap met schrandere oogen die landvolk trekt de poorten binnen en er is Opeens schitterde hare oogen met een met een glimlach bij. haar met een romantische genegenheid een paniek in de stad zekere bedoeling. Zij wendde haar blik „Indien hij zich inderdaad daaraan zou aanbad, waar zij dikwijls om geglimlacht ><De boodschappers zijn nog jniet te- naar den ingang der zaal en zag, tusschen wagen, edele heer", zeide de geheimschrij- had. Doch thans rug, doch er zijn veel menschen, die er de gordijnen door, witte gezichten en ge ver met effen stem. Zij stonden in een der Hij lichtte haar sleep op en Visconti n*et op werden uitgezonden, met nieuws daanten, welke zich naar voren drongen, groote ramen en Visconti richtte de blik- bood haar de hand. Buiten haar deur aangekomen, edele heer." Terwijl de man „De hertog van Orleans!" riep Viscon- ken op de omtrekken van een vooruitste- hielden de soldaten bewegenioos de wacht n0§ aan 't spreken was, drong een bende ti uit, waarop de gasten zich wederom ver kend gebouw, dat zich donker en ge- en in het paleis krioelde de vroolijke me- volk, soldaten en bedienden het vertrek hieven. Valentine was eveneens opgestaan streng tegen den blauwen zomerhemel nigte. Stilzwijgend zette zij zich in bewe- binnen. en riep met bezielde oogen en gloeiende afteekende de gevangenis van Isotta. ging, doch haar hart brandde van oproe- „Zachtjes aan, beste vrienden", zeide wangen uit, haar glas opheffend „De „Zorg er voor, dat de wacht daar ver- rigen haat. „Toch zal ik nog een poging Giannotto die trachtte hun opgewonden hertog van Orleans Bij de eerste woor- dubbeld wordt," zeide hij, waarop Gi n- wagen om vrij te komen," ging het in haar kreten te doen bedaren door naar de gor- tlen welke zij gesproken had staarden allen notto zinspelend antwoordde „Wat pnn- hart om. en toen zij de lange gang door- dijnen van de feestzaal te wijzen met „De haar met stille en angstige verwachtingen ses Valentine betreft, zij is veilig en wel liepen, viel haar blik, evenals kort geleden hertog". aan in de kapel, bezig met hare vrouwen te die van haar broeder, op Isotta's kerker. „Ik kom met berichten, welke de her- „Zou de hertog van Orleans willen bidden. Ik bespied hare geringste bewe- „En ik zal haar ook bevrijden." voegde tog aanstonds hooren moet", viel een man wachten, Visconti, tot ik nog een edeler gingen." zij er met een verkropt gemoed bij. met een besmeerd, wit gezicht in de rede, feestdronk voorstel?" Haai' stem klonk Visconti trok een ring van zijn vinger. Met een glimlach van voldoening zag uit de kleine menigte die steeds aangroeide zegepralend en wegens hare woorden, dé Hij was dien avond in een gulle stemming Visconti haar voor hem uitgaan, de trap naar voren tredend. krankzinnige tarting welke hare geheele iets wat zelden voorkwam, merkte af naar de feestzaal, de schoonste en trots- „Waar komt gij vandaan, en wat komt houding vertolkte, bleef Visconti haar Giannotto met bitterheid op. ste van allen, die daar aanwezig waren gij berichten vroeg Giannotto. verbaasd aanstaken. „Dit is voor uwe moeite", zeide hij. hij was er thans van overtuigd, dat hij „Sinds 't aanbreken van den dag ben ik „Ik drink op iemand, die Brescia en „Thans ontsla ik u van uwe bespieding, haar overwonnen en tot gehoorzaamheid al op de vlucht om mijn leven te redden Verona van u heeft durven nemen, Vis- Zij zou niet makkelijk onder mijne 00- gedwongen had. Ik ben een dienaar van het garnizoen van conti ik drink op den moedigen man, kunnen ontkomen en dan haar De sierlijke hovelingen stroomden bin- Brescia, Brescia is gevallen riep de man die op dit oogenblik op Milaan aantrekt bruidegom, die op haar wacht Laat de nen, een zee van