De Schatkamer
I
wal der stad. d'Orleans was niet rneege- „Dat is mijn wensch", antwoordde Vis- „De prins weet er waarschijnlijk meer zicht ïaat uwe oogten nkt van hem af
iyo i m rlnrli 1' f) *t crr\t>A Kptuaa Irt^ rtalpic arVi- Pfltitl zrt>T\nrr\oA TVJit Hnr4i>t«tlr «ooi1 rid irm Hm wit" «of ah ro/^ tno AA oor t«t ilr ♦ont r» Kort
zweer het u I"
waarop Mas-
was toevertrouwd, iets wat zij vroeger die nog te paard zaten de teugels verza- maakt hebben." tino hem in de oogen zag en niets anders
meermalen gedaan had, voor er zich twist melden. „Kunnen zij, graaf Conrad En is scha-, zeide dan „Ik vertrouw u."
tusschen hen ontsponnen had, in de dagen „Uw helm, edele heer!" riep de page ken uw opdracht?" vroeg Mastino, die Na een oogenblik voegde hij er bij „Gij
toen hij Milaan hield tegen zijn vader en verschrikt uit doch Visconti stoof hem onaangediend de tent binnentrad, ge- weet wat de veiligheid van mijn vrouw
Zij zijn raadgeefster en bondgenoote was. voorbij en holde blootshoofd vooruit, ge- volgd door Tomaso's vader, Giorgio Li- voor mij beteekent en als Carara ons
Wederom zou zij voor eenige korte uren volgd door de Lana en zijn ruiters, een gozzi. Hij was in volle wapenrusting. verraadt zijn wij er bij Deze laatste weken
de macht in handen hebben, want Viscon- wilde mengelmoes van kreten en kleuren. Toen zijn oogen op Vincenzo vielen ver- is hij dag en nacht onder Ligozzi's oogen
ti had er haar nog niet van ontzet ten Giannotto was verstomd in den ingang duisterde zijn gelaat, geweest en nu moet gij mijn plaats in-
minste niet voor het oog van de wereld, blijven staan. Het wilde rumoer dat er „Schaam u, Vincenzo", zeide hij op nemen."
Met bitterheid besefte zij hare hulpe- slechts een oogenblik geleden geheerscht minachtenden toon „gij zijt geen kind Stilzwijgend en met tranen in de oogen
loosheid. Den geheelen dag lang peinsde had, was behalve de echo van kreten en meer om zulke page's streken uit te halen, kuste Conrad Mastino de hand zijn ge-
Zij over middelen om te ontkomen mis- van paardengetrappel geheel verstomd, en 't verwondert mij dat Graaf Conrad moed was te vol om te spreken,
schien zou zij voordeel kunnen trekken „Visconti is gek Hij is bijna ongewa- er u niets van zegt." „Kom edele heer, ^de tijd verloopt
uit den staat van verwarring, die thans pend weggereden", ging het in hem om. Vincenzo stond geraakt op, vermaande Ligozzi, waarop Delia Scala
in Milaan heerschte iets verzinnen, „Ik ben benieuwd wat er gebeuren zal voor „Ga heen en tracht van de soldaten te zich omwendde, doch nog even naar Con-
waarmee zij haar broeder te slim af zou hij van de West Poort terugkomt. De leeren hoe gij u gedragen moet", vervolg- rad omkeek met „Vergeet niet, dat ik u
kunnen zijn. Hare gedachten lieten haar nacht is donker en gevaarlijk En met de Delia Scala met vertoornde blikken, vertrouw u en u alleen Toen viel
geen rust. Het paleis was dicht bij de een nadenkelijken blik op den bewolkten „hoe men met meer waardigheid een lee- de voorhang der tent achter hem neer,
muren. Op het open balkon naar buiten hemel ging Giannotto langzaan naar bin- ren wambuis draagt dan een zijden. Ik Eenmaal buiten vroeg hij aan Ligozzi.
tredend, keek zij door een groep pilaren tien. schaam mij over u, Vincenzo 1" „Zou hij mijn vertrouwen waardig zijn
heen over de platte daken naar het land „Een leeren wanbuis toont zich niet Ik ben er wel toe gedwongen, daar ik
buiten de stadsmuren, waar het naderende HOOFDSTUK XV altijd't beste in tijd van nood, edele heer," niemand anders heb."
leger zich bevond. Het was benauwd in gaf de jongste d'Este tartend en met gloei- Buiten zijn eigen tent vond hij zijne
de lucht. Vanuit de straten klonk het ru- EEN GEVANGENE UIT MILAAN, end gelaat terug. „Geef mij slechts een escorte in gereedheid om hem te begelei-
moer van menschen die haastig bezig kans om te vechten den zijn witte paard werd door Tomaso
waren. De muren stonden vol soldaten. Mastino della Scala toonde zijne krach- Met verzachtende blikken legde Delia aan den teugel gehouden.
