B
A
■P
w
PASTOOR SONDAAL.
PASTOOR H. J. G. SONDAAL
w,
Wk
3të
W,
>K
W,
'0.
NIEUWE HAARL. COURANT
Tweede Blad Zaterdag 1.4 Augustus 1926
Zilveren Priesterfeest van den
Zeer Eerw. Heer
A. J. M. v. MEEUWEN,
PASTOOR TE HEILOO.
Het Zilveren Priesterfeest van
Rector J. C. AALBERSE
mm
)!Ö0GfiGflÖïÖiÖ&lÖ9ö8
Pastoor CIELON.
R. K. Indische Leergangen.
MARIA HEMELVAART.
KERK EN SCHOOL.
Mgr. P. Benedetti.
FEUILLETON.
Misdaad en Goeie.
Aan een goede traditie getrouw, huldigen
wij ook dit jaar wederom de jubileerende
priesters uit de streek, waar de Nieuwe
Haarlemsche Courant haar lezers telt. Het
zijn er ditmaal vier: de pastoors van St. Jozef
te Haarlem, van Heiloo, van Wijk-aan-Zee
en rector Aalberse van het Haarlemsche
Weeshuis.
Gelijk men een feest van een naaste
familielid inniger meeviert dan dat van een
goeden buur of kennis, zoo zal ieder het
billijken, dat wij de herdenking van onze
zilveren priester-jubilarissen openen met een
woord over pastoor Sondaal, die met onze
courant en met heel de naamlooze vennoot
schap „de Spaarnestad" in zoo nauwe be
trekking staat.
Hoewel het zingen van zijn lof ons van
heeler harte afgaat, gevoelen wij ons toch
beschroomd om zijn persoon in het openbaar
naar voren te brengen, wetend, dat die
openlijke, persoonlijke huldiging voor den
jubilaris de eenige schaduwzijde is aan zijn
priesterfeest. Want bescheidenheid, echte,
zuivere bescheidenheid, is wel een der hoofd
trekken in de figuur van dezen beminnelijken
en zoo algemeen beminden priester. Wij wil
len die oprechte bescheidenheid dan ook zoo
min mogelijk geweld aan doen en ons be
perken tot het brengen van het minimum
van den tol van waardeering en dankbaar
heid, waarop wij ons op dezen dag verplicht
achten.
Hubertus, Carolus, Joannes Sondaal werd
te Amsterdam geboren. Zijn priesterlijke
loopbaan toont het beeld van een rustigen,
zekeren opgang. Na zijn wijding in 1901, was
ook haar moeilijke, materieele zaken, de zor
gen voor den bouw en de groote uitbreiding
van haar mooie stichting aan de Kamperlaan
en voor haar andere huizen deelde, en er in
opging zonder ooit maar een oogenblik te
verslappen, wij zouden de perken, die wij ons
gesteld hebben verre te buitengaan.
Toen kwam, nu bijna twee jaren geleden,
de benoeming tot pastoor van de St. Jozef
parochie te Haarlem. De grootsche wijze,
waarop thans aan de Jansstraat wordt feest
gevierd, alsof daar gejubeld werd om een
herder, die men al reeds een kwart eeuw en
niet nog slechts twee jaar in zijn midden
heeft, toont wel, hoe zegenrijk het pastoraat
van pastoor Sondaal is. Met de oprichting
van de Algemeene R. K. Propagandaclub,
waarvan hij de algemeene adviseur is, toonde
hij dadelijk zijn voornemen om zooveel moge
lijk nieuw vuur in het openbaar leven te bren.
gen, door godsdienstige verbetering van den
enkeling. Daartoe riep hij den leek naast
den priester op. En met dien echten priester-
ijver, nimmer verflauwend en steeds vinding
rijk, ziet de St. Jozefsparochie, ziet Roomsch
Haarlem hem dagelijks arbeiden, In die lijn
ligt ook zijn nimmer falende belangstelling
voor de Katholieke pers en aan dien ijver is
het ook te danken, dat hij, naast de vele
beslommeringen van zijn priesterlijk ambt, de
zware taak van censor van alle uitgaven der
Drukkerij de Spaarnestad en de plichten van
het commissariaat dier Vennootschap met
onverflauwde toewijding blijft vervullen.
St. Josef's parochianen en honderden daar
buiten vieren thans feest en terecht bij dit
priesterjubileum, een feest, dat de gewone
imiiiuniiMgiiiiiiiiiMMMaiiiiiiiiiiiniiiiMiiiiiiiiiiiuiiiHiniiuiiiiiiiMi^
PASTOOR SONDAAL.