kleuren en juweelen. uit. op Mastino della Scala Zij rees haar glas gasten weten, dat ik thans de bruid ga ha- Gezeten aan het hoofd der tafel, zag Vis- Brescia 1" herhaalde Giannotto als nog hooger, wendde zich om, wierp het len 1" conti met minachting neer op de ver- versteend, Brescia is gevallen?" voor Visconti's voeten neer en zeide t Visconti liep een lange gang af en bleet wijfde gezichten en de wufte oppervlak- „Ja, in handen van Della Scala". „tiet is waar, en nu moogt gij er mij om staan voor een deur, welke door twee sol- kigheid zijner gasten. Met verwilderde blikken keek Giannot- dooden 1" daten bewaakt werd een wacht, welke „Nog geen berichten vroeg hij flui- to ongeloovig in 't rond. Met een gesmoorden kreet had Visconti hij voor de vertrekken van zijne zuster had sterend aan Giannotto, die achter zijn „Della Scala in Brescia 1" riep hij uit reeds de hand aan zijn dolk geslagen, toen opgesteld. Bij zijn geruischloos naderen stoel stond „nog geen nieuws uit Fer- „gij droomt 1" d'Orléans zich op hem wierp en hem bij traden zij terug en openden de dubbele r^ra Thans was echter het vertrek gevuld de polsen beetgrecp. Visconti zag eerst deur, door welke Visconti binnentrad en „Nog niet, edele heer. Wij kunnen de met een groote mgnigte verschrikte men- hem aan en toen de verschikte gasten, die snel de verlaten wachtkamers doorliep boodschappers ieder oogenblik verwach- schen, die niet tegengehouden konden niet wisten wat er gebeurd was. Toen zette tot hij de kapel bereikt had. Het was er ten. worden. Van alle kanten klonken er on- de kreet, die, niemand wist waar, begon- bijna donker de roode lampen verspreid- De groote zaal lag in een gloed van geluksberichten. nen was, zich verder voort in de zaal 5 den meer schaduw dan licht. Er was bij- kaarslicht, dat duizendvoudig door het „Brescia heden morgen, bij 't aanbre- „Verona is gevallen 1" na geen kleur te zien op de hooge be- prachtige glaswerk en zilver op de tafel ken van den dag stortte Delia Scala zich, „Dat is een leugen 1" riep Visconti met schilderde glazen. Onder een der ven- werd weerkaatst. gloeiende van zegepraal, op de stad neer donderende stem uit. „Het is een leugen 1 sters, het hoofd geleund tegen den ge- De robijnen op Valentine's hals schit- welke hem binnen twee uren in handen Mijn zuster is plotseling krankzinnig ge- beeldhouwden muur, zat Valentine, de terden évenèens. Met een bleek gelaat en viel." worden Die het durft uitspreken, steek handen lusteloos in den schoot gevouwen, flikkerende oogen was zij gezeten aan de „En Visconti dacht dat hij stil aan 't hof ik overhoop 1" Zij droeg een kleed van rood satijn linkerzijde van haar broeder aan zijn der d'Estes zat 1" brak het van Giannotto's „Luister, edele heer", zeide Giannotto, haar kapsel was rii k versierd met paarlen rechterkant zat haar bruidegom, de her- lippen. „luister" en toen hoorden zij, te midden en robijnen. Zij bleef onbeweeglijk zitten," tog van Orleans, een sierlijk jongmensch Terwijl de menigte in de wachtkamer van de plotselinge stilte, het wilde angst toen haar broeder binnentrad. met zwakke oogen en een wegloopende fluisterend aan angst en vrees lucht gaf, geschrei van de bedreigde stad. De lucht was zwaar van wierook en den kin. Zijn dunne, blonde haar was zorg- klonk er nog steeds 't lachen en 't zingen „Verona is gevallen Della Scala is op geur van witte rozen op de altaartrappen. vuldig met behulp van poniade en warme van de feestzaal door. Visconti was nog in weg naar Milaan „Wij wachten op u, Valentine", zeide ijzers in stijve krullen gekapt, zijn snor zalige onwetendheid wie dorst 't hem Visconti. in punten gedraaid en zijn wangen met zeggen wie zou 't wagen hem er