B A ■P w PASTOOR SONDAAL. PASTOOR H. J. G. SONDAAL w, Wk 3të W, >K W, '0. NIEUWE HAARL. COURANT Tweede Blad Zaterdag 1.4 Augustus 1926 Zilveren Priesterfeest van den Zeer Eerw. Heer A. J. M. v. MEEUWEN, PASTOOR TE HEILOO. Het Zilveren Priesterfeest van Rector J. C. AALBERSE mm )!Ö0GfiGflÖïÖiÖ&lÖ9ö8 Pastoor CIELON. R. K. Indische Leergangen. MARIA HEMELVAART. KERK EN SCHOOL. Mgr. P. Benedetti. FEUILLETON. Misdaad en Goeie. Aan een goede traditie getrouw, huldigen wij ook dit jaar wederom de jubileerende priesters uit de streek, waar de Nieuwe Haarlemsche Courant haar lezers telt. Het zijn er ditmaal vier: de pastoors van St. Jozef te Haarlem, van Heiloo, van Wijk-aan-Zee en rector Aalberse van het Haarlemsche Weeshuis. Gelijk men een feest van een naaste familielid inniger meeviert dan dat van een goeden buur of kennis, zoo zal ieder het billijken, dat wij de herdenking van onze zilveren priester-jubilarissen openen met een woord over pastoor Sondaal, die met onze courant en met heel de naamlooze vennoot schap „de Spaarnestad" in zoo nauwe be trekking staat. Hoewel het zingen van zijn lof ons van heeler harte afgaat, gevoelen wij ons toch beschroomd om zijn persoon in het openbaar naar voren te brengen, wetend, dat die openlijke, persoonlijke huldiging voor den jubilaris de eenige schaduwzijde is aan zijn priesterfeest. Want bescheidenheid, echte, zuivere bescheidenheid, is wel een der hoofd trekken in de figuur van dezen beminnelijken en zoo algemeen beminden priester. Wij wil len die oprechte bescheidenheid dan ook zoo min mogelijk geweld aan doen en ons be perken tot het brengen van het minimum van den tol van waardeering en dankbaar heid, waarop wij ons op dezen dag verplicht achten. Hubertus, Carolus, Joannes Sondaal werd te Amsterdam geboren. Zijn priesterlijke loopbaan toont het beeld van een rustigen, zekeren opgang. Na zijn wijding in 1901, was ook haar moeilijke, materieele zaken, de zor gen voor den bouw en de groote uitbreiding van haar mooie stichting aan de Kamperlaan en voor haar andere huizen deelde, en er in opging zonder ooit maar een oogenblik te verslappen, wij zouden de perken, die wij ons gesteld hebben verre te buitengaan. Toen kwam, nu bijna twee jaren geleden, de benoeming tot pastoor van de St. Jozef parochie te Haarlem. De grootsche wijze, waarop thans aan de Jansstraat wordt feest gevierd, alsof daar gejubeld werd om een herder, die men al reeds een kwart eeuw en niet nog slechts twee jaar in zijn midden heeft, toont wel, hoe zegenrijk het pastoraat van pastoor Sondaal is. Met de oprichting van de Algemeene R. K. Propagandaclub, waarvan hij de algemeene adviseur is, toonde hij dadelijk zijn voornemen om zooveel moge lijk nieuw vuur in het openbaar leven te bren. gen, door godsdienstige verbetering van den enkeling. Daartoe riep hij den leek naast den priester op. En met dien echten priester- ijver, nimmer verflauwend en steeds vinding rijk, ziet de St. Jozefsparochie, ziet Roomsch Haarlem hem dagelijks arbeiden, In die lijn ligt ook zijn nimmer falende belangstelling voor de Katholieke pers en aan dien ijver is het ook te danken, dat hij, naast de vele beslommeringen van zijn priesterlijk ambt, de zware taak van censor van alle uitgaven der Drukkerij de Spaarnestad en de plichten van het commissariaat dier Vennootschap met onverflauwde toewijding blijft vervullen. St. Josef's parochianen en honderden daar buiten vieren thans feest en terecht bij dit priesterjubileum, een feest, dat de gewone imiiiuniiMgiiiiiiiiiMMMaiiiiiiiiiiiniiiiMiiiiiiiiiiiuiiiHiniiuiiiiiiiMi^ PASTOOR SONDAAL. InllM!l!:linillll!IIUI!!M!IMI!IIMIini!ltlliMIM!l»l!M zijn eerste standplaats dadelijk in het groote Rotterdam, in de