InllM!l!:linillll!IIUI!!M!IMI!IIMIini!ltlliMIM!l»l!M
zijn eerste standplaats dadelijk in het groote
Rotterdam, in de St. Hildegardisparochie.
Daarna werd kapelaan Sondaal in 1908 over
geplaatst naar de St. Jozefkerk te Haarlem,
uit welken tijd nog vele Haarlemmers dank
bare herinneringen aan hem hebben, gedach
ten van waardeering voor den vurigen, n^e-
levenden, steeds voor ieder gereed staanden
jongen priester. Maar de sterkte van geest en
ziel was grooter dan de physieke kracht,
waarom onze Geestelijke Overheid hem een
schijnbaar rustiger werkkring als rector van
de Mariastichting aanwees.
Wij allen, die „rector Sondaal" daar heb
ben gekend, glimlachen nu om dien „rustigen
werkkring. Was er een priesterhuis in Haar
lem, waar de bel meer over ging, dan aan de
deur van bet verscholen huis aan den Heyt-
huyzerweg? Hoeveel vrienden heeft „de
rector" zich daar niet gemaakt! Was hij niet
de groote vraagbaak voor ontelbaar velen
niet enkel in maar ook buiten, ver buiten
Haarlem? Hoewel geen adviseur van eenige
sociale vereeniging, hoewel practisch staande
buiten het openbare leven, trok zijn bemin
nelijke en altijd bereidvaardige persoonlijk
heid raad-zoekenden van overal, zoodat hij
zijn vrienden en dankbare vereerders telt tot
ver buiten ons Bisdom. Het is dan ook ge
heel overbodig den lof van „den rector" der
Mariastichting en directeur der zusters van
de Congregatie van Salzkotten te zingen
Honderden zieken en hun familieleden, die in
ons prachtig Roomsche ziekenhuis verpleging
vonden, hebben den roep van den geestelijken
ziekenvader verder gedragen. Wie kon beter
troosten, wie inniger meeleven, hartelijker
meevoelen met lichamelijk, maar vooral
ook met geestelijk lijden, dan hij? En de
Mariastichting zelf en de congregatie der
zusters, die nu al negentien huizen in ons
Bisdom tellen? Mochten wii de zusters laten
spreken over haar geestelijken leidsman, die
In deze enkele regels hebben wij gepoogd
het belangrijk werk van rector Aalberse,
vooral op het wetenschappelijk terrein te
schetsen.
Uit den aard der zaak, moet zulk-een op
somming onvolledig genoemd worden, om
dat veel, we mogen wel zeggen, zeer veel
gedaan wordt, zonder dat het oog van de
wereld er op valt.
Doch deze enkele memoreering van de
feiten, die de meeste bekendheid genieten
moge het waardevolle werk, van den jubila
ris in het daglicht stellen. Daarom ook zal
het de aangename plicht zijn van een ieder,
die het werk van den lubilaris meer van nabij
kent, hem op den dag van morgen daarvoor
te huldigen. En die waardeering zal hem
zeer zeker niet onthouden worden.
maat van een zilveren Herdenking verre
overschrijdt. Hoe kan het anders? Onze
dankbaarheid grijpt eindelijk de gelegenheid
aan om een priester te huldigen, wien wij zoo
gaarne eens een openlijk blijk van hulde wil
len geven en die zich daaraan tot nog toe
altijd te onttrekken wist. Maar laten wij bij
ons feestvieren vooral handelen in den geest
van den jubilaris door het opzenden van een
gebed tot Hem, Wiens nederigen en onvol-
maakten dienaar hij zich zelf noemt, een ge
bed om kracht en sterkte en gezondheid, ten
einde den zwaren en verantwoordelijken last
yan het priesterschap nog vele jaren te mogen
dragen, zijn parochianen tot geestelijk en
tijdelijk nut en zich zelf tot eeuwig heil!
In het St. Jacobs Godshuis te Haarlem is
het morgen groot feest. Immers de Zeer-
Eerw. Heer Rector J. C. Aalberse viert zijn
Zilveren Priester-jubileum.
Voor het Bestuur en de verpleegden van
het Godshuis een welkome gelegenheid om
den priester van buitengewone talenten te
huldigen.
Rector Aalberse werd geboren te Leiden
11 Juli 1877 en Priester gewijd 15 Augustus
1901. Zeer kort na zijn priesterwijding werd
ZijnEerw. benoemd tot kapelaan te Spier
dijk op 27 Augustus 1901.