mee in HOOFDSTUK XIV. Twee van hare kamervrouwen traden rood aangestreken. kennis te gaan stellen.' n. cv/,p,m,„«>/,nohii Hp We<t-Pnnrt uit 't duister naar voren en fluisterden hem Slechts één enkele maal had Valentine Giannotto begreep wel dat de val van toe, dat zij niets van de prinses gedaan hem aangezien en verder geen acht meer Brescia het laatste moest wezen van een Mastino della Scala lag met zijn troepen konden krijgen. Hij duidde hun echter aan op hem geslagen. Zij liet de blikken waren reeks ongelooflijke feiten, welke zoo snel te Serio, een klein gehucht op een heuvel zich te verwijderen en zeide met zachte over de schitterende, lange tafel, welke hadden moeten plaats hebben. Om een met een sterk gebouwd, doch onbelang- stem de stem van iemand, die zijn zin zich tot aan den ingang, tegenover haar stad te nemen zoo dicht bij Milaan, moest rijk kasteel. Ongeveer 10 mijlen verder lag gekregen heeft „Kom Valentine Denk uitstrekte, terwijl een groote menigte la- Della Scala wel de eene overwinning na de Brescia, in handen van het leger van Julia aan het heerlijke leven, dat zich vanaf keien pages en andere bedienden de gasten andere behaald hebben, elkander zoo snel Gonzaga. Het was slechts een paar weken heden voor u opent. Misschien wordt gij voorzagen. De Fransche hertog onder- opvolgend, dat Visconti het niet had kun- geleden, sinds Della Scala, die eerst Vero- nog wel eens koningin van Frankrijk." hield zich met Visconti en scheen óf te nen vernemen vóór dit laatste feit. Inder- na genomen had, op Milaan was aange- Valentine Visconti geleek echter in on- dom óf te diplomatiek om hare minachting daad vreeselijk nieuws 1 trokken en het Visconti die geheel onvoor- fmukbaren trots en vastheid van wil te op te merken. Wie zou er de feestzaal mee durven bin- bereid was, bijna ontnomen had, Het» veel op haar broeder, dan dat zij zich ge- De feestzaal was thans geheel gevuld nentreden alarm aan Valentine's huwelijksfeest, was dwee naar zijn willekeur zou schikken, alle gasten waren aangezeten. Toen be- Iedereen deinsde er voor terug. nog juist op tijd geschied. Met bijna bo- Zij haatte zijn tirannie en verafschuwde gaf Giannotto zich, achter de dienaren ,,'t Zou gewisse dood zijn", fluisterde venmenschelijke geestkracht had Visconti dit htiw;elijk. Welk een leven zou dit voor om, naar de wachtkamer. Na den luister men en Giannotto zeide glimlachend binnen twee uren tijds de muren weten te haar worden met een echtgenoot, dien zij en de pracht van de feestzaal scheen dit „De hertog draagt wapens die hun doel bewapenen en de stad in staat van verde- niet liefhad, aan een verwaand, verarmd vertrek zoo donker, dat hij binnenkomen- nimmer missen". diging gesteld. Toch was het leger van den hof, te midden van vreemden, ver van de struikelde over een gedaante die op Op dit oogenblik openden de gordijnen hertog van Verona slechts op vijftien mijlen haar eigen land Zij weigerde er zich toe den grond neergehurkt zat. Het was Va- zich en trad een der bedienden naar bui- afstands van Milaan en kwam met den dag te laten dwingen. Zij stond op, met wan- lentine's page die er zat te weenen. ten, zoodat Giannotto, die zich haastig dichterbij. Visconti was plotseling neerge- hoop op hare trekken. „Arme gek 1" mompelde Giannotto., voorover boog, juist een blik kon werpen stort van een hoogte van trofsche zeker- Haar scherp aanziend, bleef Visconti „Wenscht gij uwe betrekking ook te ver- op twee gezichten aan 't verste eind der heid tot een toestand van gevaar. De ste- wachten. liezen evenals uw hart en hij liep met tafel dat van Visconti, lachend zege- den en domeinen achter Milaan tot aan „Kom" zeide hij nogmaals, „de hertog een