St. Hildegardisparochie. Daarna werd kapelaan Sondaal in 1908 over geplaatst naar de St. Jozefkerk te Haarlem, uit welken tijd nog vele Haarlemmers dank bare herinneringen aan hem hebben, gedach ten van waardeering voor den vurigen, n^e- levenden, steeds voor ieder gereed staanden jongen priester. Maar de sterkte van geest en ziel was grooter dan de physieke kracht, waarom onze Geestelijke Overheid hem een schijnbaar rustiger werkkring als rector van de Mariastichting aanwees. Wij allen, die „rector Sondaal" daar heb ben gekend, glimlachen nu om dien „rustigen werkkring. Was er een priesterhuis in Haar lem, waar de bel meer over ging, dan aan de deur van bet verscholen huis aan den Heyt- huyzerweg? Hoeveel vrienden heeft „de rector" zich daar niet gemaakt! Was hij niet de groote vraagbaak voor ontelbaar velen niet enkel in maar ook buiten, ver buiten Haarlem? Hoewel geen adviseur van eenige sociale vereeniging, hoewel practisch staande buiten het openbare leven, trok zijn bemin nelijke en altijd bereidvaardige persoonlijk heid raad-zoekenden van overal, zoodat hij zijn vrienden en dankbare vereerders telt tot ver buiten ons Bisdom. Het is dan ook ge heel overbodig den lof van „den rector" der Mariastichting en directeur der zusters van de Congregatie van Salzkotten te zingen Honderden zieken en hun familieleden, die in ons prachtig Roomsche ziekenhuis verpleging vonden, hebben den roep van den geestelijken ziekenvader verder gedragen. Wie kon beter troosten, wie inniger meeleven, hartelijker meevoelen met lichamelijk, maar vooral ook met geestelijk lijden, dan hij? En de Mariastichting zelf en de congregatie der zusters, die nu al negentien huizen in ons Bisdom tellen? Mochten wii de zusters laten spreken over haar geestelijken leidsman, die In deze enkele regels hebben wij gepoogd het belangrijk werk van rector Aalberse, vooral op het wetenschappelijk terrein te schetsen. Uit den aard der zaak, moet zulk-een op somming onvolledig genoemd worden, om dat veel, we mogen wel zeggen, zeer veel gedaan wordt, zonder dat het oog van de wereld er op valt. Doch deze enkele memoreering van de feiten, die de meeste bekendheid genieten moge het waardevolle werk, van den jubila ris in het daglicht stellen. Daarom ook zal het de aangename plicht zijn van een ieder, die het werk van den lubilaris meer van nabij kent, hem op den dag van morgen daarvoor te huldigen. En die waardeering zal hem zeer zeker niet onthouden worden. maat van een zilveren Herdenking verre overschrijdt. Hoe kan het anders? Onze dankbaarheid grijpt eindelijk de gelegenheid aan om een priester te huldigen, wien wij zoo gaarne eens een openlijk blijk van hulde wil len geven en die zich daaraan tot nog toe altijd te onttrekken wist. Maar laten wij bij ons feestvieren vooral handelen in den geest van den jubilaris door het opzenden van een gebed tot Hem, Wiens nederigen en onvol- maakten dienaar hij zich zelf noemt, een ge bed om kracht en sterkte en gezondheid, ten einde den zwaren en verantwoordelijken last yan het priesterschap nog vele jaren te mogen dragen, zijn parochianen tot geestelijk en tijdelijk nut en zich zelf tot eeuwig heil! In het St. Jacobs Godshuis te Haarlem is het morgen groot feest. Immers de Zeer- Eerw. Heer Rector J. C. Aalberse viert zijn Zilveren Priester-jubileum. Voor het Bestuur en de verpleegden van het Godshuis een welkome gelegenheid om den priester van buitengewone talenten te huldigen. Rector Aalberse werd geboren te Leiden 11 Juli 1877 en Priester gewijd 15 Augustus 1901. Zeer kort na zijn priesterwijding werd ZijnEerw. benoemd tot kapelaan te Spier dijk op 27 Augustus 1901. Achtereenvolgens was rector Aalberse ka pelaan te Leimuiden van 5 Dec. 1904 tot 