Achtereenvolgens was rector Aalberse ka
pelaan te Leimuiden van 5 Dec. 1904 tot 8
Nóv. 1907, kapelaan te Krommenie van 8
j Nov. 1907 rot 3 Oct. 1910. kapelaan te Am-
Rector J. C. AALBERSE.
sterdam (parochie H. Vincentius a Paulo),
van 3 Oct. 1910 tot 24 Dec. 1910; kapelaan
te Hoogmade, van 24 Dec. 1910 tot 11 Febr.
1917; waarnemend pastoor te Noorden,
daarna weer in bediening te Hoogmade, van
waar hij na den dood van Rector Seuter, die
den onvergetelijken rector Goes had opge
volgd, en slechts kort zijne functie vervuld
had, tot rector werd benoemd van het St.
Jacobs Godshuis te Haarlem.
In die functie is rector Aalberse reeds
sinds 5 Jan. 1918 werkzaam.
Waar de rectorale arbeid en bemoeiingen
binnen de muren van het Godshuis steeds
het interne leven betreffen zou het niet pas
send zijn deze in 't openbaar te huldigen.
Toch mogen wij niet nalaten er den nadruk
op te leggen, hoe rector Aalberse in dezen
werkkring zich steeds geeft met al de warmte
en volle toewijding van zijn priesterlijk ge
moed en hoe hij steeds met nauwgezetheid
waakt voor de geestelijke belangen van ben,
die aan zijn priesterlijke zorgen zijn toever
trouwd.
Uit den aard van de bediening, door rec
tor Aalberse uitgeoefend, geschiedt zijn ar
beid voor het Godshuis bijna altijd buiten
het oog der wereld, doch meer op den voor
grond tredend is zijn sociologisch werk.
Het is toch bekend, hoe de jubilaris, zich
steeds gaarne bezighoudt mét velerlei stu
diën, voornamelijk op sociologisch gebied.
En deze studiën zijn van zulk een ver
strekkende beteekenis geworden, dat de
genen, die rector Aalberse en zijn weten
schappelijk werk meer van nabij hebben be
schouwd als hun meening te kennen geven
dat het de bewondering, afdwingt, hoe rec
tor Aalberse op de hoogte is van bijna alles,
wat op sociaal gebied gesproken en geschre
ven wordt, en dat niet alleen van Katholieke
zijde, ook door andersdenkenden en tegen
standers van de Katholieke principes.
Hoezeer de gedegen kennis van rector
Aalberse op sociologisch gebied dan ook
erkend werd, bleek wel uit het feit, dat, toen
zijn broeder, oud-minister Aalberse, het mi
nisterschap van Arbeid, Handel en Nijver
heid aanvaardde, de hoofdredactie van het
beteekenisvolle katholiek sociaal Weekblad
aan rector Aalberse werd opgedragen,
Gedurende het geheele ministerschap van
zijn broer, dus gedurende zeven jaren, voer
de rector Aalberse met veel talent, ijver en
groot succes de hoofdredactie, totdat nu
onlangs oud-minister Aalberse de leiding
van het Weekblad weder overnam.
Naast deze groote beteekenis van den so-
ciologischen arbeid van den jubilaris, mag
rector Aalberse ook op onderwijsgebied een
deskundige genoemd worden. Immers door
Z.D.H. den Bisschop is hij aangesteld als
Bisschoppelijk Inspecteur van alle R.K.
scholen in het dekenaat Haarlem.
Hei St. Jacobs Godshuis is ten slotte in
wijden omtrek zeer bekend om zijn drukkerij
en uitgeverij, waar menig werk op Katho
liek terrein het licht ziet.
Bijna geen werk van eenige beteekenis
gedrukt in de drukkerij van het St. Jacobs
Godshuis verschijnt er, of het heeft hetzij
de medewerking hetzij de censuur van den
veelzijdig ontwikkelden rector.
Men schrijft ons uit Heiloo
Morgen, 15 Augustus, viert onze beminde
Herder zijn zilveren Priesterfeest en de gehee
le parochie in al haar schakeeringen viert mee
feest, 'tls een dag. welke onvergetelijk zal
zijn de parochie geeft zich geheel en al om
te toonen, hoe hoog Pastoor van Meeuwen
bij haar staat aangeschreven.
't Is nog pas kortelings, een kleine drietal
jaren, dat Pastoor van Meeuwen door Mon
seigneur naar hier gezonden werd om de
parochie tot leidsman te zijn. Maar in die
korte spanne tijds wist de Zeer Eerw. Heer
van Meeuwen aller harten te winnen door
zijn energiek optreden in de verdediging van
onze heiligste rechten. Als een „Pastor bonus"
heeft hij de parochianen aangenomen als zijn
kinderen, voor hen werkend en zwoegend
dag en nacht.