schimplach langs hem heen Aan- pralend, onbeschaamd schoon, en dat van Turijn, evenals Pavia en Piacenza be» van Orleans wacht op u het feest is ge- stonds bleef hij echter staan, want {lij Valentine, bleek en getrokken, meteen hoorden hem nog toe; doch van Brescia reed." meende in de verte een geluid van stem- gevaarlijke flikkering in de oogen. Toen tot Verona en van Modena tot aan Lom- Voor een oogenblik scheen haar haat men en opwinding te vernemen, wat nog vielen de gordijnen weer toe en kreeg bardije bevond het geheele land, behalve voor hem haar te overmeesteren, een wil- slechts zwak door de open vensters kwam Giannotto een plotselinge ingeving. een paar verspreide steden en forten, welke de aandrang om te weigeren mee te gaan, binnendringen. „Laat het aan mij over, goede vrienden." Visconti's soldaten met wanhoop trachtten Zich aan het altaar vast te klampen, zich Beschaamd aldus gesnapt te zijn, was en hij trad de feestzaal binnen. te behouden, zich in handen van Della op den grond te werpen, wat 't dan ook de page opgestaan. Hij was nog zeer jong „Prinses Valentine zal het bericht ver- Scala en zijn verbondenen. jL'j.doch zij weigerde te gehoorzamen, en voelde zijn leed diep. Nog snikte hij melden 1" was 't in hem opgekomen. „De Zij wist dat hij zijn vader vermoord had toen Giannotto hem toevoegde „Stil 1 hertog durft haar niet aanraken en 't zal Wordt vervolgd). Door W. van Haarlem. Van het half dozijn uitgekozen soj- licitanten voor de betrekking, die de heer Herbert Crimson aange boden had, was Nance Beil de eenige met wie hij meer dan enkele minuten sprak. Het onderhoud duur de bijna een half uur. Ten slotte bood hij haar de betrekking aan, en vertelde haar aan, toen ze zijn aan bod geaceepteerd had, waarom hij haar gekozen had.Eerst schommel de hij een weinig op z'n grooten draaistoel heen en weer het on derhoud vond plaats in zijn weelde rig ingericht privé-kantoor te Lon den vouwde zijn dikke korte handen om z'n knie en staarde dan met z'n levendige bruine oogen in de hare. „Dat is het dus, juffrouw Bell. LI gaat vóór mijn rekening voor zaken naar Schotland, doch het zal u eer der een heerlijk vacantiereisje toe schijnen. Uw getuigschriften waren heel goed. Ik heb uw vorigen werk gever opgebeld en hij vertelde me, dat hij zeer over u tevreden was en u slechts noode had kunnen missen. Om u de waarheid te zeggen, ik heb u eenvoudig genomen, omdat u een heel aantrekkelijke persoonlijkheid bent, en voorts omdat u nog jong bent en heel erg knap ook." Nance bloosde tot achter haar ooren doch de heer Crimson scheen dit niet te-willen merken. „Deze hoedanigheden zijn juist heel-nuttig voor 111e meer dan de Zakenkennis die u mocht hebben. Nu dan Ik zal de meer belang rijke punten nu gaan bespreken, en als u om eenigerlei reden idee hebt zich nog terug te trekken, kunt ti dit gerust doen. Ik heb u reeds gezegd dat ik u ten volste moet kunnen vertrouwen, begrijpt u Nance knikte. „Ja mijnheer Crimson," zei ze. „u weet natuurlijk nog niet of ik uw vertrouwen waardig ben, maar ik beloof u, dat ik over alles het diepste stilzwijgen zal bewaren." Hij keek haar doordringend aan. „Ik geloof u," zei hij langzaam, „anders zou ik het u -niet gaan ver tellen." Hij leunde terug in zijn stoel, stak een sigaar aan, en staarde dan peinzend naar de blauwe rookwolk jes. Er was een oogenblik stilte. Dan begon hij. „In een -eenzamen hoek van Berkhamstead niet ver van de kust, ligt een oud kasteel dat den naam draagt van Wilston-castle, en dat ik in bezit wensch te hebben," zei hij. „Het behoorde aan een man, dien ik voor het eerst op een mijner zakenreizen in Indië ontmoette. Hij was een Ier en heette O 'Connell. Hij was een tamelijk