8 Nóv. 1907, kapelaan te Krommenie van 8 j Nov. 1907 rot 3 Oct. 1910. kapelaan te Am- Rector J. C. AALBERSE. sterdam (parochie H. Vincentius a Paulo), van 3 Oct. 1910 tot 24 Dec. 1910; kapelaan te Hoogmade, van 24 Dec. 1910 tot 11 Febr. 1917; waarnemend pastoor te Noorden, daarna weer in bediening te Hoogmade, van waar hij na den dood van Rector Seuter, die den onvergetelijken rector Goes had opge volgd, en slechts kort zijne functie vervuld had, tot rector werd benoemd van het St. Jacobs Godshuis te Haarlem. In die functie is rector Aalberse reeds sinds 5 Jan. 1918 werkzaam. Waar de rectorale arbeid en bemoeiingen binnen de muren van het Godshuis steeds het interne leven betreffen zou het niet pas send zijn deze in 't openbaar te huldigen. Toch mogen wij niet nalaten er den nadruk op te leggen, hoe rector Aalberse in dezen werkkring zich steeds geeft met al de warmte en volle toewijding van zijn priesterlijk ge moed en hoe hij steeds met nauwgezetheid waakt voor de geestelijke belangen van ben, die aan zijn priesterlijke zorgen zijn toever trouwd. Uit den aard van de bediening, door rec tor Aalberse uitgeoefend, geschiedt zijn ar beid voor het Godshuis bijna altijd buiten het oog der wereld, doch meer op den voor grond tredend is zijn sociologisch werk. Het is toch bekend, hoe de jubilaris, zich steeds gaarne bezighoudt mét velerlei stu diën, voornamelijk op sociologisch gebied. En deze studiën zijn van zulk een ver strekkende beteekenis geworden, dat de genen, die rector Aalberse en zijn weten schappelijk werk meer van nabij hebben be schouwd als hun meening te kennen geven dat het de bewondering, afdwingt, hoe rec tor Aalberse op de hoogte is van bijna alles, wat op sociaal gebied gesproken en geschre ven wordt, en dat niet alleen van Katholieke zijde, ook door andersdenkenden en tegen standers van de Katholieke principes. Hoezeer de gedegen kennis van rector Aalberse op sociologisch gebied dan ook erkend werd, bleek wel uit het feit, dat, toen zijn broeder, oud-minister Aalberse, het mi nisterschap van Arbeid, Handel en Nijver heid aanvaardde, de hoofdredactie van het beteekenisvolle katholiek sociaal Weekblad aan rector Aalberse werd opgedragen, Gedurende het geheele ministerschap van zijn broer, dus gedurende zeven jaren, voer de rector Aalberse met veel talent, ijver en groot succes de hoofdredactie, totdat nu onlangs oud-minister Aalberse de leiding van het Weekblad weder overnam. Naast deze groote beteekenis van den so- ciologischen arbeid van den jubilaris, mag rector Aalberse ook op onderwijsgebied een deskundige genoemd worden. Immers door Z.D.H. den Bisschop is hij aangesteld als Bisschoppelijk Inspecteur van alle R.K. scholen in het dekenaat Haarlem. Hei St. Jacobs Godshuis is ten slotte in wijden omtrek zeer bekend om zijn drukkerij en uitgeverij, waar menig werk op Katho liek terrein het licht ziet. Bijna geen werk van eenige beteekenis gedrukt in de drukkerij van het St. Jacobs Godshuis verschijnt er, of het heeft hetzij de medewerking hetzij de censuur van den veelzijdig ontwikkelden rector. Men schrijft ons uit Heiloo Morgen, 15 Augustus, viert onze beminde Herder zijn zilveren Priesterfeest en de gehee le parochie in al haar schakeeringen viert mee feest, 'tls een dag. welke onvergetelijk zal zijn de parochie geeft zich geheel en al om te toonen, hoe hoog Pastoor van Meeuwen bij haar staat aangeschreven. 