Zeker, de critiek is hem, evenals anderen,
niet onthouden gebleven, maar ondanks dat
is hij destemeer geworden de leidsman naar
wien allen gaarne luisteren en wat meer is,
dien allen zoo gaarne volgen.
Kortom de nieuwe, onbekende pastoor is
geworden de algemeen beminde Herder zij
ner kinderen.
Onze Pastoor weet zoo goed dat de moei
lijkheden er alleen zijn om overwonnen te
worden. Daarom, wanneer pastoor weet,
Pastoor A. J. M. v. MEEUWEN.
dat zijn ideeën goed zijn, dan werkt hij aan
de volvoering er van met de onverzettelijk
heid hem eigen.
De glorie van God en het heil van de hem
toevertrouwde parochianen gaan bij hem
boven alles. Dat is zijn levenstaak.
Toen Pastoor nog slechts eenige maanden
hier was, onderging het kerkje ongemerkt
groote veranderingen. We behoeven slechts
te wijzen op de aanschaffing van verschillen
de versieringen in het Priesterkoor, het prach
tig beeld van de H. Maagd Maria als Onze
Lieve Vrouwe ter Nood, de meer doeltref
fende plaatsing van den predikstoel en ten
slotte de schoone, kunstrijke voorstellingen
van den H. Kruisweg. Maar al deze verande-
AAN MIJNEN HOOGGEACHTEN VRIEND
BIJ ZIJN ZILVEREN PRIESTERFEEST.
't Zijn vijf-en-twintig jaar, sinds Gij mét reine handen
Uw eerst'ling-offer bracht in Haarlem's Kathedraal,
En door uw ziele vlamd'een jfodJftUil- i_ straal.
Die haar mysterieus een eeuwig teeken brandde.
Ras klonk uw kanselwoord in rijke harte-taal,
Uw ijver wiekt'omhoog, wars als hij was van banden,
Den kranken, droeven mensch zoudt Gij Uw hart verpanden,
U zeiven boodt Gij aan ten offer telkenmaal.
't Zijn vijf-en-twintig jaar: nu juicht een breede schaar
Van dankbaar christen-volk haar besten Herder tegen,
En staat met offergaaf en beide handen klaar.
De bede rijst omhoog: Wil God, Alzegenaar,
ln miloen overvloea riem geven van V» zegeiy.
En kroon Hem in Uw Rijk na 't gouden jubeljaar!
14 Augustus 1926,
Pastoor P, J, KOK, Beemster.
.S\
rmgen, hoe mooi ook, zijn gering te noemen
oij de uitvoering van het grootsche plan
waarmede nu begonnen is, nj. den bouw der
nieuwe kerk
Reeds vooi wen gevoelde men, dat het
oude kerkje te klein werd. Het zielental der
parochie groeide dermate dat noodzaketijk
naar uitbreiding moest worden omgezien.
Noodgedwongen moest een der Eerw. Hee-
ren Geestelijken op Zondag bineeren. Maar
spoedig brak de tijd aan, dat ook dit niet
meer hielp, en men meende toen een oplos
sing te kunnen vinden in den bouw van de
zijkapel. Maar ook dit middel hielp niet
'ntusschen kreeg onze parochie een nieuwen
Herder in den persoon van den Zeer Eerw.
Heer van Meeuwen. Zijn Zeer Eerw. zag
weldra in, dat alle aanbouw en vergrooting
der bestaande kerk geen afdoende middelen
konden zijn en al zeer spoedig rijpte bij hem
het plan om over te gaan tot den bouw eener
nieuwe kerk.
De uitgave van het maandschrift „Uit het
Land van Heiloo", was de eerste stap naar
den bouw der nieuwe kerk en al zeer spoedig
wist Pastoor het zoover te brengen, dat het
besluit kon genomen worden om tot den
bouw over te gaan. Tot in langte van dagen
zal de nieuwe kerk een monument zijn voor
de doortastendheid en vromen geloofszin
van den Zeer Eerw. Pastoor.
Met den herdersstaf der Parochie voert
Pastoor van Meeuwen als bewaarder en be
waker van een van Maria's Heiligdommen in
Nederland, „Ons Lieve Vrouw 't Oesduin,"
ook den bewakersstaf over Kapel. En hoe
ernstig Pastoor deze hooge eerepost opneemt,
bewijst niet alleen de uitgave van het zoo alge
meen gelezen maandschrift, maar ook het
voortdurend ijveren en werken voor „Ka-
pelle zoet".