eigenwijze, oude man, doch we werden vrien den en later bezocht ik hem eenige malen op zijn kasteel. Neen, dat is een wel wat te mooie naam, want het is niet meer dan een ruïne te genwoordig. O' Connell woonde daar alleen, behalve een getrouwd paartje, waarvan dc vrouw bij hem als huishoudster en de man als knecht diende. Ze heetten Waldrid- ge meen ik, en zijn misschien nog wel op het kasteel. Nu, er zijn maar een zestal kamers, die be woond kunnen worden en erg ar moedig gemeubileerd zijn. Het hoofdgedeelte van het gebouw is schitterend gelegen op den top van een steile rots, ligt geheel nutteloos cn kan niet {neer hersteld worden. Op zekeren avond echter stierf O' Connell door een *trap van zijn paard. Hij was een heel arm man en leefde altijd bescheiden, en hij liet niets anders na dan de halve ruïne cn de weinige meubelen er in. Roy Peltrish, zijn neef, een jongeman van omstreeks 30 jaar, heeft de ruïne met de meubelen gekregen. Peltrish was vroeger zee-officier, doch werd gepensionneerd, daar hij ten gevolge van een verwonding niet meer voor den dienst geschikt was. Hij verblijft nu naar het schijnt op Wilston-Castle. Men heeft mij verteld, dat hij even arm is als zijn oom was en net genoeg heeft om door het. leven te komen. Ik heb u al gezegd, dat ik de ruïne hebben wil, en u zal zich wellicht al afge vraagd hebben waarom!" „Juistzei Nance glimlachend. Hij lachte grimmig. „Ik ben bang dat ik u teleur moet stellen," ging hij verder. „Wat u te hooren krijgt is heusch niets romantisch. Alleen zeg ik u, dat ik van die plek ben gaan hou den, en dat ik altijd hevig verlangd heb een romantisch en historisch huis in Schotland te bezitten. Het ongelukkige echter is, dat de jonge Peltrish niet van plan is het te ver- koopen, en dat heeft mijn verlangen nog doen toenemen." „Hebt u hem een bod gedaan vroeg Nance. „Ja Ik ben naar Schotland ge gaan speciaal 0111 er met hem over te spreken. Het lukte me echter niet, maar ik sprak met den ouden notaris die de zaken voor Peltrish waar neemt. Die gaf me te verstaan, dat de jongeman zeer zeker geld noodig had, doch dat hij het belachelijke sentimenteele idee in zijn kop ge haald heeft om Wilston-Castle te blijven houden, omdat zijn oude oom O' Connell hem verzocht had steeds op het kasteel te blijven wonen. Ze kenden elkaar nauwelijks. Ik geloof, dat zeelkaar eens jaren ge leden ontmoet hebben. En ze wa ren zeker niet verzot op elkaar, want ik hoorde O'Connell zelden over_zijn neef praten." Crimson schoof zijn stoel terug, stond dan op, wande 1de eenige malen van het venster naar de deur en bleef dan voor Nance's stoel staan. „Uw taak is nu, Peltrish te leeren kennen, en te trachten hem over te halen, het kasteel te verkoopen. Zoo van "buiten af gezien zijn de muren en de grond niet meer dan 15.000 gulden waard, en als hij wil kan hij het me voor dien prijs laten. Maar als het noodzakelijk is, zal ik veel hooger gaan." „Hoe hoog dan wel," vroeg Nance belangstellend. Hij keek fronsend naar z'n si gaar. „Ik wensch niet meer geld te besteden dan hoogst noodzakelijk is," zei hij zak dijk. „Het moet ons al heel erg tegenloopen als hij meer dan 25.000 gulden vraagt, maar u ziet welk een vertrouwen ik in U stel, juffrouw Bell, ik wil des noods tót 30.000 gulden gaan. Ik zal u goed voor uw werk betalen, on danks het feit, dat het misschien niet eens resultaat oplevert. U gaat natuurlijk niet te werk als een zaken vrouw. U komt daar als een rijk touriste, ik zal u genoeg geld mee geven, en vindt de oude ruïne dan een heerlijke plaats, zóó móói, dat u een onweerstaanbaar verlangen krijgt om het te koopen. U be grijpt me toch „Ik denk het wel „U moet me goed begrijpen, dat is hoogst noodzakelijk. Zoo