„Er zal gevochten worden fluisterde ten. Hij was tot op vijftien mijlen afstands Scala zijn hand vriendschappelijk op den „Misschien zal Carrara wei trouw blij-
Zij in de verte turend, de hand over de van Milaan gekomen en had Verona weer schouder van den kanaap en zeide ken fluisterde Ligozzi hem toe. Mas-
oogen als bescherming tegen den zonne heroverd, hetgeen voldoende geweest was „Gij zijt een d'Este en mijn schoonbroer, tino schudde echter het hoofd met „Hij
gloed, weerkaatst door de rood steenen om het vertrouwen van zijne bondgenoo- Ik twijfel geenszins aan wat gij in een ge- wacht slechts op eene gelegenheid. Het
muren van het paleis. „Gode geve de zege- ten volkomen te rechtvaardigen. Julia vecht zoudt doen doch gij-'moet ook eenigste dat mij troost is morgen weer
praal aan de zijde waar graaf Cónrad vecht Gonzaga's soldaten en die van Ippolito d' leeren hoe u te gedragen gedurende ein- terug te zijn", en zijne blikken rustten
fluisterde zij. Este lagen te Brescia, gereed om ieder deloos wachten dat is veel moeilij- op Milaan. „Het lijkt mij zoo lang geleden
Het was reeds avond toen Visconti te- oogenblik verder te trekken. Della Scala ker," sinds ik naar voor 't laatst zag.! Hare
rug kwam, vermoeid van 't monsteren zij- legerde dichter bij Milaan. De grootste Vincenzo's geraaktheid was weer ver- laatste woorden klinken mij nog in de
ner troepen, welke in een hevige schermuf- helft van zijn macht bestond uit Carrara's smolten, wat hij echter niet wilde toonen ooren „Zoolang gij leeft vrees ik niets"
seling met eenige Veroneesche hulptroe- troepen, die ze zelt aanvoerde. Tusschen voor Conrad. Daarom verliet hij stilzwij- en ik leef nog, Ligozzi 1 soms schaam
pen onder het bevel van Mastino's ver- de twee legers in lag het kasteel van Bres- gend de tent. ik me erover 1"
trouwden aanvoerder Roccia eene over- cia, vroeger nu en dan bewoond, door „Er zit soldatenbloed in, niettegenstaan- „Gij leeft om haar te bevrijden, edele
winning hadden behaald. Barnabas, Visconti's vader, thans een som- de zijn eigenwijsheid, en ik smeek u 't heer 1". voegde Ligozzi hem met zachten
Het paleis, eerst zoo rustig en kalm, fte- bere vesting met een slechte faam, want hem te vergeven, edele heer, want 't is stem toe, waarop Mastino stilzwijgend op-
melde plotseling van menschen en weer- Barnabas, door zijn zoon uit Milaan ver- mijn schuld dat hij niet bezig was. Ik steeg en daarna antwoordde „Ja, daar
klonk met een verward gejuid van stem- dreven, was daar omgekomen met zijne had hem vroeger aan 't werk moeten leef ik voor."
men, kreten en paardengetrappel. Over vrouw aan koorts gestorven heette 't. zettenzeide Conrad. Toen hij zich omwendde zag hij dat "Io-
het voorplein lag een wilde, roode gloed In het midden van Della Scala's kamp Mastino was bezig in de tent rond te maso hem aandachtig stond te beschou-
van toortsen, weerkaatsend op de muren zaten in een prachtige tent Conrad von kijken. Dit was de eerste maal dat hij wen, waarop hij hem lachend toeriep „Ja,
van, het paleis, een spookachtig schijnsel Schulemborgen de jongste d'Este. Het was hier kwam en de weelde van Conrad's gij gaat men ons mee doch haast u wat,
werpend op de griffioenen, welke ter op't slaperige middaguur, de lucht zwaar omgeving stond hem geenszins aan. Wij want de tijd verloopt."
weerszijde van den gewelfden ingang ston- met naderend onweer. Conrad lag op een bevinden ons in een hachelijken toestand, Op dit oogenblik kwam Carrara aan het
'den te grijnzen, op de lange rijen vensters lagen divan met zijn dolk te spelen. Niet- graaf Conrad", zeide hij. „De val van hoofd van een troepje ruiters naar hem toe-
en, voor een oogenblik op het bleeke ge- tegenstaande Della Scala's geluk van wape- Visconti kan voor u niet 't zelfde zijn als rijden. Zijn zwarte oogen schitterden. Rijk
laat van Valentine, die nieuwsgierig naar «en, begon de oorlog dezen luien ridder voor mij noch voor u noch voor iemand gekleed, hield hij een met pluimen ver
beneden keek. reeds te vervelen. Zelfs het gezicht van anders maar toch verbeeld ik mij sierde muts in zijn fijne witte hand.