Krachtig ter zijde gestaan door den niet
minder geëerden en beminden kapelaan, wist
Pastoor ook in het parochieleven ingrijpende
veranderingen tot stand te brengen. Wij wij
zen op de eerste plaats op de zoo nuttige
instelling van het Patronaat waarvan de
WelEerw. Heer Kapelaan de ziel is. Was
onder onzen vorigen Pastoor, de R. K. Meis
jes-school en het Brunogebouw gesticht,
Pastoor van Meeuwen wist deze instellingen
uitstekend dienstbaar te maken aan den op
bouw van het Katholieke geloofsleven. Het
Bruno-gebouw was voor Pastoor een direct
hulpmiddel om het Katholiek geloofsleven
tot dien bloei te brengen, weike het thans
heeft.
Was het zusterklooster met de onderwijs
inrichting voor meisjes gereed, de jongens
waren nog verstoken van het bijzonder on
derwijs. Maar ook dit vraagstuk wist Pas-
stoor spoedig op te lossen door de oprichting
van een R.K. bijzondere jongensschool.
Nog slechts een drie jaren is de Zeer Eerw
Heer van Meeuwen Pastoor van Heiloo,
maar in die drie jaren is door hem gewerkt
als in een heel menschenleven.
't Doet ons echt genoegen, dat we dit alles
nu bij deze feestelijke gelegenheid eens naar
voren kunnen brengen en we voegen er den
wensch aan toe moge Pastoor nog tal van
aren gespaard blijven voor de parochie Hei
loo, geve God hem een krachtige gezondheid,
een onverwoestbaren werklust om nog lang
en zeer lang te werken aan eigen heiliging
en aan dat zijner parochianen.
Men schrijft ons uit Wijk aan Zee: Mor
gen, 15 Augustus, viert onze Pastoor zijn
Zilveren Priesterfeest. In de tweede helft
\an Januari 1918 werd Z.Eerw. als kape
laan uit Hillegoro benoemd tot pastoor al
hier. Bij zijn heengaan uit Hillegom bevatte
de „N. H. Ct." een artikeltje over den ver-
trekkenden kapelaan, waarin vooral uit
kwam zijn bekwaamheid als koorleider
Zoo n geestelijke was te Wijk aan Zee
daarom al reeds zeer welkom. Door omstan
digheden als invoering van den nieuwen
kerkzang en de voorafgaande mobilisatie
was het toch al kleine koortje zeer ver
zwakt terwijl er geen goede leiding was
Z.eerw. heelt hier veel voor het koor ge
daan. Geregeld de repetities leiden, veel
schrijfwerk van muziek, componeeren van
meerstemmige muziek, waaronder enkele 2-
en 3-stemmige Missen, niets was Z.eerw
te veel. Op feestdagen kwam soms 'n jon
genskoor 't zangkoor versterken. Ook dit
was zijn werk. Verder leerde men den Pas
toor zeer spoedig kennen als een „man van
de klok'' zeer punctueel waar het de kerk
gold; zeer plichtgetrouw, waar het ambts
bezigheden betrof, ook bij zijn geestelijk ad"
viseurschap van een paar R.-K. vereenigin-
gen. Hoogst zelden, zoo goed als nooit, zal
Z eerw. een vergadering verzuimen.
In de uitvoering van kerkelijke bevelen
was de jubilaris zeer stipt en streng, zon-
jIs wat aangaat R.-K. vereenigingen en de
moderne kleeding.
Van openlijke eerbewijzingen en loftui
tingen heeft Z eerw. steeds een afkeer en
voor „zijn portret in de krant" was Z.eerw
beslist niet te vinden.
In de laatste maanden Iaat zijn gezond
heid wel iets te wenschen over, ofschoon de
diensten in de kerk hun gewonen loop
hebben.
Niettegenstaande Z.eerw. had te kennen ge
geven, dat op 15 Augustus geen feest zou
gevierd en te zijner eer niets mocht ge
daan worden, hebben eenige parochianen
toch een rondgang gedaan. Het resultaat
daarvan zal den jubilaris, zonder eenig ieest,
vernemen.
Monseigneur, die een' visitatierers maakt
en tevens de H.H. Wijdingen op deze reis
toedient, vertrok heden naar Stein, waar hi;
Zondag a.s. de wijdingen van het Priester
schap en sub-diaconaat zal verrichten.
Dinsdag maakte Z. D. H. een autotocht
door Arnhem en omstreken.