als ik ge zegd heb, kunt u zich desgewenscht nog terugtrekken, doch u hebt m'n aanbod geaccepteerd, en dat betee- kent ook, dat u, indien gewenscht, dezen jongen man ook 'n beetje moet trachten te verblinden. Ik zal u be talen voor uw blikken en.hm. voor uw aantrekkelijkheid. Nu?" Nance's brein werkte vlug. Hoe het kwam wist ze niet, maar ze hield niet van hem. Van den anderen kant bood hij haar eenige weken gemakkelijk werk aan, waar voor hij haar ruimschoóts wenschte te betalen. Drie weken lang was ze al zonder werk geweest, zonder geld cn al leen in het groote LondenCZe was al 23 jaar en had nimmer de roman tische zijde van het leven gekend. Een half vergaan kasteel in de Schotsche hooglanden beloofde ro mantiek en ook: ze had geld en verandering van lucht noodig. Op een zachten avond wandelde Nance, die haar intrek in „Hotel Continental" had genomen, over de heuvelachtige heide in de richting van Wilston-castle. Halverwege kon ze de oude to rentjes van het kasteel reeds zien, en een verlangen naar avonturen greep haar aan. O, als alles naar wensch ging Als ze maar een eenigszins aanne melijk excuus kon vinden, om met Roy Peltrish in aanraking te komen en hem te bewegen de ruïne aan haar te verkoopen. Hoe anders en heerlijk zou de toekomst er dan voor haar uitzien In ieder geval, zou ze het beloof de honorarium van Crimson ont vangen terwijl ze een wettelijk bekrachtigde overeenkomst hadden gesloten/ dat, als de verkoop ge schiedde door haar tusschen- komst, zij een aardig douceurtje Zou ontvangen. Na een lange wandeling kwam Nance, meer dan ooit aantrekkelijk in haar licht japonnetje, haar don kerbruinen fluweelen hoed en witte schoenen, bij een zacht kabbelend stroompje, dat zich in vele bochten en kronkelingen door het bergland schap voortbewoog. Ze moest al haar aandacht be steden aan de los verspreide steenen over den weg, en zag daardoor niet een slanken blonden jongeman, ongeveer een twintig meters van haar af, met een lichten hengel in de hand, die op dit oogenblik zwaar naar beneden boog. Een groote forel speelde met het aas aan de lijn, en de visscher doorleefde spannende oogenblikken. Plotseling struikelde Nance over een der steenen, gaf 'n angstigen gil, en viel op den harden weg, waar door eenige steenen de helling af rolden en met veel lawaai in het wa ter terecht kwamen. Snel stond Nance weer op, en hoorde dan plot seling een stern „Verduiveld 1 Sttffert dat je. Zonder acht op haar bezeerde hand te slaan keerde Nance zich naar den spreker. De hengel was nu weer geheel recht, want de visch, opgeschrikt door de vallende stee nen in het water, had zich van het aas los gerukt. Beiden staarden elkaar verlegen aan. Dan glimlachte de visscher en liep snel langs den glibberigen oever op haar toe. „Ik vraag u beleefd excuus," be gon hij. „Ik had er geen idee van dat het.Nu, eerlijkik weet niet wat ik zeggen moet.Ik ben bang, dat ik u beleedigde maar kon het heusch niet helpen. Als u niet zoo'n lawaai gemaakt had, dan zou ik voor 't eerst in langen tijd eens een grooten visch gevangen hebben," zei hij verwijtend. ,,'t Spijt me erg," zei Nance. „Ik weet niet veel van visschen, maar ik veronderstel dat 't een heele teleur stelling voor u was, om deze forel te moeten laten gaan. U hebt mij excuus gevraagd, nu doe ik het u Ze vroeg zich af of deze bruin gebrande sterke man niet Peltrish zijn kon, met wien ze kennis moest maken. Plotseling merkte hij haar geschaafde en bloedende vingers op en floot zachtjes voor zich heen. „Goede hemel," zei hij dan, „u hebt uw hand bezeerd terwijl u viel. Gaat u maar met me mee, dan kan mijn huishoudster ti wel verbinden. Ik woon hier vlak bij in een betoo- verend oud