„Honden van Veroneezen nep Vis- Milaan in de verte, Waar Valentine gevan- dat 't voor u alles waard is prinses Valen- „Vaarwel, Carrara graaf von Schulem-
conti met verwoede blikken op de gevan- gen zat, kon hem niet weerhouden te wal- tine weer vrij te zien." borg is uw onderbevelhebber. Ik laat alles
rijke wapenrusting was ingedeukt en zijn In Delia Scala's leger bekleedde Conrad dat het hare vrijheid geldt riep Con- toe, doch sprak geen woord. Zijn plannen
geborduurde overkleed in flarden ge- de plaats van derde aanvoerder onder rad uit. van verraad waren rijp voor uitvoering
scheurd. Zijn bloed kookte. In een ge- bevel van den hertog van Padua, die on- Hem doordringend aanziend zeide Delia hij kon zijne vreugde bijna niet bedwingen
vecht konden zelfs de Torriani niet zeggen middellijk onder bevel van Mastino stond. Scala: „Ik kom'u een dienst verzoeken wegens zulk een prachtige gelegenheid!
dat 't hem aan iets ontbrak, behalve aan Conrad's waardigheid was echter groo- graaf Conrad noch uw rechterhand Dienzelfden morgen was Visconti's bood-
voorzichtigheid. tendeels een ambt zonder belangrijke noch eenig ander avontuurlijk feit, doch schapper aangekomen. Conrad bleef al-
Zonder af te stijgen ontdeed hij zich van werkzaamheden, want hoewel Delia Scala iets dat even moeilijk zal blijken." leen achter 1
zijn zwaren helm, (net de adder erop als hem warm geprezen had om zijn grooten „Al zou ik van wortels moeten leven ia „Tot morgenmiddag dus" mompel-
teeken van zijn geslacht en gaf dien aan moed, moest hij toch erkennen dat zijn een kerker, ik zal het doen 1" riep Con- de hij, Mastino's laatste woorden herhalend
Zijn page. „Wij hebben Roccia eens la- veldheerstalent niet zeer groot was. rad uit, opgewonden bij de gedachte a3n terwijl hij tem achterna keek, „Eten aanval
ten zien wat wij kunnen doen 1" riep hij Toch vertrouwde Della Scala hem ten een of ander bijzonder wapenfeit, waar- op Milaan binnen een week 1 Krar.kzin-
lachend zijn rijhandschoenen uittrekkend, volle. Geheel vervuld van zijn eenigst mede hij zich zou kunnen onderscheiden, nigheid alles om een onnoozel vrou-
Waar is de Lana doel, gesterkt door zijn overwinningen, Hij stond op zijn zwaard geleund te wach- wengezicht 1 In een week tijds sta ik
Op dat oogenblik trad Giannotto naar vurig wenschende zijn bondgenooten te- ten, toen Mastino hem met een droeven aan de zijde van Visconti."