Z.D.H. Mgr. Benedetti was de eerste Ita-
liaansche leerling, die door middel van het
Klein Liefdewerk in de congregatie is ge
vormd. Hij maakte zijn noviciaat te Tilburg,
werd in 1889 priester gewijd, benoemd to*
professor in de wijsbegeerte te Issondun,
prefect en directeur van de „Acta Aposto-
licae Sedis" (19051910) en kreeg de op
dracht om de Italiaansche Seminarie te her
vormen en den Katechismus over alle Ita
liaansche bisdommen definitief te formu
leeren.
Toen Mgr. Benedetti tot bisschop be
noemd zou worden, kreeg hij verlof zich te
rug te trekken, om te zorgen voor de vol
tooiing van de H. Hartkerk te Rome. Zijn
benoeming tot aartsbisschop van Tyrus,
apostolisch delegaat in Cuba en Portorico
en internuntius te Haïti had plaats in 1921,
totdat Monseigneur in 1926 door de vor
ming van de delegatie der Groote Antillen
naar Rome kon terugkeeren.
De Indische Missie-Vereeniging heeft be
sloten tot de oprichting van Roomsch-Katho-
iieke Indische Leergangen.
Zij stelt zich voor in de Sint-Ludgerus-
kweekschool te Hilversum half September te
openen een driejarigen cursus met internaat
voor de bezitters van de lagere akte, om hen
fc bekwamen in 't bijzonder voor de hoofd
akte en voor die akten, welke voor een
vruchtbare werkzaamheid in onze koloniën
van groot belang zijn. Met name denkt zij
cursus te openen voor Maleisch en voor land
en volkenkunde van Indië. Behalve deze voor
"llen verplichte leergangen zullen nog afzon
derlijke cursussen gegeven worden voor hen
-He zich denken voor te bereiden op een der
moderne talen en wiskunde.
Omdat verder onze Indische onderwijzers
zich zeer verdienstelijk kunnen maken voo:
den inlander, wanneer zij in staat zijn leiding
:n voorlichting te geven bij landbouw en vee
teelt, zal ook voor landbouwkundige vakken
een behoorlijke plaats worden ingeruimd op
den rooster. De practische opleiding zal wor
den genoten op de verschillende katholieke
cholen van Hilversum.
Daar het verder in de bedoeling ligt de
'eerüngen, die voor het leeken-aoostblaat in
'ndië afgeleverd worden, als volkomen voor
hun faak geschikt af te leveren, zullen Ze
worden voorbereid op het Godsaienstdiplo-
-na B. Dit houdt voor hen ook in de theore-
ische en practische opleiding voor het kate-
"humenaat en het onderwijs aan' de op
groeiende jeugd. Daarenboven de Kerkelijk*
Geschiedenis, vooral ook met het oog op dt
ontwikkeling van de evangelisatie van Indiê
"n de andere missielanden. Voor zoover aan
leg en liefhebberij voorzitten, zal ook de
vdcale en instrumentale muziek overvloedig
tot haar recht komen, om nog meer zon te
doen schijnen in de gezinnen daar in die zon
nige landen en den parochieelen eeredienst
op te luisteren.
Ingezonden.
Dezer dagen bezocht Z. D. H. Mgr. Pietro
Benedetti, aartsbisschop van Tyrus, het
Missiehuis der Eerw. Paters van het H, Hart
te Arnhem.
Bij het sterfbed van Maria,
Kon geen smart of droefheid zijn.
Haar schoone ziel was zonder zonde
Onbesmet en engelrein.
Nooit of nimmer had Maria,
Gedurende Haar aardsch bestaan,
Geen enkel oogenblikje zelfs
Onder satan's macht gestaan.
Maria kon verheugd en blij
Van deze aarde scheiden.
Haar leven was voorbij gesneld,
In naamloos weê en lijden.
Niets bond haar meer aan deze aard'
Sinds Haar God'lijk Kind verguisd,
De woorden sprak: „Het is volbracht",
En stierf voor ons aan 't kruis.
Maria heeft uit Simeon's mond,
De woorden moeten hoor en:
„Een zwaard van droefheid zal U eens
Het Moederhart doorboren".
Als wilde Hij hiermede zeggen.
Al het lijden, leed en smart
Van Uw kind, zult Gij ook voejen
In Uw minnend Moederhart
Maria heeft zooveel geleden.
Geen smarten bleven Haar gespaizro.
Maar dat lijden werd Haar glorie
Bij Haar blijde Hemelvaart.
Met ziel en lichaam werd Maria,
Ten Hemel opgenomen.