't Is nog pas kortelings, een kleine drietal jaren, dat Pastoor van Meeuwen door Mon seigneur naar hier gezonden werd om de parochie tot leidsman te zijn. Maar in die korte spanne tijds wist de Zeer Eerw. Heer van Meeuwen aller harten te winnen door zijn energiek optreden in de verdediging van onze heiligste rechten. Als een „Pastor bonus" heeft hij de parochianen aangenomen als zijn kinderen, voor hen werkend en zwoegend dag en nacht. Zeker, de critiek is hem, evenals anderen, niet onthouden gebleven, maar ondanks dat is hij destemeer geworden de leidsman naar wien allen gaarne luisteren en wat meer is, dien allen zoo gaarne volgen. Kortom de nieuwe, onbekende pastoor is geworden de algemeen beminde Herder zij ner kinderen. Onze Pastoor weet zoo goed dat de moei lijkheden er alleen zijn om overwonnen te worden. Daarom, wanneer pastoor weet, Pastoor A. J. M. v. MEEUWEN. dat zijn ideeën goed zijn, dan werkt hij aan de volvoering er van met de onverzettelijk heid hem eigen. De glorie van God en het heil van de hem toevertrouwde parochianen gaan bij hem boven alles. Dat is zijn levenstaak. Toen Pastoor nog slechts eenige maanden hier was, onderging het kerkje ongemerkt groote veranderingen. We behoeven slechts te wijzen op de aanschaffing van verschillen de versieringen in het Priesterkoor, het prach tig beeld van de H. Maagd Maria als Onze Lieve Vrouwe ter Nood, de meer doeltref fende plaatsing van den predikstoel en ten slotte de schoone, kunstrijke voorstellingen van den H. Kruisweg. Maar al deze verande- AAN MIJNEN HOOGGEACHTEN VRIEND BIJ ZIJN ZILVEREN PRIESTERFEEST. 't Zijn vijf-en-twintig jaar, sinds Gij mét reine handen Uw eerst'ling-offer bracht in Haarlem's Kathedraal, En door uw ziele vlamd'een jfodJftUil- i_ straal. Die haar mysterieus een eeuwig teeken brandde. Ras klonk uw kanselwoord in rijke harte-taal, Uw ijver wiekt'omhoog, wars als hij was van banden, Den kranken, droeven mensch zoudt Gij Uw hart verpanden, U zeiven boodt Gij aan ten offer telkenmaal. 't Zijn vijf-en-twintig jaar: nu juicht een breede schaar Van dankbaar christen-volk haar besten Herder tegen, En staat met offergaaf en beide handen klaar. De bede rijst omhoog: Wil God, Alzegenaar, ln miloen overvloea riem geven van V» zegeiy. En kroon Hem in Uw Rijk na 't gouden jubeljaar! 14 Augustus 1926, Pastoor P, J, KOK, Beemster. .S\ rmgen, hoe mooi ook, zijn gering te noemen oij de uitvoering van het grootsche plan waarmede nu begonnen is, nj. den bouw der nieuwe kerk Reeds vooi wen gevoelde men, dat het oude kerkje te klein werd. Het zielental der parochie groeide dermate dat noodzaketijk naar uitbreiding moest worden omgezien. Noodgedwongen moest een der Eerw. Hee- ren Geestelijken op Zondag bineeren. Maar spoedig brak de tijd aan, dat ook dit niet meer hielp, en men meende toen een oplos sing te kunnen vinden in den bouw van de zijkapel. Maar ook dit middel hielp niet 'ntusschen kreeg onze parochie een nieuwen Herder in den persoon van den Zeer Eerw. Heer van Meeuwen. Zijn Zeer Eerw. zag weldra in, dat alle aanbouw en vergrooting der bestaande kerk geen afdoende middelen konden zijn en al zeer spoedig rijpte bij hem het plan om over te gaan tot den bouw eener nieuwe kerk. De uitgave van het maandschrift „Uit het Land van Heiloo", was de eerste stap naar den bouw der nieuwe kerk en al zeer spoedig wist Pastoor het zoover te brengen, dat het besluit kon genomen worden om tot den bouw over te gaan. Tot in langte van dagen zal de nieuwe kerk een monument zijn voor de doortastendheid en vromen geloofszin van den Zeer Eerw. Pastoor. Met den herdersstaf der Parochie voert Pastoor van Meeuwen als bewaarder en be waker van een van Maria's Heiligdommen in Nederland, „Ons Lieve Vrouw 't Oesduin," ook den bewakersstaf over Kapel. En hoe ernstig Pastoor deze hooge eerepost opneemt, bewijst niet alleen de uitgave van het zoo alge meen gelezen maandschrift, maar ook het voortdurend ijveren en werken voor „Ka- pelle zoet". Krachtig ter zijde gestaan door den niet minder geëerden