hem toe, verschrikt rondkijkend. „Wat zamen te houden, had Della Scala nooit glimlach antwoordde „Nog moeiijker Visconti verstond de kunst van omkoo-
hebt gij te vertellen?" riep Visconti ui%; opgemerkt dat Conrad in den krijgsraad dan dat en zoo onaangenaam,'dat ik er u pen en wist ook wie om te koopen v;as,
„op uw bleeke gelaat staat zooveel haast te achter zijn hand zat te gapen, of dat hij niet mee belasten zou als ik 't iemand an- Carrara, die er reeds lang op wachtte,had
lezen om mij te verwelkomen. Laat mij meer belang stelde in kaart- en schaak- ders had kunnen toevertrouwen. Doch gretig het aas verslonden en onmiddellijk
eerst afstijgen.", spelen met Vincenzo, dan in dc bekwaam- alle manschappen hier zijn huurtroepen een boodschap teruggestuurd dat hij bereid
„Hoor mij aan, edele heer, vóór gij at- heid en de discipline zijner manschappen. Kapitein Vanvitelli is ruw en onopgevoed, was zich bij Visconti aan te sluiten en
stijgt vóór gij iets anders doetVoor de vijftigste maa! legde hij het per- Ligozzi gaat met mij mee naar Brescia, Della Scala met minder dan helft der man-
„Gauw dan wacht even, de Lana kament weer neer en Wendde zich toen waar ik onmiddellijk heen moet om met schappen achter te laten. Door weg te
ik moet eerst hooren wat dfr.e schelm te tot Vincenzo, die op den grond lag noten Ferrara te beraadslagen." gaan had Mastino het een kinderspel ge
vertellen heeft." te eten, de schillen werpend naar den „Ik ben maar al te trotscli nn'j van uwe maakt
Giannotto trad dichter op hem toe met schilwacht voor de tent, welke men had bevelen te kwijten, prins," viel Conrad Toen Carrara, verdiept in zijn plannen,
„Hedenmiddag, toen gij met Roccia bezig opengezet om lucht te hebben. Den hem bezield in de rede. naar zijn eigen tent terugkeerde, kwam
waart, kwam Rinalta, de Toscaansche ka- schildwacht te zien opspringen als 't Zich tot Ligozzi wendend, die zwijgend een kapitein der huurtoepen iiaarhemtoe
pitein, de poort binnenrijden. In uwe af- raak",, was hield op 't oogenblik voor achter hem stond, vervolgde Della Scalla galoppeeren met het bericht dat de gevan-
wezigheid braken eenige huurtroepen een Vincenzo meer belang in dan het nemen „Zorg ervoor dat niemand luistert." genen door eenigen van graaf Conrad's sol
der poorten open en vielen, voor men ze van Milaan. Toen Ligozzi verdwenen was en Mas- daten gemaakt in de schermutseling bui
had kunnen afslaan, een huis aan, waar zij '>I!t wilde dat er iemand anders was om tino dichter op hem toetrad, schrok Con- ten Milaan, in het kamp waren aangeko-
eenige gevangenen maakten deze orders te lezen", zeide Conrad. „Ik rad eenigszins over den ernst die op dat men.
Giannotto met doordringende blikken koud niets van dit gedeelte van 't sol- nobele gelaat te lezen stond. De prins „Moet ik ze naar u toebrengen of naar
aanziend vroeg Visconti '„Welk huis? daatje spelen. Wanneer denkt gij dat we greep hem echter vriendelijk bij de hand hem?" vroeg de kapitein,
wat voor gevangenen?" weer eens eene stad zullen nemen, Vin- en zeide „Herinnert gij u de hutten bui- Carrara dacht een oogenblik naeuant-
Giannotto, die van schrik ineen kroop, cenzo?" ten uwe villa en Francisco die u kwam woordde toen „Breng ze naar het kasteel,
antwoordde De West Poort, edele heer „Gisteren hebben zij buiten Milaan, ge- redden? Ik kom u iets zeer belangrijks Ik kom ze dadelijk zelf zien." Over zijn
het huis van Agnolo Vistarnini i" vochten", antwoordde de knaap. „Gij hadt toevertrouwen. Wilt gij mij ter wille van schouder heen keek hij naar Conrad's tent.
Met een kreet van woede sloeg Visconti er bij moeten zijn." Francisco niet beschamen De fraai bewerkte ingang was gesloten
met de einden van zijn teugels naar hem „Ik verzocht den prins mij te laten gaan, „Ik zal u trouw zijn tof :n den dood, de zwart en gele adelaars hingen slap neer.
toe. „En dat hoor ik nu pas!" doch ik werd, als gewoonlijk, bevolen op prins 1" riep Conrad uit. Er was geen spoor te bekennen van den
„Men vond het niet belangrijk genoeg, mijn post te blijven," waarop Conrad „Morgen zal ik uit Brescia terug zijn jongen Duitscher.