Een voorrecht dat geen sterveling meer
Op aard zal overkomen.
Verheugen wij ons dezen dag,
Met al die Hemelingen,
Die daar voor Maria's troon.
Een dank- en loflied zingen.
En vragen wij die goede Moeder,
Op echt kinderlijken toon.
Dat Zij ons aller voorspraak zijn mag
Bij Haar Goddelijken Zoon.
Wat Maria voor ons vraagt,
Kon Zij van God verkrijgen.
Dus laat op dezen dag vooral,
De beè ten Hemel stijgen,
iMaria, goede Hemelmoeder,
Ontsteek ons hart met liefdevuur,
Blijf ons met uw hulp omringen.
Verzacht éénmaal ons stervensuur.
St. Bavo-gesticht
Noo-dwijkerhout.
F. DE VROEGK
15
- Beste jongen, hernam de priester, maar
op een heel anderen toon, met het weinige
dat ik van u weel, ben ik er van overtuigd,
dat ge u zelf reeds alles wat ik u heb
voorgehouden gezegd hebt. Men kan van
zijn plicht onder schijnschoone voorwend
sels niet afwijken, en voortaan maakt el-
ken dag, die voorbijgaat zonder restitutie,
uwe fout grooter. Om deze restitutie uit
te stellen, hoeft ge dus noch voorwendsel
noch verontschuldiging te zoeken. Ge zegt,
bijvoorbeeld, dat ge op dit oogenblik geld
noodig hebt. Weet gij misschien of zij, aan
wie gij dat geld schuldig zijt, het niet kui^
nen gebruiken?
Garnaud sprong op.
Is deze gedachte nog niet bij u op
gekomen, dat de som in kwestie een oor
zaak kan zijn, dat de rechtmatige eigenaars
gebrek hebben?
Neen..., fluisterde de gewonde.
Hij streek met zijn hand over zijn voor
hoofd.
Waarom heb ik niet alles vergeten?
Het is waar dat hun misschien geld ont-
jjrpken beeft,.., .Wie zijn zij? Waar zijn
zij? Wat is er van hen geworden?
Droefgeestig scheen hij na te denken, de
kin in zijn hand. Op zijn gelaat, dat al te
vroeg oud was geworden, maar vol wils
kracht en schranderheid gebleven was, kon
de priester zich dien innerlijken strijd zien
afspiegelen, die hevig moest zijn.
Eindelijk schudde hij het hoofd:
Eerwaarde, misschien was het werke
lijk uw plicht tot mij te spreken, zooals u
gedaan heeft, en ik neem het u niet meer
kwalijk. Maar wanneer ik handel zooals u
mij aanraadt, word ik tot machteloosheid
gedoemd, en ik kan niet berusten in de ar
moede, nog minder in de nederlaag. Zoodra
ik het kan doen zonder ernstige moeilijk
heden voor mijn plannen, zal ik mij op de
hoogte stellen en teruggeven, eerder niet
Maar kunt ge een uitstel bepalen?
Eenige weken of eenige maanden. Ik
kan op het oogenblik niets naders vaststel
len.
Eenige weken of eenige maanden...
herhaalde de priester: Gij schijnt te verge
ten dat de toekomst ons niet toebehoort
En later zal het misschien te laat zijn
Maar Garnaud luisterde verstrooid en
antwoordde niet. Hij had weer papier en
potlood ter hand genomen, en uit heel zijn
houding kon iaën afleiden dat hij onge
duldig werd r. wensebte van dezen onge
legen bezoeker ontslagen te worden.
De aalmoezenier was overtuigd, dat het
nutteloos zou zijn verder aan te houden en
ging heen.
DEEL IL
HOOFDSTUK L
De familie Mutaud was dan op hun uit
tocht te Champvert, een klein dorp in de
oude provincie Nevers, niet ver van Decize.
terecht gekomen.
Zonder andere hulpmiddelen, dan de som
die hun was toegewezen, hadden zij daar
smartvolle dagen in armoede, bijna in el
lende doorgebracht. De toestand van den
lamme maakte kostbare zorgen noodzake
lijk en men had er in moeten berusten dat
Robert in dienst trad bij een landbouwer
in de buurt, terwijl Madeleine naaide en de
wasch deed voor de menschen .Moeder Mu
taud deed het eenvoudige huishouden en
verzorgde haar man.
In het begin schenen zij dat hard leven
van arbeid en ontbering nog al te kunnen
dragen, want zij bezaten de christelijke ge
latenheid in hooge mate. Algemeen stelde
men belang in hen en zij konden zich in
de achting en den eerbid der bewoners
verheugen.