slot, Wilston-Castle geheeten. Mijn naam is Peltrish." Herbert Cr mson zou de rou tine van :ijn tijdelijke em ployee als tooneêlspeelster erkend moeten hebben, toen ze antwoord de „Mijnheer Peltrish, van Wilston Castle ,v.Maar is het niet luite nant „Alles wat u maar wilt," ant woordde Peltrish. „U we heb ben elkaar nog nooit tevoren ont moet, is 't wel „Neen," zei ze. „Maar ik verblijf in hotel „Continental," en ze pra ten daar natuurlijk heel veel. Ik was zoo vermoeid van Londen, dat ik maar naar Schotland gekomen ben, en toen herinnerde ik me Berk hamstead, omdat iemand me enkele jaren geleden- vertelde dat het een van de mooiste plaatsen aan de westkust was. De menschen in het hotel spraken over uw won- derschoone ruïne. Ze vertelden me dat die heel bezienswaardig was. Maar ze zullen dan toch wel een beetje overdreven hebben. Wilston- Castle kan immers geen ruïne zijn als u daar woont 1 Peltrish had haar nauwkeurig opgenomen terwijl ze sprak. Ze was erg slank, had dikke bruine haren, diepe blauwe oogen en een frissche kleur op de wangen. „Wat ze u van Wilston-Castle verteld hebben is min of meer waar," zei hij. „Er zijn maar een paar kamers waarin men nog kan wonen. Ik voor mij ben er tevreden genoeg mee, en als ik me wat een zaam gevoel ga ik jagen en vis schen. Ik heb het kasteel tot dusver aan geen enkelen vreemdeling kun nen laten zien, als u dus komen wilt, bent u de eerste Wilt u, juffrouw." „Mijn naam is Bellvertelde ze hem. „Ik geloof niet, dat ik u of uw huishoudster behoef lastig te val len om mijn hand. 't Heeft niets te beteekenen. Maar ik zou heel graag het kasteel willen zien, di rect als 't mogelijk is." Ze ging met hem mee, en was heel beminnelijk toen de heer van Wilston-Castle haar door zijn rots kasteel leidde, en haar de schitteren de vergezichten liet zien, vanaf de gekanteelde muren en de schilder achtige maar gevaarlijk uitziende torentjes. Meer dan'n uur lang slenterden ze door de bouwvallen, zelfe door dringend tot een verafgelegen vleu gel van de ruïne, waar vroeger de kerkers waren geweest, doch nu, zooals Peltrish haar vertelde, de eenige bezoekers de muizen en rat ten waren. Ze eindigden hunne wandeling in dat gedeelte van den voorhof, dat John Waldridge, in den loop der jaren, in een mooien tuin vol kleurige bloemen, had we ten om te scheppen. „Een betooverend oud slot, niet waar. was Peltrish het met haar eens. „Het doet me denken aan het gezegde „Als muren eens kon den spreken." Er zijn vele sages over Wilston-Castle in oude geschied kundige boeken, in de oude da gen werd hier veel gevochten en het kasteel werd meer dan eens be legerd. Houdt u er niet Van „Er van houden herhaalde Nance, en staarde vol bewondering, terwijl ze sprak, naar de booge mu ren en wallen, nu donker rood ge kleurd door de ondergaande zon. „Ik heb nog nooit zóó iets ge zien 1 't Lijkt wel een kasteel uit een sprookjesboek. Hij bracht haar terug naar den weg die naar het dorp leidde, stak dan zijn hand uit en terwijl hij haar vriendelijk in de oogen keek, zei hij: „Ik trek me niet veel van de étiquette aan, juffrouw Bell, en as u dit ook niet doet, komt u dan zolo dikwijls als u wilt naar Wilston- Castle. 't Is wel niet groot maar er zijn veel bezienswaardigheden. U hebt misschien nog kennissen hier in het hotel Ze schudde het hoofd. „Neen," zei ze, „ik ben net als u geheel alleen, 'k Dank u wel voor uw toezegging dat ik op uw grond mag wandelen," Gedurende de dagen die nu volg den werkte ze voor debelan gen van den heer Crimson. Met bewonderenswaardige vaardigheid wist ze den eigenaar van Wilston- Castle te overtuigen van haar belang stelling in zijn bezitting. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 12