edele heer. Had ik prinses Valentine soms nle' een zucht van miskende deugd op- met d'Este, om tezamen een aanval te De hertog van Padua glimlachte,
kunnen zeggen dat gij meer waarde hecht stond en de punten van zijn rooskleurig* wagen op Milaan en deze stad, naar ik „Zijn dat de gevangenen vroeg hij op
aan eene poort dan aan een andere? Ik ver- wanbuis recht trok. hoop, in een week veroveren. Omdat het een paar man wijzend, die door eenige
zocht haar 't u te laten weten ik ver- «Gij verzocht den prins—" hoondcVin- noodzakelijk is en 't niet anders kan, laat soldaten bewaakt werden,
zocht 't aan iedereen doch kon ik hun cenzo; „gij hadt ongevraagd moeten gaan." ik Carrara voor dien tijd met het opperbe- ..Ja, edele heer. Wij hadden de poort
vertellen waarom ..Een aanval op de muren dat is wat vel achter de troepen zijn bijna allen bijna open, toen er een troep soldaten
Op datzelf.de oogenblik kwam de Lana wij moesten doen en niet dit eindelooze zijn eigen soldaten doch," zijn stem «P ons afkwam, en er een woedend ge-
berichten „Er zijn meer manschappen wachten en schermutselen. Ik snak er werd nog zachter „ik vertrouw hem vecht ontstond. Wij werden teruggedreven
noodig aan de West Poort de Duit- n.aar niijn degen te trekken om mijne ge- niet volkomen ik twijfel aan zijn eer- en in hun overmoed volgden deze kerels
schers zijn weer teruggekeerd. Ik ga hen liefde prinses Valentine te gaan bevrijden 1 lijkheid. Ik ben niet geheel zeker van de °'js te ver buiten de muren. Toen keerden
aanvoeren." Doch de prins wijze waarop hij gebruik zal maken van wij ons om en namen ze^ als losgeld mee.
„Neen ik ga hen aanvoeren 1" riep «Gij behoeft er mij niets van te vertel- mijne afwezigheid. Daarom en hij Zij schijnen het waard."
Visconti uit. len.!" zeide Vincenzo. „Mastino preekt legde zijn hand op Conrad's schouder, „Ik ga ze zelf monsteren zeide Car-
„Gij, edele lieer vroeg de Lana ver- altijd voorzichtigheid en dat begint „belast ik u in werkelijkheid met de ver- rara plotseling en reed op hen af.
baasd. „Het is niet noodig." «nii vervelen." Mitwoordelijkhefd, Houdt hem in 't ge- (Wordt vervolgd.)
2) Doop W. van Haarlem.
Ze moedigde hem aan er over te
spreken en ook over zichzelf, en
met een geslepenheid waarover ze
zichzelf beschaamd gevoelde, dwong
Ze hem bijna, haar zijn armoede te
bekennen.
Ze waren spoedig vrienden ge
worden en Nance verloor dra de
liefde vpor haar werk. Meer dan
vier jaar was ze op een zakenkan
toor geweest, en gedurende deze
vierjarige ondervinding was ze tot
de overtuiging gekomen, dat een
zakenovereenkomst eens geaccep
teerd, wat er ook gebeurde, tot een
goed einde gebracht moest worden.
Ze had Herbert Crimson haar woord
gegeven, zijn betalingen aangeno
men, en moest, als 't mogelijk was
ook dat geld werkelijk verdienen.
Op een heerlijken avond, ze
verbleef al reeds meer dan tien da
gen in hotel Continental vertelde
ze Peitrish, na lang aarzelen, dat ze
Wilston-Castle van hem wenschte
ie koopen. Peitrish had haar een goe
de gelegenheid gegeven, want hij
had een weinig gebromd over eenige
betalingen, en de leegte die daar
door moest ontstaan in z'n. porte-
monnaie. Ook had Nance hem door
laten schemeren, dat ze, hoewel ze
in een eenvoudig hotel verbleef en
geen dienstpersoneel bij zich had,
zich nooit ongerust behoefde te ma
ken over geld.
„Ik zou graag willen, dat u mij
liet kasteejl over deed," pleitte ze,
„ik weet niet welken prijs u vraagt,
maar ik geloof niet, dat we daarover
Zullen struikelen. Nu, wat denkt
u er van
Ze sprak er luchtig, zelfs vroolijk
over, en trachtte hem er op te wij-
Zen, dat deze romantische ruïne,
die haar zoo bekoorlijk voorkwam,
in 't geheel geen plaats was voor een
jongeman om er z'n geheele leven
in door te brengen. Het kostte
haar moeite hem te bedriegen.
Reltrish hoorde haar glimlachend
aan en schudde het hoofd.
„Als ik de ruïne wou verkoopen,
was u de eerste die ik haar zou aan
bieden," zei hij. „Ik weet niet wat
het is, maar ik voel me tot de oude
plaats aangetrokken, 't Zijn ge
voelsredenen en luiheidmis
schien ook wel, omdat ik me zelf
te goed ken
„Kent u uw zelf zoo goed
„Ja Wat ik bedoel, is dit
op het oogenblik heb ik een huis,
al is 't dan ook een ruïne. Wilston
Castle is van mij, en al deze bos-
schen. Indien ik er ik weet niet
hoeveel het waard is, laten we zeg
gen vijf en twintig duizend gulden
voor zou krijgen, zou ik die moge
lijk door een of andere stommiteit
weer kwijt raken, en dan ben ik
er nog slechter aan toe dan nu."