en beminden kapelaan, wist Pastoor ook in het parochieleven ingrijpende veranderingen tot stand te brengen. Wij wij zen op de eerste plaats op de zoo nuttige instelling van het Patronaat waarvan de WelEerw. Heer Kapelaan de ziel is. Was onder onzen vorigen Pastoor, de R. K. Meis jes-school en het Brunogebouw gesticht, Pastoor van Meeuwen wist deze instellingen uitstekend dienstbaar te maken aan den op bouw van het Katholieke geloofsleven. Het Bruno-gebouw was voor Pastoor een direct hulpmiddel om het Katholiek geloofsleven tot dien bloei te brengen, weike het thans heeft. Was het zusterklooster met de onderwijs inrichting voor meisjes gereed, de jongens waren nog verstoken van het bijzonder on derwijs. Maar ook dit vraagstuk wist Pas- stoor spoedig op te lossen door de oprichting van een R.K. bijzondere jongensschool. Nog slechts een drie jaren is de Zeer Eerw Heer van Meeuwen Pastoor van Heiloo, maar in die drie jaren is door hem gewerkt als in een heel menschenleven. 't Doet ons echt genoegen, dat we dit alles nu bij deze feestelijke gelegenheid eens naar voren kunnen brengen en we voegen er den wensch aan toe moge Pastoor nog tal van aren gespaard blijven voor de parochie Hei loo, geve God hem een krachtige gezondheid, een onverwoestbaren werklust om nog lang en zeer lang te werken aan eigen heiliging en aan dat zijner parochianen. Men schrijft ons uit Wijk aan Zee: Mor gen, 15 Augustus, viert onze Pastoor zijn Zilveren Priesterfeest. In de tweede helft \an Januari 1918 werd Z.Eerw. als kape laan uit Hillegoro benoemd tot pastoor al hier. Bij zijn heengaan uit Hillegom bevatte de „N. H. Ct." een artikeltje over den ver- trekkenden kapelaan, waarin vooral uit kwam zijn bekwaamheid als koorleider Zoo n geestelijke was te Wijk aan Zee daarom al reeds zeer welkom. Door omstan digheden als invoering van den nieuwen kerkzang en de voorafgaande mobilisatie was het toch al kleine koortje zeer ver zwakt terwijl er geen goede leiding was Z.eerw. heelt hier veel voor het koor ge daan. Geregeld de repetities leiden, veel schrijfwerk van muziek, componeeren van meerstemmige muziek, waaronder enkele 2- en 3-stemmige Missen, niets was Z.eerw te veel. Op feestdagen kwam soms 'n jon genskoor 't zangkoor versterken. Ook dit was zijn werk. Verder leerde men den Pas toor zeer spoedig kennen als een „man van de klok'' zeer punctueel waar het de kerk gold; zeer plichtgetrouw, waar het ambts bezigheden betrof, ook bij zijn geestelijk ad" viseurschap van een paar R.-K. vereenigin- gen. Hoogst zelden, zoo goed als nooit, zal Z eerw. een vergadering verzuimen. In de uitvoering van kerkelijke bevelen was de jubilaris zeer stipt en streng, zon- jIs wat aangaat R.-K. vereenigingen en de moderne kleeding. Van openlijke eerbewijzingen en loftui tingen heeft Z eerw. steeds een afkeer en voor „zijn portret in de krant" was Z.eerw beslist niet te vinden. In de laatste maanden Iaat zijn gezond heid wel iets te wenschen over, ofschoon de diensten in de kerk hun gewonen loop hebben. Niettegenstaande Z.eerw. had te kennen ge geven, dat op 15 Augustus geen feest zou gevierd en te zijner eer niets mocht ge daan worden, hebben eenige parochianen toch een rondgang gedaan. Het resultaat daarvan zal den jubilaris, zonder eenig ieest, vernemen. Monseigneur, die een' visitatierers maakt en tevens de H.H. Wijdingen op deze reis toedient, vertrok heden naar Stein, waar hi; Zondag a.s. de wijdingen van het Priester schap en sub-diaconaat zal verrichten. Dinsdag maakte Z. D. H. een autotocht door Arnhem en omstreken. Z.D.H. Mgr. Benedetti was de eerste Ita- liaansche leerling, die door middel van het Klein Liefdewerk in de congregatie is ge vormd. Hij maakte zijn noviciaat te