Maar op zekeren dag kwam Grandin aan;
hij had zich overtuigd dat Mutaud er ook
was, en hij had zijne bedoeling te kennen
gegeven zich ook te Champvert te vestigen.
Hij was ovérigens nog volstrekt niet be
keerd want hij sprak soms van zijn vroe
gere vrienden.
Dat zijn menschen die in mijn dorp
gewoond en mij bestolen hebben, en ik kom
om op hen te letten.
Dat herhaalde hij voortaan eiken dag aan
wie het wilde hooren met de bijzonderhe
den die hij op zijne wijze, bewust of on
bewust, zelf maakte. En nu is het een feit,
trouwens algemeen aangenomen, dat de
mensch eerder het goede dan het slechte
aanneemt. Het duurde niet lang of er kwam
een ommekeer bij de bewoners ten op
zichte der familie Mutaud. Men geloofde dat
deze laatsten dieven waren; van toen af
kon het grootste aantal van hen hunne
verachting niet meer verbergen en de
meeste jonge meisjes bleven op afstand van
Madeleine.
Mutaud had er een oogenblik aan gedacht
om Champvert te verlaten. Maar vertrek
ken, hun vervolger ontvluchten, was dat
niet hetzelfde in de oogen der menschen!
Overigens zou Grandin hen gevolgd zijn
Dat had hij openlijk gezworen, en had te
kennen gegeven, dat hij overal heen zou
gaan waar zijne vroegere vrienden zich zou
den begeven, al was het aan het einde
van de wereld, zoolang zij geen restitutie
gedaan hadden.
De toestand was dus hopeloos en gedu
rende maanden moesten Mutaud en de zij
nen gelaten blijven leven in een omgeving
van verdenking en wantrouwen. Dit werd
op den duur onverdragelijk.
De toestand van den lamme werd ten
minste beter. Hij had de spraak weer te
ruggekregen, eveneens het gebruik zijner
ledematen, en kon eenige schreden doen,
gesteund door den arm zijner vrouw of zij
ner dochter.
Dan kwam er een dag die Madeleine veel
vreugde verschafte.
Toen zij van de kerk terugkwam, waar
zij eiken dag heenging om haar gelofte te
volbrengen, trof zij Jean Grandin, haren
vroegeren verloofde thuis, dezen had zij se
dert tien maanden niet gezien, en zij had
ook niet gehoopt hem terug te zien, ten
minste zoolang zijn vader leefde, of hunne-
onschuld bewezen was.
De jongeman had van zijn verlof gebruik
gemaakt om Mutaud en de zijnen de ver
zekering te geven, dat hij nooit aan hunne
schuld geloof had geslagen. Dat wat hem
betrof, hij zijn plannen niet veranderd had,
dat Madeleine en de haren steeds zeker
konden zijn van zijn genegenheid en hoog
achting; hij beloofde plechtig aan Madeleine
dat hij op haar zou Wachten, al moest het
nog jaren duren.
Hij vertrok weer den volgenden dag: acht
dagen later vernam Madeleine dat hij weer
aan het front r n weer begon dat droe
vig bestaan voor Madeleine, dat feitelijk
voor haar niets anders was dan een lange
en pijnlijke beproeving, waaraan geen einde
te zien was.
Het eerst werd zij getroffen in hare liefde.
In 1917 werd Jean Grandin zoo zwaar
gewond, dat een telegram zijn vader naar
het hospitaal geroepen had, waar hij ver
pleegd werd.
Madeleine had zulks bij geruchte verno
men. Daar zij geen bijzonderheden wist en
het ergste dacht, had zij dagen van onuit-
sprekelijken angst beleefd en werd pas ge.
rust gesteld toen een week later vader
Grandin was teruggekeerd en aan iedereen
vertelde dat alle gevaar geweken en hij
er met den schrik afgekomen was.
Twee maanden later kwam Jean terug
tot herstel zijner gezondheid.
Maar gedurende de drie weken dat hij te
Champvert bleef, zag Madeleine hem slechts
drie keer en dan nog maar even: bij bleef
getrouw aan de overeenkomst waarin hij
had toegestemd en de jongeman kwam niet
meer aan huis bij zijne vrienden, die hij
slechts zou terugzien, als zijn vader hei
hem zou toestaan.
Hij was weer vertrokken en Madeleine
bracht weer weken en maanden door vol
angst voor het leven van den geliefde, van
wien zij misschien voor altijd gescheiden
(Wordt vervolgdj
1