„Nu, ik wil er u voor 't oogen
blik niet verder om lastig vallen,"
Zei Nance, terwijl ze hem met hare
diepe blauwe oogen onderzoekend
aankeek. „Maar ik zal er toch nog"
wel eens over beginnen. U kunt
er dus op voorbereid zijn. Ik wil
nu eenmaal dit kasteel in eigendom
hebben."
Drie dagen later drong het tot
haar door, dat ze om niets ter we
reld zoo veel gaf als oin Roy Pei
trish. Ten slotte deed hij haar een
aanbod dat haar ten zeerste ver
baasde.
„Eenige dagen geleden," begon
hij, „vroeg u mij het kasteel aan
u te verkoopen. U zei, dat u er van
hield en uw hart er opgezet had
het in eigendom tc krijgen. Nu, ik
wil het u niet verkoopen, maar om
dat er iets met me gebeurd is,
waarvan ik nooit gedroomd heb
dat het gebeuren zou, bied ik u Wil
ston-Castle voor niets aan. Aan de
overname is natuurjijk een voor
waarde verbonden."
Ze staarde hem aan, geheel ver
baasd, en scheen dan in zijn oogen
te lezen wat er in hem omging.
„Wat bedoelt u," fl&isterde ze.
Hij aarzelde, doch greep dan
al z'n moed bijeen.
,,'t Is het eenvoudigste ding van
de wereld, en toch weer verreweg
het meest belangrijke. Ik weet niet
waar ik den moed vandaan haal
om zoo iets te zeggen tegen een
schatrijk meisje maar ik trek
me van al dat geld niets aan. Ik be
min u Ik wou, dat ik 't niet deed.
Maar ik heb u lief, en ik wil de kans
om óók eens gelukkig te zijn niet
zoo direct laten varen. Als je ook
een beetje om me geeft.Nance
nu danis het kasteel je
huwelijksgift. Lieve
Hij nam haar handen in de zijne,
en dwong haar naar hem te kijken,
maar ze wilde niet. Alles scheen
haar voor de oogen te dansen. Hij
had haar lief en zij hem. En tus
schen hen in was een klove, die niet
te overbruggen scheen. Nance wist
niet of (leze klove haar leugen of
Herbert Crimson was. Ze besefte
dat een geheel onverwachte hinder
paal was opgerezen, en dat wat haar
een gemakkelijke opdracht had ge
schenen, was plotseling veranderd
in een moeilijke zaak. Z,e had haar
plicht te doen voor haar werkgever
en haar plicht was Wilston-Castle
voor hem te koopen. Als ze Roy
Peitrish' liefde aannam, of als ze
hem bekende ook hem lief te heb
ben, dan was het contract met Crim
son verbroken. Of ze zou het ver
trouwen van Crimson niet waardig
blijken te zijn, óf zij zou den eigena
res worden van het kasteel, dat ze
voor Crimson moest koopen. Alles
dwong haar naar den man, die ten-
koste van zijn trots, een vrouw had
aangezocht te doen wat hij zelf
niet goed kon volbrengen.
Eindelijk stamelde ze, nog ver
ward
„Oik wistik wou
dat ik wat zeggen kon. Ik houd heel
veel van umeerdan ik u
zeggen kanMaar
„Is er een maar?"
„Ja, die moet er zijn. Ik kan u
niet zeggen, dat ik u liefheb, noch
dat ik u trouwen wil. Misschien
in de toekomst.... ik weet het
niet.... Heusch mijnheer Pei
trishspreek er niet meer over.
Laat ons vrienden blijven."
„Ik moest het u niet verteld heb
ben," zei hij. „Ik had er geen recht
toe. Bij u vergeleken ben ik niet
meer dan een bedelaar. In een
oogenblik van.... Och 't komt er
ook niet op aan ook. Maar wat ik u
gezegd heb, was waar. Ik heb u lief,
met al de kracht die in mij is. Niets
ter wereld kan dit veranderen
U is wonderlijk.... zelfs om nog
naar me te willen luisterenIk
zal wachten dan. U gaat toch nog
niet naar het Zuiden
Ze schudde het hoofd.
„Neen ik blijf nog in „Continen
tal." Ik hoop nog altijd dat ik u
kan bewegen Wilston-Castle aaiwnij
te verkoopen. U moet niet denken
dat ik ongevoelig ben om zooiets te
zeggen. Ik zeg het alleen, omdat.
omdat..o.omdat ik iets zeg
gen moet. Ik ben er zoo trotsch en
zoo blij om.... dat u waf om mij
geeft.... Zóó blij.... dat ik...,
wel wil gaan schreien..om.