Tilburg, werd in 1889 priester gewijd, benoemd to* professor in de wijsbegeerte te Issondun, prefect en directeur van de „Acta Aposto- licae Sedis" (19051910) en kreeg de op dracht om de Italiaansche Seminarie te her vormen en den Katechismus over alle Ita liaansche bisdommen definitief te formu leeren. Toen Mgr. Benedetti tot bisschop be noemd zou worden, kreeg hij verlof zich te rug te trekken, om te zorgen voor de vol tooiing van de H. Hartkerk te Rome. Zijn benoeming tot aartsbisschop van Tyrus, apostolisch delegaat in Cuba en Portorico en internuntius te Haïti had plaats in 1921, totdat Monseigneur in 1926 door de vor ming van de delegatie der Groote Antillen naar Rome kon terugkeeren. De Indische Missie-Vereeniging heeft be sloten tot de oprichting van Roomsch-Katho- iieke Indische Leergangen. Zij stelt zich voor in de Sint-Ludgerus- kweekschool te Hilversum half September te openen een driejarigen cursus met internaat voor de bezitters van de lagere akte, om hen fc bekwamen in 't bijzonder voor de hoofd akte en voor die akten, welke voor een vruchtbare werkzaamheid in onze koloniën van groot belang zijn. Met name denkt zij cursus te openen voor Maleisch en voor land en volkenkunde van Indië. Behalve deze voor "llen verplichte leergangen zullen nog afzon derlijke cursussen gegeven worden voor hen -He zich denken voor te bereiden op een der moderne talen en wiskunde. Omdat verder onze Indische onderwijzers zich zeer verdienstelijk kunnen maken voo: den inlander, wanneer zij in staat zijn leiding :n voorlichting te geven bij landbouw en vee teelt, zal ook voor landbouwkundige vakken een behoorlijke plaats worden ingeruimd op den rooster. De practische opleiding zal wor den genoten op de verschillende katholieke cholen van Hilversum. Daar het verder in de bedoeling ligt de 'eerüngen, die voor het leeken-aoostblaat in 'ndië afgeleverd worden, als volkomen voor hun faak geschikt af te leveren, zullen Ze worden voorbereid op het Godsaienstdiplo- -na B. Dit houdt voor hen ook in de theore- ische en practische opleiding voor het kate- "humenaat en het onderwijs aan' de op groeiende jeugd. Daarenboven de Kerkelijk* Geschiedenis, vooral ook met het oog op dt ontwikkeling van de evangelisatie van Indiê "n de andere missielanden. Voor zoover aan leg en liefhebberij voorzitten, zal ook de vdcale en instrumentale muziek overvloedig tot haar recht komen, om nog meer zon te doen schijnen in de gezinnen daar in die zon nige landen en den parochieelen eeredienst op te luisteren. Ingezonden. Dezer dagen bezocht Z. D. H. Mgr. Pietro Benedetti, aartsbisschop van Tyrus, het Missiehuis der Eerw. Paters van het H, Hart te Arnhem. Bij het sterfbed van Maria, Kon geen smart of droefheid zijn. Haar schoone ziel was zonder zonde Onbesmet en engelrein. Nooit of nimmer had Maria, Gedurende Haar aardsch bestaan, Geen enkel oogenblikje zelfs Onder satan's macht gestaan. Maria kon verheugd en blij Van deze aarde scheiden. Haar leven was voorbij gesneld, In naamloos weê en lijden. Niets bond haar meer aan deze aard' Sinds Haar God'lijk Kind verguisd, De woorden sprak: „Het is volbracht", En stierf voor ons aan 't kruis. Maria heeft uit Simeon's mond, De woorden moeten hoor en: „Een zwaard van droefheid zal U eens Het Moederhart doorboren". Als wilde Hij hiermede zeggen. Al het lijden, leed en smart Van Uw kind, zult Gij ook voejen In Uw minnend Moederhart Maria heeft zooveel geleden. Geen smarten bleven Haar gespaizro. Maar dat lijden werd Haar glorie Bij Haar blijde Hemelvaart. Met ziel en lichaam werd Maria, Ten Hemel opgenomen. Een voorrecht dat geen sterveling meer Op aard zal overkomen. Verheugen wij ons dezen dag, Met al die Hemelingen, Die daar voor