„Om 's hemelswil doe dat niet
verzocht Peitrish. „Ik ben u heel
dankbaar dat u alles zoo opgeno
men hebt, en ik beloof u, als we
elkaar weer ontmoeten, dat ik heel
bescheiden zal zijn."
Nance was zeer terneergeslagen
toen ze enkele uren later n brief
schreef aan Herbert Crimson, waar
in ze hem berichtte dat Peitrish
ondanks alles, niet te bewegen was
Wilston-Castle te verkoopen.
Ze schreef
„Ik wil uw vertrouwen waardig
blijken te zijn en vertel u dan ook
precies, hoe de zaken op hel oogen
blik staan. Luitenant Peitrish heeft
mij gevraagd zijn naam aan te no
men, en ik had hem zeker aangeno
men, was ik niet aan het contract
en de daarin vermelde bepalingen
gebonden geweest. Toen ik er bij kern
op aandrong mij het kasteel te ver
koopen zei hij, dat hij dit niet doen
wildemaar hij bood het mij als
huwelijksgift aan.
U begrijpt welj dat de zaak
nu een geheel 'andere wending
gekregen heeft en dat ik nauwelijks
weet wat te beginnen. Echter kunt u
er natuurlijk zeker van zijn, dat ik
met niemand over onze overeen
komst spreken zal, maar u zoudt mij
ten zeerste verplichten, indien u
haar wilde ontbinden, daar het ge-
we nschte succes, nu toch moetAuit
blijven.
Ik zal geen verdere Stappen doen
alvorens uwe nadere berichten ont
vangen te hebben, of Luitenant
Peitrish moet van gedachte veran
deren en het kasteel nog willen ver
koopen, Verder veronderstel ik dat u
er geen bezwaar tegen zult hebben
als ik later, nadat het contract ont
bonden is, alles aan Luitenant
Peitrish uitleg.
Nance was somber gestemd na
dat ze den brief gepost had. Ze was
bekend met de wijze waarop Crim
son zaken deed, en gevoelde dat
Crimson niet zonder meer het cón-
tract verbreken zou. Ongetwijfeld
zou hij haar per keerende post een
boozen brief doen toekomen en
haar yerwijten, dat ze gewerkt had,
zooals haar het beste voorkwam, en
zijn wenken en aanwijzingen in
den wind geslagen had.
Op den middag van den volgen
den dag ontving ze een telegram.
Kom Woensdagmorgen aanZal
u bij lunch in hotel ontmoeten.
CRIMSON.
Ze voelde zich onpleizierig ge
stemd in 't vooruitzicht van deze
oritmoeting, maar het ergste vond
ze nog wel, dat ze Peitrish vertellen
moest, dat ze hem voorgelogen had,
en dat hij haar wellicht verachtelijk
dc deur zou wijzen. Dien dag ging
ze niet meer naar Wilston-Castle.
Ze werd Woensdagmorgen heel
vroeg wakker en ging een groote
wandeling rnaken vóór Crimson
nog aangekomen was.
Zenuwachtig, en toch moedig,
keerde ze 's middags ongeveer één
uur naar hotel Continental terug,
en vernam, dat de heer Crimson,
die naar haar gevraagd had, onge
veer een uur geleden vertrokken
was en enkele boterhammen voor
lunch met zich had meegenomen.
Mijnheer zou vroeg in den mid
dag terug komen, verklaarde de
höteihouder, en zou juffrouw Bell
dan gaarne willen spreken.
Nance at maar weinig, en nam
dan plaats in een ligstoel in den
grooten tuin achter het hötel, en
trachtte een weinig te lezen. Doch
het was haar onmogelijk de letters
schenen haar voor de oogen te dan
sen, haar hart klopte onrustig en ze
besloot den haar nu goedbekenden
weg naar Wilston-Castle op te wan
delen.
Ze kon misschien een paar kilo
meters geloopen hebben toen ze
plotseling bij een bocht in den weg
voor Crimson kwam te staan. Hij
was gekleed in een licht zomercos-
tuum en hield z'n pet in de hand.
Het zweet stond hem op het voor
hoofd en tot Nance's verwonde
ring scheen hij in een zeer genoeg
lijke stemming te zijn.
„U, juffrouw Bell," riep hij uit,
toen hij haar herkende. „Dat is een
verrassing. En hoe gaat 't met u?"
„Dank u.heel goed," zei ze.
„U ziet er ook gezond uit, mijnheer
Crimson. Een geheele nacht reizen
in den trein, heeft u dat niet ver
moeid
„Ik heb d?n geheelen weg gesla
pen," verklaarde hij. „De lucht is
anders zuiver hierkom, laten
we hier op de bank gaan zitten
tusschen varens en klaprozen....
we kunnen hier even goed praten
als ergens anders,**
Hij scheen geen acht op haat
zenuwachtige houding te slaan.
Toen beiden gezeten waren, begon
hij dadelijk over de zaken te spre
ken.
„Laten we nu alles eens goed be
spreken," zei hij. „Toen ik met u
in Londen sprak, vertrouwde ik u
en wist, dat u dat vertrouwen waar
dig zou zijn. Ik zie nu, dat ik mij
niet in u vergist heb, nadat ik uw
openhartigen brief ontvangen heb.
Menig meisje in uw plaats zou me
bedrogen hebben. U hebt het mij-
alles zonder omwegen uitgelegd, en
ik bewonder u daarvoor. Ik ben
vanmorgen naar Wilston-Castle ge
weest en ofschoon Luitenant Pei
trish niet aanwezig was, liet Wal-
dridge me enkele uren door de oude
ruïne dwalen. Ik vind de ruïne
heerlijker en mooier dan ooit tevo
ren en ber. daarom des te begeeriger
geworden het kasteel in eigendom
te verkrijgen. Dat denk ik er nu van
en nu zou ik graag alles van u willen
weten. Achteraf is het nogal tamelijk
moeilijk om alles duidelijk in een
brief uiteen te zetten, en dit is
juist een heel bijzonder geval.
Spreekt u openhartig alstublieft.
Vertel me nauwkeurig wat er tus
schen u en Luitenant Peitrish is
voorgevallen."
Eerst aarzelend, maar dan zeker,
vertelde ze v^n hare ondernemingen,
hoe het kwam dat ze de overeen
komst was gaan haten, maar on
danks dit, het vertrouwen van haar
patroon waardig wilde zijn. Ze zei
hem verder hoe de vriendschap,
die tusschen haar en Peitrish ont
staan was, voor een diepere gene
genheid had plaats gemaakt, en
waarom ze een direct antwoord op
zijn aanzoek niet had kunnen ge
ven.
Toen ze geëindigd had, dacht
Crimson, met de handen voor z'n
oogen, eenigen tijd diep na.
„Ik dank u," zei hij dan eensklaps
zich naar haar toekeerend. „Ubent*
openhartig geweest juffrouw Bell.
Ik wou, dat u een aanbod van mij,
om vast in mijn dienst te blijven, wil
de aanvaarden. U bent een helpster
die ik maar noode zou willen mis
sen. Maar u zult wel verwonderd
wezen als u hoort wat ik, gewone
koude zakenman, u nu ga vertellen.
t Om u de waarheid te zeggen, ik
vind dat gij beiden gelijk en toch
ook weer ongelijk hebt.
Ik wil het kasteel hebben
maar als ik nu tegelijk u en Pei
trish kan helpen, zou ik heel blij
zijh. Nu luister oplettend
Zooals ik gezegd heb, ben ik na
eenige jaren nog eens het kasteel
gaan bekijken en het trekt me nog
altijd onweerstaanbaar aan. Als
u en Peitrish elkaar liefhebben
dat beteekent hmtrou
wen en trouwen dat kost
geld,hmenne zonder geld
kan je niet leven! Zooals de dingen
er nu voor staan, bent u door uw
eens gegeven woord aan mij gebon
den. Ik begrijp natuurlijk wel, dat
u uw woord kunt breken.maar
ik ben er zeker van dat u dit niet
zult willen doen."
„O neen zei Nance.
„Prachtig. Nu, ik zal alles heel
makkelijk voor u maken. U voelt,
zooals u mij vertelt hebt, groote
spijt, dat u Peitrish zoo voorgelogen
heeft. Nuu kunt de zaak nu in
't reine brengen.
„Ga naar het kasteel toe....
directen als Peitrish nog niet
thuis iswacht hem dan op. Leg
al uw kaarten maar op tafel. Zeg hem
dat uw geweten is gaan werken
ennehmwaarom vertel
alles.... dat u voor mij gewerkt
hebt en daardoor aan de overeen
komst gebonden was dat u 't hem
niet heeft durven zeggen dat u
hem lief hebt en met hem wilt
trouwen. Zeg hem precies hoe u er
voor staat en dat u heel erg arm is
nog armer dan hij.en dat
er geld noodig is om te trouwen."
(Wordt vervolgd.)