Maria's troon. Een dank- en loflied zingen. En vragen wij die goede Moeder, Op echt kinderlijken toon. Dat Zij ons aller voorspraak zijn mag Bij Haar Goddelijken Zoon. Wat Maria voor ons vraagt, Kon Zij van God verkrijgen. Dus laat op dezen dag vooral, De beè ten Hemel stijgen, iMaria, goede Hemelmoeder, Ontsteek ons hart met liefdevuur, Blijf ons met uw hulp omringen. Verzacht éénmaal ons stervensuur. St. Bavo-gesticht Noo-dwijkerhout. F. DE VROEGK 15 - Beste jongen, hernam de priester, maar op een heel anderen toon, met het weinige dat ik van u weel, ben ik er van overtuigd, dat ge u zelf reeds alles wat ik u heb voorgehouden gezegd hebt. Men kan van zijn plicht onder schijnschoone voorwend sels niet afwijken, en voortaan maakt el- ken dag, die voorbijgaat zonder restitutie, uwe fout grooter. Om deze restitutie uit te stellen, hoeft ge dus noch voorwendsel noch verontschuldiging te zoeken. Ge zegt, bijvoorbeeld, dat ge op dit oogenblik geld noodig hebt. Weet gij misschien of zij, aan wie gij dat geld schuldig zijt, het niet kui^ nen gebruiken? Garnaud sprong op. Is deze gedachte nog niet bij u op gekomen, dat de som in kwestie een oor zaak kan zijn, dat de rechtmatige eigenaars gebrek hebben? Neen..., fluisterde de gewonde. Hij streek met zijn hand over zijn voor hoofd. Waarom heb ik niet alles vergeten? Het is waar dat hun misschien geld ont- jjrpken beeft,.., .Wie zijn zij? Waar zijn zij? Wat is er van hen geworden? Droefgeestig scheen hij na te denken, de kin in zijn hand. Op zijn gelaat, dat al te vroeg oud was geworden, maar vol wils kracht en schranderheid gebleven was, kon de priester zich dien innerlijken strijd zien afspiegelen, die hevig moest zijn. Eindelijk schudde hij het hoofd: Eerwaarde, misschien was het werke lijk uw plicht tot mij te spreken, zooals u gedaan heeft, en ik neem het u niet meer kwalijk. Maar wanneer ik handel zooals u mij aanraadt, word ik tot machteloosheid gedoemd, en ik kan niet berusten in de ar moede, nog minder in de nederlaag. Zoodra ik het kan doen zonder ernstige moeilijk heden voor mijn plannen, zal ik mij op de hoogte stellen en teruggeven, eerder niet Maar kunt ge een uitstel bepalen? Eenige weken of eenige maanden. Ik kan op het oogenblik niets naders vaststel len. Eenige weken of eenige maanden... herhaalde de priester: Gij schijnt te verge ten dat de toekomst ons niet toebehoort En later zal het misschien te laat zijn Maar Garnaud luisterde verstrooid en antwoordde niet. Hij had weer papier en potlood ter hand genomen, en uit heel zijn houding kon iaën afleiden dat hij onge duldig werd r. wensebte van dezen onge legen bezoeker ontslagen te worden. De aalmoezenier was overtuigd, dat het nutteloos zou zijn verder aan te houden en ging heen. DEEL IL HOOFDSTUK L De familie Mutaud was dan op hun uit tocht te Champvert, een klein dorp in de oude provincie Nevers, niet ver van Decize. terecht gekomen. Zonder andere hulpmiddelen, dan de som die hun was toegewezen, hadden zij daar smartvolle dagen in armoede, bijna in el lende doorgebracht. De toestand van den lamme maakte kostbare zorgen noodzake lijk en men had er in moeten berusten dat Robert in dienst trad bij een landbouwer in de buurt, terwijl Madeleine naaide en de wasch deed voor de menschen .Moeder Mu taud deed het eenvoudige huishouden en verzorgde haar man. In het begin schenen zij dat hard leven van arbeid en ontbering nog al te kunnen dragen, want zij bezaten de christelijke ge latenheid in hooge mate. Algemeen stelde men belang in hen en zij konden zich in de achting en den eerbid der bewoners verheugen. Maar op zekeren dag kwam Grandin aan; hij had zich overtuigd dat Mutaud er ook was, en hij had zijne bedoeling te kennen gegeven zich ook te Champvert te vestigen. Hij was ovérigens nog volstrekt niet be keerd want hij sprak soms van zijn vroe gere vrienden. Dat zijn menschen die in mijn dorp gewoond en mij bestolen hebben, en ik kom om op hen te letten. Dat herhaalde hij voortaan eiken dag aan wie het wilde hooren met de bijzonderhe den die hij op zijne wijze, bewust of on bewust, zelf maakte. En nu is het een feit, trouwens algemeen aangenomen, dat de mensch eerder het goede dan het slechte aanneemt. Het duurde niet lang of er kwam een ommekeer bij de bewoners ten op zichte der familie Mutaud. Men geloofde dat deze laatsten dieven waren; van toen af kon het grootste aantal van hen hunne verachting niet meer verbergen en de meeste jonge meisjes bleven op afstand van Madeleine. Mutaud had er een oogenblik aan gedacht om Champvert te verlaten. Maar vertrek ken, hun vervolger ontvluchten, was dat niet hetzelfde in de oogen der menschen! Overigens zou Grandin hen gevolgd zijn Dat had hij openlijk gezworen, en had te kennen gegeven, dat hij overal heen zou gaan waar zijne vroegere vrienden zich zou den begeven, al was het aan het einde van de wereld, zoolang zij geen restitutie gedaan hadden. De toestand was dus hopeloos en gedu rende maanden moesten Mutaud en de zij nen gelaten blijven leven in een omgeving van verdenking en wantrouwen. Dit werd op den duur onverdragelijk. De toestand van den lamme werd ten minste beter. Hij had de spraak weer te ruggekregen, eveneens het gebruik zijner ledematen, en kon eenige schreden doen, gesteund door den arm zijner vrouw of zij ner dochter. Dan kwam er een dag die Madeleine veel vreugde verschafte. Toen zij van de kerk terugkwam, waar zij eiken dag heenging om haar gelofte te volbrengen, trof zij Jean Grandin, haren vroegeren verloofde thuis, dezen had zij se dert tien maanden niet gezien, en zij had ook niet gehoopt hem terug te zien, ten minste zoolang zijn vader leefde, of hunne- onschuld bewezen was. De jongeman had van zijn verlof gebruik gemaakt om Mutaud en de zijnen de ver zekering te geven, dat hij nooit aan hunne schuld geloof had geslagen. Dat wat hem betrof, hij zijn plannen niet veranderd had, dat Madeleine en de haren steeds zeker konden zijn van zijn genegenheid en hoog achting; hij beloofde plechtig aan Madeleine dat hij op haar zou Wachten, al moest het nog jaren duren. Hij vertrok weer den volgenden dag: acht dagen later vernam Madeleine dat hij weer aan het front r n weer begon dat droe vig bestaan voor Madeleine, dat feitelijk voor haar niets anders was dan een lange en pijnlijke beproeving, waaraan geen einde te zien was. Het eerst werd zij getroffen in hare liefde. In 1917 werd Jean Grandin zoo zwaar gewond, dat een telegram zijn vader naar het hospitaal geroepen had, waar hij ver pleegd werd. Madeleine had zulks bij geruchte verno men. Daar zij geen bijzonderheden wist en het ergste dacht, had zij dagen van onuit- sprekelijken angst beleefd en werd pas ge. rust gesteld toen een week later vader Grandin was teruggekeerd en aan iedereen vertelde dat alle gevaar geweken en hij er met den schrik afgekomen was. Twee maanden later kwam Jean terug tot herstel zijner gezondheid. Maar gedurende de drie weken dat hij te Champvert bleef, zag Madeleine hem slechts drie keer en dan nog maar even: bij bleef getrouw aan de overeenkomst waarin hij had toegestemd en de jongeman kwam niet meer aan huis bij zijne vrienden, die hij slechts zou terugzien, als zijn vader hei hem zou toestaan. Hij was weer vertrokken en Madeleine bracht weer weken en maanden door vol angst voor het leven van den geliefde, van wien zij misschien voor altijd gescheiden (Wordt vervolgdj 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5